Kerstmis
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
1939.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
Buitenland.
Binnenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 23 December 1939
Zestigste Jaargang No 51
PEEL EN MAAS
is zeer fijne boter
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct
ie I Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Atz. nummers 5 ct
Hel is niet gebruikelijk om een
Kerstarlikel der krant te voor
zien van een jaartal, want de
Kerstboodschap geldt voor alle
tijden en voor alle geslachten
der menschheid.
Toch herinneren we ons, dat
het nóg eens is gebeurd, dat een
Kerstmis aldus werd gemerkt.
Het was in 1914.
Men meende, dat in de ge
schiedenis der Kerstvieringen die
van 1914 met roode inkt zou
worden geteekend, omdat ze
plaats had in een met 19 eeuwen
christendom en met alle men-
schelijkheid vloekende sfeer van
bloedig geweld.
Het gedonder der kanonnen
overstemde het gelui der klokken
in den Kerstnacht....
Zóó zou het nooit meer mo
gen zijn en daarom moest de
Kerstmis van 1914 een herinner
ing blijven aan onze schande,
- tot blijvende leering.
De gruwzame oorlog, welke
zich toen had ontwikkeld, zou
onmogelijk lang kunnen duren.
Het volgend jaar, ir. 1915, zouden
alle volkeren der aarde, verzoend
en in vrede met elkander, aan
het Jezuskind in de Kribbe eer
herstel brengen voor den aan-
gedanen smaad en plechtig zou
de eed worden afgelegd van
nóóit-meer-oorlog.
Helaas, na 1914 werden ook
de Kerstvieringen van 1915, 1916
en 1917 nog in bloedige cijfers
in den christelijken kalender aan-
geteekend. Pas in 1918 herin
nerden de geslagen volkeren zich
weer de Belofte van Kerstmis,
welke de Verlossing in uitzicht
stelde. Vriend en vijand reikten
elkander de hand en ze herhaal
den tegenover elkander, dat er
Vrede zou zijn, toen en altijd,
voor hen, die zich van goeden
wille zouden betoonen.
Maar intusschen groeide een
nieuw geslacht op, een geslacht,
dat de beproeving niet had door
staan en daardoor het hooge
goed van den Vrede niet heeft
leeren waardeeren.
Deswege moeten we Kerstmis
van heden wederom met roode
cijfers kenmerken.
Millioenen zullen straks de
Kerstklokken weer niet hooren
klingelen, maar in verbijstering
zullen ze luisteren naar de stem
van het kanon; honderdduizenden
zullen vergeten om te knielen
voor Jezus in de Kribbe, omdat
ze een toevlucht voor het onheil
uit de lucht moeten zoeken in
onderaardsche schuilplaatsen; en
talloozen stellen zich doof voor
de boodschap van Vrede, omdat
hun harten vervuld zijn van ge
dachten aan wraak en vergelding.
Heeft het nog wel zin om te
luisteren naar de klokken, die in
den witten, stillen sterrennacht
beierend verhalen van verzoening,
als het noodlot van den oorlog
zich toch, als verbonden aan een
natuurwet, blijft laten gelden
Kerstmis 1939 staat in bloed
geteekend. Zal het in 1940, 1941
en misschien nog volgende jaren
anders wezen
En als eindelijk de vrede wordt
geteekend, hoe spoedig daarna
zal er dan weer oorlog zijn
De oorlog is afschuwelijk en
inderdaad een schande
voor de menschheid. Maar laat
de geesel van den oorlog onzen
geest toch niet te zeer beïnvloe
den en niet de gedachte in ons
wekken, dat de Vrede ons deel
niet kan zijn.
Er is zooveel Vrede in de
wereld, zelfs daar, waar de oor
log woedt en de menschen el
kaar het lijden aandoen.
De Vrede, die ons bij de ge
boorte van het Jezuskind in het
uitzicht werd gesteld, is de Vre
de der verzoening met God, de
verlossing van de ziel uit de
macht van het kwade. Dien Vrede
kunnen we zoeken en verwerven,
zelfs in een wereld van strijd en
ellende.
