TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKERTJES
Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Venray
Radio in oor*
logstijd
Zaterdag 7 October 1939
Zestigste Jaargang No 40
gehouden op Dinsdag 5 September 1939 des namiddags 3V2uur»
Voorzitter de Heer Mr. A. H. M. JANSSEN.
Secretarisde Heer A. F. M. VAN HAAREN.
Tegenwoordigalle tot lid van den Raad benoemd verklaarden.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en stelt aan de
ordepunt 1 der agenda„Beëediging der bij Raadsbesluit van 14 Juli
1939 tot lid van den Raad benoemd verklaarden."
Achtereenvolgens legden hierna de Heeren
Jacobus Hubertus Nelissen
Hendrikus Bernardus Odenhoven
Martinus Hubertus Arts
Lambertus Johannes van Haren
Rogeer Joseph Vincentius Pijls
Peter Johannes Steegbs
Peter Martinus Hubertus Pubben
Peter Johannes Hubertus van Dijck
Gerardus Hubertus Reintjes
Antonius Gijsbertus Millen
Johannes Guelen
Joseph Claessens
Josephus Hubertus van Boven
Hubertus Jacobus Antonius Janssen en
Theodus Maria Bartholomeus Camps
de volgens artikel 45 der Gemeentewet vereischte eeden van zuivering
en van trouw aan de Grondwet en de wetten des Rijks af.
De VOORZITTER spreekt hierna als volgt
„Mijne Heeren,
Thans na Uwe zoo juist plaats gehad hebbende beëediging wil ik U,
Mijne Heeren, van ganscher harte gelukwenschen met Uwe benoeming
tot lid van den Raad der gemeente Venray.
Mijne Heeren, gij zijt thans deel gaan uitmaken van het hoogste col
lege onzer gemeente, in wiens handen voor een zeer groot gedeelte het
wel en wee der gemeente is gelegd. Gij zgt thans aangewezen om ge
durende de komende vierjarige periode het belang onzer gemeente met
al Uwe krachten voor te staan. Helaas de tyden, waarin gij Uw lid
maatschap aanvaardt, zijn niet rooskleurig te noemen. Konden wij tot
voor eenige dagen terug de hoop koesteren, dat, nu de geesel der werk
loosheid in onze gemeente zoo goed als overwonnen was, er voor onze
gemeente zoo langzamerhand weer een betere toekomst zou gaan aan
breken, helaas, sedert eenige dagen bedreigt ons een nieuw gevaareen
allesvernielende wereldbrand, die ieder moment aan onze landsgrenzen
kan uitbreken. En al mogen wij er dan ook op vertrouwen, dat wg door
Gods goedheid voor de allergrootste ramp van oorlog gespaard zullen
blijven, toch zullen wij de funeste gevolgen hiervan, vooral op econo
misch gebied, gaan ondervinden.
Eendrachtig moeten wij dan ook in deze ernstige tijden met ter
zijdestelling van alle persoonlijke belangetjes als mannen van de daad,
als mannen, die zich van hunne groote verantwoordelijkheid ten volle
bewust zijn de handen in elkaar slaan, gedachtig de spreuk „Een
dracht maakt macht".
Gedachtig aan den eed, dien gij zoo juist in mijn handen hebt afge
legd en waarin gij trouw hebt gezworen aan de Grondwet en aan de
wetten des Rijks en waarin gij gezworen hebt de belangen der gemeente
Venray met al Uw vermogen te zuilen voorstaan en bevorderen, moet
bij al Uw handelen Uw devies steeds zijn deze gedachte„Hoe wordt
het gemeentebelang het beste gediend". Wanneer wg in dezen geest
eendrachtig samenwerken en onze beste krachten voor het welzgn onzer
gemeente veil hebben, dan hoeven wij ons niet door het sombere aspect
dat de dag van heden biedt, laten teneerdrukken, vooral niet, wanneer
wij daarnaast ook ons vertrouwen stellen in Hem, Die het lot der men-
schen beheerscht. Gg hebt zoojuist, ieder op Uwe beurt, de vooral in
deze tijden zoo zinrijke woorden uitgesproken„Zoo waarlijk helpe mij
God almachtig". Laten wij dan ook tot Hem, Wiens hulp wij hebben
afgeroepen, steeds onze toevlucht nemen, en Hem smeeken, dat Hij ons
Zgne onontbeerlijke hulp bij het besturen onzer geliefde gemeente moge
schenken.
