TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Venray,
FEUILLETON.
Herinneringen uit
Miliciens- en
Mobilisatietijd.
19131918,
ONZE TANDEN.
Zaterdag 2 December 1939
Zestigste Jaargang No 48
gehouden op DINSDAG 14 NOVEMBER 1939.
des namiddags half vijf.
Voorzitter: de Heer Mr. A. H. M. Janssen.
Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat over tot
trekking van een nummer, wie in deze vergadering bij eventueels stem
mingen 't eerst zijn stem moet uitbrengen. Getrokken wordt Nr 4,zoodat
No. 4 der presentielijst, i.e. de Heer van Boven, dit het eerst moet doen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der agenda: „Notu
len der openbare vergaderingen van 5 September 1939 en 22 September
1939".
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze notulen ongewijzigd
vast te stellen.
—Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda:
^Ingekomen stukken."
a. Besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raadsbesluit van
2 October j.l., tot verhooging van het rentepercentage der kasgeld-
leening;
b. idem tot verhooging maximum-bedrag tot f 300.000.—, hetwelk in
rekening-courant kan worden opgenomen.
c. idem tot goedkeuring raadsbesluit van 22 September j.l. tot wijzi
ging gemeentebegrooting voor 1939.
d. idem tot goedkeuring raadsbesluit van 5 September j.l. tot onder-
handsche verpachting van gemeente-eigendommen.
e. idem betreffende gedeeltelijke ontheffing van Waterschapslasten
over 1939.
f. verslag der Gemeentelijke Arbeidsbeurs tevens Districtsarbeids
beurs over 1938.
g. verslag van den Handelscursus over 1938.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze ingekomen stukken
voor kennisgeving aan te nemen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot oninvorderbaarverkla-
ring van oninbare posten"
De Heer ODENHOVEN zegt, dat. het hem spijt, dat op de staten van
oninvorderbaar te verklaren posten personen voorkomen, niet alleen uit
deze gemeente, doch ook van buiten de gemeente, die het feitelijk ge
woon vertikken om te betalen, en vraagt, of daar nu niets aan te
doen is.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders te
allen tijde diligent zullen blijven en hun uiterste best zullen doen om
deze bedragen alsnog te kunnen innen. Spreker wijst er nog op, dat
door deze oninvorderbaar verklaring de schuldigen niet van hun schuld
af zgn, doch zoodra zij eenigszins bij machte worden geacht om te be
talen, de schuld alsnog zal worden ingevorderd.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna tot oninvorder-
baarverklaring overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde punt 4 der ageDda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van een lid
van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding
van den HoogEerw. Heer W. Berden, pastoor-deken."
Voorgedragen wordt het volgende dubbeltal:
1. W. Berden, pastoor en deken te Venray.
2. J. N. H. van Wijngaarden, kapelaan der parochiekerk te Venray.
Tot stemopnemers werden aangewezen de heeren van Dijck en Steeghs.
Uit de hierna gehouden stemming bleek, dat waren uitgebracht 15
stemmen op W. Berden, zoodat deze met algemeene stemmen is her
benoemd.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda„Aan
vrage van het bestuur der R.K. Lagere Jongensschool te Venray-kom
om beschikbaarstelling van de noodige gelden
a. voor aanschaffing der rekenmethode Weeterings;
b. voor het doen betegelen of op andere wijze doen verharden der
speelplaats."
Bij Raadsbesluit van 28 Februari 1939 Nr. 32/60, v.j., werd een vroe
ger verzoek om verbetering der speelplaats afgewezen. Thans heeft het
Schoolbestuur een nieuw verzoek daartoe ingediend en achten Burge
meester en Wethouders na terzake gehouden overleg met het School
bestuur waarbij de totstandkoming van de bestaande gedeeltelijke
verharding werd uiteengezet en door welke uiteenzetting een andere
kijk op deze aangelegenheid werd verkregen en opneming opnieuw
van den nog verergerden toestand ter plaatse, termen aanwezig om
hun in het begin dezes jaars in deze ingenomen standpunt te verlaten
en den Raad thans voor te stellen d,e gevraagde medewerking te ver-
leenen door het toestaan van de voor een doelmatige verharding be-
noodigde gelden.
