Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Venray,
Oudste en meest vertrouwde
adres van alle soorten Meubelen
Firma M. J. Vollebergh Zonen
gehouden op Dinsdag 28 Februari 1939, des namiddags 3 uur.
VOORZITTER: de Heer Mr. A. H. M. JANSSEN, Burgemeester.
SECRETARISde Heer A. F. M. VAN HAAREN.
Tegenwoordig alle leden.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, en gaat over tot
het trekken van een nummer, waarna blijkt, dat Nr. 10 der presentie
lijst, i.e. de Heer Asselberghs, bij eventueele stemmingen in deze ver
gadering het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 1 der agenda„No
tulen der vergaderingen van 9 December 1938 en 30 December 1938".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten deze notulen ongewijzigd
vast te stellen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda
„Ingekomen stukken"
a. dankbetuiging voor verleend subsidie Fanfare „Ons Genoegen" Oirlo;
b. als voren, Patronaats-Commissie St. Antonius;
c. alsvoren, Bestuur Handelsavondschool;
d. alsvoren, Harmonie „Sub Matris Tutela" Oostrum;
e. alsvoren, Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B. 's-Gravenhage;
f. alsvoren, Fanfare „St. Oda" Merselo.
g. Besluit van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring Raadsbesluit
van 30 December j.l. betreffende aangaan van een kasgeldleening;
h. Alsvoren, betreffende verlaging huurprijs schoolwoning Hegde;
i. Schrijven van Gedeputeerde Staten betreffende vaststelling ge
meenterekening over 1936;
j. Schrijven van J. van Gerven te Venray, betreffende opzegging
zijner hypotheek;
k. Verslag der Commissie tot wering van Schoolverzuim over 1938;
1. Verslag van het Gemeentelijk Gasbedrijf over 1937;
m. Schrijven van Gedeputeerde Staten betreffende Koninklijke goed
keuring van het besluit van 30 December 1938, tot heffing van
opcenten op de hoofdsom van de Personeele Belasting.
Deze stukken worden zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving
aangenomen.
Vervolgens deelt de VOORZITTER nog mede, dat is ingekomen een
schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten in verband met een door
den Minister van Binnenlandsche Zaken gemaakte bedenking tegen de
nieuwe schoolgeldverordening. Hierin komt n.l. de bepaling voor, dat
reductie op het schoolgeld wordt verleend, indien meer dan één kind
in het zelfde schoolgeldjaar eene school voor gewoon- of voor uitge
breid lager onderwijs bezoekt in deze gemeente. Nu acht genoemde
Minister de beperking „in deze gemeente" in strijd met de bepalingen
de Lager-Onderwijswet. Spreker adviseert dan ook om overeenkomstig
het verlangen van den Minister deze woorden te schrappen. Dit kan
zonder bezwaar geschieden en het zal tenslotte ook nog billijker werken.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna deze wijziging
aan te brengen.
Hierna deelt de VOORZITTER mede, dat alsnog zijn ingekomen een
dankbetuiging voor verleend subsidie van de Gymnastiekvereeniging
„St. Christoffel", en het proces-verbaal van kasopneming bij den ge
meente-ontvanger door het Verificatiebureau der Ver. voor Ned. Ge
meenten, over het le kwartaal 1939.
Deze beiden stukken worden eveneens zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 3 der agenda
„Benoeming leden Hoofdstembureau voor de verkieziDg der leden van
den Gemeenteraad. Als leden werden voorgedragenH. J. H. Sala, zon
der beroep te Venray, H. W. A. Kraykamp, oud-hoofdonderwijzer te
Venray, J. H. J. Pluymaekers, Notaris te Venray, A. F. M. van Haaren,
Gemeente-Secretaris te Venray, en tot plaatsvervangende ledenB.
Kruysen, boekhouder te Venray, F. R. Vermaaten, gemeente-ontvanger
te Venray en J. A. M. Hootsmans, geneesheer te Venray. De Burge
meester is ambtshalve Voorzitter.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voor
stel.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging en aanvulling
Raadsbesluit van 26 Februari 1937, Nr. 25/53, tot benoeming voorzitters,
leden en plaatsvervangende leden voor de stembureaux in de gemeente
Venray.
