TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare vergadering van den Raad der Gemeente Venray, FEUILLETON. Herinneringen uit Miliciens- en Mobilisatietijd. 1913—1918, Uit den Raad. Betaal contant en betaal uw schuld. Zaterdag 30 September 1939 Zestigste Jaargang No 39 gehouden op DINSDAG 29 AUGUSTUS 1939 nm. half vier. Voorzitter: de Heer Mr. A. H. M. Janssen. Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren. Afwezig: de Heeren Wethouder Houben, van Haren en Arts. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat over tot het trekken van een nummer, wie in deze vergadering het eerst zijn stem moet uitbrengen. Getrokken wordt no. 5 der presentielijst, i.e. de Heer Pubben, zoodat deze dit in deze vergadering het eerst moet doen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der ageDda „No tulen van de openbare vergaderingen van 16 Juni 1939 en 14 Juli 1939." Deze notulen worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd goed gekeurd. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda: „Notulen van de besloten vergaderingen van 29 Maart en 16 Juni 1939." Zonder hoofdelijke stemming worden ook deze notulen ongewijzigd goedgekeurd. De VOORZITTER stelt hierna voor, om, daar de behandeling van het volgende agendapunt, door vertraging in de reis van den Heer Krul in verband met de mobilisatie, even moet worden uitgesteld, eerst het in verband met deze tijdsomstandigheden plotseling noodzakelijk ge worden en niet op de agenda geplaatste voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het toestaan van een crediet van f 3000.te behan delen. In verband met de aanstaande distributie en de overdrukke werk zaamheden, ook en vooral ter secretarie, zal het n.l. waarschijnlijk noodig zijn hulppersoneel aan te sl ellen, lokalen te huren en eventueele meubi leering daarvoor aan te schaffen. Bij de besteding der gelden zal uiter aard de uiterste zuinigheid worden betracht, doch eenig crediet is hier voor noodzakelijk. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna een crediet van f 3000.toe te staan. Vervolgens stelt de VOORZITTER voor, om thans de gebruikelijke rondvraag te houden, waarbij de Heer Pubben opmerkt, gedacht te hebben, dat deze vergadering, in verband met de algemeene mobilisatie, wel uitgesteld zou zijn geworden. De VOORZITTER antwoordt, dat de vergadering reeds tevoren was uitgeschreven en met den Heer Krul was afgesproken, dat deze de vergadering zou bijwonen ter toelichting van punt 3 dezer agenda. Van geen der Heeren Raadsleden is eenig bericht omtrent bezwaren tegen het laten doorgaan van de vergadering ontvangen en de opkomst bewijst wel, dat daarvoor eigenlijk ook geen termen aanwezig zijn. De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, hoe het nu zal gaan met de officieele viering van het Oranjefeest. De VOORZITTER antwoordt, dat dit onderwerp uitsluitend tot zijne competentie behoort, doch, daar het besluit reeds is genomen, thans wel te willen mededeelen, dat alle feestelijkheden zijn afgelast. Er wordt nog besproken hoe de kindertractatie zal geregeld worden, daar hier voor reeds alles is ingekocht. Deze zal wel doorgaan. De Heer GOUMANS vraagt hierna, om meer politietoezicht, vooral in het veld. Uit pure baldadigheid gaat men zoo ver, dat men in een of ander roestig blik de koeien melkt en dan alles zoo in de weide ach terlaat. Ook het fruit is niet veilig. De VOORZITTER antwoordt, dat ook dit geen kwestie voor den Raad is. Wel wil hij opmerken, dat men goed moet begrgpen, dat de vier agenten dezer gemeente niet bij machte zijn om overal in de gemeente op één dag te komen en zich daar denheelen dag op te houden. Daar voor was hier een veel uitgebreider korps noodzakelijk. Indien men echter iemand op heeterdaad betrapt, of indien men weet, wie het een of ander strafbaar feit gepleegd heeft, kan men hem bij de politie brengen, of aangifte van het feit doen, waarna dan procesverbaal wordt opgemaakt. In het algemeen ondervindt de politie hier echter weinig medewerking van het publiek. Zoo ook bij de grasperken. Alles wordt vertrapt, de menschen weten wie de schuldigen zijn, doch als de politie komt, doet men of men nergens van weet. Geen der leden nog het woord verlangende, schorst de VOORZITTER hierna de vergadering, in afwachting van de komst van den Heer Krul. