TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Venray,
FEUILLETON.
Herinneringen uit
Miliciens- en
Mobilisatietijd.
1913—1918,
Uit den Raad.
Betaal contant en
betaal uw schuld.
Zaterdag 30 September 1939
Zestigste Jaargang No 39
gehouden op DINSDAG 29 AUGUSTUS 1939 nm. half vier.
Voorzitter: de Heer Mr. A. H. M. Janssen.
Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren.
Afwezig: de Heeren Wethouder Houben, van Haren en Arts.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat over tot
het trekken van een nummer, wie in deze vergadering het eerst zijn
stem moet uitbrengen. Getrokken wordt no. 5 der presentielijst, i.e. de
Heer Pubben, zoodat deze dit in deze vergadering het eerst moet doen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der ageDda „No
tulen van de openbare vergaderingen van 16 Juni 1939 en 14 Juli 1939."
Deze notulen worden zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd goed
gekeurd.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda:
„Notulen van de besloten vergaderingen van 29 Maart en 16 Juni 1939."
Zonder hoofdelijke stemming worden ook deze notulen ongewijzigd
goedgekeurd.
De VOORZITTER stelt hierna voor, om, daar de behandeling van het
volgende agendapunt, door vertraging in de reis van den Heer Krul
in verband met de mobilisatie, even moet worden uitgesteld, eerst het
in verband met deze tijdsomstandigheden plotseling noodzakelijk ge
worden en niet op de agenda geplaatste voorstel van Burgemeester en
Wethouders, tot het toestaan van een crediet van f 3000.te behan
delen. In verband met de aanstaande distributie en de overdrukke werk
zaamheden, ook en vooral ter secretarie, zal het n.l. waarschijnlijk noodig
zijn hulppersoneel aan te sl ellen, lokalen te huren en eventueele meubi
leering daarvoor aan te schaffen. Bij de besteding der gelden zal uiter
aard de uiterste zuinigheid worden betracht, doch eenig crediet is hier
voor noodzakelijk.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna een crediet van
f 3000.toe te staan.
Vervolgens stelt de VOORZITTER voor, om thans de gebruikelijke
rondvraag te houden, waarbij de Heer Pubben opmerkt, gedacht te
hebben, dat deze vergadering, in verband met de algemeene mobilisatie,
wel uitgesteld zou zijn geworden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de vergadering reeds tevoren was
uitgeschreven en met den Heer Krul was afgesproken, dat deze de
vergadering zou bijwonen ter toelichting van punt 3 dezer agenda. Van
geen der Heeren Raadsleden is eenig bericht omtrent bezwaren tegen
het laten doorgaan van de vergadering ontvangen en de opkomst
bewijst wel, dat daarvoor eigenlijk ook geen termen aanwezig zijn.
De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, hoe het nu zal gaan met de
officieele viering van het Oranjefeest.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit onderwerp uitsluitend tot zijne
competentie behoort, doch, daar het besluit reeds is genomen, thans
wel te willen mededeelen, dat alle feestelijkheden zijn afgelast. Er wordt
nog besproken hoe de kindertractatie zal geregeld worden, daar hier
voor reeds alles is ingekocht. Deze zal wel doorgaan.
De Heer GOUMANS vraagt hierna, om meer politietoezicht, vooral
in het veld. Uit pure baldadigheid gaat men zoo ver, dat men in een of
ander roestig blik de koeien melkt en dan alles zoo in de weide ach
terlaat. Ook het fruit is niet veilig.
De VOORZITTER antwoordt, dat ook dit geen kwestie voor den Raad
is. Wel wil hij opmerken, dat men goed moet begrgpen, dat de vier
agenten dezer gemeente niet bij machte zijn om overal in de gemeente
op één dag te komen en zich daar denheelen dag op te houden. Daar
voor was hier een veel uitgebreider korps noodzakelijk. Indien men
echter iemand op heeterdaad betrapt, of indien men weet, wie het een
of ander strafbaar feit gepleegd heeft, kan men hem bij de politie
brengen, of aangifte van het feit doen, waarna dan procesverbaal wordt
opgemaakt. In het algemeen ondervindt de politie hier echter weinig
medewerking van het publiek. Zoo ook bij de grasperken. Alles wordt
vertrapt, de menschen weten wie de schuldigen zijn, doch als de politie
komt, doet men of men nergens van weet.
