Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. DE RADIO. Uit den Raad. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter P. Pubben en H. Janssen tot wethouder gekozen. Rede van het raadslid van Haren. Buitenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 9 September 1939 Zestigste Jaargang No 36 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter Onze Lieve Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM. TEN VLOEK EN TEN ZEGEN. PRAAT ME NIET OVER OORLOG. In de laatste weken is den mensch de radio een onwaar deerbaar bezit geweest. Terwijl we in bange verwachting waren of we den vrede zouden behou den dan wel den oorlog kregen te aanvaarden, wekten de voort durend per radio verspreide be richten over den stand van zaken of het door den aether gestuwde bemoedigende woord van de Koningin of van een anderen gezagsdrager, de ontspanning des gemoeds, welke we van tijd tot tijd noodig hadden. Deze uitvinding is den mensch waarlijk tot grooten zegen ge worden. Om dat goed te beseffen, lette men maar eens op het gemak, dat de regelmatige oerichtgeving over crisis-, in het bijzonder over distributie-maatregelen ons op levert. En men lette vooral op de vele S.O.S.-berichten, die per radio naar onze gemobiliseerde medeburgers uitgaan. Eiken dag tienlallen Vijf en twintig jaar geleden waren er ook 'n paar honderd duizend jongemannen onder de wapenen geroepen en ook toen konden dezen slechts per veld post worden bereikl; ook toen was hun standplaats, althans ge durende den eersten tijd, aan hun familie onbekend. Hoe velen toen hun vader of moeder, hun echtgenoote of kind hebben moeten verliezen zonder dat ze in staat zijn geweest om deze dierbaren nog levend te zien en afscheid van ze te nemen, begrijpen we nu pas, terwijl we dagelijks de tientallen bliksem snelle S.O.S.-berichten liooren. Denken we ons eens in, dat iedere gemobiliseerde gemiddeld 4 naaste familieleden heeft, dan beteekent dat voor 300.000 ge- mobiliseerden een familieaanhang van 1.200.000 personen. Welnu, in een bevolkingsgroep van tesamen anderhalf millioen zielen, doen zich dagelijks ge vallen van sterfte voor of andere schokkende evenementen. Een S.O.S per radio en de naast betrokkenen, thans in dienst van het vaderland, weten wat er is gebeurd en ze weten dus ook, wat ze te doen staat. Radio is een zegen. Maar helaas alles wat den mensch ten zegen strekt, wordt hem ook ten verderve aange wend. We prijzen de radio om het nut, dat ze ons in oorlogstijd verschaft, mitèr... zou er op het oogenblik wel oorlog zijn, ais de radio er niet was geweest Is ook deze uitvinding, evenals die van de boekdrukkunst, niet misbruikt om de volkeren tegen elkaar op te zetten en een pro paganda te voeren, welke tot haat, nijd en afgunst leidde Is door de verspreiding per radio van leugenberichten, de huidige oorlog niet voorbereid Zou een zekere staatsman er zonder de radio wel in geslaagd zijn om zijn volk op te zweepen tot nationalen hartstocht en de overige wereld te vervullen van weerzin De radio heeft dus ook veel slechts op haar geweten. Zij zelf is goed en nuttig, maar de menschheid belaadde 't radio-ge weten met een ontzettende schuld. Het is de vloek der mensch heid, dat zoovelen er op bedacht zijn, hoe ze het goede, ons ge schonken, ten kwade kunnen aan wenden. Over de wijze, waarop in den laatsten tijd persbureau en om- roepvereeniging de radio onsvolk ten nutte heeft doen zijn, kan men slechts dankbaar gestemd wezen. Maar thans ga men een voor zichtige matiging betrachten. We herinneren ons, hoe in het laatste jaar van den vorigen oor log speldjes ter markt verschenen welke 'n schildje voerden, waar op zwart op wit te lezen stond: „Praat me niet over den oorlog' De meeste menschen hechtten zich aanstonds zoo'n speldje op den revers van hun