Na de „tierde Wni" van Polen De Internationale toestand 7 Het Portret IN DE AFGELOOPEN WEEK Als er eenig verband bestaat tusschen het weer en het toekomstige lot van .Europa, dan ziet het er somber voor de Westersche mogendheden oor logvoerende zoowel als neutrale sta len uit. Want sedert Zondag ma sen berichten van het front tus schen Saar en Moezel melding van een overvloedigen regenval, welke het toch al niet blijmoedige verblijf In de bunkers van Siegfried- Maginotlinie nog onaangenamer maakt. De laatste dagen hebben trouwens maar bitter weinig bemoedigende voorteekenen opgeleverd. Zij die nog gehoopt hadden, dat de bezinning uiteindelijk toch zou zegevieren, hebben uit de stemming in het kamp der geallieerden en uit de redevoe ringen, welke achter de Siegfriedlinie zijn uitgesproken, de conclusie kunnen trekken, dat beide partijen vast voornemens zijn den strijd tot het bittere einde uit te vechten. De Britsche minister van Oorlog, Hore Belisha, zette in een rede het doel van Engelands optreden nogmaals uiteen en zeide, dat de oorlog niet begonnen is om het herstel van Tsjechoslowakije of Polen. Engeland strijdt voor het herstel van den toestand, waarin de onderdanen van die landen ook de Duitschers weer kun nen leven. De Poolsche en Tsjechische kwestie bui ten beschouwing latend, moet het ons van het hart, dat de Britsche minister zich ten aanzien van de Duitschers in weinig tac tische bewoordingen heeft uitgedrukt en blijk heeft gegeven nog steeds niet te be seffen, dat het Duitsche volk van 1918 of 1930 een ander was, dan waartegen hij thans de Tommies ten strijde laat trekken. Ware dit inderdaad het geval dan zou de regeering van het Derde Rijk reeds lang voor dezen ten val zijn gebracht en dan zou de Engelsche hulp daarbij waarschijn lijk niet noodig zijn geweest. Na de aan sluiting van Oostenrijk de. inlijving van Sudetenland, het totstandkomen van de „as", de bezetting van Tsjechië en den Poolschen veldtocht is het vertrouwen van het gros der Duitschers in Hitier niet meer met pamfletjes en bevrijdingsredevoerin gen te ondermijnen. Dit schijnt men jam mer genoeg in Britsche regeeringskringen nog steeds niet begrepen te hebben. Anders is het in enkele bladen van de Engelsche pers. De „Daily Herald", het groote blad van de Labour Partij, verwijt de regeering in een hoofdartikel, getiteld: „Te veel fou ten, mr. Chamberlain", dat zij aan vele politieke dwalingen lijdt en niet in staat is geweest zich aan den nieuw geschapen toestand aan te passen. In het slot van het artikel schrijft het blad „Als de regee ring zich niet spoedig van een andere zijde doet kennen, dan moet zij terstond aftre den en vervangen worden door een regee ring, die haar taak beter begrijpt". Het zijn krasse woorden en zij onderschrijven het bovenstaande ten volle, hetgeen ook het geval is met enkele publicaties in andere Britsche bladen. Vredesinitiatief niet meer te verwachten. Hoewel de laatste dagen wederom ge ruchten de ronde deden over mogelijke vredesinitiatieven van Duitsche zijde, schijnen deze berichten van allen grond ontbloot te zijn. In de Wilhelmstrasse wordt althans categorisch ontkend, dat Duitschland alsn©g een poging zal doen den vrede te bewaren. Slechts kan sprake zijn van de beginselen neergelegd in de jongste Rijksdagrede van Hitier, er bestaat voor Duitschland niet de minste aanleiding om nieuwe voorwaarden voor een vredes initiatief! op te stellen. De rede, welke de minister van Buiten- landsche Zaken Joachim von Ribbentrop Dinsdagavond in Dantzig heeft gehouden, was geheel in overeenstemming met deze officieuze meeningen en kan beschouwd worden] als een aanloop tot dei oorlogsver klaring. Van Zeeland redivivus. Ook) verluidde het nog, dat de gewezen Belgische minister-president Paul van Zee land voor een overleg met président Roose velt inzake het nemen van een vredes initiatief naar Amerika zou reizen. In ver Belgischf^ versterkingen aan de grens. Een bunker m et op den achtergrond een v tankversperring. band hiermede zou Hitier zijn grooten