mï Pinksteren. •Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Boter of kanonnen Buitenland. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 27 Mei 1939 Zestigste Jaargang No 21 PEEL EN MAAS is zeer fijne boter ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitfiave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF. VENRAY Abonnementsprijs per kwartaal: voor Venray 65 ct Telefoon 51 Giro 150652 buitea Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct m L SBaï, Onze Lieve Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM. Ik denk aan den Pinkslerzang: „Veni Creator Spiriti". Kom, Schepper van den Geest, vervul de harten der geloovigen en ontsteek in hen het vuur Uwer Liefde". Het was met dezen Geest, dat God op Pinksteren Zijn aposte len bezielde, hen aldus bekrach tigende tot de taak, welke Hij hun had toevertrouwd en opge legd de wereld te hervormen in Zijnen naam, Zijn kerk slichtende, de Waarheid verbreidende, Zijn Vrede brengende. Zijn Vrede.... Wij weten het welde Vrede Gods is geen synoniem van den vrede dezer wereld. De eerste is iets hoogers, verhevenershij is geen zaak van tijd, maar van eeuwigheid. Maar de weg, dien we moeten gaan om den Vrede Gods te be reiken, is de weg der Liefde en als allen den weg der Liefde trachten te gaan, dan passeeren ze den vrede der wereld. Mede daarom is de Pinkster gedachte en is het Pinkstergebed - „Kom, Schepper van den Geest vervul de harten der geloovigen en ontsteek in hen het vuur Uwer Liefde", zoo schoon. En ook daarom zijn we nog zoover van den vrede der wereld, omdat we zoo weinig hebben gezocht de Liefde Gods er zoo weinig om hebben gebeden. Het is een lichtstraal in de duisternis onzer dagen, dat zoo- velen hetgeen we hiervoien zeiden erkennen en zich bereid toonen om op hun dwaling terug te komen. De christelijke kerken, Oxford, een Bond zonder Naam, zij allen ijveren voor verbetering van de wereld door te streven naar ver betering van het individu, van zich zeif. Daarom heffen ze de vaan der zelfverloochening en strijden ze met het wapen der Liefde, het vlammende zwaard, dat niet wondt, maar loutert. Door Liefde tot geestelijke en moreele herbewapening. Door Liefde tot Eeuwige Vrede via den vrede dezer wereld. Smeeken we er om, dat het zóó moge zijn. Bidden we, dat de Geest Gods onze harten moge vervullen en ons daarmee de kracht moge schenken, welke eens het deel werd der apostelen de kracht, welke muren slecht van taal en vooroordeelde kracht, welke volkeren en rassen vereenigt, ze bindende in de Waarheid. Md. Bij minister De Wilde's aftreden. We zijn een goedhartig volk, Als we twee menschen zien vechten, beklagen we allen den onderliggende en schelden we den ander voor bruut Ook al weten we niets af van de aan leiding tot het gevecht. En daarom hebben we thans ook zoo zeer te doen met minis ter de Wilde. Voorheer. hebben we hem nooit onze critiek onthouden. Hij heette het „harde" element in het kabi net te zijn, een, die alle sociale en cultureele verbeteringen tegen hield en slechts aandacht had voor nieuwe belastingsobjecten. Maar nou is hij afgetreden. En dus beklagen we hem, want al die anderen in het kabinet tesa- men, hebben hem willen dwingen tot dingen, die hij met zijn finan cieel geweten niet overeen kon brengen. Nou, toen heeft onze minister van financiën zich fier op de borst geklopt en hij heeft gezegd liever offer ik mij zeiven dan 's lands belang We vinden het „geen werk' van die andere ministers, met z'n negenen tegen één En dus zijn we ijverig aan het zoeken en gissen gegaan, wie in het kabinet de belhamels zijn geweest van het relletje. Een goed vaderlander komt bij zulke overweging als van zelf op de gedachtedat zuilen de Room- schen