-Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY' boter Er is geen reden tot onrust. Buitenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 18 November 1939 Zestigste Jaargang No 46 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter De zaken staan voor ons niets anders dan in den aanvang van September j.l. Onze neutraliteit een belang der strijdenden. Aldus onze min.'president. Ergens in Nederland, 13Nov.'39 Ik schrijf deze regelen „ergens in Nederland". Waarom ik deze geheimzinnigheid moet betrach ten, zal den lezer straks duidelijk worden, Maar laat ik beginnen bij het belangrijkste, waarop ik in ver band met mijn onderwerp heb te wijzende radio-rede van onzen min.-president. In het kort vat ik deze aldus samen Er is onrust gebleken onder onze bevolking over wat zij meende een acuut dreigend gevaar te zijn een vijandelijke inval in ons land. Er is voor deze meening geen enkele grond aanwezig. En dus ook niet voor onrust. Aanleiding tot een en ander waren zekere buitenlandsche radio- en persberichten èn enkele daden onzer regeering. Wat die buitenlandsche bericht geving betreft, moeten we er ons rekenschap van geven, dat het een belang is van een strijdvoerende partij om de somberste verwachtingen te wekken ten aanzien van de bedoelingen der tegenpartij Tegen dien opzet moeten we ons harnassen. En wat de daden onzer re geering betreft deze laatste is verplicht om haar militaire maatregelen te doen aanpassen aan den feiteiijken toestand (in dit geval de troepen-concen tratie over onze oostgrens, want alleen daardoor kan ze toor.en, dat de mobilisatie ten onzent niet slechts een formeele of symbolische beteekenis heeft. Gelijke bijzondere maatregelen zijn in den vorigen oorlog herhaaldelijk genomen moeten worden, zonder dat daarop dramatische daden van anderen zijn gevolgd. Slechts dit is ook thans de beteekenis der getroffen maat regelen. De regeering beschikt over geen enkele betrouwbare inlichting, welke in staat is om het geloof te schokken in het terzake van onze neutraliteit gegeven woord der oorlog voerenden. Het is een militair en zede lijk belang der oorlogvoeren den om onze onzijdigheid te blijven respecteeren. Ons gebied is het vluchtoord der Europee- sche beschaving, van waaruit de vrede kan worden herbouwd. Van de gewekte onrust kan daarom worden gezegd, wat in een oud lied in woorden werd gebracht Een mensch lijdt dikwijls 't meest Door het lijden, dat hij vreest, Doch dat nooit op komt dagen. Zoo heeft hij méér te dragen, Dan God te dragen geeft. Deze geruststellende verklaring zal duizenden een zucht van ver lichting hebben ontlokt; de woor. den van onzen verantwoordelijken regeeringsleider zijn geen minuut te vroeg gesproken. Ja, als we ons gezond verstand raadplegen, dan is en was er geen enkele grond voor vrees en angst. Welk belang zou Duitsch- land kunnen hebben om ons in den oorlog te betrekken Duitschland is veilig— in mi litairen zin gesproken achter zijn Siegfriedlinie en de neutrale staten Nederland en België. Een aanval op deze landen door Duitschland, zou voor Engeland en Frankrijk de gelegenheid scheppen om het Derde Rijk, via óns en het Belgische grond gebied, van zijn zwakste zijde aan te tasten. Men is in Berlijn niet blind voor deze logica Ook ons volk kan haar ver staan, maar het is in de war gebracht door de bijzondere Nederl. militaire maatregelen en de groote diplomatieke activiteit tusschen Den Haag en Brussel. Deze kunnen een zeer norma len grond hebben, maar de au toriteiten zijn te zwijgzaam. Dat wekt altijd wantrouwen en onrust. En moet meer openhar- hartigheid komen tusschen leiding en volk. Er behoort een mededeelzaam heid te wezen, welke als nu door de verklaring van Jhr. de Geer zonder iets bloot te leggen van de strekking van be paalde maatregelen een