Dien Vrede kunnen we na
streven door te trachten goed en
rechtvaardig te zijn, oprecht,
trouw aan de wetten, die God
ons heeft gesteld en in ootmoed
aanvaardende de beproevingen,
welke Hij ons oplegt.
Den Vrede van Kerstmis kun
nen we deelachtig worden, 'niet
door ons te verbijsteren over
alles wat niet deugt en het hoofd
te schudden over allen, die
naar we meenen niet deugen,
maar door ons zelve eerlijk te
stellen tegenover onzen Schepper
en eerlijk tegenover onzen even
naaste. Om het in moderne be
woordingen te zeggen door den
geest te betrachten der geeste
lijke en moreele herbewapening.
Om den Vrede van .Kerstmis
te winnen, behoeven we niet te
wachten tot de vrede der volke
ren is geteekend.. De Vrede van-
Kerstmis is een Vrede van de
ziel. Wie dezen begeeren en
trachten te verwerven, zullen er,
naar Gods belofte, mee begena
digd worden. En zij zullen, door
het woord dat ze spreken en 't
voorbeeld dat ze stellen, van hun
Vrede afstralen op hun omgeving.
Ze zullen spreken als de engelen
deden, die de geboorte van
Christus verkondigden, en hun
voorbeeld zal lichten, zooals de
Sterre lichtte, welke koningen en
herders op den goeden weg leidde
naar de Kribbe van den Verlos
ser.
Wie zóó den Vrede zoeken
zullen de Kerstboodschap ver
staan boven 't gedonder van het
oorlogsgeschut uit.
Zij zullen de boodschap ver
staan en verbreiden. En er aldus
aan meewerken, dat ééns de
aardsche vrede aan de mensch
heid toevalt als een bijkomstige
genade uit den Vrede der ziel.
Md.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
Een vredesgedachte voor
Kerstmis.
Hoe pgnlijk het ook eiken mensch
en in het bijzonder ieder en christen
te moede zal zgn, dat straks op
Kerstmis de strijd weer zal woeden
aan verschillende fronten, verrader
lijke onderzeeërs de levens van dui
zenden zullen belagen op de wgde,
koude zee en vliegtuigen met bommen
dood en verderf zullen zaaien boven
de steden, waar de menschen in hun
huizen rond de verlichte Kerstboom
bigde zingen van het Kind, dat er
geboren ls, tóch rest ons voor
deze Kerstmis een hoopvolle vredes
gedachte,
Tot nog toe heeft de menschheid
gepoogd om den oorlog verstandelijk,
dus langs den weg van de rede uit
gebannen te krijgen. Tevergeefs.
Maar zou het niet kunnen zijn, dat
de huidige oorlog er is om de onzin
nigheid van volkerenstrgd en de on
mogelijkheid van succes aan te
toonen en dat hij aldus past in de
alwgze Voorzienigheid Gods
Hoe de strijd van thans nog eens
zal afloopen, öf hij iemand ten voor-
deele zal kunnen strekken, valt moei
lijk te voorspellen. Maar één ding
is reeds vrij wel zekereen
militaire beslissing zal niet
verkregen
worden, noch te land, noch in de
lucht, noch op zee. De ontwikkeling
der oorlogstechniek is zoozeer aan
de defensieve krachten der volkeren
ten goede gekomen, dat de aanval
volstrekt ondoelmatig is geworden,
zelfs van veel grootere en sterker
bewapende vijanden.
We weten, dat de geschiedenis van
den oorlog in Polen tegen deze stel
ling schijnt te pleiten, maar voor de
ineenstorting van het Poolsche ver
zet zijn redenen aan te voeren, welke
met de vorengenoemde stelliog wei
nig of geen verband houden. In 't
kort gezegdde Poolsche legerleidlDg
heeft, de offensieve waarde van de
Poolsche legermacht overschattende,
de voordeelen en de doelmatigheid
van een defensief met moderne mid
delen ongebruikt gelaten.
