Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
DE RADIO.
Uit den Raad.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
P. Pubben en H. Janssen tot
wethouder gekozen.
Rede van het raadslid van
Haren.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 9 September 1939
Zestigste Jaargang No 36
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
is zeer fijne boter
Onze Lieve Vrouw
„Behoudenis der Kranken"
OOSTRUM.
TEN VLOEK EN TEN
ZEGEN.
PRAAT ME NIET OVER
OORLOG.
In de laatste weken is den
mensch de radio een onwaar
deerbaar bezit geweest. Terwijl
we in bange verwachting waren
of we den vrede zouden behou
den dan wel den oorlog kregen
te aanvaarden, wekten de voort
durend per radio verspreide be
richten over den stand van zaken
of het door den aether gestuwde
bemoedigende woord van de
Koningin of van een anderen
gezagsdrager, de ontspanning des
gemoeds, welke we van tijd tot
tijd noodig hadden.
Deze uitvinding is den mensch
waarlijk tot grooten zegen ge
worden.
Om dat goed te beseffen, lette
men maar eens op het gemak,
dat de regelmatige oerichtgeving
over crisis-, in het bijzonder over
distributie-maatregelen ons op
levert.
En men lette vooral op de
vele S.O.S.-berichten, die per
radio naar onze gemobiliseerde
medeburgers uitgaan. Eiken dag
tienlallen
Vijf en twintig jaar geleden
waren er ook 'n paar honderd
duizend jongemannen onder de
wapenen geroepen en ook toen
konden dezen slechts per veld
post worden bereikl; ook toen
was hun standplaats, althans ge
durende den eersten tijd, aan
hun familie onbekend.
Hoe velen toen hun vader of
moeder, hun echtgenoote of kind
hebben moeten verliezen zonder
dat ze in staat zijn geweest om
deze dierbaren nog levend te
zien en afscheid van ze te nemen,
begrijpen we nu pas, terwijl we
dagelijks de tientallen bliksem
snelle S.O.S.-berichten liooren.
Denken we ons eens in, dat
iedere gemobiliseerde gemiddeld
4 naaste familieleden heeft, dan
beteekent dat voor 300.000 ge-
mobiliseerden een familieaanhang
van 1.200.000 personen.
Welnu, in een bevolkingsgroep
van tesamen anderhalf millioen
zielen, doen zich dagelijks ge
vallen van sterfte voor of andere
schokkende evenementen. Een
S.O.S per radio en de naast
betrokkenen, thans in dienst van
het vaderland, weten wat er is
gebeurd en ze weten dus ook,
wat ze te doen staat.
Radio is een zegen.
Maar helaas alles wat den
mensch ten zegen strekt, wordt
hem ook ten verderve aange
wend.
We prijzen de radio om het
nut, dat ze ons in oorlogstijd
verschaft, mitèr... zou er op het
oogenblik wel oorlog zijn, ais de
radio er niet was geweest
Is ook deze uitvinding, evenals
die van de boekdrukkunst, niet
misbruikt om de volkeren tegen
elkaar op te zetten en een pro
paganda te voeren, welke tot
haat, nijd en afgunst leidde
Is door de verspreiding per
radio van leugenberichten, de
huidige oorlog niet voorbereid
Zou een zekere staatsman er
zonder de radio wel in geslaagd
zijn om zijn volk op te zweepen
tot nationalen hartstocht en de
overige wereld te vervullen van
weerzin
De radio heeft dus ook veel
slechts op haar geweten. Zij zelf
is goed en nuttig, maar de
menschheid belaadde 't radio-ge
weten met een ontzettende schuld.
Het is de vloek der mensch
heid, dat zoovelen er op bedacht
zijn, hoe ze het goede, ons ge
schonken, ten kwade kunnen aan
wenden.
Over de wijze, waarop in den
laatsten tijd persbureau en om-
roepvereeniging de radio onsvolk
ten nutte heeft doen zijn, kan men
slechts dankbaar gestemd wezen.
