TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare vergadering van den Raad der Gemeente Venray, FEUILLETON. Herinneringen uit Miliciens- en Mobilisatietijd. 19131918, ONZE TANDEN. Zaterdag 2 December 1939 Zestigste Jaargang No 48 gehouden op DINSDAG 14 NOVEMBER 1939. des namiddags half vijf. Voorzitter: de Heer Mr. A. H. M. Janssen. Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat over tot trekking van een nummer, wie in deze vergadering bij eventueels stem mingen 't eerst zijn stem moet uitbrengen. Getrokken wordt Nr 4,zoodat No. 4 der presentielijst, i.e. de Heer van Boven, dit het eerst moet doen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der agenda: „Notu len der openbare vergaderingen van 5 September 1939 en 22 September 1939". Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze notulen ongewijzigd vast te stellen. —Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda: ^Ingekomen stukken." a. Besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raadsbesluit van 2 October j.l., tot verhooging van het rentepercentage der kasgeld- leening; b. idem tot verhooging maximum-bedrag tot f 300.000.—, hetwelk in rekening-courant kan worden opgenomen. c. idem tot goedkeuring raadsbesluit van 22 September j.l. tot wijzi ging gemeentebegrooting voor 1939. d. idem tot goedkeuring raadsbesluit van 5 September j.l. tot onder- handsche verpachting van gemeente-eigendommen. e. idem betreffende gedeeltelijke ontheffing van Waterschapslasten over 1939. f. verslag der Gemeentelijke Arbeidsbeurs tevens Districtsarbeids beurs over 1938. g. verslag van den Handelscursus over 1938. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot oninvorderbaarverkla- ring van oninbare posten" De Heer ODENHOVEN zegt, dat. het hem spijt, dat op de staten van oninvorderbaar te verklaren posten personen voorkomen, niet alleen uit deze gemeente, doch ook van buiten de gemeente, die het feitelijk ge woon vertikken om te betalen, en vraagt, of daar nu niets aan te doen is. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders te allen tijde diligent zullen blijven en hun uiterste best zullen doen om deze bedragen alsnog te kunnen innen. Spreker wijst er nog op, dat door deze oninvorderbaar verklaring de schuldigen niet van hun schuld af zgn, doch zoodra zij eenigszins bij machte worden geacht om te be talen, de schuld alsnog zal worden ingevorderd. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna tot oninvorder- baarverklaring overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde punt 4 der ageDda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van een lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van den HoogEerw. Heer W. Berden, pastoor-deken." Voorgedragen wordt het volgende dubbeltal: 1. W. Berden, pastoor en deken te Venray. 2. J. N. H. van Wijngaarden, kapelaan der parochiekerk te Venray. Tot stemopnemers werden aangewezen de heeren van Dijck en Steeghs. Uit de hierna gehouden stemming bleek, dat waren uitgebracht 15 stemmen op W. Berden, zoodat deze met algemeene stemmen is her benoemd. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda„Aan vrage van het bestuur der R.K. Lagere Jongensschool te Venray-kom om beschikbaarstelling van de noodige gelden a. voor aanschaffing der rekenmethode Weeterings; b. voor het doen betegelen of op andere wijze doen verharden der speelplaats." Bij Raadsbesluit van 28 Februari 1939 Nr. 32/60, v.j., werd een vroe ger verzoek om verbetering der speelplaats afgewezen. Thans heeft het Schoolbestuur een nieuw verzoek daartoe ingediend en achten Burge meester en Wethouders na terzake gehouden overleg met het School bestuur waarbij de totstandkoming van de bestaande gedeeltelijke verharding werd uiteengezet en door welke uiteenzetting een andere kijk op deze aangelegenheid werd verkregen en opneming opnieuw van den nog verergerden toestand ter plaatse, termen aanwezig om