Maar in Spanje, aan het front
rond Madrid, hebben de republikein-
sche troepen bewezen, wat we be
doelden. En in Finland hetzelfde,
al zijn daar de verschillen in de
machtsverhoudingen waarschijnlijk
hl te groot dan dat het aangevallen
volkje op deD duur het noodlot zou
kunnen ontgaan, dat het overgroote
Rusland het heeft toegedacht.
Verder bewijs levert de toestand
van gewapenden vrede in vollen
oorlogstijd aan de Maginot- en
Siegfriedlinie. Millioenen soldaten
wachten daar op den strijd, die niet
komen kan. Of er aan de eene zijde
al een mlllloen of twee mlllioen
mannen méér liggen dan aan den
anderen kant,
vechten is nutteloos,
omdat de moderne verdedigingswer
ken van den vijand geen doorkomen
toelaten.
De strijd ter zee kan jaren en
jaren worden volgehouden, zooals
hij nu wordt gevoerd. De Britsch-
Fransche macht zal onbedreigd blij
ven, maar van den anderen kant
zullen de Duitschers duikbooten
blijven bouwen ter vervanging van
de verloren gegane en ze zullen
mijnen blijven strooien.
En wat de oorlogvoering in de
lucht aangaat, ook hier stuiten
de aanvalskrachten volkomen af op
de defensieve vermogens der tegen
partij. Dat ls voor de zóóveelste
maal bewezen, thans bij den
luchtslag boven Helgoland.
De berichten over het verloop van
dezen strijd loopen sterk uiteen. De
Britten hebben er hun aanval inge
zet met 52 vliegtuigen, welke boven
Helgoland door Duitsche Messcher-
schmidttoestellen werden bestookt.
De Engelschen beweren, dat ze 7
toestellen hebben verloren en 12
machines van den vijand hebben
neergeschoten de Duitschers zeggen,
dat ze 36 Britsche vliegtuigen om
laag hebben gehaald en er zelf
slechts 2 ten offer hebben moeten
brengen.
De opgaven zijn dus in flagrante
tegenspraak met elkaar. Eén van
beide partijen moet op bewuste wijze
hebben gelogen óf.... beide partijen
liegen. Ten gunste van de Engel
schen moet worden erkend, dat zij
tot heden buitengewoon openhartig
zijn gebleken bij mededeelingen om
trent eigen verliezen en b.v. meer
malen het vergaan van schepen heb
ben openbaar gemaakt, terwijl de
tegenpartij er volmaakt onkundig
van was. Ten nadeele van de Duit
schers strekt, dat zij methodisch
alles, ook de
waarheid ondergeschikt aan
het doel
der „totalitaire" oorlogvoering heb
ben gemaakt. Getuige b.v. het ver
bod om naar buitenlandsche radio
uitzendingen te luisteren, waarmee
verhinderd wordt, dat het Duitsche
volk de mededeelingen van de eigen
regeering kan toetsen aan die van
de tegenpartij.
Hoe het echler ook zij met den
uitslag van het luchtgevecht boven
Helgoland, men kan veilig aannemen,
dat een Britsch vliegtuigeskader,
dat boven de Duitsche verdediginggh.
werken verschijnt het zwaar genoeg
te verantwoorden krijgt en menigen
aanvallenden piloot spijt over zijn
zondig verleden te binnen zal bren
gen. In den aanval komt hij zoozeer
voor de noodzaak der verdediging
te staan dat het doel van den tocht
er geheel of bijna geheel bij inschiet.
Maar precies eender vergaat het
Duitsche aanvallers boven de Britsche
centra van maritlemen of anderen
weerstand. Daaraan herinnert een
mededeeling der Britsche legerlei
ding, volgens welke in Oct. en Nov.
bij 51 gevechten boven Engelsch
grondgebied of Engelsche wateren
21 Duitsche viiegtuigen vernield zijn.
Geen enkel Britsch gevechtstoestel
is in Engeland neergeschoten sedert
het uitbreken van den oorlog en bij
al deze 51 gevechten werd slechts
één Engelsch piloot gewond.
Resumeerende herhalen we nog
eens, dat de feiten het aantoonen,
dat de
oorlog zichzelf onmogelijk
gemaakt
blijkt te hebben en dat dit de kost
bare les kan worden, te trekken uit
het huidige samenstel van conflicten.