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de Gemeente te doen deelnemen in het kapitaal der op te richten N.V. Waterleiding-Maatschappij voor Midden- en Noord-Limburg en wel voor zeven aandeelen van f 100. Een exemplaar der ontwerp-statuten is bij deze agenda gevoegd. Voor de toelichting van dit andermaal ter tafel gebracht agendapunt, wordt verder verwezen naar de toelichting bij punt 22 op de agenda voor de Raadsvergadering van 29 Maart 1939 en de notulen van die vergadering; hieraan kan nog worden toegevoegd, dat door het besluit tot deelneming aan de N.Vde Gemeente zich geenszins verplicht om ook, zonder meer. tot den aanleg van een waterleiding over te gaan. Hierin blijft zij volkomen vrij. De Gemeente kan dus rustig afwachten, welke voorwaarden omtrent tarieven enz. de N.V. te zijner tgd, als de Gemeente het oogenblik gekomen acht om zich van waterleiding te voorzien, biedt en als zij deze niet aannemelijk acht, geen waterleiding te nemen. Kortom de Gemeente bindt zich verder tot niets, doch blgft geheel en volkomen vrij. De Heer Krul, Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoor ziening te 's-Gravenhage, die inmiddels ter vergadering is gekomen, heeft zich welwillend bereid verklaard, voor de Heeren Raadsleden in deze vergadering de voordeelen van waterleiding uiteen te zetten en tech nische en andere toelichtingen ook óver de statuten te verstrekken. De VOORZITTER stelt voor, om dit punt met gesloten deuren te bespreken, waartoe de Raad besluit. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER punt 3 der agenda weer aan de orde. door A. VAN GERWEN. 4. 't Was in Maastricht goed en gezellig om te dienen, al waren er zooveel ver schillende „provincialen" op de kamer, 't Liep er in den regel gesmeerd. Toen onze 6 weken om waren had den we voor den Compagnie-comman dant afscheidsinspectie en keerden terug naar Venlo, naar onze oude Compagnie. Weer in Venlo. Met verlof Net 'n paar dagen voor Passchen kwamen we weer bij onze oude makkers terug en voelden er ons weer direct thuis. De heele compagnie was in actie voor het aanstaande Paaschverlof, en wij probeerden natuurlijk om ook in aanmerking te komen. We waren nog niet met verlof geweest en wilden toch ook weieens naar huis. Toen we ons gingen melden op het compagniesbureau vroegen we maar meteen 2 x 24 uur verlof met eerste gelegenheid, zoodat we dan Dinsdag morgen pas terug behoefden te komen, 't Viel ons mee, want zonder extra moeite kregen we ons verlof toege wezen, zoodat we 's Zaterdagsmiddags in groot tenue naar huis gingen. We waren blij nog eens bij moeder thuis te zijn en de oude kameraden te ont moeten. Er was wederzijds 'n heel beetje te vertellen, want we waren een half jaar van huis geweest. Heel gezellig brachten we onze ver lofdagen door en vertrokken Dinsdag weer met goeden moed naar Venlo, waar 's middags de dienst weer begon alsof we niet weg geweest waren Den daarop volgenden morgen bij 't koffiedrinken was 't er extra goed op de kamer, daar ons rantsoen kuch dik en dubbel „gemeubileerd" werd en we juist langs de ham en worst sneden of 't niet op kon. Jammer was 't maar 'n kwestie van 'n paar dagen en we waren weer aan ons gewone ontbijt toe„kuch met kuch en