Kerstmis Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. 1939. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Buitenland. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 23 December 1939 Zestigste Jaargang No 51 PEEL EN MAAS is zeer fijne boter ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct ie I Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Atz. nummers 5 ct Hel is niet gebruikelijk om een Kerstarlikel der krant te voor zien van een jaartal, want de Kerstboodschap geldt voor alle tijden en voor alle geslachten der menschheid. Toch herinneren we ons, dat het nóg eens is gebeurd, dat een Kerstmis aldus werd gemerkt. Het was in 1914. Men meende, dat in de ge schiedenis der Kerstvieringen die van 1914 met roode inkt zou worden geteekend, omdat ze plaats had in een met 19 eeuwen christendom en met alle men- schelijkheid vloekende sfeer van bloedig geweld. Het gedonder der kanonnen overstemde het gelui der klokken in den Kerstnacht.... Zóó zou het nooit meer mo gen zijn en daarom moest de Kerstmis van 1914 een herinner ing blijven aan onze schande, - tot blijvende leering. De gruwzame oorlog, welke zich toen had ontwikkeld, zou onmogelijk lang kunnen duren. Het volgend jaar, ir. 1915, zouden alle volkeren der aarde, verzoend en in vrede met elkander, aan het Jezuskind in de Kribbe eer herstel brengen voor den aan- gedanen smaad en plechtig zou de eed worden afgelegd van nóóit-meer-oorlog. Helaas, na 1914 werden ook de Kerstvieringen van 1915, 1916 en 1917 nog in bloedige cijfers in den christelijken kalender aan- geteekend. Pas in 1918 herin nerden de geslagen volkeren zich weer de Belofte van Kerstmis, welke de Verlossing in uitzicht stelde. Vriend en vijand reikten elkander de hand en ze herhaal den tegenover elkander, dat er Vrede zou zijn, toen en altijd, voor hen, die zich van goeden wille zouden betoonen. Maar intusschen groeide een nieuw geslacht op, een geslacht, dat de beproeving niet had door staan en daardoor het hooge goed van den Vrede niet heeft leeren waardeeren. Deswege moeten we Kerstmis van heden wederom met roode cijfers kenmerken. Millioenen zullen straks de Kerstklokken weer niet hooren klingelen, maar in verbijstering zullen ze luisteren naar de stem van het kanon; honderdduizenden zullen vergeten om te knielen voor Jezus in de Kribbe, omdat ze een toevlucht voor het onheil uit de lucht moeten zoeken in onderaardsche schuilplaatsen; en talloozen stellen zich doof voor de boodschap van Vrede, omdat hun harten vervuld zijn van ge dachten aan wraak en vergelding. Heeft het nog wel zin om te luisteren naar de klokken, die in den witten, stillen sterrennacht beierend verhalen van verzoening, als het noodlot van den oorlog zich toch, als verbonden aan een natuurwet, blijft laten gelden Kerstmis 1939 staat in bloed geteekend. Zal het in 1940, 1941 en misschien nog volgende jaren anders wezen En als eindelijk de vrede wordt geteekend, hoe spoedig daarna zal er dan weer oorlog zijn De oorlog is afschuwelijk en inderdaad een schande voor de menschheid. Maar laat de geesel van den oorlog onzen geest toch niet te zeer beïnvloe den en niet de gedachte in ons wekken, dat de Vrede ons deel niet kan zijn. Er is zooveel Vrede in de wereld, zelfs daar, waar de oor log woedt en de menschen el kaar het lijden aandoen. De Vrede, die ons bij de ge boorte van het Jezuskind in het uitzicht werd gesteld, is de Vre de der verzoening met God, de verlossing van de ziel uit de macht van het kwade. Dien Vrede kunnen we zoeken en verwerven, zelfs in een wereld van strijd en ellende. Dien Vrede kunnen we na streven door te trachten goed en rechtvaardig te zijn, oprecht, trouw aan de wetten, die God ons heeft gesteld en in ootmoed aanvaardende de beproevingen, welke Hij ons oplegt. Den Vrede van Kerstmis kun nen we deelachtig worden, 'niet door ons te verbijsteren over alles wat niet deugt en het hoofd te schudden over allen, die naar we meenen niet deugen, maar door ons zelve eerlijk