Uit de prille jeugd van
de Onderzeeboot
De Internationale toestand
-Z
HET NIEUWSTE
IN DE AFGELOOPEN WEEK
De aandacht van de geheele wereld
is door den inval der Sovjet-troepen
in Finland plotseling afgewend van
den strijd tusschen Frankrijk, Enge
land en Duitschland. Voor het eerst
sinds de revolutie aan het eind van
den vorigen wereldoorlog toch, toont
Rusland belangstelling voor den gang
van zaken in Europa. Het scheen
wel, alsof de oude droom van de
wereldrevolutie tot de geschiedenis
was gaan behooren en het machtige
Sovjetrijk, dat bij monde van Lit-
winof zoo vaak een hoogen toon had
aangeslagen op de vergaderingen
van den Volkenbond, inderdaad niets
liever wilde dan met rust gelaten te
worden en ook anderen met rust te
laten.
De inval in Finland,
de manier, waarop deze is ingeluid en nu
wordt goedgepraat, moet velen de oogen
hebben geopend. Het Noorsche dagblad
„Tidens Tegn" ziet er het begin van den
opmarsch der wereldrevolutie in en pleit
voor een samengaan van Duitschland met
Engeland en Frankrijk, om het gevaar te
keeren. Bij de huidige verhoudingen zal dit
wel een illusie blijven, die in afzienbaren
tijd niet wordt verwezenlijkt.
De eerste dagen van den strijd deden het
ergste vreezen voor het aan de geheele
wereld, met inbegrip van de Duitschers,
sympathieke, eerlijk werkende, Finsche
volk. Maar, al staat het Finsche leger tegen
een overweldigende overmacht, het heeft
reeds nu respect afgedwongen door de
wijze, waarop het zich verzet. Het heeft
het voordeel van de natuurlijke gesteld
heid van het land, dat in het Zuiden be
staat uit een ontelbaar aantal wouden en
meren, en van het weer. Bovendien blijkt
het betrekkelijk kleine leger op bewonde
renswaardige wijze te zijn uitgerust en
geoefend, in ieder geval veel beter dan
dat van de Russen, zoo zeer zelfs, dat, in
dien er niet de uitgebreide luchtvloot van
de Sovjet-Unie was, die met een meedoo-
genloos luchtbombardement dreigt, men
optimistisch zou kunnen zijn over den af
loop.
Wat zal de Volkenbond doen
De Finsche regeering heeft, als lid van
den Volkenbond, of liever van wat daar
van nog over is, een beroep gedaan op de
Assemblée. De Raad komt Zaterdag, de
Assemblée Maandag bijeen. Zij zal zich
voor een bijna bovenmenschelijke taak ge
steld zien. Rusland, voorvechtster van den
Volkenbond, bekleedde nota bene zelf het
voorzitterschap van den Raad. Reeds heeft
Molotof getelegrafeerd, dat er geen ver
tegenwoordiger komt. De „Matin" verge
lijkt Ruslands invasie met de misdaad, die
de President van den Hoogen Raad zou
begaan. Italië, dat zelfs destijds zoo ge
sputterd heeft tegen de vrijwel mis
lukte sancties in verband met zijn inval
in Abessinië, dringt aan op sancties tegen
Rusland. Argentinië wil Rusland als lid
royeeren, Uruguay zegt, dat het als lid
zal bedanken, indien niet uiterst krachtig
wordt opgetreden tegen den aanvaller.
Trouwens, Finland is zelf steeds een trouw
aanhanger van den Volleen bond geweest,
en heeft zich voorstander betoond van het
beginsel der collectieve veiligheid.
Twee regeeringen in Finland.
Hoewel Molotof had verklaard, dat hij
met de bestaande regeering niet zou onder
Nog steeds onlusten in Britsch-Indië. Britseh-Indische soldaten drijven een groep
betoogers uiteen.
handelen over een wapenstilstand en de
Finnen daarom zoo ver waren gegaan, een
nieuw kabinet, onder leiding van Ryti te
vormen, heeft men de gruwelijke farce zoo
ver doorgedreven, dat te Terijoki een z.g.
