TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare Vergadering van den Raad der Gemeente Venray, Zaterdag 22 tjuli 1939 Zestigste Jaargang No 29 gehouden op Vrijdag 16 Juni 1939, des namiddags 3 uur. Voorzitter: de Heer Mr. A. H. M. Janssen. Secretaris: de Heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en gaat vervol gens over tot trekking van een nummer. Getrokken wordt no. 4, zoodat nummer 4 der presentielijst, i.e. de Heer Vermeulen, bg eventueele stem mingen in deze vergadering het eerst zijn stem moet uitbrengen. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der agenda: Notulen der vergaderingen van 28 Februari 1939 en 29 Maart 1939." Zonder hoofdelijke stemming wordt algemeen goedgevonden deze no tulen ongewijzigd vast te stellen. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda: „In gekomen stukken": a. Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente-ontvanger, 2e kwartaal 1939; b. dankbetuiging voor verleend subsidie Stichting het Limburgsehe Landschap; c. verslag der bebossching met en zonder renteloos voorschot over 1938; d. besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raadsbesluit van 28 Februari 1939, tot wijziging instructie voor den keuringeveearts, hoofd van dienst in de gemeente Venray; e. alsvoren betreffende wijziging instructie voor den hulpkeurmeester; f. alvoren betreffende verkoop grond A. W. Janssen te Ysselsteyn; g. alsvoren betreffende ruiling grond met M. L. Maessen te Ysselsteyn; h. alsvoren betreffende uitstel aan G. H. Wismans tot het stichten van een boerderij tot 1 November 1945; i. alsvoren betreffende wijziging gemeentebegrooting dienstjaar 1939; j. alsvoren betreffende verkoop grond (gedeelte van de z.g. Burg graaf) aan F. J. M. van Gerven en M. Wismans; k. schrijven van Ged. Staten betreffende Koninklijke goedkeuring van het besluit van 30 December 1938 tot vaststelling verordening op de heffing eener straatbelasting in de gemeente Venray; 1. alsvoren betreffende Koninklijke goedkeuring van het besluit van 28 October 1938 en 28 Februari 1939 tot vaststelling verordening op de heffing van schoolgeld voor het gewoon- en het uitgebreid lager onder wijs in de gemeente Venray; m. alsvoren betreffende Koninklijke goedkeuring van het besluit van 28 Februari 1939 tot vaststelling verordening tot wijziging der veror dening op de heffing van marktgeld. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad deze stukken voor ken nisgeving aan te nemen. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda: „Aanvrage van het oestuur der Bijzondere Lagere School te Merselo om beschikbaarstelling van de benoodigde gelden voor aanschaffing van 6 schoolbanken." Burgemeester en Wethouders stellen voor die gelden, geraamd opeen bedrag van hoogstens f 110toe te staan. De Heer PUBBEN wijst er nog op, dat deze aanschaffing werkelijk dringend noodzakelijk is, daar men zich nu moet behelpen met tafeltjes en stoelen. Het volgend jaar komen er vermoedelijk nog 27 kinderen op school, terwijl er slechts 10 de school zullen verlaten. De VOORZITTER antwoordt, deze kwestie met den Pastoor van Mer selo te hebben bezien en dat B. en W. dit voorstel dan ook doen, omdat zij van de noodzakelijkheid overtuigd zijn. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna het gevraagde crediet toe te staan. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda; „Voor stel van Burgemeester en Wethouders om hen te machtigen, met den Staat der Nederlanden eene overeenkomst aan ce gaan tot onttrekking en toevoeging van gronden aan het plan van bebossching met renteloos Rijksvoorschot, welke onttrekking en toevoeging zullen gerekend worden te zijn geschied met ingang van 1 Januari 1939." Plan met kaart en ontwerp-akte liggen voor de Raadsleden ter in zage. Zooals uit die stukken blijkt, heeft de onttrekking betrekking op de op de teekening aangegeven gronden, kadastraal bekend gemeente Venray, Sectie