TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Luchtbescherming
FEUILLETON.
Herinneringen uit
Miliciens- en
Mobilisatietijd.
1913—1918,
Aan den soldaat
die naar het Westen
marcheert.
Przemysl een veel
omstreden vesting
stad.
Zaterdag 23 September 1939
Zestigste Jaargang No 3$
WAT TOT HEDEN WEL
EN WAT NOG NIET
BEREIKT IS.
Geachte lezers, dat is op beide
punten zeer veel, maar laten we
deze eens bekijken.
Deze dienst is met niets be
gonnen. Eerst is een plan opge
steld en bekeken, wat zooai in
gericht moest worden, in verband
met de ligging der gemeente.
Vanzelfsprekend is dit een zeer
omvangrijk werk geweest.
Van allerlei mogelijk materiaal
moet nagegaan worden, wat in
Venray aanwezig was. Hiervoor
zijn verschillende enquetes ge
houden en wat vaak niet bereikt
is, is uwe medewerking bij het
invullen der vragenlijsten.
Het terugsturen dezer lijsten is
schijnbaar voor velen erg moei
lijk. Bedenkt U hierbij wel, dat
het werk er zeer door bemoei
lijkt is.
Indien U eens wist, welke ge
gevens zooal noodig zijn om een
dienst op te bouwen, dan zoudt
U er anders over oordeelen.
Na dit omvangrijke voorberei
dende werk, dat steeds uitge
breider geworden is, kon worden
overgegaan tot het in principe
opstellen der diensten, waarvoor
de medewerking der burgers
weer noodig is. Deze diensten
vergen zeer veel personeel. De
hoofden en plaatsvervangende
hoofden zijn aangezocht en be
noemd. Toen is het personeel,
dat zich had opgegeven, uitge
zocht. Hierbij is zeer groote
medewerking ondervonden van
de heropgerichte burgerwacht.
Zoo zijn nu verschillende
diensten bezet met de minimum-
personeels-voorziening. Hierna
zijn de instructie's voor dit per
soneel opgesteld en uitgereikt,
waarna reeds een Degin is ge
maakt met de practische oefe
ningen.
Als opgerichte of uitgebreide,
diensten kunnen reeds function-
neeren: de opruim- en herstel-
dienst, de brandweerdiensten, de
uitgebreide politiedienst, de be
richtendienst, de verduisterings-
dier.st, de alarmeeringsdienst, de
hersteldienst der gasfabriek en
die van het electriciteitsnet.
U ziet, reeds een respectabel
aantal. Al deze diensten zijn
reeds geïnstrueerd.
Aan andere diensten, waaron
der de geneeskundige dienst,
wordt gewerkt en zullen spoedig
toegevoegd kunnen worden.
Intusschen is ook de materiaal
voorziening ter hand genomen.
Brancards, electrische lampen,
alarmeerings-middelen, verband
materiaal, een aantal gasmaskers,
richtlampen, zuurstofkoffer met
reserve-cylinders, rubber hand
schoenen, gasverbanddoozen,
chloorkalk en nog vele andere
door A. VAN OERWEN.
3.
En heeft hij ook acht dagen ge
kregen, net als VI.
Neen, hoor, daar is niet over ge
sproken.
Waarop VI. mij op kwam zoeken.
Ik sliep net pas ïi oogenblik.
Zeg, v. G., heb jij voor 't rooken
ook 8 dagen gekregen van den kapi
tein
Nee, jij wel?
Ja, en waarom jij niet
Ja, waarom ik niet Zoo'n goede
vriend was ik toch niet van den kapi
tein, dat wist ik wel. Ik zeg tegen
VI.ga 't maar vragen en zeg maar
gerust, dat ik ze net zoo goed verdiend
heb als jij.
VI. naar 't bureau. Kap'tein, als
ik vragen mag. waarom krijg ik acht
dagen straf en v. G. niet voor 't zelfde
feit
De kap'tein keek VI eens, heel
vriendelijk aan en zei daarop VI.,
luister eens, je weet toch onderhand
wel even goed als ik, dat v. G. niet
heelemaal normaal is. En om 't nog
duidelijker te maken voor VI.. klopte
hij met z'n middenvinger op z'n voor
hoofd, zeggendedie is niet normaal,
die is niet normaal 1
Daar heb ik naderhand nog dikwijls
plezier van gehad, als ik voor diverse
kleinere zaken.
