DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Het Nededanilsche boek
dat de wereld Heroverde
Van de
Sport
velden
Zaterdag 9 December
Zestigste Jaargang No 49
De spionnage in
ons land.
De arrestatie van twee hooge
departements-ambtenaren, onder
verdenking van spionnage ten
gunste eener buitenlandsche mo
gendheid, heeft ongetwijfeld in
heel het land een diepen indruk
gemaakt, we mogen zelfs zeggen
afschuw en verontwaardiging ge
wekt.
De Tijd schrijf):
„Beide gearresteerden waren
vooraanstaande en gerespecteerde
leden van het ambtenarencorps,
op welks integriteit het land
vertrouwt en trotsch is: een van
hen was, als hoofd eener groote
afdeeling van het Departement
van Sociale Zaken, de laatste
jaren in verband met de werk-
loozenzorg op den voorgrond
getreden en had in het geheele
land bekendheid en aanzien ver
worven als een bijzonder talent
vol en ijverig organisator der
jeugdzorg.
Dat zulke personen er zich
voor zouden laten vinden om aan
een buitenlandsche mogendheid
inlichtingen te verschaffen, waar
door het landsbelang wordt aan
getast of in gevaar gebracht, is
ontstellend.
De voorzichtigheid, die met
de publicatie van het bericht
der aanhouding is betracht, laat
niet veel kans open, dat de ver
denkingen alsnog ongegrond zou
den kunnen blijken.
Het schokkende feit, dat in 't
hart van de regeerings-departe-
menten door hooge Nederland-
sche ambtenaren spionnage ge
pleegd is, zal waarschijnlijk reeds
vastgestaan hebben, toen men de
arrestatie publiceerde.
Medelijden met de figuren van
deze tragedie, die uit een eer
volle positie in 's lands dienst
neerstorten in diepe schande,
kan het hardste oordeel over
zulk een misdaad niet matigen.
Wij leven in een wereld waarin
de kleine naties met inspanning
van alle krachten en met aan
wending van alle zorg en voor
zichtigheid moeten waken en
strijden voor hun bestaan, hun
veiligheid en hun eer.
Wij leven in een wereld, waar
in de trouw aan land en volk
de hoogste en duurzaamste plicht
is, omdat land en volk de trouw
van eiken burger noodig hebben
voor hun behoud. Dat op zulk
een oogenblik onder de naaste
dienaren der Regeering verraad
wordt gevonden, is een bittere
ervaring.
Zij wijst, dat onze waakzaam
heid niet groot genoeg kan zijn.
Wij hebben vertrouwen in den
ijver en de bekwaamheid van
degenen, die dit spoor hebben
weten te vinden en te volgen.
De Regeering zal zeker niets
nalaten om de waakzaamheid tot
het hoogste op te voeren en tot
het uiterste door te zetten. Zij
zal ook niet mogen aarzelen om
het landsbelang zoo noodig met
drastische maatregelen te ver
zekeren
Moge de ontstentenis, door dit
bericht gewekt dan spoedig weer
plaats kunnen maken voor de
geruste zekerheid, dat door het
vinden en uitsnijden van een
enkele wondeplek de gaafheid
van het geheel nog beter beves
tigd is."
Na een slraffe kapitteling van
het optreden der N.S.B. in ons
land, merkt het Eindhovensch
Dagblad op:
„De lont, waarvan het smeulen
bij Denekamp ontijdig werd op
gemerkt, is uitgetrapt. De justitie
heeft toegeslagen, Hard 1 Haar
vermoedens moeten zeer diep
geworteld zijn, anders had zij
niet een gequalificeerd hoofd
ambtenaar aan de schande van
arrestatie en voorloopige hech
tenis prijsgegeven en niet alleen
hem.
Dit is een geruststelling.
Want er wordt gespionneerd in
ons land, ir. onze provincie en
dat niet enkel door vreemdelin
gen, die het platteland afloopen
als verkoopers van landbouw
werktuigen, of vermomd als
priesters of kloosterzusters.
Onze autoriteiten weten dat en
zij hebben hun net gespannen',
om drie Hagenaars is het dicht
geklapt en het zal wel niet bij
deze buit blijven.