tenden- tieuzen uitleg van dezelve voor komt en een rustige gemoeds gesteldheid verzekerd houdt. De pers blijkt in deze dagen de moeilijkheden der regeerings- taak te verstaan maar de regeering èn de militaire autoriteiten, blij ken niet steeds de taak en de beteekenis der pers te kennen. De pers krijgt van hoogerhand aanwijzingen van wat zij in ver band met de neutraliteitspositie van ons land hoort te doen en te laten, het zou niet ondienstig wezen, wanneer de regeerings- en militaire autoriteiten op haar beurt eenige aanwijzingen van de pers zouden willen aanvaarden, h o e de publieke opinie in rust kan en behóórt te worden ge leid. Wat b.v. de pers inzake het grensincident onder Venlo toege laten werd te publiceeren, is door zijn vaagheid en klaarblijkelijken zin om te verdoezelen, méér in staat om geruchten te wekken en een paniekstemming te ver oorzaken dan een sobere, maar eerlijke mededeeling der feiten. Hetzelfde geldt ten aanzien van buitengewone militaire maatrege len. Als de waarheid wordt terug gehouden, vermeesteren leugen en verdichtsel het terrein. Het niet- of half-weten ver oorzaakt een paniekstemming \va art ij k niet enkel on der de burgerbevol king. Ik ondervond dat j.l. Zaterdag avond. Ik vertoefde in het grens gebied „ergens in Nederland". En „ergens in Nederland" schrijf ik deze regelen. De vaagheid dezer aanduiding is mijn plicht, want ik moet het hier over mili taire maatregelen hebben. Ik fietste rustig en zorgeloos over een weg, totdat ik een bruggetje benaderde, dat over 'n „vaart" ligt, welke iets breeder is dan een fatsoenlijke sloot. Ik zie een rij auto's, fietsers, eenige motorrijders, veel prikkeldraad, roode lantaarns en een paar mi litairen in volle wapenrusting. Eén heeft eer. pistool in de hand. Griezelig! Niemand en niets meer mag over de brug.... En waarom niet Zooiets vraag je onwillekeurig. En prompt kreeg ik de inlich ting: door spionnage waren de Nederlandsche militaire autori teiten te weten gekomen, dat dien avond of in den nacht, in ieder geval vóör des morgens 5 uur de Duitsche troepen het Neder landsche gebied zouden binnen komen... De tegengehouden menschen jammerden. Iemand, die er met zijn motor stond, verzekerde, dat ie slechts twee kilometer verder woonde. Natuurlijk wilde hij naar zijn huis in deze omstan digheden.,. Maar het mocht niet. Ik reed terug het dorp in, en probeerde het bij een andere brug. Dezelfde afzetting en een gelijk verbod. Bij een derde brug idem Gewone kleine bruggetjes in de kom van het dorpDe menschen konden niet meer van de eene straat in de andere komen... Alle soldaten droegen... Neen, ik mag niet zeggen, wat ze droe gen. Maar wat ze droegen, was hun zoo juist uitgereikt. Het was bestemd om „om" te doen, als de vijanden waren binnengedron gen. Als in dat geval de Neder landsche posten zouden moeten wijken, dan waren ze voor hun makkers, op wier stellingen ze moesten terugtrekken, aan het bijzondere „iets" dat ze droegen, te herkennen. Een veiligheidsmaatregel, welke alleen bij een overval mocht wor den toegepast en tot dan moest worden geheim gehouden. Toch liepen dien Zaterdagavond alle soldaten er reeds mee en men behoeft zich dus niet te verwon deren, als de Duitschers, mochten ze werkelijk eens aan valsplannen ten uitvoer gaan brengen het kunstje van Hol- landsche stellingen veilig te be naderen, óók blijken te kennen. Och ja, zeiden me eenige kalme Nederlandsche soldaten, onze kapitein is zoo zenuwach tig. Hij heeft z'n bezinning heele- maal verloren. De lezer zal zich kunnen in denken, hoe in dat grensgebied de stemming der burgerbevol king was, waar de militaire ge zagsdragers van zooveel geëner veerdheid lieten blijken. De rust, tot welke Jhr. de Geer maande, moet bovenal het deel zijn van de leiders onzer gewa pende macht. Rust en vertrouwen, ze