wel hebben gedaan. Na tuurlijk! Die minister Romme ook met z'n dure sociale maatregelen, z'n spaarpotten voor werkloozen, z'n toeslagen voor dit en voor dat, z'n plannen tot bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Net of minister de Wilde het geld maar op z'n rug groeit. Enne.... dat pian-Westhoff, - allemaal onproductieve uitgaven! En die motie van de Katholieken bij het Kweekschoolontwerp... Beslist, de Roomschen hebben het gedaan. Arme mijnheer de Wilde Slechts als terloops wijst die en gene op de ontzettende stij ging van de militaire lasten. Maar daarom zal de minister van fi nanciën 't bijltje er niet bij heb ben neergelegd, meent men, want de heer de Wilde is in elk geval een goede vaderlander wat zeg ik? een Geus! We willen de lezers niet ver moeien met veel cijfers. Slechts dit moeten we vaststellennog maar weinige jaren geleden be droegen de militaire lasten in Nederland rond 80 millioen gul den per jaar, thans rond 400 millioen gulden. Ik heb er vrede mee, want ook ik acht me een goeden vader lander. En meermalen heb ik in den laatsten tijd het belang en de noodzaak van een sterke weermacht naar voren gebracht. Maar er zijn grenzen, tenzij men hier een leefregel wil aan vaarden, welke in een nabuur land geldt en volgens welken kanonnen in alle omstandigheden beter zijn dan boter. Toen onze militaire lasten 80 millioen 'sjaars bedroegen, stuitte het treffen van overigens zeer gewenschte sociale en cullureele voorzieningen af op het bezwaar: er is geen geld voor. Inmiddels werden voor de weermacht steeds nieuwe millioenen beschikbaar gesteld. We betalen voor haar thans 400 millioen per jaar. En er verrijzen stelselmatig nieuwe plannen we prakkezeeren over slagschepen welke per stuk hon derden millioenen kosten en wier bedrijfslasten, afgezien van rente en aflossing, 4 millioen per jaar en per stuk zullen bedragen. Maar „er is geen geld" om onderwijzers, die extra worden belast met de practische oplei ding van kweekelingen, daarvoor loon uit te betalen, niettegen staande deze plicht slechts een paar ton per jaar vergt. Men kan zich vereenigen met den aanbouw van slagschepen, wier bedrijfskosten we zeiden het reeds 4 millioen per stuk en per jaar bedragen, maar we achten het aannemelijk, dat mi nister de Wilde de beenen zou hebben genomen op grond van het feit, dat collega Romme 51/» millioen per jaar vraagt voor de bestrijding van de jeugdwerkloos heid. Er is geen geld voor verlaging van de ieerlingenschaai, dus voor beter onderwijs, maar er is wèl geld voor uitbreiding van den dienstplicht tot 2 jaar. Ik critiseer niet de maatregelen tot versterking van de weermacht; ik critiseer slechts dat men daar toe als 't ware onbeperkte mid delen beschikbaar weet te stellen en vele sociale en cultureele (onderwijs) behoeften onverzorgd laat onder mottoer is geen geld. Er mag geen sprake zijn van kanonnen óf boter (en wat daar aan belangt), maar er moet wor den gehandeld raar de behoefte van kanonnen èn boter. De finan ciën, welke beschikbaar zijn, moeten in de juiste verhouding voor beide zaken worden ge deeld. We hebben den nationalen plicht om een zoo sterk moge lijke weermacht te vormen, maar het is nutteloos immers vruchteloos om te streven naar het verkrijgen van een leger, vloot en luchtmacht, sterk genoeg om zonder hulp van anderen ons bezit en onze onafhankelijkheid te verdedigen. We mogen op die vreemde hulp rekenen zonder iets te kort te doen aan onze nationale fier heid. Wanneer bepaalde mogend heden ons zouden bijstaan bij ik stel het geval enkel hypothe tisch een aanval van Japan op onze koloniën of regen het geweld van Duitsche troepen alwéérveionderstellenderwijze gesproken die ons land zou den binnendringen, dan