Ons volk begrijpt het gevaar.
Het is voorzichtiger geworden, het
relpt verdachte bewegingen en
verdachte uitlatingen aanbrengen.
Hechter dan ooit voelt 't zich
verbonden met hen, op wie de
zware verantwoordelijkheid van
het landsbestuur in oorlogstijd
drukt. Het is bereid den buiten-
landschen vijand te keeren, maar
met nog meer animo den binnen-
landsche.
Laat deze verbeten bereidheid
den Nederlandschen Spionnen
Bond een waarschuwing zijn. En
laat de zwaarste straf de schul
digen treffen als de gerezen ver
denkingen op waarheid berusten.
In Nederland mag voor hen geen
plaats meer zijn."
Alle Copie hierop
betrekking hebben
de, moet Donderd.
voor 1 uur in ons
bezit zijn.
SER V ATIUS-OMROEP
ServatiusD.E.V» 33.
De lange voetbalrust heeft de
spelers blijkbaar geen goed gedaan,
aangezien balcontrole en het plaat
sen veel te wenschen het. Servatius
is eerst in den aanval. De rechts
buiten zet goed voor, de D.E.V.-
keeper mist en de linksbuiten depo
neert het ronde diDg in het net.
Even is D.E.Y. ervan beduusd. Het
spel wordt nu wat meer verdeeld.
Een missen van de Serv.-backs wordt
bgna noodlottig, doch de keeper
redt. Serv. krrjgt in deze periode
diverse corners tegen zich, welke
evenwel niets opleveren. Een hard
schot van de D.E.V.-spil tipt de
Serv -keeper nog juist over de lat.
Dan trekt Serv. weer in de aanval;
fraai combineerend belandt de bal
bij deo linksbuiten en deze geeft
den keeper voor de tweede maal het
nakijken 2—0.
Een vrye trap op de rand van het
strafschopgebied wordt hard naast
geschoten. Een vlugge onverwachte
D E.V.-doorbraak stelt Dekkers in
staat onhoudbaar de achterstand te
verkleinen 21.
Hierop reageert Serv. met enkele
heftige aanvallen als de D.E.V. -
keeper reeds gepasseerd is, kopt
Roncken de bal nog juist uit doel. 1
Bij een corner op het Arcen-doel
verdwjjnt de bal in doel 3—1. Dan
komt Arcen goedkoop aan haar
tweede doelpunt, als beide backs
missen, begaat de Serv.-keeper op
zfln beurt de fout niet uitteloopen
en zoodoende krggt de D.E.V. -
rechtsbinnen de kans van den dag,
waarvan hij een dankbaar gebruik
maakt 32.
Na de rust is het spel nog luste-
loozer dan er voor. Beide doelen
komen beurtelings in gevaar, doch
de mooiste kansen blgven onbenut.
Beide doelverdedigers verrichten
goed werk. Toch moet de Servatius-
keeper vissen, als de bal bij een
schermutseling voor het doel, over
de ljjn belandt. Arcen doet er nu een
schepje op en het Serv.-doel krijgt
benauwde momenten te doorstaan.
De strjjd speelt zich nu steeds op
het middenveld af. De stand blijft
dan ook 33 waarmede beide elftal
len tevreden kunnen zijn.
Wegens kerkelijke redenen (Missie-
Zondag) is op aanvraag van V.O.S.
de wedstrijd ServatiusV.O.S. uitge
steld.
Ook de elftallen Servatius n en
III hebben voetbalrust.
In een van weerskanten slecht ge
speelden wedstrijd deelde Servatius
I met D.E.V. I de punten.
Wittehorst 7 7 0 0 14 36—9
Panningen 6 5 0 1 10 18—7
D.E.V. 8 4 2 2 10 20—19
Servatius 7 3 1 3 7 18—18
Steyl 6 3 0 3 6 23—21
Swalmen 2 2 0 0 4 144
Tiglia 5 2 0 3 4 14—18
V.O.S. 3 111 3 8—8
V.I.O.S.T. 4 1 1 2 3 5—8
F.C.V. 6 114 3 13—19
D.S.S. 7 115 3 16—22
Belfe!dia 7 0 16 1 12—44
Servatius II trok in Kronenberg
tegen de club van dien naam ge
weldig van leer en maakte er dubbele
cijfers van 82. Servatius II staat
er zooals men op het standenlijstje
ziet uitstekend voor. Het doelgemid-
delde 175 spreekt voor zich zelf.
