DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
f&i/b|Jv
Profiteer
van onzen
voorraad!
Luchtbescherming
SCHUILKELDERS.
Ons weekpraatje.
terst
kijken
NIJMEGEN
Van de
Sport
velden
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 7 October 1939
Zestigste Jaargang No 40
Alvorens de hulpmiddelen te
bespreken, die in een keider
aanwezig moeten zijn, eerst nog
iets over de zoogenaamde gas-
sluis.
Velen hebben misschien wel
gelezen, dat een gassluis nood
zakelijk is. Een gassluis is na
tuurlijk altijd zeer nuttig, ook
hier geldt weer het goed, beter
en best. Moeten we echter bij
het goede halt houden, dan kan
nog het volgende gezegd worden.
In een gezin zullen steeds alle
personen tegelijkertijd de schuil
plaats betreden.
In een gassluis moeten nako
mende personen, die eventueel
met gas besmet zijn, de besmet
te kleeding kunnen afleggen. Nu
hebben we in een privé-kelder
meestal niet te maken met nako
mende personen.
Wel echter tn een openbare
schuilplaats. Maakt men dus eet*
openbare schuilgelegenheid en
wil men deze gasvrij hebben,
dan is een gassluis een nood
zakelijke voorwaarde.
Over het algemeen kunnen we
dus wel zeggen, dat deze gas
sluis, welke meestal nog moeilijk
heden biedt in het aanbrengen,
bij een particuliere kelder geen
absolute noodzaak is. Aanbe
veling verdient het in elk geval.
Mij is ook nog gewezen op
de werking van klei en leem
(mits vochtig gehouden) voor 't
afdichten van kieren en reten,
waar ik in het vorige artikel
stopverf voor aanbevolen heb.
Een middel, dat nog goedkooper
is dus.
Een gasvrij gemaakte kelder
heeft geen luchtverveisching, wel
kan deze aangebracht worden,
maar deze toestellen zijn nogal
prijzig, zoodat ze buiten ons
bestek vallen. We moeten met
de aanwezige lucht dus zoo zui
nig mogelijk zijn, als maar eenig-
zins kan.
De gekeurde kelders worden
steeds berekend op een verblijf
van eenige uren zonder eenig
ongemak voor de ademhaling.
I let zou echter kunnen gebeuren,
dat langer dan de geschatte tijd
in de kelder moet worden door
gebracht. Daarom moeten we van
af het betreden zoo weinig mo
gelijk zuurstof trachten te gebrui
ken en daar is maar één raad
voor: kalm en verstandig blijven.
Dan vermijden we dus zenuw
achtig heen en weer geloop, wat
ook een belangrijke invloed heeft
op de andere daar verblijvende
personen. Dus rustig gaan zitten,
want een zittende mensch ver
bruikt minder zuurstof dan een
loopende. Niet rooken, geen open
licht gebruiken.
Zoo komen we vanzelf tot de
hulpmiddelen, die in een kelder
aanwezig moeten zijn. Deze zijn
te splitsen in twee groepen en
ook op twee wijzen:
a) de zaken, die u reeds heeft
(de meeste)
b) de dingen, die u nog moet
aanschaffen.
1) de voorwerpen, welke nu
reeds in de kelder moeten zijn.
2) de middelen, welke u bij
gevaarstoestand naar de kelder
moet brengen. Laten we nu het
lastigste geval maar meteen bij
den kop vatten, n.l. als er kleine
kinderen in de schuilplaats moe
ten verblijven en dit zal toch heel
vaak 't geval zijn. Hier zal het
dus de moeder vooral zijn, die
voor de rust, mede door haar
houding moet zorgen. Kalm be
treedt ze de schuilplaats, want is
moeder kalm, dan zullen de kin
deren, die immers steeds de ou
ders trachten te imiteeren, dit
waarschijnlijk ook zijn. Er moet
dus gezorgd worden voor zit
plaatsen voor groot en klein.
Prachtige gelegenheid, orn die
oude stoelen waarvan u bij uw
zolderopruiming nog niet kondt
scheiden en waarvan de beklee
ding toch zoo brandbaar is en
die nog steeds uw zolder sieren
of liever ontsieren, te bestemmen
voor de kelder. Ik zie daar op
den zolder ook nog een wieg
slaan, waarvan gehoopt wordt,
dat deze nog wel eens dienst
moet doen. Dus 90 pet. kans, dat
we momenteel in een gezin ver
zeild geraakt zijn met kleine
kinderen.
als slaapplaats te gebruiken voor
de kleinste van 't gezin, al is hij
dan voor deze peuter een beetje
krap. En daar ligt op zolder ook
nog reserve beddegoed, dat men
natuurlijk niet weggedaan heeft
en wegens gebrek aan bergruim
te maar boven heeft laten liggen.