Overeenkomstig dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten tot intrekking van bovengenoemd besluit, voorzoover de stem-
-fluurèaux IV en V betreft en de stembureaux IV, IVa en V samen te
stellen als volgt:
Stemdistrict IV (Oirlo). VoorzitterJ. H. Nelissen, Wethouder. Tot
lid, plaatsvervangend voorzitterJ. H. van Boven, Raadslid. Tot lid
P. G. W. Janssen, landbouwer. Tot plaatsvervangende ledenG.Custers,
landbouwer, en B. van der Sterren, landbouwer.
Stemdistrict IVa (Castenray). Voorzitter: P. J. Steeghs, Raadslid.
Tot lid, plaatsvervangend voorzitter: J. H. Geurts, oud-raadslid. Tot
lid H. M. W. Emonts, landbouwer. Tot plaatsvervangende ledenH.
H. Kuijpers, secretaris boerenbond, en G. H. Weijs, landbouwer.
Stemdistrict V (Leunen). Voorzitter: G. H. Houben, wethouder. Tot
lid, plaatsvervangend voorzitter: G. H. Reintjes, raadslid. Tot lid: H.F.
Asselberghs, raadslid. Tot plaatsvervangende leden M. Derks, zonder
beroep, en H. Mulder, directeur Zuivelfabriek.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda„Voor
stel van Burgemeester en Wethouders, om aan J. van Gerven en M.
Wismans overeenkomstig hun verzoek te verkoopen een strookje grond
(gedeelte van de zg. Burggraaf) groot circa 90 M2, kad. C 6165, zulks
voor den prijs van f 15.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot dezen verkoop.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan A. Janssen, over
eenkomstig diens verzoek te verkoopen een bouwterrein te Ysselsteyn,
(tusschen de school en perceel Gooren) gedeelte, groot circa 12 aren,
van perceel Sectie H Nr. 1791, tegen den prijs van f 15.— per Are,
met verplichting om daarop vóór 1 Januari 1941 een woning te stichten.
De Heer ODENHOVEN vraagt of f 15.— niet erg weinig is. Spreker
kent de waarde van den grond daar wel niet zoo precies, doch het
IgKt hem erg gering.
De VOORZITTER antwoordt, leek te zijn op dit gebied, doch dat de
Directeur van Gemeentewerken den grond aan dien prijs getaxeerd heeft.
De Heer MILLEN vindt, dat de waarde nogal ruim geschat is en
meent, dat deze schatting in verhouding tot andere gronden vrij hoog is.
De Heer VAN HAREN wijst in verband hiermede nog eens op de
noodzakelijkheid van Commissies. Ook ten aanzien van het volgende
punt springt deze noodzakelijkheid duidelijk in het oog. Als een derge
lijke Commissie den Raad voorlichtte, was het veel gemakkelijker om
een beslissing te nemen en konden al deze vragen achterwege blijven.
De VOORZITTER merkt op, dat er hier toch een voorstel van B. en
W. is, met een schatting door den Directeur van Gemeentewerken. Er
is dus voldoende voorlichting. Een commissie zou niet anders kunnen
doen dan wat B. en W. gedaan hebben; dus dubbel werk en vertraging.
De Heer VAN HAREN zag liever een landbouwerscommissie. De
Directeur van Gemeentewerken zal wel verstand hebben van bouwen,
maar kan hg ook de waarde van grond bepalen
De VOORZITTER zegt, dat, waar het hier bouwgrond betreft, de
Directeur van Gemeentewerken is aangezocht, om den grond te taxeeren;
wanneer het gaat over boerderijen e.d.. dan zullen daarvoor een paar
landbouwers kunnen worden aangezocht, indien B. en W. dat noodig of
gewenscht achten.
De Hffer Wethouder HOUBEN merkt nog op, dat die grond wel niet
duur verkocht wordt, doch dat daarvoor in Ysselsteyn de tgd ook nog
niet rijp is.
De Heer PUBBEN dringt in verband met dit punt er nogmaals op
aan, om dergelijke perceeltjes toch vooral niet te groot te nemen. Het
is daar een mooi punt en Spreker vindt het zeer juist van B. en W. om
slechts 12 aren te verkoopen.
De Heer MILLEN acht voor dergelijke punten speciale Commissies
toch wel van groot belang. Deze zouden zeer in het belang van de Ge
meente zijn en een vluggere afwerking in den Raad mogelijk maken,
omdat debatten dan hoegenaamd niet meer noodig zouden zijn.
