DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Het Nededanilsche boek dat de wereld Heroverde Van de Sport velden Zaterdag 9 December Zestigste Jaargang No 49 De spionnage in ons land. De arrestatie van twee hooge departements-ambtenaren, onder verdenking van spionnage ten gunste eener buitenlandsche mo gendheid, heeft ongetwijfeld in heel het land een diepen indruk gemaakt, we mogen zelfs zeggen afschuw en verontwaardiging ge wekt. De Tijd schrijf): „Beide gearresteerden waren vooraanstaande en gerespecteerde leden van het ambtenarencorps, op welks integriteit het land vertrouwt en trotsch is: een van hen was, als hoofd eener groote afdeeling van het Departement van Sociale Zaken, de laatste jaren in verband met de werk- loozenzorg op den voorgrond getreden en had in het geheele land bekendheid en aanzien ver worven als een bijzonder talent vol en ijverig organisator der jeugdzorg. Dat zulke personen er zich voor zouden laten vinden om aan een buitenlandsche mogendheid inlichtingen te verschaffen, waar door het landsbelang wordt aan getast of in gevaar gebracht, is ontstellend. De voorzichtigheid, die met de publicatie van het bericht der aanhouding is betracht, laat niet veel kans open, dat de ver denkingen alsnog ongegrond zou den kunnen blijken. Het schokkende feit, dat in 't hart van de regeerings-departe- menten door hooge Nederland- sche ambtenaren spionnage ge pleegd is, zal waarschijnlijk reeds vastgestaan hebben, toen men de arrestatie publiceerde. Medelijden met de figuren van deze tragedie, die uit een eer volle positie in 's lands dienst neerstorten in diepe schande, kan het hardste oordeel over zulk een misdaad niet matigen. Wij leven in een wereld waarin de kleine naties met inspanning van alle krachten en met aan wending van alle zorg en voor zichtigheid moeten waken en strijden voor hun bestaan, hun veiligheid en hun eer. Wij leven in een wereld, waar in de trouw aan land en volk de hoogste en duurzaamste plicht is, omdat land en volk de trouw van eiken burger noodig hebben voor hun behoud. Dat op zulk een oogenblik onder de naaste dienaren der Regeering verraad wordt gevonden, is een bittere ervaring. Zij wijst, dat onze waakzaam heid niet groot genoeg kan zijn. Wij hebben vertrouwen in den ijver en de bekwaamheid van degenen, die dit spoor hebben weten te vinden en te volgen. De Regeering zal zeker niets nalaten om de waakzaamheid tot het hoogste op te voeren en tot het uiterste door te zetten. Zij zal ook niet mogen aarzelen om het landsbelang zoo noodig met drastische maatregelen te ver zekeren Moge de ontstentenis, door dit bericht gewekt dan spoedig weer plaats kunnen maken voor de geruste zekerheid, dat door het vinden en uitsnijden van een enkele wondeplek de gaafheid van het geheel nog beter beves tigd is." Na een slraffe kapitteling van het optreden der N.S.B. in ons land, merkt het Eindhovensch Dagblad op: „De lont, waarvan het smeulen bij Denekamp ontijdig werd op gemerkt, is uitgetrapt. De justitie heeft toegeslagen, Hard 1 Haar vermoedens moeten zeer diep geworteld zijn, anders had zij niet een gequalificeerd hoofd ambtenaar aan de schande van arrestatie en voorloopige hech tenis prijsgegeven en niet alleen hem. Dit is een geruststelling. Want er wordt gespionneerd in