U ziet de vraag: Wat doet de
Gemeente nu eigenlijk behoeft
in het geheel niet ontkennend
beantwoordt te worden, hoewel
nog velen denken, dat de ge
meente in dezen stil zit.
Direct of indirect hoor ik vaak:
de gemeente moet dit zus of zoo
doen. Zoo schijnen er in Venray
nog vele personen te zijn, die
schijnbaar buitengewoon goed op
de hoogte zijn met Iuchtbescher
mingsdienst en wat daaraan vast
zit. Nu, de L.B.D. kan nog tal
van goede leiders gebruiken en
het is maar jammer, dat deze
menschen zich niet zoo vlug mo
gelijk melden om zich te laten
inschrijven als lid der L.B.D.
Het is werkelijk zonde van de
verloren energie en deze kan veel
beter ontplooid worden in het
kader der L.B.D. Of is het soms
de kwestie van die overbekende
stuurlui die aan wal staan
Als U werkelijk denkt te kun
nen helpen geeft U dan schrif
telijk op. Er moet nog georga
niseerd worden een transport
dienst voor gewonden, een
gasverkenningsdienst en ontsmet-
tingsdienst.
Er is nog werk genoeg te
vinden. Veelal zegt men, ja als
het erop aankomt, worden we
toch geëvacueerd, wat men dan
meestal uit de beste bron zegt
te hebben. Daarom is de orga
nisatie totaal overbodig.
!k heb reeds betoogd, dat ook
in tijden als nu een L.B.D.noodig
is. Het zijn tot nu toe maar pa
piertjes geweest, maar als de oor
log langer duurt bestaat ook de
kans, dat door vergissing ergere
dingen dan papiertjes in ons
Limburg terecht komen.
Van bevoegde zijde kan ik U
mede deelen, dat er nog niets
bekend is over een eventueele
evacuatie van Venray's bevolking,
zoodat we ons niet baseeren mo
gen op deze veronderstelling. De
verdere noodzaak van luchtbe
scherming bij een vijandelijke of
vriendschappelijke bezetting zal
ik hier niet herhalen, daar deze
teeds besproken is.
Hoofd der L.B.D.
A. BUWALDA.
Toen de Engelschen drie we
ken geleden den oorlog verklaard
hadden, vlogen hun vliegmachi
nes over het Duitsche land en
wierpen in plaats van lood en
schroot papieren granaten uit.
Pamfletten en strooibiljetten flad
derden op het Duitsche volk neer.
"Eerst spotte men met dezen pa
pieren oorlog, en schamper heette
't dat de Engelschen niet durf
den te schieten.
Maar toch met deze papieren
granaten der Engelschen waren
overtredingen .op 't rapport" moest
komen bij den kap'tein. Jaren nader
hand lachte hij er zelf mee, maar, zei
hij dan, nou heb ik je beter door,
nu we elkaar maar langer kennen.
Na een schietoefening op de Groote
Heide bij Venlo, vroeg in 't voorjaar,
kwam de kap'tein voor de compagnie
en we dachten direct, dat er iets aparts
zou zijn. Sommigen onder ons meenden,
dat de heele compagnie 'n uitbrander
zou krijgen, naar aanleiding van een
oefening, die we voor enkele dagen in
bataljons-verband hadden, onder com
mando van 'n anderen kap'tein van
ons bataljon.
't Was dien officier dien dag zeker
in z'n bol geslagen, want hoe we ons
best deden, hij was niet te voldoen.
- Maar dit feit was het nu ,toch niet,
dat onze kap'tein voor zijn troep deed
komen.
Jongens", zei hij, „ik heb hier
een schrijven van den commandant der
Opleidingsschool voor Rerserve-officie-
ren, die mij vraagt 6 miliciens gedu
rende zes weken af te staan. Van ieder
regiment infanterie moeten er 6 man
naar toe, zoodat er jongens komen uit
alle oorden des lands, dus Limburgers,
Brabanders, Groningers, Friezen, Hol
landers, Zeeuwen enz. enz Nu geef ik
jullie gelegenheid je op te geven wie
er naar toe wil en geven er zich geen
6 man op, dan zal ik er 6 aanwijzen
Dat was nog 'ns kans om op 'n
andere plaats te komen. Ik stapte als
nummer één uit het gelid, salueerde
én vroeg mij maar op te schrijven om
naar Maastricht gedetacheerd te worden,
't Zou er allicht zoo goed zijn als in
Venlo.