Het is mogelijk, dat de huidige strijd
eindigt door overleg. Evenzeer is het
mogelijk, dat het einde zal worden
bewerkt door bijkomstige oorzaken:
revolutie b.v. of de economische dan
wel flnancieele ineenstoreing van een
der partijen.
Maar als het einde er is, dan zal
zoo hopen we en zóó kunnen we
het ook verwachten de weten
schap zich hebben gevestigd, dat een
nieuwe oorlog volkomen nutteloos
zal zijn, voor welk doel ook, omdat
de defensieve vermogens der vol
keren, ook van kleine volkeren, in
steeds meer overtuigende mate de
aanvalskrachten zullen smoren.
Laat deze overtuiging ons stem
men tot een vredesgedachte op
KERSTMIS 1939.
Keeren we thans terug tot de,
hoewel verschrikkelijke tóch weinig
en niets beslissende feiten van de
laatste dagen. We zijn nog altijd
niet bekomen van den indruk over
den dramatischen
ondergang der „Graf Spee"
onder de kust van Urugay. Daarover
worden nog geregeld bijzonderheden
gemeld. Het blijkt, dat de comman
dant en de geheele, bijna 1000-koppige
bemanning van het schip zich in
veiligheid heeft gesteld aan boord
van Argenttjnsche schepen, vóór de
„Graf Spee" werd opgeblazen,
Er is kwestie over, of het vest
zakslagschip nog binnen of bulten
de territoriale wateren van Urugay
zijn graf vond. In ieder geval: de
regeering dezer republiek is er ver
ontwaardigd over, dat de Duitschers
het schip in de vaargeul van de Rio
de la Plata hebben laten zinken en
ze zgn eveneens verontwaardigd,;dat
de Duitsche tankboot „Tacona",die
in de haven van Montevideo een
neutraal toevluchtsoord had gezocht
en gevonden, aan de oorlogshande
lingen van de „Graf Spee" heeft
deelgenomen, door een deel van de
lading van het slagschip over te
nemen ec zonder permissie met de
„Graf Spee" uit te varen, teneinde
bg de vernielingswerken teassistee-
ren.
De officierenstaf van de „Tacona"
ls dan ook in hechtenis gesteld en
aan het teruggekeerde schip
is in de haven een ankerplaats aan
gewezen, welke onder het bereik der
kustbatterijen ligt.
Dat de bemanning van de „Graf
Spee" ^aan boord van Argentijnsche
oorlogbodems naar Rio de Janeiro
ontkwam, de hoofdstad van Argen
tinië (waar ze voor den duur van
den oorlog wordt geïnterneerd) be
hoeft niet te verbazen, als wen weet,
dat de Rio de la Plata een smalle
golf vormt inde Zuid-Amerikaansche
kust en de grensscheiding is tus-
schen Urugay en Argentinië. Aan
de Noordzijde dezer golf ligtdeUru-
gaysche haven (en hoofstad) Mon
tevideo en aan de overzijde de Ar-
gentgnsche haven (en hoofdstad)
Rio de Janèro.
Churchil, de Britsche Lord der
Admiraliteit heeft over den slag bij
de Rio de la Plata een radiorede
gehouden, waarin hij van het roem
rijke succes der Britsche marine
gewaagde, maar niet verheelde, dat
de Britsche verliezen niet licht zgn
geweest.
Op den kruiser Exeter bedroeg 't
aantal dooden en gewonden 100.
Over het Duitsche aandeel in den
strgd sprekende, zei hg, dat de Von
Spee, na gevlucht te zgn in de
grootste haven van het neutrale
Urugay, de keuze had tusschen in
terfering of weer uitvaren om te
vechten en in een slag onder te
gaan, gelijk de Rawalpindi, hetgeen
eervol zou zijn geweest.
Het koos evenwel een derde alter
natief. Hij liep uit, niet om te vech
ten, docb bracht zichzelf tot zinken
in een vaargeul van een neutralen
staat, waar het onderdak had be
komen en hulp op de wijze, als het
internationale recht voorschrijft.
