Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY" boter Oorlog om een corridor-kwestie Neen Buitenland. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 6 Mei 1939 Zestigste^ Jaargang No 18 PEEL EN MAAS is zeer fijne boter ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaal; voor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct Onze Lieve Vrouw „Behoudenis der Kranken" OOSTRUM. Als de groote oorlog uitbreekt dan moet deze geweten worden aan gebrek aan vertrouwen. Nu Hitier heeft gesproken en we de naaste doeleinden van hel Duitsche streven kennen, zoekt de wereld wederom 't antwoord op de vraag van oorlog of vrede. We weten, wat de Duitschers willen: ze wenschen den An schluss van Dantzig bij het Duit sche Rijk en een corridor door den Poolschcn corridor heen, dus een verbinding met het gesepa reerd van het overige rijk gelegen Silezië. Vöör het najaar, zoo wenscht men in Berlijn, moeten deze kwesties geregeld zijn. En men kan er dus van op aan, dat zich straks „grensincidenten" zullen gaan voordoen en dat de Polen zullen worden beschuldigd van een bloedigen terreur uit te oefenen tegen de bloedjes van Nazi's, die een minderheid vor men in Poolsch Silezië. Het Duitsche geweten zal een cri de coeur slaken, de internationale crisis zal van dag tot dag weer scherper worden en eindelijk Ja, waar zal het dezen keer op uitloopen De Duitsche tactiek is niet be paald onmenschkundig. Want in Engeland en Frankrijk en ook bij ons, zullen van dag tot dag weer meer menschen zich gaan afvra gen: Is die Poolsche kwestie, is het lot van Dantzig en een cor ridor door een corridor, wel een wereldoorlog waard Het zou waanzinnig zijn om deze vraag verder afgezien van alles, bevestigend te beantwoor den. Maar ééns hebben we ge concludeerd, dat de herbezetting van het Rijngebied geen oorlog waard was. En ook niet de Duitsche her-militarisatie. Even min den Anschluss van Oostenrijk. De afstand van 't Sudetenduitsche gebied vonden we niet meer dan billijk. En wat er toen van Tsje- choslowakije overbleef was niet meer de moeite waard om er voor te gaan vechten. Waarom Hitier ook deze rest inpikte. Stuk voor stuk was al dat voorgaande geen wereldoorlog waard. Maar als Hitier, toen hij aan het bewind kwam, had ge zegd ik eisch het recht van herbewapening, van versterking van mijn Rijngrens; ik eisch het gebied van Oostenrijk; ik eisch het Sudetenland en ik eisch bo vendien Tsjechië en Moravië; ik eisch Memeiland en Dantzig en een corridor door den Poolscheri) corridor.... Dan zou heel Europa veront waardigd naar de wapenen heb ben gegrepen en den Duitschers een tuchtiginghebben toegediend welke... de wereld van veel ellend zou hebben bewaard. Men voelt het: ook thans gaat het niet enkel om Dantzig en om een strookje grond in Poolsch- Silezië, het gaat er om, of men den Duitschers op hun weg van geweiden willekeur eindelijk een halt zal toeroepen of niet. Zoo niet, dan zal het tempo van hun opmarsch langs dien weg steeds sneller worden en het aantal slachtoffers, dat ze er om ver stormen, grooter. Als het waarlijk enkel om Dantzig en een stukje Silezisch gebied ging, ja, dan....! De „Times" herinnerde dezer dagen aan de wijze, waarop Wil son, de president der Ver. Staten 20 jaar geleden de Duitschers heeft gekenschetst: „Mijn grootste moeilijkheid, is dat wij te doen hebben met lieden, die wij niet kunnen vertrouwen. U kunt u niet voorstellen, hoe verbijsterend dat is voor iemand, die eerlijk 'n oplossing zoekt. Als Duitsch- land net was ais elkander land, als wij er op konden rekenen, dat bepaalde beloften zouden worden nagekomen als aan be paalde verzekeringen was vol daan, dan zouden wij weten, waar wij aan toe zijn. Maar er valt op hen niet te rekenen. Ik schrijf een nota. Ik krijg antwoord. Ik schrijf een tweede nóta. Ik krijg weer antwoord. Ik schrijf steeds maar nota's. En ik kom geen stap verder, want