TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJES Openbare vergadering van den Raad der Gemeente Venray Radio in oor* logstijd Zaterdag 7 October 1939 Zestigste Jaargang No 40 gehouden op Dinsdag 5 September 1939 des namiddags 3V2uur» Voorzitter de Heer Mr. A. H. M. JANSSEN. Secretarisde Heer A. F. M. VAN HAAREN. Tegenwoordigalle tot lid van den Raad benoemd verklaarden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en stelt aan de ordepunt 1 der agenda„Beëediging der bij Raadsbesluit van 14 Juli 1939 tot lid van den Raad benoemd verklaarden." Achtereenvolgens legden hierna de Heeren Jacobus Hubertus Nelissen Hendrikus Bernardus Odenhoven Martinus Hubertus Arts Lambertus Johannes van Haren Rogeer Joseph Vincentius Pijls Peter Johannes Steegbs Peter Martinus Hubertus Pubben Peter Johannes Hubertus van Dijck Gerardus Hubertus Reintjes Antonius Gijsbertus Millen Johannes Guelen Joseph Claessens Josephus Hubertus van Boven Hubertus Jacobus Antonius Janssen en Theodus Maria Bartholomeus Camps de volgens artikel 45 der Gemeentewet vereischte eeden van zuivering en van trouw aan de Grondwet en de wetten des Rijks af. De VOORZITTER spreekt hierna als volgt „Mijne Heeren, Thans na Uwe zoo juist plaats gehad hebbende beëediging wil ik U, Mijne Heeren, van ganscher harte gelukwenschen met Uwe benoeming tot lid van den Raad der gemeente Venray. Mijne Heeren, gij zijt thans deel gaan uitmaken van het hoogste col lege onzer gemeente, in wiens handen voor een zeer groot gedeelte het wel en wee der gemeente is gelegd. Gij zgt thans aangewezen om ge durende de komende vierjarige periode het belang onzer gemeente met al Uwe krachten voor te staan. Helaas de tyden, waarin gij Uw lid maatschap aanvaardt, zijn niet rooskleurig te noemen. Konden wij tot voor eenige dagen terug de hoop koesteren, dat, nu de geesel der werk loosheid in onze gemeente zoo goed als overwonnen was, er voor onze gemeente zoo langzamerhand weer een betere toekomst zou gaan aan breken, helaas, sedert eenige dagen bedreigt ons een nieuw gevaareen allesvernielende wereldbrand, die ieder moment aan onze landsgrenzen kan uitbreken. En al mogen wij er dan ook op vertrouwen, dat wg door Gods goedheid voor de allergrootste ramp van oorlog gespaard zullen blijven, toch zullen wij de funeste gevolgen hiervan, vooral op econo misch gebied, gaan ondervinden. Eendrachtig moeten wij dan ook in deze ernstige tijden met ter zijdestelling van alle persoonlijke belangetjes als mannen van de daad, als mannen, die zich van hunne groote verantwoordelijkheid ten volle bewust zijn de handen in elkaar slaan, gedachtig de spreuk „Een dracht maakt macht". Gedachtig aan den eed, dien gij zoo juist in mijn handen hebt afge legd en waarin gij trouw hebt gezworen aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en waarin gij gezworen hebt de belangen der gemeente Venray met al Uw vermogen te zuilen voorstaan en bevorderen, moet bij al Uw handelen Uw devies steeds zijn deze gedachte„Hoe wordt het gemeentebelang het beste gediend". Wanneer wg in dezen geest eendrachtig samenwerken en onze beste krachten voor het welzgn onzer gemeente veil hebben, dan hoeven wij ons niet door het sombere aspect dat de dag van heden biedt, laten teneerdrukken, vooral niet, wanneer wij daarnaast ook ons vertrouwen stellen in Hem, Die het lot der men- schen beheerscht. Gg hebt zoojuist, ieder op Uwe beurt, de vooral in deze tijden zoo zinrijke woorden uitgesproken„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig". Laten wij dan ook tot Hem, Wiens hulp wij hebben afgeroepen, steeds