doen die helpers dat niet, omdat ze ons zulke lieve menschen vinden, maar enkel en alleen, omdat ze, ons helpende, hun eigen belang behartigen. Wij mogen daarbij van ze verwachten dat ze hun hulpactie zullen inzetten met alle krachten welke ze redelijkerwijze kunnen beschikbaar stellen en zij mogen van ons verwachten, dat we onze eigen weermacht zoo sterk hebben gemaakt als gebo den was door de mate der risico's en als mogelijk was naar de maté van onze middelen. We leven op het oogenblik in eer. angstroes en daarin zouden we zonder dat we het ons klaar bewust zijn kunnen uit putten in weerstands- en weer machtsdriften. Laten we het in zicht voor juiste verhoudingen niet verliezen. Willen we straks geen volk zijn, dat geslagen is, zonder dat het oorlog heeft gekend, laten we dan ook het oog gericht houden op de noodzaak van het behoud van economische en financieele weerbaarheid, en van cultureele kracht. Md OVERHEERSCHING OF SAMENWERKING. De politiek van de levensruimte Kwetsbaar Italië. Portugal's premier over Europa De toestand. De Eogelsche oud-minister Baldwin heeft onlangs in een rede zijn groote verwondering uitgesproken over wat hij noemde een onbegrijpelijke fout van Hitier: het annexesren van niet- Duitsch gebied door de inlijving van de Tsjechen bg het Duitsche rijk. Daaraan moesten vi e onwillekeurig denken bij het lezen van de dave rende redevoeringen, welke de Ita- liaansche en Duitsche ministers van buitenlandsche zaken gehouden heb' ben bij gelegenheid van de onder- teekeuing van het militair verbond tusschen beide landen. Daarbij werd gesproken van het onwankelbare blok van 150 millioen menschen, dat nu als een eenheid zal optrekken tot verdediging van de levensbelangen van beide naties. De Msb. ontleedt dat cijfer van 150 millioen menschen als volgt: We willen, zonder bewgs veronder stellen, dat de ongeveer 68 millioen inwoners van het Duitschland vóór de annexaties en de ongeveer 45 millioen van Italië ieder op zich een hechte eenheid vormen; we willen voorts, zonder bewgs wederom aan nemen, dat de groote 3 millioen Su- detenduitschers en de pas terugge keerde Memeilanders zich volkomen in het Derde Rijk ingeschakeld heb ben. Dan komt men, zelf3 als men gelooven wil, dat het Duitsche en het Italiaansche volk zich tot een zoodanige geestelijke eenheid zouden kunnen opwerken als voor een wer kelijk effectieve militaire eenheid of samenwerking noodig is, toch nog tot geen 120 millioen menschen. De resteerende 30 millioen moe ten dan zijn de Oostenrijkers, de Tsjechen, de Slowaken, de Hon garen, de Albaneezen en de Abessyniërs. Maar meent men nu in Berlijn of Rome werkelijk, dat al deze volken in een oorlog, vooral als deze van ietwat lan gen duur zou zgn, betrouwbare militaire elementen zijn Of vreest men niet veeleer, dat zg de ontbindende factoren in het zeer kunstmatige blok zullen zgn Heeft het droeve voorbeeld van Oostenrgk- Hongarge uit den wereldoorlog vooral Berlijn, doch ook Rome niets te zeg gen In deze omstandigheid ligt een gunstige factor voor het behoud van den vrede, alsmede in het feit, dat Italië, als het meest kwetsbare deel der as, alles zal doen, om Duitschland in zgn plannen te matigen en het aan te zetten tot vredelievende op lossing der geschillen. Moeten we wellicht reeds in de vermindering van de uitdaging van Duitschland aan Polen dien matigen de Italiaanschen invloed zien En ook in het feit, dat Duitschland zoo kalm is gebleven bij de incidenten in Danzig, waar een burger van den vrijstaat door een Pool werd neer geschoten Het zou geheel niet onlogisch zijn al zouden we verkeerd doen, om nu reeds te meenen, dat alle Duitsche dreigingen achter den rug zijn. Daarvoor blijven de leiders een te agressieve