DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Colijn V. Oude sociëteitspoli- tiek in nieuwe vorm. Ons weekpraatje. Krakelingen. Provinciaal Nieuws Zaterdag 29 Juli 1939 Zestigste Jaargang No 30 Onze Lieve Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM. Een dezer dagen kwain ik met den liberalen burgemeester van een Nederlandsch stadje te spre ken over den goeden ouden, dus liberalen tijd uit de politieke ge schiedenis van ons land. Het „laissez faire, laissez aller" heeft de overheid weerhouden van heel wat zorgen voor de toekomst en deze onthouding was volkomen naar den zin van den toenmaligen Nederlander, die liberaal of niet in den poli- tieken zin des woords in zorgelooze liberaliteit slechts aan zijn oogenblikkelijk welzijn dacht. Maar nu, zoo zuchtte de nog altijd liberale burgemeester, zitten we voor de gevolgen: voor de noodzakelijke verbeteringen op verkeersgebied, vooi volkshuis vesting enz. moeten thans de gronden tegen goud worden ge kocht, terwijl men die eeriijds bijna voor niets in het bezit der gemeenschap had kunnen beko men. En zie eens, wat er aan schoonheid is vernield en wat 'n ordeningsmogelijkheden er zijn geschaad door een stelsellooze bebouwing 1 Ik kan me de treurnis van mijn zegsman begrijpen. Hij hoeft zich het liberale verleden echter niet te schamen, in elk verleden politiek, religieus of persoonlijk, staan feiten geteekend, welke men in het licht van den nieuwen tijd graag ongedaan zou willen maken. In de jaren van liberale macht in ons land, was er ook veel, dat aantrok en de politiek gezellig maakte, tot het gemoe delijke toe. De politiek was toen nog ge reserveerd voor de heeren en ze werd in hoofdzaak bedreven rond de bittertafel. In de sociëteit „Eendracht" of ..Burgers welzijn" werden de candidaten gesteld voor den gemeenleraad en dikwijls waren dezen nog niet de slecht- sten. Ook de kiezer had in die dagen een sterk gevoel van wat paste in de politiek en wat niet. Zelfs toen de politieke eman cipatie der massa zich reeds geruimen tijd had ingezet, kwa men velen nog maar moeilijk los van de oude conventie. Ik herinner me een gemeente raadsverkiezing in een Zuid-Hol- landsche stad, - omstreeks 30 jaar geleden. Ik kocht een paar handschoenen in „de"zaak voor dat artikel. Naast handschoenen kon men er nog slechts voor een mooie das terecht. Wat je noemt: een chique zaak. Met den eige naar kwam ik te praten over de verkiezing. Zeker, zékerrr 1 zei me de winkelier, ik ben Rrroomsch Ka tholiek en ben ook lid van de Rrroomsch Katholieke Kiesveree- niging. Mèr u moet niet g'loove, g'loove zeg ik, dat ik op dien Voskuil zal stemmen 1 ik vraeg me af: waer moet het heen, als we 'n melkboer, 'n melkboer m'nheer! in den rèd gaan brengen? Dan blijf ik liever liberael stem men, m'nheer. Dokter Scheltema is tenminste een héér, m'heer En tóch: die mijnheer Voskuil was niet eens 'n hoorige. Hij had een winkel, minstens zoo groot als die van den dassen- mijr.heer, maar Voskuil verkocht melk, boter, kaas en eieren en kon dus geen heer genoemd worden. Althans niet naar de inzichten van dien tijd. En libe rale politiek was een „heeren"- zaak. En zóó zal het wel goed zijn geweest, want van politieke be langstelling en interesse bléék toen nog maar enkel op de soos; de massa had noch politiek be wustzijn, noch politieke scholing. o— Dat laatste is tegenwoordig heel anders. Iedereen weet wat- ie wil op staatkundig gebied. Hoe