De Heer ODENHOVEN merkt op, dat dit punt reeds meerdere malen
ter sprake geweest, en in verband met andere scholen is verschoven.
Het verschil tusschen de speelplaats aan de meisjesschool en de onder
havige is nu wei erg groot, zoodat Spreker zich met het voorgestelde
best kan vereenigen. Het is nu hoog tijd, dat aan den erbarmelijken
toestand der speelplaats, vooral bij langdurig regenweer, een einde ge
maakt wordt.
De Heer VAN BOVEN wijst er op, dat vroeger, toen B. en W. afwij
zend tegenover deze aanvrage stonden, enkele leden zich toch reeds als
voorstanders hebben laten hoorea, waaronder ook Spreker en ook thans
is deze van oordeel, dat verbetering dringend noodig is. Evenvt el vraagt
hij, of het niet mogelijk is, de verharding te doen geschieden met teer
en grint, hetgeen vermoedelijk veel goedkooper zal zijn dan een tegel
verharding.
De Heer STEEGHS vraagt of de aanschaffing van nieuwe reken
boekjes niet bestreden moet worden uit de gewone jaarlijks door de
gemeente uit te keeren vergoeding.
De VOORZITTER antwoordt hierna den Heer van Boven, dat den Raad
thans slechts de beslissing gevraagd wordt over het al of niet verleenen
van medewerking voor de verharding en het daarvoor beschikbaarstel
len van de benoodigde gelden. De wijze, waarop de verharding zal ge
schieden, wordt nog nader bezien. Het Schoolbestuur moet nu beginnen
door A. VAN GERWEN.
12.
't Gebeurde dikwijls dat er des mor
gens bij 't aantreden gewacht moest
worden op nakomers, maar nu stond
de massa al aangetreden vóór dat het
kader aanwezig was.
Na appèl gehouden te hebben, weer
klonken de diverse commando's en
marcheerden we het kamp uit naar 't
stationnetje.
Onderweg merkte ik een strijdmak
ker, die naast me liep op, dat hij ver
geten had z'n fiets mee te nemen of
voor verzending naar Nijmegen te zor
gen. 't Was toch jammer die fiets ach
ter te laten voor God weet wie
We waren nauwelijks tien minuten
loopen van 't kamp verwijderd, zoodat
hij, als hij was teruggegaan ons per
fiets weer gemakkelijk had ingehaald.
Hij was er echter niet meer toe te be
wegen terug te gaan en nog één voet
stap te zetten in det door ons allen zoo
verwenschte kamp.
„Heb jij soms interesse voor die fiets,
ga hem dan maar halen, maar ik kom
uit eigen vrijen wil dèar nooit meer
Ik keek eens om en zag in den och
tendnevel de sombere barakken nog
heel kleintjes.
't Was toch nog een goed rijwiel...
„Nee, Jan, ik wil hem dèar voor 't
halen ook niet hebben. Laat maar
staan 1"
We marcheerden verder en passeer
den het café'tje waar we allen zoo dik
wijls geweest waren om verpoozing te
zoeken. De kastelein met zijn familie
stonden aan de deur „Goede reis, jon
gens, tot ge weer terug komt
Wat dachten zij nou? Nee hoor, we
vertrokken hier voor goed. Als na ver
loop van tijd onze compagnie nog eens
zou worden overgeplaatst naar Olde-
broek, zouden wij reeds lang met groot
verlof zijn.
Op 't station stond onze trein reeds
op ons te wachten, zoodat we meteen
instapten en naar Nijmegen stoomden.