hun in het begin dezes jaars in deze ingenomen standpunt te verlaten en den Raad thans voor te stellen d,e gevraagde medewerking te ver- leenen door het toestaan van de voor een doelmatige verharding be- noodigde gelden. De Heer ODENHOVEN merkt op, dat dit punt reeds meerdere malen ter sprake geweest, en in verband met andere scholen is verschoven. Het verschil tusschen de speelplaats aan de meisjesschool en de onder havige is nu wei erg groot, zoodat Spreker zich met het voorgestelde best kan vereenigen. Het is nu hoog tijd, dat aan den erbarmelijken toestand der speelplaats, vooral bij langdurig regenweer, een einde ge maakt wordt. De Heer VAN BOVEN wijst er op, dat vroeger, toen B. en W. afwij zend tegenover deze aanvrage stonden, enkele leden zich toch reeds als voorstanders hebben laten hoorea, waaronder ook Spreker en ook thans is deze van oordeel, dat verbetering dringend noodig is. Evenvt el vraagt hij, of het niet mogelijk is, de verharding te doen geschieden met teer en grint, hetgeen vermoedelijk veel goedkooper zal zijn dan een tegel verharding. De Heer STEEGHS vraagt of de aanschaffing van nieuwe reken boekjes niet bestreden moet worden uit de gewone jaarlijks door de gemeente uit te keeren vergoeding. De VOORZITTER antwoordt hierna den Heer van Boven, dat den Raad thans slechts de beslissing gevraagd wordt over het al of niet verleenen van medewerking voor de verharding en het daarvoor beschikbaarstel len van de benoodigde gelden. De wijze, waarop de verharding zal ge schieden, wordt nog nader bezien. Het Schoolbestuur moet nu beginnen door A. VAN GERWEN. 12. 't Gebeurde dikwijls dat er des mor gens bij 't aantreden gewacht moest worden op nakomers, maar nu stond de massa al aangetreden vóór dat het kader aanwezig was. Na appèl gehouden te hebben, weer klonken de diverse commando's en marcheerden we het kamp uit naar 't stationnetje. Onderweg merkte ik een strijdmak ker, die naast me liep op, dat hij ver geten had z'n fiets mee te nemen of voor verzending naar Nijmegen te zor gen. 't Was toch jammer die fiets ach ter te laten voor God weet wie We waren nauwelijks tien minuten loopen van 't kamp verwijderd, zoodat hij, als hij was teruggegaan ons per fiets weer gemakkelijk had ingehaald. Hij was er echter niet meer toe te be wegen terug te gaan en nog één voet stap te zetten in det door ons allen zoo verwenschte kamp. „Heb jij soms interesse voor die fiets, ga hem dan maar halen, maar ik kom uit eigen vrijen wil dèar nooit meer Ik keek eens om en zag in den och tendnevel de sombere barakken nog heel kleintjes. 't Was toch nog een goed rijwiel... „Nee, Jan, ik wil hem dèar voor 't halen ook niet hebben. Laat maar staan 1" We marcheerden verder en passeer den het café'tje waar we allen zoo dik wijls geweest waren om verpoozing te zoeken. De kastelein met zijn familie stonden aan de deur „Goede reis, jon gens, tot ge weer terug komt Wat dachten zij nou? Nee hoor, we vertrokken hier voor goed. Als na ver loop van tijd onze compagnie nog eens zou worden overgeplaatst naar Olde- broek, zouden wij reeds lang met groot verlof zijn. Op 't station stond onze trein reeds op ons te wachten, zoodat we meteen instapten en naar Nijmegen stoomden. Gedurende de treinreis werd gere geld gezongen en moppen getapt, zoo dat we in Nijmegen waren voor dat we er erg in hadden. Wat 'n verschil, op of om 't station, hier of in Olde- broek, waar we met 'n paar man best 't station om hadden kunnen duwen. Op 't stationsplein werd aangetreden en marcheerden we via het prachtige Keizer Karelplein naar den Groesbeek- schen weg, waar we op Infanterie- kazerne No. 1 werden ondergebracht en waar we, zooals later bleek, onze laatste mobilisatie-maanden zouden blijven. Dag en nacht scheelt veel, maar ons vorig verblijf en de kazerne te Nijme gen was ook een hemelsbreed verschil. Hier waren we weer op behoorlijke kamers, met kribben langs de muren en