Indien de kelder maar 'n beetje
bergruimte heeft, kunt u hiermee
prachtig noodbedden maken voor
de iets oudere jeugd, al is 't
boven op de provisie-aardappelen.
En zoo is er boven op uwe,
met goede bedoelingen opgeruim
de zolders nog een hoop te vin
den, dat u in den kelder kunt
gebruiken. Uw zolder en de L.
B.D. zijn u beiden dankbaar
voor deze dubbele beveiliging.
Vergeet vooral voor kinderen,
wanneer het alarm plaats vindt,
zoowel overdag als 's nachts
niet wat speelgoed mee te nemen,
om hun aandacht van dat onge
wone avontuur zooveel mogelijk
af te leiden en ze rustig te hou
den.
Het kleine W.C.-stoeltje met
deksel voor den reuk of een ge
woon apparaat uit een nacht
kastje maar met deksel, mag ook
niet vergeten worden, want de
angst zal zich dikwijls, ook bij
volwassenen, in deze richting
uiten. Wel zijn er mooie nood-
W.C.-'s verkrijgbaar, maar deze
zijn meer voor ziekenhuizen e.d.
Medeneming van dekking is
absoluut noodzakelijk, mantels,
jassen, dekens, want vooral in
den winter is de overgang van
een warm bed in een onver
warmde kelder niet bijster een
genoegen.
Wordt vervolgd.
Hoofd der L.B.D.
A. BUWALDA.
VIJF EN TWINTIG JAAR
GELEDEN....
Oorlogsherinneringen.
Enkele weken geleden schreef ik
voor dit blad een artikel over de
menschelijke fantasie, welke in oor
logstijd tot het ontstaan van gruwel
verhalen leidt. Naar aanleiding van
Duitsche berichten, dat Poolsche bur
gers velen gevangen en gewonden
Duitschen militairen de oogen zou
den hebben uitgestoken, herinnerde
ik aan soortgelijke verhalen welke
25 jaar geleden door de invallers in
België werden verbreid.
Dr. de Groot uit Den Haag - zoo
schreef ik beiast met dn leiding
van 't Roode Kruis-hospitaal ia Maas
tricht, had naar de waarde dier ver
halen een ondeizoek gedaan en o.m.
de hospitalen in Aken bezocht, waar
heen speci&al de gewonden met uit
gestoken oogen zouden zijn overge
bracht. Welnu, er bleek geen woord
waar te zijn van al die gruwelijke
bedenksels.
Een en ander beschreef ik, uit
voerig en in bijzonderheden.
En nu ontving de redactie van dit
blad een dezer dagen het volgende
schrijven van Dr. D. H van der Goot,
uit Haren, (Groningen):
Geachte Redactie,
In ëen der Septembernummers
van Uw blad staat als hoofdartikel:
Gruwelverhalen, onderteekend door
Md.
Aangezien in dit artikel gespro
ken wordt over een Dr. de Groot
(afkomstig uit Den Haag), ?;ou ik
gaarne met den onderteekenaar
Md. willen correspondeeren.
Zoudt u mij zijn naam en adres
kunnen noemen
Ik zelf was van 19011936 chi
rurg in den Haag, werd in 1914
door het Roode Kruis naar Maas
tricht gezonden, en heb de rol ge
speeld, die in dit artikel wordt be
schreven.
Ik herinner me ook nog zeer
goed, dat ik destijds met een cor
respondent van een Nederlandsch
blad over die gruwelverhalen heb
gesproken.
Het zou me daarom zeer aange
naam zijn, nog eens met den schrij
ver van het artikel te kunnen cor
respondeeren.
Met beleefde groeten,
Hoogachtend,
w.g. Dr. D. H. van der Goot.
Toen ik dezen brief kreeg doorge
zonden, was ik werkelijk blij verrast,
nog eens een levensteeken te kun
nen ervaren van een der vele men-
schen, met wie ik een kwart eeuw
geleden in een tijd, welke veel ban
ger en angstiger nog leek dan die
van heden, een kort, maar dikwijls
belangrijk en soms zeer innig con
tact heb gehad. In doodsnood 'n en
kelen keer, of in gevangenisschap....
Dikwijls heb ik me later de vraag
gesteld: wat zou er van dien of die
geworden zijn Zou-ie den oorlog
van toen hebben overleefd En ook
den „vrede" van daarna 't Is zoo
zelden geweest, dat een toevallig
contact uit den wereldoorlog zich
later nog eens opnieuw deed vesti
gen.