aan val hebben uitgesteld in afwachting van Van Zeeland's resultaten. Voor den ex- premier was de herleving van zijn naam in de wereldpers echter van korten duur, daar Van Zeeland onmiddellijk na het ver spreiden van het bericht een verklaring aflegde, waarin hij zeide, dat het doel van zijn reis.de vergadering van het Inter nationale Vluchtelingen Comité was. Finsch - Russische onderhandelingen hervat. De berichten over de voortgezette onder handelingen te Moskou rechtvaardigen de hoop, dat de Finsch-Russische besprekin gen een voor beide partijen bevredigend verloop zullen hebben. „Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet", is blijkbaar het motto, waaronder staatsraad Paasilcivi te werk gaat, want blijkens de berichten, welke Dinsdag uit Oost-Europa kwamen, heeft de Finsche onderhandelaar besloten wederom ruggespraak met zijn regeering te gaan plegen en wel op grond van het feit, dat in het Kremlin weer nieuwe voor stellen ter tafel zijn gebracht. Reden tot ongerustheid houdt dit echter niet in, zoo zegt een communiqué van Buitenlandsche Zaken te Helsinki. Duitsch-Russïsche vriendschap. ZoowePjiit de reeds gememoreerde rede van- Voh-uftifcbentrop als uit een artikel in het Russische blad de „Izwejsta" blijkt, dat in de toekomst een verdieping van de Duitgch-Russische vriendschap en van het handelsverkeer te wachten is. Met nadruk heeft Von Ribbentrop er in Danzig op ge wezen, dat beide landen vastbesloten zijn geen wig'' tusschen hun goede, wederzij d- sche verstandhouding te laten drijven. De handelsbesprekingen met de Sovjets hebben vqlgens hem een uiterst bevredi gend verlóóp. Overeengekomen is het goe derenverkeer zoo hoog mogelijk op te voe ren, waarbij Duitschland de uit Rusland betrokken grondstoffen zal betalen met de producten van zijn industrie. Voorts heeft Duitschland een groot handelscrediet aan de Sovjets toegestaan en tevens zijn plan nen en schema's in de maak, welke betrek king hebben op een ingrijpende verbete ring van.de bestaande handelswegen, waardoor'o.m. de goederenverscheping van Rusland naar de Oostzee zal worden op gevoerd van 2Vz millioen ton tot 25 mil- lioen ton per jaar. De „City of Flint". Het is een eenigszins vreemde historie niét het Amerikaansche vrachtschip „City of Flint", dat door een Duitschen kruiser is prijsgemaakt en naar de Russische haven „Moermansk" gebracht. De „City of Flint" was van New York naar Engeland onder weg met 5000 ton verschillende levensmid delen. Het is door een kruiser aangehou den, die 18 Duitschers aan boord liet gaan door wie het schip naar Moermansk, dat een neutrale haven is, werd gebracht voor nader onderzoek, in hoeverre de lading uit contrabande bestaat. Een prijs gemaakt schip mag echter volgens het vol kenrecht, niet in een neutrale haven blij ven liggen. In Amerika wordt deze daad niet vriendelijk,.opgenomen, en men ver wacht er'èen gürfstigen invloed van op de afschaffing van het wapen-embargo, waar aan trouwens toch al niet meer te twijfelen valt ondankshet heftig verzet, door som migen daartegen gevoerd. VRIJHEID BOVEN ALLES. In deze wereld vol oorlogsgeweld doen vaak de zonderlingste en ongerijmdste ge ruchten de ronde. Men weet niet, hoe ze in de wereld komen en men kent er de bron niet van. Van vele doorziet men de strekking niet, terwijl van andere daaren tegen de strekicing maar al te duidelijk is. Nadat men in de buitenlandsche pers alarmeerende berichten had kunnen lezen over de mogelijkheid van een inval in Nederland van een der oorlogvoerenden, ten einde een omtrekkende beweging te kunnen uitvoeren een mogelijkheid, waaraan hier in Nederland bijna niemand gelooft duiken er eveneens in bepaalde buitenlandsche bladen geruchten op over de wenschelijkheid van een verbond tus schen Nederland en België. Het is bijna niet de moeite waard, dit tegen te spreken. Het is niet de eerste maal, dat iets dergelij'-s ter sprake komt. Enkele jaren geleden liet men eveneens dergelijke proefballonnetjes op, doch de wind voerde ze mee en men had er niet meer van gehoord