te stellen tegenover onzen Schepper en eerlijk tegenover onzen even naaste. Om het in moderne be woordingen te zeggen door den geest te betrachten der geeste lijke en moreele herbewapening. Om den Vrede van .Kerstmis te winnen, behoeven we niet te wachten tot de vrede der volke ren is geteekend.. De Vrede van- Kerstmis is een Vrede van de ziel. Wie dezen begeeren en trachten te verwerven, zullen er, naar Gods belofte, mee begena digd worden. En zij zullen, door het woord dat ze spreken en 't voorbeeld dat ze stellen, van hun Vrede afstralen op hun omgeving. Ze zullen spreken als de engelen deden, die de geboorte van Christus verkondigden, en hun voorbeeld zal lichten, zooals de Sterre lichtte, welke koningen en herders op den goeden weg leidde naar de Kribbe van den Verlos ser. Wie zóó den Vrede zoeken zullen de Kerstboodschap ver staan boven 't gedonder van het oorlogsgeschut uit. Zij zullen de boodschap ver staan en verbreiden. En er aldus aan meewerken, dat ééns de aardsche vrede aan de mensch heid toevalt als een bijkomstige genade uit den Vrede der ziel. Md. DE ALGEMEENE TOESTAND. Een vredesgedachte voor Kerstmis. Hoe pgnlijk het ook eiken mensch en in het bijzonder ieder en christen te moede zal zgn, dat straks op Kerstmis de strijd weer zal woeden aan verschillende fronten, verrader lijke onderzeeërs de levens van dui zenden zullen belagen op de wgde, koude zee en vliegtuigen met bommen dood en verderf zullen zaaien boven de steden, waar de menschen in hun huizen rond de verlichte Kerstboom bigde zingen van het Kind, dat er geboren ls, tóch rest ons voor deze Kerstmis een hoopvolle vredes gedachte, Tot nog toe heeft de menschheid gepoogd om den oorlog verstandelijk, dus langs den weg van de rede uit gebannen te krijgen. Tevergeefs. Maar zou het niet kunnen zijn, dat de huidige oorlog er is om de onzin nigheid van volkerenstrgd en de on mogelijkheid van succes aan te toonen en dat hij aldus past in de alwgze Voorzienigheid Gods Hoe de strijd van thans nog eens zal afloopen, öf hij iemand ten voor- deele zal kunnen strekken, valt moei lijk te voorspellen. Maar één ding is reeds vrij wel zekereen militaire beslissing zal niet verkregen worden, noch te land, noch in de lucht, noch op zee. De ontwikkeling der oorlogstechniek is zoozeer aan de defensieve krachten der volkeren ten goede gekomen, dat de aanval volstrekt ondoelmatig is geworden, zelfs van veel grootere en sterker bewapende vijanden. We weten, dat de geschiedenis van den oorlog in Polen tegen deze stel ling schijnt te pleiten, maar voor de ineenstorting van het Poolsche ver zet zijn redenen aan te voeren, welke met de vorengenoemde stelliog wei nig of geen verband houden. In 't kort gezegdde Poolsche legerleidlDg heeft, de offensieve waarde van de Poolsche legermacht overschattende, de voordeelen en de doelmatigheid van een defensief met moderne mid delen ongebruikt gelaten. Maar in Spanje, aan het front rond Madrid, hebben de republikein- sche troepen bewezen, wat we be doelden. En in Finland hetzelfde, al zijn daar de verschillen in de machtsverhoudingen waarschijnlijk hl te groot dan dat het aangevallen volkje op deD duur het noodlot zou kunnen ontgaan, dat het overgroote Rusland het heeft toegedacht. Verder bewijs levert de toestand van gewapenden vrede in vollen oorlogstijd aan de Maginot- en Siegfriedlinie. Millioenen soldaten wachten daar op den strijd, die niet komen kan. Of er aan de eene zijde al een mlllloen of twee mlllioen mannen méér liggen dan aan den anderen kant, vechten is nutteloos, omdat de moderne verdedigingswer ken van den vijand geen doorkomen toelaten. De strijd ter zee kan jaren en jaren worden volgehouden, zooals hij nu wordt gevoerd. De Britsch- Fransche macht zal onbedreigd blij ven, maar van den anderen kant zullen de Duitschers duikbooten blijven bouwen ter vervanging van de verloren gegane en ze zullen mijnen blijven strooien. En wat de oorlogvoering in de lucht aangaat, ook hier stuiten de aanvalskrachten