DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Colijn V.
Oude sociëteitspoli-
tiek in nieuwe vorm.
Ons weekpraatje.
Krakelingen.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 29 Juli 1939
Zestigste Jaargang No 30
Onze Lieve Vrouw
„Behoudenis der Kranken"
OOSTRUM.
Een dezer dagen kwain ik met
den liberalen burgemeester van
een Nederlandsch stadje te spre
ken over den goeden ouden, dus
liberalen tijd uit de politieke ge
schiedenis van ons land.
Het „laissez faire, laissez aller"
heeft de overheid weerhouden
van heel wat zorgen voor de
toekomst en deze onthouding
was volkomen naar den zin van
den toenmaligen Nederlander, die
liberaal of niet in den poli-
tieken zin des woords in
zorgelooze liberaliteit slechts aan
zijn oogenblikkelijk welzijn dacht.
Maar nu, zoo zuchtte de nog
altijd liberale burgemeester, zitten
we voor de gevolgen: voor de
noodzakelijke verbeteringen op
verkeersgebied, vooi volkshuis
vesting enz. moeten thans de
gronden tegen goud worden ge
kocht, terwijl men die eeriijds
bijna voor niets in het bezit der
gemeenschap had kunnen beko
men. En zie eens, wat er aan
schoonheid is vernield en wat
'n ordeningsmogelijkheden er zijn
geschaad door een stelsellooze
bebouwing 1
Ik kan me de treurnis van mijn
zegsman begrijpen. Hij hoeft zich
het liberale verleden echter niet
te schamen, in elk verleden
politiek, religieus of persoonlijk,
staan feiten geteekend, welke
men in het licht van den nieuwen
tijd graag ongedaan zou willen
maken. In de jaren van liberale
macht in ons land, was er ook
veel, dat aantrok en de politiek
gezellig maakte, tot het gemoe
delijke toe.
De politiek was toen nog ge
reserveerd voor de heeren en
ze werd in hoofdzaak bedreven
rond de bittertafel. In de sociëteit
„Eendracht" of ..Burgers welzijn"
werden de candidaten gesteld
voor den gemeenleraad en dikwijls
waren dezen nog niet de slecht-
sten. Ook de kiezer had in die
dagen een sterk gevoel van wat
paste in de politiek en wat niet.
Zelfs toen de politieke eman
cipatie der massa zich reeds
geruimen tijd had ingezet, kwa
men velen nog maar moeilijk
los van de oude conventie.
Ik herinner me een gemeente
raadsverkiezing in een Zuid-Hol-
landsche stad, - omstreeks 30
jaar geleden. Ik kocht een paar
handschoenen in „de"zaak voor
dat artikel. Naast handschoenen
kon men er nog slechts voor een
mooie das terecht. Wat je noemt:
een chique zaak. Met den eige
naar kwam ik te praten over de
verkiezing.
Zeker, zékerrr 1 zei me de
winkelier, ik ben Rrroomsch Ka
tholiek en ben ook lid van de
Rrroomsch Katholieke Kiesveree-
niging. Mèr u moet niet g'loove,
g'loove zeg ik, dat ik op dien
Voskuil zal stemmen 1 ik vraeg
me af: waer moet het heen, als
we 'n melkboer, 'n melkboer
m'nheer! in den rèd gaan brengen?
Dan blijf ik liever liberael stem
men, m'nheer. Dokter Scheltema
is tenminste een héér, m'heer
En tóch: die mijnheer Voskuil
was niet eens 'n hoorige. Hij
had een winkel, minstens zoo
groot als die van den dassen-
mijr.heer, maar Voskuil verkocht
melk, boter, kaas en eieren en
kon dus geen heer genoemd
worden. Althans niet naar de
inzichten van dien tijd. En libe
rale politiek was een „heeren"-
zaak.
En zóó zal het wel goed zijn
geweest, want van politieke be
langstelling en interesse bléék
toen nog maar enkel op de soos;
de massa had noch politiek be
wustzijn, noch politieke scholing.
o—
Dat laatste is tegenwoordig
heel anders. Iedereen weet wat-
ie wil op staatkundig gebied.