Maar thans ga men een voor
zichtige matiging betrachten.
We herinneren ons, hoe in het
laatste jaar van den vorigen oor
log speldjes ter markt verschenen
welke 'n schildje voerden, waar
op zwart op wit te lezen stond:
„Praat me niet over den oorlog'
De meeste menschen hechtten
zich aanstonds zoo'n speldje op
den revers van hun jas.
Deze aanstellerij was nu juist
niet bepaald karaktervol. Men
mag niet voorgeven, dat men
geen interesse heeft voor een
wereldgebeuren, dat talloozen
miilioenen nood, leed en rouw
bezorgt.
Maar overigens is het wel te
begrijpen, dat menigeen het te
machtig werd om dag in dag uit
thuis, in tram, trein, autobus en
café en bij den kapper en op
straat dódrgezaagd te worden
met gepraat over den oorlog.
Men passé op, dat straks niet
algemeen de wensch groeit: zet
alsjeblief geen radio aan
Een uitzonderlijk-belangrijk oor
logsbericht per radio, soit
Maar de normale berichtgeving
late men een taak van de pers,
die haar schotels, geleerd door
de practijk, zóó gevarieerd op
dient, dat ze nimmer onlust zui
len wekken.
Md.
Dinsdag 5 September des nam. om
half 4 vergaderde de Raad der ge
meente Venray.
VoorzitterBurgemeester A. H. M.
Janssen.
Secretaris van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
Nadat de nieuwe Raad volgens
ancienr Weit aan de groene tafel had
plaats genomen, opende de Voorzit
ter de vergadering met gebed en
stelde aan de orde agendapunt:
1. Beëediging der bij Raadsbesluit
van 14 Juli 1939 tot lid van den
Raad benoemd-verklaarden.
Achtereenvolgens legden de leden
in handen van den Voorzitter de bg
de Wet gevorderde eeden af en hield
daarna een korte rede, waarbij hij
de leden feliciteerde met hunne be
noeming, er op wijzende, dat zij
door hun verkiezing zitting hadden
in het hoogste college der gemeente.
Het wel en wee der gemeente is,
mijne heeren, voor vier achtereen
volgende jaren in uwe handen gelegd,
wat in onze minder rooskleurige
tijden aller krachten zal vorderen.
De werkloosheid, die langzamerhand
in onze gemeente verdween, is ge'
volgd door een alles met vernietiging
bedreigende wereldbrand. Moge we
door Gods goedheid van rampen
gevrijwaard blijven.
Toch zullen ook wij niet ontkomen
aan de economische gevolgen en de
funeste gevolgen moeten dragen.
Moge de Raad dan, den spreuk
Eendracht maakt macht" gedachtig,
als mannen van de daad, eendrachtig
samenwerken. Mogen de leden steeds
denken aan hun zoo juist afgelegde
eeden, zich steeds de vraag stellen
hoe dienen we de belangen der ge
meente het best. Met zulk voorne
men bezield, kunnen we de toekomst
onbevreesd tegemoet gaan. Laten
we steeds onze toevlucht nemen tot
God bij het besturen der gemeente.
Nadat de Raad blijk had gegeven
hiermede in te stemmen, stelde de
Voorzitter aan de orde agendapunt
2, waarna de Heer van Haren verlof
kreeg tot het houden der navolgende
rede
Mijnheer de Vóorzitter.
Het zij mij vergund, alvorens tot
stemming voor de verkiezing van
Wethouders over te gaan, eene korte
beschouwing hierover te houden.
Ik zeg verkiezing, Mijnheer de
Voorzitter, in den waren zin is het
echter geen verkiezing, want na
hetgeen ons bekend is geworden,
wat in verband hiermede heeft plaats
gehad, noemen we het liever bij den
waren naam „konkelarij".