Gedurende de treinreis werd gere
geld gezongen en moppen getapt, zoo
dat we in Nijmegen waren voor dat
we er erg in hadden. Wat 'n verschil,
op of om 't station, hier of in Olde-
broek, waar we met 'n paar man best
't station om hadden kunnen duwen.
Op 't stationsplein werd aangetreden
en marcheerden we via het prachtige
Keizer Karelplein naar den Groesbeek-
schen weg, waar we op Infanterie-
kazerne No. 1 werden ondergebracht
en waar we, zooals later bleek, onze
laatste mobilisatie-maanden zouden
blijven.
Dag en nacht scheelt veel, maar ons
vorig verblijf en de kazerne te Nijme
gen was ook een hemelsbreed verschil.
Hier waren we weer op behoorlijke
kamers, met kribben langs de muren
en zelfs witgeschuurde tafels en ban
ken.
We hadden in circa 2 jaar (sinds ons
vertrek uit Gorinchem) niet anders meer
geslapen dan op een brits of los in 't
stroo, zoodat 't ons heel vreemd voor
kwam 's avonds weer in de krib te
kruipen. We vonden 't eigenlijk jam
mer, dat ze voor ons zooveel moeite
gedaan hadden, we wisten toch niet
beter meer 1
Na den middag, toen er „kok inde
met bestek en teekening ter goedkeuring te zenden aan den Inspecteur
van het Lager Onderwijs, waarna deze stukken, vergezeld van het advies
van den Inspecteur bij het College van Burgemeester en Wethouders
moeten worden ingezonden. Het te besteden bedrag enz. worden dan
nader bekeken en als naar het oordeel van B. en W. de gekozen wijze
van verharding te duur blijkt en met een goedkoopere kan worden
volstaan, kan over een en ander nader worden gesproken. Wat de vraag
van den Heer Steeghs betreft aangaande de nieuwe rekenboeken, wijst
Spreker er op, dat het hier niet betreft vernieuwing van de bestaande
rekenboeken, doch eene vervanging van eene vroeger ingevoerde en nu
verouderde door eene nieuwe methode, hetgeen volgens de Lager Onder
wijs niet onder art. 101, doch onder art. 72 valt. Daarmee is gewacht
tot ook de leerboeken versleten waren.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 der agenda
„Aanbieding der rekening over 1938 en der begrooting voor 1940 van
het Algemeen Burgerlijk Armbestuur"
Op verzoek van den Raad benoemt de VOORZITTER als Commissie
van onderzoek dezer Comptabiliteitsstukken de Heeren van Dgck, van
Haren en Guelen. Op een vraag van den VOORZITTER, of deze Heeren
bereid zgn hun benoeming aan te nemen, verzoekt de Heer VAN HAREN
hiervoor niet aangewezen te worden, waarna de Heer PIJLS desge
vraagd verklaart in de commissie zitting te zullen nemen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 7 der agenda„Aan
bieding der rekeniüg over 1938 en der belans per 31 December 1938
van den tak van dienst het bedrgf der Gasfabriek.
De leden dezer Commissie worden op verzoek van den Raad door den
VOORZITTER aangewezen en wel de Heeren Millen, van Haren en
Camps. Wederom verzoekt de Heer VAN HAREN, om niet in aanmer
king te worden gebracht, doch neemt tenslotte deze aanwijzing aan,
terwijl ook de andere heeren geen bezwaar hebben om in deze Commis
sie zitting te nemen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 8 der agenda: „Aan
bieding der Gemeenterekening over 1938."
Zooals gebruikelgk wordt met het onderzoek dezer rekening dezelfde
Commissie belast, die met het onderzoek der bescheiden van het Gas
bedrijf belast is.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 9 der agenda
„Aanbieding der Gemeentebegrooting dienst 1940."
Van deze begrooting zal aan elk der leden een exemplaar met memo
rie van toelichting en verdere bijlagen aan huis bezorgd worden, het
geen, zooals de VOORZITTER toezegt, morgen zal geschieden. De be
spreking in Comité-Generaal zal dan op een nader te bepalen dag plaats
vinden.