zijn weergekeerd door het openhar tige woord van onzen minister president. Door een verstandige mededeelzaamheid kan ze worden onderhouden, alsmede door een koelbloedige beheersching van het eigen gemoed door de mi litairen. Md. DE ALGEMEENE TOESTAND. Finland in de Sovjetklem. De onderhandelingen te Moskou zijn dus mislukt en de Finsche de legatie is naar haar eigen hoofdstad Helsinski teruggekeerd, zonder dat eenige overeenkomst kon worden gesloten. Hetgeen natuurlek nog niet zeggen wil, dat elk nader overleg buitengesloten zal zijn. Maar de zaken staan toch voor het oogenblik zoo, dat de Finnen definitief geweigerd hebben om op hun vasteland, aan de kust van den Zuidwesthoek een basis voor de Russische vloot af te staan (welke den Finnen elke communicatie met andere staten in tijden van gevaar onmogelijk zou hebben gemaakt) alsmede om afstand te doen van 't gebied op de Karelische landengte, waarop ze ten koste van veel in spanning en millioenen gelds hun verdedigingswerken tegenover Le ningrad hadden gebouwd. En wat nu Zoo luidt thans de, vooral voor de Finnen, beangstigde vraag. Men be hoeft geen oogenblik aan te nemen, dat de Sovjets zich eenvoudig bij de afwijzing van hun eischen zullen neerleggen. Van den anderen kant lijkt het evenzeer onwaarschijnlijk, dat ze onmiddellijk een oorlog tegen Fin land zullen beginnen. Dat zou al te sterk indruischen tegen de vredesprincipes, welke ze nog maar enkele weken geleden op zoo theatrale wijze tegenover de houding van Frankrijk en Engeland hebben. Bovendien is het winterjaargetijde ongunstig voor een oorlog in het gebied der Finsche meren en wouden. Uit de uitingen vol misnoegen van de sovjetpers maakt men op en in Helsinski rekent men daar vast op dat de Russen een zenuwenoorlog zullen gaan voeren naar de wijze, waarop de Duitschers er zulk een tegen Tsjechoslowakije en Polen hebben ontketend, voor ze de landen overweldigden. In het verloop van zoo'n zenuwen oorlog doen zich incidenten genoeg voor, welke straks als voorwendsel kunnen dienen om aan een „on houdbaar geworden toestand" met militaire middelen een einde te ma ken. Dit spel is reeds begonnen. In officieele kringen te Helsinski ver klaart meD, dat gedurende de laat ste dagen zoowel te land als in lucht „incidenten'* zijn voorgevallen, over welker strekking men zich nochtans niet officieel verklaart. Volgens een nog niet bevestigd gerucht hebben de Finnen een Rus sisch vliegtuig aan de Oostelijke grens in „Niemandsland" naar be neden geschoten. Van geen van beide zijden is men de gevallen machine genaderd, uit vrees een incident te veroorzaken. De Russische infanterie zou verder het moreel der Finsche troepen op de proef gesteld hebben door met gevelde bajonet tegen de prikkel draadversperringen te chargeeren en in de lucht te schieten. De Finsche soldaten waren echter geenszins geïmponeerd, daar zrj er op getraind zijn, incidenten met Rusland te vermijden. Finland is voorbereid op een trjd van spanning, welke zes maanden of langer zal aanhouden voor of een overeenkomst zal worden bereikt of een Russisch militair ingrepen kan worden verwacht. Sinds het uitbreken van de crisis zijn aan vrijwillige bijdragen voor de Finsche defensie 73 millioen mark binnengekomen, van chèques van millionnairs af tot de spaarpennin gen van schoolkinderen en de trouw ringen van weduwen toe. Metselaars textielarbeiders, krantenjongens en bloemenmeisjes, allen hebben hun bijdrage geleverd. Een vijfde deel van de Finsche bevolking, die 31/, millioen zielen telt, is onder de wapenen. Stalin, aldus meent men, hoopt, dat de financieels druk het econo mische leven van Finland, dat reeds heeft te lijden van de inkrimping van den buitenlandschen handel, zal ontwrichten. Finland laat zich hier door overigens niet afschrikken. De Finsche