ons land, ir. onze provincie en dat niet enkel door vreemdelin gen, die het platteland afloopen als verkoopers van landbouw werktuigen, of vermomd als priesters of kloosterzusters. Onze autoriteiten weten dat en zij hebben hun net gespannen', om drie Hagenaars is het dicht geklapt en het zal wel niet bij deze buit blijven. Ons volk begrijpt het gevaar. Het is voorzichtiger geworden, het relpt verdachte bewegingen en verdachte uitlatingen aanbrengen. Hechter dan ooit voelt 't zich verbonden met hen, op wie de zware verantwoordelijkheid van het landsbestuur in oorlogstijd drukt. Het is bereid den buiten- landschen vijand te keeren, maar met nog meer animo den binnen- landsche. Laat deze verbeten bereidheid den Nederlandschen Spionnen Bond een waarschuwing zijn. En laat de zwaarste straf de schul digen treffen als de gerezen ver denkingen op waarheid berusten. In Nederland mag voor hen geen plaats meer zijn." Alle Copie hierop betrekking hebben de, moet Donderd. voor 1 uur in ons bezit zijn. SER V ATIUS-OMROEP ServatiusD.E.V» 33. De lange voetbalrust heeft de spelers blijkbaar geen goed gedaan, aangezien balcontrole en het plaat sen veel te wenschen het. Servatius is eerst in den aanval. De rechts buiten zet goed voor, de D.E.V.- keeper mist en de linksbuiten depo neert het ronde diDg in het net. Even is D.E.Y. ervan beduusd. Het spel wordt nu wat meer verdeeld. Een missen van de Serv.-backs wordt bgna noodlottig, doch de keeper redt. Serv. krrjgt in deze periode diverse corners tegen zich, welke evenwel niets opleveren. Een hard schot van de D.E.V.-spil tipt de Serv -keeper nog juist over de lat. Dan trekt Serv. weer in de aanval; fraai combineerend belandt de bal bij deo linksbuiten en deze geeft den keeper voor de tweede maal het nakijken 2—0. Een vrye trap op de rand van het strafschopgebied wordt hard naast geschoten. Een vlugge onverwachte D E.V.-doorbraak stelt Dekkers in staat onhoudbaar de achterstand te verkleinen 21. Hierop reageert Serv. met enkele heftige aanvallen als de D.E.V. - keeper reeds gepasseerd is, kopt Roncken de bal nog juist uit doel. 1 Bij een corner op het Arcen-doel verdwjjnt de bal in doel 3—1. Dan komt Arcen goedkoop aan haar tweede doelpunt, als beide backs missen, begaat de Serv.-keeper op zfln beurt de fout niet uitteloopen en zoodoende krggt de D.E.V. - rechtsbinnen de kans van den dag, waarvan hij een dankbaar gebruik maakt 32. Na de rust is het spel nog luste- loozer dan er voor. Beide doelen komen beurtelings in gevaar, doch de mooiste kansen blgven onbenut. Beide doelverdedigers verrichten goed werk. Toch moet de Servatius- keeper vissen, als de bal bij een schermutseling voor het doel, over de ljjn belandt. Arcen doet er nu een schepje op en het Serv.-doel krijgt benauwde momenten te doorstaan. De strjjd speelt zich nu steeds op het middenveld af. De stand blijft dan ook 33 waarmede beide elftal len tevreden kunnen zijn. Wegens kerkelijke redenen (Missie- Zondag) is op aanvraag van V.O.S. de wedstrijd ServatiusV.O.S. uitge steld. Ook de elftallen Servatius n en III hebben voetbalrust. In een van weerskanten slecht ge speelden wedstrijd deelde Servatius I met D.E.V. I de punten. Wittehorst 7 7 0 0 14 36—9 Panningen 6 5 0 1 10 18—7 D.E.V. 8 4 2 2 10 20—19 Servatius 7 3 