'k Bleef staan wachten, tot de kap'tein
plotseling zei„Jij had je niet op be
hoeven te geven, want jou had ik al
op mijn lijstje staan. Ze mogen van jou
in Maastricht ook wel eens plezier
hebben. Ik kan je best een tijdje mis-
de Duitsche machthebbers heele
maal niet in hun schik. Vooral
in dezen tijd niet, nu het Duitsche
volk onmondig en van alles on
kundig moet worden gehouden.
Onder bedreiging van straf en
dood moet het Duitsche volk af
gehouden worden te luisteren
naar buitenlandsche radiouitzen
dingen, ook al een wapen, dat
in den vorigen wereldoorlog nog
onbekend was, althans nog niet
werd benut.
En nu komen de beduchte
papieren zoo maar als meeuwen
over het land gevlogen.
Zoo'n papieren granaat is voor
het lichaam ongevaarlijk, maar
zooveel te bedenkelijker voor de
ziel en het hart, het verstand en
gemoed, 't Zijn zooveel als „licht-
kogels", zooals indertijd Pastoor
Sloet op Professor Bolland af
schoot. En die kunnen en masse
en voor de massa op den duur
weieens een zeer kwade zijde
hebben.
Voorlichting en propaganda
heet dit nieuwe strijdwapen, en
wij zien hoe de moderne staten
daarvoor afzonderlijk departemen
ten oprichten.
Toch is deze papieren oorlog
niet iets nieuws, 't ls bekend dat
in het laatste jaar van den we
reldoorlog men in Frankrijk een
granaat had uitgevonden, die af
geschoten kon worden uit een
gewonen geweerloop. Als zoo'n
granaat, dan in het vijandelijk
kamp explodeerde, dan kwamen
er honderd vijftig pamfletten in
de loopgraven neergedaald.
Deze granaat, had een draag
wijdte van tweehonderd meter.
Grootere granaten, die spoedig
volgden, met een draagwijdte van
vijf a zes kilometer, en naar ver
houding ook zwaarder geladen,
werden uit speciaal daarvoor ver
vaardigde kanonnen afgeschoten.
Dit propagandageschut heeft
tot doe! de vijandelijke troepen
te democratiseeren en hun de
oogen te openen voor de nutte
loosheid van den modernen krijg.
In dezen nieuwen oorlog richt
die propaganda zich ook dank
zij de vliegtechniek, tot de non
combattanten achter de frontlinies,
althans in zoover in een totali-
tairen oorlog nog van non-com
battanten kan gesproken worden.
Want ook voor de vreedzame
burgerij liggen de loopgraven
gereed.
In vroeger eeuwen werd een
stad belegerd, nu heele landen
tegelijk, en de burgerbevolking
wordt mede in het geding
betrokken. Dus ook met de bur
gerbevolking wordt rekening ge
houden; politieke conflicten, sta
king of sabotage in de fabrieken,
opstanding en verzet onder de
geplaagde bevolking kunnen het
beste leger aan het front volko
men ontmoedigen.
Het doel om het moreel van
soldaten en burgers te schokken
zal deze des te grooter sucees
hebben, als dit moreel al voor
een belangrijk deel geschokt is,
en een volk zich zelf als door
droeve ervaring geleerd van den
sen."
Dank je wel, kap'tein.
Nog vijf andere jongens geven zich
op, en 'n paar dagen nadien werden
we „op transport gesteld" naar Maas
tricht.
In Maastricht. 'n Rare troep.
De kazerne, die we in Maastricht
aangewezen kregen, de Pieterskazerne,
was uiterlijk en innerlijk niet veel beter
dan de Jacobskazerne in Den Bosch.
Den eersten dag dat we er gelegerd
waren, werd besteed aan inspectie
maken, wolletje ontvangen, stroozak
vullen en diverse vaste diensten meer.