Geen der leden nog het woord verlangende, schorst de VOORZITTER
hierna de vergadering, in afwachting van de komst van den Heer Krul.
Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde
punt 3 der agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
Gemeente te doen deelnemen in het kapitaal der op te richten N.V.
Waterleiding-Maatschappij voor Midden- en Noord-Limburg en wel voor
zeven aandeelen van f 100.
Een exemplaar der ontwerp-statuten is bij deze agenda gevoegd.
Voor de toelichting van dit andermaal ter tafel gebracht agendapunt,
wordt verder verwezen naar de toelichting bij punt 22 op de agenda
voor de Raadsvergadering van 29 Maart 1939 en de notulen van die
vergadering; hieraan kan nog worden toegevoegd, dat door het besluit
tot deelneming aan de N.Vde Gemeente zich geenszins verplicht om
ook, zonder meer. tot den aanleg van een waterleiding over te gaan.
Hierin blijft zij volkomen vrij. De Gemeente kan dus rustig afwachten,
welke voorwaarden omtrent tarieven enz. de N.V. te zijner tgd, als de
Gemeente het oogenblik gekomen acht om zich van waterleiding te
voorzien, biedt en als zij deze niet aannemelijk acht, geen waterleiding
te nemen. Kortom de Gemeente bindt zich verder tot niets, doch blgft
geheel en volkomen vrij.
De Heer Krul, Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoor
ziening te 's-Gravenhage, die inmiddels ter vergadering is gekomen, heeft
zich welwillend bereid verklaard, voor de Heeren Raadsleden in deze
vergadering de voordeelen van waterleiding uiteen te zetten en tech
nische en andere toelichtingen ook óver de statuten te verstrekken.
De VOORZITTER stelt voor, om dit punt met gesloten deuren te
bespreken, waartoe de Raad besluit.
Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER punt 3 der
agenda weer aan de orde.
door A. VAN GERWEN.
4.
't Was in Maastricht goed en gezellig
om te dienen, al waren er zooveel ver
schillende „provincialen" op de kamer,
't Liep er in den regel gesmeerd.
Toen onze 6 weken om waren had
den we voor den Compagnie-comman
dant afscheidsinspectie en keerden terug
naar Venlo, naar onze oude Compagnie.
Weer in Venlo. Met verlof
Net 'n paar dagen voor Passchen
kwamen we weer bij onze oude makkers
terug en voelden er ons weer direct
thuis. De heele compagnie was in
actie voor het aanstaande Paaschverlof,
en wij probeerden natuurlijk om ook in
aanmerking te komen. We waren nog
niet met verlof geweest en wilden toch
ook weieens naar huis.
Toen we ons gingen melden op het
compagniesbureau vroegen we maar
meteen 2 x 24 uur verlof met eerste
gelegenheid, zoodat we dan Dinsdag
morgen pas terug behoefden te komen,
't Viel ons mee, want zonder extra
moeite kregen we ons verlof toege
wezen, zoodat we 's Zaterdagsmiddags
in groot tenue naar huis gingen. We
waren blij nog eens bij moeder thuis
te zijn en de oude kameraden te ont
moeten. Er was wederzijds 'n heel
beetje te vertellen, want we waren een
half jaar van huis geweest.
Heel gezellig brachten we onze ver
lofdagen door en vertrokken Dinsdag
weer met goeden moed naar Venlo,
waar 's middags de dienst weer begon
alsof we niet weg geweest waren
Den daarop volgenden morgen bij 't
koffiedrinken was 't er extra goed op
de kamer, daar ons rantsoen kuch dik
en dubbel „gemeubileerd" werd en we
juist langs de ham en worst sneden
of 't niet op kon. Jammer was 't maar
'n kwestie van 'n paar dagen en we
waren weer aan ons gewone ontbijt
toe„kuch met kuch en kuch ertus-
schen."
Gelukkig waren er nog wel eens
buitenkansjes. Op zijn verjaardag kreeg
een onzer kamergenooten van thuis 'n
pak gezonden met 'n inhoud, waar elk
rechtgeaard infanterist jaloersch op zou
worden. Ham, worst, suiker, kwatta,
centen, en 2 kistjes sigaren van 50
stuks, merk „Eerste Prgs". Jongen,
jongen, wat 'n zending Heel parman
tig pakte hij z'n pas verworven rijkdom
op z'n stroozak uit, er wel voor zor
gende dat alle bewoners der kamer
„mee konden profiteeren" 1 Althans
kijken, maar aankomen niet!