taal spreken, zoowel in Duitschland als in Italië, al ver zekeren Führer en Ducedan ook als om strijd, dat zg den vrede willen. De vraag i3 maar, wat verstaan zij onder vrede en hoe wenschen zij dien Hier moeten we denken aan de geheime clausule bg het Duitsch Italiaansch verbond over het ver- deelen van Europa, het Middelland- sche Zeegebied en Afrika in Duit sche en Italiaansche invloedszönes. En ook aan het commentaar in de Italiaansche bladen, dat het mi litaire verbond wel een verdedigend karakter heeft, maar zoo opgevat, dat de as het ook als verdediging beschouwt, wanneer Duitschland en Italië een mogendheid moeten ver pletteren, die niet goedschiks een gebied wil afstaan, dat de as-mo- geudheden als levensruimte voor zich opeischen.1 Die opvatting inzake levensruim te zet alle internationale ver houdingen op losse schroeven; met een beroep daarop is elke eisch tot gebieds-uitbreiding te rechtvaardigen. Door deze houding hebben Italië en Duitschland de andere mogend heden als het ware gedwongen om zich hecht aaneen te sluiten, teneinde een macht te vormen tegen het streven van de as-mogendheden naar overheersching in Europa en in de wereld. Ter Volkenbondsvergadering heb ben namens Engeland en Frankrijk Halifax en Bonnet die actie van hun landen tegen het geweld nog eens uiteengezet. Hun verklaringen komen neer op een herhaling van hun stand punt, dat zij weerstand zullen bieden aan iedere poging tot een gewelddadige oplossing van de bestaande strijdvragen. Het gaat om overheersching of samenwer king en Engeland en Frankrgk met hun medestanders hebben gekozen voor samenwerking. En zoo zitten we dan midden in den zoogenaamden gewapenden vrede waarbij de volken hun verdedigings middelen alsmaar blijven versterken. Dat kost milliarden en milliarden die feitelijk geen enkel volk kan opbrengen en die na verloop van tgd tot uitputting en armoe voeren. Wat leven we toch in een krank zinnige wereld Salazar, de premier van Portugal, heeft een rede gehouden, waarin hg zijn kijk gaf op de Europeesche po litiek. Hij zei o.m. Wanneer Europa te kennen geeft, dat er politieke regimes zijn, die in wezen agressief zijn en andere, die begiftigd zgn met een evangelische zachtmoedigheid en een onbegrens- den eerbied voor de rechten van buitenlanders, begaat het niet alleen een vergissing, die duidelgk door de feiten wordt weerlegd, doch lokt. het de vorming van ideologische blokken uit en van vraagstukken van bin nen landschen aard in de staten, waar bedoelde vraagstukken den weg naar een goede verstandhouding verre van vergemakkelijken. Wanneer Europa burgerrecht elscht of verleent aan organisaties van aanhangers, waarvan de opleiding in het buitenland zetelt en welke propaganda maken tegen 'n onaf hankelijk bestaan, ondermijnt het de hechtheid dezer staten, waarop het Inkomsten- en Vermogensbelasting 1939- 40 Deskundige voorlichting bij invulling van Uw aangiftebiljet Accountantskantoor H. OKHUYSEN Van Cleefstraat 16 Telefoon 3669 beweert te steunen voor den opbouw van den vrede. Spr. zeide vervolgens, dat hij be vreesd is, dat Europa, dat geen enkel probleem door een oorlog kan op lossen, zelfs over de aarde de begin selen van ruïne en dood uitzaait. DE KONINGIN IN BELGIË. De lezers zullen er wel geen be zwaar tegen maken, dat we ons Binnenlandsch Overzicht aanvangen met een uitstapje naar het buiten land, H.M. de Koningin volgende op haar triomfalen tocht door het land onzer Zuiderburen. Inderdaadhaar triomfale tocht. Dat werd het contra-bezoek van de Vorstin der Nederlanden aan het Belgische Hof. En daarmee heeft een broedervolk duidelijk gedemon streerd, dat het de vriendschap, welke wij aanboden, overgaarne aan vaardt en dat het de verplichtingen