onze toevlucht nemen, en Hem smeeken, dat Hij ons Zgne onontbeerlijke hulp bij het besturen onzer geliefde gemeente moge schenken. Mijne Heeren, gaan wij dan vol vertrouwen de toekomst tegemoet, bezield met het vaste voornemen de komende moeilijkheden manmoedig het hoofd te bieden en te overwinnen, en laten wij tenslotte hopen.dat het ons gegeven moge zijn in de komende jaren onder Gods bijzonderen bijstand veel goeds tot stand te kunnen brengen in het belang der ge meente Venray, in het belang van al hare bewoners. Dat geve God." Vervolgens wordt door de nieuw beëedigde raadsleden het presentie- register geteekend. Bij de hierna gehouden trekking van een nummer, wie in deze ver gadering het eerst zijn stem moet uitbrengen, blgkt getrokken te zijn Nr. 6, zoodat Nr. 6 der presentielijst, i.e. de Heer Steeghs, dit het eerst moet doen. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda „Verkiezing van twee wethouders ingevolge het bepaalde in artikel 87 der Gemeentewet. De Heer VAN HAREN spreekt hierna als volgt „Mijnheer de Voorzitter, Het zij mij vergund, alvorens tot stemming voor de verkiezing van Wethouders over te gaan, een korte beschouwing hierover te houden. Ik zeg „verkiezing", Mijnheer de Voorzitter, in den waren zin is het echter geen verkiezing, want na hetgeen ons bekend is geworden, wat in verband hiermede heeft plaats gehad, noemen we het liever bij den waren naam „konkelarrj". Personen van een lijst, die steeds verklaard hebben niets met de dissidentenlijst te doen te willen hebben, hebben zich ondanks die uitla tingen met elkaar vereenigd om zeker te zijn van een kansteleur stellingen zijn hierbij natuurlijk niet uitgebleven. Zoo juist hebben de Heeren hunnen eed gezworen, dat zij te allen tijde de belangen der Gemeente zullen behartigen. Er is hier echter met een dergelijke manoeuvre geen sprake van behartiging der ge meentebelangen, hier is het spreekwoord van toepassing „Het doel heiligt de middelen" hier is egoïsme en niets anders de drijfveer. Als men decreteert „ik moet Wethouder worden" en men neemt dan elk middel daarvoor te baat, dan noem ik dat niet het dienen van gemeen schappelijke belangen, maar eigen belaDg behartigen. Wethouders kiezen beteekent het werkelijk kiezen van degenen uit ons midden, die in staat zijn de verantwoordelijkheid voor dat ambt te dragen en van wie men redelijker wijze mag verwachten, dat zij ook competent zijn de gemeen tebelangen behoorlijk te dienen. Alvorens tot de formaliteit, want zoo zou ik het in dit geval willen noemen, over te gaan, meen ik de Heeren dus nog eens te mogen wjjzen op den ernst van de handeling, welke zij gaan verrichten en vraag mij af, öf als de stemming uitvalt, zooals reeds eenige dagen verkondigd is de Heeren het algemeen belang der gemeente hebben gediend, öf zij hun afgelegden eed hebben gestand gedaan, öf zij de draagwijdte hunner daad hebben overzien en óf zg begrijpen, dat zij een blaam werpen op den Raad en op de geheele Gemeente. En dit te meer in deze moeilijke tijden, waarin door het Gemeentebestuur zoo vaak belangrijke besluiten moeten worden genomen. Wg hopen echter, dat het gezond verstand zal mogen zegevieren. Mgnheer de Voorzitter, Zondag nog heeft onze Herder gewezen op het moreel verval, dat ook in onze Parochie en Gemeente zijn weg heeft gevonden. Het schijnt mij toe, dat hij een waar woord heeft ge sproken. Mijnheer de Voorzitter, indien de verkiezing mocht uitvallen volgens den onverantwoordelijken opzet, wil ik bij voorbaat reeds mededeelen, dat ik alsdan de verantwoordelijkheid als raadslid niet langer durf te