volkomen af op de defensieve vermogens der tegen partij. Dat ls voor de zóóveelste maal bewezen, thans bij den luchtslag boven Helgoland. De berichten over het verloop van dezen strijd loopen sterk uiteen. De Britten hebben er hun aanval inge zet met 52 vliegtuigen, welke boven Helgoland door Duitsche Messcher- schmidttoestellen werden bestookt. De Engelschen beweren, dat ze 7 toestellen hebben verloren en 12 machines van den vijand hebben neergeschoten de Duitschers zeggen, dat ze 36 Britsche vliegtuigen om laag hebben gehaald en er zelf slechts 2 ten offer hebben moeten brengen. De opgaven zijn dus in flagrante tegenspraak met elkaar. Eén van beide partijen moet op bewuste wijze hebben gelogen óf.... beide partijen liegen. Ten gunste van de Engel schen moet worden erkend, dat zij tot heden buitengewoon openhartig zijn gebleken bij mededeelingen om trent eigen verliezen en b.v. meer malen het vergaan van schepen heb ben openbaar gemaakt, terwijl de tegenpartij er volmaakt onkundig van was. Ten nadeele van de Duit schers strekt, dat zij methodisch alles, ook de waarheid ondergeschikt aan het doel der „totalitaire" oorlogvoering heb ben gemaakt. Getuige b.v. het ver bod om naar buitenlandsche radio uitzendingen te luisteren, waarmee verhinderd wordt, dat het Duitsche volk de mededeelingen van de eigen regeering kan toetsen aan die van de tegenpartij. Hoe het echler ook zij met den uitslag van het luchtgevecht boven Helgoland, men kan veilig aannemen, dat een Britsch vliegtuigeskader, dat boven de Duitsche verdediginggh. werken verschijnt het zwaar genoeg te verantwoorden krijgt en menigen aanvallenden piloot spijt over zijn zondig verleden te binnen zal bren gen. In den aanval komt hij zoozeer voor de noodzaak der verdediging te staan dat het doel van den tocht er geheel of bijna geheel bij inschiet. Maar precies eender vergaat het Duitsche aanvallers boven de Britsche centra van maritlemen of anderen weerstand. Daaraan herinnert een mededeeling der Britsche legerlei ding, volgens welke in Oct. en Nov. bij 51 gevechten boven Engelsch grondgebied of Engelsche wateren 21 Duitsche viiegtuigen vernield zijn. Geen enkel Britsch gevechtstoestel is in Engeland neergeschoten sedert het uitbreken van den oorlog en bij al deze 51 gevechten werd slechts één Engelsch piloot gewond. Resumeerende herhalen we nog eens, dat de feiten het aantoonen, dat de oorlog zichzelf onmogelijk gemaakt blijkt te hebben en dat dit de kost bare les kan worden, te trekken uit het huidige samenstel van conflicten. Het is mogelijk, dat de huidige strijd eindigt door overleg. Evenzeer is het mogelijk, dat het einde zal worden bewerkt door bijkomstige oorzaken: revolutie b.v. of de economische dan wel flnancieele ineenstoreing van een der partijen. Maar als het einde er is, dan zal zoo hopen we en zóó kunnen we het ook verwachten de weten schap zich hebben gevestigd, dat een nieuwe oorlog volkomen nutteloos zal zijn, voor welk doel ook, omdat de defensieve vermogens der vol keren, ook van kleine volkeren, in steeds meer overtuigende mate de aanvalskrachten zullen smoren. Laat deze overtuiging ons stem men tot een vredesgedachte op KERSTMIS 1939. Keeren we thans terug tot de, hoewel verschrikkelijke tóch weinig en niets beslissende feiten van de laatste dagen. We zijn nog altijd niet bekomen van den indruk over den dramatischen ondergang der „Graf Spee" onder de kust van Urugay. Daarover worden nog geregeld bijzonderheden gemeld. Het blijkt, dat de comman dant en de geheele, bijna 1000-koppige bemanning van het schip zich in veiligheid heeft gesteld aan boord van Argenttjnsche schepen, vóór de „Graf Spee" werd opgeblazen, Er is kwestie over, of het vest zakslagschip nog binnen of bulten de territoriale wateren van Urugay zijn graf vond. In ieder geval: de regeering dezer republiek is er ver ontwaardigd over, dat de Duitschers het schip in de vaargeul van de Rio de la Plata hebben laten zinken en ze zgn eveneens verontwaardigd,;dat