tot ze thans eensklaps weer aan den horizon verschijnen. Het is moeilijk om aan dergelijke geruch ten den kop in te drukken. Men kan er de schouders over ophalen doch daarmee zijn ze de wereld niet uit; en toch is het in alle opzichten beter, dat de geheele wereld wete, dat er geen enkele grond voor bestaat. Hoe men in België over de zaak denkt, weten wij niet; en het kan ons ook niet deren. Doch het is wel eens goed, er met nadruk op te wijzen, dat Nederland er geen oogenblik over denkt, een bondgenootschap te sluiten, onverschillig met welk ander land. Wij hebben onze houding tegenover de geheele wereld eens en voor altijd bepaald. Vrij en onafhankelijk, zooals we zijn, wil len wij ook blijven. Als wij heil hadden gezien in het aanggan van bondgenoot schappen, zouden wij onze houding in dien zin reeds vóór den oorlog hebben bepaald. Het huidige oogenblik zou wel zeer slecht gekozen zijn, om verandering te brengen in onze houding. In de tegenwoordige omstandigheden dreigen gevaren van alle zijden, bekende zoowel als onbekende. Nederland is gereed, ze onder de oogen te zien en te handelen zooals de regeering dit noodig acht; maar dan is een allereerste vereischte dat onze regeering de handen vrij heeft. Ingeval van een bondgenootschap zouden zich ver wikkelingen kunnen voordoen, die ons land op een weg zouden kunnen voeren, dien het niet wenscht in te slaan. Wij leven in vrede en vriendschap met België, dat voor ons een goede nabuur is. Dat onze gevoelens voor onze Zuidelijke naburen zich ook uiten in daden, hebben wij in den wereldoorlog bewezen, toen dui zenden Belgen in ons land een veilig toe vluchtsoord hebben gevonden. Zoo kan het blijven en zoo dient het ook te blijven, in het belang van beide landen Wij hebben tal van wederzijdsche belangen, welke wij in een geest van vriendschap en goede ge zindheid behartigen; daarvoor is geen bond genootschap noodig. Het is goed, het hier onomwonden tot uitdrukking te brengenvan een bondge nootschap is geen sprake en de mogelijk heid is uitgesloten, dat ooit een zoo nauwe band beide volken zal binden. Misschien zijn er aan gene zijde van de grens en ook elders lieden, die er veel voor zouden voe len. Laten zij dit droombeeld uit hun hoofd zetten. Voor twee kleine, vrije, onafhan- VAN DE WEEK KYÖSTI KALLIO, Finlands eerste boerenpresident. De president van Finland, nu 65 jaar oud, is altijd trotsch geweest op zijn boeren-afkomst. Sinds 1 Maart 1937 resideert hij in het Witte Huis te Helsinki, waar vroeger de Rus sische Tsaar verbleef', wanneer hij zijn grootvorstendom bezocht. Sedert 1904 was hij onafgebroken lid van den Landdag voor de Agra rische Partij, in 1922 werd hij minis ter-president. Hij is altijd een goed vriend van de sociaal-democraten geweest; van de 177 stemmen, waar mee- hij tot president werd gekozen, waren er 95 van socialisten. Commu nisten en nationaal-socialisten echter hebben in hem een gezworen tegen stander. In den herfst van 1923 werd door hem de Communistische Partij verboden; hij liet de communistische parlementsleden arresteeren en hun bladen verbieden. Eind 1938 werd de Fascistische Bond, de „Isanmaa- linen Kansaanlike", voor illegaal ver klaard en de uitgave van 18 bladen, onder leiding van hot dagblad „Ajan Suunta", verboden. Kallio heeft 2 zoons en 4 dochters Een zijner zoons is in de politiek, de andere studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Van zijn dochters is de oudste „magister phi- losophiae" en met haar groote talen kennis een krachtige steun voor haar vader. Zijn vrouw is evenals hij, een zeer bescheiden vrouw, die slechts noode haar landelijk huis heeft ver wisseld voor de residentie. Finland heeft als president een gezond, sterk, doelbewust man met een goed hart. kelijke en neutrale landen is het verreweg het beste, naast elkaar te blijven leven zoo als dat het geval is met Nederland en België. Alles, wat een van beiden of beiden een zekere dwang zou opleggen, is uit den booze. DE TRAGIEK VAN POLEN: Geen nationale staat, maar een nationals