dragen en mg verplicht zal gevoelen mijn ontslag in te dienen. De VOORZITTER wijst hierna tot stemopnemers aan de Heeren Nelissen en Camps, en laat vervolgens overgaan tot stemming. Uit de telling bleek, dat waren ingeleverd 15 stembriefjesvervolgens bleek, dat waren uitgebracht 11 stemmen op den Heer P. M. H. Pubben, 3 op den Heer G. H. Reintjes, terwijl 1 briefje geen naam vermeldde, zoodat de Heer Pubben tot Wethouder is benoemd. Op de vraag van den VOORZITTER, of de Heer Pubben bereid is zijn benoeming aan te nemen, verklaart deze, dat, nu gebleken is dat de Raad hem met groote meerderheid tot Wethouder gewild heeft, hij gaarne bereid is het Wethouderschap te aanvaarden, en in deze moei lijke en bijzondere omstandigheden zijn beste krachten aan dit ambt te zullen wijden. Bij de hierna gehouden stemming ter verkiezing van een tweeden Wethouder, werden wederom 15 briefjes ingeleverd en bleken te zijn uitgebracht 7 stemmen op den Heer van Boven, 3 op den Heer van Haren, 3 op den Heer JansseD, 1 op den Heer Reintjes, terwijl 1 briefje blanco was. Wijl dus geen der leden de volstrekte meerderheid van stemmen heeft behaald, wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming. Bij deze stemming bleek, dat in totaal 16 briefjes waren ingeleverd, waardoor de stemming nietig was, zoodat opnieuw een tweede vrge stemming moest volgen. Bij deze stemming bleken te zijn ingeleverd 15 briefjes en te zijn uitgebracht 6 stemmen op den Heer van Boven, 6 op den Heer Janssen, 1 op den Heer van Haren en 1 op den Heer Reintjes, terwijl wederom een der briefjes blanco was. Hierna werd overgegaan tot herstemming tusschen de Heeren van Boven en Janssen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen, en behaalde de Heer Janssen 9 stemmen en de Heer van Boven 6 stem men, zoodat de Heer Janssen tot Wethouder is benoemd, Op een desbetreffende vraag van den VOORZITTER, antwoordde de Heer JANSSEN zijn benoeming, onder dankzegging aan de Raad voor het in hem gestelde vertrouwen, gaarne te aanvaarden. De VOORZITTER wenscht hierna de beide nieuwe benoemde Wethou ders geluk met hun benoeming en spreekt daarbij de hoop uit, dat zij in de komende jaren in het belang der gemeente vruchtbaar werkzaam zullen mogen zijn, en daarbij veel goeds zullen mogen helpen tot stand brengen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda„Inge komen stukken en mededeelingen". a. besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring raadsbesluit van 14 Juli j.l. tot het aangaan eener leening groot f 56000.bij de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen N.V. te Amster dam, b. idem. betreffende wijziging gemeentebegrooting 1938 (gewone dienst) c. 1938 (kapitaaldienst) d. 1939 (gewone- en kapitaaldienst) e. idem, tot ruiling, aanvaarding en kostelooze overdracht van enkele strooken grond in verband met de verbetering van den weg loo- pende van den weg VenrayDeurne nabg de kapel te Veltum naar den weg VenrayVenlo. f. idem, tot goedkeuring raadsbesluit van 16 Juni tot aankoop en ruiling van verschillende strooken grond in verband met verbete ring Merseloscheweg. g. idem, tot verkoop aan de afd. Ysselsteyn van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond van een perceel grond, kadastraal bekend, Sectie H Nr. 2057, ged. groot 26 aren. h. bericht van ontvangst door Gedeputeerde Staten van de door den Raad op 14 Juli j.l. vastgestelde verordening tot bepaling van maximum-snelheid in de gemeente Venray. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de in 1933 verpachte perceelen bouw- en weiland in het Venraysche Broek (kad. sectie H 1218), welke pacht met 31 October 1939 afloopt, met ingang van 1 November 1939 ondershands tegen dezelfde pachtprijzen wederom aan de tegenwoordige pachters te verpachten met uitzondering van de toen door Th. H. de Riet en H. M. Clephas gepachte perceelen, welke pach ters niet meer in aanmerking wenschen te komen. Wat betreft deze beide perceelen wordt voorgesteld het eerste, groot 90 aren, ondershands te verpachten voor f 51 per jaar (tegenwoordige pachtprijs) aan H. Coopmans, Laagheidscheweg A 15 te Venray, en laatstgenoemd perceel voor openbare verpachting in aanmerking te brengen". Bij openbare verpachting van 18 September 1933 werden ingaande 1 November van dat jaar voor 6 jaren verpacht in het Venraysch Broek: een perceel groot circa 144 H A., aan M. H. Voermans, Laagheide A12 tegen f 45.per jaar twee perceelen, groot te samer circa 2.88 H.A., aan Th. J. Coenders, Henseniusplein 16, te samen tegen f 100.per jaar een perceel, groot circa 1.10 H.A., aan C. Hoedemakers, Endepoel N 22, tegen f 51.per jaar twee perceelen, groot te samen circa 2.76 H.A., aan Th. van Kessel, Laagheide A 11, tesamen tegen f 85.per jaar een perceel, groot 0.62 H.A., aan H. M. Clephas, Beekweg 10, tegen f 47.per jaar een perceel, groot circa 0.90 H.A., aan Th. H. de Riet, Heuvelstraat 17, tegen f 51.per jaar Verder werd bij onderhandsche akte dd. 14 September 1933, eveneens met ingang van 1 November d.a.v. voor 6 jarea verpacht een perceel in het Venraysche Broek (Sectie A 1218), groot circa 37 aren, aan M. LiDders, Endepoel B 30, voor den prijs van f 14,80 per jaar. Met uitzondering van Th. H. de Riet en H. M. Clephas, hebben nu deze pachters verzocht om voor herverpachting in aanmerking te mogen komen. Aangezien die aanvragers goede pachters zijn gebleken en zg ook overigens aan hunne verplichtingen steeds hebben voldaan, zijn Burgemeester en Wethouders van oordeel, dat tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Voor het perceel van de Riet zag zich gaarne in aanmerking gebracht H. Coopmans van den Laagheidscheweg, die al sedert een paar jaren praktisch het perceel in gebruik heeft ge had van de Riet, hoewel deze uiteraard tegenover de Gemeente aan sprakelijk pachter bleef. Ook aan het verzoek van Coopmans kan naar de meening van B. en W. worden voldaan. Het overblijvend perceel (Clephas) ware te bestemmen voor openbare verpachting. De Heer ODENHOVEN vraagt, of het de bedoeling is om deze per ceelen wederom voor 6 jaar te verpachten. De VOORZITTER antwoordt; dat de termijn van verpachting nog nader moet worden bezien, zulks in verband met de nieuwe Pachtwet. De Heer ODENHOVEN wijst hierna op de verpachting van andere in de nabijheid liggende perceelen en zou het liefst den pachttijd van het geheele complex gelijktijdig zien afloopen. De VOORZITTER meent, dat het dan wellicht beter is dit punt nog eens aan te houden voor een nader onderzoek. De Heer PUBBEN meent, dat er een perceel bij is, dat denzelfden pachtprijs van vroeger niet meer zal kunnen opbrengen. De Heer ODENHOVEN meent, dat uitstel van de verpachting voor de pachters bezwaarlijk zal zijn, daar zg dan voorhaDds nog geen zekerheid hebben. De Heer REINTJES zegt dit bezwaar ook te voelen. De VOORZITTER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders mede uit deze overweging reeds zoo spoedig hun voorstel gedaan hebben. De Heer MILLEN stelt voor, dat de Raad Burgemeester en Wethou ders tot deze verpachting machtigt. De Heer VAN DUCK is ook voor spoedige afwerking, temeer, waar het hier menschen met kleine bedrijven betreft en de