jas. Deze aanstellerij was nu juist niet bepaald karaktervol. Men mag niet voorgeven, dat men geen interesse heeft voor een wereldgebeuren, dat talloozen miilioenen nood, leed en rouw bezorgt. Maar overigens is het wel te begrijpen, dat menigeen het te machtig werd om dag in dag uit thuis, in tram, trein, autobus en café en bij den kapper en op straat dódrgezaagd te worden met gepraat over den oorlog. Men passé op, dat straks niet algemeen de wensch groeit: zet alsjeblief geen radio aan Een uitzonderlijk-belangrijk oor logsbericht per radio, soit Maar de normale berichtgeving late men een taak van de pers, die haar schotels, geleerd door de practijk, zóó gevarieerd op dient, dat ze nimmer onlust zui len wekken. Md. Dinsdag 5 September des nam. om half 4 vergaderde de Raad der ge meente Venray. VoorzitterBurgemeester A. H. M. Janssen. Secretaris van Haaren. Tegenwoordig alle leden. Nadat de nieuwe Raad volgens ancienr Weit aan de groene tafel had plaats genomen, opende de Voorzit ter de vergadering met gebed en stelde aan de orde agendapunt: 1. Beëediging der bij Raadsbesluit van 14 Juli 1939 tot lid van den Raad benoemd-verklaarden. Achtereenvolgens legden de leden in handen van den Voorzitter de bg de Wet gevorderde eeden af en hield daarna een korte rede, waarbij hij de leden feliciteerde met hunne be noeming, er op wijzende, dat zij door hun verkiezing zitting hadden in het hoogste college der gemeente. Het wel en wee der gemeente is, mijne heeren, voor vier achtereen volgende jaren in uwe handen gelegd, wat in onze minder rooskleurige tijden aller krachten zal vorderen. De werkloosheid, die langzamerhand in onze gemeente verdween, is ge' volgd door een alles met vernietiging bedreigende wereldbrand. Moge we door Gods goedheid van rampen gevrijwaard blijven. Toch zullen ook wij niet ontkomen aan de economische gevolgen en de funeste gevolgen moeten dragen. Moge de Raad dan, den spreuk Eendracht maakt macht" gedachtig, als mannen van de daad, eendrachtig samenwerken. Mogen de leden steeds denken aan hun zoo juist afgelegde eeden, zich steeds de vraag stellen hoe dienen we de belangen der ge meente het best. Met zulk voorne men bezield, kunnen we de toekomst onbevreesd tegemoet gaan. Laten we steeds onze toevlucht nemen tot God bij het besturen der gemeente. Nadat de Raad blijk had gegeven hiermede in te stemmen, stelde de Voorzitter aan de orde agendapunt 2, waarna de Heer van Haren verlof kreeg tot het houden der navolgende rede Mijnheer de Vóorzitter. Het zij mij vergund, alvorens tot stemming voor de verkiezing van Wethouders over te gaan, eene korte beschouwing hierover te houden. Ik zeg verkiezing, Mijnheer de Voorzitter, in den waren zin is het echter geen verkiezing, want na hetgeen ons bekend is geworden, wat in verband hiermede heeft plaats gehad, noemen we het liever bij den waren naam „konkelarij". Personen van een lijst, die steeds verklaard hebben niets metdedissi- dentenlijst te doen te willen hebben, hebben zich ondanks die uitlatingen met elkaar vereenigd om zeker te zijn van een kans teleurstellingen zrjn hierbij natuurlijk niet uitgeble ven. Zoo juist hebben de Heeren hunnen eed gezworen, dat zij ten allen tijde de belangen der Gemeente zullen behartigen. Er is hier echter met een dergelijke manoeuvre geeD sprake van behartiging der gemeentebelan gen, hier is het spreekwoord van toepassing „Het doel heiligt de middelen", hier is egoïsme en niets anders de drijfveer. Als men decre teert „ik moet Wethouder worden' en men neemt dan elk middel daar voor te baat, dan noem ik dat niet het dienen van gemeenschappelijke belangen, maar eigen belang behar tigen. Wethouders kiezen beteekent, het werkelijk kiezen van degenen uit ons middeD, die in staat zijn de verantwoordelijkheid voor dat ambt te dragen en van