ik heb uit bittere ervaring geleerd, dat de beloften, die in dat antwoord zijn vervat, zullen worden geschonden bij de eerste gelegenheid de beste, die zich voordoet". In verband met het vorenstaan de is het interessant om aan eenige verzekeringen van Hitier te herinneren, welke hij gedurende de laatste jaren met plechtigen nadruk heeft geuit. Op 30 Januari 1934 verklaarde Hitler in den Rijksdag: „De Duitsche regeering is bereid en besloten, na de oplossing van het Saar-probieem het verdrag van Locarno naar leer en geest te aanvaarden". Na de re-militariseering van 't Rijnland zei Hitier: „Thans na drie jaren, kan ik den stiijd voor Duitschland's rechtsgelijkheid als geëindigd beschouwen. Wij heb ben geen verdere territoriale eischen in Europa". In zijn Rijksdagrede van Mei 1935 zei Hitler ten aanzien van Oostenrijk: „Duitschland wenscht zich niet in de binnenlandsche aangelegenheden van Oostenrijk te mengen, noch Oostenrijk in te lijven of een aansluiting met het land tot stand te brengen". Na de overweldiging van Oos tenrijk verklaarde Hitier„De Duitsche droom van eeuwen her is in vervulling gegaan. Duitsch land verlangt slechts vrede. Het wenscht het leed van andere staten niet te vermeerderen." Onmiddellijk na het accoord van München gaf hij Chamberlain te kennen, dat met de bezetting van het Sudetengebicd z'n laatste territoriale eisch in Europa was vervuld. Wanneer de wereld tegen het najaar in een grooten oorlog zou worden gewikkeld, dan zou dat niet zijn om Dantzig en om een corridor, maar om alies, wat daarachter kan worden vermoed. Het zou een oorlog zijn, ont staan uit gebrek aan vertrouwen in het Duitsche woord. Maar ik betwijfel, of in de naaste toekomst inderdaad een wereldstrijd zal ontbranden. Stuk voor stuk zijn wat kleine mach ten neergetrapt onder het geweld van de dynamische politiek der dictatuurstatenAbessinië, Alba nië, Oostenrijk, Tsjechoslowakije Lithauen (Memelland). De durf om 't zwakke te verkrachten sluit den moed uit om der. sterken te weerstreven. Als de sterken hun wil een drachtig te betoonen en overtuigd blijven dat de eigen verdediging de bescherming van de minder- krachtige omwonenden eischt, dan komt er geen oorlog. Omdat het NOG TOESTAND VAN AFWACHTING. Welken weg zal Polen kiezen Frankrijk en Italië. De Toestand De wereld verkeert nog altijd in een toestand, waarvan niemand durft te zeggen, dat hij gedekt wordt met het mooie woord vrede. Juister is wellicht te spreken van een toestand, zwevend tusschen oorlog en vrede, dien men aanduidt als „gewapenden vrede". Er is en er blgft een scherpe tegenstelling tusschen de twee groe pen mogendheden de dictaturen met hun vrijwillige of gedwongen mede standers en die van het „halt dictatoren-front." Tusschen diet;vee groepen gaapt een diepe klove, niet in de eerste plaats door de ideolo gische tegenstellingen dictatuur tegen democratie maar doordat aan de eene zgde de zich misdeeld geachte volkeren staan, dis in 1918 na den grooten oorlog danig werden geplunderd en aan de andere zrjde de volkeren, die als „verzadigd" worden aangeduid en daarom zweren bij den „status quo", big de hand having van den huidigen toestand, waarin zij alles bezitten, wat zij wenschen. In hun strijd is objec tief bezien het recht niet zonder meer aan een van beide zgden. Wanneer de asmogendheden be weren, dat onrecht van Versailles moet hersteld worden, dan kan geen verstandig menseh dat weerspreken. Dat domme en kortzijdige verdrag heeft heel wat onheilen over de wereld gebracht. Veel ervan is reeds hersteld en het pleit niet voor het doorzicht van de overwinnaars van 1918, dat zg in den loop der jaren aan het democratische Duitschland hardnekkig weigerden te geven, wat zij noodgedwongen later aan het tot nieuwe macht gekomen Duitschland van Hitier voor en na wel toeston den. Zoodoende hebben zij zelf het Hitler-Duitschland van thans ge