hij aan zijn weetje komt, daarop moge wat zijn af te din gen, op zijn wil valt niets af te dingen. Als die wil er is, heeft hij zijn grondwettig recclit op geldendmaking in het staatkun dig leven. Zóó staat het bepaald in onze constitutie. De constitutie vereischt, dat de regeering naar democratisch recht steunt op een zekere meerder heid in de volksvertegenwoordi ging. Immers, onze constitutie erkent de volksvertegenwoordi ging als de hoogste besturende en wetgevende macht en deze kan haar taak slechts naar be- hooren uitoefenen onder een kabinet, dat met haar, de Sta- ten-Generaal, homogeen is. Dat kabinet behoeft daarom nog geen politieke samenstelling te hebben. Het kan ook een zakenkabinet zijn of een koninklijk kabinet, een extra-parlementair kabinet. Mits zijn optreden in de politieke omstandigheden van 't oogenblik past. Velen vragen zich op het oogen blik niet zonder zorg af, of het vijfde kabinet Colijn inderdaad nog den juisten democratischen dus (voor Nederland) constitu- tioneelen grondslag heeft. Men doet niets tekort aan de ongetwijfeld groote kwaliteiten van den heer Colijn door vast te stellen en dan mag daarbij van een zekere onrust blijken dat hij niet meer af te schudden lijkt van de macht, waartoe hij oorspronkelijk langs den weg der parlementaire democratie werd geroepen. Reeds eerder verzekerde de heer Colijn zich den terugkeer aan het bewind door zich een opdracht in de ruimste beteeke- nis te verzekeren, nadat anderen in de kabinetsformafie hadden gefaald, omdat de hun verstrekte opdracht van een te beperk- ten aard was. Over de „schuld" aan de jong ste kabinetscrisis kunnen we zwijgen. Vast staat, dat aanleiding tot de crisis werd de overtuiging van den heer Colijn, dat de uit gaven ter bestrijding van de werkloosheid en dezer gevolgen moesten worden ingekort, terwijl de R.K. ministers, daarin gesteund door heel hun partij alsmede door het inzicht van sociaal- en vrijzinnig democraten, alsmede van een aantal C.H.'s van gevoe len waren en bleven, dat werk- loosheidszorg van even groot belang moet worden geacht als de militaire weerbaarmaking van ons land, m.a.w., dat op de werkloosheidsuitgaven niet aan merkelijk kon worden besnoeid. Dr. Colijn's standpunt wordt door ternauwernood 25 pet. van de volksvertegenwoordiging ge deeld; voor 75 pet. dezer beant woordt de nog tot nog toe ge voerde werkloosheidspoli tiek aan minimum-eischen. Een natuurlijke en constitulio- neele oplossing der kabinetscrisis ware geweest: een opdracht aan een actieve parlementaire figuur uit het kamp der R.K.'S, V.D.'s of C.H.'s. Of zulke opdracht tot een uitvoering zou kunnen zijn gekomen, is een andere vraag, nu ze niet werd verleend, behoeven we ons over de moge lijkheid van het resultaat niet druk te maken. Een opdracht werd éérst ver leend aan Dr. Colijn, toen aan een katholieke persoonlijkheid, die, hoe groot ook zijn politieke verdienste voor de R.K. Staats partij in een thans afgesloten tijdperk is geweest, buiten de practische politiek van het heden staat en geenszins meer een exponent kan worden geacht van de ideeën, welke de R.K. Staats partij in de crisisjaren hebben bezield en geleid. Na de mislukte en vooraf reeds tot mislukking gedoemde poging van den heer Kooien, werd de heer Colijn weer met de vorming van een kabinet belast. Dat deze gang van zaken door zoovelen was voorzien en in leidende dagbladen was voor speld, m.a.w. het feit, dat als