Oostrum welke evenveel punten telt
moet nog bij Servatius op bezoek.
Servatius 2 5 4 0 1 8 17—5
Oostrum 5 3 2 0 8 17—11
De Valk 2 5 2 1 2 5 19—19
Kronenberg 4 112 3 12—14
Brughusia 5 113 3 13—16
R.K.L.V.V. 4 0 13 1 5—17
Oo't Servatius III prijkt nog on
geslagen aan de kop met het prach
tig doelgemiddelde van 185 uit
vier wedstrijden. Zooals men ziet
een sterke achterhoede met een pro
ductieve voorhoede.
Servatius 3
4
4
0
0
8
18—5
Merselona
3
3
1
0
7
22—13
Meterik 2
3
3
0
0
6
14—11
De Valk 3
1
1
0
0
2
3—1
D.I.S. 2
3
1
0
2
2
3—14
Wanssum 2
4
0
1
3
1
9—13
Wittenhorst 3 2
0
0
2
0
5—9
B.V.V. 2
3
0
0
3
0
4—11
4 12 14 19—13
4 0 2 2 2 12—20
VALK-REVUE.
Onze reserves keerden Zondag j.l.
uit Lottum terug met een flinke over
winning. Zij slaagden er in om
Lottum aan huis te kloppen met
9—3.
De voorhoede zal, in die samen
stelling, nog wel meer verdedigingen
de baas blijven, en wij verwachten,
dat ons tweede zijn plaats in de
rangschikking gaat verbeteren.
Het derde elftal toonde zijn kunne
door van B.V.V. II te winnen. De
uitslag geeft de verhouding goed
weer.
Morgen komt „Montagnards" Ber
gen op bezoek. Wegens hoog water
in Bergen is deze wedstrijd omgezet,
daar oorspronkelijk De Valk de reis
zou vergeefsch maken. Wij zien.voor
de Valk de kans om de eerste piaats
wat vaster te bezetten, doch dan zal
men moeten aanpakken want ver
leden Zondag won Bergen nog een
uitwedstrijd met 5—0. Wij verwach
ten dat de Valk na 3 weken rust
eens flink aan de slag gaat en de
overwinning thuis houdt.
Wegens tweede Zondag zijn de
andere elftallen vrij.
BEUGELBOND VENRAY.
Officieele competitie uitslagen van
Woensdag 15 November.
KLASSE A.
Heide
2 2 0 0 4 10—6
Venray
2 10 12 11—5
Ysselsteyn
2 10 12 7—9
Veulen
2 0 0 2 0 4—12
KLASSE B.
Heide
2 2 0 0 4 13—3
Ysselsteyn
2 10 12 10—6
Venray
2 10 12 8—8
Veulen
2 0 0 2 0 1—15
Officieele competitie uitslagen van
Woensdag 22 November.
KLASSE A-
Heide
3 2 0 1 4 lf—11
Ysselsteyn
3 2 0 1 4 12—12
Venray
3 1113 15—9
Veulen
3 0 12 1 8—16
KASSE B.
Heide
3 2 1 0 5 17—7
Venray
3 2 6 1 4 13—11
Ysselsteyn
3 1113 14—10
Veulen
3 0 0 3 0 5-19
Officieele competitie uitslagen van
Woensdag 29 Nov.
KLASSE A.
Heide
4 2 115 17—15
KLASSE B.
Heide 4
Venray 4
Ysselsteyn 4
Veulen 4
21—11
17—15
15—17
12—20
PRIJSVRAAG VOOR HET
KIND.
De Centrale Propaganda-Commis-
sie voor de Weldadigheidspostzegels
noodigt U uit tot deelname aan on
derstaande
PRIJSVRAAG.
