-Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY'
boter
Er is geen reden
tot onrust.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 18 November 1939
Zestigste Jaargang No 46
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
is zeer fijne boter
De zaken staan voor ons niets
anders dan in den aanvang van
September j.l.
Onze neutraliteit een belang
der strijdenden.
Aldus onze min.'president.
Ergens in Nederland, 13Nov.'39
Ik schrijf deze regelen „ergens
in Nederland". Waarom ik deze
geheimzinnigheid moet betrach
ten, zal den lezer straks duidelijk
worden,
Maar laat ik beginnen bij het
belangrijkste, waarop ik in ver
band met mijn onderwerp heb
te wijzende radio-rede van
onzen min.-president. In het kort
vat ik deze aldus samen
Er is onrust gebleken onder
onze bevolking over wat zij
meende een acuut dreigend
gevaar te zijn een vijandelijke
inval in ons land.
Er is voor deze meening geen
enkele grond aanwezig.
En dus ook niet voor onrust.
Aanleiding tot een en ander
waren zekere buitenlandsche
radio- en persberichten èn
enkele daden onzer regeering.
Wat die buitenlandsche bericht
geving betreft, moeten we er
ons rekenschap van geven, dat
het een belang is van een
strijdvoerende partij om de
somberste verwachtingen te
wekken ten aanzien van de
bedoelingen der tegenpartij
Tegen dien opzet moeten we
ons harnassen.
En wat de daden onzer re
geering betreft deze laatste
is verplicht om haar militaire
maatregelen te doen aanpassen
aan den feiteiijken toestand (in
dit geval de troepen-concen
tratie over onze oostgrens, want
alleen daardoor kan ze toor.en,
dat de mobilisatie ten onzent
niet slechts een formeele of
symbolische beteekenis heeft.
Gelijke bijzondere maatregelen
zijn in den vorigen oorlog
herhaaldelijk genomen moeten
worden, zonder dat daarop
dramatische daden van anderen
zijn gevolgd.
Slechts dit is ook thans de
beteekenis der getroffen maat
regelen. De regeering beschikt
over geen enkele betrouwbare
inlichting, welke in staat is om
het geloof te schokken in het
terzake van onze neutraliteit
gegeven woord der oorlog
voerenden.
Het is een militair en zede
lijk belang der oorlogvoeren
den om onze onzijdigheid te
blijven respecteeren. Ons gebied
is het vluchtoord der Europee-
sche beschaving, van waaruit de
vrede kan worden herbouwd.
Van de gewekte onrust kan
daarom worden gezegd, wat in
een oud lied in woorden werd
gebracht
Een mensch lijdt dikwijls 't meest
Door het lijden, dat hij vreest,
Doch dat nooit op komt dagen.
Zoo heeft hij méér te dragen,
Dan God te dragen geeft.
Deze geruststellende verklaring
zal duizenden een zucht van ver
lichting hebben ontlokt; de woor.
den van onzen verantwoordelijken
regeeringsleider zijn geen minuut
te vroeg gesproken.
Ja, als we ons gezond verstand
raadplegen, dan is en was er
geen enkele grond voor vrees en
angst. Welk belang zou Duitsch-
land kunnen hebben om ons in
den oorlog te betrekken
Duitschland is veilig— in mi
litairen zin gesproken achter
zijn Siegfriedlinie en de neutrale
staten Nederland en België. Een
aanval op deze landen door
Duitschland, zou voor Engeland
en Frankrijk de gelegenheid
scheppen om het Derde Rijk,
via óns en het Belgische grond
gebied, van zijn zwakste zijde
aan te tasten.
Men is in Berlijn niet blind
voor deze logica
Ook ons volk kan haar ver
staan, maar het is in de war
gebracht door de bijzondere
Nederl. militaire maatregelen en
de groote diplomatieke activiteit
tusschen Den Haag en Brussel.
Deze kunnen een zeer norma
len grond hebben, maar de au
toriteiten zijn te zwijgzaam.
Dat wekt altijd wantrouwen en
onrust. En moet meer openhar-
hartigheid komen tusschen leiding
en volk.
Er behoort een mededeelzaam
heid te wezen, welke als nu
door de verklaring van Jhr. de
Geer zonder iets bloot te
leggen van de strekking van be
paalde maatregelen een tenden-
tieuzen uitleg van dezelve voor
komt en een rustige gemoeds
gesteldheid verzekerd houdt.
