Na de „tierde Wni"
van Polen
De Internationale toestand
7
Het Portret
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Als er eenig verband bestaat tusschen
het weer en het toekomstige lot van
.Europa, dan ziet het er somber voor
de Westersche mogendheden oor
logvoerende zoowel als neutrale sta
len uit. Want sedert Zondag
ma sen berichten van het front tus
schen Saar en Moezel melding van
een overvloedigen regenval, welke
het toch al niet blijmoedige verblijf
In de bunkers van Siegfried-
Maginotlinie nog onaangenamer
maakt.
De laatste dagen hebben trouwens maar
bitter weinig bemoedigende voorteekenen
opgeleverd. Zij die nog gehoopt hadden,
dat de bezinning uiteindelijk toch zou
zegevieren, hebben uit de stemming in het
kamp der geallieerden en uit de redevoe
ringen, welke achter de Siegfriedlinie zijn
uitgesproken, de conclusie kunnen trekken,
dat beide partijen vast voornemens zijn den
strijd tot het bittere einde uit te vechten.
De Britsche minister van Oorlog, Hore
Belisha, zette in een rede het doel van
Engelands optreden nogmaals uiteen en
zeide, dat de oorlog niet begonnen is om
het herstel van Tsjechoslowakije of Polen.
Engeland strijdt voor het herstel van den
toestand, waarin de onderdanen van die
landen ook de Duitschers weer kun
nen leven.
De Poolsche en Tsjechische kwestie bui
ten beschouwing latend, moet het ons van
het hart, dat de Britsche minister zich ten
aanzien van de Duitschers in weinig tac
tische bewoordingen heeft uitgedrukt en
blijk heeft gegeven nog steeds niet te be
seffen, dat het Duitsche volk van 1918 of
1930 een ander was, dan waartegen hij
thans de Tommies ten strijde laat trekken.
Ware dit inderdaad het geval dan zou
de regeering van het Derde Rijk reeds lang
voor dezen ten val zijn gebracht en dan
zou de Engelsche hulp daarbij waarschijn
lijk niet noodig zijn geweest. Na de aan
sluiting van Oostenrijk de. inlijving van
Sudetenland, het totstandkomen van de
„as", de bezetting van Tsjechië en den
Poolschen veldtocht is het vertrouwen van
het gros der Duitschers in Hitier niet meer
met pamfletjes en bevrijdingsredevoerin
gen te ondermijnen. Dit schijnt men jam
mer genoeg in Britsche regeeringskringen
nog steeds niet begrepen te hebben. Anders
is het in enkele bladen van de Engelsche
pers. De „Daily Herald", het groote blad
van de Labour Partij, verwijt de regeering
in een hoofdartikel, getiteld: „Te veel fou
ten, mr. Chamberlain", dat zij aan vele
politieke dwalingen lijdt en niet in staat
is geweest zich aan den nieuw geschapen
toestand aan te passen. In het slot van het
artikel schrijft het blad „Als de regee
ring zich niet spoedig van een andere zijde
doet kennen, dan moet zij terstond aftre
den en vervangen worden door een regee
ring, die haar taak beter begrijpt". Het
zijn krasse woorden en zij onderschrijven
het bovenstaande ten volle, hetgeen ook
het geval is met enkele publicaties in
andere Britsche bladen.
Vredesinitiatief niet meer te verwachten.
Hoewel de laatste dagen wederom ge
ruchten de ronde deden over mogelijke
vredesinitiatieven van Duitsche zijde,
schijnen deze berichten van allen grond
ontbloot te zijn. In de Wilhelmstrasse
wordt althans categorisch ontkend, dat
Duitschland alsn©g een poging zal doen
den vrede te bewaren. Slechts kan sprake
zijn van de beginselen neergelegd in de
jongste Rijksdagrede van Hitier, er bestaat
voor Duitschland niet de minste aanleiding
om nieuwe voorwaarden voor een vredes
initiatief! op te stellen.