Mijne Heeren, gaan wij dan vol vertrouwen de toekomst tegemoet,
bezield met het vaste voornemen de komende moeilijkheden manmoedig
het hoofd te bieden en te overwinnen, en laten wij tenslotte hopen.dat
het ons gegeven moge zijn in de komende jaren onder Gods bijzonderen
bijstand veel goeds tot stand te kunnen brengen in het belang der ge
meente Venray, in het belang van al hare bewoners.
Dat geve God."
Vervolgens wordt door de nieuw beëedigde raadsleden het presentie-
register geteekend.
Bij de hierna gehouden trekking van een nummer, wie in deze ver
gadering het eerst zijn stem moet uitbrengen, blgkt getrokken te zijn
Nr. 6, zoodat Nr. 6 der presentielijst, i.e. de Heer Steeghs, dit het eerst
moet doen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda
„Verkiezing van twee wethouders ingevolge het bepaalde in artikel 87
der Gemeentewet.
De Heer VAN HAREN spreekt hierna als volgt
„Mijnheer de Voorzitter,
Het zij mij vergund, alvorens tot stemming voor de verkiezing van
Wethouders over te gaan, een korte beschouwing hierover te houden.
Ik zeg „verkiezing", Mijnheer de Voorzitter, in den waren zin is het
echter geen verkiezing, want na hetgeen ons bekend is geworden, wat
in verband hiermede heeft plaats gehad, noemen we het liever bij den
waren naam „konkelarrj".
Personen van een lijst, die steeds verklaard hebben niets met de
dissidentenlijst te doen te willen hebben, hebben zich ondanks die uitla
tingen met elkaar vereenigd om zeker te zijn van een kansteleur
stellingen zijn hierbij natuurlijk niet uitgebleven.
Zoo juist hebben de Heeren hunnen eed gezworen, dat zij te allen
tijde de belangen der Gemeente zullen behartigen. Er is hier echter
met een dergelijke manoeuvre geen sprake van behartiging der ge
meentebelangen, hier is het spreekwoord van toepassing „Het doel
heiligt de middelen" hier is egoïsme en niets anders de drijfveer. Als
men decreteert „ik moet Wethouder worden" en men neemt dan elk
middel daarvoor te baat, dan noem ik dat niet het dienen van gemeen
schappelijke belangen, maar eigen belaDg behartigen. Wethouders kiezen
beteekent het werkelijk kiezen van degenen uit ons midden, die in staat
zijn de verantwoordelijkheid voor dat ambt te dragen en van wie men
redelijker wijze mag verwachten, dat zij ook competent zijn de gemeen
tebelangen behoorlijk te dienen.
Alvorens tot de formaliteit, want zoo zou ik het in dit geval willen
noemen, over te gaan, meen ik de Heeren dus nog eens te mogen
wjjzen op den ernst van de handeling, welke zij gaan verrichten en
vraag mij af, öf als de stemming uitvalt, zooals reeds eenige dagen
verkondigd is de Heeren het algemeen belang der gemeente hebben
gediend, öf zij hun afgelegden eed hebben gestand gedaan, öf zij de
draagwijdte hunner daad hebben overzien en óf zg begrijpen, dat zij een
blaam werpen op den Raad en op de geheele Gemeente. En dit te meer
in deze moeilijke tijden, waarin door het Gemeentebestuur zoo vaak
belangrijke besluiten moeten worden genomen. Wg hopen echter, dat
het gezond verstand zal mogen zegevieren.
Mgnheer de Voorzitter, Zondag nog heeft onze Herder gewezen op
het moreel verval, dat ook in onze Parochie en Gemeente zijn weg
heeft gevonden. Het schijnt mij toe, dat hij een waar woord heeft ge
sproken.