Finsche volksregeering werd ingesteld
onder leiding van Otto Kuusinen. Hij nóch
de andere leden dezer „regeering" hebben
eenige relatie met Finland, en zijn een
voudig agenten van de Komintern. Kuusi
nen zelf heeft reeds jaren zijn Finsche
nationaliteit verloren en die van de Sovjet-
Unie aangenomen. Zoo hoopt Rusland op
allerlei manieren den strijd te winnen door
het stichten van verwarring en onrust.
Ondanks de verzekeringen, dat de
Sovjet-republiek geen agressieve bedoelin
gen tegen Zweden koestei't, is men ook
daar allerminst gerust, zooals blijkt uit de
versterking van het leger. De Oslo-staten
zullen eikaars steun ongetwijfeld noodig
hebben in den komenden tijd. En ook in
het Zuid-Oosten van Europa voelt men
zich niet geheel veilig. Italië heeft op dui
delijke wijze van afkeer van het Russische
optreden kenbaar gemaakt.
De chaos.
Zoo gaat Europa steeds meer naar den
chaos. Wij hebben nu twee oorlogen te re-
gistreeren, die schijnbaar zonder eenig ver
band met elkaar staan. De onderlinge ver
houdingen zijn totaal anders, dan meni
geen een half jaar geleden vermoedde dat
waren. En het lot der kleinere neutrale
staten wordt steeds somberder.
Op den dag, die sinds oude tijden was
gewijd aan de goede gaven van den Spaan-
schen heilige, vonden die neutralen in hun
schoen de uitbreiding, die de geallieerden
hebben gegeven aan de blokkade van
Duitschland, die nu ook wordt toegepast
op den export. Zij hebben in min of meer
scherpe bewoordingen te Londen tegen
dezen maatregel geprotesteerd, en er is wel
leedwezen betuigd, en beloofd, dat met hun
belangen rekening zou worden gehouden,
maar Engeland en Frankrijk hebben de
gevolgen van deze verscherping van den
strijd ter zee niet meer in hun hand.
Duitschland fulmineert nog altijd tegen de
slappe" houding der neutralen tegenover
de blokkade-maatregelen.
Wolken boven Voor-Azië.
Een merkwaardig artikel in het Duitsche
dagblad de „Völkische Beobachter" heeft
de aandacht getrokken. Men heeft zich al
geruimen tijd afgevraagd, hoe er ooit.een
einde aan den oorlog tusschen de geallieer
den en Duitschland moet komen, nu beide
partijen tegenover elkaar liggen in hun
linies en van actie steeds minder sprake is.
Ook de luchtaanvallen zijn van betrekke
lijk weinig beteekenis. Slechts op zee
woedt de oorlog met al zijn vernielende
kracht, maar een beslissing zal daar toch
nimmer worden afgedwongen.
Nu wordt in het Duitsche blad openlijk
de aandacht van Rusland gevestigd op de
wenschelijkheid, Engeland in Britsch-Indië
aan te vallen. Eerst zou dan echter Rus
land Turkije moeten onderwerpen. Een
dergelijke hulp zou ongetwijfeld Duitsch
land zeer welkom zijn. Rusland zal echter
zijn eigen plannen voor de toekomst al wel
hebben vastgesteld. Het optreden in de
Oostzee maakt niet den indruk, dat de
Sovjet-Unie zich aan zijn bondgenoot heel
veel gelegen laat liggen en dat het rustig
zijn gang gaat, die het door zijn eigen
belang wordt voorgeschreven.
OORLOGSSPEELGOED.
Het pleit voor het vertrouwen van ons
volk, dat de feeststemming in de lucht zit,
in weerwil van den ernst der tijden. In de
winkelstraten verdringt zich de menigte
en in vele zaken komt men handen te kort
om de koopers te bedienen. Het is bijna
hetzelfde beeld van vroolijke drukte, dat
andere jaren in de Decembermaand te aan
schouwen geven.