De rede, welke de minister van Buiten-
landsche Zaken Joachim von Ribbentrop
Dinsdagavond in Dantzig heeft gehouden,
was geheel in overeenstemming met deze
officieuze meeningen en kan beschouwd
worden] als een aanloop tot dei oorlogsver
klaring.
Van Zeeland redivivus.
Ook) verluidde het nog, dat de gewezen
Belgische minister-president Paul van Zee
land voor een overleg met président Roose
velt inzake het nemen van een vredes
initiatief naar Amerika zou reizen. In ver
Belgischf^ versterkingen aan de grens. Een bunker m et op den achtergrond een
v tankversperring.
band hiermede zou Hitier zijn grooten aan
val hebben uitgesteld in afwachting van
Van Zeeland's resultaten. Voor den ex-
premier was de herleving van zijn naam
in de wereldpers echter van korten duur,
daar Van Zeeland onmiddellijk na het ver
spreiden van het bericht een verklaring
aflegde, waarin hij zeide, dat het doel van
zijn reis.de vergadering van het Inter
nationale Vluchtelingen Comité was.
Finsch - Russische onderhandelingen
hervat.
De berichten over de voortgezette onder
handelingen te Moskou rechtvaardigen de
hoop, dat de Finsch-Russische besprekin
gen een voor beide partijen bevredigend
verloop zullen hebben. „Langzaam aan, dan
breekt het lijntje niet", is blijkbaar het
motto, waaronder staatsraad Paasilcivi te
werk gaat, want blijkens de berichten,
welke Dinsdag uit Oost-Europa kwamen,
heeft de Finsche onderhandelaar besloten
wederom ruggespraak met zijn regeering
te gaan plegen en wel op grond van het
feit, dat in het Kremlin weer nieuwe voor
stellen ter tafel zijn gebracht. Reden tot
ongerustheid houdt dit echter niet in, zoo
zegt een communiqué van Buitenlandsche
Zaken te Helsinki.
Duitsch-Russïsche vriendschap.
ZoowePjiit de reeds gememoreerde rede
van- Voh-uftifcbentrop als uit een artikel
in het Russische blad de „Izwejsta" blijkt,
dat in de toekomst een verdieping van de
Duitgch-Russische vriendschap en van het
handelsverkeer te wachten is. Met nadruk
heeft Von Ribbentrop er in Danzig op ge
wezen, dat beide landen vastbesloten zijn
geen wig'' tusschen hun goede, wederzij d-
sche verstandhouding te laten drijven.
De handelsbesprekingen met de Sovjets
hebben vqlgens hem een uiterst bevredi
gend verlóóp. Overeengekomen is het goe
derenverkeer zoo hoog mogelijk op te voe
ren, waarbij Duitschland de uit Rusland
betrokken grondstoffen zal betalen met de
producten van zijn industrie. Voorts heeft
Duitschland een groot handelscrediet aan
de Sovjets toegestaan en tevens zijn plan
nen en schema's in de maak, welke betrek
king hebben op een ingrijpende verbete
ring van.de bestaande handelswegen,
waardoor'o.m. de goederenverscheping van
Rusland naar de Oostzee zal worden op
gevoerd van 2Vz millioen ton tot 25 mil-
lioen ton per jaar.
De „City of Flint".
Het is een eenigszins vreemde historie
niét het Amerikaansche vrachtschip „City
of Flint", dat door een Duitschen kruiser
is prijsgemaakt en naar de Russische haven
„Moermansk" gebracht. De „City of Flint"
was van New York naar Engeland onder
weg met 5000 ton verschillende levensmid
delen. Het is door een kruiser aangehou
den, die 18 Duitschers aan boord liet
gaan door wie het schip naar Moermansk,
dat een neutrale haven is, werd gebracht
voor nader onderzoek, in hoeverre de
lading uit contrabande bestaat. Een prijs
gemaakt schip mag echter volgens het vol
kenrecht, niet in een neutrale haven blij
ven liggen. In Amerika wordt deze daad
niet vriendelijk,.opgenomen, en men ver
wacht er'èen gürfstigen invloed van op de
afschaffing van het wapen-embargo, waar
aan trouwens toch al niet meer te twijfelen
valt ondankshet heftig verzet, door som
migen daartegen gevoerd.