de Duitsche tankboot „Tacona",die in de haven van Montevideo een neutraal toevluchtsoord had gezocht en gevonden, aan de oorlogshande lingen van de „Graf Spee" heeft deelgenomen, door een deel van de lading van het slagschip over te nemen ec zonder permissie met de „Graf Spee" uit te varen, teneinde bg de vernielingswerken teassistee- ren. De officierenstaf van de „Tacona" ls dan ook in hechtenis gesteld en aan het teruggekeerde schip is in de haven een ankerplaats aan gewezen, welke onder het bereik der kustbatterijen ligt. Dat de bemanning van de „Graf Spee" ^aan boord van Argentijnsche oorlogbodems naar Rio de Janeiro ontkwam, de hoofdstad van Argen tinië (waar ze voor den duur van den oorlog wordt geïnterneerd) be hoeft niet te verbazen, als wen weet, dat de Rio de la Plata een smalle golf vormt inde Zuid-Amerikaansche kust en de grensscheiding is tus- schen Urugay en Argentinië. Aan de Noordzijde dezer golf ligtdeUru- gaysche haven (en hoofstad) Mon tevideo en aan de overzijde de Ar- gentgnsche haven (en hoofdstad) Rio de Janèro. Churchil, de Britsche Lord der Admiraliteit heeft over den slag bij de Rio de la Plata een radiorede gehouden, waarin hij van het roem rijke succes der Britsche marine gewaagde, maar niet verheelde, dat de Britsche verliezen niet licht zgn geweest. Op den kruiser Exeter bedroeg 't aantal dooden en gewonden 100. Over het Duitsche aandeel in den strgd sprekende, zei hg, dat de Von Spee, na gevlucht te zgn in de grootste haven van het neutrale Urugay, de keuze had tusschen in terfering of weer uitvaren om te vechten en in een slag onder te gaan, gelijk de Rawalpindi, hetgeen eervol zou zijn geweest. Het koos evenwel een derde alter natief. Hij liep uit, niet om te vech ten, docb bracht zichzelf tot zinken in een vaargeul van een neutralen staat, waar het onderdak had be komen en hulp op de wijze, als het internationale recht voorschrijft. Wij berinneren er aan, dat de Rawalpindi een Britsche vrachtboot was, tot hulpkruiser ingericht, die, eenzaam patrouilleerende, door drie Duitsche oorlogsbodems werd over vallen en zich niet overgaf', dcch den ongelijken strijd aanbond en den ondergang tegen:ost ging, waarbij bijna alle opvarenden ruim 700 man het leven verloren. Het Duitsche volk moet althans voor zoover het op de hoogte wordt gesteld der verliezen wel een beetje ontmoedigd zich gevoelen over de zware verliezen, welke hun land in de laatste weken ter zee heeft moeten lijden. Behalve een der drie slagschepen waarover Duitschland beschikt ging deze week de Oceaanreus Columbus tot zinken, een der allergrootste Duitsche pas sagierschepen. metende 32581 ton en een bemanning voerende van meer dan 400 koppen. De Duitsche regeering heeft blijk baar een daad van bravour willen stellen en alle groote passagiers- en vrachtvaarders, welke bij het uit breken van den oorlog een toevlucht in neutrale havens hadden gezocht, naar het vaderland opgecomman deerd. Slechts de Bremen is daarin van uit Moermansk kunnen slagen, bijna voortdurend varende in de Noorsche en Deensche territoriale wateren, maar alle overige schepen, tot inde verste zeeën toe, bg Kaapstad aan de Zuidkust van Afrika en in de Amerikaansche wateren, werden óf opgebracht óf door de eigen beman ning tot zinken gebracht, toen de Britsche of Fransche oorlogsbodems in zicht waren gekomen. Omtrent het lot van de Columbus wordt uit Washington gemeld, dat de ondergang plaats vond op 400 mijl (de neutrale Amerikaansche zóne) uit de kust tusschen New York en N orfolk. Alle opvarenden zijn, nadat dezen het schip, op de nadering van Britsche oorlogsbodems tot zinken hadden gebracht, door te hulp snel lende vaartuigen opgepikt. Toen de New Yorksche vertegen woordiger van de Noordduit sche Lloyd van den ondergang van het schip hoorde, riep hij uit„Oh, mijn God, de eene klap na de andere De man was ontdaan. Sedert het begin van den oorlog hebben de Duitschers 23 passagiers- en vrachtschepen van Duitschland tot zinken 'gebracht. Hun