Mijnheer de Voorzitter, indien de verkiezing mocht uitvallen volgens
den onverantwoordelijken opzet, wil ik bij voorbaat reeds mededeelen,
dat ik alsdan de verantwoordelijkheid als raadslid niet langer durf te
dragen en mg verplicht zal gevoelen mijn ontslag in te dienen.
De VOORZITTER wijst hierna tot stemopnemers aan de Heeren
Nelissen en Camps, en laat vervolgens overgaan tot stemming.
Uit de telling bleek, dat waren ingeleverd 15 stembriefjesvervolgens
bleek, dat waren uitgebracht 11 stemmen op den Heer P. M. H. Pubben,
3 op den Heer G. H. Reintjes, terwijl 1 briefje geen naam vermeldde,
zoodat de Heer Pubben tot Wethouder is benoemd.
Op de vraag van den VOORZITTER, of de Heer Pubben bereid is
zijn benoeming aan te nemen, verklaart deze, dat, nu gebleken is dat de
Raad hem met groote meerderheid tot Wethouder gewild heeft, hij
gaarne bereid is het Wethouderschap te aanvaarden, en in deze moei
lijke en bijzondere omstandigheden zijn beste krachten aan dit ambt te
zullen wijden.
Bij de hierna gehouden stemming ter verkiezing van een tweeden
Wethouder, werden wederom 15 briefjes ingeleverd en bleken te zijn
uitgebracht 7 stemmen op den Heer van Boven, 3 op den Heer van
Haren, 3 op den Heer JansseD, 1 op den Heer Reintjes, terwijl 1 briefje
blanco was. Wijl dus geen der leden de volstrekte meerderheid van
stemmen heeft behaald, wordt overgegaan tot een tweede vrije stemming.
Bij deze stemming bleek, dat in totaal 16 briefjes waren ingeleverd,
waardoor de stemming nietig was, zoodat opnieuw een tweede vrge
stemming moest volgen. Bij deze stemming bleken te zijn ingeleverd
15 briefjes en te zijn uitgebracht 6 stemmen op den Heer van Boven,
6 op den Heer Janssen, 1 op den Heer van Haren en 1 op den Heer
Reintjes, terwijl wederom een der briefjes blanco was. Hierna werd
overgegaan tot herstemming tusschen de Heeren van Boven en Janssen,
die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen,
en behaalde de Heer Janssen 9 stemmen en de Heer van Boven 6 stem
men, zoodat de Heer Janssen tot Wethouder is benoemd,
Op een desbetreffende vraag van den VOORZITTER, antwoordde de
Heer JANSSEN zijn benoeming, onder dankzegging aan de Raad voor
het in hem gestelde vertrouwen, gaarne te aanvaarden.
De VOORZITTER wenscht hierna de beide nieuwe benoemde Wethou
ders geluk met hun benoeming en spreekt daarbij de hoop uit, dat zij
in de komende jaren in het belang der gemeente vruchtbaar werkzaam
zullen mogen zijn, en daarbij veel goeds zullen mogen helpen tot stand
brengen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda„Inge
komen stukken en mededeelingen".
a. besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring raadsbesluit van
14 Juli j.l. tot het aangaan eener leening groot f 56000.bij de
Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen N.V. te Amster
dam,
b. idem. betreffende wijziging gemeentebegrooting 1938 (gewone dienst)
c. 1938 (kapitaaldienst)
d. 1939 (gewone- en
kapitaaldienst)
e. idem, tot ruiling, aanvaarding en kostelooze overdracht van enkele
strooken grond in verband met de verbetering van den weg loo-
pende van den weg VenrayDeurne nabg de kapel te Veltum
naar den weg VenrayVenlo.
f. idem, tot goedkeuring raadsbesluit van 16 Juni tot aankoop en
ruiling van verschillende strooken grond in verband met verbete
ring Merseloscheweg.
g. idem, tot verkoop aan de afd. Ysselsteyn van den Limburgschen
Land- en Tuinbouwbond van een perceel grond, kadastraal bekend,
Sectie H Nr. 2057, ged. groot 26 aren.