VRIJHEID BOVEN ALLES.
In deze wereld vol oorlogsgeweld doen
vaak de zonderlingste en ongerijmdste ge
ruchten de ronde. Men weet niet, hoe ze
in de wereld komen en men kent er de
bron niet van. Van vele doorziet men de
strekking niet, terwijl van andere daaren
tegen de strekicing maar al te duidelijk is.
Nadat men in de buitenlandsche pers
alarmeerende berichten had kunnen lezen
over de mogelijkheid van een inval in
Nederland van een der oorlogvoerenden,
ten einde een omtrekkende beweging te
kunnen uitvoeren een mogelijkheid,
waaraan hier in Nederland bijna niemand
gelooft duiken er eveneens in bepaalde
buitenlandsche bladen geruchten op over
de wenschelijkheid van een verbond tus
schen Nederland en België.
Het is bijna niet de moeite waard, dit
tegen te spreken. Het is niet de eerste
maal, dat iets dergelij'-s ter sprake komt.
Enkele jaren geleden liet men eveneens
dergelijke proefballonnetjes op, doch de
wind voerde ze mee en men had er niet
meer van gehoord tot ze thans eensklaps
weer aan den horizon verschijnen.
Het is moeilijk om aan dergelijke geruch
ten den kop in te drukken. Men kan er de
schouders over ophalen doch daarmee zijn
ze de wereld niet uit; en toch is het in alle
opzichten beter, dat de geheele wereld
wete, dat er geen enkele grond voor bestaat.
Hoe men in België over de zaak denkt,
weten wij niet; en het kan ons ook niet
deren. Doch het is wel eens goed, er met
nadruk op te wijzen, dat Nederland er geen
oogenblik over denkt, een bondgenootschap
te sluiten, onverschillig met welk ander
land.
Wij hebben onze houding tegenover de
geheele wereld eens en voor altijd bepaald.
Vrij en onafhankelijk, zooals we zijn, wil
len wij ook blijven. Als wij heil hadden
gezien in het aanggan van bondgenoot
schappen, zouden wij onze houding in dien
zin reeds vóór den oorlog hebben bepaald.
Het huidige oogenblik zou wel zeer slecht
gekozen zijn, om verandering te brengen
in onze houding.
In de tegenwoordige omstandigheden
dreigen gevaren van alle zijden, bekende
zoowel als onbekende. Nederland is gereed,
ze onder de oogen te zien en te handelen
zooals de regeering dit noodig acht; maar
dan is een allereerste vereischte dat onze
regeering de handen vrij heeft. Ingeval
van een bondgenootschap zouden zich ver
wikkelingen kunnen voordoen, die ons land
op een weg zouden kunnen voeren, dien
het niet wenscht in te slaan.
Wij leven in vrede en vriendschap met
België, dat voor ons een goede nabuur is.
Dat onze gevoelens voor onze Zuidelijke
naburen zich ook uiten in daden, hebben
wij in den wereldoorlog bewezen, toen dui
zenden Belgen in ons land een veilig toe
vluchtsoord hebben gevonden. Zoo kan het
blijven en zoo dient het ook te blijven, in
het belang van beide landen Wij hebben
tal van wederzijdsche belangen, welke wij
in een geest van vriendschap en goede ge
zindheid behartigen; daarvoor is geen bond
genootschap noodig.
Het is goed, het hier onomwonden tot
uitdrukking te brengenvan een bondge
nootschap is geen sprake en de mogelijk
heid is uitgesloten, dat ooit een zoo nauwe
band beide volken zal binden. Misschien
zijn er aan gene zijde van de grens en ook
elders lieden, die er veel voor zouden voe
len. Laten zij dit droombeeld uit hun hoofd
zetten. Voor twee kleine, vrije, onafhan-
VAN DE WEEK
KYÖSTI KALLIO,
Finlands eerste boerenpresident.