Personen van een lijst, die steeds
verklaard hebben niets metdedissi-
dentenlijst te doen te willen hebben,
hebben zich ondanks die uitlatingen
met elkaar vereenigd om zeker te
zijn van een kans teleurstellingen
zrjn hierbij natuurlijk niet uitgeble
ven.
Zoo juist hebben de Heeren hunnen
eed gezworen, dat zij ten allen tijde
de belangen der Gemeente zullen
behartigen. Er is hier echter met
een dergelijke manoeuvre geeD sprake
van behartiging der gemeentebelan
gen, hier is het spreekwoord van
toepassing „Het doel heiligt de
middelen", hier is egoïsme en niets
anders de drijfveer. Als men decre
teert „ik moet Wethouder worden'
en men neemt dan elk middel daar
voor te baat, dan noem ik dat niet
het dienen van gemeenschappelijke
belangen, maar eigen belang behar
tigen. Wethouders kiezen beteekent,
het werkelijk kiezen van degenen
uit ons middeD, die in staat zijn de
verantwoordelijkheid voor dat ambt
te dragen en van wien men redelijker
wijze mag verwachten, dat zij ook
competent zijn de gemeentebelangen
behoorlijk te dienen.
Alvorens tot de formaliteit, want
zoo zou ik het in dit geval willen
noemen, over te gaan meen ik de
Heeren dus nog eens te mogen wijzen
op den ernst van de handeling, welke
zij gaan verrichten en vraag mij af,
óf als de stemming uitvalt, zooals
reeds eenige dagen verkondigd is
de Heeren het algemeen belang der
gemeente hebben gediend, óf zij
hunnen afgelegden eed hebben ge
stand gedaan, óf zij de draagwijdte
hunner daad hebben overzien en of
zij begrijpen, dat zij een blaam
werpen op den Raad en op de ge-
heele Gemeente. En dit te meer in
deze moeilijke tijden, waarin voor
het Gemeentebestuur zoo vaak be.
langrijke besluiten moeten worden
genomen. Wij hopen echter, dat het
gezond verstand zal mogen zegevie
ren.
Mijnheer de Voorzitter. Zondag
nog heeft onze Herder gewezen op
het moreel verval, wat ook in onze
Parochie en Gemeente zijn weg heeft
gevonden. Het schijnt mij toe, dat
Hij een waar woord heeft gesproken.
Mijnheer de Voorzitter. Indien de
verkiezing mocht uitvallen volgens
den onverantwoordelijken opzet, wil
ik bij voorbaat reeds mededeelen,
dat ik alsdan de verantwoordelijk
heid als raadslid niet langer durf te
dragen en mij verplicht zal gevoelen
mijn ontslag in te dienen.
Bij de eerste stemming werden de
stemmen uitgebracht11 op Pubben,
3 op Reintjes, 1 blanco, zoodat de
Heer Pubben gekozen was.
Op de vraag van den Voorzitter
of hij deze benoeming aanneemt,
antwoordt de Heer Pubben, dat hij
dankt voor het in hem gestelde ver
trouwen en gezien de groote meer
derheid der stemmen, deze benoe
ming gaarne aan te nemen onder
toezegging zijner beste krachten.
Bij de tweede stemming verkreeg
van Boven 7 stemmen, van Haren 3,
Janssen 3 en Reintjes 1 stem, terwijl
1 stem blanco uitgebracht werd.
Ook de volgende stemming had
geen definitief resultaat, daar 6
stemmen op van Boven, 1 op van
Haren, 6 op Janssen, 1 op Reintjes
en 1 stem blanco werd uitgebracht.
Daar nog niemand de meerderheid
behaald had, was er herstemming
noodig tusschen van Boven en Jans
sen, waarbij Janssen 9 en van Boven
6 stemmen behaalde, zoodat Janssen
gekozen was, die op de vraag van
den Voorzitter of hij deze verkiezing
aannam, bevestigend antwoordde.