kuch ertus- schen." Gelukkig waren er nog wel eens buitenkansjes. Op zijn verjaardag kreeg een onzer kamergenooten van thuis 'n pak gezonden met 'n inhoud, waar elk rechtgeaard infanterist jaloersch op zou worden. Ham, worst, suiker, kwatta, centen, en 2 kistjes sigaren van 50 stuks, merk „Eerste Prgs". Jongen, jongen, wat 'n zending Heel parman tig pakte hij z'n pas verworven rijkdom op z'n stroozak uit, er wel voor zor gende dat alle bewoners der kamer „mee konden profiteeren" 1 Althans kijken, maar aankomen niet! Heb je 50 sigaren gekregen, maat Nee, 100, kijk maar, 2 volle kistjes van 50. En goeie geloof ik, tenminste ze ruiken fijn. - Dan kunde ons ook wel eens aan laten steken op je verjaardag? - Dat kan ik ook wel, maar zal 't niet doen, want ik verjaar en jullie niet 't Was logisch geredeneerd, maar hij zou nog logischer gestraft worden, want zoo iets kan op 'n soldatenkamer niet door den beugel Na het eten ging onze jarige zich wasschen en omkleeden om met z'n „Eerste Prijs" Venlo te gaan bewieroo- ken. De kazerne was hem nu te eng. Niemand het woord verlangd hebbende, besluit de Raad op voorstel van den VOORZITTER zonder hoofdelijke stemming le. Burgemeester en Wethouders te machtigen, te samen met de Provincie Limburg en de Gemeenten, die zullen blijken daartoe te willen medewerken, op te richten eene N.V. „Waterleiding-Maatschappij voor Midden- en Noord-Limburg" 2e. Bij oprichting der suh 1 bedoelde vennootschap in het aandeelen kapitaal deel te nemen voor zeven aandeelen van f 100.dus voor totaal f 700. een en ander onder bepaling, dat de Gemeente door toetreding tot en deelname in de Naamlooze Vennootschap niet gebonden wordt om te eeniger tijd tegen haar zin tot aanleg eener waterleiding over te gaan. De Heer MILLEN merkt hierna nog op, dat het dus f 700kost en dat de f 750die de Raad reeds vroeger heeft toegestaan, weer in de Gemeentekas terugkomen. De VOORZiTTER antwoordt bevestigend en wgst er nogmaals op, dat dit bedrag -van f 750.— bestemd is voor werkkapitaal der N.V., hetwelk, zoodra een definitieve leening wordt aangegaan, aan de Ge meente wordt terugbetaald. De Heer ODENHOVEN vraagt hierna nog het woord, doch de Voor zitter wijst er op, dat het punt is afgehandeld en wendt zich vervol gens rot den Heer Krul, om hem voor zijn zeer wijdloopende en in teressante uiteenzetting te danken. Het besluit, hetwelk de Raad zoo juist genomen heeft, aldus Spreker, zal voor U wel de grootste vol doening zijn voor de moeite, die U zich getroost hebt. Wg hopen thans, dat spoedig nadere voorstellen aan den Raad zullen kunnen worden gedaan, o.a. wat betreft de tarieven en hetgeen verder de aansluiting betreft, zoodat spoedig definitief besloten kan worden, dat Venray waterleiding krijgt. De Heer KRUL wenscht den Raad hierna geluk met het zeer con. structieve besluit, hetwelk deze zoo juist genomen heeft, en hoopt, dat de tijdsomstandigheden zullen medewerken, opdat spoedig met den aan leg der waterleiding een aanvang zal kunnen worden gemaakt. De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, of dit besluit nu ook reeds van invloed is op de plannen van de Woningbouwvereeniging tot het bouwen van 10 nieuwe arbeiderswoningen, of op andere woningen, die nu gebouwd zullen worden. De VOORZITTER antwoordt, dat, zoolang niet definitief tot aanleg van waterleiding is besloten en zoolang de Bouwverordening niet is aangevuld met een bepaling betreffende aansluiting der woningen aan de waterleiding, eenieder vrij is zgn nieuw te bouwen woningen al of niet van waterleiding te voorzien, doch dat het hem raadzaam Jgkt, bg nieuwbouw reeds rekening te houden met de mogelijkheid van wa terleiding, daar dan later bij den aanleg kosten kunnen vermeden worden. De Heer STEEGHS merkt hierna op, dat over acht dagen de ver kiezing van nieuwe wethouders zal plaats vinden, en vraagt of Burge meester en Wethouders hun gedachten reeds hebben laten gaan over zijn indertijd gedaan voorstel tot benoeming van drie wethouders in plaats van twee. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog wel eens bezienzal worden. Dergelgke gewichtige aangelegenheden moeten grondig bezien worden en het is toch niet noodzakelijk, dat dit besluit reeds de volgende ver gadering genomen wordt. Hiervoor is toch nog goedkeuring van Ge deputeerde Staten vereischt, zoodat daar toch eenige tijd overheen gaat. De Heer STEEGHS wijst er nog op, dat hg van meening is, dat een dergelijk voorstel tocb. wel overweging waard is. Geen der leden hierna nog het woord verlangend en niets meer aan de orde zijnde, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. Vrijdag 22 September, n.m. 3 uur. Voorzitter Burgemeester A. H. M. Janssen. Secretaris van Haaren. Tegenwoordig alle leden. Nadat de vergadering door den Voorzitter met gebed geopend was, v/erd aan de orde gesteld het agendapunt 1. Ingekomen stukken en mede- deelingen: Voor kennisgeving aangenomen. 2. Voorstel van B. en W. om de benoodlgde gelden toe te staan voor den distributiedïenst in den kring Venray. De heer van Haren wijst er op, dat het zeer gewenscht is vooral op de geschiktheid der eventueele candidaten te letten, opdat er geen reden komen zal om een stukje te schrijven, zooals in de Maasbode staat, waarin een vrouw klaagt over mindere vriendelijkheid der ambtenaren. De heer van Boven vindt deze opmerking van den heer van Haren overbodig, daar hg den Burgemees ter deze aangelegenheid wel toe vertrouwd weet. De heer Reintjes hoopt, dat op de gehuchten gelegenheid zal komen om distributiezaken af te werken. De heer Odenhoven wilde gaarne Eerste Prijs" in den mond, z'n kastje niet gesloten, vertrok hij met veel zwier. Veel plezier, joEn rook niet te veel, anders ben je er te gauw door. Nauwelijks was hij buiten de kamer en op de trap, of er werden plannen beraamd hem een lesje te geven in „welopgevoedheid", wat in soldatentaal wil zeggen, te geven zoolang er is, en zoolang men meer heeft dan z'n „slaapie". Onder het genot van een .Eerste Prijs", die werkelijk goed was. en waarvan we ons zelf hadden bediend, werden de te treffen maatregelen be sproken om dat .pronken' in eens den kop in te drukken. We zouden om te beginnen één kistje uitladen en in plaats van de twee onderste rijen sigaren er houtjes in doen, zoodat het bedrog de eerste paar dagen niet opviel. Dat lukte wonderwel, want den volgenden avond toen hij weer uitging, maakte hij het tweede kistje open om den inhoud daarvan ook eens te pro- beeren, Eén sigaar in den mond, 'n paar in den tuniek2ak, en mijnheer rukte weer uit. Wij rookten denzelfden avond ook weer, uit het eerste kistje natuurlijken trokken circa half tien naar decantine, om met z'n zevenen de rest van cfè cantine-bezoekers ook van de fijne geur te laten genieten.... en onze vriend duidelijk te maken, dat wij een goede sigaar ook wel op prijs stelden. Eindelijk, circa kwart voor tien, kwam onze vriend binnen. Heel onopvallend zorgden we bij hem in de buurt te komen, alsmaar aan onze sigaar trek kende en de rook in zijn richting bla zende, tot het hem eindelijk te machtig werd en hij ons toesnauwde„als dan toch wilt rooken, rook dan een de plaats weten van een eventueel kantoor. De Voorzitter merkt op, dat niet B. en W. of de Burgemeester deze zaak regelt, dit is de taak der Kringcommissie, Venray is aange wezen als Centrale Gemeente. Wat de heer van Haren gezegd heeft over de gewenschte geschiktheid, daar zal bij de benoeming zeer zeker op gelet worden. Of de gehuchten een aparte rege ling krijgen is nog niet te zeggen, daar dit van later orde is. Op de Secretarie zal het Bureau van den Directeur gevestigd worden, dat van den Agent staat nog niet vast. Hierna werd dit punt z.h.s. aan genomen. 