teitenstaat. Rusland's optreden kwam niet onverwacht! Is de duizendjarige Poolsch-Russische veete thans beslecht? r-- HET Poolsche Rijk, dat juist twintig jaar heeft bestaan in dezen vorm, is ineengestort. Wapengeweld heeft voorloopig een beslissende wending gege ven aan het lot van Polen. Vooral nu is het om een juist, dat wil zeggen objectief standpunt tegenover deze kwestie in te kunnen nemen zaak nog eens na te gaan hoe in de laatste jaren vooraanstaande en gezag hebbende lieden zich in woord of geschrift hebben uitgelaten over Polen, zooals men weet in feite een schepping van het Verdrag van Versailles. Het blijkt dan, wanneer men zoo de diverse meeningen, die werden uitgesproken, in een tijd, dat er nog geen sprake was van pro of contra, nagaat dat velen hebben geconstateerd dat Polen blijkbaar niet in staat was om zich afdoende te kv/ijten van de zware verplich tingen, die het had. Men vergete niet, dat hier in zeer korten tijd een modernen staat met zijn geheele inrichting uit den grond gestampt moest worden. Immers Polen was in zekeren zin een creatie van de in Ver sailles vergaderde diplomaten, die met de kwesties in het Oosten van Europa niet goed raad wisten en derhalve Polen in het leven riepen. En de regeering van War schau, die het bewind over dit nieuwe, uit gestrekte rijk, aanvaardde, stond voor enorme moeilijkheden en droeg als zooda nig een zware verantwoordelijkheid. Een belangrijke factor bij al deze moeilijkheden was, dat Polen geen natuurlijke, geen na tionale eenheid vormde. Geen nationale staat, maar een staat van nationaliteiten. Niet minder dan vier groote volksgroepen vormden het fictieve, nationale Poolsche volk. Van eenheid was geen sprake. Men mag het den regeerders van Warschau niet zonder meer euvel duiden, dat zij faalden. Twintig jaar voor de ontwikkeling tot een eendrachtige volksgemeenschap, saamge bonden door een sterk natipnaliteitsbesef, •is bitter weinig. Maar het blijkt toch mo gelijk. Hoewel er in Zwitserland drie talen «gesproken en er derhalve dus drie volks groepen zijn, vormen de Zwitsers een ge sloten eenheid; hoewel België meer op pa pier geschapen werd dan het in werkelijk heid reden van bestaan had, na moeilijke jaren is toch gebleken dat inderdaad een nationaal voelend Belgisch volk ontstond, dat in de moeilijke tijden, die wij nu bele ven als één man staat voor zijn zaak. In Polen is dat een wensch droom gebleven. Het land werd radicaal tusschen Duitsch- ïand en Rusland verdeeld. Wat dit voor de Houtvlottens op de Weichsel; op den achtergrond de stad Thorn. toekomst zal opleveren, ban rmi\ nog niet gezegd worden, maar vooral af het met Rusland boteren zal, het as zeer de vraag, omdat hier een veete van bgna duizend jaar een soort traditie is gpworden,vdie men niet licht zal vergeten. Polen en Rusland, vijanden. gezworen Van den vroegsten tijdSaf, dat men über haupt kan spreken «an een Russisch of een Poolsch volk, valt op hoe sterk de geschie denis van deze beide landen met elkaar vervlochten is. Reeds meer dan duizend jaren staan beide Oostelijke Staten tegen over elkaar als rivalen omi de heerschappij in Oost Europa, althans voor zoover Polen een politieke rol speelde. Het was daarme de gedaan van het oogenblak af dat August de Sterke van Jjaksen wend afgedankt, die eens door den Poolschen adel was geroe pen en als koning ongeveer tien jaar lang veel voor Polen had gedaan. Voortaan was Polen nog slechts de kleme, onrustige buur staat van het uitgestrekte Rusland, een slaat, die steeds meer imeesn schrompelde en eindigde als provincie van het Russische Rijk, totdat het in de twintigste eeuw door een samenloop van omstandigheden zoo groot werd dat het niet bij machte bleek een organisch staatsbestel te scheppen. Polen kwam voor het eerst in conflict met Rusland toen diens heerscher uit Kiev, Wladimir de Groote (9801015), ook wel de Heilige genoemd, daar hij tot het chris tendom was overgegaan, het door den her tog Boheslav fan Polen gewonnen Rood- Rusland (Oost-Galicië) ten eigen bate ver overde en daar zijn macht naar het westen uilbreidde. Dit vorstendom Galicië werd onder Danilo, "zoon van den Russischen vorst Roman van Wolbymië, met Poolschen steun gemaakt tot den rivaalstaat van het „echt Russische" Kiev (1228). Beslissend was, dat Danilo, door de invallen van Mon golen in 1241 verdreven, uit handen van den, Paus Innocentius IV in 1263 de ko ningskroon' aannam. Daarmede was een scheidsmuur opgericht tusschen Galicië en het overige, orthodoxe Rusland, waardoor de traditie van Byzantium werd voortge zet. Het kwam in de veertiende eeuw aan Polen.