De Voorzitter feliciteert de nieuw
gekozen wethouders in enkele woor
den.
3. Ingekomen stukken en mede-
deelingen
a. besluit van Gedeputeerde Staten
tot goedkeuring raadsbesluit van 14
Juli j.l. tot het aangaan eener lee
ning groot f 56000.bij de Holland-
sche Sociëteit van Levensverzeke
ringen N.V. te Amsterdam
b. idem, betreffende wijziging ge-
meentebegrooting 1938 (gewone
dienst)
c. idem, betreffende wijzigiDg ge-
meentebegrooting 1938 (kapitaal-
dienst)
d. idem, betreffende wijziging ge-
meentebegrooting 1939 (gewone- en
kapitaaldienst)
e. idem, tot ruiling, aanvaarding
en kostelooze overdracht van enkele
strooken grond in verband met de
verbeteriDg van den weg loopende
van den weg VenrayDeurne nabij
de kapel te Veltum, naar den weg
Venray—Venlo.
f. idem, tot goedkeuring raadsbe
sluit 16 Juni tot aankoop en ruiling
van verschillende strooken grond in
verband met verbetering Merselo-
scheweg.
g. idem, tot verkoop aan de afd.
Ysselsteyn van den Limburgschen
Land- en Tuinbouwbond van een
perceel grond, kadastraal bekend,
Sectie H Nr. 2057, ged. groot 26 aren.
h. bericht van ontvangst door
Gedeputeerde Staten van de door
den Raad op 14 Juli j.l. vastgestelde
verordening tot bepaling van maxi
mum-snelheid in de gemeente Venray.
Voor kennisgeving aangenomen.
4. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om de in 1933 verpach
te perceelen bouw- en weiland in het
Venraysche broek (kad. sectie H
1218), welke pacht met 31 October
1939 afloopt, met ingang van INov.
1939 ondershands tegen dezelfde
pachtprijzen wederom aan de tegen
woordige pachters te verpachten
met uitzondering van de toen door
Th. H. de Riet en H. M. Clephas ge
pachte peceelen, welke pachters niet
meer in aanmerking wenschen te
komen. Wat betreft deze beide per
ceelen wordt voorgesteld het eerste
groot circa 90 aren ondershands te
verpachten voor f 51.per jaar
(tegenwoordige pachtprijs) aan H.
Coopmans, Laagheidscheweg A 15
te Venray, en laatstgenoemd perceel
voor openbare verpachting in aan
merking te brengen.
Bij openbare verpachting van 18
September 1933 werden ingaande
1 2/ovember van dat jaar voor 6
jaren verpacht in het Venr. Broek
een perceel groot circa 1.44 H.A.
aan M. H. Voermans, Laagheide,
tegen f 45.- per jaar;
twee perceelen, groot te samen
circa 2.88 H.A., aan Th. J. Coenders,
Henseniusplein 16, te samen tegen
f 100.- per jaar
een perceel groot circa 1.10 H.A.,
aan C. Hoedemakers, Endepoel N
22, tegen f 51.- per jaar
twee perceelen groot te samen
2.76 H.A., aan Th. van Kessel, Laag
heide A 11, tesamen tegen f 85.-
per jaar
een perceel groot 0.62 H.A. aan
H. M. Clephas, Beekweg 10, tegen
f 47 per jaar
een perceel groot circa 0.90 H.A.
aan Th. H. de Riet, Heuvelstraat
17, tegen f 51 per jaar.
Verder werd bij onderhandsche
akte dd. 14 September 1933, even
eens met ingang van 1 November
..v. voor 6 jaren verpacht een
perceel in het Venraysch Broek
(Sectie A 1218) groot circa 37 a.,
aan M. Linders, Endepoel B 30,
voor den prijs van f 14.80 per jaar.