menschen dus dezen grond noodig hebben. Verder vraagt Spreker, waarom geen voor stel gedaan is ten aanzien van de uit de pacht teruggenomen gronden van Claessens. JDe VOORZITTER antwoordt, dat het steeds de bedoeling is geweest, deze openbaar te verpachten, welke openbare verpachting B. en w! voornemens zijn en voorstellen te doen in den loop der volgende maand te gelijk met het zooeven genoemd perceel van Clephas in het Ven raysch Broek en het nog overgebleven perceel in den Testrik (kind. A. v.d. Hoogenhof). De Heer ODENHOVEN verklaart hierna, dat het tenslotte ook zijns inziens maar beter is, om nu maar tot de verpachting te besluiten, daar anders de menschen misschien gedupeerd konden worden. De VOORZITTER brengt hierna het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verpachting van deze gronden met inachtneming der voorschriften van de Pachtwet, ia stemming. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad dit voorstel aan te nemen en wordt ook de voorgenomen openbare verpachting der hier boven aangegeven gronden goedgevonden,' Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Algemeen Burgerlijk Armbestuur voor 1939 een aanvullingssubsidie van f 3500 te willen toestaan". Het desbetreffend gemotiveerd verzoek van het Armbestuur ligt voor de Heeren Raadsleden ter inzage. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad dit crediet toe te staan Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat nog een paar punten' waar spoed bij is, te behandelen zijn, welke punten door omstandighe den niet op de agenda geplaatst konden worden, en wel een voorstel tot verkoop van een strook grond ter breedte van 3 M. en circa 100 M. diepte aan H. Gooren, metselaar te Ysselsteyn. De verkoopwaarde van dezen grond is geschat op f 14 per are. De verkoop brengt in de verkaveling ter plaartse weinig verandering en is noodig geworden, daar Gooren anders met de thans geprojecteerde woning geen behoor lijken uitweg meer heeft. De Heer VAN DIJCK zegt den toestand ter plaatse te kennen en van oordeel te zijn, dat de deskundige van de Gemeente te laat heeft ingezien, dat het huis nu niet meer haaks op de weg kan komen staan Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad tot den voorgestelden verkoop. Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat het tweede punt betreft de reparatie van het postkantoor. De postdirecteur heeft verzocht om thans bg de grondige vernieuwing en reparatie van het kantoor 'over te willen gaan tot het bgbouwen van een waschlokaal met bergplaats voor postwagentje enz. De kosten hiervan zgn geraamd op f 750en kunnen bestreden worden uit den post onderhoud gemeentegebo'uwen Verder werd het wenschelijk geacht om in het kantoor thans een nieuw loketfront aan te brengen. Hieromtrent is overleg gepleegd met den Rijksgebouwendienst en de kosten zijn geraamd op f 695.Voor deze uitgave is echter geen crediet op de begrooting aanwezig. Burgemees ter en Wethouders stellen voor om terzake een post op den kapitaal dienst te brengen en deze uitgave derhalve door een geldleening të dekken. Verder zal getracht worden om een billgke huurverhooglng voor deze uitgave te bedingen van bgv. 6 »/0 van het daarvoor te leenen kapitaal. De Heer ODENHOVEN wgst er op, dat er de laatste jaren aan het postkantoor nogal heel wat gerepareerd is. De VOORZITTER merkt op, dat de Gemeente tot laatstbedoelde ver betering volgens het contract niet verplicht kan worden, doch dat het wel zeer wenschelijk is, dat deze verbetering tot stand komt en dat hij verwacht, dat het Rgk wel bereid zal zgn eene