Hoe hij aan zijn weetje komt,
daarop moge wat zijn af te din
gen, op zijn wil valt niets af te
dingen. Als die wil er is, heeft
hij zijn grondwettig recclit op
geldendmaking in het staatkun
dig leven.
Zóó staat het bepaald in onze
constitutie.
De constitutie vereischt, dat de
regeering naar democratisch recht
steunt op een zekere meerder
heid in de volksvertegenwoordi
ging. Immers, onze constitutie
erkent de volksvertegenwoordi
ging als de hoogste besturende
en wetgevende macht en deze
kan haar taak slechts naar be-
hooren uitoefenen onder een
kabinet, dat met haar, de Sta-
ten-Generaal, homogeen is. Dat
kabinet behoeft daarom nog geen
politieke samenstelling te hebben.
Het kan ook een zakenkabinet
zijn of een koninklijk kabinet,
een extra-parlementair kabinet.
Mits zijn optreden in de politieke
omstandigheden van 't oogenblik
past.
Velen vragen zich op het oogen
blik niet zonder zorg af, of het
vijfde kabinet Colijn inderdaad
nog den juisten democratischen
dus (voor Nederland) constitu-
tioneelen grondslag heeft.
Men doet niets tekort aan de
ongetwijfeld groote kwaliteiten
van den heer Colijn door vast te
stellen en dan mag daarbij
van een zekere onrust blijken
dat hij niet meer af te schudden
lijkt van de macht, waartoe hij
oorspronkelijk langs den weg der
parlementaire democratie werd
geroepen.
Reeds eerder verzekerde de
heer Colijn zich den terugkeer
aan het bewind door zich een
opdracht in de ruimste beteeke-
nis te verzekeren, nadat anderen
in de kabinetsformafie hadden
gefaald, omdat de hun verstrekte
opdracht van een te beperk-
ten aard was.
Over de „schuld" aan de jong
ste kabinetscrisis kunnen we
zwijgen. Vast staat, dat aanleiding
tot de crisis werd de overtuiging
van den heer Colijn, dat de uit
gaven ter bestrijding van de
werkloosheid en dezer gevolgen
moesten worden ingekort, terwijl
de R.K. ministers, daarin gesteund
door heel hun partij alsmede
door het inzicht van sociaal- en
vrijzinnig democraten, alsmede
van een aantal C.H.'s van gevoe
len waren en bleven, dat werk-
loosheidszorg van even groot
belang moet worden geacht als
de militaire weerbaarmaking van
ons land, m.a.w., dat op de
werkloosheidsuitgaven niet aan
merkelijk kon worden besnoeid.
Dr. Colijn's standpunt wordt
door ternauwernood 25 pet. van
de volksvertegenwoordiging ge
deeld; voor 75 pet. dezer beant
woordt de nog tot nog toe ge
voerde werkloosheidspoli tiek aan
minimum-eischen.
Een natuurlijke en constitulio-
neele oplossing der kabinetscrisis
ware geweest: een opdracht aan
een actieve parlementaire figuur
uit het kamp der R.K.'S, V.D.'s
of C.H.'s. Of zulke opdracht tot
een uitvoering zou kunnen zijn
gekomen, is een andere vraag,
nu ze niet werd verleend,
behoeven we ons over de moge
lijkheid van het resultaat niet
druk te maken.
Een opdracht werd éérst ver
leend aan Dr. Colijn, toen aan
een katholieke persoonlijkheid,
die, hoe groot ook zijn politieke
verdienste voor de R.K. Staats
partij in een thans afgesloten
tijdperk is geweest, buiten de
practische politiek van het heden
staat en geenszins meer een
exponent kan worden geacht van
de ideeën, welke de R.K. Staats
partij in de crisisjaren hebben
bezield en geleid.
Na de mislukte en vooraf reeds
tot mislukking gedoemde poging
van den heer Kooien, werd de
heer Colijn weer met de vorming
van een kabinet belast.
Dat deze gang van zaken door
zoovelen was voorzien en in
leidende dagbladen was voor
speld, m.a.w. het feit, dat als
vaststaand werd aangenomen, dat
de heer Colijn zich vóóraf zijn
eigen terugkeer heeft verzekerd,
deze gedachte is funest voor
het geloof aan- en het vertrouwen
in: onze constitutioneele grond
slagen.