wien men redelijker wijze mag verwachten, dat zij ook competent zijn de gemeentebelangen behoorlijk te dienen. Alvorens tot de formaliteit, want zoo zou ik het in dit geval willen noemen, over te gaan meen ik de Heeren dus nog eens te mogen wijzen op den ernst van de handeling, welke zij gaan verrichten en vraag mij af, óf als de stemming uitvalt, zooals reeds eenige dagen verkondigd is de Heeren het algemeen belang der gemeente hebben gediend, óf zij hunnen afgelegden eed hebben ge stand gedaan, óf zij de draagwijdte hunner daad hebben overzien en of zij begrijpen, dat zij een blaam werpen op den Raad en op de ge- heele Gemeente. En dit te meer in deze moeilijke tijden, waarin voor het Gemeentebestuur zoo vaak be. langrijke besluiten moeten worden genomen. Wij hopen echter, dat het gezond verstand zal mogen zegevie ren. Mijnheer de Voorzitter. Zondag nog heeft onze Herder gewezen op het moreel verval, wat ook in onze Parochie en Gemeente zijn weg heeft gevonden. Het schijnt mij toe, dat Hij een waar woord heeft gesproken. Mijnheer de Voorzitter. Indien de verkiezing mocht uitvallen volgens den onverantwoordelijken opzet, wil ik bij voorbaat reeds mededeelen, dat ik alsdan de verantwoordelijk heid als raadslid niet langer durf te dragen en mij verplicht zal gevoelen mijn ontslag in te dienen. Bij de eerste stemming werden de stemmen uitgebracht11 op Pubben, 3 op Reintjes, 1 blanco, zoodat de Heer Pubben gekozen was. Op de vraag van den Voorzitter of hij deze benoeming aanneemt, antwoordt de Heer Pubben, dat hij dankt voor het in hem gestelde ver trouwen en gezien de groote meer derheid der stemmen, deze benoe ming gaarne aan te nemen onder toezegging zijner beste krachten. Bij de tweede stemming verkreeg van Boven 7 stemmen, van Haren 3, Janssen 3 en Reintjes 1 stem, terwijl 1 stem blanco uitgebracht werd. Ook de volgende stemming had geen definitief resultaat, daar 6 stemmen op van Boven, 1 op van Haren, 6 op Janssen, 1 op Reintjes en 1 stem blanco werd uitgebracht. Daar nog niemand de meerderheid behaald had, was er herstemming noodig tusschen van Boven en Jans sen, waarbij Janssen 9 en van Boven 6 stemmen behaalde, zoodat Janssen gekozen was, die op de vraag van den Voorzitter of hij deze verkiezing aannam, bevestigend antwoordde. De Voorzitter feliciteert de nieuw gekozen wethouders in enkele woor den. 3. Ingekomen stukken en mede- deelingen a. besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring raadsbesluit van 14 Juli j.l. tot het aangaan eener lee ning groot f 56000.bij de Holland- sche Sociëteit van Levensverzeke ringen N.V. te Amsterdam b. idem, betreffende wijziging ge- meentebegrooting 1938 (gewone dienst) c. idem, betreffende wijzigiDg ge- meentebegrooting 1938 (kapitaal- dienst) d. idem, betreffende wijziging ge- meentebegrooting 1939 (gewone- en kapitaaldienst) e. idem, tot ruiling, aanvaarding en kostelooze overdracht van enkele strooken grond in verband met de verbeteriDg van den weg loopende van den weg VenrayDeurne nabij de kapel te Veltum, naar den weg Venray—Venlo. f. idem, tot goedkeuring raadsbe sluit 16 Juni tot aankoop en ruiling van verschillende strooken grond in verband met verbetering Merselo- scheweg. g. idem, tot verkoop aan de afd. Ysselsteyn van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond van een perceel grond, kadastraal bekend, Sectie H Nr. 2057, ged. groot 26 aren. h. bericht van ontvangst door Gedeputeerde Staten van de door den Raad op 14 Juli j.l. vastgestelde verordening tot bepaling van maxi mum-snelheid in de gemeente Venray. Voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de in 1933 verpach te perceelen bouw- en weiland in het Venraysche broek (kad. sectie H 1218), welke pacht met 31 October 1939 afloopt, met ingang van INov. 1939 ondershands tegen