vaststaand werd aangenomen, dat de heer Colijn zich vóóraf zijn eigen terugkeer heeft verzekerd, deze gedachte is funest voor het geloof aan- en het vertrouwen in: onze constitutioneele grond slagen. Het vijfde kabinet-CoIijn is gevormd op de wijze, waarop een halve eeuw geleden in ons land politiek werd oedreven. Er is een stel toegegeven zeer bekwame en achtenswaardige menschen bijeengebrachl;niemand weet hoe en waarom. De vijfde regeering-Coiijn mist parlemen tairen grondslag; haar optreden wordt door 75 pet. van ons volk zelfs als een uitdaging van het parlement beschouwd. Roomsch-Katholieken, Vrijz. Democraten hebben geweigerd om deel te hebben aan de vor ming dezer regeering. We moeten van een man als Colijn aannemen, dat hij niet de onmisbaarheid van zijn persoon, maar wel de onmisbaarheid van zijn politiek voor het welzijn van het land als een noodzaak aan merkt voor zijn geforceerde te rugkeer in de leiding der re geering. Maar zóó zien anderen hun politiek even eerlijk er. overtuigd. Er is in breeden kring onrust in ons volk, waarbij de politiek op den achtergrond raakt, maar de zorg voor onze constitutie naar voren dringt. Het is fataal, dat zich hun verantwoordelijkheid bewuste or ganen, als b.v. De Maasbode, in het optreden der vijfde regeering Colijn een bedreiging van onze staatkundige vrijheid meenen te moeten zien en van de demo- cratisch-parlementaire rechten. ,De Maasbode" herinnert in dat verband aan een uitlating van Troelstra in 1923 gedaan over Colijn, toen deze hem aan duidde als: „de verpersoonlijking van het in den grond fascistisch streven, dat in de plaats van democra tie en overleg stelt de dictatuur van den sterken man", waaraan Troelstra had toegevoegd: „Men moet met dezen man voorzich tig zijn. Hij behoort tot die drijvers, die in staat zijn alles op haren en snaren te zetten, om een beroering in het volk te verwekken, die hem in staat zou stellen, óf zijn figuur te redden, óf zijn „onmisbaarheid" te toonen en zijr. haan koning te laten kraaien". Deze diagnose en prognose verklaart De Maasbode voor te hard. Wat ze ook naar onzen smaak is. Het is echter teekenend voor de huidige parlementaire situatie, dat dergelijke kenschet sing van het streven van een Nederlandschen regeeringsleider op serieuze wijze in het politieke geding wordt gebracht. Het is te hopen, dat óf Colijn het aan de Kamers zal kunnen duidelijk maken, dat zijn herop treden door constitutie en parle mentaire traditie wordt gedekt, öf dat de Kamers in het tegenovergestelde geval - con stitutie er parlementaire traditie tegenover de regeering zal blij ken te kunnen verdedigen. Md. VACANTIE. VER EN LEKKER 1 Het verschil tusschen Dommel en Nijl. „Thuis" heb ik 'n beetje, wat je noemt, nou ja, „woorden", mag ik niet zeggen en „hommeles" klinkt erg ordinair, maar toch... Om kort te gaan: het goede woord wil me niet te binnen schieten, maar de lezer begrijpt me weL 't Zit zóó, och, eigenlijk heeft de lezer er niets mee te maken. Wg, mannen, we hebben allen ons eigen verdriet „thuis". Maar ik wil vrijwil lig toch iets van het mijne mee deelen. Stelt u zich van mij eens voor, dat ik woon... In „Best" b.v.! Dat lijkt me een heel geschikte benaming. U weet; Best ligt in Noord-Brabant. En in de buurt daarvan, op 'n afstand van 'n kilometer-of-zóó, laat ik zeg gen: twintig kilometers, stroomt een riviertje: de DommeL De benaming „Dommel" lijkt me voor 'n man in vacantiestemming