Toen het 's namiddags aantreden was
voor eten halen en we in onze nieuwe
keuken terecht kwamen, konden we
onze oogen haast niet gelooven, zoo'n
uitgebreid „diner" als daar voor ons
klaar stond. Zelfs kregen we als extra-
toegift pruimen na Dienzelfden avond
ging er nog een brief naar onze mak
kers in Venlo, om te berichten dat 't
in Maastricht zóóveel beter was als bij
hen. We hoopten onzen nog resteeien-
den diensttijd in Maastricht te mogen
blijven Als overtuigend bewijs, dat we
geen gekheid maakten, sloten we enkele
pruimepitten in onzen brief in 1
Onze eerste oefening met de aan
staande officieren werd gehouden op
den St. Pietersberg, wat later bleek
het geregelde excercitie-terrein voor de
School" te zijn. 't Was er altijd frisch
in er stond steeds wind, waar we
echter niet te veel van te lijden had
den, daar we veel dienst hadden met
I »liggen"> terwijl de adspirant-officieren
dan „theorie" hadden over de oefenin
gen. Er waren heel royale lui onder, die
kwistig met sigaren en sigaretten om-
j sprongen, als we ons best maar gedaan
I hadden. Vooral na de „compagnie
school" deden we menigen aanval op
de diverse kokers, want met de ver
schillende commando's waren we zoo
gruwel van den oorlog afkeerig
toont.
Schrijvers, dichters, journalis
ten stellen zich nu gaarne dispo
nibel voor dezen propaganda-
dienst.
Maar dat men zich twintig jaar
geleden reeds op dit gebied wist
te onderscheiden, mag blijken uit
het volgend Engelsch pamflet, dat
in de laatste maanden van den
wereldoorlog over de loopgraven
werd geschoten, en zeker niet zal
hebben nagelaten om een gewel
digen indruk te maken.
Het luidde:
„Aan den soldaat" die naar het
Westen marcheert.
Gij zijt nog in het leven, 't Is
wondervol.
Elk ding dat leeft is wonder
vol, zoo ook zelfs het groene
gras en de vogels.
De dood, en de rotsen, en de
grond en de mesthoop die
zijn allemaal niets, omdat zij geen
leven hebben.
Maar wij, die leven, hebben
iets, wij bezitten een niet genoeg
te waardeeren schat.
De rotsen, de dood, enede
grond hebben niets, zijn niets.
Waar zal uw weg u heenleiden,
soldaat? Zijt gij op weg naar
het Westen, op weg naar Parijs
Weet gij wat het Westen is,
soldaat? Ik zal 't u zeggen,
luister 1
Vlak voor u staan de Engel
schen, gij weet dat. De Franschen
en Amerikanen staan achter hen.
Gij weet dus hoe deze vuren op
uw kameraden. Soms zullen zij
terugtrekken, maar nieuwe regi
menten zullen weer in hun plaats
komen. En die zullen opnieuw
vuren.
Maar het vuren zal nooit op
houden.
Maar daar is nog iets anders
in het Westen.
Ik zal u zeggen, wat dit „iets
anders" is: Niemand kan u precies
zeggen, waar het is, maar het is
zeker in het Westen.
Uw graf ligt in het Westen.
Als gij naar het Westen mar
cheert kunt gij 't zelf niet vinden.
Mogelijk is 't ver van u, achter
de heuvels. Maar mogelijk ook
dat het dichtbij is, misschien
kunt ge 't al zien. Vandaag of
morgen niemand die 't weet.
Maar vast en zeker is, dat dit
graf daar ligt, zoo zeker als de
zon opgaat.
Marcheert gij naar het Westen,
soldaat? Dan, zeggen wij u goe
dendag. Allen van ons, die leven,
zeggen u goedendag.
Daar zijn slechts twee dingen
op aarde: het leven en de dood.
Het verschil of onderscheid tus-
schen deze twee dingen is groo
ter dan dat tusschen vriend en
vijand, grooter dan dat tusschen
mensch en dier. Het is het grootste
onderscheid in deze wereld. Met
den dood kunt gij niet trouwen,
met den dood kunt gij geen vriend
zijn, ge kunt niet met hem pra
ten, gij kunt hem niet raken zelfs.
Als gij naar het Westen mar
cheert, soldaat, dan zeggen wij u
vaarwel, wij die nog in leven
vertrouwd, dat ze het geheel op ons
konden laten aankomen.