huurverhooglng te De Heer VAN HAREN meent, dat een verhooging van 5 der kos ten wellicht voldoende zal zijn, temeer daar de huur nogal hoog is. De VOORZITTER kan zich hiermede vereenigen. De Raad besluit hierna zonder hoofdelijke stemming het gevraagde crediet toe te staan, onder voorwaarde, dat pogingen tot een verhoo ging der huur van 5 °/0 der kosten zullen worden gedaan. Op voorstel van den VOORZITTER gaat de Raad hierna over in besloten vergadering. Na heropening der vergadering besluit de Raad ten laste van den dienst 1939 alsnog toe te staan het bedrag, benoodigd voor den aanleg van den weg VeulenYsselsteyn, te wijzigen; later als het juiste be drag der kosten bekend is, zal de begrooting ook formeel daarmee worden aangevuld. De Heer ARTS wgst hierna op den slechten afvoer van het hemel water in de Draalstraat. Daar de terreinen ter plaatse, in verband met den bouw van nieuwe woningen, eenigszins zgn opgehoogd, kan het water niet meer wegvloeien en moeten de bewoners planken leggen om droogvoets op den weg te kunnen komen. De VOORZITTER antwoordt, dat bezien zal worden wat terzake dient te geschieden, om dit euvel t9 verhelpen. De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, wanneer het huis, dat de Gemeente van de Wed. Ariaens aangekocht heeft, gesloopt wordt. De VOORZITTER antwoordt te hopen, dat dit nog dit jaar zal kun nen geschieden. De Heer PIJLS spreekt hierna over de aanschaffing van een sirene, zulks in verband met de luchtbescherming. Voor een Gemeente als Venray was het bezit van zulk een apparaat toch wel noodzakelijk. De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds vaker is bezien De kosten zullen echter te hoog worden, daar voor deze uitgestrekte Gemeente verschillende sirenes benoodigd zullen zgn. De Heer PIJLS meent, dat dan toch alvast voor de kom een sirene aangeschaft diende te worden. De VOORZITTER antwoordt, dat het hoofd van den luchtbescher mingsdienst eerst hieromtrent nog nadere voorstellen zal doen. Thans niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord verlangend sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. Moest ons thans voorgehouden worden, dat de radio in een oor log een leeuwenaandeel hebben zou, niemand van ons zou dit nog betwijfelen. Het voorbeeld van het onge lukkige Spanje heeft or.s duide lijk aangetoond tot wat de radio dienen kan op militair, nationaal en internationaal gebied. Wij zijn in feite getuigen geweest van wat door dit middel kan bereikt worden, zoowel in 'het binnen land als wel in het buitenland. De jongste internationale ver wikkelingen, die ons een toestand op versterkten vredesvoet schon ken, hebben ons neg duidelijker het nut en het gevaar van de radio-uitzendingen aangetoond, want ditmaal waren wij zelf er in betrokken. Minder bekend zijn ons de onschatbare diensten die de radio reeds in den wereldoorlog aan strijdende partijen heeft bewezen. In zijn boek over de radio geeft Arno Huth ons enkele staaltjes daarvan ten beste, die voorzeker voor het groote luis- teraarspubliek onbekend zijn ge bleven. Zoo toont hij ons aan, hoe vanaf het uitbreken van de we reldramp de radiotelefonie en de radiotelegrafie onmiddellijk bruik baar gesteld werden tot militaire doeleinden. Alle Duitsche koloniale stations alsook alle koopvaardijschepen werden oogenblikkelijk verwittigd dat de oorlog uitgebroken en „oppassen" het wachtwoord was. De „Kroonprinzessin Caecilie" met 10 millioen gouddollars aan boord, varende midden in den Oceaan, kreeg bericht onmiddel lijk een neutrale haven aan te leggen. 