al weer buiten gewoon geschikt. Op 'n zomerschen keer kom ik thuis» let wel: in Best nadat ik uit hoofde mijner professie dien dag toevallig in de Dommel-contreien heb gedwaald. Ik was bekoord door het beeld van vette, groene weiden, grillig doorschoten met eikenwal letjes, 'n zandverstuiving op den ach tergrond, 'n kreekje in de buurt, mooi zwart-bont en rood-bont vee, grillige en licht-doorschoten wolben- formaties, serene rust: 'n stukje verderop: 'n paar zorgelooze vis- schers, die van de politiek véél- en van de visch en de natuur géén kwaad wisten; een paar gepoedelde naakte (ofschoonbehoorlijk gezwem- broekte) kinderen, 'n hamerende groene specht, 'n stoeiend paar wilde konijntjes... En een houten buiten huisje. Ik kom thuis te... EDfin, ik ben begeesterd. Straks, zeg ik, in Sep tember (want in het naseizoen is het goedkoop) gaan we een veertien dagen vacantie genieten in een bui tenhuisje In een gemeubileerd bui tenhuisje. De rivier ligt aan het eigen» terrein. Daar kan ik visschen en daar kunnen we zwemmen, zonne baden, met den hond stoeien! Daar zgn we vrij als de vogeltjes in de... Waar klinkt nuchter de vraag. In de lucht natuurlijk! Ja, maar Waar Ik blijf enthousiast en wil van mijn begeestering meedeelen. Aan de Dommel juich ik Ja, aan de DommelStel je voor! slechts 20 K.M. hier vandaan. En 'n natuur'n Vrijheid'n Schoonheid 'n WeeldeNee, zég... Maar op m'n enthousiasme wordt zwaar de domper gezet. - Aan de D-o-m-m-e-1 hoor ik me verbaasd tegenwerpen. Aan de D-o-m-m-e-1 't Klonk op 'n toon, alsof ik gevraagd had om de vacan tie in het kippenhok te gaan slijten. Aan de D-o-m-m-e-1 Ik voelde, waar 'm de schoen wrong. De Dommel is maar 20 K.M. van Best en daarom kan de Dommel niet voor een vacantie-uitstapje in aan merking komen. De Nijl, dat zou heel wat anders zgn. De Nijl ligt in Egypte en gaat niet iedereen naar toe. De Nijl is mooi, omdat-ie ver weg is en een geschiedenis heeft, verbonden aan koningsgraven en oud-Testamentisehe verhalen. Ik vind de Dommel mooier dan de Nijl. De Nijl is water en zand en Arabieren, met 'n luchtje aan zich: de Dommel een wolkenspiegeltje in groene weiden, met... enfin, lees hiervoren. Dat verhaaltje van bij me thuis is maar gefantaseerd, hoorMaar vele menschen zijn zóó, als ik ze be schreef. Slechts wat ver is, kan mooi Öf lekker zijn. Zoo verbeeldt men zich Als 'n H.B.S.-klas drie dagen be schikbaar heeft voor 'n uitstapje, moet Z8 naar Zwitserland: twee dagen worden in trein en bed ge sleten; 'n halve dag wordt op 'n boot doorgebracht en van Zwitserland krijgt men minder te zien dan in een half uur Cineac. Als de Knapenvereeniging in Erica 'n uitstapje maakt van 'n dag, wordt er berekend, welke verte-mogelijk heden zoo'n dag biedt. Amsterdam kan men „halen», dus worden Artis Schiphol op 'n drafje „gedaan1 'n Nachts om 2 uur rijdt dan 'n bus met slapende kinderen en 'n chauf feur, die tevergeefs poogde wakker te blijven, ergens 'n kanaal in en als Onze Lieve Heer niet méér hart hadde getoond dan de begeleidende dominee verstand, dan zouden er 35 menschenlevens in het kanaal ver loren zgn gegaan. De werkelijkheid is deze: te groote inspanning weeft een waas voor het schoone. Zoek het mooie in de om geving en het wordt dubbel-mooi: zoek het schoone ver en... het valt tegen. Tenzg men niet leeft uit de waar heid, maar uit de suggestie. Zoek dan 'n boom in den eigen tuin, strek je daaronder uit in een luien stoel en vertrek naar... droom land. Dat is de voordeeligste manier van vacantie-houden. Er is werk I Véél werk 't Is heusch waar, geachte lezers, er is véél werk voorhanden en.... er zgn geen liefhebbers voor. Althans geen geschikte gegadigden. Eerzame arbeid, goed betaald in eigen land en... zuchtende werkgevers, die maar geen personeel kunnen krijgen. Ge gelooft het niet Het staat toch in de krant. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant. We zullen U het desbetreffende citaat voor leggen: „Allereerst wordt men steeds ge troffen door het gebrek aan ge schoolde arbeiders. Het is alge meen bekend, dat in een groot aantal gevallen overwerkvergun- ning moet worden gegeven, omdat nu eenmaal geen geschoolde ar beiders te krijgen zijn. Wat zou dan natuurlijker zijn, dan dat de Regeering, om blijvend een grooter aantal te werk te stellen, met kracht deze herscholing en scholing van arbeiders ter hand nam Zulke beweringen leiden gemak kelijk tot de conclusie, dat de werk- loozen toeh eigenlijk maar een stel slappelingen zijn, arbeidsschuwe we zens. Want, nietwaar, zelfs al faalt de regeering in haar plicht om maat regelen tot herscholing en schoiing van arbeiders te treffen, dan zouden de „bonden" en de slachtoffers zelve zich die gelegenheid moeten schep pen. Ik geloof niet, dat de N.R.C. be wust jokt, maar uit naam van tien duizenden jonge, werkiooze arbei ders en uit naam van nog meerdere vaders, die niet weten, wat ze hun jongen moeten laten leeren, zou ik de redactie van het Rotterdamsche blad willen vragen: Wees toch een beetje uitvoeriger met zulk voor duizenden hoopvol nieuws. Noem de vakken eens, op welker arbeidsmarkt meer vraag is dan aanbod. Duidt de fabrieken en werkplaatsen eens aan, waar men geen geschoold pensoneelkan bekomen. Duizenden zijn bereid om bergen van moeilijkheden te ver zetten, teneinde te kunnen door dringen naar een fier en werkzaam bestaan. Vacantie, cel en liefde. In een onzer groote bladen las ik een „grappig" stukje realiteit. Een uitgestorven rechtszaal. Vacantie- kamer. Vacantiestemming. 't Zomer zonnetje twinkelt op de ruiten. Uitspraken. Twee delinquenten van verschillen de sexe, elkander kennelijk zéér toe gewijd, hebben het geluk, dat „hun" uitspraken pal na elkander komen. Voor ernstige misdrijven hebben zij onlangs terecht gestaan en een gestrenge gerechtigheid hield hen al geruimen tijd gescheiden. Toen de vrouw de beklaagdenbank verlieten de man daar behoorde te verschijnen, namen zij hun kans waar. Omhels den elkander innig, nadrukkelijk, in de directe nabijheid der veldwachters. Onder het vergevend oog van het college en den Officier. Toen moesten ze uiteen. „Zn" gaat anderhalf jaar cel „opknappen*„hij" krijgt 12 dagen hechtenis te boeten om vervolgens twee jaar in een rijkswerkinrichting door te brengen. Beiden zijn jong en zóó is de naaste toekomst voor ze. De rechters zijn inmiddels met vacantie; ook de deurwaarder heeft zgn verlof; de veldwachters zitten ergens te visschen. En als deze en dergelijke ordelijke menschen thuis komen of van huis g&an, kussen ook zij misschien hun vrouw, maar mis schien ook... niet. De jonge gestraften hebben mis daden begaan, inderdaad. Wat ze deden, was slecht. Maar tóch hebben ze lief En wie waarlijk liefhebben, kunnen niet écht, niet wezenlijk slecht zijn. Ze moeten de omstandigheden tegen het leven hebben gehad. Omstandigheden van milieu, opvoe- opvoeding, voorbeeld, verleiding. Waren