De Heer CAMPS verzoekt om reeds nu den dag daarvoor te willen
vaststellen.
Onderling wordt hierna besloten deze bespreking te houden op Vrij
dag 24 November a.s. niet vroeger dan 3 uur; aan de heeren Raadsleden
zal nog een nadere oproeping worden gezonden.
Bij de hierna gehouden rondvraag, vraagt de Heer MILLEN of het
thans geen gunstige gelegenheid is, om nog eens bg den Minister op
verhooging van de steunnormen en de loonen in werkverschaffing aan
te dringen, daar de prijzen der levensmiddelen aanmerkelijk zijn ge
stegen.
De VOORZITTER denkt, dat er voor den Minister wellicht aanleiding
zal komen om eigener beweging de normen te verhoogen, zoodra even
tueel wordt overgegaan tot verhooging der salarissen van de ambtenaren,
in verband met de tijdsomstandigheden. Daar tot nog toe op de ver
schillende gedane verzoeken om verhooging steeds nul op het request
verkregen is, vreest Spreker, dat ook thans de pogingen zullen falen.
De Heer MILLEN meent, dat het toch weer eens geprobeerd moet
worden, daar men anders in den Haag zou kunnen zeggen, nu doet
Venray geen stappen om verbetering in zijn uitkeeringen aan werkloo-
zen te verkrijgen, terwijl daartoe thans toch alle redenen bestaan. Doch
ook als deze bijzondere toestand niet was ingetreden, zou Spreker gaar
ne gezien hebbeD, dat nog eens een daartoe strekkend verzoek werd
gedaaD.
De VOORZITTER antwoordt, hiertegen géén bezwaar te hebben, als
de Raad er prij3 op stelt en zegt toe, dat de benoodigde stappen zul
len worden gedaan.
De Heer ARTS zegt, gezien te hebben, dat aan den St. Servatiusweg
canadaboomen staan, die beginnen af te sterven. Deze boomen zijn
eigendom van de Gemeente en Spreker acht het wenscheiijk deze boo
men thans te doen Kappen en verkoopen, daar ze dan tenminste nog
iets opbrengen, terwijl ze anders later niets meer waard zijn.
De VOORZITTER zegt. toe, dit eens te zullen doen nagaan.
De Heer ODENHOVEN wil hierna het door vriend Millen ter tafel
gebrachte nog eens onderstreepen en zegt, gehoord te hebben, dat de
Gemeente Bergen reeds soortgelijke pogingen in het werk gesteld
heeft. De loonen van de gewone gemeente-arbeiders zijn hier echter ook
aan den zeer lagen kant, zoodat Spreker gaarne zag, dat hierin ook
thans eenige verbetering werd gebracht.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit laatste punt bg de begrooting
thuis behoort.
De Heer VAN HAAREN zegt, een afschrift van een schrijven, het
welk door den R.K. Politiebond „St. Michael" aan den Raad is gericht,
ontvangen te hebben en te meenen, dat het wel wenscheiijk is, dat de
kinderbijslagregeling overeenkomstig dat verzoek wordt aangepast aan
de geldende Rijksregeling.
De VOORZITTER antwoordt, dat de geheele salarisregeling der poli
tie in het aanstaand voorjaar zal moeten worden herzien, wrjl zij slechts
tot 3 Mei 1940 is goedgekeurd en dat het in verband daarmede wen
scheiijk leek aan B. en W. om deze wijziging dan tegelijk met de alge-
heele herziening te overwegen. Het zal ook gemakkelijker zijn om de
regeling dan in haar geheel goedgekeurd te krijgen, dan nu voor die
paar maanden nog een wijziging van een onderdeel, waarbij ook steeds
door den Minister het geheel bekeken wordt, dus de kinderbijslag in
verband met alle andere normen. In zulk een partieele verandering kan
dus altijd eenig gevaar schuilen voor het rdeds verkregene.