1 3 7 18—18 Steyl 6 3 0 3 6 23—21 Swalmen 2 2 0 0 4 144 Tiglia 5 2 0 3 4 14—18 V.O.S. 3 111 3 8—8 V.I.O.S.T. 4 1 1 2 3 5—8 F.C.V. 6 114 3 13—19 D.S.S. 7 115 3 16—22 Belfe!dia 7 0 16 1 12—44 Servatius II trok in Kronenberg tegen de club van dien naam ge weldig van leer en maakte er dubbele cijfers van 82. Servatius II staat er zooals men op het standenlijstje ziet uitstekend voor. Het doelgemid- delde 175 spreekt voor zich zelf. Oostrum welke evenveel punten telt moet nog bij Servatius op bezoek. Servatius 2 5 4 0 1 8 17—5 Oostrum 5 3 2 0 8 17—11 De Valk 2 5 2 1 2 5 19—19 Kronenberg 4 112 3 12—14 Brughusia 5 113 3 13—16 R.K.L.V.V. 4 0 13 1 5—17 Oo't Servatius III prijkt nog on geslagen aan de kop met het prach tig doelgemiddelde van 185 uit vier wedstrijden. Zooals men ziet een sterke achterhoede met een pro ductieve voorhoede. Servatius 3 4 4 0 0 8 18—5 Merselona 3 3 1 0 7 22—13 Meterik 2 3 3 0 0 6 14—11 De Valk 3 1 1 0 0 2 3—1 D.I.S. 2 3 1 0 2 2 3—14 Wanssum 2 4 0 1 3 1 9—13 Wittenhorst 3 2 0 0 2 0 5—9 B.V.V. 2 3 0 0 3 0 4—11 4 12 14 19—13 4 0 2 2 2 12—20 VALK-REVUE. Onze reserves keerden Zondag j.l. uit Lottum terug met een flinke over winning. Zij slaagden er in om Lottum aan huis te kloppen met 9—3. De voorhoede zal, in die samen stelling, nog wel meer verdedigingen de baas blijven, en wij verwachten, dat ons tweede zijn plaats in de rangschikking gaat verbeteren. Het derde elftal toonde zijn kunne door van B.V.V. II te winnen. De uitslag geeft de verhouding goed weer. Morgen komt „Montagnards" Ber gen op bezoek. Wegens hoog water in Bergen is deze wedstrijd omgezet, daar oorspronkelijk De Valk de reis zou vergeefsch maken. Wij zien.voor de Valk de kans om de eerste piaats wat vaster te bezetten, doch dan zal men moeten aanpakken want ver leden Zondag won Bergen nog een uitwedstrijd met 5—0. Wij verwach ten dat de Valk na 3 weken rust eens flink aan de slag gaat en de overwinning thuis houdt. Wegens tweede Zondag zijn de andere elftallen vrij. BEUGELBOND VENRAY. Officieele competitie uitslagen van Woensdag 15 November. KLASSE A. Heide 2 2 0 0 4 10—6 Venray 2 10 12 11—5 Ysselsteyn 2 10 12 7—9 Veulen 2 0 0 2 0 4—12 KLASSE B. Heide 2 2 0 0 4 13—3 Ysselsteyn 2 10 12 10—6 Venray 2 10 12 8—8 Veulen 2 0 0 2 0 1—15 Officieele competitie uitslagen van Woensdag 22 November. KLASSE A- Heide 3 2 0 1 4 lf—11 Ysselsteyn 3 2 0 1 4 12—12 Venray 3 1113 15—9 Veulen 3 0 12 1 8—16 KASSE B. Heide 3 2 1 0 5 17—7 Venray 3 2 6 1 4 13—11 Ysselsteyn 3 1113 14—10 Veulen 3 0 0 3 0 5-19 Officieele competitie uitslagen van Woensdag 29 Nov. KLASSE A. Heide 4 2 115 17—15 KLASSE B. Heide 4 Venray 4 Ysselsteyn 4 Veulen 4 21—11 17—15 15—17 12—20 PRIJSVRAAG VOOR HET KIND. De Centrale Propaganda-Commis- sie voor de Weldadigheidspostzegels noodigt U uit tot deelname aan on derstaande PRIJSVRAAG. De letters van elk hier volgend woordentweetal moeten onderling verwisseld worden, waardoor nieuwe woorden ontstaan; de beginletters dezer nieuwe woorden van boven naar beneden gelezen geven een goeden raad aan iederen lezer te zien. dirk-zegelen; rood-lee- ra-noad: schep-na; bram-taan; men-prik; dieren-ee;dan-er; dan-ver; lize-en; tor-negen; raad-zon; leg-aa; buigen-rek; te-ver; zwoord-aal; ijken-west. Herinnert U in December vooral de nieuw-gevormde