zelfs witgeschuurde tafels en ban ken. We hadden in circa 2 jaar (sinds ons vertrek uit Gorinchem) niet anders meer geslapen dan op een brits of los in 't stroo, zoodat 't ons heel vreemd voor kwam 's avonds weer in de krib te kruipen. We vonden 't eigenlijk jam mer, dat ze voor ons zooveel moeite gedaan hadden, we wisten toch niet beter meer 1 Na den middag, toen er „kok inde met bestek en teekening ter goedkeuring te zenden aan den Inspecteur van het Lager Onderwijs, waarna deze stukken, vergezeld van het advies van den Inspecteur bij het College van Burgemeester en Wethouders moeten worden ingezonden. Het te besteden bedrag enz. worden dan nader bekeken en als naar het oordeel van B. en W. de gekozen wijze van verharding te duur blijkt en met een goedkoopere kan worden volstaan, kan over een en ander nader worden gesproken. Wat de vraag van den Heer Steeghs betreft aangaande de nieuwe rekenboeken, wijst Spreker er op, dat het hier niet betreft vernieuwing van de bestaande rekenboeken, doch eene vervanging van eene vroeger ingevoerde en nu verouderde door eene nieuwe methode, hetgeen volgens de Lager Onder wijs niet onder art. 101, doch onder art. 72 valt. Daarmee is gewacht tot ook de leerboeken versleten waren. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 der agenda „Aanbieding der rekening over 1938 en der begrooting voor 1940 van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur" Op verzoek van den Raad benoemt de VOORZITTER als Commissie van onderzoek dezer Comptabiliteitsstukken de Heeren van Dgck, van Haren en Guelen. Op een vraag van den VOORZITTER, of deze Heeren bereid zgn hun benoeming aan te nemen, verzoekt de Heer VAN HAREN hiervoor niet aangewezen te worden, waarna de Heer PIJLS desge vraagd verklaart in de commissie zitting te zullen nemen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 7 der agenda„Aan bieding der rekeniüg over 1938 en der belans per 31 December 1938 van den tak van dienst het bedrgf der Gasfabriek. De leden dezer Commissie worden op verzoek van den Raad door den VOORZITTER aangewezen en wel de Heeren Millen, van Haren en Camps. Wederom verzoekt de Heer VAN HAREN, om niet in aanmer king te worden gebracht, doch neemt tenslotte deze aanwijzing aan, terwijl ook de andere heeren geen bezwaar hebben om in deze Commis sie zitting te nemen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 8 der agenda: „Aan bieding der Gemeenterekening over 1938." Zooals gebruikelgk wordt met het onderzoek dezer rekening dezelfde Commissie belast, die met het onderzoek der bescheiden van het Gas bedrijf belast is. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 9 der agenda „Aanbieding der Gemeentebegrooting dienst 1940." Van deze begrooting zal aan elk der leden een exemplaar met memo rie van toelichting en verdere bijlagen aan huis bezorgd worden, het geen, zooals de VOORZITTER toezegt, morgen zal geschieden. De be spreking in Comité-Generaal zal dan op een nader te bepalen dag plaats vinden. De Heer CAMPS verzoekt om reeds nu den dag daarvoor te willen vaststellen. Onderling wordt hierna besloten deze bespreking te houden op Vrij dag 24 November a.s. niet vroeger dan 3 uur; aan de heeren Raadsleden zal nog een nadere oproeping worden gezonden. Bij de hierna gehouden rondvraag, vraagt de Heer MILLEN of het thans geen gunstige gelegenheid is, om nog eens bg den Minister op verhooging van de steunnormen en de loonen in werkverschaffing aan te dringen, daar de prijzen der levensmiddelen aanmerkelijk zijn ge stegen. De VOORZITTER denkt, dat er voor den Minister wellicht aanleiding zal komen om eigener beweging de normen te verhoogen, zoodra even tueel wordt overgegaan tot verhooging der salarissen van de ambtenaren, in verband met de tijdsomstandigheden. Daar tot nog toe op de ver schillende gedane verzoeken om verhooging steeds nul op het request verkregen is, vreest Spreker, dat ook thans de