Heb je 50 sigaren gekregen,
maat
Nee, 100, kijk maar, 2 volle kistjes
van 50. En goeie geloof ik, tenminste
ze ruiken fijn.
- Dan kunde ons ook wel eens aan
laten steken op je verjaardag?
- Dat kan ik ook wel, maar zal 't
niet doen, want ik verjaar en jullie
niet
't Was logisch geredeneerd, maar
hij zou nog logischer gestraft worden,
want zoo iets kan op 'n soldatenkamer
niet door den beugel
Na het eten ging onze jarige zich
wasschen en omkleeden om met z'n
„Eerste Prijs" Venlo te gaan bewieroo-
ken. De kazerne was hem nu te eng.
Niemand het woord verlangd hebbende, besluit de Raad op voorstel
van den VOORZITTER zonder hoofdelijke stemming
le. Burgemeester en Wethouders te machtigen, te samen met de
Provincie Limburg en de Gemeenten, die zullen blijken daartoe te willen
medewerken, op te richten eene N.V. „Waterleiding-Maatschappij voor
Midden- en Noord-Limburg"
2e. Bij oprichting der suh 1 bedoelde vennootschap in het aandeelen
kapitaal deel te nemen voor zeven aandeelen van f 100.dus voor
totaal f 700.
een en ander onder bepaling, dat de Gemeente door toetreding tot
en deelname in de Naamlooze Vennootschap niet gebonden wordt om
te eeniger tijd tegen haar zin tot aanleg eener waterleiding over te
gaan.
De Heer MILLEN merkt hierna nog op, dat het dus f 700kost en
dat de f 750die de Raad reeds vroeger heeft toegestaan, weer in
de Gemeentekas terugkomen.
De VOORZiTTER antwoordt bevestigend en wgst er nogmaals op,
dat dit bedrag -van f 750.— bestemd is voor werkkapitaal der N.V.,
hetwelk, zoodra een definitieve leening wordt aangegaan, aan de Ge
meente wordt terugbetaald.
De Heer ODENHOVEN vraagt hierna nog het woord, doch de Voor
zitter wijst er op, dat het punt is afgehandeld en wendt zich vervol
gens rot den Heer Krul, om hem voor zijn zeer wijdloopende en in
teressante uiteenzetting te danken. Het besluit, hetwelk de Raad zoo
juist genomen heeft, aldus Spreker, zal voor U wel de grootste vol
doening zijn voor de moeite, die U zich getroost hebt. Wg hopen thans,
dat spoedig nadere voorstellen aan den Raad zullen kunnen worden
gedaan, o.a. wat betreft de tarieven en hetgeen verder de aansluiting
betreft, zoodat spoedig definitief besloten kan worden, dat Venray
waterleiding krijgt.
De Heer KRUL wenscht den Raad hierna geluk met het zeer con.
structieve besluit, hetwelk deze zoo juist genomen heeft, en hoopt, dat
de tijdsomstandigheden zullen medewerken, opdat spoedig met den aan
leg der waterleiding een aanvang zal kunnen worden gemaakt.
De Heer ODENHOVEN vraagt hierna, of dit besluit nu ook reeds
van invloed is op de plannen van de Woningbouwvereeniging tot het
bouwen van 10 nieuwe arbeiderswoningen, of op andere woningen, die
nu gebouwd zullen worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat, zoolang niet definitief tot aanleg
van waterleiding is besloten en zoolang de Bouwverordening niet is
aangevuld met een bepaling betreffende aansluiting der woningen aan
de waterleiding, eenieder vrij is zgn nieuw te bouwen woningen al of
niet van waterleiding te voorzien, doch dat het hem raadzaam Jgkt,
bg nieuwbouw reeds rekening te houden met de mogelijkheid van wa
terleiding, daar dan later bij den aanleg kosten kunnen vermeden
worden.
De Heer STEEGHS merkt hierna op, dat over acht dagen de ver
kiezing van nieuwe wethouders zal plaats vinden, en vraagt of Burge
meester en Wethouders hun gedachten reeds hebben laten gaan over
zijn indertijd gedaan voorstel tot benoeming van drie wethouders in
plaats van twee.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog wel eens bezienzal worden.
Dergelgke gewichtige aangelegenheden moeten grondig bezien worden
en het is toch niet noodzakelijk, dat dit besluit reeds de volgende ver
gadering genomen wordt. Hiervoor is toch nog goedkeuring van Ge
deputeerde Staten vereischt, zoodat daar toch eenige tijd overheen gaat.