Wij berinneren er aan, dat de
Rawalpindi een Britsche vrachtboot
was, tot hulpkruiser ingericht, die,
eenzaam patrouilleerende, door drie
Duitsche oorlogsbodems werd over
vallen en zich niet overgaf', dcch
den ongelijken strijd aanbond en den
ondergang tegen:ost ging, waarbij
bijna alle opvarenden ruim 700
man het leven verloren.
Het Duitsche volk moet althans
voor zoover het op de hoogte wordt
gesteld der verliezen wel een
beetje ontmoedigd zich gevoelen
over de zware verliezen, welke hun
land in de laatste weken ter zee
heeft moeten lijden.
Behalve een der drie slagschepen
waarover Duitschland beschikt ging
deze week de
Oceaanreus Columbus
tot zinken,
een der allergrootste Duitsche pas
sagierschepen. metende 32581 ton en
een bemanning voerende van meer
dan 400 koppen.
De Duitsche regeering heeft blijk
baar een daad van bravour willen
stellen en alle groote passagiers- en
vrachtvaarders, welke bij het uit
breken van den oorlog een toevlucht
in neutrale havens hadden gezocht,
naar het vaderland opgecomman
deerd.
Slechts de Bremen is daarin van
uit Moermansk kunnen slagen, bijna
voortdurend varende in de Noorsche
en Deensche territoriale wateren,
maar alle overige schepen, tot inde
verste zeeën toe, bg Kaapstad aan
de Zuidkust van Afrika en in de
Amerikaansche wateren, werden óf
opgebracht óf door de eigen beman
ning tot zinken gebracht, toen de
Britsche of Fransche oorlogsbodems
in zicht waren gekomen.
Omtrent het lot van de Columbus
wordt uit Washington gemeld, dat
de ondergang plaats vond op 400 mijl
(de neutrale Amerikaansche zóne)
uit de kust tusschen New York en
N orfolk. Alle opvarenden zijn, nadat
dezen het schip, op de nadering van
Britsche oorlogsbodems tot zinken
hadden gebracht, door te hulp snel
lende vaartuigen opgepikt.
Toen de New Yorksche vertegen
woordiger van de Noordduit sche
Lloyd van den ondergang van het
schip hoorde, riep hij uit„Oh, mijn
God, de eene klap na de andere
De man was ontdaan.
Sedert het begin van den oorlog
hebben de Duitschers 23 passagiers-
en vrachtschepen van Duitschland
tot zinken 'gebracht.
Hun totale tonnage bedraagt
139.407. Bovendien namen de gealli
eerden aan Duitsche schepen 28.218
ton in beslag.
Er wordt ook weer het
verlies van Duitsche duik
booten
vermeld. Een verlies, dat slechts in
enkele gevallen met volstrekte
zekerheid (door de tegenstanders) is
vast te stellen.
De jongste mededeeling daarom-
trent is gedaan door den Franschen
minister van Marine en betreft twee
Duitsche onderzeeërs. Een dezer
duikbooten werd vernietigd door den
torpedojager Sirocco, die thans drie
Duitsche onderzeebooten naar de
diepte heeft doen verdwijnen.
Tegenover een en ander hebben
de Duitschers siechts als nieuwe
methode kunnen stellen de
luchtoorlog tegen de
visschersvloot
iets nieuws in de oorlogsvoering.
Duitsche vliegtuigen vallen met
bommen met bommen en mitrail.
leurvuur de Engelsche trellers aan,
welke meestal in groepsverband
de Noordzee-harinkjes trachten te
verschalken.
De visschersbooten welke op deze
wgze tot zinken zijn gebracht, wor
den in de Duitsche oorlogsberichten
voorpostenschepen van de Britsche
vloot geheeten.
Verscheidene Efigelsche visschers
hebben bg deze onverhoedsche aan
vallen het leven gelaten.