De VOORZITTER wijst er nogmaals op, dat Burgemeester en Wet
houders bij grond verkoop steeds zorgen, dat de waarde vooraf door
deskundigen wordt geschat en ook overigens de behandeling in den
Raad goed wordt voorbereid.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig
het voorstel.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde punt 7 der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met L. Maessen, Yssel
steyn, overeenkomstig diens verzoek, circa 1 H.A. woestep grond van de
gemeente te ruilen tegen circa 1 H.A. ontgonnen grond, gedeelte van
Sectie H. Nr. 2022. Van geen van beide zijden eenige toegift. Kosten
ruiling voor rekening van Maessen.
De Heer Pubben zou liever gezien hebben, dat by dit voorstel een klein
schets-kaartje was overgelegd. Zooals Spreker veronderstelt ligt dit per
ceeltje achter den weg bij Verheyen, doch hg kan zich nu moeilijk
orienteeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders wel
voornemens waren geweest om een schetskaartje ter inzage te leggen,
doch het kadaster was ter bgwerking opgezonden naar Roermond en
Maessen had met deze ruiling nogal eenigen haast, Het betreft hier
echter een punt ontgonnen grond van Maessen, die in de gemeente-hei
springt en een perceeltje grond van de gemeente, gelegen tusschen Maes
sen en Verheyen.
De Heer HOUBEN merkt nog op, dat het perceeltje van Maessen in
de toekomst tusschen de bosschen van de gemeente komt te liggen en
dat Maessen zich nogal huiverig maakt voor wildschade. Door deze rui
ling wordt zoowel voor de gemeente als voor Maessen een mooier af
gerond geheel verkregen.
De Heer PUBBEN zegt, dat het stukje, dat Maessen nu in ruil ont
vangen zal, aan den weg ligt en eigenlijk dus wel wat gunstiger.
De Heer HOUBEN meent niet, dat het nu daardoor bepaald gunstiger
is gelegen, want die weg is toch maar een zandweg.
De Heer VAN DIJCK merkt nog op, dat het juist is zooals wethou-
houder Houben heeft gezegd; Maessen is bang voor wild, dat daar al
licht komen zal. De kwaliteit van den grond is gelgk en, zooals ook de
heer Pubben zich wel herinneren zal uit zijn wethouders-tgd, niet al te
best. Maar Maessen krijgt nu een mooier geheel, dat is zeker.
De VOORZITTER wijst er op, dat ook de gemeente door deze ruiling
een mooier afgerond perceel krijgt.
De Heer VAN DIJCK meent, dat een dergelijke aangelegenheid, vóór
dat zg in den Raad werd behandeld, eerst door een deskundige commis
sie onderzocht behoorde te worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders der
gelijke punten toch steeds door deskundigen laten bekgken en dat zij
in daarvoor in aanmerking komende gevallen ook deskundige Raads
leden zullen raadplegen: in dit eenvoudige geval was daartoe absoluut
geen aanleiding: het College van B. en W. had daartoe voldoende des
kundigheid in zgn midden.
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelgke stemming aangenomen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 8 der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan G. Wismans, wien
volgens Raadsbesluit van 1 Augustus 1935, Nr. 188/27, circa 10.8 H.A.
ontginningsgrond, gedeelte van sectie H Nr. 2030 onder Ysselsteyn, zgn
verkocht onder voorwaarde, dat daarop vóór 1 April 1940 eene boerderij
zou worden gesticht, uitstel van voldoening aan deze verplichting^te ver-
leenen tot 1 April 1945.
De Heer VAN DIJCK zegt, dat hij, indien de gemeente nog meer
gronden zou gaan verkoopen, tegen dit^uitstel rou zgn; daar dit echter niet
het geval is kan hij er zich mede vereenigen. Verschillende liefhebbers
zijn indertgd door die clausule afgeschrikt om grond te koopen. Er moet
echter in geen geval langer uitstel dan tot 1945 verleend worden.
De Heer VAN HAREN vraagt, om welke reden B. en W. nu eigen
lijk voorstellen om dit uitstel te verleenen.
De VOORZITTER antwoordt, dat B. en W. er over dachten, zooals
de Heer van Dijck en dat wg in deze niet al te toeschietelijk moeten
zgn, maar hier is het wel een zeer bijzonder geval, want toen Wismans
kocht was er nog niets van bekend, dat het departement bezwaar had
tegen het bebouwen van de strook, waarin dat stuk gelegen is. De man
zou daar nu, voorloopig althans, wel zeer alleen komen te wonen, hetgeen
ook overigens voor de exploitatie der boerderij nadeelig zou zgn.
