het Afqeloopen jaap in vogelvlucht mei juni Augustus septemBeR teekeninqen: parn q. RueteR J' tekst van s quus Betlem jr. 1 - s .*«WP JAftUARI als elk jaap opnieuw - zoo Begon het ook thans, want ov'Ral teR weRelö, bij öuizenöen menschen, ö&aR hief men het glas - in het oog weeR een glans, om hoopvol elkanöeR.. het Beste te wenschem ook chamBeRlain toog naaR het Buitenlanö toe, en BRacht aan Oen öuce een BeleeföheiösBezoekje, veRwelkomö öoor föRsche paRaöes.. (en hoéi) zat hij OaaR wat goeöig, veRBluft in z'n hoekje.. fGBRUARl öe paus - öoor öe jARen een vReöesfiguuR, is Rustig ontslapen, na öRageii]k lijöen, en Baö, tot zijn laatste Beslissenöe uur om vReöe voor óns - in öe moeilijke tijöem en wi] hieR in hollanö, wi] weRöen veRBlijö, met heugelijk nieuws uit het huis van oRanje, een simpel BeRichtje in somBeRen tijö, een klein Ranöje zonlicht, als gouökleuRig fRanje.. mAARt UiiltoAWtol vVi /jiff öe spoor, in z'n woeöenöen stRijö tegen Bussen, week af van z'n keihaRöe Banken enkoeRs, en booö in öe toekomst een zachtleeRen kussen, alsmeöe voor meeRöeRe öagen, RetouRsi öe stoRm in euRopa kwam niét tot BeöaRen, öoch neöeRlanö kent voor zichzelf maaR één wensch: z'n neutRaliteit! en om óié te Bewapen veRsteRkte ons lanöje in maapt al z'n gRensi ApRll tóch Bleef - zoo men steeös öat zoo aaRöig kon zeggen, tot 't laatst toe, nog altijö„öe öcur op een kieR", hoewel öat weeR anöeRen uit gingen leggen: we zgn ook voor niks zoo veRkouöen niet, hiepn veel kteuRigeR echteR - öe Roep van ons lanö - öit wapen öe geupenöe, Bloeienöe velöen, .hoewel onze Bollen öit jaap - schReef öe kpant - Vtlchts schaaRsche, veRRegenöe toeschouweRS telöen i een feit, öat we steeös met genoegen heRöenken, öat elk jaap opnieuw öe Belangstelling heeft, öoor gRoote, of kleine, maaR teepe geschenken., öat is eR öe vpeugö, öie öe moeöeRöag geeft i öe vinnige stRijö, öie ik stpaks heB BespRoken, wepö einö'lijk Beslecht en voor altijö gestaakt, en u.. van uw autoBus vooRtaan veRstoken, öie glaö öoor öe spoorwegen af weRö gemaakti öe Ramp van öe thetis, bij engelanö's kust, öie ligt ons nog allemaal vepsch in geöachten, al eischt ook het leven wel, öat je Bepust, öit kon toch öe rouw en het leeö niet vepzachteni en wééR zat öe jeugö in ons lanöje te zwoegen, bij Boeken en schRiften, tot öiep in öen nacht, om op het examen haap akkeR te ploegen, wie zaait, öie zal oogsten., en kennis is machti JUll in juli Begon het al leelijk te spannen, en „öanzig", öat weRö een pROBleem van Belang, men zei: 't was al alles in kRuiken en kannen, en ooRlog..? let op, maaR öie öuuröb niet langi bij óns kwam een stem uit 't veRleöen veRtellen, hoe „zwieRig en kostelijck" 't VRoegeR wel was., öié wou öe sjako weeR in eepe hepstellen.. heel mooi, maaR het moest uit öen Bupgep z'n kasi en Ö&&R kwam opeens, als een klaat'Renöe vReugöe, temiööen van vpees, om een somBeRen tijö, 't BeRicht, öat ons allen zoo innig veRheugöei i mene's geBOORte.. o, vneugöevol feiti en öan, ja öan tóch komt öaaR plots het BSRicht, en zaait z'n veRschRikking öoor heel onze natie, (öat einö van augustus veRgeet ik niét lichti) en 't was als een nooökpeet:., öe moBilisatien ■m"' "V''" -a: en, wat eR geen steRV'ling teR weRelö kon g'looven, öat 't écht en waaRachtig geBeuRen nog zou, geBeuRöe öan tóch - slechts een jaaRlang veRschoven, öe ooRlog i met al z'n ellenöe en rouwi en neöeRlanös huisvpouw, veRRijkt öoor eRvaRing, peeös éénmaal veRRast öoor een sooRtgelijk lot, nam öit keeR van alles vólop in Bewaping, en hielp ons zoo gauw aan het hamsteRveiiBOöi OCtOBCR v' ook VRoeg nog octoBBR een offeR van allen, öe suikeR weRö kapig geöistRiBueeRö, het vlaatje of toetje kwam snel te veRvallen, en 't zoete öes levens öient zuinig BeheeRöi 'en wééR is een staat van öe aapöBol veRöwenen, een machtig geBieö wcrö in stukken gescheuRö.. nooit öuisteRöeR heeft ons öe toekomst geschenen, en menigeen vpaagt: wie is nu aan öe bcuuu? öe zee, öie wel altijö, ontelBaRe jaRen, 't Rechtmatig Bezit van ons weRelöje was, öaap öReigen öe mijnen en loepen gevauen, en velen, öie zien ze., te laat meestal pasi ook wij heBBen öaaR onze tol al setaalö, want menige Boot is vepgaan en gezonken, heeft 't veilige moeöeRlanö nooit meep gehaalö. en talloozen zijn zóó - ellenöig - veRöRonkem óecemseR vooRts BRachtons óeceirmeR öaaR ginös in het nooRöen, in finlanö een nieuwen, wanhopigen stRijö, misschien öat w' elkaap nietgenoeg nog vepmooRööen? wie volgt? is öe VRaag van öen huiöigen tijö. zoo zijn öan öe öagen weeR woelig veRgleóen en staan wij in angst en in VReezen geReeö om schuchteR het komenöe jaaR te BetReöen.. goö spaRe ons lanö voor het gpuwelijk leeöi

Peel en Maas | 1939 | | pagina 10