Met uitzondering van Th. H. de
Riet en H. M. Clephas hebben nu
deze pachters verzocht om voor her-
verpachting in aanmerking te mogen
komen. Aangezien die aanvragers
goede pachters zijn gebleken en zij
ook overigens aan hunne verplich
tingen steeds hebben voldaan, zijn
Burgemeester en Wethouders van
oordeel, dat tegen inwilliging van
het verzoek geen bezwaar bestaat.
Voor het perceel van de Riet zag
zich gaarne in aanmerking gebracht
H. Coopmans van de Laagheidsche
weg, die al sedert een paar jaren
practisch het perceel in gebruik
heeft gehad van de Riet, hoewel
deze uiteraard tegenover de gemeente
aansprakelijk pachter bleef. Ook aan
het verzoek van Coopmans kan naar
de meening van B. en W. worden
voldaan. Het overblijvend perceel
(Clephas) ware te bestemmen voor
openbare verpachting.
Na ampele bespreking z.h.s. goed
gekeurd.
5. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om aan het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur voor 1939
een aanvullingssubsidie van f 3500
te willen toestaan.
Het desbetreffend gemotiveerd
verzoek van het Armbestuur ligt
ter inzage voor de Heeren Raads
leden.
Z.h.s. goedgekeurd.
Hierna bracht de Voorzitter nog
ter tafel:
Voorstel van B. en W. om aan
Gooren te Ysselsteyn te verkoopen
een strook grond van 3 x 100 meter
tegen den prijs van f 14.per are,
welke strook grond langs zijn eigen
dom ligt, en hem bij het bouwen
zeer goed te pas komt.
Z.h.s. goedgekeurd.
Voorstel van B. en W. inzake ver-
bouwingskosten Postkantoor alhier.
De kosten bedragen in totaal f 1470.
Z.h.s. goedgekeurd.
De Heer Arts wijst op den onhoud-
baren toestand in de Draalstraat,
waar het hemelwater geen afvoer
heeft, zeer tot last der bewoners
dier straat.
De Heer Odenhoven vraagt wan
neer het door de Gemeente aange
kochte onbewoonbaar verklaarde
huis in de Draalstraat wordt afge
broken.
De Voorzitter antwoordt, dat het
door den Heer Arts bedoelde zal
worden onderzocht. De door den
Heer Odenhoven bedoelde afbraak
volgt ter zijner tijd.
De Heer Pijls informeert naar de
komst van de sirene voor luchtalarm
bij oorlogsgevaar en om zulk een
sirene op den toren te plaatsen.
De Voorzitter meent, dat het beter
zijn zal meerdere sirenes op diverse
punten te plaatsen.
Na een korte bespreking in geheime
zitting, werden B. en W. gemachtigd
om de noodige uitgaven te doen
voor den weg Ysselsteyn.
Niemand het woord meer verlan
gende, sluit de Voorzitter de verga
ring met gebed.
De algemeene toestand,
Politieke ontwikkeling inde inter
nationale betrekkingen valt van de
laatste dagen niet te vermelden,
Italië houdt zich nog steeds voor
zichtig op den achtergrond en Spanje
heeft aan de Fransche regeering een
besluit tot handhaving van een
strikte neutraliteit doen toekomen.
Als gevolg van een en ander houden
nu ook Turkije en Portugal zich
voor het oogenblik nog stil. Op den
Balkan heerscht een zwaar gewa
pende rustwantrouwend blikt men
daar naar elkander en vooral naar
Rusland. De Sovjets blijven een on
zekere factor in de huidige situatie.
Velen vreezen, dat de Russen niets
zullen nalaten om het conflict zich
te doen verbreiden, opdat meer en
meer landen in den oorlog zullen
worden betrokken en het Europee,
sche politieke water zóó troebel
wordt, dat de communistische vis-
schers de buit overal voor het grijpen
krijgen.