dezelfde pachtprijzen wederom aan de tegen woordige pachters te verpachten met uitzondering van de toen door Th. H. de Riet en H. M. Clephas ge pachte peceelen, welke pachters niet meer in aanmerking wenschen te komen. Wat betreft deze beide per ceelen wordt voorgesteld het eerste groot circa 90 aren ondershands te verpachten voor f 51.per jaar (tegenwoordige pachtprijs) aan H. Coopmans, Laagheidscheweg A 15 te Venray, en laatstgenoemd perceel voor openbare verpachting in aan merking te brengen. Bij openbare verpachting van 18 September 1933 werden ingaande 1 2/ovember van dat jaar voor 6 jaren verpacht in het Venr. Broek een perceel groot circa 1.44 H.A. aan M. H. Voermans, Laagheide, tegen f 45.- per jaar; twee perceelen, groot te samen circa 2.88 H.A., aan Th. J. Coenders, Henseniusplein 16, te samen tegen f 100.- per jaar een perceel groot circa 1.10 H.A., aan C. Hoedemakers, Endepoel N 22, tegen f 51.- per jaar twee perceelen groot te samen 2.76 H.A., aan Th. van Kessel, Laag heide A 11, tesamen tegen f 85.- per jaar een perceel groot 0.62 H.A. aan H. M. Clephas, Beekweg 10, tegen f 47 per jaar een perceel groot circa 0.90 H.A. aan Th. H. de Riet, Heuvelstraat 17, tegen f 51 per jaar. Verder werd bij onderhandsche akte dd. 14 September 1933, even eens met ingang van 1 November ..v. voor 6 jaren verpacht een perceel in het Venraysch Broek (Sectie A 1218) groot circa 37 a., aan M. Linders, Endepoel B 30, voor den prijs van f 14.80 per jaar. Met uitzondering van Th. H. de Riet en H. M. Clephas hebben nu deze pachters verzocht om voor her- verpachting in aanmerking te mogen komen. Aangezien die aanvragers goede pachters zijn gebleken en zij ook overigens aan hunne verplich tingen steeds hebben voldaan, zijn Burgemeester en Wethouders van oordeel, dat tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat. Voor het perceel van de Riet zag zich gaarne in aanmerking gebracht H. Coopmans van de Laagheidsche weg, die al sedert een paar jaren practisch het perceel in gebruik heeft gehad van de Riet, hoewel deze uiteraard tegenover de gemeente aansprakelijk pachter bleef. Ook aan het verzoek van Coopmans kan naar de meening van B. en W. worden voldaan. Het overblijvend perceel (Clephas) ware te bestemmen voor openbare verpachting. Na ampele bespreking z.h.s. goed gekeurd. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan het Algemeen Burgerlijk Armbestuur voor 1939 een aanvullingssubsidie van f 3500 te willen toestaan. Het desbetreffend gemotiveerd verzoek van het Armbestuur ligt ter inzage voor de Heeren Raads leden. Z.h.s. goedgekeurd. Hierna bracht de Voorzitter nog ter tafel: Voorstel van B. en W. om aan Gooren te Ysselsteyn te verkoopen een strook grond van 3 x 100 meter tegen den prijs van f 14.per are, welke strook grond langs zijn eigen dom ligt, en hem bij het bouwen zeer goed te pas komt. Z.h.s. goedgekeurd. Voorstel van B. en W. inzake ver- bouwingskosten Postkantoor alhier. De kosten bedragen in totaal f 1470. Z.h.s. goedgekeurd. De Heer Arts wijst op den onhoud- baren toestand in de Draalstraat, waar het hemelwater geen afvoer heeft, zeer tot last der bewoners dier straat. De Heer Odenhoven vraagt wan neer het door de Gemeente aange kochte onbewoonbaar verklaarde huis in de Draalstraat wordt afge broken. De Voorzitter antwoordt, dat het door den Heer Arts bedoelde zal worden onderzocht. De door den Heer Odenhoven bedoelde afbraak volgt ter zijner tijd. De Heer Pijls informeert naar de komst van de sirene voor luchtalarm bij oorlogsgevaar en om zulk een sirene op den toren te plaatsen. De Voorzitter meent, dat het beter zijn zal meerdere sirenes op diverse punten te plaatsen. Na een korte bespreking in geheime zitting, werden B. en W. gemachtigd om de noodige uitgaven te doen voor den weg Ysselsteyn. Niemand