pogingen zullen falen. De Heer MILLEN meent, dat het toch weer eens geprobeerd moet worden, daar men anders in den Haag zou kunnen zeggen, nu doet Venray geen stappen om verbetering in zijn uitkeeringen aan werkloo- zen te verkrijgen, terwijl daartoe thans toch alle redenen bestaan. Doch ook als deze bijzondere toestand niet was ingetreden, zou Spreker gaar ne gezien hebbeD, dat nog eens een daartoe strekkend verzoek werd gedaaD. De VOORZITTER antwoordt, hiertegen géén bezwaar te hebben, als de Raad er prij3 op stelt en zegt toe, dat de benoodigde stappen zul len worden gedaan. De Heer ARTS zegt, gezien te hebben, dat aan den St. Servatiusweg canadaboomen staan, die beginnen af te sterven. Deze boomen zijn eigendom van de Gemeente en Spreker acht het wenscheiijk deze boo men thans te doen Kappen en verkoopen, daar ze dan tenminste nog iets opbrengen, terwijl ze anders later niets meer waard zijn. De VOORZITTER zegt. toe, dit eens te zullen doen nagaan. De Heer ODENHOVEN wil hierna het door vriend Millen ter tafel gebrachte nog eens onderstreepen en zegt, gehoord te hebben, dat de Gemeente Bergen reeds soortgelijke pogingen in het werk gesteld heeft. De loonen van de gewone gemeente-arbeiders zijn hier echter ook aan den zeer lagen kant, zoodat Spreker gaarne zag, dat hierin ook thans eenige verbetering werd gebracht. De VOORZITTER antwoordt, dat dit laatste punt bg de begrooting thuis behoort. De Heer VAN HAAREN zegt, een afschrift van een schrijven, het welk door den R.K. Politiebond „St. Michael" aan den Raad is gericht, ontvangen te hebben en te meenen, dat het wel wenscheiijk is, dat de kinderbijslagregeling overeenkomstig dat verzoek wordt aangepast aan de geldende Rijksregeling. De VOORZITTER antwoordt, dat de geheele salarisregeling der poli tie in het aanstaand voorjaar zal moeten worden herzien, wrjl zij slechts tot 3 Mei 1940 is goedgekeurd en dat het in verband daarmede wen scheiijk leek aan B. en W. om deze wijziging dan tegelijk met de alge- heele herziening te overwegen. Het zal ook gemakkelijker zijn om de regeling dan in haar geheel goedgekeurd te krijgen, dan nu voor die paar maanden nog een wijziging van een onderdeel, waarbij ook steeds door den Minister het geheel bekeken wordt, dus de kinderbijslag in verband met alle andere normen. In zulk een partieele verandering kan dus altijd eenig gevaar schuilen voor het rdeds verkregene. De Heer VAN HAREN dacht, dat het aanpassen van een gemeente lijke regeling aan de Rijksregeling toch wel gemakkelijk goedgekeurd zou worden. De VOORZITTER antwoordt persoonlijk geen bezwaar te hebben tegen wijziging in den zin der Rijksregeling, doch adviseert daarmee te wach ten tot de komende herziening. keuken" geblazen was, bleek dat we in een Indische buurt terecht waren ge komen, daar rijst de hoofdschotel was. Een flink bord goed „gemeubileerde" soep en een porlie gekruide rijst-rats ging er nog wel in, zoodat we ên over de kazerne én-# over de keuken best tevreden waren. Met eenige makkers trokken we na het eten de stad in, b ij, dat we, na maanden, 's avonds toch weer eens uit konden. Onwillekeurig belanden we op de Waalkade, waar 't een drukte van je welste was bij 't overzetveer. Vooral bij avond was dat interessant. Toen we weer de stad ingingen, troffen we een paar stadgenooten-kolo- nialen, die over enkele_ dagen naar Indië op transport werden gesteld. Daar moest natuurlijk een glaasje bier op worden gedronken, en werd ons met een het een en ander over Nijmegen als garnizoensstad verteld. Terloops in formeerden we naar fatsoenlijke ont spanningsgelegenheden en lieten ons eenige routes uitstippelen om bij gele genheid een wandeltocht naar de voor naamste bezienswaardigheden te ma ken. Op een van onze wandeltochten .ont dekten" we de H. Landstichting, toen nog van héél geringe bebouwde opper vlakte. Bij die gelegenheid ontmoetten we op de terreinen iemand, die zich