De letters van elk hier volgend
woordentweetal moeten onderling
verwisseld worden, waardoor nieuwe
woorden ontstaan; de beginletters
dezer nieuwe woorden van boven
naar beneden gelezen geven een
goeden raad aan iederen lezer te zien.
dirk-zegelen; rood-lee- ra-noad:
schep-na; bram-taan; men-prik;
dieren-ee;dan-er; dan-ver; lize-en;
tor-negen; raad-zon; leg-aa;
buigen-rek; te-ver; zwoord-aal;
ijken-west.
Herinnert U in December vooral
de nieuw-gevormde woorden 7, 1, en
14
PRIJZEN
De groote Hoofdprijs, beschikbaar
gesteld door H.K.H. Prinses Juliana
bestaat uit een geschenk ter waar
de van f 100,— te kiezen door de
gelukkige winnaar of winnares.
Verder: 10 Philips radiotoestellen
serie 1939/40 type 480 A. en minstens
300 Oudejaars-pakketten met veras
sende inhoud.
INZENDING.
Oplossingen, uitsluitend op brief
kaarten te schrijven, moeten zijn
gefrankeerd met 2 Kinderzegels van
5 ct. met bijslag dus 8 ct.
De oplossingen moeten uiterlijk
25 Dec. verzonden zijn naar:
Prijsvraag „Voor het Kind,,
Nicolaistr. 17
Den Haag.
De Oplossing wordt in dit;blad van
Zaterdag 30 Dec.' a.s. bekend ge
maakt.
HORSTER VEEMARKT.
HORST, 5 December. Totaal aan
voer 157 dieren, waarvan 6 stuks
rundvee, 150 biggen en 1 schaap.
Handel in biggen zeer goed. Ge
merkte biggen f 12.tot f 14.
Ongemerkte biggen van f 3.tot
f 6.per stuk.
Zooals altijd trok ook deze Alle-
mansmarkt een geweldige belang
stelling en maakten de kramerijen
6oede zaken.
Honderd jaar geleden publiceerde Hilde-
brand zijn schetsenbundel de
r „Camera Obscura."
Karakter van den Nederlander op weerga-
looze wijze getypeerd.
t
Een sensationeel uitgeverssucces.
EEN eeuw is verstreken, sinds de „Ca
mera", een bundel schetsen van den
nauwelijks vijf en twintigjarigen
student Nicolaas Beets te Haarlem het licht
zag. Het boek had een ongeëvenaard suc
ces, althans voor Nederland, waar oplagen
van enkele tienduizenden exemplaren in
totaal nog altijd tot de uitzonderingen be-
hooren. Met de Camera heeft Beets, die zich
toen verschool achter het pseudoniem Hil-
debrand, een brok Nederlandsch leven op
onnavolgbare, men mag gerust zeggen
meesterlijke wijze, gekarakteriseerd. Tus_
schen den eersten, onaanzienlijken druk
van 1839 en de weelderige jubileumuitgave
(de veertigste druk) met de teekeningen
van Jo Spier ligt een volle eeuw. Honderd
jaren, waarin het Nederlandsche leven zich
heeft ontwikkeld langs lijnen van geleide
lijkheid, maar het karakter van den Neder,
lander veranderde bitter weinig. Daarom
spreekt het boek van Nurks, Kegge en Wït-
se heden nog tot ons, zooals het dat bij
verschijnen deed. Ter gelegenheid van het
eeuwfeest van dit beroemde Nederlandsche
boek geven wij hieronder een overzicht van
Beets' leven en werken, terwijl uiteraard
bijzondere aandacht is geschonken aan de
•^Camera Obscura."
Men behoeft geen letterkundige te zijn
om den naam van Beets te kennen. Zelfs
al heeft men nog nooit een oog geslagen in
de „Camera Oscura", dan toch is het pseu
doniem Hildebrand een vertrouwde klank.
Weinig zal de ruim twintigjarige student
in de theologie vermoed hebben, toen hij
zijn bundel schetsen te Haarlem bij Bohn's
Uitgevers Mij. het licht deed zien, dat hij
met dit boek zijn naam zou doen voortle
ven onder latere geslachten, weinig zal hij
vermoed hebben dat dit specifiek Neder
landsche werk spoedig overgezet zou wor.