het woord meer verlan gende, sluit de Voorzitter de verga ring met gebed. De algemeene toestand, Politieke ontwikkeling inde inter nationale betrekkingen valt van de laatste dagen niet te vermelden, Italië houdt zich nog steeds voor zichtig op den achtergrond en Spanje heeft aan de Fransche regeering een besluit tot handhaving van een strikte neutraliteit doen toekomen. Als gevolg van een en ander houden nu ook Turkije en Portugal zich voor het oogenblik nog stil. Op den Balkan heerscht een zwaar gewa pende rustwantrouwend blikt men daar naar elkander en vooral naar Rusland. De Sovjets blijven een on zekere factor in de huidige situatie. Velen vreezen, dat de Russen niets zullen nalaten om het conflict zich te doen verbreiden, opdat meer en meer landen in den oorlog zullen worden betrokken en het Europee, sche politieke water zóó troebel wordt, dat de communistische vis- schers de buit overal voor het grijpen krijgen. Voorloopig echter gaat de strijd nog „slechts" tusschen de Duitschers eenerzijds en de Polen, Franschen en Engelschen (verdeeld over twee fronten) anderszijds. Engeland kreeg machtige hulp toegezegd uit zoo goed als alle dominions, maar deze hulp zal zich pas over langen tgd geldend kunnen maken. Oppervlakkig bekeken, ontwikkelt de oorlogstoestand zich vrijwel pre cies, zooals de Duitschers zich heb ben voorgesteld. Polen wordt ge leidelik waarschijnlijk echter in langzamer tempo dan. de Duitschers zich hadden voorgesteld onder den voet geloopen en in het Westen ljjken de partijen zich over en weer te hebben genesteld in tegenover elkaar gelegen sterke, diepe, z.g. onneembare linies (honderd maal sterker, zoo zei Hitler, dan die, welke de geallieerden in den oorlog van '14—'18 tevergeefs hebben ge tracht te doorbreken) én.... daar wachten de partijen thans af, of het zal gaan vriezen of blijft dooien. Zoo beziet de massa, ook ten onzent, de gesteldheid aan het front en ze vraagt zich af, wat er van dezen oorlog moet worden, Wanneer Polen zoo stelt men zich voor straks vernietigd zal zijn, is de strijd bij gebreke aan verdere ontwikkelingsmogelijkheden afgeloopen. De Duitschers zullen in hun Siegfrledlinie een Horst Wessel- plaatje op hun gramofoon zetten en de Franschen laten de Marseilleise schetteren, maar tenslotte zal men tot de conclusie komen, dat het beste maar is om weer naar huis terug te gaan en hier en daar een kleine wacht met een korporaal aan het hoofd in de betonnen grenswer- ken achter te laten. Zal het inderdaad zoo ongeveer gaan De eerste Fransche oorlogscom muniqué's lijken deze voorstelling te bevestigen. „We hebben contact met den vijand, maar verder geen nieuws". Deze communiqué's vormen als het ware een herhaling van de frontberichten uit '14'18, toen de partijen ook in den grond tegenover elkaar lagen, communiqué's die Remarque aanleiding gaven tot het schrijven van zijn beroemde werk Uit bet Westen geen nieuws. Toen school onder die stereotiepe mededeeling de ontzettende ellende van duizenden, die dagelgks in den dood werden gedreven: door een onder een loopgraaf tot ontploffing gebrachte mjjn of door een misluk ten stormaanval, of door een gif gasoorlog. of door sper- en trommel vuur. Maar deze oorlogskunstjes hebben voor heden afgedaan. De stellingen zijn gescheiden door rivie ren en dus valt er niets te onder graven gassen hebben geen invloed op de gemaskerde en diep onder den grond verscholen mannen vaa de tegenpartij een stormaanval ge steld dat er geen scheidende rivier ware is nutteloos op een loop graat, welke onderdeel is van een stelsel van betonnen linies, tot ver scheidene kilometers diepte onder ling verbonden door gangen, liften, spoortjes enz. Dus zal er practisch niets gebeu ren aan het Westfront Dan zou de oorlogsverklaring van Frankrgk en Engeland een droeve comedie