De Heer VAN HAREN vraagt, of de Voorzitter dan verouderstelt, dat
daar omstreeks 1945 meer boerderijen zullen komen.
De VOORZITTER antwoordt, dat daar in de buurt dan wel gebouwd
zal zijn of worden.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna overeenkomstig
het voorstel van B. en W. uitstel te verleenen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 9 der agenda: „Ver
zoek van P. J. Marcellis te Merselo om schadeloosstelling wegens het
kappeti van boomen en het innemen van grond in verband met de ver
betering van den zandweg, loopende van Kleindorp naar de aardebaan
Venray grens in de richting Rips. Burgemeester en Wethouders stel
len voor eene vergoeding van f 35.welke door het toenmalige College
reeds aan Marcellis was aangeboden, toe te kennen, doch enkel, omdat
volgens beweren van Marcellis boomen gekapt waren zonder hem tevo
ren te waarschuwen en hij daardoor schade zou hebben geleden. Hoe
wel het moeilijk zal zgn te bewijzen, dat het hout daardoor minder
waarde heeft gekregen en dus schade is geleden, willen Burgemeester
en Wethouders toch met hun voorstel de tegemoetkomende houding van
het toenmalige College van B. en W. handhaven en dus met eene mo
gelijke zg het ook zeer twijfelachtige schade rekening houden. Met
f 35.is deze schade, gesteld, dat zij er werkelijk is, in elk geval zeer
ruim vergoed.
Wat de meening van verzoeker betreft als zoude ook grond van hem
zijn ingenomen, is uit een onderzoek gebleken, dat deze onjuist is en
de grond eigendom der Gemeente was, zoodat hierop niet verder behoeft
te worden ingegaan.
De Heer PUBBEN zegt in verband met dit punt eigenlijk niet graag
het woord te nemenliever had hij gezien, dat Burgemeester en Wet
houders ondershands deze kwestie hadden opgelost, zonder dat er een
verzoek over bij den Raad had behoeven te komen. Burgemeester en
Wethouders meenen blijkbaar echter, dat Marcellis schade heeft doordat
boomen van hem gekapt zijn, doch als men even op het kadaster kgkt
kan men zien, dat hg ook werkelijk grond kwijt geraakt is. Aan één
kant van den weg is daar alle grond weggenomen en aan den anderen
kant zit een holm. De overheid is in dit geval eigenlijk wat ver gegaan,
Als deze zaak indertgd met Marcellis eens besproken was door den
Directeur van Gemeentewerken en B. en W. zou deze zijn grond wel
voor f 10.per are hebben afgestaan. Het doet Spreker echter ge
noegen, dat Burgemeester en Wethouders nu toen nog met een voorstel
tot vergoeding zgn gekomen. Spreker stelt echter voor om behalve deze
vergoeding toe te kennen ook nog dien wal aan den overkant van den
weg bij gelegenheid eens in werkverschaffing te slechten. Indien te
en overleg gepleegd was, zou dit bij de verbetering van den weg
direct zgn geschied, doch feitelijk is dit eenigszins op onwil afgestuit
Verdere vergoeding toe te kennen acht ook Spreker echter niet noodig'
De Heer ARTS merkt in verband met dit punt op, dat dan toch ook
het in de vorige vergadering aan de orde geweest zijnde verzoek van
den Heer J. Lemmens ingewilligd had moeten zgn. Die man heeft ook
grond afgestaan en daarvoor had hg net even zoo goed als Marcellis
vergoeding moeten hebben b.v. f 25.Lemmens i3 toch ook een oprecht
mensch.
De Heer REINTJES zou voor den afgestanen grond geen vergoeding
toekennen. Om voor de boomen echter eenige vergoeding toe te staan,
daar voelt Spreker ook wel voor, evenals het door den Heer Pubben
voorgestelde uitgooien van den wal. Overigens is Spreker absoluut tegen
vergoeding, daar het toch gebruik is, dat in verband met wegen verbete
ring door de aangrenzende eigenaren de eventueel benoodigde grond
kosteloos wordt afgestaan.
De Heeren VAN HAREN en VAN BOVEN steunen mede het voorstel
Pubben.