De president van Finland, nu 65
jaar oud, is altijd trotsch geweest op
zijn boeren-afkomst. Sinds 1 Maart
1937 resideert hij in het Witte Huis
te Helsinki, waar vroeger de Rus
sische Tsaar verbleef', wanneer hij
zijn grootvorstendom bezocht.
Sedert 1904 was hij onafgebroken
lid van den Landdag voor de Agra
rische Partij, in 1922 werd hij minis
ter-president. Hij is altijd een goed
vriend van de sociaal-democraten
geweest; van de 177 stemmen, waar
mee- hij tot president werd gekozen,
waren er 95 van socialisten. Commu
nisten en nationaal-socialisten echter
hebben in hem een gezworen tegen
stander. In den herfst van 1923 werd
door hem de Communistische Partij
verboden; hij liet de communistische
parlementsleden arresteeren en hun
bladen verbieden. Eind 1938 werd
de Fascistische Bond, de „Isanmaa-
linen Kansaanlike", voor illegaal ver
klaard en de uitgave van 18 bladen,
onder leiding van hot dagblad „Ajan
Suunta", verboden.
Kallio heeft 2 zoons en 4 dochters
Een zijner zoons is in de politiek, de
andere studeerde aan de Academie
voor Beeldende Kunsten. Van zijn
dochters is de oudste „magister phi-
losophiae" en met haar groote talen
kennis een krachtige steun voor haar
vader. Zijn vrouw is evenals hij, een
zeer bescheiden vrouw, die slechts
noode haar landelijk huis heeft ver
wisseld voor de residentie.
Finland heeft als president een
gezond, sterk, doelbewust man met
een goed hart.
kelijke en neutrale landen is het verreweg
het beste, naast elkaar te blijven leven zoo
als dat het geval is met Nederland en
België. Alles, wat een van beiden of
beiden een zekere dwang zou opleggen,
is uit den booze.
DE TRAGIEK VAN POLEN:
Geen nationale staat, maar een nationals
teitenstaat.
Rusland's optreden kwam niet onverwacht!
Is de duizendjarige Poolsch-Russische veete
thans beslecht?
r--
HET Poolsche Rijk, dat juist twintig
jaar heeft bestaan in dezen vorm, is
ineengestort. Wapengeweld heeft
voorloopig een beslissende wending gege
ven aan het lot van Polen. Vooral nu is het
om een juist, dat wil zeggen objectief
standpunt tegenover deze kwestie in te
kunnen nemen zaak nog eens na te gaan
hoe in de laatste jaren vooraanstaande en
gezag hebbende lieden zich in woord of
geschrift hebben uitgelaten over Polen,
zooals men weet in feite een schepping van
het Verdrag van Versailles. Het blijkt dan,
wanneer men zoo de diverse meeningen,
die werden uitgesproken, in een tijd, dat
er nog geen sprake was van pro of contra,
nagaat dat velen hebben geconstateerd dat
Polen blijkbaar niet in staat was om zich
afdoende te kv/ijten van de zware verplich
tingen, die het had. Men vergete niet, dat
hier in zeer korten tijd een modernen staat
met zijn geheele inrichting uit den grond
gestampt moest worden. Immers Polen was
in zekeren zin een creatie van de in Ver
sailles vergaderde diplomaten, die met de
kwesties in het Oosten van Europa niet
goed raad wisten en derhalve Polen in het
leven riepen. En de regeering van War
schau, die het bewind over dit nieuwe, uit
gestrekte rijk, aanvaardde, stond voor
enorme moeilijkheden en droeg als zooda
nig een zware verantwoordelijkheid. Een
belangrijke factor bij al deze moeilijkheden
was, dat Polen geen natuurlijke, geen na
tionale eenheid vormde. Geen nationale
staat, maar een staat van nationaliteiten.
Niet minder dan vier groote volksgroepen
vormden het fictieve, nationale Poolsche
volk. Van eenheid was geen sprake. Men
mag het den regeerders van Warschau niet
zonder meer euvel duiden, dat zij faalden.