h. bericht van ontvangst door Gedeputeerde Staten van de door den
Raad op 14 Juli j.l. vastgestelde verordening tot bepaling van
maximum-snelheid in de gemeente Venray.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze ingekomen stukken
voor kennisgeving aan te nemen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de in 1933 verpachte
perceelen bouw- en weiland in het Venraysche Broek (kad. sectie H
1218), welke pacht met 31 October 1939 afloopt, met ingang van 1
November 1939 ondershands tegen dezelfde pachtprijzen wederom aan
de tegenwoordige pachters te verpachten met uitzondering van de toen
door Th. H. de Riet en H. M. Clephas gepachte perceelen, welke pach
ters niet meer in aanmerking wenschen te komen. Wat betreft deze
beide perceelen wordt voorgesteld het eerste, groot 90 aren, ondershands
te verpachten voor f 51 per jaar (tegenwoordige pachtprijs) aan H.
Coopmans, Laagheidscheweg A 15 te Venray, en laatstgenoemd perceel
voor openbare verpachting in aanmerking te brengen".
Bij openbare verpachting van 18 September 1933 werden ingaande 1
November van dat jaar voor 6 jaren verpacht in het Venraysch Broek:
een perceel groot circa 144 H A., aan M. H. Voermans, Laagheide A12
tegen f 45.per jaar
twee perceelen, groot te samer circa 2.88 H.A., aan Th. J. Coenders,
Henseniusplein 16, te samen tegen f 100.per jaar
een perceel, groot circa 1.10 H.A., aan C. Hoedemakers, Endepoel N 22,
tegen f 51.per jaar
twee perceelen, groot te samen circa 2.76 H.A., aan Th. van Kessel,
Laagheide A 11, tesamen tegen f 85.per jaar
een perceel, groot 0.62 H.A., aan H. M. Clephas, Beekweg 10, tegen
f 47.per jaar
een perceel, groot circa 0.90 H.A., aan Th. H. de Riet, Heuvelstraat
17, tegen f 51.per jaar
Verder werd bij onderhandsche akte dd. 14 September 1933, eveneens
met ingang van 1 November d.a.v. voor 6 jarea verpacht een perceel
in het Venraysche Broek (Sectie A 1218), groot circa 37 aren, aan M.
LiDders, Endepoel B 30, voor den prijs van f 14,80 per jaar.
Met uitzondering van Th. H. de Riet en H. M. Clephas, hebben nu
deze pachters verzocht om voor herverpachting in aanmerking te mogen
komen. Aangezien die aanvragers goede pachters zijn gebleken en zg
ook overigens aan hunne verplichtingen steeds hebben voldaan, zijn
Burgemeester en Wethouders van oordeel, dat tegen inwilliging van het
verzoek geen bezwaar bestaat. Voor het perceel van de Riet zag zich
gaarne in aanmerking gebracht H. Coopmans van den Laagheidscheweg,
die al sedert een paar jaren praktisch het perceel in gebruik heeft ge
had van de Riet, hoewel deze uiteraard tegenover de Gemeente aan
sprakelijk pachter bleef. Ook aan het verzoek van Coopmans kan naar
de meening van B. en W. worden voldaan. Het overblijvend perceel
(Clephas) ware te bestemmen voor openbare verpachting.
De Heer ODENHOVEN vraagt, of het de bedoeling is om deze per
ceelen wederom voor 6 jaar te verpachten.
De VOORZITTER antwoordt; dat de termijn van verpachting nog
nader moet worden bezien, zulks in verband met de nieuwe Pachtwet.
De Heer ODENHOVEN wijst hierna op de verpachting van andere in
de nabijheid liggende perceelen en zou het liefst den pachttijd van het
geheele complex gelijktijdig zien afloopen.
De VOORZITTER meent, dat het dan wellicht beter is dit punt nog
eens aan te houden voor een nader onderzoek.
De Heer PUBBEN meent, dat er een perceel bij is, dat denzelfden
pachtprijs van vroeger niet meer zal kunnen opbrengen.
De Heer ODENHOVEN meent, dat uitstel van de verpachting voor
de pachters bezwaarlijk zal zijn, daar zg dan voorhaDds nog geen
zekerheid hebben.