De Heer VAN DIJCK zegt, dat het hem ook bekend is, dat aan
Marcellis grond ontnomen is. Vroeger was die weg daar heel smal. Als
tevoren met Marcellis een regeling getroffen was, zou Spreker ook
tegen vergoeding achteraf geweest zijn, doch nu dient hem een schade
loosstelling te worden toegekend. Het betreft hier ook niet, zooals in
andere gevallen, omzetting in een kunstweg.
De VOORZITTER zegt, dat het weer iets uit de oude doos is. Waarom
toch hebben die menschen niet eerder een verzoek bij den Raad inge
diend Zouden ze wellicht denkener is nu een nieuwe Burgemeester,
dus we zullen het nog maar eens probeeren. In elk geval is het eigen
aardig, dat Marcellis niet terstond geprotesteerd heeft, toen zgn grond
dan, zooals hij beweert, onrechtmatig werd ingenomen.
De Heer PUBBEN merkt op, dat Marcellis direct geprotesteerd heeft.
Hij is toen bij Spreker gekomen en zij zijn samen naar den toenmaligen
Burgemeester van de Loo gegaan, Marcellis vroeg toen f 100.ver
goeding. Door de Gemeente is nu wel verklaard, dat slechts grond der
gemeente ingenomen is, doch dit is niet juist.
De VOORZITTER merkt op, dat dit wel juist zal zgn. Gemeente
werken heeft de oorspronkelijke grens opgezocht en heeft van daaruit
zijn metingen verricht, waarbij gebleken is dat de grond bij het ver-
breeden van dien weg in bezit genomen eigendom der Gemeente was.
Vervolgens brengt Spreker het voorstel van B. en W., geamendeerd door
den Heer Pubben, in stemming.
Zonder hoofdelgke stemming vereenigt de Raad zich hiermede.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 10 der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de
vergoedingen voor de verschillende lagere scholen over 1936, overeen
komstig het bepaalde in de artt. 101 en 103 der Lager-Onderwijswet
1920." Als overeenkomstige gemeenten zijn genomen Gemert met f4.58.
Horst met f6.11 en Vsghel met f 6.28, zoodat wordt voorgesteld dé
vergoeding te bepalen op f 6.11 per leerling.
Wordt zonder hoofdelgke stemming algemeen goedgevonden.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 11 der agenda:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van voor
schotten op de exploitatievergoeding over 1939 als bedoeld in art. 103,
6e lid, der Lager-Onderwijswet 1920 voor de bijzondere scholen voor
gewoon lager onderwgs." Bij Raadsbesluit van 30 December 1938, Nr.
192/65, werd het bedrag, bedoeld in art. 55 bis der Lager-Onderwg'swet
1920, vastgesteld voor 1939 voor deze scholen op f 6.22 per leerling,"zoo
dat voorgesteld wordt voor elke school het voorschot te bepalen op
zooveel maal f 6.22 als het gemiddeld aantal leerlingen dier school over
1938 heeft bedragen.
Wordt zonder hoofdelgke stemming algemeen goedgevonden.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 12der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van voor
schotten op de exploitatievergoeding over 1938 en 1939 als bedoeld in
artikel 103, 6e lid, der Lager-Onderwgswet 1920, voor de bijzondere
jongensschool voor uitgebreid lager onderwgs." Bij Raadsbesluit van 30
December 1938, Nr. 193/65, werd het bedrag, bedoeld in art. 55 bis der
Lager-Onderwgswet 1920, voor 1939 gesteld voor deze school op f 15.—
per leerling, zoodat voorgesteld wordt het voofschot te bepalen op zoo
veel maal f 15.— als het gemiddeld aantal leerlingen dier school over
1938 heeft bedragen, welk gemiddelde, bepaald op de in de wet voor
geschreven wijze, (het gemiddelde van 16 September en 31 October 1938)
is geweest 421/2.
Wat het voorschot voor 1938 betreft, in welk jaar de school 1 Sep
tember is geopend, wordt voorgesteld, aangezien de wet geen regeling
terzake bevat voor het openingsjaar, het voorschot eveneens te bereke
nen naar f 15.per leerling, dus voor 4 maanden op f 5.per leerling.
Als gemiddeld aantal leerlingen moet voor 1938 volgens art. 28 der
Lager-Onderwgswet 1920 worden genomen het aantal leerlingen op 31
October 1938, zgnde 43.