De Heer STEEGHS wijst er nog op, dat hg van meening is, dat een
dergelijk voorstel tocb. wel overweging waard is.
Geen der leden hierna nog het woord verlangend en niets meer aan
de orde zijnde, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed.
Vrijdag 22 September, n.m. 3 uur.
Voorzitter Burgemeester A. H.
M. Janssen.
Secretaris van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
Nadat de vergadering door den
Voorzitter met gebed geopend was,
v/erd aan de orde gesteld het
agendapunt
1. Ingekomen stukken en mede-
deelingen:
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Voorstel van B. en W. om de
benoodlgde gelden toe te staan voor
den distributiedïenst in den kring
Venray.
De heer van Haren wijst er op,
dat het zeer gewenscht is vooral
op de geschiktheid der eventueele
candidaten te letten, opdat er geen
reden komen zal om een stukje te
schrijven, zooals in de Maasbode
staat, waarin een vrouw klaagt
over mindere vriendelijkheid der
ambtenaren.
De heer van Boven vindt deze
opmerking van den heer van Haren
overbodig, daar hg den Burgemees
ter deze aangelegenheid wel toe
vertrouwd weet.
De heer Reintjes hoopt, dat op de
gehuchten gelegenheid zal komen
om distributiezaken af te werken.
De heer Odenhoven wilde gaarne
Eerste Prijs" in den mond, z'n kastje
niet gesloten, vertrok hij met veel
zwier.
Veel plezier, joEn rook niet te
veel, anders ben je er te gauw door.
Nauwelijks was hij buiten de kamer
en op de trap, of er werden plannen
beraamd hem een lesje te geven in
„welopgevoedheid", wat in soldatentaal
wil zeggen, te geven zoolang er is,
en zoolang men meer heeft dan z'n
„slaapie".
Onder het genot van een .Eerste
Prijs", die werkelijk goed was. en
waarvan we ons zelf hadden bediend,
werden de te treffen maatregelen be
sproken om dat .pronken' in eens den
kop in te drukken.
We zouden om te beginnen één kistje
uitladen en in plaats van de twee
onderste rijen sigaren er houtjes in
doen, zoodat het bedrog de eerste
paar dagen niet opviel.
Dat lukte wonderwel, want den
volgenden avond toen hij weer uitging,
maakte hij het tweede kistje open om
den inhoud daarvan ook eens te pro-
beeren, Eén sigaar in den mond, 'n
paar in den tuniek2ak, en mijnheer
rukte weer uit.
Wij rookten denzelfden avond ook
weer, uit het eerste kistje natuurlijken
trokken circa half tien naar decantine,
om met z'n zevenen de rest van cfè
cantine-bezoekers ook van de fijne geur
te laten genieten.... en onze vriend
duidelijk te maken, dat wij een goede
sigaar ook wel op prijs stelden.
Eindelijk, circa kwart voor tien, kwam
onze vriend binnen. Heel onopvallend
zorgden we bij hem in de buurt te
komen, alsmaar aan onze sigaar trek
kende en de rook in zijn richting bla
zende, tot het hem eindelijk te machtig
werd en hij ons toesnauwde„als
dan toch wilt rooken, rook dan een
de plaats weten van een eventueel
kantoor.
De Voorzitter merkt op, dat niet
B. en W. of de Burgemeester deze
zaak regelt, dit is de taak der
Kringcommissie, Venray is aange
wezen als Centrale Gemeente. Wat
de heer van Haren gezegd heeft
over de gewenschte geschiktheid,
daar zal bij de benoeming zeer
zeker op gelet worden.
Of de gehuchten een aparte rege
ling krijgen is nog niet te zeggen,
daar dit van later orde is. Op de
Secretarie zal het Bureau van den
Directeur gevestigd worden, dat
van den Agent staat nog niet vast.
Hierna werd dit punt z.h.s. aan
genomen.
3. Voorstel van B. en W. betref
fende de regeling der bezoldiging
van het aan den distributiedienst in
den kring Venray verbonden perso
neel.
De heer Odenhoven meent dat de
genoemde salarieering aan den hpo-
gen kant is.
De heer van Boven is van het
zelfde gevoelen en meent, dat er
wel veel liefhebbers zullen zgn voor
zulk een baantje. Hg kan zich
echter met het voorstel vereenigen.