-!# de geschillen wat nu eigenlijk Poolsch was, diende het Katholicisme als doorslaggevende factor. Ook Wolhynië schaarde zich, vanwege de gevaren, die het te duchten had van de Tartaren, aan de zijde van Polen en Litauen, welke landen dooi* hét huwelijk van Jadwiga, de dochter van Jagello van Litauen met den zoon van den Poolschen koning, één rijk waren ge worden. Onder de Jagelonen, die tot 1572 regeerden nam de macht van Polen hand over hand toe. Tengevolge van ernstige binnenlandsche troebelen in Litauen, dat zich weerde tegen de katholieke ridderorden en in al wat ka tholiek was een vijand zag moest de ko ning der Polen, Jagello als zoodanig Wladislav II geheeten Litauen afstaan aan zijn neef Witowt (1392), die het Rus sische vorstendom Smolensk aan den bo venloop van de Dnjepr veroverde. Rusland werd dus door dezen „tak" van het Pool sche Rijk wederom beroofd van een groot aantal vruchtbare landerijen. Zelfs Moskou en het Oostelijker gelegen Rjasan zouden veroverd worden door de inmiddels weer vereenigde Litauers en Polen. Maar de heerscher van de Tartaarsche „Gouden Horde", Timoer, vernietigde in 1399 het geweldige leger aan de Dnjepr. De door Polen dikwijls geroemde slag bij Tannen berg van 1410 zag Polen, Litauers en Tar taren broederlijk tegen de ridders der Duit sche Orden te velde trekken. Hieruit reeds ziet men. hoe snel in het Oosten sympathie en antipathie kunnen wisselen. Toen in de vijftiende eeuw de heer schappij der Tartaren over Rusland van lieverlede begon te verslappen, trok de handige Iwan III in naam van de orthodoxe kerk, te velde tegen het katholieke Polen en Litauen en nam het van Litauen afhan- j kelijk geworden grootvorstendom Nowgo- rod en andere bezette gebieden in beslag. Nu beheerschte Moskou een Rusland, dat I zich uitstrekte van de Witte Zee bij Fin- I land tot de Oeral in het Noorden en Oos ten, en was in het Zuiden een gevaarlijk te genstander van 'Polen geworden, die overal trachtte zijn tegenpartij aan te vallen; zoo cok bij de verovering van Livland, waar de Orden der Duitsche Ridders van Sigismund I iï gesteund werden door de Polen. Maar de Duitsche Orden werden overwonnen door Rusland en ontbonden. Kurland werd een aartshertogdom onder heerschappij van Po- j len, evenzoo Livland; zelfs Zweden kreeg een deel van het land der Ordes. Daar mede was de „Baltische twistappel" tus schen Polen, Rusland en Zweden aan de Oostzee voor de komende eeuwen aan de orde en waren Rusland en Polen verbit terde vijanden. Reeds de opvolger van Sigismund, de Palenkoning Stephan Bathory, bleek een gevaarlijk tegenstander van Rusland en slaagde er ook in een reeks Russische ves tingen te bezetten (1579). Zweden, de twee de groote vijand van Rusland viel aan, zoo dat Iwan III aan het einde van zijn regee ring zich weer beroofd zag van al zijn ver overingen. Toch werd onder zijn heerschap pij nog Siberië door den Kozak Jermak onderworpen. Sedert dat oogenblik was Polen de haard van alle tegen Rusland ge richte intriges. Onder +saar Wassili kwam uit Polen een tweede „pseudo Swerdis" te voorschijn (de werkelijke kroonpretendent een stiefbroeder van tsaar Theodorus, was in 1591 gemoord). In 1610 slaagde Polen er nogmaals in een beslissende zege op Rusland te behalen; de tsaar moest afstand doen van den troon. Om zijn erfdeel streden Polen en Zweden. Op den Russischen troon meende men zelfs voor Wladislav, een zoon van Koning Sigis mund III, aanspraak te mogen maken. Si gismund van