De Heer REINTJES zegt dit bezwaar ook te voelen.
De VOORZITTER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders mede
uit deze overweging reeds zoo spoedig hun voorstel gedaan hebben.
De Heer MILLEN stelt voor, dat de Raad Burgemeester en Wethou
ders tot deze verpachting machtigt.
De Heer VAN DUCK is ook voor spoedige afwerking, temeer, waar
het hier menschen met kleine bedrijven betreft en de menschen dus
dezen grond noodig hebben. Verder vraagt Spreker, waarom geen voor
stel gedaan is ten aanzien van de uit de pacht teruggenomen gronden
van Claessens.
JDe VOORZITTER antwoordt, dat het steeds de bedoeling is geweest,
deze openbaar te verpachten, welke openbare verpachting B. en w!
voornemens zijn en voorstellen te doen in den loop der volgende maand
te gelijk met het zooeven genoemd perceel van Clephas in het Ven
raysch Broek en het nog overgebleven perceel in den Testrik (kind. A.
v.d. Hoogenhof).
De Heer ODENHOVEN verklaart hierna, dat het tenslotte ook zijns
inziens maar beter is, om nu maar tot de verpachting te besluiten,
daar anders de menschen misschien gedupeerd konden worden.
De VOORZITTER brengt hierna het voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot verpachting van deze gronden met inachtneming der
voorschriften van de Pachtwet, ia stemming.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad dit voorstel aan te
nemen en wordt ook de voorgenomen openbare verpachting der hier
boven aangegeven gronden goedgevonden,'
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur voor 1939 een aanvullingssubsidie van f 3500
te willen toestaan".
Het desbetreffend gemotiveerd verzoek van het Armbestuur ligt voor
de Heeren Raadsleden ter inzage.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad dit crediet toe te staan
Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat nog een paar punten'
waar spoed bij is, te behandelen zijn, welke punten door omstandighe
den niet op de agenda geplaatst konden worden, en wel een voorstel
tot verkoop van een strook grond ter breedte van 3 M. en circa 100
M. diepte aan H. Gooren, metselaar te Ysselsteyn. De verkoopwaarde
van dezen grond is geschat op f 14 per are. De verkoop brengt in
de verkaveling ter plaartse weinig verandering en is noodig geworden,
daar Gooren anders met de thans geprojecteerde woning geen behoor
lijken uitweg meer heeft.
De Heer VAN DIJCK zegt den toestand ter plaatse te kennen en
van oordeel te zijn, dat de deskundige van de Gemeente te laat heeft
ingezien, dat het huis nu niet meer haaks op de weg kan komen staan
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad tot den voorgestelden
verkoop.
Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat het tweede punt betreft de
reparatie van het postkantoor. De postdirecteur heeft verzocht om
thans bg de grondige vernieuwing en reparatie van het kantoor 'over
te willen gaan tot het bgbouwen van een waschlokaal met bergplaats
voor postwagentje enz. De kosten hiervan zgn geraamd op f 750en
kunnen bestreden worden uit den post onderhoud gemeentegebo'uwen
Verder werd het wenschelijk geacht om in het kantoor thans een nieuw
loketfront aan te brengen. Hieromtrent is overleg gepleegd met den
Rijksgebouwendienst en de kosten zijn geraamd op f 695.Voor deze
uitgave is echter geen crediet op de begrooting aanwezig. Burgemees
ter en Wethouders stellen voor om terzake een post op den kapitaal
dienst te brengen en deze uitgave derhalve door een geldleening të
dekken. Verder zal getracht worden om een billgke huurverhooglng
voor deze uitgave te bedingen van bgv. 6 »/0 van het daarvoor te leenen
kapitaal.
De Heer ODENHOVEN wgst er op, dat er de laatste jaren aan het
postkantoor nogal heel wat gerepareerd is.