woorden 7, 1, en 14 PRIJZEN De groote Hoofdprijs, beschikbaar gesteld door H.K.H. Prinses Juliana bestaat uit een geschenk ter waar de van f 100,— te kiezen door de gelukkige winnaar of winnares. Verder: 10 Philips radiotoestellen serie 1939/40 type 480 A. en minstens 300 Oudejaars-pakketten met veras sende inhoud. INZENDING. Oplossingen, uitsluitend op brief kaarten te schrijven, moeten zijn gefrankeerd met 2 Kinderzegels van 5 ct. met bijslag dus 8 ct. De oplossingen moeten uiterlijk 25 Dec. verzonden zijn naar: Prijsvraag „Voor het Kind,, Nicolaistr. 17 Den Haag. De Oplossing wordt in dit;blad van Zaterdag 30 Dec.' a.s. bekend ge maakt. HORSTER VEEMARKT. HORST, 5 December. Totaal aan voer 157 dieren, waarvan 6 stuks rundvee, 150 biggen en 1 schaap. Handel in biggen zeer goed. Ge merkte biggen f 12.tot f 14. Ongemerkte biggen van f 3.tot f 6.per stuk. Zooals altijd trok ook deze Alle- mansmarkt een geweldige belang stelling en maakten de kramerijen 6oede zaken. Honderd jaar geleden publiceerde Hilde- brand zijn schetsenbundel de r „Camera Obscura." Karakter van den Nederlander op weerga- looze wijze getypeerd. t Een sensationeel uitgeverssucces. EEN eeuw is verstreken, sinds de „Ca mera", een bundel schetsen van den nauwelijks vijf en twintigjarigen student Nicolaas Beets te Haarlem het licht zag. Het boek had een ongeëvenaard suc ces, althans voor Nederland, waar oplagen van enkele tienduizenden exemplaren in totaal nog altijd tot de uitzonderingen be- hooren. Met de Camera heeft Beets, die zich toen verschool achter het pseudoniem Hil- debrand, een brok Nederlandsch leven op onnavolgbare, men mag gerust zeggen meesterlijke wijze, gekarakteriseerd. Tus_ schen den eersten, onaanzienlijken druk van 1839 en de weelderige jubileumuitgave (de veertigste druk) met de teekeningen van Jo Spier ligt een volle eeuw. Honderd jaren, waarin het Nederlandsche leven zich heeft ontwikkeld langs lijnen van geleide lijkheid, maar het karakter van den Neder, lander veranderde bitter weinig. Daarom spreekt het boek van Nurks, Kegge en Wït- se heden nog tot ons, zooals het dat bij verschijnen deed. Ter gelegenheid van het eeuwfeest van dit beroemde Nederlandsche boek geven wij hieronder een overzicht van Beets' leven en werken, terwijl uiteraard bijzondere aandacht is geschonken aan de •^Camera Obscura." Men behoeft geen letterkundige te zijn om den naam van Beets te kennen. Zelfs al heeft men nog nooit een oog geslagen in de „Camera Oscura", dan toch is het pseu doniem Hildebrand een vertrouwde klank. Weinig zal de ruim twintigjarige student in de theologie vermoed hebben, toen hij zijn bundel schetsen te Haarlem bij Bohn's Uitgevers Mij. het licht deed zien, dat hij met dit boek zijn naam zou doen voortle ven onder latere geslachten, weinig zal hij vermoed hebben dat dit specifiek Neder landsche werk spoedig overgezet zou wor. Nicolaas Beets, schrijver van de „Camera Obscura. den in de moderne talen, ja tenslotte zelfs in het Japansch, zoodat de Camera in feite bezit werd van de geheele wereld. Men zou verkeerd doen dit succes toe te schrij ven aan den loop van het toeval. De Came ra bevat inderdaad de elementen om een dergelijke wereldreputatie te rechtvaardi gen. In de eerste plaats is hier op meesterlijke wijze