Dat de jeugd een groot deel vormt van
de begeerige kijkers en koopers behoeft
geen betoog. Van verlangen schitterende
oogen monsteren begeerig naar de schatten,
die in de speelgoed-af deelingen zijn uitge
stald. Elk kinderhart gaat uit naar de tal-
looze heerlijkheden, die daar in rijke ver
scheidenheid het oog tot zich trekken. Wij,
ouderen, voelen ons kind met de kinderen.
Ook wij hebben in tijden, die lang achter
ons liggen, langs de winkels gedwaald en
onze overdreven verlanglijstjes opgemaakt.
Met groote waardeering constateert de
winkelstand, dat de oorlog het gemeen
schapsleven nog niet zoodanig heeft aange
tast, dat de koopkracht en de kooplust
daaronder aanmerkelijk heeft geleden.
Neen, de oorlog heeft gelukkig den win
kelier in deze dagen gespaard. Men koopt
nog geschenken en zooals altijd veel
speelgoed.
Oorlog is een bange tijd voor den han
delaar en den winkelier. Zij erkennen in
den oorlog hun vijand; en er zullen zeker
zeer weinigen onder hen worden gevonden,
die er naar verlangen. Daarom treft het
ons ook ditmaal, dat er onverstandigen
onder hen zijn, die met een volkomen ge
brek aan inzicht propaganda maken voor
hun vijand, voor ons aller vijandden
oorlog.
Of is het geen propaganda maken voor
den oorlog, wanneer men in verschillende
speelgoed-afdeelingen oorlogsmateriaal in
miniatuur ziet uitgestald Waarom het
kind al die kanonnen, die tanks, dat af
weergeschut voor te zetten, die vestingen,
die soldaten met geveld geweer waarbij
het realisme zoo sterk wordt doorgevoerd
dat men zelfs de gewonden, de gesneuvel
den, de lazaretten en hospitaalsoldaten niet
heeft vergeten.
Dit soort speëlgoed dat den naam
speelgoed niet verdient vergiftigt de
kinderziel. Het wakkert bij de jongens de
verkeerde instincten aan, die de beste
mannen en vrouwen onder alle volleen zoo
krachtdadig bestrijden. Zien wij niet, juist
in dit jaar, de verschrikkingen van den
oorlog in Europa in him ontzettendsten
vorm Is het dan niet onverantwoordelijk,
het kind door zijn spel daarin te betrek
ken
Velen vóór ons hebben daarop reeds ge
wezen; en hun vermaningen zijn gelukkig
niet zonder uitwerking gebleven. Kanon
nen. soldaten en wat dies meer zij nemen
thans wij moeten het met dankbaarheid
erkennen een ondergeschikte plaats in.
Maar geheel afgedaan hebben zij nog niet.
Onverstandige winkeliers ruimen er nog
altijd een plaatsje aan in. Het zou verstan
diger zijn, ze geheel te verbannen. Onze
jongens zullen het gemis niet betreuren.
Feestvreugde behoort niet te worden be
dorven door overpeinzingen als deze, waar
aan anderen zich overgeven, die den ernst
des levens hebben leei'en kennen. Laat men
uit alle speelgoed-afdeelingen dezen steen
des aanstoots laten verdwijnen geen oor
logsspeelgoed meer
MAARSCHALK CARL G. E.
MANNEItHEIM.
De vroegere Russische legercom
mandant, Generaai-veldmaarschalk
Carl G. E. baron von Mannerheim,
onder wiens leiding thans de Finsche
troepen zich tegen den inval der
Sovjets verzetten, werd 4 Juru 1867
geboren. Hij bezocht de Zweedsche
krijgsschool in Fredrikshamn en
daarna de cavalerieschool van Niko-
lajewsk. In het jaar 1889 trad hij
in dienst van het Russische leger.