Daarom verraste me die brief van
Dr. van der Goot. Toen ik mijn artikel
„Gruwelverhalen" schreef, heb ik me
voor de daarin aangevoerde gegevens
p geheel op mijn 25 jaar oude herin-
!S ueze wieg oan nering moeten verlaten en nu is het
niet ideaal, om deze in de kelder toch wel voldoening-wekkend, ach
teraf bevestigd te zien, dat het ge
heugen me nog geen parten speelt.
Dr. van der Goot erkent de juistheid
van wat ik schreef, slechts ln de
spelling van zijn naam heb ik me
een beetje verward, Dr. de Groot
is Dr. van der Goot!
Zgn briefje moge sommigen mijner
lezers ten bewijze strekken, dat jour
nalistiek werk niet zoo lichtvaardig
tot stand komt, als wel eens wordt
gemeend. Wanneer een journalist
naar verre landen trekt om daar
copie op te doen of zelfs voor dat
doel oorlogsterrein betreedt, dan heet
het vaak: nou ja, die kerel weet wel
aardig te schrijven of niet
maar d'r is natuurlijk een hoop fan
tasie brjMen bedoelt dat niet be-
Ieedigend, maar gaat uit van het
axioma, dat journalistiek 'n beetje
waarheid is, welke door veel bedenk
sels moet worden omgeven om ze
tot een lezenswaardig product te
maken.
Het is meestal niet zoo. Zeker, er
zijn b.v. „oorlogscorrespondenten'
die hun bivak opslaan in een goed
hotel aan den buitenkant van de
greDS van het oorlogvoerende land
en produceeren uit de verhaaltjes
van vluchtelingen, smokkelaars en
koeriers. Maar wie werkelijk wat
meemaakt van een oorlog of 'n
ander onderwerp van het leven
van vreemde volkeren, bekomt zóó
veel interessante indrukken en doet
zóóveel ongedachte wetenschap op,
dat fantasie hem slechts zou kunnen
hinderen en storen bij het trekken
van de lijn, die zgn ervaringen moet
verbinden.
Ik heb van Dr. van der Goot méér
ervaren dan hij zich op het oogen-
blik toen hij zijn briefje schreef,
herinnerd schijnt te hebben. Voor mij
is zijn persoon verbonden gebleven
aan den smaak en de lucht van
kaneel; sedert 25 jaar kan ik geen
kaDeel meer proeven en word prik
kelbaar als ik ze ruik. Dat kwam
zóó:
Ik was in Leuven, toen deze stad
werd verwoest. Met den moedigen
Nederlandschen consul in Leuven.
Prof. Noyons, den redder van het
kunstvolle bouwwerk: het Leuven-
sche stadhuis, (thans hoogleeraar te
Utrecht) en met mgr. Laudeuze,
rector van de Leuvensche Universi
teit, andere hoogleeraren, o.w. Dr.
Nerinx, die later door de Duitschers
tot burgemeester van de verwoeste
stad werd aangewezen, voorts dezer
gezinsledén, een aantal gewonden,
nonnen en geestelijken, heb ik en
kele dagen, terwijl de stad werd ge
bombardeerd, doorgebracht in de kel
ders van het Instituut voor Filosofie
„Leo XIII".
Alle filosofische geest, waarover ik
beschikte, had ik in die dagen noo-
dig om ter been te big ven, want ik
was in die kelders aanbeland na den
avond en nacht te voren wilde avon
turen in de stad te hebben beleefd.
't Is niet mijn bedoeling om weer
een uitvoerige beschrijving te geven
van de gebeurtenissen in Leuven 25
jaar geleden. Dan zou ik aan een
dik boekdeel moeten beginnen. Ik
verhaal dus in telegramstijl: heel
Leuven brandde en de bevolking was
ten deele gevlucht, óf uitgedreven
óf neergeschoten.
Ik moest maar zien, zeide me
generaal Von Manteuffel, dat ik hier
of daar in een huis, dat nog niet
brandde, een bed voor den nacht
vond. Enfin, ik vond een geschikt
heerenhuis aan den Boulevard de
Namur en installeerde me daar,
nadat ik een Duitsche wacht in de
buurt verzocht had om me te komen
waarschuwen als de rondom woeden
de vlammen mijn bivak te kort be
naderde.
s Avonds werd ik door zes zwaar
bewapende soldaten uit een diepen
slaap gehaald. Ik moest me aanklee-
den en werd daarop tusschen hen in
naar het station gebracht over den
duisteren Naamsche boulevard heen,
waar de lijken van menschen en de
cadavers van paarden zich lieten
onderkennen door het vlammen-
schijnsel van het brandende LeuveD.