3. Voorstel van B. en W. betref fende de regeling der bezoldiging van het aan den distributiedienst in den kring Venray verbonden perso neel. De heer Odenhoven meent dat de genoemde salarieering aan den hpo- gen kant is. De heer van Boven is van het zelfde gevoelen en meent, dat er wel veel liefhebbers zullen zgn voor zulk een baantje. Hg kan zich echter met het voorstel vereenigen. De Voorzitter geeft als zgn ge voelen te kennen, dat de salariee- goeie sigaar, maar niet zulke stink stokken 1" De stakkerd had natuurlijk geen idee, dat hij z'n „Eerste Prijs" als stinkstok ken betitelde Nog steeds moesten wij ons plan met de houtjes ten uitvoer brengen, maar toen wij hem geregeld de sigaren zoo maar achteloos uit z'n kistje zagen nemen zonder ooit te kijken hoever z'n voorraad slonk, zouden we het er maar op wagen z'n vooriaad uit het eene in het andere kistje aan te vullen, zoodat de verhouding zoowat gelijk bleef al rookten we geregeld mee. Binnen 10 dagen, scharrelde hij met z'n vingers over den bodem van 't kistje en begon hij zich toch ietwat te verwonderen, dat hij er zoo gauw „door' was. De laatste greep die hij in 't kistje deed. ging dan ook vergezeld van de volgende ontboezeming Ver... wa ben ik er gauw door Ik wist wel da'k veel gerookt had den laatsten tijd, maar da'k ze zoo gauw op zou hebben, had ik toch niet ge dacht Wij lagen op onzen stroozak na tuurlijk te genieten toen we hem bezig hoorden en hoopten dat hij z'n kistje ter hand zou nemen, waarin wij het volgende „hekeldicht* gedeponeerd hadden Als je weer 'n pakje krijgt Sta dan niet te pronken, Want veel vlugger dan je dacht Is je voorraad reeds geslonken 1 Eenige dagen nadien, toen hij 'n ander kisje noodig had om z'n schoen smeer en koperpoets op te bergen, vond hij 't briefje, las het, werd zoo wit als 'n doek, vloekte binnensmonds en verscheurde het in ontelbare stuk jes- Onverwacht „bezoek." Naar Gilze-Rijen. 't Begon met onzen diensttijd al aardig op te schieten. Nog enkele ring niet te hoog is en noemt Bergen, waar f 2000 gegeven wordt. Z.h.s. gaat de Raad hierna met dit voorstel accoord. 4. Voorstel van B. en W. om het voor de centrale werkverschaffing in de Peel toegestaan bedrag "voor 1939 te verhoogen met f 150.000. De Voorzitter zet uiteen dat deze verhooging noodig geworden is in verband met de meerdere arbeids krachten, die te werk gesteld zgn. Dit aantal is van 700 tot 1200 ge klommen. Het is meer een voorstel voor de administratie, daar de be- grootingspost is overschreden. De ontvangsten stggen met een gelijk bedrag tengevolge der hoogere subsidie van het Rijk. De heer van Dijck merkt op, dat aan het z.g. afwateringskanaal materialen van de gemeente ge bruikt worden. Hg vraagt of hier de Gemeente geen schade lijdt. De Voorzitter zegt, dat de Ge meente geen nadeel ligdt en dat voor het gebruiken van deze mate rialen huur betaald wordt. Z.h.s. goedgekeurd. 5. Voorstel van B. en W. om de in verband met vorenstaande punten (tevens In verband met de aanstel ling van tijdelijke krachten) noodige wgzingen aan te brengen in de ge- meentebegrooting 1939. De Voorzitter zegt, dat door de tijdsomstandigheden de Secretarie overbelast is met werk, en het noodig is tijdelijke hulpkrachten aan te stellen. Hij verzoekt daarom B. en W. te machtigen eventueele benoemingen te doen. Z.h.s. goedgekeurd. Hierna vroeg en verkreeg de heer van Boven het woord tot het hou den van de volgende rede Mijnheer de Voorzitter! Als ik het woord vraag, dan doe ik dit om enkele opmerkingen te maken in verband met de rede, die de heer van Haren gehouden heeft in de vergadering van 5 