H nrs. 1582, 1583 gedeeltelijk en 1585 gedeeltelijk, tesamen groot 3.16 H.A. Deze gronden omvatten de zgn, kweekerij, gelegen achter het Hubert Janssen-park in Blok I, alsmede het daarnaast gelegen bouwland, dat steeds reeds door de gemeente als zoodanig is verpacht en destijds ook in het bebosschingsplan is opgenomen. De toevoeging heeft betrekking op de in het bij de ontwerp-akte be- hoorende aanvullende bebosschingsplan nader omschreven en op de bij dit plan behoorende kaart aangeduide gronden, kadastraal bekend ge meente Venray, Sectie H Nr. 2095. gedeeltelijk, ter grootte van plm, 188 H.A., waarvan een terrein van plm. 10,50 H.A. in zijn tegenwoordigen toestand als natuurmonument zal worden gehandhaafd, zoodat voor be bossching met renteloos voorschot in aanmerking komen plm. 177.50 H.A. De hierbedoelde gronden zijn gelegen ten Zuiden van Ysselsteyn en ten Noorden van den bestaanden weg Griendtsveenhet Veulen en tusschen de bestaande wegen YsselsteynGriendtsveen en Ysselsteyn—Het Veulen. De Heer VAN BOVEN zegt, feitelijk niet over dit punt te kunnen stemmen, daar hij de bekwaamheid mist om over bebossching zelf een degelijk gefundeerd oordeel te kunnen vellen. En de agenda heeft hg maar twee dagen thuis gehad, zoodat deskundigen hooren voor hem ook niet mogelijk is geweest. Spreker wil echter voorstemmen in vertrouwen op juiste voorlichting door B. en W. De noodzakelijkheid van Commis- sie's springt hier weer eens duidelijk in het oog. Veel kleinere gemeen ten dan Venray hebben wel Commissies. De Heer REINTJES onderstreept het door den Heer van Boven be treffende Commissie's gesprokene. De voorgestelde bebossching lijkt Spreker echter wel gewenscht, en dat een gedeelte als natuurmonument behouden blijft is ook vooral met het oog op de toekomst weDschelijk. De Heer PUBBEN verklaart zich ook zeer goed met het voorstel r te kunnen vereenigingen. De Heer VAN DIJCK zegt het ook een mooi werk te vinden, dat die gronden beboscht worden. Het voorstel van B. en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Vervolgens stelt DE VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring van eene wijziging der begrooting van inkomsten en uitgaven van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur over 1938." Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad overeenkomstig dit voorstel. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 der agenda; „Voor stel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen eener bijdrage aan het plaatselijk z.g. B-comité voor extra hulp aan werkloozen, in den vorm van kleeding, dekking en schoeisel." Voor werkloozen mag over het dienstjaar 1939 per gemeente ten hoogste worden besteed een bedrag, gelijk aan het gemiddeld aantal werklooze arbeiders, dat over de eerste 10 maanden van 1938 als werk zoekende bij de plaatselijke organen der arbeidsbemiddeling stond inge schreven, vermenigvuldigd met f 5.78. Van dit bedrag komt f 2.per werklooze ten laste van de Gemeente en de rest of f 3.78 voor rekening van het Departement van Sociale Zaken. Volgens de aan het Departe ment verzamelde gegevens bedroeg bedoeld gemiddelde voor Venray 237, zoodat voor dit doel over 1939 mag besteed worden hoogstens 237 x f 5.78 is f 1370.86, waarvan dan 237 x f 2.is f 474.ten laste van de Gemeente komt en de rest of f 896.86 mag worden verwacht van Sociale Zaken. Voor wat betreft de extra hulp aan kleine boeren en kleine tuinders geldt voor 1939 het navolgende; In afwijking van de steunregelingen Kleine Boeren en Kleine Tuinders zal het totale bedrag, dat het Departement van Economische Zaken hiervoor beschikbaar stelt, door dit Departement zelf worden besteed. Er komt echter voor die categorieën ook nog hulp van het Departe ment van Sociale Zaken en deze hulp gaat via het B-comité, dus via de Gemeente. Dit Departement stelt n.l. voor extra hulp aan de z.g. B-boeren en B-tuinders per Gemeente voor 1939 beschikbaar