bladen bereiden het volk erop voor, dat het zich beper ken en offers zal moeten opleggen, die te oordeelen naar de gebeurte nissen van de laatste weken, met opgewektheid zullen worden gedra gen. Men verklaart, dat Finsch ge bied nooit onder controle van een vreemden staat zal worden geplaatst. Boven het grensgebied van Finsch Karelië vliegen voortdurend Rus sische vliegtuigen. De Russische vloot zou plannen hebben voor het houden van oefeningen in de Finsche golf. De Finnen toonen zich veront waardigd door den klaarblijkelijken Duitschland bijstand aan Rusland tot uiting komende in het stelsel matig hinderen van de Finsche scheepvaart in de Botnische Golf, een scheepvaart dus op het neutrale Zweden. Herhaaldelijk praaien Duit sche vaartuigen daar de Finsche schepen. Zal, zooals de Russische „Prawda" veronderstelt, Finland weldra moe ten bezwijken onder den economi- schen last, welke de zenuwenoorlog dit groote land met zijn geringe bevolking oplegt Dat zou eigenlijk tot schande strekken van de beschaafde wereld. Overal vinden de Finnen warme sympathie, voor hun houding, waarmee ze de spits hebben afgebeten van de Rus- sisch-imperialistische agressie. Andere volkeren krijgen er lijd door tot herademen. Maar sympa thie alleen is niet voldoende om een volk van 3l/: millioen zielen de ont zaglijke lasten te laten dragen voor een mobilisatie, welke 600.000 weer bare mannen uit het economische leven weghaalde om het land mili tair te beschermen. In de Ver. Staten heeft men be wondering voor de Finnen en men acht het kleine volk in staat om als een moderne David tegen Goliath den strijd met succes op te nemen. Zullen de Ver. Staten David aan dat gene helpen, wat zgn physieke en psychische krachten ten onderhoud behoeven Ook in de Scandinavische landen komt de wil tot uiting om de Finnen daadwerkelijk te steunen, vooral om te voorzien in de drin gende goederenschaarschte en de financieels tekorten. In Nederland en België, waar men zich óók een oogenblik dicht aan den oorlogsafgrond heeft gewaand, is de rust in beduidende mate weergekeerd. Men heeft er nu een aannemelijke verklaring gekre gen van de troepenconcentraties aan de oostgrens en weet er de beang stigende geruchten thans beïnvloed door het belang van Duitschlands tegenpartij. De ten onzent en in het land onzer Zuiderburen getroffen extra-militaire maatregelen hebben thans dit voordeel opgeleverd, dat geen der oorlogvoerende mogend heden nu nog eenige twijfel zal kunnen resten ten aanzien van onze vastbeslotenheid en ook van ons vermogen om eiken inval van vreem de troepen met geweld te keeren. In Frankrijk en Engeland wordt onze krachtdadige wil om onze on zijdigheid te bewaren niet steeds gewaardeerd. Men zou het er over het algemeeD meer waardeeren, wanneer we partij kozen aan de zijde der democrati sche mogendheden, die den strijd tegen Duitschland hebben opgeno men. Men moet deze zienswijze niet te hard beoordeelen De volkeren van Frankrijk en Engeland zijn er heilig van overtuigd, dat ze door hun strijd vele kleine neutrale staten redden van het verlies hunner onaf hankelijkheid aan Duitschland. Daar om zoo redeneeren velen onder die volkeren hooren die bedreigde staten in ons front thuis en dienen ze den geallieerden strijdkrachten gelegenheid te bieden om Duitsch land van zijn zwakste zijde aan te casten. Onze zorg, van België dus en van Nederland, om naar beide zijden een strikte neutraliteit te bewaren en ook onze bemiddelingsijver worden niet altijd vriendelijk uitge legd. Er ontstaat b.v. een duidelijk waarneembare verwijdering tusschen het Fransche en het Belgische volk. De regeering te Brussel heeft dezer dagen moeten besluiten om geen vergunning meer te verleenen voor het vervoer per post of per spoor van de Parijsche bladen „Intransi- geant", „Epoque" en „Paris-Soir". Deze maatregel komt dus feitelijk neer op een verspreidingsverbod der Fransche kranten, hiervoren genoemd. Volgens de in lichtingen van „Belga" zouden deze bladen artikelen bevat hebben, die beleedigend voor den koning waren. In officieuze kringen te Brussel merkt men op, dat het vervoer van buitenlandsche kranten in België een gunst is, waarvan de regeering niet de persorganen wil doen profi teered die niet een minimum van de correctheid, welke in de interna tionale betrekkingen gebruikelijk is, in acht nemen. Natuurlijk oordeelt meD in ver antwoordelijke Brltsche en Fransche kringen wel voorzichtiger over het belang eener daadwerkelijke Belgisch-Nederlandsche inmenging in het Europeesche conflict. Elke strijd biedt twee kansen. Als de Duitschers, al ware het slechts als gevolg van een tijdelijk militair succes, de Belgisch-Nederlandsche kust konden bereiken, dan zou 't Engelsche volk er nog leelijk van „te lusten" krijgen, vóór de eindzege ware bevochten In officieele kringen schijnt men er dan ook oprecht naar te streven om de moeilijkheden, welke de oorlog den neutrale staten berokkent, tot het noodzakelijke minimum te be perken. Dat blijkt b.v. uit een recente verklaring van Lord Finley, voorzit ter van de Britscbe contrabande-commissie aan de pers gedaan. Hij wees met nadruk op twee punten: 1. Engeland is voornemens, vol ledig zijn recht van oorlogvoerende uit te oefenen om te controleeren, of zich aan boord van schepen contrabande bevindt 2. Engeland is echter tevens voor nemens, dit recht uit te oefenen met zoo weinig mogelijk ongemak voor da neutrale landen. Hij gaf toe, dat er vertragingen zgn ontstaan bij de contrabande controle, maar krachtige pogingen worden in het werk gesteld om de kwestie onder de knie te krijgen. De omvaDg van de schepen maakt het onmogelijk, vertragingen uit te sluiten, maar zij zijn reeds aanzien lijk verminderd en zullen blijven verminderen. Een oorlogvoerend land heeft het eeuwenoude recht een contrabande- controle op te leggen en er is geen recht van oorlogvoerende, dat in het internationaal recht nauwkeuriger vaststaat. In vele gevallen is het passeeren der schepen langs de contrabande controle vergemakkelijkt door het vóóraf beschikbaar stellen van de ladingspapieren. Dc eigenlijke oorlogvoering blijkt zich aan het front zelf, dus tusschen Maginotllnie en Westwalie beperken tot geringe activiteit van verkenningspatrouilles en van ver kenningsvliegtuigen. De Duitschers ontzien de Fran- schen nog zooveel mogelijk, blijkbaar in de hoop om ze tot het aanvaar den van een afzonderlijken eervollen vrede te bewegen. Wat wel vruchte loos zal zijn, zoolang de Franschen hun eer verbonden achten aan de trouw aan hun Britsche bondgenoo- ten. De Duitsche regeering en -leger leiding hebben gemeend, dat ze bun doeleinde zouden kunnen bevorderen door onder het Fransche volk een communistische vredesactie te wek ken! In Berlijn huizen toch wel slechte psychologen. Duitsche vlieg tuigen hebben in den nacht boven Parijs en andere steden vlugschriften uitgestrooid, welke den inhoud weer gaven van MolotofFs redevoering in Moskou, gehouden tegenover den Hoogen Raad der Sovjets en waarin de Duitschers werden voorgesteld als vredesengelen de regeeringen van Engeland en Frankrijk echter ala imperialistische oorlogszuchtiger beschermers van het kapitalisme. De wijze, waarop Duitsche vlieg tuigen zich tot dragers maken van de sovjet-propaganda, is hiermede duidelijk aangetoond, aldus Havas. De biljetten werden uit het vlieg tuig uitgelaten door middel vaneen ontploffing, welke de stalen banden, waarmede zij verbonden waren, ver brak. Voor het overige concentreeren de Duitschers hun aanvallen tegen Engeland, zoowel in de lucht als ter zee. Helaas meeuen ze ook de neutrale scheep vaart zooveel mogelijk