Als luitenant-kolonel nam hij deel
aan den Russisch-Japanschen oorlog
en daarna van 1905 tot 1906
onderscheidde hij zich als lid van
een politieke commissie, welke Cen-
traal-Azië en China bezocht. Tijdens
den wereldoorlog werd hij benoemd
tot bevelhebber van de Warschau-
sche cavalerieregimenten en nader
hand tot bevelhebber van de Rus-
sisch-Roemeensche legers in de
Transsylvanische Karpaten.
Na de bolsjewistische revolutie
keerde Mannerheim naar Finland
terug, waar hij opdracht kreeg een
volksleger te vormen, waarmede de
Finsche vrijheidsoorlog tegen de
Russen gevoerd werd. Met behulp
van de Duitsche troepen onder lei
ding van graaf von der Goltz slaagde
hij erin zijn taak te volbrengen.
Mannerheim trok zich daarna te
rug op een landgoed in Zweden,
waar hij echter bleef werken aan
den opbouw van het Finsche leger.
Tevens was hij voorzitter van den
Finschen verdedigingsraad.
Voorts deed hij in 1930 nog van
zich spreken als geestelijk vader van
de anti-communistische Lappobe-
weging. In Mei 1933 werd Von Man
nerheim benoemd tot generaai-veld
maarschalk.
DAT WAS HET BEGIN:
de „kunstmatige zeehond" van
■i Rendsburg.
Tragisch levenseinde van den uitvinder.
Reeds in 1850 bouwde Wilhelm Bauer zijn
„brandduiker", voorlooper van den
onderzeeër.
Het waren overwegingen van krijgskun
digen aard die den onderofficier Wilhelm
Bauer in de vorige eeuw het idee ingaven
dat het niet onmogelijk zou zijn een kunst-
matigen „zeehond" te bouwen. Avond aan
avond zat hij in een schuur bij 't Duitsche
plaatsje Rendsburg en bouwde er aan zijn
model voor een zoogenaamden „branddui
ker", gelijk hij dtt apparaat noemde. Niet
alleen zijn eigen regiment, maar geheel
Rendsburg sprak van deze onderneming.
Totdat hij op een goeden avnd bij zijn com
mandant werd ontboden. Generaal von
Willisen wilde zijn plannen en het model
zien.
Het scheepsmodel staat op een tafel, ja
een duikboot is het, die Wilhelm Bauer
heeft uitgedacht. Een schip, dat niet alleen
over het water, maar ook onder den water
spiegel zal kunnen varen en daardoor voor
den vijand onzichtbaar en volgens Bauer
dientengevolge onaantastbaar zou zijn. In
het eerste had hij grootendeels gelijk, zoo
als de geschiedenis later zou leeren, het
tweede was een begrijpelijke misrekening.
Wij weten thans maar al te goed dat een
duikboot inderdaad zeer kwetsbaar is, ge
tuige de regelmatige berichten, die we in
de pers kunnen lezen van onderzeeërs, die
de prooi zijn geworden van dieptebommen.
Het model van Wilhelm Bauer moet den
vorm van een zeehond hebben gehad: twee
meter breed en ongeveer acht meter lang,
waren de afmetingen, die hij zich had voor
gesteld. Met een luchtinhoud van vijf en
twintig kubieke meter, aangedreven door
twee., trapraderen, die op hun beurt den
scheepsschroef in beweging brachten, waar
door dit merkwaardige vaartuig een snel
heid van zes kilometer per uur zou kunnen
bereiken. De heele bemanning zou moeten
bestaan uit zes koppen. Onderofficier Bauer
neemt aan binnen enkele weken een proef
boot te bouwen, alleen het geld ontbreekt
hem op het oogenblik.