Eens, toen we velddienst hadden in
het Geuldal, waren we ingedeeld in de
sectie van 'n adspirant, die zoo'n ver
waandheid bleek, dat hij geprobeerd
zou hebben, de geheele oefening alleen
te doen. Nauwelijks waren we op onze
plaats van bestemming aangekomen,
of hij nam van ons niet meer de minste
notitie Hij had geen „uitkijk*- of geen
„verbindings"-man noodig, wij moesten
maar liggen blijven. Wij vonden 't wel
goed, want liggen" is één der best
uit te voeren oefeningen voor 'n infan
terist. Hoe lang 't geduurd had voor
de tegenpartij op kwam dagen, wisten
we niet, want lang hadden we niet
gelegen of de heele sectie sliep...
Tot hij opeens tusschen ons in stond
te schreeuwen „de vijand, de vijand",
en wij in onze verbauwereerdheid niet
beter wisten te doen dan ons kalm
„gevangen" te laten nemen en in het
„vijandelijke* kamp onzen gestoorden
slaap voort te zetten.
Dien dag zal hij 't op zijn rapport
wel niet verder dan 'n 3 gebracht
hebben, maar 't was een goede les
voor hem.
Doordat er zooveel verschillende
regimenten op de „School" vertegen
woordigd waren, was het, zooals van
zelf spreekt, 'n rare troep.
Een van 't 22e Regiment uit Ede,
een flinke kerel, om en bij de 1.75
lang, was zoo'n doortrapte "vetkees",
dat het bij hem gewoonte was onge-
wasschen, ongeschoren en ongekamd
's morgens bij den troep te komen.
Eens op 'n morgen dat hij weer
„recht onder de wol uit" op 't appèl
kwam, stuurde de sergeant hem naar
boven om zich een beetje op te knap
pen. We hadden al 'n pookje gewacht
met uitrukken, maar hij kwam niet
terug Tot er 'n korporaal naar boven
werd gestuurd om te kijken waar hij
zijn. Mannen en vróuwen, hon
den en vogels en vlinders, zij
zullen daar niet meer bij u zijn-
Soldaat vaarwel
Vandaag zijt gij nog één der
onzen: gij zijt nog samen met
mannen en vrouwen, en met alles,
dat leeft. Gij zijt nog, heer van
de rotsen en de wouden en van
alle onbezielde dingen.
Maar morgen marcheert gij naar
't Westen.
Vaarwel, soldaat
Hoort ge onze stem
Vaarwel
Dit biljet was natuurlijk be
stemd voor den vijand, het is
ontroerend en tragisch tegelijk,
maar men zal nergens en nooit,
constateert de schrijver van „War
in our Time" een voorbeeld vin
den van meer verschrikkelijke
propaganda.
Przemysl is een oude bisschopsstad
in 't Poolsche woiwoodschap Lem-
berg in Oost-Galicië, in dat deel van
Polen, dat vroeger bij de Donau-
monarchie behoorde.
Er zetelen in deze stad twee
katholieke bisschoppen, een Roomsch-
Katholieke en een Grieksch-Katho-
lieke. Daarom ook zijn er twee
priesterseminaria. Het bisdom is een
suffragaanbisdom van het metropo-
licane aartsbisdom Lemberg. De stad
telde in 1938 ongeveer 60.000 inwo
ners. Et wordt handel gedreven en
er is tevens Industrie (meel, land
bouwwerktuigen en spoorwegmate
riaal).
Przemysl is ook een oude vesting
stad, aldus lezen we in „De Tijd".
Vooral onder de Ocstenrjjksche
heerschappij werd deze stad, gelegen
aan de strategische spoorlijn Krakau-
Lemberg, stevig versterkt. In den
wereldoorlog heeft Przemysl een
vermaarde rol gespeeld. En ook thans
ligt de stad weer in het oorlogster-
rein Het uitspreken van den naam
dezer stad was in 1914 voor ons,
Westerlingen, een volkomen onmoge
lijkheid. Het was een waar raadsel.
Hier te lande aanwezige Polen leer
den ons te zeggenPschemischj.
Het kostte veel moeite en zal dit
ook nu weer doen. De oorlogsberich
ten van deze dagen melden, dat de
stad nog stand houdt tegen de op
rukkende Duitschers.
Przemysl is een ongelukkige, maar
beroemde stad. In het eerste jaar
van den wereldoorlog, op 21 Sept.