Twintig jaar voor de ontwikkeling tot een
eendrachtige volksgemeenschap, saamge
bonden door een sterk natipnaliteitsbesef,
•is bitter weinig. Maar het blijkt toch mo
gelijk. Hoewel er in Zwitserland drie talen
«gesproken en er derhalve dus drie volks
groepen zijn, vormen de Zwitsers een ge
sloten eenheid; hoewel België meer op pa
pier geschapen werd dan het in werkelijk
heid reden van bestaan had, na moeilijke
jaren is toch gebleken dat inderdaad een
nationaal voelend Belgisch volk ontstond,
dat in de moeilijke tijden, die wij nu bele
ven als één man staat voor zijn zaak. In
Polen is dat een wensch droom gebleven.
Het land werd radicaal tusschen Duitsch-
ïand en Rusland verdeeld. Wat dit voor de
Houtvlottens op de Weichsel; op den achtergrond de stad Thorn.
toekomst zal opleveren, ban rmi\ nog niet
gezegd worden, maar vooral af het met
Rusland boteren zal, het as zeer de vraag,
omdat hier een veete van bgna duizend
jaar een soort traditie is gpworden,vdie men
niet licht zal vergeten.
Polen en Rusland,
vijanden.
gezworen
Van den vroegsten tijdSaf, dat men über
haupt kan spreken «an een Russisch of een
Poolsch volk, valt op hoe sterk de geschie
denis van deze beide landen met elkaar
vervlochten is. Reeds meer dan duizend
jaren staan beide Oostelijke Staten tegen
over elkaar als rivalen omi de heerschappij
in Oost Europa, althans voor zoover Polen
een politieke rol speelde. Het was daarme
de gedaan van het oogenblak af dat August
de Sterke van Jjaksen wend afgedankt, die
eens door den Poolschen adel was geroe
pen en als koning ongeveer tien jaar lang
veel voor Polen had gedaan. Voortaan was
Polen nog slechts de kleme, onrustige buur
staat van het uitgestrekte Rusland, een
slaat, die steeds meer imeesn schrompelde
en eindigde als provincie van het Russische
Rijk, totdat het in de twintigste eeuw door
een samenloop van omstandigheden zoo
groot werd dat het niet bij machte bleek
een organisch staatsbestel te scheppen.
Polen kwam voor het eerst in conflict
met Rusland toen diens heerscher uit Kiev,
Wladimir de Groote (9801015), ook wel
de Heilige genoemd, daar hij tot het chris
tendom was overgegaan, het door den her
tog Boheslav fan Polen gewonnen Rood-
Rusland (Oost-Galicië) ten eigen bate ver
overde en daar zijn macht naar het westen
uilbreidde. Dit vorstendom Galicië werd
onder Danilo, "zoon van den Russischen
vorst Roman van Wolbymië, met Poolschen
steun gemaakt tot den rivaalstaat van het
„echt Russische" Kiev (1228). Beslissend
was, dat Danilo, door de invallen van Mon
golen in 1241 verdreven, uit handen van
den, Paus Innocentius IV in 1263 de ko
ningskroon' aannam. Daarmede was een
scheidsmuur opgericht tusschen Galicië en
het overige, orthodoxe Rusland, waardoor
de traditie van Byzantium werd voortge
zet. Het kwam in de veertiende eeuw aan
Polen.-!# de geschillen wat nu eigenlijk
Poolsch was, diende het Katholicisme als
doorslaggevende factor. Ook Wolhynië
schaarde zich, vanwege de gevaren, die het
te duchten had van de Tartaren, aan de
zijde van Polen en Litauen, welke landen
dooi* hét huwelijk van Jadwiga, de dochter
van Jagello van Litauen met den zoon van
den Poolschen koning, één rijk waren ge
worden. Onder de Jagelonen, die tot 1572
regeerden nam de macht van Polen hand
over hand toe.