Nicolaas Beets, schrijver van de
„Camera Obscura.
den in de moderne talen, ja tenslotte zelfs
in het Japansch, zoodat de Camera in feite
bezit werd van de geheele wereld. Men
zou verkeerd doen dit succes toe te schrij
ven aan den loop van het toeval. De Came
ra bevat inderdaad de elementen om een
dergelijke wereldreputatie te rechtvaardi
gen.
In de eerste plaats is hier op meesterlijke
wijze een brok negentiende eeuwsch Ne.
derlandsch leven uitgebeeld, op een wijze
zooals het voor en nadien niet is geschied.
„Copieerder des dagelijkschen levens" heeft
de bekende schrijver en essayist Potgieter
van Beets gezegd in "en beschouwing. Deze
qualificatie was wellicht eenigszins sma
lend bedoeld, men kon eigenlijk geen tref
fender karakteristiek van Hildebrand geven,
In zekeren zin mocht hij het opvatten als
een onderscheiding. Want niemand heeft
als hij de kunst verstaan heel gewore ta-
freeltjes uit het dagelijksch leven vast te
leggen op een wijze, die ondanks zichzelf
tintelend van humor was, omdat het Neder,
landsche karakter daartoe den beschrijver
stof te over biedt. Daarvan heeft Beets be
ter gebruik gemaakt dan eenig ander au
teur. Hij copieerde het dagelijksche leven
en dikte het hier en daar wat aan. Maar
van al te veel chargeeren was hij geen
liefhebber. Wanneer men thans zijn werk
leest, doet het inderdaad als zeer gewoon,
geenzins verheven, zonder literaire preten
ties, zonder gewilde mooidoenerij neen
het is echt, het is natuurlijk. Hij heeft de
Nederlanders waarlijk niet mooier afge
schilderd dan ze zijn, met al hun goede
eigenschappen en hun gebreken staan ze
in de verschillende verhalen ten voeten uit
voor ons. Daarom werd het boek ook in
zooveel talen vertaald en maakte het vrij
wel overal in het buitenland opgang.
De „Zwarte jaren" van een Leidsch
student.
Nicolaas Beets werd geboren te Haarlem
als zoon van een apotheker, den dertienden
September van het jaar 1814. Uit zijn jeugd
valt weinig bijzonders te vermelden. Hij
was wat men noemt een oppassende jon
gen. Hij heeft als elk gewoon kind gespeeld
met een hobbelpaard en houten geweer en
wat dies meer zij. Maar toen hij naar
school ging, brak er een andere tijd aan,
waarin hij zijn drang naar het weten kon
bevredigen. Hij kon reeds vroeg lezen en
schrijven. De bekende dichter van de po-
populaire kinderrijmpjes Hieronymus v. Al
phen is eigenlijk zijn eerste leermeester ge.
weest. Ook later in zijn studententijd ver
geet hij dezen dichter niet en mag er dan
nog graag uit citeeren. Al spoedig ont
brandt bij hem een ware hartstocht voor
de werken van Byron en Walter Scott Van
beiden vertaalt hij, welk werk verscheen
in Westermans „Varzamelingen van uit-
heemsche vernuften".
Het heeft wenig zin hier den geheelen
jongelingstijd van Beets in bijzonderheden
na te gaan, omdat deze in geen enkel op.
zicht verschilt van die van andere jongens.
Vroeg was dus zijn belangstelling voor de
letteren gewekt en na vertalingen van En
gelsche klassieken volgen dan ook al spoe
dig eigen dichtproeven en oorspronkelijke
verhalen. Wij noemen „Jose" (1834) „Ru-
ser" (1835) „Guy de Vlaming" (1837) en
„Ada". Toch zouden deze werken, hoewel
ze representatief zijn voor dien tijd, een
periode, waarin bitter weinig werk van
kwaliteit aan de markt kwam zeker
Beet's naam niet bewaard hebben voor la
tere generaties. Niemand leest deze stuk
ken, tenzij voor studie. Met deze romanti
sche gedichten valt zoo ongeveer zijn
zwarte tijd" samen. De betiteling is van
Beets zelf en zij schijnt schromelijk over
dreven. Natuurlijk, het was begrijpelijk dat
de jongen, toen hij het ouderlijk huis ver.
liet om in Leiden te gaan studeeren en
daardoor in zekeren zin zelfstandig werd,
,uit den band sprong."