De pers blijkt in deze dagen
de moeilijkheden der regeerings-
taak te verstaan maar de regeering
èn de militaire autoriteiten, blij
ken niet steeds de taak en de
beteekenis der pers te kennen.
De pers krijgt van hoogerhand
aanwijzingen van wat zij in ver
band met de neutraliteitspositie
van ons land hoort te doen en
te laten, het zou niet ondienstig
wezen, wanneer de regeerings-
en militaire autoriteiten op haar
beurt eenige aanwijzingen van de
pers zouden willen aanvaarden,
h o e de publieke opinie in rust
kan en behóórt te worden ge
leid.
Wat b.v. de pers inzake het
grensincident onder Venlo toege
laten werd te publiceeren, is door
zijn vaagheid en klaarblijkelijken
zin om te verdoezelen, méér in
staat om geruchten te wekken
en een paniekstemming te ver
oorzaken dan een sobere, maar
eerlijke mededeeling der feiten.
Hetzelfde geldt ten aanzien van
buitengewone militaire maatrege
len.
Als de waarheid wordt terug
gehouden, vermeesteren leugen
en verdichtsel het terrein.
Het niet- of half-weten ver
oorzaakt een paniekstemming
\va art ij k niet enkel on
der de burgerbevol
king.
Ik ondervond dat j.l. Zaterdag
avond. Ik vertoefde in het grens
gebied „ergens in Nederland".
En „ergens in Nederland" schrijf
ik deze regelen. De vaagheid
dezer aanduiding is mijn plicht,
want ik moet het hier over mili
taire maatregelen hebben.
Ik fietste rustig en zorgeloos
over een weg, totdat ik een
bruggetje benaderde, dat over 'n
„vaart" ligt, welke iets breeder
is dan een fatsoenlijke sloot. Ik
zie een rij auto's, fietsers, eenige
motorrijders, veel prikkeldraad,
roode lantaarns en een paar mi
litairen in volle wapenrusting.
Eén heeft eer. pistool in de hand.
Griezelig! Niemand en niets
meer mag over de brug.... En
waarom niet Zooiets vraag je
onwillekeurig.
En prompt kreeg ik de inlich
ting: door spionnage waren de
Nederlandsche militaire autori
teiten te weten gekomen, dat dien
avond of in den nacht, in ieder
geval vóör des morgens 5 uur
de Duitsche troepen het Neder
landsche gebied zouden binnen
komen...
De tegengehouden menschen
jammerden. Iemand, die er met
zijn motor stond, verzekerde, dat
ie slechts twee kilometer verder
woonde. Natuurlijk wilde hij
naar zijn huis in deze omstan
digheden.,. Maar het mocht niet.
Ik reed terug het dorp in, en
probeerde het bij een andere
brug. Dezelfde afzetting en een
gelijk verbod. Bij een derde brug
idem Gewone kleine bruggetjes
in de kom van het dorpDe
menschen konden niet meer van
de eene straat in de andere
komen...
Alle soldaten droegen... Neen,
ik mag niet zeggen, wat ze droe
gen. Maar wat ze droegen, was
hun zoo juist uitgereikt. Het was
bestemd om „om" te doen, als
de vijanden waren binnengedron
gen. Als in dat geval de Neder
landsche posten zouden moeten
wijken, dan waren ze voor hun
makkers, op wier stellingen ze
moesten terugtrekken, aan het
bijzondere „iets" dat ze droegen,
te herkennen.
Een veiligheidsmaatregel, welke
alleen bij een overval mocht wor
den toegepast en tot dan moest
worden geheim gehouden. Toch
liepen dien Zaterdagavond alle
soldaten er reeds mee en men
behoeft zich dus niet te verwon
deren, als de Duitschers,
mochten ze werkelijk eens aan
valsplannen ten uitvoer gaan
brengen het kunstje van Hol-
landsche stellingen veilig te be
naderen, óók blijken te kennen.
Och ja, zeiden me eenige
kalme Nederlandsche soldaten,
onze kapitein is zoo zenuwach
tig. Hij heeft z'n bezinning heele-
maal verloren.
De lezer zal zich kunnen in
denken, hoe in dat grensgebied
de stemming der burgerbevol
king was, waar de militaire ge
zagsdragers van zooveel geëner
veerdheid lieten blijken.
De rust, tot welke Jhr. de Geer
maande, moet bovenal het deel
zijn van de leiders onzer gewa
pende macht.