een brok negentiende eeuwsch Ne. derlandsch leven uitgebeeld, op een wijze zooals het voor en nadien niet is geschied. „Copieerder des dagelijkschen levens" heeft de bekende schrijver en essayist Potgieter van Beets gezegd in "en beschouwing. Deze qualificatie was wellicht eenigszins sma lend bedoeld, men kon eigenlijk geen tref fender karakteristiek van Hildebrand geven, In zekeren zin mocht hij het opvatten als een onderscheiding. Want niemand heeft als hij de kunst verstaan heel gewore ta- freeltjes uit het dagelijksch leven vast te leggen op een wijze, die ondanks zichzelf tintelend van humor was, omdat het Neder, landsche karakter daartoe den beschrijver stof te over biedt. Daarvan heeft Beets be ter gebruik gemaakt dan eenig ander au teur. Hij copieerde het dagelijksche leven en dikte het hier en daar wat aan. Maar van al te veel chargeeren was hij geen liefhebber. Wanneer men thans zijn werk leest, doet het inderdaad als zeer gewoon, geenzins verheven, zonder literaire preten ties, zonder gewilde mooidoenerij neen het is echt, het is natuurlijk. Hij heeft de Nederlanders waarlijk niet mooier afge schilderd dan ze zijn, met al hun goede eigenschappen en hun gebreken staan ze in de verschillende verhalen ten voeten uit voor ons. Daarom werd het boek ook in zooveel talen vertaald en maakte het vrij wel overal in het buitenland opgang. De „Zwarte jaren" van een Leidsch student. Nicolaas Beets werd geboren te Haarlem als zoon van een apotheker, den dertienden September van het jaar 1814. Uit zijn jeugd valt weinig bijzonders te vermelden. Hij was wat men noemt een oppassende jon gen. Hij heeft als elk gewoon kind gespeeld met een hobbelpaard en houten geweer en wat dies meer zij. Maar toen hij naar school ging, brak er een andere tijd aan, waarin hij zijn drang naar het weten kon bevredigen. Hij kon reeds vroeg lezen en schrijven. De bekende dichter van de po- populaire kinderrijmpjes Hieronymus v. Al phen is eigenlijk zijn eerste leermeester ge. weest. Ook later in zijn studententijd ver geet hij dezen dichter niet en mag er dan nog graag uit citeeren. Al spoedig ont brandt bij hem een ware hartstocht voor de werken van Byron en Walter Scott Van beiden vertaalt hij, welk werk verscheen in Westermans „Varzamelingen van uit- heemsche vernuften". Het heeft wenig zin hier den geheelen jongelingstijd van Beets in bijzonderheden na te gaan, omdat deze in geen enkel op. zicht verschilt van die van andere jongens. Vroeg was dus zijn belangstelling voor de letteren gewekt en na vertalingen van En gelsche klassieken volgen dan ook al spoe dig eigen dichtproeven en oorspronkelijke verhalen. Wij noemen „Jose" (1834) „Ru- ser" (1835) „Guy de Vlaming" (1837) en „Ada". Toch zouden deze werken, hoewel ze representatief zijn voor dien tijd, een periode, waarin bitter weinig werk van kwaliteit aan de markt kwam zeker Beet's naam niet bewaard hebben voor la tere generaties. Niemand leest deze stuk ken, tenzij voor studie. Met deze romanti sche gedichten valt zoo ongeveer zijn zwarte tijd" samen. De betiteling is van Beets zelf en zij schijnt schromelijk over dreven. Natuurlijk, het was begrijpelijk dat de jongen, toen hij het ouderlijk huis ver. liet om in Leiden te gaan studeeren en daardoor in zekeren zin zelfstandig