De Heer VAN HAREN dacht, dat het aanpassen van een gemeente
lijke regeling aan de Rijksregeling toch wel gemakkelijk goedgekeurd
zou worden.
De VOORZITTER antwoordt persoonlijk geen bezwaar te hebben tegen
wijziging in den zin der Rijksregeling, doch adviseert daarmee te wach
ten tot de komende herziening.
keuken" geblazen was, bleek dat we in
een Indische buurt terecht waren ge
komen, daar rijst de hoofdschotel was.
Een flink bord goed „gemeubileerde"
soep en een porlie gekruide rijst-rats
ging er nog wel in, zoodat we ên over
de kazerne én-# over de keuken best
tevreden waren.
Met eenige makkers trokken we na
het eten de stad in, b ij, dat we, na
maanden, 's avonds toch weer eens
uit konden. Onwillekeurig belanden we
op de Waalkade, waar 't een drukte
van je welste was bij 't overzetveer.
Vooral bij avond was dat interessant.
Toen we weer de stad ingingen,
troffen we een paar stadgenooten-kolo-
nialen, die over enkele_ dagen naar
Indië op transport werden gesteld. Daar
moest natuurlijk een glaasje bier op
worden gedronken, en werd ons met
een het een en ander over Nijmegen
als garnizoensstad verteld. Terloops in
formeerden we naar fatsoenlijke ont
spanningsgelegenheden en lieten ons
eenige routes uitstippelen om bij gele
genheid een wandeltocht naar de voor
naamste bezienswaardigheden te ma
ken.
Op een van onze wandeltochten .ont
dekten" we de H. Landstichting, toen
nog van héél geringe bebouwde opper
vlakte. Bij die gelegenheid ontmoetten
we op de terreinen iemand, die zich
z.g. als gids voorstelde en ons wist
te vertellen, dat het een eeuw zou duren
voor dat het geheele plan was uitge
voerd. Als het complex, dat hij ons aan
wees, moest worden bebouwd, kan ik
me best voorstellen dat het nu nog
heel lang duurt.
Als bezienswaardigheid mag ook nog
genoemd worden het Valuhof, het Kro
nenburgerpark en in de naaste omge
ving Berg en Dal. Sf. Anna en de stre
ken aan de overzijde van de Waal.
Vooral in den bloeitijd der kersen- en
appelboomen is 't daar een lust voor
't oog.
We gingen nu avond op avond de
stad in en wisten spoedig waar we
voor weinig geld het meeste plezier
hadden. Op een avond dat we weer op
stap waren kwam een burger bij ons
zitten om te informeeren of er door be
middeling van ons niet wat te verdie
nen was.
't Was ons wel opgevallen dat er
zoo veel burgers in slagers- of kruide
niersjasjes op de kazerne kwamen,
maar dat velen van hen smokkelaars
waren, die met de transportfiets op de
kazerne hun voorraad op trachten te
doen en dan via de wacht den Groes-
beekschen weg afreden rechtstreeks
naar de Duitsche grens, wisten we niet.
Ze zouden contant betalen en konden
zoowat van alles gebruiken, zooals
koffie, thee, suiker, rijst, peper, noot
muskaat, schoenen, sokken, werkpakken
ondergoed enz. enz. En hun mond hou
den als ze konden...
Toch gingen we op hun mooie aan
bieding niet in, daar we al heel spoe-
in 't genot van groot verlof zouden
worden gesteld en vóór ons afzwaaien
geen extra-gijntjes meer uit gingen
halen, 't Was mooi geweest, de drie
jaren gemobiliseerd zijnde, waren bijna
vol en ons strafregister idem, voor de
verschillende grappen die we uitgehaald
hadden 1
Op een namiddag kregen we bericht
dat we den volgenden dag met groot
verlof konden vertrekken De jongens,
die zin hadden om in dienst te biijven,
als ie thuis geen betrekking hadden,
behoefden zich maar op te geven en
behielden dezelfde rechten.