die omstandigheden anders geweest, dan zou „hij" thans wellicht een gerespecteerde rechter deurwaar der of veldwachter zijn geweest en :rj" een goede moeder. Maar wellicht zouden ze elkaar dan niet in liefde hebben gekust. t Leven is moeilijk en ingewik keld. De dronken bestuurder* „Ten exempel" aan anderen is de dronken chauffeur van Lonneker, die vier menschenlevens vernietigde, tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld tot twee jaar ontzegging van rijbevoegdheid. Maar inmiddels las ik al weer van een anderen dronken autobestuurder. Toen die wegreed uit het café, waar hij zijn offers aan Bacchus had ge plengd, heeft men hem nog toege roepen: Denk aan Lonneker! Even later reed ook hij een mensch dood. Vorige week stond een dronken bestuurder te Utrecht terechthij had drie menschenlevens in gevaar gebracht. Veertien dagen en ontzeg ging gedurende een jaar. In Eindhoven werd een dezer dagen een kind, brj de moeder achter op de fiets gezeten, door een auto, welke slingerend het fietspad opkwam, aangereden en gedood. De moeder een ander kind werden levens gevaarlijk gewond. De autobestuur der bleek zoo las ik in de krant „stomdronken". Ik geloof niet meer, dat straffen helpt in deze gevallen. Een dronk aard is een optimist. Hij is er rots vast van overtuigd, dat hg al is-ie aangeschoten geen brokken zal maken. Dat hij ongelgk heeft, bewijst zich steeds te laat. Te laat vooral voor zgn slachtoffers. Door geen strafbepaling zullen we bereiken, dat een dronken bestuur der van het rijden afziet. Wel zou door strafbepalingen in vele gevallen voorkomen kunnen worden, dat een motorbestuurder zich dronken drinkt. Het drinken van alcohol, terwgl men een motor- of autorit onderbreekt, zou verbodeD kunnen zgn. Wat zouden de bonden van kaste leins een goede beurt maken, als die eens vrgwillig en eenparig het be sluit namen om geen alcoholhouden de dranken te schenken aan bezoe kers, die per auto of motor arrivee- ren! Aan café's ziet men borden be vestigd voor alles en nog wat. Laat de K.N.A.C. of een andereorganisa tie eens 'n bord beschikbaar stellen ter aanduiding van de zaken, waar men aan bestuurders van motor voertuigen alcohol weigert te schenken. Menigeen zal óp reis voorkeur geven aan aldus gekenmerkte onder nemingen. Da's een nette zaakzal hg bg zich zeiven zeggen. ADVERTEERT IN PEEL EN MAAS het eenigste blad, dat in Venray HUIS AAN HUIS gelezen wordt. VENRAY, 29 Juli 1939 Schouw der Waterlossingen. De Burgemeester van Venray ves tigt de aandacht op artikel 39 van het Reglement op de Waterlossin gen in Limburg. Hierbij is verboden a. binnen den afstand van éen meter, gemeten uit den uitersten rand eener waterlossing, woon- of andere huizen, getimmerten of muren daar te stellen, b. binnen denzelfden afstand (dus binnen één meter) hagen langs de waterlossingen te planten. binnen den afstand van ander- halven meter, gemeten als boven, boomen of struikhout te planten, waaronder begrepen niet geschoren of opgaande hagen. d. binnen den afstand van één meter, als voormeld,' aarde, zand, grind, puin en mesthoopen langs de waterlossingen te leggen of te heb ben. vaartuigen, boomen, hout, vlas, asch, puin of andere voorwerpen van dien aard in de waterlossingen te leggen of te hebben. De waterlossingen op eenigerlei wgze te vernauwen of te verondiepen. Terwgl volgens artikel 38 sub fin de waterlossingen geen dammen, krib-, bat- of