werd, ,uit den band sprong." Na zijn vroolijke studentenperiode schreef hij het, men zou zeggen, beruchte opstel „de zwarte tijd." Daarin wilde hij afrekenen met de voorbije jaren om door het stellen van dit voorbeeld, te kunnen beginnen aan een leven, waarin hij geeste lijk zijn evenwicht had gevonden. Indien Beets zelf voortgeschreven had over zijn „zwarten tijd", dan zou daarvan naar alle waarschijnlijkheid ook nimmer sprake zijn geweest. In het vroege voorjaar van 1839 promo veerde Nicolaas Beets aan de Leidsche Universiteit op een proefschrift, getiteld „De Aeneae Sylvii, qui postea Pius Papa, secundum morum mentisque mutatione ra- tionibus". In dat zelfde jaar zal de „Camera Obscu. ra" het licht zien. Enkele stukken daaruit waren reeds in de studentenalmanak ver schenen. Men dient dit werk te zien in het kader van zijn tijd. Ontegenzeggelijk zijn er de invloeden te bespeuren van Engelsche dichters. Noemen wij Sterne, De Quincey, Irving, Lamb en zeker Dickens, auteurs, die juist vanwege hui. humor tot Beets ge liefde lectuur behoorden. Hij wist even y/el de humor van de Pickwick.vertellin- „Varen en Rijden". r (teekening van Jo Spier). gen te transponeeren in een specifiek Ne. derlandsche. Wij merkten reeds op dat het een uitstekende karakteristiek is van den Nederlandschen geest en van het leven in de negentiende eeuw. De stoere, oud-vader landsche deugden, maar ook de geniepig, heden van den vaderlander zijn hier geac centueerd. Ontegenzeggelijk draait het wat veel om den schrijver, die zijn eigen ik zeer belangrijk vindt. Johan de Meester heeft het in zijn roman Carmen aardig ge zegd: „Er is geen jeugd in dit werk van een jeugd, anders dan die van een net jongeheertje. Want er is geestdrift noch hartstocht, noch schaterlach. Een "uperieu- re uiting van middelmatigheid." De man, die eens deze sceptische mee. ning neerschreef, mag gelijk hebben in den grond der zaak, het merkwaardige is, dat de „Camera Obscura"-boek het ondoor grondelijk geheim bezit ook den kritischen lezer te boeien, zoo zelfs, dat men bladzij na bladzij herleest. Om zoo de menschen en toestanden te teekenen, daarvoor was noodig een scherp waarnemingsvermogen en een zeer vlotte pen. Nergens is hij bit ter, zelfs niet wanneer hij het portret schildert van den verleidelijken charmeur van der Hoogen, die zoo onbarmhartig door Hildebrand wordt ontmaskerd. Zelfs in „Een onaangenaam mensch in de Haarlem, merhout" laat hij zich er niet toe verleiden Nurks met grove woorden op zijn plaats te zetten. Neen, geen bitterheid en boos aardigheid, maar een jong gemoed, iemand die zijn vaderland lief heeft spreekt uit de ze verhalen. De ernst lag elders. In fijne trekken staat het Nederlandsche burger dom hier ietwat caricaturaal voor ons. Daarom was het zoo'n uitstekende gedach. te van de firma Bohn, dat zij de veertigste jubileumuitgave liet illustreeren door Jo Spier, dien men in eenig opzicht zou kun nen vergelijken met Hildebrand. Hij heeft zooals gezegd het dagelijksche leven geco- pieerd. Dichter en dominé. Vervolgen wij thans den levensloop van den populairen dichter. Na zijn Camera is nog veel werk gevolgd, dat echter nooit die zelfde kwaliteit bereikte. Beets was een veelzijdig man en in zijn tijd een gewich tig persoon. Uit zijn studietijd