De Voorzitter geeft als zgn ge
voelen te kennen, dat de salariee-
goeie sigaar, maar niet zulke stink
stokken 1"
De stakkerd had natuurlijk geen idee,
dat hij z'n „Eerste Prijs" als stinkstok
ken betitelde
Nog steeds moesten wij ons plan met
de houtjes ten uitvoer brengen, maar
toen wij hem geregeld de sigaren zoo
maar achteloos uit z'n kistje zagen
nemen zonder ooit te kijken hoever
z'n voorraad slonk, zouden we het er
maar op wagen z'n vooriaad uit het
eene in het andere kistje aan te vullen,
zoodat de verhouding zoowat gelijk
bleef al rookten we geregeld mee.
Binnen 10 dagen, scharrelde hij met
z'n vingers over den bodem van 't
kistje en begon hij zich toch ietwat te
verwonderen, dat hij er zoo gauw „door'
was. De laatste greep die hij in 't
kistje deed. ging dan ook vergezeld
van de volgende ontboezeming
Ver... wa ben ik er gauw door
Ik wist wel da'k veel gerookt had den
laatsten tijd, maar da'k ze zoo gauw
op zou hebben, had ik toch niet ge
dacht
Wij lagen op onzen stroozak na
tuurlijk te genieten toen we hem bezig
hoorden en hoopten dat hij z'n kistje
ter hand zou nemen, waarin wij het
volgende „hekeldicht* gedeponeerd
hadden
Als je weer 'n pakje krijgt
Sta dan niet te pronken,
Want veel vlugger dan je dacht
Is je voorraad reeds geslonken 1
Eenige dagen nadien, toen hij 'n
ander kisje noodig had om z'n schoen
smeer en koperpoets op te bergen,
vond hij 't briefje, las het, werd zoo
wit als 'n doek, vloekte binnensmonds
en verscheurde het in ontelbare stuk
jes-
Onverwacht „bezoek."
Naar Gilze-Rijen.
't Begon met onzen diensttijd al
aardig op te schieten. Nog enkele
ring niet te hoog is en noemt
Bergen, waar f 2000 gegeven wordt.
Z.h.s. gaat de Raad hierna met
dit voorstel accoord.
4. Voorstel van B. en W. om het
voor de centrale werkverschaffing in
de Peel toegestaan bedrag "voor
1939 te verhoogen met f 150.000.
De Voorzitter zet uiteen dat deze
verhooging noodig geworden is in
verband met de meerdere arbeids
krachten, die te werk gesteld zgn.
Dit aantal is van 700 tot 1200 ge
klommen. Het is meer een voorstel
voor de administratie, daar de be-
grootingspost is overschreden. De
ontvangsten stggen met een gelijk
bedrag tengevolge der hoogere
subsidie van het Rijk.
De heer van Dijck merkt op, dat
aan het z.g. afwateringskanaal
materialen van de gemeente ge
bruikt worden. Hg vraagt of hier
de Gemeente geen schade lijdt.
De Voorzitter zegt, dat de Ge
meente geen nadeel ligdt en dat
voor het gebruiken van deze mate
rialen huur betaald wordt.
Z.h.s. goedgekeurd.
5. Voorstel van B. en W. om de
in verband met vorenstaande punten
(tevens In verband met de aanstel
ling van tijdelijke krachten) noodige
wgzingen aan te brengen in de ge-
meentebegrooting 1939.
De Voorzitter zegt, dat door de
tijdsomstandigheden de Secretarie
overbelast is met werk, en het
noodig is tijdelijke hulpkrachten
aan te stellen. Hij verzoekt daarom
B. en W. te machtigen eventueele
benoemingen te doen.
Z.h.s. goedgekeurd.
Hierna vroeg en verkreeg de heer
van Boven het woord tot het hou
den van de volgende rede
Mijnheer de Voorzitter! Als ik
het woord vraag, dan doe ik dit
om enkele opmerkingen te maken
in verband met de rede, die de
heer van Haren gehouden heeft
in de vergadering van 5 Sept. jl.,
betreffende de Wethoudersver
kiezing.
Gaarne had ik Spreker terstond
op zijn betoog geantwoord. Dat
ik dit niet gedaan heb, vindt zijn
oorzaak in de geweldige zenuw
achtigheid welke Spreker aan den
dag legde, waardoor het mij on
mogelijk was hem te volgen.