z.g. als gids voorstelde en ons wist te vertellen, dat het een eeuw zou duren voor dat het geheele plan was uitge voerd. Als het complex, dat hij ons aan wees, moest worden bebouwd, kan ik me best voorstellen dat het nu nog heel lang duurt. Als bezienswaardigheid mag ook nog genoemd worden het Valuhof, het Kro nenburgerpark en in de naaste omge ving Berg en Dal. Sf. Anna en de stre ken aan de overzijde van de Waal. Vooral in den bloeitijd der kersen- en appelboomen is 't daar een lust voor 't oog. We gingen nu avond op avond de stad in en wisten spoedig waar we voor weinig geld het meeste plezier hadden. Op een avond dat we weer op stap waren kwam een burger bij ons zitten om te informeeren of er door be middeling van ons niet wat te verdie nen was. 't Was ons wel opgevallen dat er zoo veel burgers in slagers- of kruide niersjasjes op de kazerne kwamen, maar dat velen van hen smokkelaars waren, die met de transportfiets op de kazerne hun voorraad op trachten te doen en dan via de wacht den Groes- beekschen weg afreden rechtstreeks naar de Duitsche grens, wisten we niet. Ze zouden contant betalen en konden zoowat van alles gebruiken, zooals koffie, thee, suiker, rijst, peper, noot muskaat, schoenen, sokken, werkpakken ondergoed enz. enz. En hun mond hou den als ze konden... Toch gingen we op hun mooie aan bieding niet in, daar we al heel spoe- in 't genot van groot verlof zouden worden gesteld en vóór ons afzwaaien geen extra-gijntjes meer uit gingen halen, 't Was mooi geweest, de drie jaren gemobiliseerd zijnde, waren bijna vol en ons strafregister idem, voor de verschillende grappen die we uitgehaald hadden 1 Op een namiddag kregen we bericht dat we den volgenden dag met groot verlof konden vertrekken De jongens, die zin hadden om in dienst te biijven, als ie thuis geen betrekking hadden, behoefden zich maar op te geven en behielden dezelfde rechten. Ééntje uit Zuid-Limburg gaf zich op en wou het einde van de mobilisatie afwachten, daar hij huis noch thuis en ook geen werk had. We zouden een afscheidsfuif geven en probeeren er een gezelligen avond van te maken om bij onze strijdmakkers een gunstigen indruk achter te laten. De Heer CAMPS wijst hierna op den slechten toestand, waarin de weg OostrumOirloCastenray verkeert. De VOORZITTER merkt in verband hiermede op, dat dit ook beter besproken kan worden bg de behandeling van de gemeentebegrooting voor het volgende jaar. De Heer ODENHOVEN wil ook nog eens evev wijzen op den toestand van verschillende kleine wegen om de kom. Er zijn verschillende jonge wegen, die in veel betere conditie verkeeren dan oude wegen. Zoo bijv. de Gasstraat. Spreker wil hierop toch eens wijzen, niet omdat hij zelf daaraan woont, doch omdat deze oude weg druk bezet is met aaneen gesloten huizen, terwijl in het uitbreidingsplan goede wegen liggen, die nog niet druk bewoond zgn. De Heer VAN BOVEN klaagt over den toestand vóór zgn huis, die ontstaan is door de vernieuwing van den Merseloscheweg. Als het een tgdje regent, staat daar alles onder water. De Heer PUBBEN licht nader toe, dat dit is gekomen door de nieuwe kantsteenen, die gezet zijn. Het water, dat nu voor de woning van den heer van Boven blijft staan, komt niet van den weg, doch kan nu niet meer zooals vroeger over den weg afvloeien. De Heer NELISSEN wijst er op, dat volgens de oproepingen voor de Raadsvergadering, deze om 4y2 uur zou aanvangen, en niet zooals nu weer is geschied om 5 uur. De VOORZITTER antwoordt, dat volgdhs het Reglement van Orde voor de Raadsvergaderingen deze aanvangen 'n half uur na het tgdstip, waarop zij zijn belegd. De Heer NELISSEN stelt dan voor het Reglement van Orde te wijzigen. De Heer VAN BOVEN meent, daar dit vroeger toch ook altijd zoo was, dat wijziging nu toch niet noodzakelijk is; men kan daarmee toch rekening houden. De Heer PIJLS komt hierna nog even terug op de reeds besproken kwestie befreffende kinderbgslag