Voorloopig echter gaat de strijd
nog „slechts" tusschen de Duitschers
eenerzijds en de Polen, Franschen
en Engelschen (verdeeld over twee
fronten) anderszijds. Engeland kreeg
machtige hulp toegezegd uit zoo
goed als alle dominions, maar deze
hulp zal zich pas over langen tgd
geldend kunnen maken.
Oppervlakkig bekeken, ontwikkelt
de oorlogstoestand zich vrijwel pre
cies, zooals de Duitschers zich heb
ben voorgesteld. Polen wordt ge
leidelik waarschijnlijk echter in
langzamer tempo dan. de Duitschers
zich hadden voorgesteld onder
den voet geloopen en in het Westen
ljjken de partijen zich over en weer
te hebben genesteld in tegenover
elkaar gelegen sterke, diepe, z.g.
onneembare linies (honderd maal
sterker, zoo zei Hitler, dan die,
welke de geallieerden in den oorlog
van '14—'18 tevergeefs hebben ge
tracht te doorbreken) én.... daar
wachten de partijen thans af, of het
zal gaan vriezen of blijft dooien.
Zoo beziet de massa, ook ten
onzent, de gesteldheid aan het front
en ze vraagt zich af, wat er van
dezen oorlog moet worden,
Wanneer Polen zoo stelt men
zich voor straks vernietigd zal
zijn, is de strijd bij gebreke aan
verdere ontwikkelingsmogelijkheden
afgeloopen. De Duitschers zullen in
hun Siegfrledlinie een Horst Wessel-
plaatje op hun gramofoon zetten en
de Franschen laten de Marseilleise
schetteren, maar tenslotte zal men
tot de conclusie komen, dat het
beste maar is om weer naar huis
terug te gaan en hier en daar een
kleine wacht met een korporaal aan
het hoofd in de betonnen grenswer-
ken achter te laten.
Zal het inderdaad zoo ongeveer
gaan
De eerste Fransche oorlogscom
muniqué's lijken deze voorstelling
te bevestigen. „We hebben contact
met den vijand, maar verder geen
nieuws". Deze communiqué's vormen
als het ware een herhaling van de
frontberichten uit '14'18, toen de
partijen ook in den grond tegenover
elkaar lagen, communiqué's die
Remarque aanleiding gaven tot het
schrijven van zijn beroemde werk
Uit bet Westen geen nieuws.
Toen school onder die stereotiepe
mededeeling de ontzettende ellende
van duizenden, die dagelgks in den
dood werden gedreven: door een
onder een loopgraaf tot ontploffing
gebrachte mjjn of door een misluk
ten stormaanval, of door een gif
gasoorlog. of door sper- en trommel
vuur. Maar deze oorlogskunstjes
hebben voor heden afgedaan. De
stellingen zijn gescheiden door rivie
ren en dus valt er niets te onder
graven gassen hebben geen invloed
op de gemaskerde en diep onder den
grond verscholen mannen vaa de
tegenpartij een stormaanval ge
steld dat er geen scheidende rivier
ware is nutteloos op een loop
graat, welke onderdeel is van een
stelsel van betonnen linies, tot ver
scheidene kilometers diepte onder
ling verbonden door gangen, liften,
spoortjes enz.
Dus zal er practisch niets gebeu
ren aan het Westfront
Dan zou de oorlogsverklaring van
Frankrgk en Engeland een droeve
comedie zijn geweest.
Neen, o.i. dwaalt de publieke
opinie.
De mensch kan niets onneembaars
bouwen tegen de alvernietigende
kracht van het moderne oorlogstuig,
dat zich in gelijke mate ontwikkelde
als de verdedigingstaktiek zulks
heeft gedaan. In eiken oorlog zijn
onneembaar geachte verdedigings
werken gevallen, denken we maar
eens aan het lot van de „onneem
bare vesting" Antwerpen in 1914
Wanneer op het oogenblik eender
partijen haar artilleristische kracht
zooveel mogelijk concentreert op een
stuk van het front, waar ze een
doorbraak wil pogen te ondernemen,
dan zoo kan men aannemen
is geen verdedigingswerk bestand.