Ééntje uit Zuid-Limburg gaf zich op
en wou het einde van de mobilisatie
afwachten, daar hij huis noch thuis en
ook geen werk had.
We zouden een afscheidsfuif geven
en probeeren er een gezelligen avond
van te maken om bij onze strijdmakkers
een gunstigen indruk achter te laten.
De Heer CAMPS wijst hierna op den slechten toestand, waarin de
weg OostrumOirloCastenray verkeert.
De VOORZITTER merkt in verband hiermede op, dat dit ook beter
besproken kan worden bg de behandeling van de gemeentebegrooting
voor het volgende jaar.
De Heer ODENHOVEN wil ook nog eens evev wijzen op den toestand
van verschillende kleine wegen om de kom. Er zijn verschillende jonge
wegen, die in veel betere conditie verkeeren dan oude wegen. Zoo bijv.
de Gasstraat. Spreker wil hierop toch eens wijzen, niet omdat hij zelf
daaraan woont, doch omdat deze oude weg druk bezet is met aaneen
gesloten huizen, terwijl in het uitbreidingsplan goede wegen liggen, die
nog niet druk bewoond zgn.
De Heer VAN BOVEN klaagt over den toestand vóór zgn huis, die
ontstaan is door de vernieuwing van den Merseloscheweg. Als het een
tgdje regent, staat daar alles onder water.
De Heer PUBBEN licht nader toe, dat dit is gekomen door de nieuwe
kantsteenen, die gezet zijn. Het water, dat nu voor de woning van den
heer van Boven blijft staan, komt niet van den weg, doch kan nu niet
meer zooals vroeger over den weg afvloeien.
De Heer NELISSEN wijst er op, dat volgens de oproepingen voor de
Raadsvergadering, deze om 4y2 uur zou aanvangen, en niet zooals nu
weer is geschied om 5 uur.
De VOORZITTER antwoordt, dat volgdhs het Reglement van Orde
voor de Raadsvergaderingen deze aanvangen 'n half uur na het tgdstip,
waarop zij zijn belegd.
De Heer NELISSEN stelt dan voor het Reglement van Orde te
wijzigen.
De Heer VAN BOVEN meent, daar dit vroeger toch ook altijd zoo
was, dat wijziging nu toch niet noodzakelijk is; men kan daarmee toch
rekening houden.
De Heer PIJLS komt hierna nog even terug op de reeds besproken
kwestie befreffende kinderbgslag voor de agenten van politie. Als deze
regeling pas in 1940 komt, is het mogeljjk, dat daardoor deze of gene
agent gedupeerd wordt en vraagt, of het dan mogelijk zal zgn om de
regeling met terugwerkende kracht te maken.
De Heer ARTS merkt hierna op, dat langs den Maasheesche weg een
nieuw rijwielpad is aangelegd, hetwelk nu reeds ongeveer twee maanden
gereed is. Er liggen echter nog steeds houten balken langs den weg en
deze balken worden 's avonds soms door kwajongens over het fietspad
gelegd. Al tweemaal heeft Spreker gezien, dat de menschen er met de
fiets over zijn gevallen.
De VOORZITTER antwoordt bg de betreffende instantie hiervan
mededeellng te zullen doen met verzoek deze materialen zoo spoedig
mogelijk te ruimen.
Hierna deelt de "VOORZITTER nog mede, -dat thans goedkeuring is
ontvangen voor den bouw van arbeiderswoningen met bijdragen a fonds
perdu uit het werkfonds. Door den ingetreden toestand zal het nu ech
ter waarschijnlijk niet meer mogelijk zgn voor de vroeger geraamde
bedragen de woningen te bouwen en te exploiteeren, zoodat over de al
of niet uitvoerbaarheid der plannen thans nog weinig te zeggen valt.