maakt en nu zouden zg wel wen schen, te kunnen onderhandelen met het democratische Duitschland van Stresemann of Brüning of met het Duitschland van Wilhelm. Dat alles wil echter niet zeggen, dat de asmogendheden in hun strgd en vooral in de methode van hun strgd het recht aan hun zgde heb ben. Dat was een eindweegs nog wel het géval, toeD het ging om het brengen van Duitsche volksgroepen binnen de grenzen van het Rijk. Misdadig werd de Duitsche actie, toen zij een ander vo.'k, de Tsjechen, onder haar dwang ging brengen. Dat vooral heeft het vertrouwen in de verzekeringen en in het doel der Duitsche politiek geschokt en vermoord, alsook de verschrikkelijke vervolging tegen de Joden. Deze feiten hebben een ommekeer gebracht in de houding der demo cratische mogendheden, die tot dan toe onder leiding van Chamberlain bgna tegen eiken prgs gestreefd hebben, om met Duitschland door beraad tot overeenstemming te komen. Hun politiek werd radicaal gewijzigd en zg zijn militaire macht gaan stellen tegenover de Duitsche dreiging, welke kennelgk streeft naar een overheerschende positie in Europa en in heel de wereld. Die vastberaden houding van En geland en Frankrgk, gesteund door Amerika, heeft wellicht al heel wat onheilen voorkomen. Dit statenblok dat nog altgd onderhandeld over opname van Rus land heeft garanties gegeven aan Polen, Roemenië en Griekenland. De Westersche garantie van bij stand aan Polen, ingeval dit land wordt aangevallen en zich met de wapenen verdedigt, schijnt thans een groote rol te gaan spelen. Duitschland toch concentreert zgn krachten op Polen. Het eischt den terugkeer van Danzig naar Duitsch-" land en een verbindingsstrook van enkele K.M. breedte door den Pool- schen corridor naar Oost-Pruissen. De Duitsche pers begint zich te roeren tegen Polen en we weten uit de recente geschiedenis, dat er daar een of ander op til is. Er zgn echter aanwijzingen, dat Polen alsnog wel zal probeeren, om zonder wapengeweld een regeling met Duitschland te treffen. Welke die aanwijzingen zijn In de eerste plaats: het is de groote vraag of 't Westen omwille van Danzig wel een oorlog zou ont ketenen. Danzig wordt feitelgk als vrijstaat al lang als afgeschreven beschouwd. Brak hierover een ge wapend conflict uit, hoe moet men zich dan de eventueele Fransch Engelsche hulp denken Een Engelsch blad heeft dan ook al laten doorschemeren, dat het Westen niet zal vechten om den terugkeer van Danzig naar Duitsch land te verhinderen. dan afgeloopen is met de Duit sche en Italiaansche agressie. Md. Ook een Fransche stem heeft reeds gezegd, dat dat land er niet aan denkt, om hiervoor een oorlog te beginnen. Dan is er nog een andere omstan digheid, die Polen tot voorzichtig heid maant. Wij zeiden hiervoor reeds, dat met Rusland pog wordt onderhandeld over opname in het anti-aanvalsfront. Het Westen doet dat niet enthousiast, maar 't meent Rusland niet te kunnen missen. In geval van een oorlog tegen Polen zou Rusland het eerst in aan merking komen, om Polen bij te springen. Echter, Polen is weinig op Russische hulp gesteld. Polen herinnert zich de Russische slavernij van een deel van zijn be- bevolking en het vreest, dat het na een oorlog weer goeddeels een buit zou worden van Rusland of Duitsch land. Daar komt voor Polen nog bij dat Rusland de bakermat is van 't godlooze bolsjewisme en de vrees is niet ongegrond, dat tijdens en na de Russische hulp de bolsjewistische idee in Polen zou worden ingegoten. In de derde plaats twgfelt Polen aan de beteekenis der Russische hulp; in vorige oorlogen bleken zoowel leger als vloot een groote misluk king en nu komt daar de vrees bg, dat Japan bg een conflict Rusland in 't Oosten aangrijpt en diens macht daar zoo goed als geheel vasthoudt, waardoor er van hulp aan Polen niet veel terecht zou komen. Ondanks alle andere teekenen hou den wg het er dan ook voor, dat Polen alsnog met