Sept. jl., betreffende de Wethoudersver kiezing. Gaarne had ik Spreker terstond op zijn betoog geantwoord. Dat ik dit niet gedaan heb, vindt zijn oorzaak in de geweldige zenuw achtigheid welke Spreker aan den dag legde, waardoor het mij on mogelijk was hem te volgen. Toen ik dan ook het verslag van bedoelde vergadering in Peel en Maas las, was ik in niet geringe mate verwonderd over de woor den, zoo ongelukkig door hem gekozen. Uit de geschiedenis van den Raad zal het den heer van Haren toch wel bekend zgn, dat er wel eens meer afspraken ge maakt zijn, zoowel voor agenda punten als voor wethoudersver kiezingen. En waar de heer van Haren aan zulke afspraken mee werkte, zou men toch wel mogen verwachten, dat hij de laatste zou zijn, die zulk overleg afkeurt. Dat er bij zulk overleg teleur stellingen voorkomen, kan niet uitblijven. Ook vos zegt in een fabel. Ook de vos zegt in een fabel: de druiven zgn mg te zuur. De heer van Haren spreekt ver volgens het onparlementaire woord uit „konkelarij". Zulks in verband met uitlatingen van personen, die gezegd zouden hebben, dat zij nooit met de dissidentenlijst iets te maken zouden willen hebben, weet ik niet, dus kan ik dit ook niet betwisten. Echter wanneer dit op waarheid berust, kan ik niet anders zeggen, alsdat be doelde personen dan tot een, voor ons gelukkig, beter inzicht ge komen zgn. Immers, het kan niet anders ot een sterke eenheid van arbeiders-raadsleden moet op de eerste plaats voor het algemeen en daarnaast voor den arbeiders stand rgke vruchten afwerpen. Gezien de bekende liefde van den heer van Haren voor den weken en we kregen de burgerpet weer op. Op muren en deuren kwamen de traditioneele opschriften, welke elke afzwaaiende lichting achterlaatNog 40 „kuggen", nog 39, en zoo vervol gens iedere dag één kuch er af. Het lied: „En het duuit nog maar een paar weken" enz. klonk te pas en te onpas op de kamer, zoodat er lang zamerhand werkelijk 'n stemming in kwam van naar huis gaan. Toch zouden we nog 'n onaangenaam incident beleven. Op 'n morgen, toen we aangetreden stonden om uit de rukken, kwam de kap'tein voor de compagnie om mede te deelen, dat er bij 'n millicien der le sectie „bezoek* op z'n hoofd ge signaleerd was. De eenige, afdoende bestrijding tegen dat ongedierte, be stond volgens hem daarin het haar te laten „milimeteren". Met weemoed dachten we aan onze lokken, die aan de schaar van den compagnies-barbier ten offer zouden vallen. Denzelfden avond begon de barbier op de le sectie z'n hoofd- ontsierend werk en 'n paar uren nadien was de heele sectie „gemillimeterd". Wat 'n gezicht 1 De kap'tein, die 's morgens op 't appèl weer aanwezig was om te zien of zijn commando stipt was uitgevoerd, gaf de le sectie last de kepi af te zetten, waarna een uitbundig gelach uit de 2e, 3e en 4e sectie opsteeg. Toch wisten we, dat ook wij aan de beurt zouden komen en met zoo'n „kaaskop" moesten pronken. Drie dagen later was inderdaad de geheele compagnie onder handen ge weest en zaten wij allen met 'n „kalen knikker" te kijken, 't Was 's morgens wel gemakkelijk, maar we hadden er toch allemaal gruwelijk 't land aan 1 Vooral voor die jongens, die Zondags met 24 uur zouden gaan, was 't 'n strop, daar ze zich schaamden met zoo'n ongekleed hoofd naar huis te arbeidersstand, zal hg het met mij hierover eens zijn en zal hij zich hier ook niet tegen willen ver zetten. Het onparlementaire woord dat de heer van Haren geeft aan het maken van afspraken, doe ik hem dan ook cadeau, vermits hg zich voorheen niet verzette tegen afspraken, als die maar in zijn geest waren. Uit het overkropt gemoed hoo* ren wij verder de heer van Haren zeggen„als men decreteert ik moet Wethouder worden en men neemt dan daarvoor elk middel tebaat, enz." Nu, mijnheer de Voorzitter, ik