dezer vriendschap in goede trouw wenseht na te komen. Om half 5 des namiddags begon de feestelijke intocht onzer Koningin aan de zijde van den Belgischen vorst in Brussel. Heel de stad was één vlaggetooi en de toejuichingen van 't compact samengestroomde publiek waren overweldigend. Aangekomen aan het Koninklijk Paleis moesten beide monarchen zich tot twee maal toe op het balcon vertoonen. De eerewacht van den vorst maakte in haar nieuwe uniformen grooten indruk. Een groote troepenmacht zette de feestelijkheid luister bij. Nog denzelfden avond heeft de Koningin 't corps diplomatique ont vangen en zat aan, aan den maaltijd, welken de Belgische koning haar had aangeboden. 's Anderen daags bracht H,M. een bezoek aan de Koninklijke grafkel ders te Laeken. Na terugkeer ten paleize te Brussel vertrek H.M.naar het stadhuis aldaar, waar receptie werd gehouden door burgemeester Max, minister van staat en deleden van den gemeenteraad van de stad Brussel. Ten paleize teruggekeerd vertrok H.M. naar het kasteel te Laeken, waar in den namiddag een garden partij plaats vond in de wintertuinen van het kasteel. Des avonds woonden de beide souvereinen in bet Théatre Royal de la Monnaie, een gala-soirée bij. Bij deze bezoeken en uitgangen werd onze Koningin levendig door de bevolking toegejuichthet mooie weer, dat het bezoek begunstigde droeg in ruime mate bij tot een vlotte afwikkeling van het program. Donderdag was Luik aan de beurt om de Vorstin der Nederlanden haar groet te brengen en haar hulde. De Walen hebben zich op hoofsche en zuidelijk geestdriftige wijze van deze taak gekweten. Omstreeks 1 uur in den middag arriveerde H. M. aan het station Guillemins waar zg de eerewacht inspecteerde en vervolgens in een jacht over de Maas naar het terrein van de internationale tentoonstelling voor watertechniek werd geleid. Om 2 uur arriveerden de Koningin en haar hooge gastheer in het Neder- landsche Paviljoen. Hunne Maje steiten onderhielden zich hier met de ofiicieele Nederlandsche vertegen woordigers en bezichtigden met groote belangstelling de verschillen de stands. Na een korten rondgaDg over het verdere terrein werd de terugreis naar Brussel aanvaard, maar niet dan na een daverend en huldigend afscheid door deLuiksche burgerij. In de hoofdstad hieid H. M. des avonds 'n ofiicieele receptie in de Nederlandsche legatie voor de Hol- landsche kolonie en daarna zaten de Belgische vorst, de graaf van Vlaan deren en vele andere genoodigden aan 'n maaltijd aan, welke H. M. in het gebouw der Nederlandsche legatie heeft doen serveeren. Vrijdag, te 11 uur, werd de terug reis naar het vaderland aanvaard, ongetwijfeld met gevoelens van diepe erkentelijkheid jegens Vorst en Volk van België, die van zoo groote sym pathie en aanhankelijkheid aan Nederland en deszelfs Koningshuis hadden blijk gegeven. Het was alles tesamen een histori sche reis, welk op de ontwikkeling der betrekkingen tusschen twee kleine, dappere, nijvere, zelfstandige, lotsverbonden vrije volkeren van grooten invloed zal blijken te zgn. OVER DEN LINTJESREGEN Een inzender in „de Volkskrant" is van meening, dat het beter is vóór dan na den lintjesregen zgn opmerkingen te geven. De schrijver vindt de onderscheiding mooi, als er geen willekeur of bevoorrechting in het spel is. Naar zgn meening krggen sommigen veel te snel allerlei hooge binnen- en buitenlandsche onder scheidingen, waardoor allerlei spot- terng ontstaat. Hg vervolgt dan Personen in staatsdienst komen blijkbaar nogal gemakkelijk aan een of andere in beteekenis traps gewijze opklimmende koninklijke onderscheiding. Of er iets buiten gewoons gepresteerd werd, wordt veelal niet vernomen, doch wel dat deze opklimmende onderscheidin gen van zelf