voor de agenten van politie. Als deze regeling pas in 1940 komt, is het mogeljjk, dat daardoor deze of gene agent gedupeerd wordt en vraagt, of het dan mogelijk zal zgn om de regeling met terugwerkende kracht te maken. De Heer ARTS merkt hierna op, dat langs den Maasheesche weg een nieuw rijwielpad is aangelegd, hetwelk nu reeds ongeveer twee maanden gereed is. Er liggen echter nog steeds houten balken langs den weg en deze balken worden 's avonds soms door kwajongens over het fietspad gelegd. Al tweemaal heeft Spreker gezien, dat de menschen er met de fiets over zijn gevallen. De VOORZITTER antwoordt bg de betreffende instantie hiervan mededeellng te zullen doen met verzoek deze materialen zoo spoedig mogelijk te ruimen. Hierna deelt de "VOORZITTER nog mede, -dat thans goedkeuring is ontvangen voor den bouw van arbeiderswoningen met bijdragen a fonds perdu uit het werkfonds. Door den ingetreden toestand zal het nu ech ter waarschijnlijk niet meer mogelijk zgn voor de vroeger geraamde bedragen de woningen te bouwen en te exploiteeren, zoodat over de al of niet uitvoerbaarheid der plannen thans nog weinig te zeggen valt. ThaDs niets meer de orde zijnde en geen der leden nog het woord verlangend, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. In de jaren, dat het verkeer nog niet zoo'n omvang genomen had als tegenwoordig en de tandheelkundigen nog dun gezaaid waren, en die tijd ligt nog niet zoo ver achter ons was het in 't geheel geen zeld zaamheid, dat men menschen met opgezwollen kaken en het hoofd verborgen in wollen doeken over straat zag slenteren en in plaats van een zoete rust te genieteD 'n gedwongen nachtwandeling maakten, omdat men het in bed gewoon niet kon uithouden van de kiespijn. Dat duurde zoo enkele dagen tot de stekelige pijn verminderde en het verwrongen gelaat weer zijn gewonen habitus verkreeg. Dat verschijnsel behoort nu tot de uitzonderingen. Men laat het zoover niet meer komen, maar neemt de bus of fiets om een deskundige te raadplegen. En de heeren tandartsen hebben het nu overdruk en varen er wel bij wat hun van harte gegund is, want het is waarlijk geen pretje, om door iedereen, die bij hem over den drempel komt, met opengesperde kaken te worden aangegaapt. Het aantal kunstgebitten, dat men tegenwoordig in stad en land ont moet, neemt met den dag toe. En dat niet alleen bij bejaarde menschen, maar voor een groot deel bij wat men noemen kan het nog jongere geslacht. In ieder geval, daar is iets niet in orde. Of dat nu komt door de slechte verzorging van de tanden, ofwel door de veranderde leefwijze, durf ik niet uit te maken. Maar een feit is, dat haast niemand meer met zijn eigen stel tanden, dat hg op zgn levensweg meekreeg, kan toekomen. En toch moest dat de natuurlijke gang van zaken zijn, want Onze Lieve Heer gaf ons dat mondapparaat niet voor enkele jaren, maar voor heel ons leven. Ook onze Zuid-Limburger was van de partij .en in 't begin van den avond begon hij al te praten om toch ook maar te vertrekken, hij zou wel zien waar hij bleef. Hoe later het werd hoe beslister hij ging, 't kon hem niets meer schelen, maar blijven deed hij niet als wij weg waren. Wij probeerden genoeg hem over te halen om te blijven en te trachten bij de opleiding te komen voor Onder- Officier, dan had hij „z'n kostje ge scharreld." Na lang praten zou hij 't probeeren en gaf er meteen een rondje op. 