Rust en vertrouwen, ze zijn
weergekeerd door het openhar
tige woord van onzen minister
president. Door een verstandige
mededeelzaamheid kan ze worden
onderhouden, alsmede door een
koelbloedige beheersching van
het eigen gemoed door de mi
litairen. Md.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
Finland in de Sovjetklem.
De onderhandelingen te Moskou
zijn dus mislukt en de Finsche de
legatie is naar haar eigen hoofdstad
Helsinski teruggekeerd, zonder dat
eenige overeenkomst kon worden
gesloten. Hetgeen natuurlek nog niet
zeggen wil, dat elk nader overleg
buitengesloten zal zijn.
Maar de zaken staan toch voor
het oogenblik zoo, dat de Finnen
definitief geweigerd hebben om op
hun vasteland, aan de kust van den
Zuidwesthoek een basis voor de
Russische vloot af te staan (welke
den Finnen elke communicatie met
andere staten in tijden van gevaar
onmogelijk zou hebben gemaakt)
alsmede om afstand te doen van 't
gebied op de Karelische landengte,
waarop ze ten koste van veel in
spanning en millioenen gelds hun
verdedigingswerken tegenover Le
ningrad hadden gebouwd.
En wat nu
Zoo luidt thans de, vooral voor de
Finnen, beangstigde vraag. Men be
hoeft geen oogenblik aan te nemen,
dat de Sovjets zich eenvoudig bij de
afwijzing van hun eischen zullen
neerleggen.
Van den anderen kant lijkt het
evenzeer onwaarschijnlijk, dat ze
onmiddellijk een oorlog tegen Fin
land zullen beginnen.
Dat zou al te sterk indruischen
tegen de vredesprincipes, welke ze
nog maar enkele weken geleden op
zoo theatrale wijze tegenover de
houding van Frankrijk en Engeland
hebben.
Bovendien is het winterjaargetijde
ongunstig voor een oorlog in het
gebied der Finsche meren en wouden.
Uit de uitingen vol misnoegen van
de sovjetpers maakt men op en
in Helsinski rekent men daar vast
op dat de Russen
een zenuwenoorlog
zullen gaan voeren naar de wijze,
waarop de Duitschers er zulk een
tegen Tsjechoslowakije en Polen
hebben ontketend, voor ze de landen
overweldigden.
In het verloop van zoo'n zenuwen
oorlog doen zich incidenten genoeg
voor, welke straks als voorwendsel
kunnen dienen om aan een „on
houdbaar geworden toestand" met
militaire middelen een einde te ma
ken. Dit spel is reeds begonnen. In
officieele kringen te Helsinski ver
klaart meD, dat gedurende de laat
ste dagen zoowel te land als in
lucht
„incidenten'* zijn voorgevallen,
over welker strekking men zich
nochtans niet officieel verklaart.
Volgens een nog niet bevestigd
gerucht hebben de Finnen een Rus
sisch vliegtuig aan de Oostelijke
grens in „Niemandsland" naar be
neden geschoten. Van geen van beide
zijden is men de gevallen machine
genaderd, uit vrees een incident te
veroorzaken.
De Russische infanterie zou verder
het moreel der Finsche troepen op
de proef gesteld hebben door met
gevelde bajonet tegen de prikkel
draadversperringen te chargeeren en
in de lucht te schieten.
De Finsche soldaten waren echter
geenszins geïmponeerd, daar zrj er
op getraind zijn, incidenten met
Rusland te vermijden.
Finland is voorbereid op een trjd
van
spanning, welke zes maanden
of langer zal aanhouden voor of
een overeenkomst zal worden bereikt
of een Russisch militair ingrepen
kan worden verwacht.
Sinds het uitbreken van de crisis
zijn aan vrijwillige bijdragen voor
de Finsche defensie 73 millioen mark
binnengekomen, van chèques van
millionnairs af tot de spaarpennin
gen van schoolkinderen en de trouw
ringen van weduwen toe. Metselaars
textielarbeiders, krantenjongens en
bloemenmeisjes, allen hebben hun
bijdrage geleverd.
Een vijfde deel van de Finsche
bevolking, die 31/, millioen zielen
telt, is onder de wapenen.
Stalin, aldus meent men, hoopt,
dat de financieels druk het econo
mische leven van Finland, dat reeds
heeft te lijden van de inkrimping
van den buitenlandschen handel, zal
ontwrichten. Finland laat zich hier
door overigens niet afschrikken.