Na zijn vroolijke studentenperiode
schreef hij het, men zou zeggen, beruchte
opstel „de zwarte tijd." Daarin wilde hij
afrekenen met de voorbije jaren om door
het stellen van dit voorbeeld, te kunnen
beginnen aan een leven, waarin hij geeste
lijk zijn evenwicht had gevonden.
Indien Beets zelf voortgeschreven had
over zijn „zwarten tijd", dan zou daarvan
naar alle waarschijnlijkheid ook nimmer
sprake zijn geweest.
In het vroege voorjaar van 1839 promo
veerde Nicolaas Beets aan de Leidsche
Universiteit op een proefschrift, getiteld
„De Aeneae Sylvii, qui postea Pius Papa,
secundum morum mentisque mutatione ra-
tionibus".
In dat zelfde jaar zal de „Camera Obscu.
ra" het licht zien. Enkele stukken daaruit
waren reeds in de studentenalmanak ver
schenen. Men dient dit werk te zien in het
kader van zijn tijd. Ontegenzeggelijk zijn
er de invloeden te bespeuren van Engelsche
dichters. Noemen wij Sterne, De Quincey,
Irving, Lamb en zeker Dickens, auteurs,
die juist vanwege hui. humor tot Beets ge
liefde lectuur behoorden. Hij wist even
y/el de humor van de Pickwick.vertellin-
„Varen en Rijden".
r (teekening van Jo Spier).
gen te transponeeren in een specifiek Ne.
derlandsche. Wij merkten reeds op dat het
een uitstekende karakteristiek is van den
Nederlandschen geest en van het leven in
de negentiende eeuw. De stoere, oud-vader
landsche deugden, maar ook de geniepig,
heden van den vaderlander zijn hier geac
centueerd. Ontegenzeggelijk draait het wat
veel om den schrijver, die zijn eigen ik
zeer belangrijk vindt. Johan de Meester
heeft het in zijn roman Carmen aardig ge
zegd: „Er is geen jeugd in dit werk
van een jeugd, anders dan die van een net
jongeheertje. Want er is geestdrift noch
hartstocht, noch schaterlach. Een "uperieu-
re uiting van middelmatigheid."
De man, die eens deze sceptische mee.
ning neerschreef, mag gelijk hebben in
den grond der zaak, het merkwaardige is,
dat de „Camera Obscura"-boek het ondoor
grondelijk geheim bezit ook den kritischen
lezer te boeien, zoo zelfs, dat men bladzij
na bladzij herleest. Om zoo de menschen
en toestanden te teekenen, daarvoor was
noodig een scherp waarnemingsvermogen
en een zeer vlotte pen. Nergens is hij bit
ter, zelfs niet wanneer hij het portret
schildert van den verleidelijken charmeur
van der Hoogen, die zoo onbarmhartig door
Hildebrand wordt ontmaskerd. Zelfs in
„Een onaangenaam mensch in de Haarlem,
merhout" laat hij zich er niet toe verleiden
Nurks met grove woorden op zijn plaats
te zetten. Neen, geen bitterheid en boos
aardigheid, maar een jong gemoed, iemand
die zijn vaderland lief heeft spreekt uit de
ze verhalen. De ernst lag elders. In fijne
trekken staat het Nederlandsche burger
dom hier ietwat caricaturaal voor ons.
Daarom was het zoo'n uitstekende gedach.
te van de firma Bohn, dat zij de veertigste
jubileumuitgave liet illustreeren door Jo
Spier, dien men in eenig opzicht zou kun
nen vergelijken met Hildebrand. Hij heeft
zooals gezegd het dagelijksche leven geco-
pieerd.