Het vijfde kabinet-CoIijn is
gevormd op de wijze, waarop
een halve eeuw geleden in ons
land politiek werd oedreven. Er
is een stel toegegeven zeer
bekwame en achtenswaardige
menschen bijeengebrachl;niemand
weet hoe en waarom. De vijfde
regeering-Coiijn mist parlemen
tairen grondslag; haar optreden
wordt door 75 pet. van ons volk
zelfs als een uitdaging van het
parlement beschouwd.
Roomsch-Katholieken, Vrijz.
Democraten hebben geweigerd
om deel te hebben aan de vor
ming dezer regeering.
We moeten van een man als
Colijn aannemen, dat hij niet de
onmisbaarheid van zijn persoon,
maar wel de onmisbaarheid van
zijn politiek voor het welzijn van
het land als een noodzaak aan
merkt voor zijn geforceerde te
rugkeer in de leiding der re
geering.
Maar zóó zien anderen hun
politiek even eerlijk er. overtuigd.
Er is in breeden kring onrust
in ons volk, waarbij de politiek
op den achtergrond raakt, maar
de zorg voor onze constitutie
naar voren dringt.
Het is fataal, dat zich hun
verantwoordelijkheid bewuste or
ganen, als b.v. De Maasbode, in
het optreden der vijfde regeering
Colijn een bedreiging van onze
staatkundige vrijheid meenen te
moeten zien en van de demo-
cratisch-parlementaire rechten.
,De Maasbode" herinnert in
dat verband aan een uitlating
van Troelstra in 1923 gedaan
over Colijn, toen deze hem aan
duidde als:
„de verpersoonlijking van het
in den grond fascistisch streven,
dat in de plaats van democra
tie en overleg stelt de dictatuur
van den sterken man", waaraan
Troelstra had toegevoegd: „Men
moet met dezen man voorzich
tig zijn. Hij behoort tot die
drijvers, die in staat zijn alles
op haren en snaren te zetten,
om een beroering in het volk
te verwekken, die hem in staat
zou stellen, óf zijn figuur te
redden, óf zijn „onmisbaarheid"
te toonen en zijr. haan koning
te laten kraaien".
Deze diagnose en prognose
verklaart De Maasbode voor te
hard. Wat ze ook naar onzen
smaak is. Het is echter teekenend
voor de huidige parlementaire
situatie, dat dergelijke kenschet
sing van het streven van een
Nederlandschen regeeringsleider
op serieuze wijze in het politieke
geding wordt gebracht.
Het is te hopen, dat óf Colijn
het aan de Kamers zal kunnen
duidelijk maken, dat zijn herop
treden door constitutie en parle
mentaire traditie wordt gedekt,
öf dat de Kamers in het
tegenovergestelde geval - con
stitutie er parlementaire traditie
tegenover de regeering zal blij
ken te kunnen verdedigen.
Md.
VACANTIE.
VER EN LEKKER 1
Het verschil tusschen Dommel
en Nijl.
„Thuis" heb ik 'n beetje, wat je
noemt, nou ja, „woorden", mag
ik niet zeggen en „hommeles" klinkt
erg ordinair, maar toch... Om kort
te gaan: het goede woord wil me
niet te binnen schieten, maar de
lezer begrijpt me weL
't Zit zóó, och, eigenlijk heeft
de lezer er niets mee te maken. Wg,
mannen, we hebben allen ons eigen
verdriet „thuis". Maar ik wil vrijwil
lig toch iets van het mijne mee
deelen.
Stelt u zich van mij eens voor, dat
ik woon... In „Best" b.v.! Dat lijkt
me een heel geschikte benaming. U
weet; Best ligt in Noord-Brabant. En
in de buurt daarvan, op 'n afstand
van 'n kilometer-of-zóó, laat ik zeg
gen: twintig kilometers, stroomt een
riviertje: de DommeL De benaming
„Dommel" lijkt me voor 'n man in
vacantiestemming al weer buiten
gewoon geschikt.