De VOORZITTER merkt op, dat de Gemeente tot laatstbedoelde ver
betering volgens het contract niet verplicht kan worden, doch dat het
wel zeer wenschelijk is, dat deze verbetering tot stand komt en dat
hij verwacht, dat het Rgk wel bereid zal zgn eene huurverhooglng te
De Heer VAN HAREN meent, dat een verhooging van 5 der kos
ten wellicht voldoende zal zijn, temeer daar de huur nogal hoog is.
De VOORZITTER kan zich hiermede vereenigen.
De Raad besluit hierna zonder hoofdelijke stemming het gevraagde
crediet toe te staan, onder voorwaarde, dat pogingen tot een verhoo
ging der huur van 5 °/0 der kosten zullen worden gedaan.
Op voorstel van den VOORZITTER gaat de Raad hierna over in
besloten vergadering.
Na heropening der vergadering besluit de Raad ten laste van den
dienst 1939 alsnog toe te staan het bedrag, benoodigd voor den aanleg
van den weg VeulenYsselsteyn, te wijzigen; later als het juiste be
drag der kosten bekend is, zal de begrooting ook formeel daarmee
worden aangevuld.
De Heer ARTS wgst hierna op den slechten afvoer van het hemel
water in de Draalstraat. Daar de terreinen ter plaatse, in verband met
den bouw van nieuwe woningen, eenigszins zgn opgehoogd, kan het
water niet meer wegvloeien en moeten de bewoners planken leggen
om droogvoets op den weg te kunnen komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat bezien zal worden wat terzake
dient te geschieden, om dit euvel t9 verhelpen.
De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, wanneer het huis, dat de
Gemeente van de Wed. Ariaens aangekocht heeft, gesloopt wordt.
De VOORZITTER antwoordt te hopen, dat dit nog dit jaar zal kun
nen geschieden.
De Heer PIJLS spreekt hierna over de aanschaffing van een sirene,
zulks in verband met de luchtbescherming. Voor een Gemeente als
Venray was het bezit van zulk een apparaat toch wel noodzakelijk.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds vaker is bezien De kosten
zullen echter te hoog worden, daar voor deze uitgestrekte Gemeente
verschillende sirenes benoodigd zullen zgn.
De Heer PIJLS meent, dat dan toch alvast voor de kom een sirene
aangeschaft diende te worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het hoofd van den luchtbescher
mingsdienst eerst hieromtrent nog nadere voorstellen zal doen.
Thans niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord
verlangend sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed.
Moest ons thans voorgehouden
worden, dat de radio in een oor
log een leeuwenaandeel hebben
zou, niemand van ons zou dit
nog betwijfelen.
Het voorbeeld van het onge
lukkige Spanje heeft or.s duide
lijk aangetoond tot wat de radio
dienen kan op militair, nationaal
en internationaal gebied. Wij zijn
in feite getuigen geweest van wat
door dit middel kan bereikt
worden, zoowel in 'het binnen
land als wel in het buitenland.
De jongste internationale ver
wikkelingen, die ons een toestand
op versterkten vredesvoet schon
ken, hebben ons neg duidelijker
het nut en het gevaar van de
radio-uitzendingen aangetoond,
want ditmaal waren wij zelf er
in betrokken.
Minder bekend zijn ons de
onschatbare diensten die de radio
reeds in den wereldoorlog aan
strijdende partijen heeft bewezen.
In zijn boek over de radio
geeft Arno Huth ons enkele
staaltjes daarvan ten beste, die
voorzeker voor het groote luis-
teraarspubliek onbekend zijn ge
bleven.
Zoo toont hij ons aan, hoe
vanaf het uitbreken van de we
reldramp de radiotelefonie en de
radiotelegrafie onmiddellijk bruik
baar gesteld werden tot militaire
doeleinden.
Alle Duitsche koloniale stations
alsook alle koopvaardijschepen
werden oogenblikkelijk verwittigd
dat de oorlog uitgebroken en
„oppassen" het wachtwoord was.
De „Kroonprinzessin Caecilie"
met 10 millioen gouddollars aan
boord, varende midden in den
Oceaan, kreeg bericht onmiddel
lijk een neutrale haven aan te
leggen.