ThaDs niets meer de orde zijnde en geen der leden nog het woord
verlangend, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed.
In de jaren, dat het verkeer nog
niet zoo'n omvang genomen had als
tegenwoordig en de tandheelkundigen
nog dun gezaaid waren, en die
tijd ligt nog niet zoo ver achter ons
was het in 't geheel geen zeld
zaamheid, dat men menschen met
opgezwollen kaken en het hoofd
verborgen in wollen doeken over
straat zag slenteren en in plaats
van een zoete rust te genieteD 'n
gedwongen nachtwandeling maakten,
omdat men het in bed gewoon niet
kon uithouden van de kiespijn. Dat
duurde zoo enkele dagen tot de
stekelige pijn verminderde en het
verwrongen gelaat weer zijn gewonen
habitus verkreeg.
Dat verschijnsel behoort nu tot de
uitzonderingen. Men laat het zoover
niet meer komen, maar neemt de
bus of fiets om een deskundige te
raadplegen. En de heeren tandartsen
hebben het nu overdruk en varen er
wel bij wat hun van harte gegund
is, want het is waarlijk geen pretje,
om door iedereen, die bij hem over
den drempel komt, met opengesperde
kaken te worden aangegaapt.
Het aantal kunstgebitten, dat men
tegenwoordig in stad en land ont
moet, neemt met den dag toe. En
dat niet alleen bij bejaarde menschen,
maar voor een groot deel bij wat
men noemen kan het nog jongere
geslacht. In ieder geval, daar is iets
niet in orde. Of dat nu komt door
de slechte verzorging van de tanden,
ofwel door de veranderde leefwijze,
durf ik niet uit te maken. Maar
een feit is, dat haast niemand meer
met zijn eigen stel tanden, dat hg
op zgn levensweg meekreeg, kan
toekomen. En toch moest dat de
natuurlijke gang van zaken zijn,
want Onze Lieve Heer gaf ons dat
mondapparaat niet voor enkele jaren,
maar voor heel ons leven.
Ook onze Zuid-Limburger was van de
partij .en in 't begin van den avond
begon hij al te praten om toch ook
maar te vertrekken, hij zou wel zien
waar hij bleef. Hoe later het werd hoe
beslister hij ging, 't kon hem niets meer
schelen, maar blijven deed hij niet als
wij weg waren.
Wij probeerden genoeg hem over te
halen om te blijven en te trachten bij
de opleiding te komen voor Onder-
Officier, dan had hij „z'n kostje ge
scharreld." Na lang praten zou hij 't
probeeren en gaf er meteen een rondje
op. 't kon lijden als hg sergeant werd
Langzaamaan werd het tijd om naar
de kazerne te gaan, daar 't uur van 't
avond-appèl naderde en we den laatsten
avond in dienst niet te laat binnen.wil
len zijn. We hadden er echter in onze
fuif-stemming geen erg in nog zoo ver
van den Groesbeekschenweg verwijderd
te zijn.
.Dan kunnen we nog wel 'n keer
aanleggen, 't is ook voor 't laatst, dat
bij elkaar zijn 1"
Zoodoende werd 't weer politie-uur
toen we de richting naar de kazerne
insloegen.
Onze adspitant-onder-officier zou het
terrein gaan verkennen en trachten ons
achterom de kazerne binnen te loodsen,
hij wist *t best den weg.
Nauwelijks- zat hij boven op 't hek of
veel vlugger dan hij er opgeklommen
was, viel hij er pardoes af. Aan mop
peren en tieren natuurlijk geen gebrek
tot de wacht in het geweer kwam en
hem voor nachtlogies meenam naar de
politiekamer, waar ze nog heel wat met
hem te stellen hadden.
Van de consternatie gebruik maken
de hadden wij kans gezien ongemerkt
ons wolletje op te zoeken. Op 't oogen-
blik konden we toch niets voor hem
doen. We zouden morgen wel verder
zien.