Op 'n zomerschen keer kom ik
thuis» let wel: in Best nadat
ik uit hoofde mijner professie dien
dag toevallig in de Dommel-contreien
heb gedwaald. Ik was bekoord door
het beeld van vette, groene weiden,
grillig doorschoten met eikenwal
letjes, 'n zandverstuiving op den ach
tergrond, 'n kreekje in de buurt,
mooi zwart-bont en rood-bont vee,
grillige en licht-doorschoten wolben-
formaties, serene rust: 'n stukje
verderop: 'n paar zorgelooze vis-
schers, die van de politiek véél- en
van de visch en de natuur géén
kwaad wisten; een paar gepoedelde
naakte (ofschoonbehoorlijk gezwem-
broekte) kinderen, 'n hamerende
groene specht, 'n stoeiend paar wilde
konijntjes... En een houten buiten
huisje.
Ik kom thuis te... EDfin, ik ben
begeesterd. Straks, zeg ik, in Sep
tember (want in het naseizoen is
het goedkoop) gaan we een veertien
dagen vacantie genieten in een bui
tenhuisje In een gemeubileerd bui
tenhuisje. De rivier ligt aan het
eigen» terrein. Daar kan ik visschen
en daar kunnen we zwemmen, zonne
baden, met den hond stoeien! Daar
zgn we vrij als de vogeltjes in de...
Waar klinkt nuchter de vraag.
In de lucht natuurlijk!
Ja, maar Waar
Ik blijf enthousiast en wil van mijn
begeestering meedeelen.
Aan de Dommel juich ik
Ja, aan de DommelStel je voor!
slechts 20 K.M. hier vandaan. En 'n
natuur'n Vrijheid'n Schoonheid
'n WeeldeNee, zég...
Maar op m'n enthousiasme wordt
zwaar de domper gezet.
- Aan de D-o-m-m-e-1 hoor ik
me verbaasd tegenwerpen. Aan de
D-o-m-m-e-1 't Klonk op 'n toon,
alsof ik gevraagd had om de vacan
tie in het kippenhok te gaan slijten.
Aan de D-o-m-m-e-1
Ik voelde, waar 'm de schoen
wrong.
De Dommel is maar 20 K.M. van
Best en daarom kan de Dommel niet
voor een vacantie-uitstapje in aan
merking komen. De Nijl, dat zou
heel wat anders zgn. De Nijl ligt in
Egypte en gaat niet iedereen naar
toe. De Nijl is mooi, omdat-ie ver
weg is en een geschiedenis heeft,
verbonden aan koningsgraven en
oud-Testamentisehe verhalen. Ik vind
de Dommel mooier dan de Nijl. De
Nijl is water en zand en Arabieren,
met 'n luchtje aan zich: de Dommel
een wolkenspiegeltje in groene
weiden, met... enfin, lees hiervoren.
Dat verhaaltje van bij me thuis is
maar gefantaseerd, hoorMaar vele
menschen zijn zóó, als ik ze be
schreef. Slechts wat ver is, kan mooi
Öf lekker zijn. Zoo verbeeldt men
zich
Als 'n H.B.S.-klas drie dagen be
schikbaar heeft voor 'n uitstapje,
moet Z8 naar Zwitserland: twee
dagen worden in trein en bed ge
sleten; 'n halve dag wordt op 'n boot
doorgebracht en van Zwitserland
krijgt men minder te zien dan in
een half uur Cineac.
Als de Knapenvereeniging in Erica
'n uitstapje maakt van 'n dag, wordt
er berekend, welke verte-mogelijk
heden zoo'n dag biedt. Amsterdam
kan men „halen», dus worden Artis
Schiphol op 'n drafje „gedaan1
'n Nachts om 2 uur rijdt dan 'n bus
met slapende kinderen en 'n chauf
feur, die tevergeefs poogde wakker
te blijven, ergens 'n kanaal in en als
Onze Lieve Heer niet méér hart
hadde getoond dan de begeleidende
dominee verstand, dan zouden er 35
menschenlevens in het kanaal ver
loren zgn gegaan.
De werkelijkheid is deze: te groote
inspanning weeft een waas voor het
schoone. Zoek het mooie in de om
geving en het wordt dubbel-mooi:
zoek het schoone ver en... het valt
tegen.
Tenzg men niet leeft uit de waar
heid, maar uit de suggestie.
Zoek dan 'n boom in den eigen
tuin, strek je daaronder uit in een
luien stoel en vertrek naar... droom
land.