volgen, wanneer de betrokkenen een zeker aantal jaren hun plicht en niets anders dan hun plicht hebben gedaan. Wg dachten, dat uit salarieering of honoreering van zelf plichten voortvloeien, en dat diensttijd alleen geen speciale opklimmende onder scheidingen motiveert, doch dat daarvoor iets meer wordt ver- eischt. Zulke automatische onder scheidingen-opklimming komt ook al voor bg hoogere functionarissen in o verheids- en semi-overheids- bedrrjven. Voor flinke werkers in het par ticuliere bedrijfsleven wordt al een lagere maatstaf aangelegd en vaak is hun nut voor de samen leving even groot als voor perso nen in overheidsdiensten en be drijven. Bg de z.g. lintjesregen wordt het aantal onderscheidingen in die kringen al geringer. Goed fruitjaar I Ondanks alle pessimisme omtrent de verwachtingen van den fruitoogst wordt thans van deskundige zijde gemeld, dat het met het fruit niet zoo slecht zal gesteld zgn. In Mei kwamen geen groote af wijkingen in de temperatuur voor en nachtvorsten hebben zich algemeen voorgedaan. In tegenstelling met het vorige jaar, toen in de overeenkomstige periode nachtvorsten en koude win den groote schade toebrachten aan knoppen en bloesems, zgn thans de verwachtingen ten aanzien van het komende fruitjaar veel gunstiger gestemd. Met betrekking tot de grootte van den te verwachten oogst valt echter nog niets met zekerheid te zeggen. Schapenvleesch in blik. Van regeeringswege zijn op de lammerenmarkt te Texel 650 dieren aangekocht tegen gemiddeld f 6.25. Het vleesch is bestemd voor in blikken. VENRAY, 27 Mei 1939 KIESWET. De Voorzitter van het Hoofdstem- bureau in de gemeente Venray brengt ingevolge artikel 51 der Kieswet ter openbare kennis, dat de lijsten van candidaten voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad, zooais deze heden zijn genummerd, voor eenieder ter Secretarie ter in zage zijn nedergelegd. Venray, 24 Mei 1939. De Voorzitter voornoemd, A. H. M. JANSSEN. EEN KOE MET VIJF POTEN Allo, dat zou wat zgn. Een attrac tie om er al je werk voor te laten staan. En niemand zou het, zelfs dengene, die altijd het hardst ver klaart: „ik heb geen tijd", kwalijk nemen, wanneer ook hij er eens even tussen uit wipte, om aau zgn be grijpelijke nieuwsgierigheid te vol doen. Nou goed, ik ben het gloeiend met u eens, zo'n attractie moet je gaan zien. Dat is werkelijk de moeite waard. Maar och hemeltje, heel die attractie, laat het dan nog zo'n bg- zondere zijn, haalt het in aantrek kelijkheid in de allerverste verte niet bij heel die collectie attracties, waar van ge met de a.s. Pinksterdagen kunt genieten op de terreinen van 't Gymnasium aan de Leunseweg. Id één woord, een lust voor oog en hart. En ge kunt gerust zijn, allemaal zo onschuldig als kinderpap. Maar daarmede is natuurlijk niet gezegd, dat er niet „gewerkt" moet worden. Integendeel. Enfin, daar zul len allen het wel over eens zgn, die een klein beetje nauwkeurig dat versje gelezen hebben op die uitnoo- dlgingskaart. Het is natuurlijk mo- geirjk, dat niet allen zo'n kaart ge kregen hebben, maar laten zij dan tevreden zijn met deze nogmaals tot u allen gerichte vriendelijke uitno diging: komt allen naar de Francis caanse Pinkster-fancy-fair, welke gehouden zal worden met de a.s. Pinksterdagen. Het aantal attracties bedraagt maar liefst een dertig. Aan iedereen is gedacht. Aan mannen met spieren, aan dames met een „zwak" voor prachtig handwerk, aan vaders en moeders met of zonder groot gezin, aan dierenliefhebbers, ja vooral zg, die dieren liefhebben, zullen hun hart rgkelijk kunnen ophalen aan een met de grootste zorg onderhouden col lectie vogels en ander gedierte, kort gezegd „beestig" mooi.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1