4 uur na het uitbreken van
den oorlog sneden de Engel-
schen de Duitsche onderzeesche
kabels door Te laat echter, de
radio had reeds haar werk vol
bracht 1
Te Loos in September 1915
is het door bemiddeling van
een heel klein zendstation, dat
op het critieke oogenblik de En-
gelsche strijdmachten verwittigd
worden dat versterkingen aan
rukken.
Bij de moordende gevechten
aan de Somme is het enkel door
de radio, dat verbindingen tus-
scher. de geallieerde iegers, door
heel de moordende beschietingen,
kunnen behouden blijven.
Het „capteeren" of opvangen
der radio-uitzendingen uitgaande
van den vijand is natuurlijk een
zaak, die niet kon verwaarloosd
worden en even goede resulta
ten opleverde dan deze door de
overseiningstroepen bereikt. Weer
eens geeft Huth ons daarover 'n
typisch voorbeeld.
Bij Tannenberg ishetdeDuit-
schers mogelijk twee berichten
uitgaande van de Russische ge
neraals Rennenhoff en Samonoff
op te vangen.
Zoo kwamen zij te weten, dat
het hun mogelijk zijn zou een
der twee legers aan te vallen en
te vernietigen, alvorens het twee
de leger hulp zou kunnen bie
den.
Niet enkel te land zou gebruik
Voelt U zich zenuwachtig
en gejaagd, overspannen,
Uzelf tot last en moeilijk
voorUwomgeving? Neem
dan direct'n "AKKERTJE"
en ge voelt een welda
dige rust over U komen!
"AKKERTJES" kalmeeren,
door hun bijzondere sa
menstelling als regel reeds
binnen een kwartier het
overprikkelde zenuwstel
sel en Ge voelt U als na
een verkwikkende slaap.
I "AKKERTJES" bevatten
géén verdoovende be-
standdeelen en zijn voor
het gestel niet schadelijk.
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou
13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
gemaakt worden van de radiofonie
doch eveneens op zee en in de
lucht.
De tactiek op zee wordt door
hare toepassing gansch gewijzigd.
Inderdaad, want niet alleen is
het de schepen mogelijk besten
dig met elkaar in verbinding te
blijven doch zelfs wordt het
mogelijk thans bestendig kontakt
te houden met de admiraliteit
en rechtstreeks en oogenblikkelijk
alle bevelen op te vangen.
Het luchtwapen wordt even
eens met T.S.F. uitgerust. De
eerste proefnemingen worden op
het Fransche front doorgevoerd
in de laatste maanden van 1914
en bij het einde van den oorlog
zijn minstens 600 Er.gelsche
vliegtuigen met zend- en ont
vangstations uitgerust.
Radio wordt het propaganda
middel bij uitstek, waardoor de
neutrale Staten zullen „beïnvloed"
worden. Daarover meenen wij
niet meer te moeten uitwijden
na de overtalrijke „Reden", die
wij de laatste zes maanden heb
ben te slikken gekregen.
Eenieder heeft thans de kans
zijn eigen „versie" omtrent de
betwiste zaken aan de wereld
kond te maken.
Hitler en Mussolini hebben
daarvau ruimschoots gebruikge
maakt en het wereldconcert in
gezet. Chamberlain, Daladier en
ook onze eerste ministers hebben
ditzelfde middel aangewend om
hun standpunt bekend te maken.
Door de radio werd de onder-
teekening van den wapenstilstand
in 1918 bekend gemaakt en ook
de demobilisatie in 1938 na het
fameus accoord van München.
Met reuzeschreden is de radio
techniek verbeterd onder den
drang der militaire noodwendig
heden. Na den wereldramp kon
zij dan ook tot meer vredelie
vende doeleinden worden.
Sindsdien tellen wij honderden
en honderden zendstations, mil-
lioenen en millioenen luisteraars.
Wat de radio in een moderne
oorlog beteekent, blijft nog in
groote mate een onbeantwoorde
vraag. Even hardnekkig als met
de wapens wordt ook door radio
gevochten, doch in hoeverre dit
alles doelmatig zal zijn, is wat
anders.
Laten wij hopen, dat deze mo-