een bedrag, berekend naar de aantallen in steun op Zaterdag 25 Februari 1939, vermenigvuldigd met f 1.89, mits evenwel vanwege de Gemeente daar aan f 1.wordt toegevoegd. Volgens de verstrekte gegevens waren op gezegden datum in Venray 61 B-boeren en 1 B-tuinbouwer, te samen dus 62, zoodat terzake 62 x f 1.89 is f 117.18 van het Departement van Sociale Zaken verwacht kan worden, mits de Gemeente vaD haar kant 62 x f 1.is f 62in maximum bijlegt. Nog worde opgemerkt, dat de B-boeren en de B-tuinders niet mede beschikken mogen over het eerder genoemd bedrag van f 5.78 per werklooze (voor Venray f 1370.86 in maximum), terwijl dan van den anderen kant den werkloozen arbeiders geen extra hulp meer mag worden verstrekt uit het bedrag, berekend naar de aantallen B-boeren en B-tuinbouwers (voor Venray f 179.18 in maximum). Beidecategoriën werklooze arbeiders aan den eenen kant, B-boeren en B-tuinders aan den anderen kant blijven dus in 1939 meer op zich zelf. Ten slotte zij nog medegedeeld, dat de Minister van Sociale Zaken zich ook thans weer het recht heeft voorbehouden den B-steun geheel of gedeeltelijk niet in geld, doch in goederen te verstrekken* Aan de hand van bovenstaande wordt den Raad voorgesteld ten be hoeve van den B-steun beschikbaar te stellen voor 1939 uit de gemeente kas a. voor werkloozen f 474.als maximum b. voor de B-boeren en B-tuinbouwers f 62.— als maximum. Op de gemeentebegrooting voor 1939 is terzake voor ten laste der Gemeente blijvend gedeelte uitgetrokken f 800.zoodat met een en ander ruimschoots is rekening gehouden. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig dit voorstel. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 7 der agenda „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om M. Ch. Claessens over eenkomstig zijn verzoek te ontheffen van de pacht van het door hem van de Gemeente nog tot 1 November 1948 gepacht perceel gedeelte van Sectie H Nr. 2054, groot 7.11.78 H.A. onder Ysselsteyn met een vergoeding van f 300.voor aangebrachte verbeteringen en dan dat perceel met ingang van 1 November 1939 opnieuw te verpachten z.m. voor een door Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn". Dit perceel is thans voor f 12.per HA. verpacht. Burgemeester en Wethouders verwachten bg de her verpachting een zoo veel hoogeren prijs, dat bedoelde f 300.ruim gedekt zullen worden, terwijl verder het ook voor de gronden beter is, dat zjj in andere handen komen, aangezien Claessens blijkbaar niet meer in staat is den grond goed te bebouwen. De Heer PUBBEN vindt dit een zeer verstandig voorstel van B. en W. en meent ook, dat het in het belang van de Gemeente is, om de gronden aan een ander te verpachten. De Heer REINTJES denkt er ook zoo over en vraagt, of het de bedoeling is om deze gronden openbaar te verpachten. De VOORZITTER antwoordt, dat dit inderdaad de bedoeling is. De Heer ARTS zegt gehoord te hebben, dat Claessens ten volle te vreden is met de vergoeding van f 300. De Heer VAN DIJCK merkt nog op, dat het wel gewenscht is om dit perceel voor een zoodanlgen termijn te verpachten, dat de pachttijd tegelgk met dien van een daarnaast gelegen perceel eindigt. De VOORZITTER antwoordt, dat de pacht van het andere perceel in 1948 afloopt. Er zal nog bezien moeten worden, hoe dit het best geregeld zal kunnen worden; ook dient de nieuwe Pachtwet in aanmer king genomen te worden. De Heer ODENHOVEN vraagt, of dit perceel niet verkocht mag worden. De VOORZITTER antwoordt, dat het stuk voor verkoop wel wat klein is. Voor de stichting van een boerderg is toch ongeveer 12 H.A. benoodigd. De Heer HOUBEN wijst er nog op, dat het perceel in het bebos schingsplan Is gelegen en het dus mede daarom niet gewenscht is, om het te verkoopen. De Heer MILLEN meent ook, dat het nu beter niet verkocht kan worden. In 1948, als dan de beide verpachte perceelen verkocht zouden kunnen worden, zal het wellicht ook meer opbrengen; het is dan juist groot genoeg voor een behoorlijke boerderg. Zonder hoofdelgke stemming vereenigt de Raad zich hierna met dit voorstel. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 8 der agenda: „Mededeeling van Burgemeester en Wethouders, dat het bedrag van f 24000.toegestaan op de begrooting voor 1939 voor den bouw en de eerste inrichting der U.L.O.-school voor jongens in het uitbreidingsplan, niet voldoende zijn gebleken en voorstel om dat bedrag te verhoogen tot f 27.000.—." Bij de openbare aanbesteding van het gebouw is gebleken, dat, vooral tengevolge van de stijging der materiaalprijzen, het in het najaar 1938 geraamd bedrag van f 21000.voor den bouw der school niet voldoen de is: de laagste inschrijving bedraagt nog f 23863.—. Voor de eerste inrichting en eerste aanschaffing van leermiddelen kan naar raming nog met f 3000.— worden volstaan, zoodat het geheel dan, exclusief het terrein, op f 27000.komt. De Heer ODENHOVEN meent, dat de prijs van de materialen niet zoo'n groot verschil op deze aannemingssom kan uitmaken. Verder vraagt Spreker of de gunning reeds heeft plaats gevonden. De VOORZITTER antwoordt, dat de gunning nog wacht op het toe staan van crediet door den Raad. Zonder hoofdelgke stemming besluit de Raad hierna het gevraagde crediet toe te staan. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 9 der agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het contract met J. J. Derksen, betreffenden den gemeentelijken autobusdienst, dat met 30 Juni 1939 afloopt, te verlengen tot en met 31 Januari 1941.' Getracht Is de levering van het benoodigde voor den gemeentelijken autobusdienst Venray—Station v.v. openbaar aan te besteden, doch de beide inschrijvers vroegen een toegift van resp. f 1500.— en f 1320.— per jaar, terwgl Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn, dat deze dienst in elk geval aan de Gemeente niets mag kosten, temeer niet, nu in het laatste jaar eene aanmerkelijke toename van het verkeer valt te constateeren en deze, naar redelijkerwijze vorwacht mag worden, nog grooter zal worden, nu door de veranderde richting in de spoorweg- politiek der N.S. het reizigersvervoer per spoor ongetwijfeld krachtig zal worden gestimuleerd. Daarom achten Burgemeester en Wethouders het in de gegeven om standigheden den meest preferabelen weg voor de Gemeente, om, nu de heer Derksen dit heeft aangeboden, onder voorwaarde, dat tegen het afloopen van den verlengden termijn, alvorens tot de aanbesteding wordt overgegaan, hij in de gelegenheid zal gesteld worden om een voorstel tot voortzetting van den dienst op billijke voorwaarden aan de gemeente te doen het loopend contract te verlengen en wel totdat de vaste conducteur-chauffeur in elk geval den gemeentedienst, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, zal moeten verlaten, d.i. tot 1 Februari 1941. Hierdoor wordt bereikt, dat de dienst met 1 Juli a.s., zij het dan ook zonder verlaging der tarieven, gewoon doorloopt, terwgl voor de Ge meente het groote voordeel wordt verkregen, dat zij nu eens anderhalf jaar het verwacht acres van het spoorwegverkeer kan aanzien en inge val zg alsdan met den ondernemer Diet tot een accoord kan komen, bg de nieuwe aanbesteding in het najaar van 1940, met de dan wellicht geheel gewijzigde perspectieven, ook voor den stationsdienst, kan reke ning houden, terwgl daarnaast dan voor den aannemer niet meer de verplichting bestaat, om den betrekkelijk duren chauffeur-conducteur der gemeente in dienst te nemen. De aannemer staat dan in dat op zicht geheel vrij, hetgeen ongetwijfeld op de inschrijving van invloed zal zijn. De Heer VAN HAREN Z9gt zich voor het meerendeel met dit voor stel wel te kunnen vereenigen. Hij meent echter, dat geen concessies gedaan mogen worden voor wat betreft de houding der Gemeente in 1940. De "Heer ODENHOVEN kan zich, gezien den uitslag van de aanbeste ding, goed met het voorstel