Dien avond brachten de officieren, die
ln Rensburg gelegerd waren een paar hon
derd daalders bijeen, en generaal Von Wil
lisen belooft dat hij moeite zal doen het
Pruisische Ministerie van Oorlog voor de
zaak te interesseeren. Een week later ont
vangt Bauer bericht dat het Ministerie 100
daalders en geen cent meer beschikbaar
wil stellen voor zijn onderneming. In totaal
!j het bijeengebrachte bedrag vijftig daal
ders te gering. Maar niettemin gaat Bauer
aan den slag. Dan bouwt hij het schip, te-
De huidige oorlog ter zee staat in
de eerste plaats in het teeken van
de duikbooten. Reeds in 1914'18
heeft dit wapen bewezen van enor
me beteekenis te zijn. In het jong
ste conflict worden ze weer met
veel succes ingezet. Over de actie
van een duikboot schreven wij
kort geleden. Thans staan wij wat
uitvoeriger stil bij de geschiedenis
van de duikboot, die nog geen
eeuw oud is. En Duitsch onderof
ficier Wilhelm Bauer, ondernam
mei zijn brandduiker reeds in het
midden van de vorige eeuw een
proeftocht. Het resultaat was wel
iswaar nihil, maar dat was niet
zoozeer te wijten aan ondeugdelijk
heid van Bauer's plannen, als wel
aan het feit dat de techniek voor
dergelijke ondernemingen nog niet
ver genoeg gevorderd was. Toen
de tijd er enkele tientallen jaren
later rijp voor was heeft de onder
zeeër in zeer korten tijd een hooge
graad van perfectie bereikt
gen zijn oorspronkelijke bedoeling in, maar
zonder dubbelen wand.
Het was niet de schuld van Bauer, dat
de boot, wanneer hij gereed is, zich ietwat
anders gedroeg, dan hij zich voorgesteld
had. Dat was omstreeks 1850. De romp was
te zwak, de duiktanks bleken onbereken
baar. Daarom was het noodig dat de boot
een ijzerballast meenam, om het de nood
zakelijke zwaarte te geven. Aangezien de
techniek nog geen machines had gecon
strueerd, die onder water werkten, moest
Bauer het stellen met twee trapraderen.
Door een betrekkelijk samengestelde tand
radinstallatie werd de beweging overge
bracht op de horizontale as, aan het einde
waarvan de schroef bevestigd is. In het
voorste deel van den „kunstmatigen zee
hond" bevond zich de plaats voor den
stuurman met zijn eenvoudige stuurinrich
ting. Aan den buitenwand van het schip
waren ladingen springstof opgehangen. De
gedachte torpedo's te lanceeren van eerst
van veel later datum.
Diep ontroerd zag Wilhelm Bauer het
schip, toen het na hard werken gereed ge
komen was.
Den achttienden December van het jaar
1850 gleed de „brandduiker" te water. De
eerste proefvaarten bewezen dat de plan
nen in groote lijnen levensvatbaarheid be
zaten en dat men er vroeg of laat in zou
slagen een bruikbare onderzeeboot te bou
wen. Maar Bauer was van meening dat de
wanden, die tegen zijn zin zwakker van
constructie waren, dan hij zich had voor
gesteld in 't 1ste project toereikend konden
worden geacht voor een diepgang van ten
hoogste acht meter. Ook in die jaren waren
de geleerden het niet eens, want andere
technici beweerden, dat het schip tot ten
minste dertig meter onder den zeespiegel
zou kunnen dalen. Kwaadwilligheid en een
ergerlijk tekort aan hulpvaardigheid van
de zijde zijner medewerkers waren oorzaak
dat de eerste duikproef van Bauer een fi
asco werd, waarmede bijna zijn leven ge
moeid was. De brandduiker zakte in de
diepte op de plaats, waar hij gemeerd lag.
Maar na veel inspanning slaagt men er
tegen alle verwachting in de boot omhoog
te brengen. Wanneer zij gerepareerd is,
zullen nieuwe proefvaarten en vooral duik
proeven worden ondernomen. Wel bewust
van den grooten kans dat zijn eerste duik
kan mislukken, maakt Bauer, voordat hij
aan boord gaat, zijn testament.