Toen ik dan ook het verslag van
bedoelde vergadering in Peel en
Maas las, was ik in niet geringe
mate verwonderd over de woor
den, zoo ongelukkig door hem
gekozen. Uit de geschiedenis van
den Raad zal het den heer van
Haren toch wel bekend zgn, dat
er wel eens meer afspraken ge
maakt zijn, zoowel voor agenda
punten als voor wethoudersver
kiezingen. En waar de heer van
Haren aan zulke afspraken mee
werkte, zou men toch wel mogen
verwachten, dat hij de laatste zou
zijn, die zulk overleg afkeurt.
Dat er bij zulk overleg teleur
stellingen voorkomen, kan niet
uitblijven. Ook vos zegt in een
fabel. Ook de vos zegt in een
fabel: de druiven zgn mg te
zuur.
De heer van Haren spreekt ver
volgens het onparlementaire woord
uit „konkelarij". Zulks in verband
met uitlatingen van personen, die
gezegd zouden hebben, dat zij
nooit met de dissidentenlijst iets
te maken zouden willen hebben,
weet ik niet, dus kan ik dit ook
niet betwisten. Echter wanneer
dit op waarheid berust, kan ik
niet anders zeggen, alsdat be
doelde personen dan tot een, voor
ons gelukkig, beter inzicht ge
komen zgn. Immers, het kan niet
anders ot een sterke eenheid van
arbeiders-raadsleden moet op de
eerste plaats voor het algemeen
en daarnaast voor den arbeiders
stand rgke vruchten afwerpen.
Gezien de bekende liefde van
den heer van Haren voor den
weken en we kregen de burgerpet
weer op. Op muren en deuren kwamen
de traditioneele opschriften, welke elke
afzwaaiende lichting achterlaatNog
40 „kuggen", nog 39, en zoo vervol
gens iedere dag één kuch er af.
Het lied: „En het duuit nog maar
een paar weken" enz. klonk te pas en
te onpas op de kamer, zoodat er lang
zamerhand werkelijk 'n stemming in
kwam van naar huis gaan.
Toch zouden we nog 'n onaangenaam
incident beleven.
Op 'n morgen, toen we aangetreden
stonden om uit de rukken, kwam de
kap'tein voor de compagnie om mede
te deelen, dat er bij 'n millicien der
le sectie „bezoek* op z'n hoofd ge
signaleerd was. De eenige, afdoende
bestrijding tegen dat ongedierte, be
stond volgens hem daarin het haar te
laten „milimeteren".
Met weemoed dachten we aan onze
lokken, die aan de schaar van den
compagnies-barbier ten offer zouden
vallen. Denzelfden avond begon de
barbier op de le sectie z'n hoofd-
ontsierend werk en 'n paar uren nadien
was de heele sectie „gemillimeterd".
Wat 'n gezicht 1
De kap'tein, die 's morgens op 't
appèl weer aanwezig was om te zien
of zijn commando stipt was uitgevoerd,
gaf de le sectie last de kepi af te
zetten, waarna een uitbundig gelach
uit de 2e, 3e en 4e sectie opsteeg.
Toch wisten we, dat ook wij aan de
beurt zouden komen en met zoo'n
„kaaskop" moesten pronken.
Drie dagen later was inderdaad de
geheele compagnie onder handen ge
weest en zaten wij allen met 'n „kalen
knikker" te kijken, 't Was 's morgens
wel gemakkelijk, maar we hadden er
toch allemaal gruwelijk 't land aan 1
Vooral voor die jongens, die Zondags
met 24 uur zouden gaan, was 't 'n
strop, daar ze zich schaamden met
zoo'n ongekleed hoofd naar huis te
arbeidersstand, zal hg het met mij
hierover eens zijn en zal hij zich
hier ook niet tegen willen ver
zetten. Het onparlementaire woord
dat de heer van Haren geeft aan
het maken van afspraken, doe ik
hem dan ook cadeau, vermits hg
zich voorheen niet verzette tegen
afspraken, als die maar in zijn
geest waren.
Uit het overkropt gemoed hoo*
ren wij verder de heer van Haren
zeggen„als men decreteert ik
moet Wethouder worden en men
neemt dan daarvoor elk middel
tebaat, enz." Nu, mijnheer de
Voorzitter, ik kan hierop zeggen,
dat, als men maar alleen de woor
den „ik moet" behoeft te zeggen
om wethouder te worden, dan ben
ik ervan overtuigd, dat de heer
van Haren thans wethouder was.