Aan de hand van bovenstaande voorstellen zgn dus de voorschotten
voor de U.L.O. school te bepalen op f 215.voor 1938 en f 637.50 voor
1939.
Zonder hoofdelgke stemming besluit de Raad hierna deze voorschotten
vast te stellen als door B. en W. voorgesteld.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 13 der agenda
„Aanvrage van het R.K. Parochiaal Kerkbestuur van St. Petrus-Banden
te Venray om aan de Jongensschool in de Kom eene overdekte speel
plaats te doen bouwen en de bestaande speelplaats te betegelen of eene
andere afdoende verbetering aan te brengen, ofwel de noodige gelden
daarvoor beschikbaar te stellen."
Burgemeester en Wethouders stellen voor te besluiten in principe de
gevraagde medewerking voor de overdekte speelpiaats overeenkomstig
de desbetreffende bepalingen der Lager-Onderwgswet 1920 te verleenen,
doch geen medewerking te verleenen met betrekking tot betegeliEg der
speelplaats.
De VOORZITTER licht verder nog toe, dat volgens bekomen inlich
tingen de slechte toestand, waarin de speelplaats zich bevindt, moet
beschouwd worden als een verwaarloozing van onderhoud. Indien van
tijd tot tijd eenige kiezel op de speelplaats was gebracht en daarna
ingewalst, was deze aanvrage niet noodig geweest. Inwilliging van dit
verzoek zou dan ookde normale eischen aan het geven van lager onder
wijs te stellen te boven gaan. Het verzoek betreffende de overdekte
speelplaats kan worden ingewilligd.
De Heer ODENHOVEN acht de overdekte speelplaats ook dringend
noodig, vooral bg weer en wind en mede met het oog op het groote
aantal kinderen.
De Heer VAN HAREN zegt bij de stukken het bestek van de ver
betering der school in 1935 aangetroffen te hebben, en vraagt wat dit
eigenlijk bij de stukken deed. Verder vraagt Spreker of de algeheeïe
toestand van de school nog wel van dien aard is, dat het verantwoord
is om daar dergelijke bedragen nog aan te bestedenwellicht moet toch
eerlang daar of elders eene nieuwe school gebouwd worden.
De Heer ARTS heeft ook al eens gesproken over een overdekte speel
plaats voor die school en hg is nu dan ook geheel en al voor het voor
stel van B. en W. ook echter wat betreft de afwgzing van de betegeling.
De Heer VAN BOVEN is het ook geheel eens met het voorstel van
3. en W. en Spreker meent, dat de vrees van den Heer van Haren
toch wel ongegrond is. Na de verbouwing verkeert de school weer in
vrij goede conditie en hg hoopt, dat het niet noodig zal zijn om al
spoedig op een andere plaats een nieuwe school te gaan bouwen.
De VOORZITTER zegt hierna, dat het bestek mede ter inzage is
gelegd, omdat daaruit blijkt, dat er in 1935 bg de verbouwing ook
reeds gelden zgn besteed voor gedeeltelijke betegeling der speelplaats
en voor het opbrengen van grint.
Wat de overdekte speelplaats betreft, hiernaar is een onderzoek in
gesteld door den Directeur van Gemeentewerken en ook de Inspecteur
van het L.O. adviseert gunstig, zoodat het toch wel verantwoord zal
zgn de gevraagde gelden beschikbaar te stellen.
De Heer VAN HAREN zegt, ook te hopen, dat de school nog lang
zal meegaan, doch het alleen verkeerd te hebben geacht om groote
bedragen aan een school te gaan besteden, als er toch binnenkort een
nieuwe zou gebouwd moeten worden.
De Heer PUBBEN vindt het voorstel volkomen juist en meent, dat
het wel eens goed zou zijn als Burgemeester en Wethouders den school
besturen, wanneer deze nalatig zijn in het verrichten van onderhouds
werken, er wel eens op wezen, dat dergelijke herstellingen uit de ge
wone onderhoudsgelden bestreden moeten worden en het'schoolbestuur
verplicht i3 die werkzaamheden te laten verrichten.
De VOORZITTER antwoordt, dat het niet op den weg van Burge
meester en Wethouders of van den Raad ligt: om na te gaan of er
ondershands werkzaamheden aan een bijzondere school moeten gebeuren,
dit moet het schoolbestuur zelf doen, bovendien is dit de schoolbesturen
voldoende bekend.