Tengevolge van ernstige binnenlandsche
troebelen in Litauen, dat zich weerde tegen
de katholieke ridderorden en in al wat ka
tholiek was een vijand zag moest de ko
ning der Polen, Jagello als zoodanig
Wladislav II geheeten Litauen afstaan
aan zijn neef Witowt (1392), die het Rus
sische vorstendom Smolensk aan den bo
venloop van de Dnjepr veroverde. Rusland
werd dus door dezen „tak" van het Pool
sche Rijk wederom beroofd van een groot
aantal vruchtbare landerijen. Zelfs Moskou
en het Oostelijker gelegen Rjasan zouden
veroverd worden door de inmiddels weer
vereenigde Litauers en Polen. Maar de
heerscher van de Tartaarsche „Gouden
Horde", Timoer, vernietigde in 1399 het
geweldige leger aan de Dnjepr. De door
Polen dikwijls geroemde slag bij Tannen
berg van 1410 zag Polen, Litauers en Tar
taren broederlijk tegen de ridders der Duit
sche Orden te velde trekken. Hieruit reeds
ziet men. hoe snel in het Oosten sympathie
en antipathie kunnen wisselen.
Toen in de vijftiende eeuw de heer
schappij der Tartaren over Rusland van
lieverlede begon te verslappen, trok de
handige Iwan III in naam van de orthodoxe
kerk, te velde tegen het katholieke Polen
en Litauen en nam het van Litauen afhan-
j kelijk geworden grootvorstendom Nowgo-
rod en andere bezette gebieden in beslag.
Nu beheerschte Moskou een Rusland, dat
I zich uitstrekte van de Witte Zee bij Fin-
I land tot de Oeral in het Noorden en Oos
ten, en was in het Zuiden een gevaarlijk te
genstander van 'Polen geworden, die overal
trachtte zijn tegenpartij aan te vallen; zoo
cok bij de verovering van Livland, waar de
Orden der Duitsche Ridders van Sigismund
I iï gesteund werden door de Polen. Maar de
Duitsche Orden werden overwonnen door
Rusland en ontbonden. Kurland werd een
aartshertogdom onder heerschappij van Po-
j len, evenzoo Livland; zelfs Zweden kreeg
een deel van het land der Ordes. Daar
mede was de „Baltische twistappel" tus
schen Polen, Rusland en Zweden aan de
Oostzee voor de komende eeuwen aan de
orde en waren Rusland en Polen verbit
terde vijanden.
Reeds de opvolger van Sigismund, de
Palenkoning Stephan Bathory, bleek een
gevaarlijk tegenstander van Rusland en
slaagde er ook in een reeks Russische ves
tingen te bezetten (1579). Zweden, de twee
de groote vijand van Rusland viel aan, zoo
dat Iwan III aan het einde van zijn regee
ring zich weer beroofd zag van al zijn ver
overingen. Toch werd onder zijn heerschap
pij nog Siberië door den Kozak Jermak
onderworpen. Sedert dat oogenblik was
Polen de haard van alle tegen Rusland ge
richte intriges. Onder +saar Wassili kwam
uit Polen een tweede „pseudo Swerdis" te
voorschijn (de werkelijke kroonpretendent
een stiefbroeder van tsaar Theodorus, was
in 1591 gemoord).
In 1610 slaagde Polen er nogmaals in een
beslissende zege op Rusland te behalen; de
tsaar moest afstand doen van den troon.
Om zijn erfdeel streden Polen en Zweden.
Op den Russischen troon meende men zelfs
voor Wladislav, een zoon van Koning Sigis
mund III, aanspraak te mogen maken. Si
gismund van Polen streed in de hoop Rus
land en Polen te kunnen vereenigen en in
de tweede plaats meende hij dan tevens te
kunnen bereiken dat de Russische kerk on
der de Roomsch Katholieke zou komen.
Poolsche soldaten drongen zelfs het Krem
lin binnen dat was het hoogtepunt van
de Poolsche macht en tevens het oogenblik
dat het tsarendom het diepste was gezon
ken.