't kon lijden als hg sergeant werd Langzaamaan werd het tijd om naar de kazerne te gaan, daar 't uur van 't avond-appèl naderde en we den laatsten avond in dienst niet te laat binnen.wil len zijn. We hadden er echter in onze fuif-stemming geen erg in nog zoo ver van den Groesbeekschenweg verwijderd te zijn. .Dan kunnen we nog wel 'n keer aanleggen, 't is ook voor 't laatst, dat bij elkaar zijn 1" Zoodoende werd 't weer politie-uur toen we de richting naar de kazerne insloegen. Onze adspitant-onder-officier zou het terrein gaan verkennen en trachten ons achterom de kazerne binnen te loodsen, hij wist *t best den weg. Nauwelijks- zat hij boven op 't hek of veel vlugger dan hij er opgeklommen was, viel hij er pardoes af. Aan mop peren en tieren natuurlijk geen gebrek tot de wacht in het geweer kwam en hem voor nachtlogies meenam naar de politiekamer, waar ze nog heel wat met hem te stellen hadden. Van de consternatie gebruik maken de hadden wij kans gezien ongemerkt ons wolletje op te zoeken. Op 't oogen- blik konden we toch niets voor hem doen. We zouden morgen wel verder zien. Toen we den volgenden dag voor den We zullen dat zaakje eens wat nader bekgken. Een mensch hoeft in zgn eerste levensdagen nog geen noten te kra ken en daarom vertoont de boreling bij zijn eersten schrei een tandeloo- zen mond. De normale gang van zaken is aldusBg het kind vertoonen zich het eerste paar sngtandjes in de onderkaak op een leeftijd van 6—7 maanden. Daarna verschijnen ook de bovensnijtanden. Op een leeftijd van 1012 maanden heeft het in elke kaak 4 snijtanden. Ailengs komen er meer tanden bg, namelijk aan elke zijde van de kaak, zoowel boven als onder, één hoektand en twee kiezen. Goed geteld, totaal 20 tanden. Dat is het melkgebit, dat later door de blgvende tanden ver vangen wordt. Het melkgebit is volledig in het 3e levensjaar en blijft tot ongeveer den 7-jarigen leeftijd. Nu begint het wisselen. Geleidelijk breken de blgvende tanden door en verdringen het melkgebit, dat dan ook op zijn tijd moet verdwijnen, wil het niet het scheef groeien van de blgvende tanden veroorzaken. Reeds vóór deze periode, op 7-jari gen leeftijd, breekt het eerste stel ware kiezen door. Op een leeftijd van ongeveer 13 jaar komt het tweede stel ware kiezen, en in de 20er jaren 't laatste viertal, de zoo genaamde verstandskiezen. Een volwassen mensch heeft in totaal 32 tanden, te weten: in elke kaak 4 snijtanden, aan elke zijde 1 hoektand, en verder 5 kiezen, waar van de voorste 2 met een kleiner wortelgestel de valsche, en de laat ste 3 met stevige wortele de ware kiezen. Een tand bestaat uit wortel, hals en kroon: De wortels zitten met een beenachtige stof, het cement, vast in de holten van de kaak, de tand kassen. De tand bestaat uit het z.g. tand been, terwijl de kroon is bedekt met een harde, porceleinachtige stof, het email. In de tand bevindt zich een holte, gevuld met de tandpulpa, een weeke massa, waarin zich de bloed vaten en zenuwen bevinden, welke door de openingen in de wortels Daar binnen treden. Zoo'n tand zit dus degelijk in compagnies-commandant inspectie had den over kleeding en uitrusting, kwam onze adspirant onder geleide naar 't bureau. Voor die grappenmakerij kreeg bij acht dagen provoost, waarop wij den compagnies-commandant voorstelden die straf over ons met vieren te ver- deelen. Wij waren ook van de partij geweest onzen laatsten duit in 't zakje doen. „Jongens, ge bent lang de braafsten niet, maar ik vind het toch flink van jullie, dat ge zoo kameraadschappelijk bent om met den verlofpas op zak nog eerst twee dagen te willen uitzitten voor een kameraad. Ik kan dit echter niet toestaan, en wensch jullie in de burgermaatschappij het beste. Ingerukt, marsch 1" Met ons kistje op den schouder ver trokken we van de kazerne, een nieuw leven tegemoet... NASCHRIFT. Hiermede zijn mijn miliciens- en mobilisatieherinneringen ten einde. Veel lief en leed is ons beschoren ge weest gedurende bijna vier jaren. Het lief wordt onthouden en nog wel eens verteld, doch het leed werd zoo spoe dig vergeten of door een pretje onge daan gemaakt, dat we hiervan niet veel nare herinneringen over hebben. Ik hoop dat mijn schetsen over die bewogen jaren de noodige belangstel ling mogen gehad hebben en bij velen de herinnering opwekken van hetgeen zij beleefd of ondervonden hebben, om in familiekring nog eens na te vertellen. EINDE.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5