4 uur na het uitbreken van den oorlog sneden de Engel- schen de Duitsche onderzeesche kabels door Te laat echter, de radio had reeds haar werk vol bracht 1 Te Loos in September 1915 is het door bemiddeling van een heel klein zendstation, dat op het critieke oogenblik de En- gelsche strijdmachten verwittigd worden dat versterkingen aan rukken. Bij de moordende gevechten aan de Somme is het enkel door de radio, dat verbindingen tus- scher. de geallieerde iegers, door heel de moordende beschietingen, kunnen behouden blijven. Het „capteeren" of opvangen der radio-uitzendingen uitgaande van den vijand is natuurlijk een zaak, die niet kon verwaarloosd worden en even goede resulta ten opleverde dan deze door de overseiningstroepen bereikt. Weer eens geeft Huth ons daarover 'n typisch voorbeeld. Bij Tannenberg ishetdeDuit- schers mogelijk twee berichten uitgaande van de Russische ge neraals Rennenhoff en Samonoff op te vangen. Zoo kwamen zij te weten, dat het hun mogelijk zijn zou een der twee legers aan te vallen en te vernietigen, alvorens het twee de leger hulp zou kunnen bie den. Niet enkel te land zou gebruik Voelt U zich zenuwachtig en gejaagd, overspannen, Uzelf tot last en moeilijk voorUwomgeving? Neem dan direct'n "AKKERTJE" en ge voelt een welda dige rust over U komen! "AKKERTJES" kalmeeren, door hun bijzondere sa menstelling als regel reeds binnen een kwartier het overprikkelde zenuwstel sel en Ge voelt U als na een verkwikkende slaap. I "AKKERTJES" bevatten géén verdoovende be- standdeelen en zijn voor het gestel niet schadelijk. tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou 13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers. gemaakt worden van de radiofonie doch eveneens op zee en in de lucht. De tactiek op zee wordt door hare toepassing gansch gewijzigd. Inderdaad, want niet alleen is het de schepen mogelijk besten dig met elkaar in verbinding te blijven doch zelfs wordt het mogelijk thans bestendig kontakt te houden met de admiraliteit en rechtstreeks en oogenblikkelijk alle bevelen op te vangen. Het luchtwapen wordt even eens met T.S.F. uitgerust. De eerste proefnemingen worden op het Fransche front doorgevoerd in de laatste maanden van 1914 en bij het einde van den oorlog zijn minstens 600 Er.gelsche vliegtuigen met zend- en ont vangstations uitgerust. Radio wordt het propaganda middel bij uitstek, waardoor de neutrale Staten zullen „beïnvloed" worden. Daarover meenen wij niet meer te moeten uitwijden na de overtalrijke „Reden", die wij de laatste zes maanden heb ben te slikken gekregen. Eenieder heeft thans de kans zijn eigen „versie" omtrent de betwiste zaken aan de wereld kond te maken. Hitler en Mussolini hebben daarvau ruimschoots gebruikge maakt en het wereldconcert in gezet. Chamberlain, Daladier en ook onze eerste ministers hebben ditzelfde middel aangewend om hun standpunt bekend te maken. Door de radio werd de onder- teekening van den wapenstilstand in 1918 bekend gemaakt en ook de demobilisatie in 1938 na het fameus accoord van München. Met reuzeschreden is de radio techniek verbeterd onder den drang der militaire noodwendig heden. Na den wereldramp kon zij dan ook tot meer vredelie vende doeleinden worden. Sindsdien tellen wij honderden en honderden zendstations, mil- lioenen en millioenen luisteraars. Wat de radio in een moderne oorlog beteekent, blijft nog in groote mate een onbeantwoorde vraag. Even hardnekkig als met de wapens wordt ook door radio gevochten, doch in hoeverre dit alles doelmatig zal zijn, is wat anders. Laten wij hopen, dat deze mo-

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5