totale tonnage bedraagt 139.407. Bovendien namen de gealli eerden aan Duitsche schepen 28.218 ton in beslag. Er wordt ook weer het verlies van Duitsche duik booten vermeld. Een verlies, dat slechts in enkele gevallen met volstrekte zekerheid (door de tegenstanders) is vast te stellen. De jongste mededeeling daarom- trent is gedaan door den Franschen minister van Marine en betreft twee Duitsche onderzeeërs. Een dezer duikbooten werd vernietigd door den torpedojager Sirocco, die thans drie Duitsche onderzeebooten naar de diepte heeft doen verdwijnen. Tegenover een en ander hebben de Duitschers siechts als nieuwe methode kunnen stellen de luchtoorlog tegen de visschersvloot iets nieuws in de oorlogsvoering. Duitsche vliegtuigen vallen met bommen met bommen en mitrail. leurvuur de Engelsche trellers aan, welke meestal in groepsverband de Noordzee-harinkjes trachten te verschalken. De visschersbooten welke op deze wgze tot zinken zijn gebracht, wor den in de Duitsche oorlogsberichten voorpostenschepen van de Britsche vloot geheeten. Verscheidene Efigelsche visschers hebben bg deze onverhoedsche aan vallen het leven gelaten. Ten besluite nog Iets over den strijd in Finland. De machthebbers te Moskou blijken zeer ontsticht te zijn over het geringe succes van den aanval op Finland en zij hebben de noodige zondebokken aangewezen om voor deze teleurstelling te boeten Het militaire bestuur van het dis trict Leningrad is geheel gere-orga- niseerd en de sovjets hebben thans bun modeltroepen, die omdat ze de Duitschers zouden ontmoeten eerder tegen Polen waren aangewend tegen de Finsche weermacht in het veld gebracht. Tegelijkertijd heeft de Russische luchtmacht de bomaanvallen op de Finsche steden hervat. Helsinki is daarbij meermalen geteisterd en de stad Albo zou uitgebrand zgn. Maar in het veld boeken de Rus sen geen voortgang, op een enkele uitzondering na ln het barre Noor den. VolgeDS de Finsche berichten zou den de Russen een geweldige nederlaag hebben geleden in de streek van Suomosalmi. Ze zouden daar ODge- veer 17000 man aan dooden en ge vangeoen hebben verloren. Volgens andere, maar niet bevestigde be richten, zouden de Finsche kustbat terijen 't 30 duizend ton metende slagschap der sovjets „Oktiabrskya- Revolutia" de voormalige „GaDgut", tot zinken hebben gebracht. De „Gangut" werd in 1911 ge bouwd. Een nader bericht meldt, dat de kustbattergen van Koivisto, in de Karellsche landengte, het schip tot zinken brachten. Da Finsche censor heeft toestem ming verleend tot de publicatie van het bericht en in officieele kringen meent men, dat „de mededeeling zeer waarschgnlijk juist is." Wat de hulpverleening aan Fin land betreft, de Engelschen schij nen wat vliegtuigen aan te voeren en de Zweden helpen met geld (3VS millioen kronen leverde een publieke inzameling op). Koninklijke Adventrede. Als een moeder van haar volk heeft H. M. de Koningin aan den vooravond van Kerstmis via de microfoon een woord van troost en bemoediging gespreken, dat weer klank in de harten heeft gevonden. Altijd, zoo heeft H. M. ons herin nerd, heeft de Kerstboodschap de menschheid uit den schemer geleld tot het Licht van Bethlehem en dat zal ook thans weer zoo zgn, al lijkt Gods Belofte in tegenspraak te zgn met de verscheurdheid van de wereld. Het Licht van Christus straalt dwars door de donkerte heen tot in onze zielen. Met deze verzekering wendde de Koningin zich allereerst tot alle gemobiliseerden van de weermacht, die in de Kerstdagen aan huis en haard zijn onttrokken, alsmede tot degenen, die op deze hoogtg man en vader bij zich moeten missen ten tweede tot de nagelaten be trekkingen van hen, die voor het vaderland vielen, alsmede tot hen, die letsel bekwamen of als zee vaarders dagelijks dreigingen onder oogen hebben te zien. Ondanks de droefheid en smart, welke het deel is van velen, kan de Kerstboodschap vervulling brengen van de beste gedachten, welke in ons leven. H.M. illustreerde zulks aan de hand van een eigen ervaring