VOOR HET EERST PER
DUIKBOOT ONDER WATER.
Het is 1 Februari 1851. Aan de admirali
teit wordt een vaartuig getoond dat vier
maal zoo lang is als breed. Voorin ontdekt
men een zeer dikke glasruit, verder een
luik bovenin, dat toegang geeft tot het in
wendige en waardoor de bemanning zich
in het scheepsruim begeeft. Ook ziet men
nog 2 guttapercha handschoenen aan den
boeg, die bedoeld zijn om de lading spring
stof onderaan het vijandelijk schip te han
gen en deze tot ontsteking te brengen.
Met Bauer begeven zich twee vrijwil
ligers aan boord, namelijk de smid Thom
son en de timmerman Witt. De zee was
buitengewoon rustig en langzaam zette de
boot zich in beweging. Dan begint zij te
zinken, alleen het luik steekt nog boven de
oppervlakte uit. Even daarna is het schip
met de drie mannen geheel onder de opper
vlakte verdwenen. Bauer zet koers naar de
diepste plek in de haven, om daar onder te
duiken tot een druk van een atmosfeer en
voetje voor voetje, gelijk hij later zelf heeft
geschreven, gaat het naar de plaats van be-
Wilhelm Bauers duikkamer, die eveneens
nooit werkelijkheid is geworden.
stemming.
Van den wal klinkt hoerageroep over het
water. Maar dan is het ongeluk reeds ge
beurd. Het ballastgewicht ligt op de ver
keerde plaats, waardoor de boot een ver
keerden stand inneemt, die steeds beden
kelijker wordt. Het driemanschap beproeft
de lading te verstouwen, maar het gelukt
niet. De boot komt in een steeds meer ver
ticalen stand te staan. Op tien meter diepte
gekomen, wordt de linkerwand ingedeukt
en ontwricht een der beide trapraderen.
Ook de rechterzijde kan nu elk oogenblik
worden ingedrukt. Er dringt water in de
boot en een van de pompen weigert te func-
tionneeren.
Drie uur zijn verloopen. Aan den wal be
gint men nu toch bezorgd te worden, en is
druk bezig met kabels den bodem af te
sleepen om zoodoende te trachten de boot
te lichten. Stalen kettingen en ankers wor
den neergelaten. De mannen in de boot
staan angstige momenten door; het water
is hen inmiddels tot aan de borst gestegen.
Er moet spoedig redding komen, anders is
hun lot bezegeld. Er is nog slechts weinig
lucht. Op de omliggende schepen hijscht
men de vlaggen halfstok. Met plechtige
woorden herdenkt men de dappere man
nen, die daar beneden hun leven gelaten
hebben voor een groot doel. Er kan immers
geen twijfel aan bestaan of constructeur
Bauer en zijn gezellen zijn reeds lang ge
stikt. Maar terwijl men nog bezig is met de
plechtige gedachtenisrede, begint het water
plotseling te borrelen en het volgende
oogenblik verschijnt een hoofddeksel aan
de oppervlakte. Even daarna volgt een
menschengestalte, met korte poozen nog
tweede en derde. De doodgewaande mannen
zijn als door een wonder aan een zeker lot
ontsnapt. Met vereende krachten waren zij
er in geslaagd het luik te openen. In de
haven van Kiel zag men verblufte gezich
ten. De brandduiker bleef op den bodem
van de zee liggen. Alle pogingen om het
vaartuig te lichten, leden den eersten tijd
schipbreuk.
Eerst in de zeventiger jaren slaagde men
er in dit merkwaardige onderzeemonster
te lichten.
Bauer had de genoegdoening dat de com
missie van onderzoek van oordeel was, dat
niet de plannen zelf, maar de gebrekkige
wijze, waarop daaraan uitvoering was gege
ven, beschouwd moest worden als oorzaak
van de ramp. Maar met dat al staat de con
structeur, die inmiddels ontslagen is uit den
militairen dienst, zonder middelen op
straat. Niettemin slaagt hij erin om nog een
tweede model van zijn duikboot te bouwen.