1914, werd zij door de Russen inge
sloten. Er lag een groot garnizoen
van Oostenrijk-Hongaarsche troepen.
Op 9 October kon de stad worden
bevrijd. De Tsaristische troepen
onder generaal Dimitrof werden
verdreven. De Oostenrijkers meenden,
dat de stad nu veilig was, maakten
er een steunpunt van hun legers van
en richtten er verschillende lazaret
ten op. De krijgskans keerde weer
in het Oosten. De Russen kwamen
opzetten en sloegen het beleg voor
de overvolle stad in November 1914.
Het' tweede beleg zou vijf maanden
duren en voor beide partijen ver
schrikkelijk zijn.
Heel de W6reld keek met ingehou
den adem naar verloop en uitslag
van bet beleg, zooals in den Spaan-
schen burgeroorlog naar het Alcazar.
Het belegeringscorps stond onder de
persoonlijke leiding van den Rus-
sischen generalissimus, grootvorst
Nikolai Nikolajewitsj. De stad met
geweld van wapenen te nemen mis-
bleef. Eindelijk kwam de korporaal met
zijn mannetje naar beneden, dat hij
slapende op zijn stroozak aangetroffen
hadNatuurlijk ongewasschen en on
gekamd kwam hij zich weer melden,
waarop hij door den sergeant naar de
waterkraan verwezen werd. Heel par
mantig stapte hij op de kraan af, nam
zijn zakdoek uit zijn broekzak, maakte
hem een beetje nat, streek eens links
en rechts over zijn bolle wangen en
klaar was kees 1 Mijnheer was gewas-
schen
Den daaropvolgenden Zondag bij 't
middag-appèl om 12 uur, maakte hij
het nog mooier. Sinds ze hem in de
gaten hadden, stond hij bij 't aantre
den voortaan in 't voorste gelid. Op
dien Zondag kwam hij de trap afge
stormd naar de binnenplaats en nam
zijn gewone plaats in. 't Was beslist
'n curiositeit! We hadden toen nog 'n
blauwe uniform, waarop 't minste stofje
te zien was. „Hij" kwam toen in Zon
dags tenue onder de wol uit en zat
natuurlijk vol wit-grijze vezeltjes, tot in
z'n baard toe, z'n schoenen nog vol
klei van de oefening van Zaterdags en
natuurlijk ongewasschen. De luitenant
van-den-dag, die hem „in 't vizier"
kreeg, pikte hem er uit en stelde hem
op voor den troep, als aanschouwelijk
voorbeeld hoe 'n infanterist er nu niet
uit moet zien.
Toen de luitenant hem op duidelijke
wijze te verstaan had gegeven hem
zoo niet meer bij den troep te willen
zien, zei onze recruut zoo langs 2ijn
neus wegLuit', wat maakt u zich
toch druk, deze week is de sergeant
ook al aan 't mopperen geweest over
dezelfde flauwe kul. Ik zal me morgen
vroeg wasschen en dan kan ik er
weer 'n dag of acht tegen. Dat was
vechten tegen de bierkaai
Weer 'n ander, die op 'n Zaterdag
avond in z'n werkpak aan den achter
kant der kazene over de „schans" ge-
Iedereen wil natuurlijk graag krach
tig en gezond blijven - het dagelyk-
sche kauwen van WRIGLEY'S P.K.
is hierbij op de meest natuurlijke
wyze behulpzaam. Bovendien bevor
dert het de spijsvertering.
P.K. kauwen sterkt de zenuwen en neemt
dat drukkende gevoel na den maaltüd weg.
Het schept nieuwe levenslust en verhoogt
de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes
bij de hand. h t 2
Veel genot voor weinig geld: 5 cent.
AAAAAAAAAAAAAA
lukte wegens de heldhaftige verde
diging. De vesting moest uitgehon
gerd worden. En de stad leed honger
op afschuwelijke wijze.
Er hadden van die scènes plaats
zooals wjj die kennen uit onze ge
schiedenisboeken, bijvoorbeeld bij het
beleg van Leiden en Alkmaar, in den
tachcigjarigen oorlog. De rantsoenen
werden met den dag kleiner. Her
haaldelijk deed de bezetting der stad
uitvallen, om door de Russische
cordons heen te breken. Zij werden
door de Russen afgeslagen.