De Finsche bladen bereiden het
volk erop voor, dat het zich beper
ken en offers zal moeten opleggen,
die te oordeelen naar de gebeurte
nissen van de laatste weken, met
opgewektheid zullen worden gedra
gen. Men verklaart, dat Finsch ge
bied nooit onder controle van een
vreemden staat zal worden geplaatst.
Boven het grensgebied van Finsch
Karelië vliegen voortdurend Rus
sische vliegtuigen. De Russische
vloot zou plannen hebben voor het
houden van oefeningen in de Finsche
golf.
De Finnen toonen zich veront
waardigd door den klaarblijkelijken
Duitschland bijstand aan
Rusland
tot uiting komende in het stelsel
matig hinderen van de Finsche
scheepvaart in de Botnische Golf,
een scheepvaart dus op het neutrale
Zweden. Herhaaldelijk praaien Duit
sche vaartuigen daar de Finsche
schepen.
Zal, zooals de Russische „Prawda"
veronderstelt, Finland weldra moe
ten bezwijken onder den economi-
schen last, welke de zenuwenoorlog
dit groote land met zijn geringe
bevolking oplegt
Dat zou eigenlijk tot schande
strekken van de beschaafde wereld.
Overal vinden
de Finnen warme sympathie,
voor hun houding, waarmee ze de
spits hebben afgebeten van de Rus-
sisch-imperialistische agressie.
Andere volkeren krijgen er lijd
door tot herademen. Maar sympa
thie alleen is niet voldoende om een
volk van 3l/: millioen zielen de ont
zaglijke lasten te laten dragen voor
een mobilisatie, welke 600.000 weer
bare mannen uit het economische
leven weghaalde om het land mili
tair te beschermen.
In de Ver. Staten heeft men be
wondering voor de Finnen en men
acht het kleine volk in staat om als
een
moderne David tegen Goliath
den strijd met succes op te nemen.
Zullen de Ver. Staten David aan dat
gene helpen, wat zgn physieke en
psychische krachten ten onderhoud
behoeven Ook in de Scandinavische
landen komt de wil tot uiting om
de Finnen daadwerkelijk te steunen,
vooral om te voorzien in de drin
gende goederenschaarschte en de
financieels tekorten.
In Nederland en België,
waar men zich óók een oogenblik
dicht aan den oorlogsafgrond heeft
gewaand, is de rust in beduidende
mate weergekeerd. Men heeft er nu
een aannemelijke verklaring gekre
gen van de troepenconcentraties aan
de oostgrens en weet er de beang
stigende geruchten thans beïnvloed
door het belang van Duitschlands
tegenpartij. De ten onzent en in het
land onzer Zuiderburen getroffen
extra-militaire maatregelen hebben
thans dit voordeel opgeleverd, dat
geen der oorlogvoerende mogend
heden nu nog eenige twijfel zal
kunnen resten ten aanzien van onze
vastbeslotenheid en ook van ons
vermogen om eiken inval van vreem
de troepen met geweld te keeren.
In Frankrijk en Engeland wordt
onze krachtdadige wil om onze on
zijdigheid te bewaren
niet steeds gewaardeerd.
Men zou het er over het algemeeD
meer waardeeren, wanneer we partij
kozen aan de zijde der democrati
sche mogendheden, die den strijd
tegen Duitschland hebben opgeno
men. Men moet deze zienswijze niet
te hard beoordeelen De volkeren
van Frankrijk en Engeland zijn er
heilig van overtuigd, dat ze door
hun strijd vele kleine neutrale staten
redden van het verlies hunner onaf
hankelijkheid aan Duitschland. Daar
om zoo redeneeren velen onder
die volkeren hooren die bedreigde
staten in ons front thuis en dienen
ze den geallieerden strijdkrachten
gelegenheid te bieden om Duitsch
land van zijn zwakste zijde aan te
casten.
Onze zorg, van België dus en van
Nederland, om naar beide zijden een
strikte neutraliteit te bewaren en
ook
onze bemiddelingsijver
worden niet altijd vriendelijk uitge
legd. Er ontstaat b.v. een duidelijk
waarneembare verwijdering tusschen
het Fransche en het Belgische volk.
De regeering te Brussel heeft dezer
dagen moeten besluiten om geen
vergunning meer te verleenen voor
het vervoer per post of per spoor
van de Parijsche bladen „Intransi-
geant", „Epoque" en „Paris-Soir".