vereenigen. Als deze anderhalf jaar weer eens voorbij zijn, moet met den aannemer, die zoo vele jaren de ge meente gediend heeft, toch rekeniDg gehouden worden. De Heer VAN BOVEN kan zich niet geheel met Odenhoven vereeni gen, want als Spreker als zakenman ergens om verzoekt, zoaals in dit geval de Heer Derksen heeft gedaan, is dat wel een bewijs, dat er iets aan verdiend is en zoo zullen ook hier de slechte jaren wel door de goede gedekt worden. De Heer STEEGHS zegt, dat er blijkbaar geen groote animo voor deze aanbesteding heeft bestaan. Als deze verlengde termijn dan ook weer afloopt, zou Spreker Derksen wel eenigszins de voorkeur geven. Er mag toch ook wel een cent verdiend worden. De Heer MILLEN kan zich met dit voorstel ook zeer goed vereeni gen, Spreker meent, dat de Gemeente zich door deze toezegging toch niet bindt en als de Heer Derksen billijke voorstellen gedaan heeft, kan altijd nog gezien worden. De Heer PUBBEN zegt het met Millen eens te zijn. De Raad blijft toch geheel vrij. De VOORZITTER antwoordt, dat de Gemeente met den Heer Derksen onderhandeld heeft en deze tenslotte bereid gevonden is, om den dienst op den bestaanden voet voort te zetten, mits hg dan later een voorstel aan de Gemeente mocht doen. Daar volgens sommigen vooral in de eerste jaren op den dienst is toegegeven, is het toch niet onbillijk, dat. nu betere jaren zijn aangebroken, er ook eens iets verdiend wordt. De Gemeente blijft echter geheel vrij en als de Raad later van openbare «oi-nofliHnir hotorp raanlfofon vornrooVif hlnff V.4-J 1u -,,1 verpachting betere resultaten verwacht, blijft hij geneel vrij, om dit te doen. Ook om eventueele onderhandsche aanbiedingen van anderen te accepteeren. De bedoeling van den Heer Derksen is enkel en alleen, dat hij, alvorens de Gemeente overgaat tot openbare verpachting, tegen het verstrijken van den pachttijd in de gelegenheid wordt gesteld, om aan Gemeente een billijk voorstel te mogen doen tot verlenging der pacht. Dit kan de Gemeente gerust accepteeren, omdat zij zich zich hierdoor tot niets bindt. De Heer STEEGHS vraagt, voor hoe lang Burgemeester en Wethou ders in het najaar 1940 de verpachting denken te doen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog toekomst is en dat de Raad daar later nog wel eens over te beslissen krijgt. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 10 der agenda: .Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van strookjes grond, in verband met de verlegging van den weg, loopende van de Kapel te Veltum naar hoek Kruisstraat—Wieënweg," Teekening met aanduiding van de te ruilen grondstrookjes en schat ting liggen voor de Raadsleden ter inzage. De VOORZITTER wijst er nog op, dat dit besluit feitelijk slechts een formaliteit is en de Raad besluit dan ook zonder hoofdelgke stemming tot dezen aankoop. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 11 der agenda „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van de benoo digde strookjes grond in verband met de verbetering van den weg Venray—Merselo. Voor deze verbetering, welke bestaat in het gedeeltelijk wegnemen van enkele bochten en afsnijdingen en het voorzien van den weg van een permanent dek, is op de begrooting 1939 uitgetrokken een bedrag van f 28000.—, waaronder begrepen het benoodigde voor het planten van boomen langs den weg. De kosten van de aan te koopen grondstrooken zullen bedragen, met inbegrip van de kosten van overdracht, circa f 1800.(De enkele te maken of te verplaatsen afrasteringen enz. worden in het bestek voor den weg opgenomen en dus mede aanbesteed). De verklaringen betref fende afstand van de gronden, waarbij mede zijn aangegeven de ligging en de oppervlakten, liggen voor de Raadsleden ter inzage benevens de teekeningen van den weg. De VOORZITTER stelt voor dit punt in besloten vergadering te be spreken en daarbij den Directeur van Gemeentewerken voor het geven van nadere inlichtingen aanwezig te doen zgn. De Raad gaat hierna over tot besloten zitting. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER punt 11 weder aan de orde. Daar geen der leden het woord wenscht, vraagt de VOOR ZITTER of de Raad den weg openbaar dan wel ondershands wenscht aan te besteden. De Heer VAN BOVEN stelt voor, gehoord de besprekingen in besloten vergadering, de aanbesteding openbaar te doen plaats hebben. De Heeren VAN HAREN en VERMEULEN steunen dit voorstel. De Heer PUBBEN zou met het oog op een spoediger gereed komen van den weg ook een openbare aanbesteding houden. De Heer ODENHOVEN wijst er nog op, dat in het bestek de bepaling dient te worden opgenomeD, dat zooveel mogelijk Venraysche arbeiders moeten worden tewerkgesteld. Zonder hoofdelgke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders onder voorwaarde, dat de weg openbaar aanbesteed zal worden. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 12 der agenda: „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het doen voorzien van een asfaltdek van a. den weg, loopende van den weg VenrayDeurne tot aan de kerk te Ysselsteyn; b. den weg van de Kerk te Ysselsteyn naar het Veulen tot aan de boerderij van Slangen. en verder tot verbetering van de verharding van den weg van Leunen naar het Veulen." Uitvoerig rapport van Gemeentewerken is bij de agenda gevoegd. De kosten worden geraamd voor a. op f 4340.en voor b. op f 7710. te samen f 12050.welke kosten op den kapitaaldienst kunnen komen en door een leening op korten termijn zullen moeten gedekt worden. De kosten van den weg Leunen—Veulen (f 4521.zullen als onder houdskosten ten laste van den gewonen dienst moeten worden gebracht. Op de begrooting 1939 is hiervoor slechts f 336,25 uitgetrokken, zoodat nog circa f 4200.op andere wijze zal moeten gevonden worden, het geen moeilijk anders zal kunnen geschieden dan door afschrijving van den post „Onvoorzien". De VOORZITTER zegt, dat deze verbetering niet op de begrooting is geraamd en dat het voor Burgemeester en Wethouders geen aange name taak is om onder de tegenwoordige financieele omstandigheden der Gemeente een dergelijk voorstel buiten de begrooting om te doen, doch de omstandigheden dringen daartoe. De Heer VAN HAREN zegt, zich met de verbetering van den weg vanaf den Deurnschen weg tot aan de boerderij van Slangen te kunnen vereenigen. Wat betreft de verbetering van den weg LeunenVeulen, hiermede kan Spreker zich alleen dan vereenigen als het afdoende ge beurt, dus eveneens met gesloten wegdek. De Heer STEEGHS kan zich met het onder a. en b. voorgestelde ook vereenigen en verwacht, dat, als die wegen klaar zijn, de weg Leunen Veulen van het drukke en zware verkeer zal worden ontlast. Voorloopig moest deze weg maar gewoon onderhouden worden, en later in het groote plan voor verbetering van wegen worden opgenomen. Op de eerste plaats moet de weg Geysteren—OostrumOirlo—Castenray verbeterd worden, en daarna komt deze weg pas aan de beurt. De Heer MILLEN is ook voor uitvoering van het onder a. en b. voor gestelde, maar hij meent, dat het in het belang en voordeel der ge meente is om de weg links door te trekken tot bij van Staveren, dat is maar een stukje van l1/, K.M. en dat kan dus niet zoo veel extra kosten. De Heer VAN BOVEN betreurt het, dat de gemeentefinanciën niet toereikend zijn om ook den weg LeunenVeulen afdoende te verbeteren; wat Burgemeester en Wethouders thans willen doen aan dien weg, vindt hij weggegooid geld. De aanwonenden ondervinden inderdaad geweldig veel last vooral van de autobussen, die de arbeiders naar de Peel ver voeren, maar laat ze nog een weinig geduld hebben, dan kan het volgend jaar de weg van een gesloten dek worden voorzien. Voorloopig moet de weg dan maar voorzoover hoog noodig onderhouden worden met zoo weinig mogelijk kosten. De Heer ODENHOVEN meent, dat de geheele Raad het wel eens is over de verbetering van die wegen in Ysselsteyn. Ook