kan hierop zeggen, dat, als men maar alleen de woor den „ik moet" behoeft te zeggen om wethouder te worden, dan ben ik ervan overtuigd, dat de heer van Haren thans wethouder was. Gelukkig echter spreken anderen hierover mee. Dit is bewezen immers de verkondiging, die de heer van Haren reeds had ge hoord, is niet doorgegaan en nu zou het aan mij zrjn om hetzelfde onparlementaire woord te gebrui ken, zooals de heer van Haren dat deed. Zulks doe ik echter uit een oogpunt van algemeen belang niet. M. d. V., één ding wil ik nog aanhalen, dat als de verkiezing uit mocht vallen zooals de heer van Haren vernomen had, dat hij zich zou bedanken als Raadslid. Of dat een strop zou zijn voor de Gemeente, laat ik aan het oordeel van anderen over. Echter zou ik wel willen zeggen en dit dan tot slothij, die in een glazen huisje woont, moet niet met steenen gooien. Ik heb gezegd. De heer van Haren wijst op het spreekwoorddie de schoen past, trekke hem aan. Welk spreekwoord zijn beteekenis hier demonstreert. De heer van Boven heeft de schoen aangetrokken. En toch, wat ik in de vorige vergadering gezegd heb, was mijn plicht. Ik ben dan ook den heer van Boven dank verschul digd voor het bekend maken van zijne plannen, waardoor ik in staat kwam dezen toeleg te verijdelen. Hierna sloot de Voorzitter de vergadering met gebed. Er wordt in deze dagen her haaldelijk een beroep gedaan op het saamhoorigheidsgevoel onzer geheele natie. Wij moeten elkan der allen helpen om door deze moeilijke tijden heen te komen. De een wordt meer getroffen door den van alles ontwrichtenden oorlogstoestand, velen ook heb ben er zich om de veiligheid van hun bezit weinig van aan te trek ken, maar allen tesamen moeten wij hart hebben voor elkaar en doen wat we kunnen om elkaar bij te staan. Tot de deeier. onzer bevolking, die op het oogenblik in zorgen zitten, behoort de middenstand. Deze is tot nu toe verplicht ge weest, de waren, die hij had in slagen, te verkoopen tegen den „vooroorlogschen" prijs, hoewel de prijzen voor nieuwen inkoop die verkoopsprijzen dikwijls reeds ver overtreffen. De regeering heeft zulk een al- gemeenen maatregel blijkbaar genomen, om een onmiddellijke prijsopdrijving te voorkomen, welke onredelijk zou zijn en on rust zou veroorzaken. Er zijn er moeten. Weken zijn we er „schoon" mee geweest De Oorlog van 1914 schijnt toen, half Mei, al in de lucht gezeten te hebben, want hoewel we er toen niet verder over nadachten, is ons naderhand toch dikwijls de vraag opgekomen, .zou daar nu telkens dat nachtalarm voor geweest zrjn Vooral den laatsten tijd, dat we in Venlo waren, was 't om 'n haverklap „alarm Was me dat 's nachts 'n beweging 1 Vlug onder de wol uit, aankleeden en op n looppasje naar beneden. Even aantreden, appèl houden en... ingerukt marsch 1 Naar boven. l maar £oed, dat we geen tijd hadden ons voor 't aantreden te was schen, anders waren we onmogelijk weer zoo gauw in slaap gevallen. Nu was het dikwijls maar 'n kwestie van n paar minuten, als we weer boven waren En s morgens vroegen we ons af, waar dat nu eigenlijk voor diende om ons s nachts voor die „flauwe kul" onder de wol uit te halen. Toen we enkele weken ouder waren begrepen we echter zooveel te beter waarom er zooveel oefening vereischt werd. Voor oefening in groot verband zouden we de laatste dagen van onzen diensttijd in het kamp van Rijen door brengen. We waren blij nog eens in een andere omgeving te komen, allicht dat we weer eens iets te zien of te bele- ven kregen, wat we nog niet meege maakt hadden. 't Was vroeg-zomer toen we er kwamen en we zouden dus probeeren onze dagen zoo* zomersch mogelijk door te brengen. Als ons iets tegen gevallen is, dan is ons het bezoek in het Ryensche kamp. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5