dateert de groote vriendschap voor Hasebroek, even. sens een hartstochtelijk „letteroefenaar". De kennismaking geschiedde op een le zing van Abraham des Amorie van der Hoeven. Hasebroek stootte Beets toevallig in het gedrang tegen den arm en door de geestige wijze, waarop de verontschuldi ging werd aanvaard, ontwikkelde zich een vlot gesprek. De vrienden hadden elkaar gevonden. Hasebroek was sedert 1829 als student ingeschreven, maar zijn studietijd werd verlengd doordat hij tijdens de Bel gische omwenteling als vrijwilliger dienst had genomen. Van 1833—'36 waren het warme academievrienden, welke vriend, schap ook later bewaard bleef, toen Hase broek beroepen was in Heilo. Beets vond hier zijn vrouw. Een wederzijdsche vriend, Jhr. Cornelis van Foreest had hen meerma len genoodigd op Huize Nijenburgh en daar leerde Hildebrandt Aleida kennen, met wie hij later zeer gelukkig getrouwd is. Reeds binnen het jaar na zijn promotie betrekt Beets de pastorie te Heemstede. Dit oogenblik is in zijn leven eigenlijk beslis send, want met de figuur van Hildebrand de Beets van de vroolijke studentenja. ren is het nu zoo'n beetje gedaan. De Ca mera wordt vrij geregeld herdrukt en in de eerste jaren van zijn predikantschap voegt Beets er nog enkele stukken aan toe, waarvan ongetwijfeld het verhaal van ..Teun de Jager" een der beste is. Het geestelijke werk neemt hem volkomen in beslag, zoozeer zelfs dat Beets eenigszins geringschattend terugziet op die kostelijke pennevrucht uit zijn studententijd de „Ca mera Obscura". Het boek wordt populair en met het boek de figuur van Hildebrand, die in zooverre al spoedig een legende was, omdat de levende Beets als dominé en later als professor te Utrecht meer en meer ver vreemdde van Hildebrand. Het neemt niet weg dat de gestalte van Hildebrand onver, gankelijk, ja onsterfelijk is gebleken. Zijn belevenissen vormen tezamen het treffend portret van een alleszins curieuzen over gangstijd, tijd van trekschuit en diligence. Wanneer men er eens een paar rustige uren voor neemt en zich verdiept in de lectuur van de jarige „Camera Obscura", dan gaat die wereld voor ons leven als een kostelijk kijkspel, sprankelend van echt vaderlandsche humor over echt vader- landsche figuren. Het is dikwijls het nut van jubilea dat vergeelde en vergeten groot heden nog eens uit het museum gehaald worden; dat kan men van Beets' „chef d'oeuvre" moeilijk zeggen. Het boek wordt op vrijwel alle middelbare scholen gelezen en behandeld. Men overdrijft niet door te zeggen dat elke Nederlander de Camera kent. Dezer dagen verscheen de reeds genoem de veertigste druk (bij erven F. Bohn Haarlem) als jubileum uitgave, kostelijk geillustreerd met penteekeningen van Jo Spier. De fijne humor van Spier past zich uitstekend aan bij die van Hildebrand en het is dan ook een verfijnd genoegen om in deze dagen, die ondanks de tijdsomstan digheden eenigszins staan in het teeken van de Camera, deze kostelijke standaard uitgave ter hand te nemen en de verschil, lende bekende verhalen nog eens te her lezen. Deze uitgave is een zeer bijzondere hulde aan Beets' nagedachtenis en een ge schenk voor den litterairen fijnproever, die van een mooi Nederlandsch boek houdt. H, J. St.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 9