Dat Duitscbland zulke poging in
afzienbaren tijd zal wagen, kan men
uitgesloten achten. Het heeft de
handen vol in Polen. Maar als het
in Polen klaar is, ja dan....
Daaruit volgt vanzelfsprekend, dat
de geallieerden zulk een poging zul
len moeten ondernemen vóór Duitsch-
land in Polen klaar is.
O.L kan zeer binnenkort een ont
zettend offensief der geallieerden in
het Westen worden verwacht, een
strijd, welke de hevigste uit de ge
schiedenis zal zijn. Zoo'n misschien
beslissende strijd eischt een in
tensieve voorbereiding: concentraties
van troepen, materiaal en reserves
op bepaalde punten. Als de slag een
maal is begonnen, mag niets ont
breken van wat noodig is om mis
rekeningen te herstellen en om van
een gelukken van de doorbraak de
daarmee bedoelde profijten te trek
ken.
Men begrijpe wel, dat vóór dit
groote offensief niets anders kan
worden ondernomen. Het heeft vol
strekt geen zin om hier of daar wat
te gaan schieten of wat bommen te
laten vallen op een Siegfried- dan
op een Maginotliuie. Aan het West
front heerscht óf volkomen rust óf
de oorlogshel laait op bepaalde
punten uit in een woede, waar
van geen Dante ons een schildering
zou vermogen te geven.
Zeker, het is mogelijk, dat de linies,
over en weer, tegen de hevigste aan
vallen erop, bestand zouden blaken.
In dat geval gaan we een oorlog
tegemoet, waarvan de duur niet zal
zijn te overzien. Dan zal de strijd in
de lucht moeten worden uitgestre
den. Dan zal er zooveel smart en
ellende over fle burgerbevolking
moeten worden uitgestrooid, tot het
lijden van een der partijen ondrage
lijk is geworden en een volk om
genade smeekt dan wel zijn regee
ring tot overgave dwingt.
Wat het krijgsbedrijf tot heden op
leverde was: het schoonvegen van
de zeeën door de Engelschen; het
torpedeeren hier en daar van een
Britsehe vrachtvaarder (in een enkel
geval van een passagiersschip) door
Duitsche onderzeeërs; Engelsche es-
kadervluchten boven Duitsch gebied
voor propagandadoeleinden; een En-
gelsch luchtbombardement op Duit
sche havens, waarbij de Engelschen
verscheidene toestellen verloren; een
Poolsche luchtraid tot boven Berlijn;
Duitsche luchtbombardementen boven
tal van Poolsche steden, waarbg
vele honderden dooden vielen; en
tenslotte de geleidelijke voortdrin-
ging van het Duitsche leger op
Poolsch territoir.
VENRAY, 9 Sept. 1939
STAAT VAN OORLOG.
De Burgemeester van Venray
maakt bekend, dat bij Koninklijk
Besluit met ingang van 1 Sept.
1939 deze gemeente in STAAT
VAN OORLOG is verklaard
en vestigt de aandacht op het
overzicht van de voornaamste
wetsbepalingen betreffende den
thans ingetreden BIJZONDE-
REN RECHTSTOESTAND,
hetwelk op de daarvoor be
stemde plaatsen is aangeplakt.
De Burgemeester voornd.
A. H. M. JANSSEN.
MILITAIRE INUNDATIëN.
De Chef der inundatiën in het
Peelgebied brengt ter kennis,
dat de Minister van Defensie,
op grond van Artikel 1 der Wet
van 15 April 1896, Staatsblad
No. 71 (Militaire Inundatiewet)
den last heeft verstrekt tot het
voorbereiden van de Militaire
Inundatiën.
Dientengevolge zal in deze
gemeente, op grond van Artikel
2 dier Wet, op last van de
Militaire Overheid ter plaatse