Ik werd beschuldigd van brandstich
ting in een fabriek en van spionnage.
Kousen en schoenen moest ik uit
doen, ik werd grondig gefouilleerd
en tenslotte werd ik half gekleed
„ten ruste gelegd" op den steenen
grond var» een perron op een plaats
waar geen overkapping was, in een
langen en zwaar-mistigen nacht. Er
lagen daar nog eenige Belgen, óók
gevangenen en we werden gezamen
lijk bewaakt door schildwachten, die
ons trapten en spuwden, en ons
,franc-tireurs" scholden.
's Anderen daags werd ik eerst
voor een paar officieren geleid en
vervolgens voor generaal Von Man-
teuftel, op wien ik me daar ik
hem reeds eerder ontmoette had
beroepen. Het nonsensikale van de
beschuldiging (geuit door een dron
ken soldaat) werd subiet vastgesteld;
ik kreeg al mijn spullen terug en
aanvaardde de excuses van den
generaal.
Maar van dien nacht, in den mist,
liggende op den steenen grond, had
ik een hevige diarrhee behouden.
Aan dit ongemak deed het kostje
geen goed, dat in de kelders van
„Leo XEH" door professoren met
schorten, zónder zout (dat was er
niet meer) en andere normaal be-
noodigde ingrediënten werd klaar
gemaakt. Geen filosofische overwe
gingen konden het tekort in de be-
standdeelen van het eten wegwerken.
Ik werd zieker en zieker en wendde
me tenslotte in de richting van de
Nederlandsche grens, welke ik
deels heb ik den afstand per fiets
afgelegd, deels als meerijder op een
boerenwagen en deels te voet
eindelijk bSreikte.
Toen, in mijn en zgn hotel te
Maastricht, heb ik Dr. Van der
Goot voor den tweeden keer ont
moet. Nog steeds leed ik aan de ge-
De traditie getrouw vindt
U bij ons honderden
aparte modellen, ieder,
stuk voor stuk ingekocht
en gecontroleerd op stof
en afwerking# Daarom
kunt U met recht trotsch
zijn op elk stuk, dat U
bij ons koopt, want inner
lijk en uiterlijk zult U er
jaren plezier van hebben.
Thans immers is alles van
beproefde kwaliteit tegen
aantrekkelijke prijzen.
Stel daarom niet uit.
Koop nu
Uitsluitend
K. Molenstraat. 7-9
volgen van mijn Leuvensch avontuur,
maar de wakkere directeur van het
Roode Kruis-hospitaal heeft er de
ergste bezwaren bezworen met on
gelooflijke hoeveelheden cacao en
kaneel, die hij me met zacht geweld
en sterken drang der rede deed
slikken.
Ik ben er hem nóg dankbaar voor.
Maar den kaneslsmaak ben ik nog
altijd niet kwijt.
Alle Copie hierop
betrekking hebben
de, moet Donderd,
voor 1 uur in ons
bezit zgn.
SERVATIUS-OMROEP
Servatius II opende de competitie
met een verdienstelijke 2—0 over
winning op Brughusia. Een zeer
fraai begin.
ServatiusWittehorst.
Servatius I steekt van wal met
een thuiswedstrijd tegen haar
eeuwige rivaal Wittehorst. Horst
verschijnt dit seizoen met een zeer
sterk elftal. Deze club heeft slechts
één gemobiliseerde van haar eerste
elftal. Welk mobilisatie-elftal zal
Servatius hier tegenover zetten?
Niettegenstaande de vier invallers
zal Servatius haar huid zoo duur
mogelijk verkoopen.
De wedstrgden tusschen Horsten
Venray hebben steeds een specifiek
karakter. Steeds zgn beide clubs
aan elkaar gewaagd en iederen me
ter grond wordt als het ware met
een onverbiddelijke hardnekkigheid
betwist. Typeerend voor deze wed
strijden is wel het feit, dat er onder
beide tegenstanders altijd de beste
verstandhouding heeft bestaan, al
hoewel er wel eens forsch, doch
steeds fair gespeeld wordt. Moge
dit laatste vooral ook nu het geval
zgn.
Het is dus wel begrijpelijk, dat
de voetballiefhebbers van Horst,
Venray en omstreken met groote
spanning dezen semi-derby tegemoet
zien. Wittehorst heeft slechts één
maal een competitiewedstrijd op het
Servatius-terrein gewonnen. Wie
zal nu de gelukkige zijn Op papier
heeft wittehorst nu de beste kan
sen, doch de strijd wordt nu een
maal op het groene veld betwist.