Ten besluite nog Iets over den
strijd in Finland. De machthebbers
te Moskou blijken zeer ontsticht te
zijn over het geringe succes van den
aanval op Finland en zij hebben de
noodige
zondebokken aangewezen
om voor deze teleurstelling te boeten
Het militaire bestuur van het dis
trict Leningrad is geheel gere-orga-
niseerd en de sovjets hebben thans
bun modeltroepen, die omdat ze
de Duitschers zouden ontmoeten
eerder tegen Polen waren aangewend
tegen de Finsche weermacht in het
veld gebracht.
Tegelijkertijd heeft de Russische
luchtmacht de bomaanvallen op de
Finsche steden hervat. Helsinki is
daarbij meermalen geteisterd en de
stad Albo zou uitgebrand zgn.
Maar in het veld boeken de Rus
sen geen voortgang, op een enkele
uitzondering na ln het barre Noor
den.
VolgeDS de Finsche berichten zou
den de Russen
een geweldige nederlaag
hebben geleden in de streek van
Suomosalmi. Ze zouden daar ODge-
veer 17000 man aan dooden en ge
vangeoen hebben verloren. Volgens
andere, maar niet bevestigde be
richten, zouden de Finsche kustbat
terijen 't 30 duizend ton metende
slagschap der sovjets „Oktiabrskya-
Revolutia" de voormalige „GaDgut",
tot zinken hebben gebracht.
De „Gangut" werd in 1911 ge
bouwd.
Een nader bericht meldt, dat de
kustbattergen van Koivisto, in de
Karellsche landengte, het schip tot
zinken brachten.
Da Finsche censor heeft toestem
ming verleend tot de publicatie van
het bericht en in officieele kringen
meent men, dat „de mededeeling
zeer waarschgnlijk juist is."
Wat de hulpverleening aan Fin
land betreft, de Engelschen schij
nen wat vliegtuigen aan te voeren
en de Zweden helpen met geld (3VS
millioen kronen leverde een publieke
inzameling op).
Koninklijke Adventrede.
Als een moeder van haar volk
heeft H. M. de Koningin aan den
vooravond van Kerstmis via de
microfoon een woord van troost en
bemoediging gespreken, dat weer
klank in de harten heeft gevonden.
Altijd, zoo heeft H. M. ons herin
nerd, heeft de Kerstboodschap de
menschheid uit den schemer geleld
tot het Licht van Bethlehem en dat
zal ook thans weer zoo zgn, al
lijkt Gods Belofte in tegenspraak
te zgn met de verscheurdheid van
de wereld. Het Licht van Christus
straalt dwars door de donkerte
heen tot in onze zielen.
Met deze verzekering wendde de
Koningin zich allereerst tot alle
gemobiliseerden van de weermacht,
die in de Kerstdagen aan huis en
haard zijn onttrokken, alsmede tot
degenen, die op deze hoogtg man
en vader bij zich moeten missen
ten tweede tot de nagelaten be
trekkingen van hen, die voor het
vaderland vielen, alsmede tot hen,
die letsel bekwamen of als zee
vaarders dagelijks dreigingen onder
oogen hebben te zien.
Ondanks de droefheid en smart,
welke het deel is van velen, kan de
Kerstboodschap vervulling brengen
van de beste gedachten, welke in
ons leven.
H.M. illustreerde zulks aan de
hand van een eigen ervaring als
schilderes, toen ze voor een boeiend
landschap stond, maar de bezieling
miste van glans, kleur en licht
tooverenden zonneschijn. Op het
donkerste moment brak de zon toen
onverwachts door, alles wegvagend
wat naargeestig was en somber.
Wat het licht wekt in de natuur
is slechts zwak ten aanzien van de
kracht die in ons komt, als we ons
leven open stellen voor God.
H. M. besloot met den wensch,
dat het Kerstfeest in ons volk de
kracht zal her wekken, welke we
benoodigd hebben om de beproeving
te doorstaan. Dat rust, kalmte en
Vrede uw deel zg van Kerstmis.
,Ik zal veel aan U denken", zoo
besloot H. M. haar koninklijke
Kerstrede,
Een mooi Kerstwerk.