Duitschland zal probeeren te onderhandelen. Waarschijnlijk zal dit week-end de ontknooping van dit stuk nader brengen. Heden Vrgdag geeft de Poolsche minister van buitenlandschezaken, Beek, antwoord op de rede van Hit- Ier. Tusschen Frankrgk en Italië is nog steeds geen verbetering in den toestand ingetreden. Thans is weer een persoorlog aan den gang, waar bij wederzijds het liedje „wij zijn niet bang» wordt aangeheven De Italiaansche bladen manen Frankrgk tot voorzichtigheid Ge wezen wordt op de 10 millioen man die Italië kan oproepen en die in geen vier jaren te verslaan zijn, alsook op de machtige vloot en op de formidabele, geheime ontplotbare stoffen. Bovendien, zoo wordt ge zegd, kan Italië tegenover Frankrijk andere militaire en politieke mach ten stellen in en buiten Europa. De Italiaansche bluf gaat zoo ver, dat voor Frankrgk reeds de balans van een verloren oorlog wordt opgemaakt: 2 millioen dooden, verminkten en gewonden, vernielde centra van leven en arbeid en gemis aan man nen en kracht, om zijn rijk- te exploiteeren en te besturen Men zieter wordt alles behalve vriendelijk over Frankrgk gesproken maar omgekeerd ook niet. Zoo had een Fransch blad voorspeld dat de asmogendheden zouden verslagen worden, omdat de democratieën meer goud, meer grondstoffen en meer bewapening bezitten en Italië onmiddellijk in de Middellandsche Zee zou worden verslagen. Zoo discussieert men in vollen vredestijd tusschen twee „bevriende" naties Korte berichten. Hitier zou voornemens zgn, alle kerken in Duitschland aan een uni forme wetgeving en tevens aan een scherpe controle op al haar activi teiten te onderwerpen. De kerken zouden dan van de geloovigen geen belasting meer mogen heffen. In Engeland hebben in April ongeveer 80.000 recruten dienst ge nomen. In geval van oorlog zou Engeland, buiten zijn reservisten en de burgerlijke defensiediensten, over een goed millioen man beschikken. De Roemeensche premier heeft verklaard, dat elke poging, gericht tegen het Roemeensche grondgebied zou botsen op den meest vastbera den en onschokbaren tegenstand. Dat is de nationale politiek van Roe menië. Nationale Inkomsten- en winstbelasting» In de Millioenennota heeft de mi nister van Financiën uitvoerig de noodzakelijkheid betoogd, om in de bestaande tekorten van 's rijks schat kist door het verzwaren van den be lasting druk te voorzien. Onder ver wijzing naar de omstandigheid, dat de bestaande belastingen weinig ge schikt zgn om te worden verhoogd, heeft hij daarbij tevens aangekon digd het voornemen van de regee ring, de indiening te bevorderen van een ontwerp van wet tot het heffen van een nationale inkomsten- en winstbelasting en tot het aanbren gen van enkele wijzigingen in de belastingwetgeving, op punten waar de belastingdruk te zwaar zou wor den. De uitwerking van de in uitzicht gestelde maatregelen heeft meer tgd gevorderd dan de regeering aanvan kelijk had verwacht. De desbetref fende voorzieningen zijn thans alle te zamen in een wetsontwerp aan geboden, Tegen pers-excessen. In onze critieke dagen heeft het volk en namens het volk de ra- geering zich niet enkel te verde digen tegen de gevaren van buiten, maar ook tegen de gevaren en exces sen van binnenuit. Helaas. Die excessen komen vooral in de pers tot uiting. Ook ontoelaatbare mon delinge, openbare, uitingen hebben den min. van justitie, naar hij aan de volksvertegenwoordiging bericht, er toe genoopt om een wetsontwerp in te dienen, inhoudende nadere voor zieningen ter bescherming van de openbare orde. Het thans ingediende ontwerp van wet stelt nieuwe voorschriften voor in tweeërlei richting: a. Vooreerst bevat het een aan tal aanvullingen van de bestaande bepalingen betreffende beleediging van het openbaar gezag, openbare lichamen en instellingen, en van groepen van de bevolking of ten deele tot de bevolking behoorende groepen van personen; b. Daarnaast