andere stroomkeerende of oever verdedigende werken mogen worden aangebracht. Venray, 21 Juli 1939. De Burgemeester van Venray, A. H. M. JANSSEN. Schouw der Waterlossingen. Op 16 Augustus a.s. en volgende dagen zal wederom de jaarlgksche schouw der -waterlossingen worden gehouden. Dit jaar is het wegens den lagen waterstand eenieder mo gelijk de beken goed te reinigen, den bodem te zuiveren en de beken op behoorlijke diepte te brengen. Er zal dan ook streng worden geschouwd, zoowel de beken zelve als de toe stand der oevers tot op anderhalven meter breedte. Struiken, boomen, kribben, dammen enz. moeten wor den verwgderd. Niettegenstaande daarop herhaal delijk is gewezen, big ven vele eige naren hunne weilanden enz. met prikkeldraad afsluiten tot aan de beek, waardoor de schouw in hooge mate wordt belemmerd. De eige naren zijn verplicht te zorgen, dat er voldoende ruimte overblijft; is dit niet het geval, dan zal de punt- draad worden verwijderd. Ook langs de zgbeken liggen de afrasteringen veelal nog te kort bij slooten. Deze moeten tot een meter worden terug gebracht. Ten slotte wordt de aandacht van belanghebbenden er op gevestigd, dat ingevolge de Waterstaatswet 1900, zooals die thans is gewijzigd, niet alleen tegen nalatigen proces verbaal zal worden opgemaakt, doch tevens van gemeentewege op kosten van de nalatigen de waterlossingen zullen worden gereinigd en deze kosten onmiddellijk bij dwangbevel zullen worden ingevorderd overeen komstig de wet. Venray, 21 Juli 1939. De Burgemeester voornoemd, A. H. M. JANSSEN. Schouw der Waterlossingen, De Burgemeester van Venray ves- tigd de aandacht op artikel 21 van het Reglement der Waterlossingen in deze provincie o.m. luidende als volgt: Vóór elke schouw zgn de onder houdsplichtigen verplicht a. de waterlossingen tot op den bo dem te zuiveren van onkruid, water planten, biezen, ruigte, boomen en struiken, alsmede van wortels en overhangende takken, die den gere- gelden waterafvoer belemmeren of binnenkort zullen belemmeren. b. de oevers, waar deze zijn uitge zakt, ingestort of aangezand, te her stellen en voorts de aarde, welke in de waterlossingen gevallen is, als mede de grint- en zandplaten en al hetgeen den geregelden afloop van het water zoude kunnen belemmeren daaruit te verwgderen. c. de waterlossingen te brengen op de vastgestelde diepte. Het is verboden bij die zuivering en ruiming het onkru»d en andere voor werpen in de eerste zinsnede van dit artikel genoemd, in de wa terlossing te laten afdrgven. Deze voorwerpeu moeten evenals de uit dé waterlossingèn afkomstige aarde, zand en andere voor den wa terafvoer hinderlijke zaken, daaruit opgehaald en op de wederzgdsche oevers op een afstand van minstens een meter van de waterlossing wor den neergelegd en weggevoerd. Venray, 21 Juli 1939. De Burgemeester van Venray, A. H. M. JANSSEN. HANDBOOGSPORT* Het concours van de Handboog- schutterg H. Maria te Oostrum, ge houden op 16, 22 en 23 Juli, is in de beste orde verloopen en de uitslag is als volgt Klasse A. Ie pr St. Joris, Leunen 110 p 2e pr St. Sebastiaan, Oploo 109 p 3e pr St. Anna, Venray 101 p 4e pr eereteeken H. Wijnhoven, Oploo met 23 p. 5, 5, 3,-5, 5. 5e pr Recht door Zee, Eindhoven 6 rozeö le kampioen Willem Hl, Boekei 40 p 2e kampioen St. Anna, Venray 38 p laatste bl. 22. Klasse B. le pr Oefening en Uitspanning, St. Anthonis 105 p 2ö pr Batavieren, Cuyk 102 p

Peel en Maas | 1939 | | pagina 11