Toen we den volgenden dag voor den
We zullen dat zaakje eens wat
nader bekgken.
Een mensch hoeft in zgn eerste
levensdagen nog geen noten te kra
ken en daarom vertoont de boreling
bij zijn eersten schrei een tandeloo-
zen mond.
De normale gang van zaken is
aldusBg het kind vertoonen zich
het eerste paar sngtandjes in de
onderkaak op een leeftijd van 6—7
maanden. Daarna verschijnen ook
de bovensnijtanden. Op een leeftijd
van 1012 maanden heeft het in
elke kaak 4 snijtanden. Ailengs
komen er meer tanden bg, namelijk
aan elke zijde van de kaak, zoowel
boven als onder, één hoektand en
twee kiezen. Goed geteld, totaal 20
tanden. Dat is het melkgebit, dat
later door de blgvende tanden ver
vangen wordt.
Het melkgebit is volledig in het
3e levensjaar en blijft tot ongeveer
den 7-jarigen leeftijd.
Nu begint het wisselen. Geleidelijk
breken de blgvende tanden door en
verdringen het melkgebit, dat dan
ook op zijn tijd moet verdwijnen, wil
het niet het scheef groeien van de
blgvende tanden veroorzaken.
Reeds vóór deze periode, op 7-jari
gen leeftijd, breekt het eerste stel
ware kiezen door. Op een leeftijd
van ongeveer 13 jaar komt het
tweede stel ware kiezen, en in de
20er jaren 't laatste viertal, de zoo
genaamde verstandskiezen.
Een volwassen mensch heeft in
totaal 32 tanden, te weten: in elke
kaak 4 snijtanden, aan elke zijde 1
hoektand, en verder 5 kiezen, waar
van de voorste 2 met een kleiner
wortelgestel de valsche, en de laat
ste 3 met stevige wortele de ware
kiezen.
Een tand bestaat uit wortel, hals
en kroon: De wortels zitten met een
beenachtige stof, het cement, vast
in de holten van de kaak, de tand
kassen.
De tand bestaat uit het z.g. tand
been, terwijl de kroon is bedekt met
een harde, porceleinachtige stof, het
email. In de tand bevindt zich een
holte, gevuld met de tandpulpa, een
weeke massa, waarin zich de bloed
vaten en zenuwen bevinden, welke
door de openingen in de wortels
Daar binnen treden.
Zoo'n tand zit dus degelijk in
compagnies-commandant inspectie had
den over kleeding en uitrusting, kwam
onze adspirant onder geleide naar 't
bureau. Voor die grappenmakerij kreeg
bij acht dagen provoost, waarop wij den
compagnies-commandant voorstelden
die straf over ons met vieren te ver-
deelen. Wij waren ook van de partij
geweest onzen laatsten duit in 't zakje
doen.
„Jongens, ge bent lang de braafsten
niet, maar ik vind het toch flink van
jullie, dat ge zoo kameraadschappelijk
bent om met den verlofpas op zak nog
eerst twee dagen te willen uitzitten
voor een kameraad. Ik kan dit echter
niet toestaan, en wensch jullie in de
burgermaatschappij het beste. Ingerukt,
marsch 1"
Met ons kistje op den schouder ver
trokken we van de kazerne, een nieuw
leven tegemoet...
NASCHRIFT.
Hiermede zijn mijn miliciens- en
mobilisatieherinneringen ten einde.
Veel lief en leed is ons beschoren ge
weest gedurende bijna vier jaren. Het
lief wordt onthouden en nog wel eens
verteld, doch het leed werd zoo spoe
dig vergeten of door een pretje onge
daan gemaakt, dat we hiervan niet veel
nare herinneringen over hebben.
Ik hoop dat mijn schetsen over die
bewogen jaren de noodige belangstel
ling mogen gehad hebben en bij velen
de herinnering opwekken van hetgeen
zij beleefd of ondervonden hebben,
om in familiekring nog eens na te
vertellen.
EINDE.