Oostenrijk, Frankrijk en Engeland, welke
landen hij zijn uitvinding aanbiedt, wijzen
het af. Maar dan ontfermt Rusland zich
over den uitvinder. In Petersburg wordt
hij in de gelegenheid gesteld om in 1855
andermaal een brandduiker te bouwen. De
ze boot heeft niet minder dan 153 proef
tochten onder water gemaakt. Den 2den
October 1856 wil men proeven nemen met
de explosieve stoffen. Maar dat beteekent
den ondergang van de boot zelf. Daarmede
is voorloopig de onderzeeër verwezen naar
het rijk der onmogelijkheden, want men
stelt Bauer niet in de gelegenheid nogmaals
proeven te nemen. De tijd was voor de
uitvinding blijkbaar nog niet rijp, want in
andere landen lachte men om het idee.
Bauer was wel een inventieve geeft.
EEN BEMANDE TORPEDO!
Zooals men weet is een. torpedo
een zes tot acht meter lange cy
linder, die in hoofdzaak uit staal
en brons is vervaardigd. Dergelij
ke projectielen zijn buitengewoon
kostbaar en in zekeren zin kan
men ze vergelijken met een duik
boot van het allereenvoudigste
systeem, maar dan zonder beman
ning. De torpedo loopt van voren
toe in een punt en in dit voorste
deel bevindt zich een aanzienlijke
hoeveelheid springstof, die tot ont
ploffing komt, bij aanraking met
üen scneepswand van het object.
De explosie is doorgaans zoo hevig
dat een zeer groot gat onder de
waterlijn in het schip geslagen
wordt, tengevolge waarvan het
zooveel water maakt, dat het kort
daarna zinkt. Dit althans bij een
koopvaarder. Met de groote slag
schepen staat het er eenigszins
anders voor. Deze kunnen niet zoo
gemakkelijk getorpedeerd worden,
omdat hier speciale voorzieningen
zijn getroffen. Maar ook wanneer
een slagschip is getroffen wordt
het daardoor buiten gevecht ge
steld. Het afschieten van de torpe
do's vereischt groote vaardigheid
en grondige kennis omdat het ob
ject beweegt en gerekend moet
worden met den afstand, dien de
torpedo heeft af te leggen. Door
een misrekening faalt de torpedo
nog al eens. Daarom schiet men er
bij den aanval meer dan één af;
de meeste onderzeeërs zijn voor
zien van vier tot zes torpedolan-
ceerbuizen. In Japan heeft men nu
het nieuwste op dit gebied uitge
vonden, namelijk een bemande
torpedo. Dit is toch wel een zeer
aparte sensatie, want het spreekt
vanzelf dat de man, die languit
liggend in de torpedo de stuurin
richting bedient, zelf het eerste
slachtoffer is van zijn aanval. Pre
cies als de commandant van een
duikboot kijkt hij door een peris
coop en stuurt de torpedo op zijn
doel af. Ongetwijfeld wordt een
trefkans hierdoor aanzienlijk ver
hoogd, maar of er in de practijk
iets uit groeit mag betwijfeld wor
den.
Het bleef niet bij een enkel project. Op zijn
naam staat ook een speciaal hefwerk voor
schepen. Hij heeft nog vele soorten duiker
klokken en onderzeegeschut gebouwd.
Maar omdat hij in zijn mémoires op hef
tige, temperamentvolle wijze opkomt voor
zijn ideeën, beschouwt men hem als een
querulant. Hij deelt het lot van vele groote
geesten. Geestelijk: miskenning; stoffelijk:
armoede. Dat hij in letterlijken zin niet van
honger is omgekomen, was te danken aan
een bescheiden toelage van den Beie*
koning. - v