Deze maatregel komt dus feitelijk
neer op een
verspreidingsverbod der
Fransche kranten,
hiervoren genoemd. Volgens de in
lichtingen van „Belga" zouden deze
bladen artikelen bevat hebben, die
beleedigend voor den koning waren.
In officieuze kringen te Brussel
merkt men op, dat het vervoer van
buitenlandsche kranten in België
een gunst is, waarvan de regeering
niet de persorganen wil doen profi
teered die niet een minimum van
de correctheid, welke in de interna
tionale betrekkingen gebruikelijk is,
in acht nemen.
Natuurlijk oordeelt meD in ver
antwoordelijke Brltsche en Fransche
kringen wel voorzichtiger over het
belang eener daadwerkelijke
Belgisch-Nederlandsche
inmenging
in het Europeesche conflict. Elke
strijd biedt twee kansen. Als de
Duitschers, al ware het slechts als
gevolg van een tijdelijk militair
succes, de Belgisch-Nederlandsche
kust konden bereiken, dan zou 't
Engelsche volk er nog leelijk van
„te lusten" krijgen, vóór de eindzege
ware bevochten
In officieele kringen schijnt men
er dan ook oprecht naar te streven
om de moeilijkheden, welke de oorlog
den neutrale staten berokkent, tot
het noodzakelijke minimum te be
perken. Dat blijkt b.v. uit een recente
verklaring van Lord Finley, voorzit
ter van de
Britscbe contrabande-commissie
aan de pers gedaan. Hij wees met
nadruk op twee punten:
1. Engeland is voornemens, vol
ledig zijn recht van oorlogvoerende
uit te oefenen om te controleeren,
of zich aan boord van schepen
contrabande bevindt
2. Engeland is echter tevens voor
nemens, dit recht uit te oefenen met
zoo weinig mogelijk ongemak voor
da neutrale landen.
Hij gaf toe, dat er vertragingen
zgn ontstaan bij de contrabande
controle, maar krachtige pogingen
worden in het werk gesteld om de
kwestie onder de knie te krijgen.
De omvaDg van de schepen maakt
het onmogelijk, vertragingen uit te
sluiten, maar zij zijn reeds aanzien
lijk verminderd en zullen blijven
verminderen.
Een oorlogvoerend land heeft het
eeuwenoude recht een contrabande-
controle op te leggen en er is geen
recht van oorlogvoerende, dat in het
internationaal recht nauwkeuriger
vaststaat.
In vele gevallen is het passeeren
der schepen langs de contrabande
controle vergemakkelijkt door het
vóóraf beschikbaar stellen van de
ladingspapieren.
Dc eigenlijke oorlogvoering
blijkt zich aan het front zelf, dus
tusschen Maginotllnie en Westwalie
beperken tot geringe activiteit van
verkenningspatrouilles en van ver
kenningsvliegtuigen.
De Duitschers ontzien de Fran-
schen nog zooveel mogelijk, blijkbaar
in de hoop om ze tot het aanvaar
den van een afzonderlijken eervollen
vrede te bewegen. Wat wel vruchte
loos zal zijn, zoolang de Franschen
hun eer verbonden achten aan de
trouw aan hun Britsche bondgenoo-
ten.
De Duitsche regeering en -leger
leiding hebben gemeend, dat ze bun
doeleinde zouden kunnen bevorderen
door onder het Fransche volk een
communistische vredesactie te wek
ken! In Berlijn huizen toch wel
slechte psychologen. Duitsche vlieg
tuigen hebben in den nacht boven
Parijs en andere steden vlugschriften
uitgestrooid, welke den inhoud weer
gaven van
MolotofFs redevoering
in Moskou, gehouden tegenover den
Hoogen Raad der Sovjets en waarin
de Duitschers werden voorgesteld
als vredesengelen de regeeringen
van Engeland en Frankrijk echter
ala imperialistische oorlogszuchtiger
beschermers van het kapitalisme.
De wijze, waarop Duitsche vlieg
tuigen zich tot dragers maken van
de sovjet-propaganda, is hiermede
duidelijk aangetoond, aldus Havas.
De biljetten werden uit het vlieg
tuig uitgelaten door middel vaneen
ontploffing, welke de stalen banden,
waarmede zij verbonden waren, ver
brak.
Voor het overige concentreeren de
Duitschers hun
aanvallen tegen Engeland,
zoowel in de lucht als ter zee. Helaas
meeuen ze ook de neutrale scheep
vaart zooveel mogelijk te moeten
benadeelen om aldus de Britsche
belangen te treffen.