De winter van 1914—1915 was bui
tengewoon koud. De oorlogsnood was
niet alleen ontzettend onder de bele
gerden, maar ook onder de belege
raars die bijkans zonder voldoende
dekking (bij de Russische legers ont
brak veel, zoo niet alles, vooral wat
de verpleging en verzorging aan
ging den barren winter op het open
veld moesten trotseeren.
De Russen wisten echter van geen
wijken en hielden de vesting gere
geld onder vuur. lederen dag ont
stonden er meer puinhoopen in
Przemysl, zooals wij dat ook gezien
hebben, vorig jaar nog te Madrid en
in andere Spaansche steden. Er wa
ren een paar vliegtuigen beschikbaar
binnen de veste. De piloten baalden
met hun nog vrij primitieve „kisten"
staaltjes van heldenmoed uit, die de
verbazing en bewondering der wereld
verwekten.
Zjj verlieten niet alleen bijna dage
lijks de veste onder het vuur der
Russen, maar kwamen ook weer
regelmatig terug. Zij vormden de
communicatie met het achterlanden
brachten groote hoeveelheden medi
sche hulpmiddelen voor de zieken en
gewonden mede. Veel meer konden
zij niet doen.
Het achterland kon wegens groote
of- en defensieven elders geen on
middellijke hulp bieden. Ondertus-
schen werd de nood onbeschrijfelijk.
In Maart na vijf maanden van
verdediging was, trots de steeds
meer ingekrompen rantsoenen de
voorraad aan levensmiddelen uitge
put. De commandant van devesting,
een Oostenrijker van het echte oude
slag, generaal Kumanek (hij is kort
voor den „Anschluss" te Weenen ge
storven en werd onder overgroote
belangstelling op staatskosten be
graven) wilde zich echter nog altijd
niet overgeven, maar een laatste
poging doen om door het Russische
leger heen te breken. Op den 18en
Maart 1915 vaardigde hij een be
roemd geworden proclamatie uit,
waarin hjj zeide:
Soldaten, wjj hebben onze laatste
levensmiddelen verdeeld. De eer van
klommen was om een biertje te gaan
rikken in 'n „bierkneip", kwam 's nachts
ruiten westen de kamer opgelaveerd.
Hoe hij zocht, hij kon z'n wolletje niet
vinden.
Wij zouden hem wel eens helpen en
onder de wol stoppenIk leidde hem
de kamer af, terwijl in dien tusschentijd
een paar anderen een lange soldaten-
tafel het onderst boven zetten, een
stroozak tusschen de pooten inlegden,
drie lakens er onder, en onze drinke
broer kon komen. Op den stroozak
duwen en onder stoppen was zoo ge
beurd.
Ligde goed?^
Ja, best, maf ze.
Toen begonnen we hem met de
lakens, die we onder de tafel gelegd
hadden, netjes vast te binden. Na ons
overtuigd te hebben, dat hij er niet
door zou zakken, werd de tafel weer
in haar gewonen stand gezet, zoodat
de „bierwagen" tusschen hemel en
aarde hing te slapen.
Den volgenden morgen, toen we
door de reveille werden gewekt, waren
natuurlijk „alle oogen gericht- op ons
fuifnummer, dat echter nog steeds vast
sliep.
Na in voorbeeldige stilte ons kuchje
naar binnen gewerkt te hebben om
hem maar niet wakker te maken
verlieten we al vroeg in den morgen
de kamer en gingen de stad in. Om
'n uur of half elf zouden we terug
komen om te kijken of hij wakker was.
Toen we met 'n paar man de trap
opgingen, hoorden we hem al bakke
leien. Hij had zoo lang geschommeld,
dat hij met z'n geïmproviseerde krib
omgevallen was en op z'n zij was
komen te liggen.
Vol verontwaardiging vroegen we
hem, wie hem zoo ingepakt had, en of
hij zoo lang gelegen had Wij hadden
hem 's nachts toch netjes op z'n stroo
zak geholpen en onder gestopt? Hij
wist ook niet wie hem die poets ge
bakken had. maar als hij er achter
kwam....
Na hem uit zijn benarde positie be
vrijd te hebben scharrelde hij z'n wol
letje bij elkaar en kroop „model" onder
de wol, blij nu weer eens gemakkelijk
te liggen! Wordt vervolgd.