Evenwel in 1612 ontstond in Nisni Novgo
rod een volksbeweging, opgewekt door een
Russischen slager .ondersteund en geleid
door den vorst Dimitri Poharski. De Polen
werden weder verjaagd. Een enorme me
nigte, bestaande uit vertegenwoordigers uit
alle deelen van Rusland, zetten Michail Ro.
manov, een verwant lid van het vroegere
tsarenhuis, op den troon; den stamvader
van den laatsten Russischen tsaar. Door een
opstand van de orthodoxe Oekraïners en
de Kozakken van de Dnjepr, gericht tegen
de Poolsche heerschappij en door de be
reidwilligheid van de orthodoxe steden van
Wit Rusland, werden deze gebieden en
Smolensk weer veroverd. Bovendien ver
overde Zweden de tweede gevaarlijke
nabuur onder Gustav Adolf Posen, War
schau en Krakau. Rusland sloot een over
eenkomst met dit land om Polen terug te
dringen. Klein Rusland tot aan den linker
oever van de Dnjepr werd Russisch.
De verdere ontwikkeling van den strijd
tusschen Polen en Rusland sedert den oor
log (17001721), toen Polen onder August
II zoowel door de Zweden onder Karei XII
als door Rusland werd aangevallen, ligt
reeds in het schelle licht van de Europee-
sche geschiedenis. Nadat August de Sterke
in 1706 afstand gedaan had van de Pool-
schè koningstroon, ging Polen langzaam
door innerlijke verdeeldheid te gronde. Het
koningschap was na den dood van Jellago
zijn noodlot geworden. Gunstelingen van
Rusland (Poniatowski) of van Frankrijk
(Leszinsky) beklommen nog als schijn-
vorsten den Poolschen troon. En bij de drie
deelingen van het rijk (1774, 1793 en 1795)
werd het lot van Polen beslecht. Als Russi
sche provincie ging het rijk, dat eens de
groote rivaal was van Rusland, den wereld
oorlog in. De omstandigheden, vooral de
afloop van den Wereldoorlog, waren oor
zaak dat het zijn zelfstandigheid herwon,
om het blijkens de jongste feiten na twin
tig jaar te verliezen.
Zal de historische lijn doorgetrok
ken worden?
Wat hebben wij bedoeld met dit tamelijk
uitvoerig exposé van de Poolsche geschie
denis van de vroegste tijden tot heden? In
de eerste plaats hebben wij hierdoor een
achtergrond willen geven aan het verloop
van den Poolsch-Duitschen oorlog. Duitsch
land heeft gerrfeend ten strijde te moeten
trekken voor het verdedigen van de rech
ten der Duitsche minderheden in Polen.
Dit alles was te voorzien. Maar ook het
Russische optreden was te verwachten. Im
mers de geschiedenis, die wij hierboven uit
een zetten, belicht, hoe meer dan duizend
jaren een veete bestond tusschen al wat
Russisch en Poolsch was. Altijd zijn er tus
schen deze volkeren strubbelingen en oor
logen geweest, waarbij het succes wisse
lend aan beide zijden was. Het laatste
kwam in 1918 Polen zegevierend uit den
strijd door het herwinnen van zijn zelfstan
digheid. Maar Rusland had den uitslag van
den bloedigen PoolschRussischen oorlog
niet vergeten. Derhalve was het begrijpe
lijk dat Rusland, toen de Duitsche zege in
Polen nagenoeg beklonken scheen, binnen
rukte over de Oostgrens, om een oude re
kening met den Poolschen staat te veref
fenen. Voor hen, die zich in deze dagen
bezig gehouden hebben met de historische
wording van den bij het uitbreken van
dezen oorlog bestaanden toestand, kwam
het Russische optreden allerminst als een
verrassing. Een tweede vraag is of de eeu
wenoude veete tusschen Rusland en het
thans op de landkaart niet meer bestaande
Polen thans voorgoed van de baan is. Wie
dezelfde historische feiten beschouwt, zal
zich wel wachten dit zonder meer aan te
nemen. Zoolang er menschen zijn in West
RuslandOost Polen, zullen er tegenstel
lingen zijn en zoolang er tegenstellingen
zijn, zal er van tijd tot tijd strijd zijn.