De oorlog ter zee kostte in de
laatste dagen meerdere slachtoffers.
De Britsche marine boekte
het verlies van een torpedojager
echter niet ten gevolge van een tor
pedo, maar van het loopen op een
mijn. Eén man kwam om: vijf man
worden vermist en vijftien gewond.
Sleepbooten redden ruim 70 opvaren
den. De treiler „Creswell" uitFleet-
woord werd door een Duitsche duik
boot tot zinken gebracht. Zeven van
de dertien man werden gered. Het
8000 ton metende Engelsche vracht
schip „Matru" is na een ontploffing
gezonken. Alle Europeesche leden
van de bemanning zijn gered. Twee
inlandsche matrozen kwamen om.
Het Noorsche tankschip „Arme
Kjode" uit Bergen, uit 11.000 ton
meet, werd door een duikboot tot
zinken gebracht. Zeventien man wor
den vermist.
Vooral de vernieling van de treiler
„Creswell" was een tragisch gevai,
een mengsel van oorlogsgruwelijk-
heid en van
ridderlijke manieren»
De treiler werd zonder voorafgaan
de waarschuwing tot zinken gebracht.
De bemanning had de duikboot nog
niet eens gezieD, toen de granaten
al insloegen. De overlevenden vertel
den: „Wij hadden geen tijd een sloep
uit te zetten, die overigens door een
granaat was vernield. Op zijn minst
twintig schoten troffen ons schip.
De opvarenden lieten zoo ver
telden later de geredden een vlot
afgaan, waar tien van de 13 opva
renden op konden klimmen. Het
water was ijskoud en de regen bleef
genadeloos op ons neerdalen. Drie
van de tien man konden zich niet
meer houden en gleden terug in het
water, voorgoed....
„Na twee en een half uur kwam
de duikboot weer te voorschijn en
haalde de mannen van het vlot af.
De kapitein van de duikboot deed
alles om ons op ons gemak te bren
gen. Hij gaf ons droge kleeren, warm
eten en brandewijn. De duikboot
bracht intusschen met eenige scho
ten de „Creswell" tot zinken. Na
zeven uur verblijf aan boord van de
Duitsche duikboot, zette deze de be
manning over op de treiler „Phyl-
lisia", die hen naar Fleetwood bracht.
Toen de kapitein van de gezonken
treiler de duikboot verliet, voegde
de Duitsche kapitein hem toe: „Zeg
aan mijnheer Churchill, dat de op
varenden van de Duitsche duitbooteu
niet allen hartelooze moordenaars
zijn, zooals men u wil doen gelooven..."
Wat betreft
de luchtoorlog
valt een herhaald bezoek van Duit
sche vliegtuigen boven de Shetlands-
eilanden te vermelden. Ze hebben
daarbfi, volgens Londen, minstens 12
zware bommen laten vallen, welke
naar schatting 250 kilogram per stuk
wogen.
Een splinter met een gewicht van
drie kg. trof een klein huis. Vier
bommen vielen zonder schade aan te
richten in zee, vier anderen vielen
dicht bij elkaar op het land, nog vier
anderen kwamen neer op een heuvel
top.
De bommen, welke op het land
terecht kwamen waren ongeveer 400
meter van met kinderen bezette
scholen af. Groote hooveelheden aarde
en steenen werden wel dertig meter
omhoog geslingerd. De brokstukken
verspreidden zich over een aanzien
lijke oppervlakte.
Twee scholen zfin gesloten, ten
einde schuilplaatsen te bouwen. De
Duitsche vliegtuigen vlogen laag als
gevolg van den zwaren regen en het
slechte zicht. Zij waren slechts kor
ten tijd zichtbaar, doch werden met
hevig luchtdoelgeschut aangevallen.
VENRAY, 18 Nov. 1939
Gemeen terekening 1938.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter algemeene
kennis, dat de Gemeenterekemng
over het dienstjaar 1938 overeen
komstig het bepaalde bij artikel
256 der Gemeentewet heden aan
Raad der Gemeente is overgelegd
en tegelijk ter Secretarie der Ge
meente voor eenieder ter lezing is
nedergelegd en in afschrift tegen
betaling der kosten algemeen ver
krijgbaar is gesteld tot aan den dag
der voorloopige vaststelling door
den Gemeenteraad, welke voorloo-