De Heer MILLEN zou een dergelijke aanschrijving toch ook zeer ge
wenscht achten, want toen de school in 1935 verbouwd moest worden
verkeerde ze ook in slecht onderhouden toestand. Het was daarom wel
gewenscht, dat de schoolbesturen eens gewaarschuwd werden, dat zij de
3cholen en ook de speelplaatsen moeten onderhouden.
De Heer ODENHOVEN wgst op de geschiedenis van toen er sprake
was van verplaatsing der school naar het uitbreidingsplan. De voorstan
ders van toen verklaren nu, dat de school nog lang zal kunnen mee
gaan. Enfin dit hoopt Spreker tenslotte ook. Maar hij zou wel gaarne
zien, dat als een schoolbestuur er op een of andere manier niet kan
komen, het dan toch geholpen werd.
De VOORZITTER zegt, het voorstel van den Heer Odenhoven wel erg
mooi te vinden, maar hij zou den Raad toch niet graag adviseeren om
zoo maar gratificatie's aan een schoolbestuur te geven. De Raad moet
zich bij de beoordeeling van dergelijke aanvragen op een zuiver wettelijk
standpunt te stellen. Anders zou men uiterst gevaarlijke precedenten
scheppen. De schoolbesturen moeten diligent zgn en met de beschikbare
gelden de noodige uitgaven voor onderhoud financieren, ook als daarvoor
de uiterste zuinigheid moet betracht worden.
Zonder hoofdelgke stemming besiuit de Raad hierna overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 14 der agenda:
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om een crediet toe te staan
van f 600.voor aanschaffing van het benoodigde voor den ophaaldienst
van gestorven en afgekeurd vee, dat moet gebracht worden naar het
cadaverhuisje.
De Heer REINTJES vraagt hoe Burgemeester en Wethouders zich dien
ophaaldienst voorstellen
De Heer MILLEN zou hieromtrent ook wel eens iets meer willen ver
nemen.
De Heer VAN HAREN denkt, dat de geheele Raad wel nieuwsgierig
zal zijn wat er met die f 600zal gaan gebeuren.
De VOORZITTER antwoordt, dat het in de bedoeling ligt om een
grooten zinken bak met takel aan te schaffen, die op een vrachtauto
geplaatst kan worden. Deze zal ongeveer f 600.kosten. Het vracht-
werk zal worden aanbesteed. De bak is afneembaar en kan op elke
willekeurige vrachtauto geplaatst worden. Burgemeester en Wethouders
hebben hiervoor reeds offerte aangevraagd, en er is in het geheele land
slechts één fabriek, die deze materialen fabriceert. Uiteraard moet een
ander nogal solied zijn, daar er gewichten tot 2000 K.G. toe mee
opgetakeld moeten kunnen worden.
De Heer VAN HAREN meent, dat voor f 600.toch nogal wat aan
geschaft kan worden; de prijs lijkt hem wel erg hoog.
De Heer STEEGHS vindt f 600.ook nog al veel, temeer daar de
destructor zelf de cadavers aan de harde wegen ophaalt, en waar die
vrachtwagens niet kunnen komen zal het ook moeilgk zgn om met den
gemeentelijken ophaaldienst te komen; verder vraagt spreker, waar het
cadaverhuisje zal gebouwd worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de directeur van gemeentewerken
deze uitgave toch noodig acht, en die cadavers moeten op goed bereik
bare plaatsen liggen: de ophaaldienst van den destructor te Son is nu
wel erg voorkomend en gaat wel eens van de harde wegen af, maar
dat behoeven ze niet. Het cadaverhuisje zal aan de puinplaats bij den
Maasheescheweg gebouwd worden.
De Heer STEEGHS zegt, over de plaats waar het cadaverhuisje ge
bouwd wordt, zeer verwonderd te zgn. Dit hoort toch niet in het dorp
te staan, want wat zal daar nu naar den destructor moeten, misschien
hoogstens eens een hond.
De VOORZITTER wgst er op, dat dit juist een heel geschikt punt is,
de gemeente als geheel genomen; er zal in die omgeving ook niet ge
bouwd worden.
De Heer PUBBEN vindt f 600.voor aanschaffing van het benoodig
de en dan nog de kosten van vervoer ook veel, en vraagt, of die bak
niet ter plaatse gemaakt kan worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het van buitengewoon stevige con
structie moet zgn en volgens den directeur van gemeente-werken is het
niet raadzaam een gewonen smid zooiets te laten maken.