Gelukkig echter spreken anderen
hierover mee. Dit is bewezen
immers de verkondiging, die de
heer van Haren reeds had ge
hoord, is niet doorgegaan en nu
zou het aan mij zrjn om hetzelfde
onparlementaire woord te gebrui
ken, zooals de heer van Haren
dat deed. Zulks doe ik echter uit
een oogpunt van algemeen belang
niet.
M. d. V., één ding wil ik nog
aanhalen, dat als de verkiezing
uit mocht vallen zooals de heer
van Haren vernomen had, dat hij
zich zou bedanken als Raadslid.
Of dat een strop zou zijn voor de
Gemeente, laat ik aan het oordeel
van anderen over. Echter zou ik
wel willen zeggen en dit dan tot
slothij, die in een glazen huisje
woont, moet niet met steenen
gooien. Ik heb gezegd.
De heer van Haren wijst op het
spreekwoorddie de schoen past,
trekke hem aan. Welk spreekwoord
zijn beteekenis hier demonstreert.
De heer van Boven heeft de schoen
aangetrokken. En toch, wat ik in
de vorige vergadering gezegd heb,
was mijn plicht. Ik ben dan ook
den heer van Boven dank verschul
digd voor het bekend maken van
zijne plannen, waardoor ik in staat
kwam dezen toeleg te verijdelen.
Hierna sloot de Voorzitter de
vergadering met gebed.
Er wordt in deze dagen her
haaldelijk een beroep gedaan op
het saamhoorigheidsgevoel onzer
geheele natie. Wij moeten elkan
der allen helpen om door deze
moeilijke tijden heen te komen.
De een wordt meer getroffen door
den van alles ontwrichtenden
oorlogstoestand, velen ook heb
ben er zich om de veiligheid van
hun bezit weinig van aan te trek
ken, maar allen tesamen moeten
wij hart hebben voor elkaar en
doen wat we kunnen om elkaar
bij te staan.
Tot de deeier. onzer bevolking,
die op het oogenblik in zorgen
zitten, behoort de middenstand.
Deze is tot nu toe verplicht ge
weest, de waren, die hij had in
slagen, te verkoopen tegen den
„vooroorlogschen" prijs, hoewel
de prijzen voor nieuwen inkoop
die verkoopsprijzen dikwijls reeds
ver overtreffen.
De regeering heeft zulk een al-
gemeenen maatregel blijkbaar
genomen, om een onmiddellijke
prijsopdrijving te voorkomen,
welke onredelijk zou zijn en on
rust zou veroorzaken. Er zijn er
moeten. Weken zijn we er „schoon"
mee geweest
De Oorlog van 1914 schijnt toen, half
Mei, al in de lucht gezeten te hebben,
want hoewel we er toen niet verder
over nadachten, is ons naderhand toch
dikwijls de vraag opgekomen, .zou
daar nu telkens dat nachtalarm voor
geweest zrjn Vooral den laatsten tijd,
dat we in Venlo waren, was 't om 'n
haverklap „alarm
Was me dat 's nachts 'n beweging 1
Vlug onder de wol uit, aankleeden en
op n looppasje naar beneden. Even
aantreden, appèl houden en... ingerukt
marsch 1 Naar boven.
l maar £oed, dat we geen tijd
hadden ons voor 't aantreden te was
schen, anders waren we onmogelijk
weer zoo gauw in slaap gevallen. Nu
was het dikwijls maar 'n kwestie van
n paar minuten, als we weer boven
waren
En s morgens vroegen we ons af,
waar dat nu eigenlijk voor diende om
ons s nachts voor die „flauwe kul"
onder de wol uit te halen.
Toen we enkele weken ouder waren
begrepen we echter zooveel te beter
waarom er zooveel oefening vereischt
werd.
Voor oefening in groot verband
zouden we de laatste dagen van onzen
diensttijd in het kamp van Rijen door
brengen.
We waren blij nog eens in een
andere omgeving te komen, allicht dat
we weer eens iets te zien of te bele-
ven kregen, wat we nog niet meege
maakt hadden.
't Was vroeg-zomer toen we er
kwamen en we zouden dus probeeren
onze dagen zoo* zomersch mogelijk
door te brengen. Als ons iets tegen
gevallen is, dan is ons het bezoek in
het Ryensche kamp.
Wordt vervolgd.