Dat is de voordeeligste manier
van vacantie-houden.
Er is werk I Véél werk
't Is heusch waar, geachte lezers,
er is véél werk voorhanden en.... er
zgn geen liefhebbers voor. Althans
geen geschikte gegadigden. Eerzame
arbeid, goed betaald in eigen land
en... zuchtende werkgevers, die maar
geen personeel kunnen krijgen.
Ge gelooft het niet
Het staat toch in de krant. In de
Nieuwe Rotterdamsche Courant. We
zullen U het desbetreffende citaat
voor leggen:
„Allereerst wordt men steeds ge
troffen door het gebrek aan ge
schoolde arbeiders. Het is alge
meen bekend, dat in een groot
aantal gevallen overwerkvergun-
ning moet worden gegeven, omdat
nu eenmaal geen geschoolde ar
beiders te krijgen zijn. Wat zou
dan natuurlijker zijn, dan dat de
Regeering, om blijvend een grooter
aantal te werk te stellen, met
kracht deze herscholing en scholing
van arbeiders ter hand nam
Zulke beweringen leiden gemak
kelijk tot de conclusie, dat de werk-
loozen toeh eigenlijk maar een stel
slappelingen zijn, arbeidsschuwe we
zens. Want, nietwaar, zelfs al faalt
de regeering in haar plicht om maat
regelen tot herscholing en schoiing
van arbeiders te treffen, dan zouden
de „bonden" en de slachtoffers zelve
zich die gelegenheid moeten schep
pen.
Ik geloof niet, dat de N.R.C. be
wust jokt, maar uit naam van tien
duizenden jonge, werkiooze arbei
ders en uit naam van nog meerdere
vaders, die niet weten, wat ze hun
jongen moeten laten leeren, zou ik
de redactie van het Rotterdamsche
blad willen vragen:
Wees toch een beetje uitvoeriger
met zulk voor duizenden hoopvol
nieuws. Noem de vakken eens, op
welker arbeidsmarkt meer vraag
is dan aanbod. Duidt de fabrieken
en werkplaatsen eens aan, waar
men geen geschoold pensoneelkan
bekomen. Duizenden zijn bereid om
bergen van moeilijkheden te ver
zetten, teneinde te kunnen door
dringen naar een fier en werkzaam
bestaan.
Vacantie, cel en liefde.
In een onzer groote bladen las ik
een „grappig" stukje realiteit. Een
uitgestorven rechtszaal. Vacantie-
kamer. Vacantiestemming. 't Zomer
zonnetje twinkelt op de ruiten.
Uitspraken.
Twee delinquenten van verschillen
de sexe, elkander kennelijk zéér toe
gewijd, hebben het geluk, dat „hun"
uitspraken pal na elkander komen.
Voor ernstige misdrijven hebben
zij onlangs terecht gestaan en een
gestrenge gerechtigheid hield hen al
geruimen tijd gescheiden. Toen de
vrouw de beklaagdenbank verlieten
de man daar behoorde te verschijnen,
namen zij hun kans waar. Omhels
den elkander innig, nadrukkelijk, in
de directe nabijheid der veldwachters.
Onder het vergevend oog van het
college en den Officier.
Toen moesten ze uiteen. „Zn" gaat
anderhalf jaar cel „opknappen*„hij"
krijgt 12 dagen hechtenis te boeten
om vervolgens twee jaar in een
rijkswerkinrichting door te brengen.
Beiden zijn jong en zóó is de naaste
toekomst voor ze.
De rechters zijn inmiddels met
vacantie; ook de deurwaarder heeft
zgn verlof; de veldwachters zitten
ergens te visschen. En als deze en
dergelijke ordelijke menschen thuis
komen of van huis g&an, kussen ook
zij misschien hun vrouw, maar mis
schien ook... niet.
De jonge gestraften hebben mis
daden begaan, inderdaad. Wat ze
deden, was slecht. Maar tóch
hebben ze lief
En wie waarlijk liefhebben, kunnen
niet écht, niet wezenlijk slecht
zijn.
Ze moeten de omstandigheden
tegen het leven hebben gehad.
Omstandigheden van milieu, opvoe-
opvoeding, voorbeeld, verleiding.