zijn geweest. Neen, o.i. dwaalt de publieke opinie. De mensch kan niets onneembaars bouwen tegen de alvernietigende kracht van het moderne oorlogstuig, dat zich in gelijke mate ontwikkelde als de verdedigingstaktiek zulks heeft gedaan. In eiken oorlog zijn onneembaar geachte verdedigings werken gevallen, denken we maar eens aan het lot van de „onneem bare vesting" Antwerpen in 1914 Wanneer op het oogenblik eender partijen haar artilleristische kracht zooveel mogelijk concentreert op een stuk van het front, waar ze een doorbraak wil pogen te ondernemen, dan zoo kan men aannemen is geen verdedigingswerk bestand. Dat Duitscbland zulke poging in afzienbaren tijd zal wagen, kan men uitgesloten achten. Het heeft de handen vol in Polen. Maar als het in Polen klaar is, ja dan.... Daaruit volgt vanzelfsprekend, dat de geallieerden zulk een poging zul len moeten ondernemen vóór Duitsch- land in Polen klaar is. O.L kan zeer binnenkort een ont zettend offensief der geallieerden in het Westen worden verwacht, een strijd, welke de hevigste uit de ge schiedenis zal zijn. Zoo'n misschien beslissende strijd eischt een in tensieve voorbereiding: concentraties van troepen, materiaal en reserves op bepaalde punten. Als de slag een maal is begonnen, mag niets ont breken van wat noodig is om mis rekeningen te herstellen en om van een gelukken van de doorbraak de daarmee bedoelde profijten te trek ken. Men begrijpe wel, dat vóór dit groote offensief niets anders kan worden ondernomen. Het heeft vol strekt geen zin om hier of daar wat te gaan schieten of wat bommen te laten vallen op een Siegfried- dan op een Maginotliuie. Aan het West front heerscht óf volkomen rust óf de oorlogshel laait op bepaalde punten uit in een woede, waar van geen Dante ons een schildering zou vermogen te geven. Zeker, het is mogelijk, dat de linies, over en weer, tegen de hevigste aan vallen erop, bestand zouden blaken. In dat geval gaan we een oorlog tegemoet, waarvan de duur niet zal zijn te overzien. Dan zal de strijd in de lucht moeten worden uitgestre den. Dan zal er zooveel smart en ellende over fle burgerbevolking moeten worden uitgestrooid, tot het lijden van een der partijen ondrage lijk is geworden en een volk om genade smeekt dan wel zijn regee ring tot overgave dwingt. Wat het krijgsbedrijf tot heden op leverde was: het schoonvegen van de zeeën door de Engelschen; het torpedeeren hier en daar van een Britsehe vrachtvaarder (in een enkel geval van een passagiersschip) door Duitsche onderzeeërs; Engelsche es- kadervluchten boven Duitsch gebied voor propagandadoeleinden; een En- gelsch luchtbombardement op Duit sche havens, waarbij de Engelschen verscheidene toestellen verloren; een Poolsche luchtraid tot boven Berlijn; Duitsche luchtbombardementen boven tal van Poolsche steden, waarbg vele honderden dooden vielen; en tenslotte de geleidelijke voortdrin- ging van het Duitsche leger op Poolsch territoir. VENRAY, 9 Sept. 1939 STAAT VAN OORLOG. De Burgemeester van Venray maakt bekend, dat bij Koninklijk Besluit met ingang van 1 Sept. 1939 deze gemeente in STAAT VAN OORLOG is verklaard en vestigt de aandacht op het overzicht van de voornaamste wetsbepalingen betreffende den thans ingetreden BIJZONDE- REN RECHTSTOESTAND, hetwelk op de daarvoor be stemde plaatsen is aangeplakt. De Burgemeester voornd. A. H. M. JANSSEN. MILITAIRE INUNDATIëN. De Chef der inundatiën in het Peelgebied brengt ter kennis, dat de Minister van Defensie, op grond van Artikel 1 der Wet van 15 April 1896, Staatsblad No. 71 (Militaire Inundatiewet) den last heeft verstrekt tot het voorbereiden van de Militaire Inundatiën. Dientengevolge zal in deze gemeente, op grond van Artikel 2 dier Wet, op last van de Militaire Overheid ter plaatse

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1