Dichter en dominé.
Vervolgen wij thans den levensloop van
den populairen dichter. Na zijn Camera is
nog veel werk gevolgd, dat echter nooit die
zelfde kwaliteit bereikte. Beets was een
veelzijdig man en in zijn tijd een gewich
tig persoon. Uit zijn studietijd dateert de
groote vriendschap voor Hasebroek, even.
sens een hartstochtelijk „letteroefenaar".
De kennismaking geschiedde op een le
zing van Abraham des Amorie van der
Hoeven. Hasebroek stootte Beets toevallig
in het gedrang tegen den arm en door de
geestige wijze, waarop de verontschuldi
ging werd aanvaard, ontwikkelde zich een
vlot gesprek. De vrienden hadden elkaar
gevonden. Hasebroek was sedert 1829 als
student ingeschreven, maar zijn studietijd
werd verlengd doordat hij tijdens de Bel
gische omwenteling als vrijwilliger dienst
had genomen. Van 1833—'36 waren het
warme academievrienden, welke vriend,
schap ook later bewaard bleef, toen Hase
broek beroepen was in Heilo. Beets vond
hier zijn vrouw. Een wederzijdsche vriend,
Jhr. Cornelis van Foreest had hen meerma
len genoodigd op Huize Nijenburgh en daar
leerde Hildebrandt Aleida kennen, met wie
hij later zeer gelukkig getrouwd is.
Reeds binnen het jaar na zijn promotie
betrekt Beets de pastorie te Heemstede. Dit
oogenblik is in zijn leven eigenlijk beslis
send, want met de figuur van Hildebrand
de Beets van de vroolijke studentenja.
ren is het nu zoo'n beetje gedaan. De Ca
mera wordt vrij geregeld herdrukt en in
de eerste jaren van zijn predikantschap
voegt Beets er nog enkele stukken aan toe,
waarvan ongetwijfeld het verhaal van
..Teun de Jager" een der beste is. Het
geestelijke werk neemt hem volkomen in
beslag, zoozeer zelfs dat Beets eenigszins
geringschattend terugziet op die kostelijke
pennevrucht uit zijn studententijd de „Ca
mera Obscura". Het boek wordt populair
en met het boek de figuur van Hildebrand,
die in zooverre al spoedig een legende was,
omdat de levende Beets als dominé en later
als professor te Utrecht meer en meer ver
vreemdde van Hildebrand. Het neemt niet
weg dat de gestalte van Hildebrand onver,
gankelijk, ja onsterfelijk is gebleken. Zijn
belevenissen vormen tezamen het treffend
portret van een alleszins curieuzen over
gangstijd, tijd van trekschuit en diligence.
Wanneer men er eens een paar rustige
uren voor neemt en zich verdiept in de
lectuur van de jarige „Camera Obscura",
dan gaat die wereld voor ons leven als
een kostelijk kijkspel, sprankelend van
echt vaderlandsche humor over echt vader-
landsche figuren. Het is dikwijls het nut
van jubilea dat vergeelde en vergeten groot
heden nog eens uit het museum gehaald
worden; dat kan men van Beets' „chef
d'oeuvre" moeilijk zeggen. Het boek wordt
op vrijwel alle middelbare scholen gelezen
en behandeld. Men overdrijft niet door te
zeggen dat elke Nederlander de Camera
kent.
Dezer dagen verscheen de reeds genoem
de veertigste druk (bij erven F. Bohn
Haarlem) als jubileum uitgave, kostelijk
geillustreerd met penteekeningen van Jo
Spier. De fijne humor van Spier past zich
uitstekend aan bij die van Hildebrand en
het is dan ook een verfijnd genoegen om
in deze dagen, die ondanks de tijdsomstan
digheden eenigszins staan in het teeken
van de Camera, deze kostelijke standaard
uitgave ter hand te nemen en de verschil,
lende bekende verhalen nog eens te her
lezen. Deze uitgave is een zeer bijzondere
hulde aan Beets' nagedachtenis en een ge
schenk voor den litterairen fijnproever, die
van een mooi Nederlandsch boek houdt.
H, J. St.