Zooals gewoonlijk zullen ook nu
weer drommen supporters uit Horst
hun favorieten vergezellen en aan
moedigen. Doch ook Venray is
paraat.
De wedstrijd begint om 2 30 uur
onder leiding van scheidsrechter
Elias.
VALK-REVUE.
Na het minder goede begin tegen
Astrantia, heeft de Valk zich goed
hersteld, door een 71 overwinning
in Afferden bij H.R.C, te behalen.
In dezen wedstrijd gaven de rood
zwarten den toon aan en hadden met
de rust reeds een veilige 40 voor
sprong verkregen.
Na de hervatting konden de Valken
nog 3 maal het net vinden, terwijl
H.R C. in deze periode de eer wist
te redden.
De Valk 2 zette de competitie
zeer goed in door met 100 van
Wittehorst 3 te winnen. Deze Valken
speelden voor rust een aardige wed
strijd waarbij soms heel aardig werd
gecombineerd. We zagen in het 2e
elftal nog maar 3 gezichten van ver
leden jaar, zoodat dit elftal met
reserve krachten moest worden aan
gevuld. Wanneer de jongens aan el
kaar gewend zijn kan men hier in
de toekomst nog wel iets van ver
wachten daar er verschillende jeug
dige spelers in zitten.
Voor a.s. Zondag zijn geen wed
strijden vastgesteld, vanwege 2e Zon
dag der maand. Indien een oefen
wedstrijd wordt gespeeld zal dit aan
't Patronaat bekend gemaakt worden.
Programma 15 October.
De Valk I—Volharding I
Kronenberg—De Valk 2.
D.I.S.-nieuws.
Wanssum—D.I.S. 1—0.
Het competitie-rad draait weer,
i Oirlo incasseerde haar eerste
eervolle nederlaag te Wanssum.
Niet omdat Wanssum sterker was,
maar omdat zg geluk hadden. Wans
sum mist momenteel maar één
speler uit de vorige competitie, ter
wijl D.I.S. genoodzaakt was met
niet minder dan zes invallers den
strijd aan te binden.
Eervol was deze nederlaag, en we
kunnen onze jeugdelftal-spelers ge
rust een pluim op den hoed steken
voor hun taai volhouden, 't Verband
was echter zoek en zoodoende maak
te sommige 3pelers zich onnoodig
te moe.
Tot aan de rust ging de strijd
gelijk op. Maar 30 minuten na de
rust moest D.I.S. zwichten voor een
schot van Timmermans 10. De tijd
was ook wat kort om op te halen,
alhoewel er nog een paar gevaarlijke
situaties ortstaan voor de Wanssum-
veste. Het eiDde komt met een over
winning voor Wanssum.
D.I.S. zal na haar elftal weer
compleet gemaakt te hebben zeker
een goed figuur slaan in deze com
petitie.
Deze wedstrijd werd uiterst fair
en prettig gespeeld.
P.D.V. „De Zwaluw/'
Bovengenoemde vereeniging hield
Zondag een wedvlucht met oude en.
jonge duiven vanaf Erguelinns.i
Afstand 189 K.M. De duiven werden
gelost 8 uur 20 met N.O. wind. Aan
komst eerste oude duif 12-22.29
laatste 1-20-10.
OUDE DUIVEN: le, 8e, 10e en 12e
E. Nastvogel; 2e Gebr. Rutten; 3e
A. Loonen; 4e, 7e, 9e en overduif G,
Jansen; 5e en 6e M. Franken; lie J.
Kusters.
JONGE DUIVEN: le, 5e en 6e
Gebr. Philipsen; 2e Gebr. Jansen, 3e
en overduif Gebr. Willems; 4e Gebr.
Rut ten
Kampioen Oude duiven: le G. Jan
sen, 2e E. Nastvogel.
Late jonge: le Gebr. Philipsen, 2e
Gebr. Jansen.
Vroege jongen: le H. Strijbosch, 2e
J. Verstegen.
Leden denkt eraan dat het Zater
dag 7 Oct. vergadering is om 8 uur,
deze vergadering is op boete ver
plicht. Hierop wordt dan ook de
voederdistributie besproken.
VENRAY, 7 Oct. 1939
GEVONDEN
klein zilver ringetje,
Oudenhoven.
b^j Jac.
LUXOR THEATER.
Deze week weet LUXOR zijne be
zoekers wederom iets bijzonders te
bieden en wel de alom geoogste
succesfilm
MANJA
met in de hoofdrollen Peter Peter
sen, Maria Andergast, Olga Tsche-
chowa, Traudl Stark en anderen.
Een korte samenvatting van het
geheel laten wg hier volgen