als schilderes, toen ze voor een boeiend landschap stond, maar de bezieling miste van glans, kleur en licht tooverenden zonneschijn. Op het donkerste moment brak de zon toen onverwachts door, alles wegvagend wat naargeestig was en somber. Wat het licht wekt in de natuur is slechts zwak ten aanzien van de kracht die in ons komt, als we ons leven open stellen voor God. H. M. besloot met den wensch, dat het Kerstfeest in ons volk de kracht zal her wekken, welke we benoodigd hebben om de beproeving te doorstaan. Dat rust, kalmte en Vrede uw deel zg van Kerstmis. ,Ik zal veel aan U denken", zoo besloot H. M. haar koninklijke Kerstrede, Een mooi Kerstwerk. Thans hebben ook wg nog een Kerstgedachte voor de lezers en wel de overweging: laat ik tijdig mijn bankpapier nakijken. Daar hebt ge straks gedurende drie feestdagen den tgd voor. Ge moet n.l. weten, dat de bankbiljetten van f 200 (rood bruin gekleurd) en van f300 (groen), waarop een zittende vrouwenfiguur worden ingetrokken. Het zgn altijd vrouwen, die op het geld zitten. Enfin, met de Kerstdagen moe ten we ze er maar eens afhalen en dan alle roodbruintjes van 200 en de groentjes van 300 uit onze voor raad uitzoeken. Want ze zijn uit de circulatie en slechts tot 13 Decem ber van het volgende jaar kunnen we ze nog Inwisselen bg de Neder- landsche Bank. Ook de blauwe biljetten van f 25 zullen geleidelgk uit de circulatie worden genomen, maar daaromtrent zijn nog geen bepalingen gesteld. Halve guldens zullen meer en meer in omloop worden gebracht, de heele voorraad ter waarde van 9 millioen wordt geleidelgk verspreid. Ook wordt de muntcirculatle nog met guldens en rijksdaalders tot 'n waarde van 15 millioen vergroot. Helaas echter geschiedt de verdee ling niet „per hoofd" Kerstgeschenken. Gelukkig, dat de armsien ten minste een meevallertje hebben met Kerstmis. Gesteunde werkloozen en zg, die in de werkverschaffing arbei den, werden niet enkel met een extra-Kersttoelage verrast, dat ze ln den vervolge een duurtetoeslag ad 5 pet. zullen ontvangen, na tuurlijk slechts voor zoolang de duurte dat noodig maakt. Te rekenen van 16 December 1938 is het uurloon van de hulpbestellers, arbeiders in tijdelijken dienst, adspi- rantbestellers en jongelingen, in dienst bg P.T.T., alsmede van het hulppersoneel bij den techuischen dienst, werkzaam in de buitendienst, volgens de plaatselijken loonstan- daard, in verband met de heerschen- de koude, tot nader order met 10 cent verhoogd. Dus óók ai een mee vallertje De gesteunde „kleine boeren" krg- gen een Kersttoelage van 25 pet. weeksteun. Steun voor kippenfokkerijen. De minister van Economische Za. ken heeft bepaald, dat uit het Land bouwcrisisfonds steun zal worden verleend over van eigen bedrgf af komstige door fokkeis en houders van vermeerderingsbedrrjven afge leverde kuikens en voor broedei bestemde eieren, die als zoodaDig worden gebruikt. Schaatstochtje met droevig einde. Dinsdagmiddag is op de Grooten- brekken nabij Lemmer de veehouder H. B. uit Fellega door het ijs gezakt en verdronken. B. was in gezelschap van zgn vrouw en een bevriend echtpaar gaan schaatsrgden. Plotseling zakte zijn vrouw door het ijs. Hg 3laagde er in haar op het droge te krggen, doch onmiddellijk daarna zakte het ijs onder zijn voeten weg en geraakte hij te water. Na korten tijd had men hem op gehaald, doch de levensgeesten wa. ren geweken. Een geneesheer uit Lemmer kon dan ook slechts den dood constateeren. Winterhanden Wintervoeten. Winterooren IUROL tegen jeuk en 'zwelling Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten. I I II|TÏÏ9J 'YITWII VENRAY, 23 Dec. 1939 Fruitveiling te Oostrum. Blocveillng van Bellefleur Extra 8.10; I A 6.40; I B 5.60; II A 5.40 5.80; II B 4 60; II C 3.90—4.00; Grof 6,40—6 80; A licht gekl. 3 80; B licht gekl. 2.80; C licht gekl. 2 00; val 2.30—3.20; Rebut 1.20—2 10. Belle de BoscoopII A 7.20; II B 5 80 -6.10; n C 4.50; Val 3.30—4.30; Rebut 1.40

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1