wordt een nog belangrijker materie de mogelijk heid geopend aan een rechterlijk ver bod van verschijning van dagbladen en andere periodieke geschriften, waarmede bij herhaling misdrijven worden gepleegd tegen de veiligheid van den staat, de openbare orde of het openbaar gezag. In 'n ander wetsontwerp wordt straf bedreigd tegen landverraad. Helaas is ook d&t noodig gebleken. Kost-winners-vergoedingen Door het op buitengewone wijze onder de wapenen roepen van mili tairen heeft het begrip „kostwinners vergoedingen" in veler ooren weer een bijzonderen klank gekregen; het is voor velen plotseling weer een re aliteit geworden. Nu mag er wel eens de aandacht op gevestigd worden, aldus O.N., dat de kostwinnersvergoedingen voor de dienstplichten beneden de rang van officier zeer schriel zijn. Art. 26 sub 1 van de Dienstplicht wet bepaalt in welke gevallen ver goeding als kostwinner kan gegeven worden. De maximum- uitkering be draagt echter f 2,50 per dag. Deze maximum uitkeering, waarbij ook veel te weinig rekening wordt ge houden met de grootte van gezin, houdt absoluut geen rekening met enigen welstand, die vaak onontbeer lijk is. en die men ook niet plotseling kan verminderen. Wie een duurder huis bewoond of zijn kinderen op studie heeft kan aan dit alles niet plotseling een einde maken, omdat de vader op moet komen en maar een maximale vergoeding van 17.50 per week krijgt. Het rijk speculeert hier weer op de werkgevers, dat die hier zullen aanvullen, waar het rijk te kort schiet. Echter lang niet alle werkgevers kunnen dat en zeker niet de kleinere bedrijven, die een plaatsvervanger moeten betalen. Dat wordt voor velen een armoe- bestaan en dat is een onhoudbare toestand, waar het Overheid is, die de arbeidskracht van den kostwinner opeischt Zij dient in dien tijd voor 's mans gezin te zorgen zoodanig dat het niet in moeilijkheden komt. VENRAY, 6 Mei 1939 Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis dat de „Verordening op de heffing van schoolgeld voor het gewoon- en het uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Venray", vastgesteld door den Raad der gemeente op 28 Octo ber 1938 en 28 Februari 1939 Nr. 122/66, en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 April 1939, Nr. 14 ter gemeentesecretarie gedurende drie maanden voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Venray, 29 April 1939. Burgemeester en Wethouders vnd. A. H. M. JANSSEN De Secretaris, VAN HAAREN Beslissing over de geldigheid der candidatenlijsten voor den Gemeenteraad De voorzitter van het Hoofdstem- bureaff in de Gemeente Venray brengt ter openbare kennis, dat dit Hoofd stembureau op Zaterdag 13 Mei 1939, des voormiddags half twaalf in het stemlokaal, Patersstraat 28 (Patro naat) te houden openbare zitting zal beslissen over de geldigheid der op 9 Mei 1939 ingeleverde candida tenlijsten voor de Gemeenteraad en over de handhaving van de daarop voorkomende candidaten. Venray, 3 Mei 1939. De Voorzitter voornoemd, A. H. M. JANSSEN. Aangiften van stieren* De Burgemeester van Venray herin nert belanghebbenden aan hun ver plichting om van het houden van een stier van 6 maanden of ouder tus schen 15 en 25 Mei aangifte te doen bg den Burgemeester der gemeente, waar de stier gehouden wordt. Deze aangifte moet schriftelijk ge schieden og een voorgeschreven for. muiier, hetwelk ter gemeentesecre tarie kosteloos verkrijgbaar is en moet onder meer inhouden leeftijd, kleur en bijzondere kenteekenen van den stier, benevens mededeeling of de stier al dan niet reeds goed- of afgekeurd of van rechtswege tot dekking toegelaten is. Van de aangifte ontvangt de stier houder een bewijs; dit bewijs moet in zijn bezit zgn, aangezien het steeds op eerste vordering moet worden vertoond aan de politie. Van het houden van eenafgekeur- den stier moet steeds onmiddellijk aangifte worden gedaan bij den Bur gemeester. Niet