De Heer GOUMANS vraagt, of het niet zoo gemaakt kan worden,
dat het ook op een vierwieligen paarden wagen past Vooral bg slecht
weer zal men met dergelgke wagens beter door de binnenwegen kunnen
komen dan met een auto.
(Wordt vervolgd)
Het adres voor eigengemaakte Meubelen,
ook volgens teekening of eigen ontwerp.
Linoleum, Balatum, Cocos.
Inlijsten van diploma's en portretten.
Huisvlijt-artikelen
Beleefd aanbevelend,
Bontekoestraat 2, Bindstraat 13
Iedereen wil natuurlijk graag krach
tig en gezond blijven - het dagelijk-
sche kauwen van WRIGLEY'S P.K.
is hierbij op de meest natuurlyke
wyze behulpzaam. Bovendien bevor
dert het de spijsvertering.
P.K. kauwen sterkt de zenuwen en neemt
dat drukkende gevoel na den maaltijd weg.
Het schept nieuwe levenslust en verhoogt
de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes
bü de hand.
Veel genot voor weinig geld: 5 cent.
Als U mij vraagt..
(gewijzigde opvattingen)
Bij een zoo snel voortschrijdende
wetenschap als de land- en tuin
bouwwetenschap is, valt het niet te
verwonderen, dat men steeds weer
tot inzichten komt, die afwgken,
soms zelfs belangrgk afwijken van
tot dusver gehuldigde begrippen.
Dat is wel verklaarbaar, omdat
de land- en tuinbouwwetenschap vrij
snel is gepopulariseerd en de theorie,
die feitelijk de praktijk moet leiden,
een tijdlang te veel op laboratorium
wetenschap steunde, waarbij het
reageerbuisje de scepter zwaaide. En
aan de hand van wat men daarbg
en hoorde en... rook werden
allerlei leerstellingen opgezet, die
wel veel schijn van waarheid had
den, doch later aan de praktijk ge
toetst bleken niet altijd geheel juist
te zijn.
Dat is den leeraren van langer of
korter tgd geleden niet kwalijk te
nemeD. Id geen geval. De land- en
tuinbouwwetenschap liep nog in de
kinderschoenen. Maar de praktijk
meesmuilde dan toch wel eens, ais,
wat geleeraard werd, niet met de
ervaringen van de praktgk overeen
kwamen. Thans gaat de wetenschap
(en ze kan dit nu doen) meer te
rade met nauwkeurig uitgevoerde
gecontroleerde proeven uit de
praktijk.
Neem maar een voorbeeld. Het
reageerbuisje leerde, dat als men bij
zwavelzuren ammoniak kalk deed
de ammoniak vervluchtigde. Dat rook
men. En men leeraarde: slakkenmeel
en zwavelzure ammoniak mogen niet
kort na elkaar gezaaid wordeD, want
de in slakkenmeel voorkomende vrije
kalk zal de stikstof bevattende am
moniak uitdrgven. Maar de praktijk
nam het niet zoo nauw met de we
tenschappelijk voorgeschreven tijds
ruimte tusschen het uitstrooien der
beide genoemde meststoffen. En...
een serie nauwkeurig uitgevoerde en
gecontroleerde preven heeft laten
zien, dat van dat uitdrijven niets valt
te bemerken. Slakkenmeel kan men
gerust vlak voor of vlak na stalmest
of gier of andere ammoniakhouden-
de meststoffen geven.
Het gaat hier net als met de oude
leer, dat omdat het fosforzuur in
slakkenmeel zóó sterk is gebonden,
het slakkenmeel vroeg in den herfst
uitgestrooid moest worden. Deze leer
hardnekkige hoofdpijnen?
Als het leven een kwelling Is door
hardnekkige hoofdpijnaanvailen,
EISCH dan van Uw apotheker of
drogist Witte Kruis poeders. Sta er
op. Het gaat er om, dat U van Uw
pijn af komt! „Ik gebruik veel van Uw
Witte Kruis poeders. Ze helpen mij
altijd", schrijft J. S. te H. over onze
Witte Kruis poeders.
Prijs per poeder 5 ct. Per doos van
12 poeders, tablemen of cachets
45 ct., per koker an 24 tabletten
80 ct. Verkrijgbaai bij Apothekers
en Drogisten,
Telefoon 47, Giro 930131
DUTIM
oegstgeest