hem verwondert het dat het stukje weg, waarover Millen gesproken heeft, zoo als zand weg blijft liggen. Wat betreft den weg Leunen—Veulen, zag Spreker toch het liefste, dat daar iets aan gebeurde, opdat de fundeering niet geheel wordt stuk gereden, want dan zullen de kosten later nog hooger komen, als hij eenmaal van een gesloten wegdek moet worden voorzien. De Heer REINTJES zegt, dat uit de bespreking met den Directeur van Gemeentewerken wel gebleken is, dat er aan den weg Veulen Leunen iets gebeuren moet, want de toestand is daar inderdaad on houdbaar. Ook Spreker lijkt het echter 't beste om voorloopig den weg met zoo weinig mogelijk kosten in stand te houden. De verbetering van het gedeelte weg, waarover de Heer MiUen het had, is ook volgens Spreker zeer gewenscht. De Heer PUBBEN zou, wat de verbeteringen betreft, in denzelfden geest handelen als de voorgaande Sprekers. Hij hoopt verder, dat de Gemeente steeds over een wals zal kunnen beschikken in verband met de asfalteering der wegen in Ysselsteyn, want dit werk moet klaar komen. De VOORZITTER vindt ook, dat de kosten inderdaad niet zoo miniem zijn, maar de nood dringt, zoodat B. en W. toch met hun voorstellen zgn gekomen. Zooals de Directeur van Gemeentewerken reeds heeft uiteengezet, bestaat het groote gevaar, dat de weg LeunenVeulen geheel wordt stuk gereden en dan staan we een volgend jaar voor dubbele kosten. Dan moet alles weer opnieuw opgebouwd worden. In dien B. en W. dezen weg voor afdoende verbetering hadden voorgedra gen, n.l. voor het voorzien met een gesloten wegdek, zou dat f 11000 gekost hebben, doch dit zou te veel drukken op de begrooting der Ge meente. Er moet nu toch in elk geval gezorgd worden, dat de weg Leunen—Veulen goed in orde gehouden wordt. Het weggedeelte, bedoeld door den Heer Millen, is niet in de begrooting voor de wegen sub a en b opgenomen, doch de verbetering daarvan valt onder c. De fun deering van dien weg is zeer slecht en daarom kan die verbetering beter later eens bezien worden. De Heer VAN HAREN blijft er bg, dat hg zijn stem niet geeft aan een tijdelijke verbetering van den weg Leunen—Veulen. Hjj zou er een voorstel van willen maken, om thans den weg tot bg Slangen gereed te maken en aan Gemeente-werken op te dragen, den weg LeunenVeulen behoorlijk van zand te voorzien en onmiddellijk plan op te maken voor afdoende verbetering van dien weg. De Heer VAN BOVEN steunt dit voorstel. De Heer MILLEN vindt, dat, wanneer afdoende verbetering kan plaats hebben voor f 11000.— en het oplappen f 4500.— kost, dan toch beter voor die f 6500.een afdoende verbetering tot stand gebracht kon worden. De Heer VERMEULEN zou den weg Leunen—Veulen ook laten rus ten en hem alleen zoodanig onderhouden, dat hjj het volgend jaar met dezelfde kosten van thans afdoende kan verbeterd worden. De Heer REINTJES steunt het voorstel van Haren en zou Gemeen tewerken ook zoo spoedig mogelijk een nieuw voorstel laten indienen. De Heer STEEGHS herhaalt nogmaals, hetgeen hg in verband met deze wegenkwestie reeds ter tafel heeft gebracht, en steunt het voor stel van Haren,. De Heer ODENHOVEN steunt eveneens het voorstel van Haren, doch meent, dat enkel met zand de weg niet in stand gehouden zal kunnen worden. Er zullen enkele uitgaven meer te doen zgn om de gaten te dichten. De Heer GOUMANS meent ook, dat het, mede met het oog op het door den Directeur van Gemeentewerken, in verband met het vergevor derde seizoen uiteengezette, beter is om met het gereedmaken van den weg LeunenVeulen te wachten tot het volgend jaar. De Heer VAN DIJCK zegt, ook overtuigd te zgn van de noodzake lijkheid van verbetering van den weg Leunen—Veulen, doch zou ook evenals de vorige Sprekers, wachten tot het volgende jaar. De VOORZITTER merkt op, dat de weg Leunen—Veulen na 't gereed j komen van den weg Ysselsteyn natuurlek ten zeerste ontlast wordt,

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5