Thans hebben ook wg nog een
Kerstgedachte voor de lezers en wel
de overweging: laat ik tijdig mijn
bankpapier nakijken. Daar hebt ge
straks gedurende drie feestdagen
den tgd voor. Ge moet n.l. weten,
dat de bankbiljetten van f 200 (rood
bruin gekleurd) en van f300 (groen),
waarop een zittende vrouwenfiguur
worden ingetrokken. Het zgn altijd
vrouwen, die op het geld zitten.
Enfin, met de Kerstdagen moe
ten we ze er maar eens afhalen en
dan alle roodbruintjes van 200 en
de groentjes van 300 uit onze voor
raad uitzoeken. Want ze zijn uit de
circulatie en slechts tot 13 Decem
ber van het volgende jaar kunnen
we ze nog Inwisselen bg de Neder-
landsche Bank.
Ook de blauwe biljetten van f 25
zullen geleidelgk uit de circulatie
worden genomen, maar daaromtrent
zijn nog geen bepalingen gesteld.
Halve guldens zullen meer en meer
in omloop worden gebracht, de
heele voorraad ter waarde van 9
millioen wordt geleidelgk verspreid.
Ook wordt de muntcirculatle nog
met guldens en rijksdaalders tot 'n
waarde van 15 millioen vergroot.
Helaas echter geschiedt de verdee
ling niet „per hoofd"
Kerstgeschenken.
Gelukkig, dat de armsien ten
minste een meevallertje hebben met
Kerstmis. Gesteunde werkloozen en
zg, die in de werkverschaffing arbei
den, werden niet enkel met een
extra-Kersttoelage verrast, dat ze
ln den vervolge een duurtetoeslag
ad 5 pet. zullen ontvangen, na
tuurlijk slechts voor zoolang de
duurte dat noodig maakt.
Te rekenen van 16 December 1938
is het uurloon van de hulpbestellers,
arbeiders in tijdelijken dienst, adspi-
rantbestellers en jongelingen, in
dienst bg P.T.T., alsmede van het
hulppersoneel bij den techuischen
dienst, werkzaam in de buitendienst,
volgens de plaatselijken loonstan-
daard, in verband met de heerschen-
de koude, tot nader order met 10
cent verhoogd. Dus óók ai een mee
vallertje
De gesteunde „kleine boeren" krg-
gen een Kersttoelage van 25 pet.
weeksteun.
Steun voor kippenfokkerijen.
De minister van Economische Za.
ken heeft bepaald, dat uit het Land
bouwcrisisfonds steun zal worden
verleend over van eigen bedrgf af
komstige door fokkeis en houders
van vermeerderingsbedrrjven afge
leverde kuikens en voor broedei
bestemde eieren, die als zoodaDig
worden gebruikt.
Schaatstochtje met droevig
einde.
Dinsdagmiddag is op de Grooten-
brekken nabij Lemmer de veehouder
H. B. uit Fellega door het ijs gezakt
en verdronken.
B. was in gezelschap van zgn
vrouw en een bevriend echtpaar gaan
schaatsrgden. Plotseling zakte zijn
vrouw door het ijs. Hg 3laagde er
in haar op het droge te krggen,
doch onmiddellijk daarna zakte het
ijs onder zijn voeten weg en geraakte
hij te water.
Na korten tijd had men hem op
gehaald, doch de levensgeesten wa.
ren geweken. Een geneesheer uit
Lemmer kon dan ook slechts den
dood constateeren.
Winterhanden
Wintervoeten. Winterooren
IUROL tegen jeuk en 'zwelling
Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
I I II|TÏÏ9J 'YITWII
VENRAY, 23 Dec. 1939
Fruitveiling te Oostrum.
Blocveillng van Bellefleur Extra
8.10; I A 6.40; I B 5.60; II A 5.40
5.80; II B 4 60; II C 3.90—4.00; Grof
6,40—6 80; A licht gekl. 3 80; B licht
gekl. 2.80; C licht gekl. 2 00; val
2.30—3.20; Rebut 1.20—2 10. Belle de
BoscoopII A 7.20; II B 5 80 -6.10;
n C 4.50; Val 3.30—4.30; Rebut 1.40