Waren die omstandigheden anders
geweest, dan zou „hij" thans wellicht
een gerespecteerde rechter deurwaar
der of veldwachter zijn geweest en
:rj" een goede moeder.
Maar wellicht zouden ze elkaar
dan niet in liefde hebben gekust.
t Leven is moeilijk en ingewik
keld.
De dronken bestuurder*
„Ten exempel" aan anderen is de
dronken chauffeur van Lonneker, die
vier menschenlevens vernietigde, tot
een jaar gevangenisstraf veroordeeld
tot twee jaar ontzegging van
rijbevoegdheid.
Maar inmiddels las ik al weer van
een anderen dronken autobestuurder.
Toen die wegreed uit het café, waar
hij zijn offers aan Bacchus had ge
plengd, heeft men hem nog toege
roepen: Denk aan Lonneker! Even
later reed ook hij een mensch dood.
Vorige week stond een dronken
bestuurder te Utrecht terechthij
had drie menschenlevens in gevaar
gebracht. Veertien dagen en ontzeg
ging gedurende een jaar.
In Eindhoven werd een dezer dagen
een kind, brj de moeder achter op
de fiets gezeten, door een auto, welke
slingerend het fietspad opkwam,
aangereden en gedood. De moeder
een ander kind werden levens
gevaarlijk gewond. De autobestuur
der bleek zoo las ik in de krant
„stomdronken".
Ik geloof niet meer, dat straffen
helpt in deze gevallen. Een dronk
aard is een optimist. Hij is er rots
vast van overtuigd, dat hg al is-ie
aangeschoten geen brokken zal
maken. Dat hij ongelgk heeft, bewijst
zich steeds te laat. Te laat vooral
voor zgn slachtoffers.
Door geen strafbepaling zullen we
bereiken, dat een dronken bestuur
der van het rijden afziet.
Wel zou door strafbepalingen in
vele gevallen voorkomen kunnen
worden, dat een motorbestuurder
zich dronken drinkt. Het drinken
van alcohol, terwgl men een motor-
of autorit onderbreekt, zou verbodeD
kunnen zgn.
Wat zouden de bonden van kaste
leins een goede beurt maken, als die
eens vrgwillig en eenparig het be
sluit namen om geen alcoholhouden
de dranken te schenken aan bezoe
kers, die per auto of motor arrivee-
ren!
Aan café's ziet men borden be
vestigd voor alles en nog wat. Laat
de K.N.A.C. of een andereorganisa
tie eens 'n bord beschikbaar stellen
ter aanduiding van de zaken, waar
men aan bestuurders van motor
voertuigen alcohol weigert te
schenken.
Menigeen zal óp reis voorkeur
geven aan aldus gekenmerkte onder
nemingen.
Da's een nette zaakzal hg bg
zich zeiven zeggen.
ADVERTEERT
IN PEEL EN MAAS
het eenigste blad, dat in
Venray HUIS AAN HUIS
gelezen wordt.
VENRAY, 29 Juli 1939
Schouw der Waterlossingen.
De Burgemeester van Venray ves
tigt de aandacht op artikel 39 van
het Reglement op de Waterlossin
gen in Limburg.
Hierbij is verboden
a. binnen den afstand van éen
meter, gemeten uit den uitersten
rand eener waterlossing, woon- of
andere huizen, getimmerten of muren
daar te stellen,
b. binnen denzelfden afstand (dus
binnen één meter) hagen langs de
waterlossingen te planten.
binnen den afstand van ander-
halven meter, gemeten als boven,
boomen of struikhout te planten,
waaronder begrepen niet geschoren
of opgaande hagen.
d. binnen den afstand van één
meter, als voormeld,' aarde, zand,
grind, puin en mesthoopen langs de
waterlossingen te leggen of te heb
ben.
vaartuigen, boomen, hout, vlas,
asch, puin of andere voorwerpen van
dien aard in de waterlossingen te
leggen of te hebben.
De waterlossingen op eenigerlei
wgze te vernauwen of te verondiepen.
Terwgl volgens artikel 38 sub fin
de waterlossingen geen dammen,
krib-, bat- of andere stroomkeerende
of oever verdedigende werken mogen
worden aangebracht.