naleving van de verplichting tot aangifte als bovenbedoeld en het niet op eerste vordering vertoonen van het bewijs van aangifte wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste 25 gulden. Venray, 1 Mei 1939. De Burgemeester voornoemd, A. H. M. JANSSEN. GEVONDEN een blauwe jongensjas is bij P. Bom Oostsingel 14. Gouden Bruiloft. Maandag 15 Mei a.s. herdenken de echtelieden S. Rutten en A. Michels aan de Heide alhier hunne 50-jarige echtvereenigicg. STAMBOEKKEIJRING. Maandagmiddag werd op het Hen- seniusplein alhier onder groote be langstelling van paardenliefhebbers, de keuring gehouden voor het Stam boek Ned. Trekpaard. In totaal waren 50 paarden uit Venray en omliggende dorpen ter keuring verschenen. Hiervan werden 35 stuks in het Stamboek opgeno men. De jury, die bestond uit deheeren Sneep, Boonen en Bertjes, verklaar de, dat de kwaliteit veel beter wae dan andere jaren. Candidaatstelling Gemeenteraad. Woensdag 3 dezer had in het Pa tronaat eene vergadering plaats van R. K. arbeiders en die met de ar beiders sympathiseeren, onder leiding van een daartoe ingesteld Comité*— De Voorzitter, de heer Th. Jans sen, opende de vergadering met den Chr. groet en een welkom tot de aanwezigen. Hg betreurde echter, dat voor een gewichtige aangelegen heid als de Gemeenteraadsverkiezin gen, de animo blijkens de opkomst, niet grooter is. Hg hoopt echter dat de eenheid bewaard zal blijven en hoe de uitslag der straks te houden stemming ook zgn zal, de candidaten met de hun toegevallen plaats op de lijst zouden instemmen. In verband met het feit, dat de heer Odenhoven het volgend jaar zgn zilveren jubileum als Raadslid hoopt te vieren en derhalve een respectabelen staat van dienst heeft in de arbeiderswereld, werd de eerste plaats op de candidatenlgst gereserveerd voor de heer Odenho ven, welk punt de volle instemming der vergadering verkreeg. De Voorzitter las hierna het re glement voor, dat terzake dezer candideering zal gelden, waarbij den candidaten verboden werd om vóór de stemming een propagandawoord te spreken, daarna mocht dit wel. Onder dank aan de zitting heb bende Raadsleden, vertegenwoordi gers der arbeiders, voor alles wat zij in de afloopende peiiode hebben gepresteerd, werd de gelegenheid gegeven met eventueele candidaten te komen. De „heer Odenhoven bracht dank uit voor de hem toegewezen plaats op de candidatenlgst en zegt gaarne ook voor de toekomst zijn beste krachten toe. Hij herinnert er aan, dat hg thans reeds 24 jaren als Raadslid zitting heeft voor de ar beiders en dat zgn politieke leven als het ware begonnen is, toen ook in Amsterdam de eerste arbeider vertegenwoordiger in den Raad zijn intrede deed. Ook Venray is op den ingeslagen weg voortgegaan en thans zijn de arbeiders reeds door 4 Raadsleden vertegenwoordigd, ja, bij de vorige verkiezing scheelde het maar een haartje of ook de vijfde zetel was veroverd. Hij wekt allen op tot eenheid, opdat de innerlijke kracht der arbeidersorganisatie ten voile naar buiten blijke. Nadat door de candidaten verklaard was in te stemmen met hun can didaatstelling en een eventueele ver kiezing te zullen aanvaarden, ging men over tot stemming, waarbij de rangorde bepaald werd, waarbij de rangorde bepaald werd en welke stemming tot uitslag had: 1. H. Odenhoven, 2. A. Millen, 3. J. Guelen, 4. H. Manders, Veulen, 5. H. van Boven, 6. L. Verbeek, 7. M. Arts, 8. W. Peeters. (Deze laat ste werd op eigen verzoek de onder ste plaats toegewezen). In verband met dezen uitslag verklaarden de heeren Arts en van Boven van hun candidaatstelling af te zien en zich niet disponibel te stellen. De heer van Boven voegde er nog aan toe, dat de dank door den Voorzitter gebracht aan de zittende Raadsleden, nog niet tot de aanwezigen schijnt doorgedrongen te zfln. Hg zal echter de Werklie- denvereeniging big ven steunen.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1