Polen streed in de hoop Rus land en Polen te kunnen vereenigen en in de tweede plaats meende hij dan tevens te kunnen bereiken dat de Russische kerk on der de Roomsch Katholieke zou komen. Poolsche soldaten drongen zelfs het Krem lin binnen dat was het hoogtepunt van de Poolsche macht en tevens het oogenblik dat het tsarendom het diepste was gezon ken. Evenwel in 1612 ontstond in Nisni Novgo rod een volksbeweging, opgewekt door een Russischen slager .ondersteund en geleid door den vorst Dimitri Poharski. De Polen werden weder verjaagd. Een enorme me nigte, bestaande uit vertegenwoordigers uit alle deelen van Rusland, zetten Michail Ro. manov, een verwant lid van het vroegere tsarenhuis, op den troon; den stamvader van den laatsten Russischen tsaar. Door een opstand van de orthodoxe Oekraïners en de Kozakken van de Dnjepr, gericht tegen de Poolsche heerschappij en door de be reidwilligheid van de orthodoxe steden van Wit Rusland, werden deze gebieden en Smolensk weer veroverd. Bovendien ver overde Zweden de tweede gevaarlijke nabuur onder Gustav Adolf Posen, War schau en Krakau. Rusland sloot een over eenkomst met dit land om Polen terug te dringen. Klein Rusland tot aan den linker oever van de Dnjepr werd Russisch. De verdere ontwikkeling van den strijd tusschen Polen en Rusland sedert den oor log (17001721), toen Polen onder August II zoowel door de Zweden onder Karei XII als door Rusland werd aangevallen, ligt reeds in het schelle licht van de Europee- sche geschiedenis. Nadat August de Sterke in 1706 afstand gedaan had van de Pool- schè koningstroon, ging Polen langzaam door innerlijke verdeeldheid te gronde. Het koningschap was na den dood van Jellago zijn noodlot geworden. Gunstelingen van Rusland (Poniatowski) of van Frankrijk (Leszinsky) beklommen nog als schijn- vorsten den Poolschen troon. En bij de drie deelingen van het rijk (1774, 1793 en 1795) werd het lot van Polen beslecht. Als Russi sche provincie ging het rijk, dat eens de groote rivaal was van Rusland, den wereld oorlog in. De omstandigheden, vooral de afloop van den Wereldoorlog, waren oor zaak dat het zijn zelfstandigheid herwon, om het blijkens de jongste feiten na twin tig jaar te verliezen. Zal de historische lijn doorgetrok ken worden? Wat hebben wij bedoeld met dit tamelijk uitvoerig exposé van de Poolsche geschie denis van de vroegste tijden tot heden? In de eerste plaats hebben wij hierdoor een achtergrond willen geven aan het verloop van den Poolsch-Duitschen oorlog. Duitsch land heeft gerrfeend ten strijde te moeten trekken voor het verdedigen van de rech ten der Duitsche minderheden in Polen. Dit alles was te voorzien. Maar ook het Russische optreden was te verwachten. Im mers de geschiedenis, die wij hierboven uit een zetten, belicht, hoe meer dan duizend jaren een veete bestond tusschen al wat Russisch en Poolsch was. Altijd zijn er tus schen deze volkeren strubbelingen en oor logen geweest, waarbij het succes wisse lend aan beide zijden was. Het laatste kwam in 1918 Polen zegevierend uit den strijd door het herwinnen van zijn zelfstan digheid. Maar Rusland had den uitslag van den bloedigen PoolschRussischen oorlog niet vergeten. Derhalve was het begrijpe lijk dat Rusland, toen de Duitsche zege in Polen nagenoeg beklonken scheen, binnen rukte over de Oostgrens, om een oude re kening met den Poolschen staat te veref fenen. Voor hen, die zich in deze dagen bezig gehouden hebben met de historische wording van den bij het uitbreken van dezen oorlog bestaanden toestand, kwam het Russische optreden allerminst als een verrassing. Een tweede vraag is of de eeu wenoude veete tusschen Rusland en het thans op de landkaart niet meer bestaande Polen thans voorgoed van de baan is. Wie dezelfde historische feiten beschouwt, zal zich wel wachten dit zonder meer aan te nemen. Zoolang er menschen zijn in West RuslandOost Polen, zullen er tegenstel lingen zijn en zoolang er tegenstellingen zijn, zal er van tijd tot tijd strijd zijn.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 10