te moeten benadeelen om aldus de Britsche belangen te treffen. De oorlog ter zee kostte in de laatste dagen meerdere slachtoffers. De Britsche marine boekte het verlies van een torpedojager echter niet ten gevolge van een tor pedo, maar van het loopen op een mijn. Eén man kwam om: vijf man worden vermist en vijftien gewond. Sleepbooten redden ruim 70 opvaren den. De treiler „Creswell" uitFleet- woord werd door een Duitsche duik boot tot zinken gebracht. Zeven van de dertien man werden gered. Het 8000 ton metende Engelsche vracht schip „Matru" is na een ontploffing gezonken. Alle Europeesche leden van de bemanning zijn gered. Twee inlandsche matrozen kwamen om. Het Noorsche tankschip „Arme Kjode" uit Bergen, uit 11.000 ton meet, werd door een duikboot tot zinken gebracht. Zeventien man wor den vermist. Vooral de vernieling van de treiler „Creswell" was een tragisch gevai, een mengsel van oorlogsgruwelijk- heid en van ridderlijke manieren» De treiler werd zonder voorafgaan de waarschuwing tot zinken gebracht. De bemanning had de duikboot nog niet eens gezieD, toen de granaten al insloegen. De overlevenden vertel den: „Wij hadden geen tijd een sloep uit te zetten, die overigens door een granaat was vernield. Op zijn minst twintig schoten troffen ons schip. De opvarenden lieten zoo ver telden later de geredden een vlot afgaan, waar tien van de 13 opva renden op konden klimmen. Het water was ijskoud en de regen bleef genadeloos op ons neerdalen. Drie van de tien man konden zich niet meer houden en gleden terug in het water, voorgoed.... „Na twee en een half uur kwam de duikboot weer te voorschijn en haalde de mannen van het vlot af. De kapitein van de duikboot deed alles om ons op ons gemak te bren gen. Hij gaf ons droge kleeren, warm eten en brandewijn. De duikboot bracht intusschen met eenige scho ten de „Creswell" tot zinken. Na zeven uur verblijf aan boord van de Duitsche duikboot, zette deze de be manning over op de treiler „Phyl- lisia", die hen naar Fleetwood bracht. Toen de kapitein van de gezonken treiler de duikboot verliet, voegde de Duitsche kapitein hem toe: „Zeg aan mijnheer Churchill, dat de op varenden van de Duitsche duitbooteu niet allen hartelooze moordenaars zijn, zooals men u wil doen gelooven..." Wat betreft de luchtoorlog valt een herhaald bezoek van Duit sche vliegtuigen boven de Shetlands- eilanden te vermelden. Ze hebben daarbfi, volgens Londen, minstens 12 zware bommen laten vallen, welke naar schatting 250 kilogram per stuk wogen. Een splinter met een gewicht van drie kg. trof een klein huis. Vier bommen vielen zonder schade aan te richten in zee, vier anderen vielen dicht bij elkaar op het land, nog vier anderen kwamen neer op een heuvel top. De bommen, welke op het land terecht kwamen waren ongeveer 400 meter van met kinderen bezette scholen af. Groote hooveelheden aarde en steenen werden wel dertig meter omhoog geslingerd. De brokstukken verspreidden zich over een aanzien lijke oppervlakte. Twee scholen zfin gesloten, ten einde schuilplaatsen te bouwen. De Duitsche vliegtuigen vlogen laag als gevolg van den zwaren regen en het slechte zicht. Zij waren slechts kor ten tijd zichtbaar, doch werden met hevig luchtdoelgeschut aangevallen. VENRAY, 18 Nov. 1939 Gemeen terekening 1938. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter algemeene kennis, dat de Gemeenterekemng over het dienstjaar 1938 overeen komstig het bepaalde bij artikel 256 der Gemeentewet heden aan Raad der Gemeente is overgelegd en tegelijk ter Secretarie der Ge meente voor eenieder ter lezing is nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten algemeen ver krijgbaar is gesteld tot aan den dag der voorloopige vaststelling door den Gemeenteraad, welke voorloo-

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1