Venray, 21 Juli 1939.
De Burgemeester van Venray,
A. H. M. JANSSEN.
Schouw der Waterlossingen.
Op 16 Augustus a.s. en volgende
dagen zal wederom de jaarlgksche
schouw der -waterlossingen worden
gehouden. Dit jaar is het wegens
den lagen waterstand eenieder mo
gelijk de beken goed te reinigen, den
bodem te zuiveren en de beken op
behoorlijke diepte te brengen. Er zal
dan ook streng worden geschouwd,
zoowel de beken zelve als de toe
stand der oevers tot op anderhalven
meter breedte. Struiken, boomen,
kribben, dammen enz. moeten wor
den verwgderd.
Niettegenstaande daarop herhaal
delijk is gewezen, big ven vele eige
naren hunne weilanden enz. met
prikkeldraad afsluiten tot aan de
beek, waardoor de schouw in hooge
mate wordt belemmerd. De eige
naren zijn verplicht te zorgen, dat
er voldoende ruimte overblijft; is
dit niet het geval, dan zal de punt-
draad worden verwijderd. Ook langs
de zgbeken liggen de afrasteringen
veelal nog te kort bij slooten. Deze
moeten tot een meter worden terug
gebracht.
Ten slotte wordt de aandacht van
belanghebbenden er op gevestigd,
dat ingevolge de Waterstaatswet
1900, zooals die thans is gewijzigd,
niet alleen tegen nalatigen proces
verbaal zal worden opgemaakt, doch
tevens van gemeentewege op kosten
van de nalatigen de waterlossingen
zullen worden gereinigd en deze
kosten onmiddellijk bij dwangbevel
zullen worden ingevorderd overeen
komstig de wet.
Venray, 21 Juli 1939.
De Burgemeester voornoemd,
A. H. M. JANSSEN.
Schouw der Waterlossingen,
De Burgemeester van Venray ves-
tigd de aandacht op artikel 21 van
het Reglement der Waterlossingen
in deze provincie o.m. luidende als
volgt:
Vóór elke schouw zgn de onder
houdsplichtigen verplicht
a. de waterlossingen tot op den bo
dem te zuiveren van onkruid, water
planten, biezen, ruigte, boomen en
struiken, alsmede van wortels en
overhangende takken, die den gere-
gelden waterafvoer belemmeren of
binnenkort zullen belemmeren.
b. de oevers, waar deze zijn uitge
zakt, ingestort of aangezand, te her
stellen en voorts de aarde, welke in
de waterlossingen gevallen is, als
mede de grint- en zandplaten en al
hetgeen den geregelden afloop van
het water zoude kunnen belemmeren
daaruit te verwgderen.
c. de waterlossingen te brengen op
de vastgestelde diepte.
Het is verboden bij die zuivering en
ruiming het onkru»d en andere voor
werpen in de eerste zinsnede
van dit artikel genoemd, in de wa
terlossing te laten afdrgven.
Deze voorwerpeu moeten evenals
de uit dé waterlossingèn afkomstige
aarde, zand en andere voor den wa
terafvoer hinderlijke zaken, daaruit
opgehaald en op de wederzgdsche
oevers op een afstand van minstens
een meter van de waterlossing wor
den neergelegd en weggevoerd.
Venray, 21 Juli 1939.
De Burgemeester van Venray,
A. H. M. JANSSEN.
HANDBOOGSPORT*
Het concours van de Handboog-
schutterg H. Maria te Oostrum, ge
houden op 16, 22 en 23 Juli, is in
de beste orde verloopen en de uitslag
is als volgt
Klasse A.
Ie pr St. Joris, Leunen 110 p
2e pr St. Sebastiaan, Oploo 109 p
3e pr St. Anna, Venray 101 p
4e pr eereteeken H. Wijnhoven, Oploo
met 23 p. 5, 5, 3,-5, 5.
5e pr Recht door Zee, Eindhoven
6 rozeö
le kampioen Willem Hl, Boekei 40 p
2e kampioen St. Anna, Venray 38 p
laatste bl. 22.
Klasse B.
le pr Oefening en Uitspanning, St.
Anthonis 105 p
2ö pr Batavieren, Cuyk 102 p