I P.K r. Jos NieL ModA M' HE% in is der Een vooru Laag en min. Provinciaal Nieuws Binnenland. Uit den goeden ouden tijd. t: P. Gemengde Berichten en depressie en pi 't Boek der Spreuken staat vol waarschuwingen tegen de kwaad sprekerij en haar funeste gevolgen. God kent 't zwakke menschenhart en weet hoe gemakkelijk de mensch in deze fouten valt. Kwaadspreken komt heel veel voor en zelfs laster in meerdere of mindere mate is niet zoo zeldzaam. Men be weert, dat deze Kwalen vooral in kleine dorpen hoogtij vieren, maar de scherpe waarnemer zal consta- teeren en toegeven, dat ook de 3teden tt mni.-t o-raoo-9 wrtfjt wvs. p ie na er vo1 van zÜn- Waar menschenzijn, TJ rookt graag? WRIGLEY S P.K. na a£ t en jalouzle en waar deze elke pup, s.gaar of s.garet, verdubbelt gebreken zitteD| daar zit00kkwaad. het rnoko-enet sprekerij en laster. Kwaadspreken dat is zonder vol. het rookgenot. Het vorfrischtde adem en houdt de tanden schoon en sterk. Kauw do verkwikkende doende reden het kwaad van iemand P.K. na eiken maaltijd, het sterkt Uw ze- bekend maken. nuwen en bevordert de spüsverteaing. Lasteren is van iemand iets kwaads Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt vertellen wat niet waar is, of het l"~'' H T St kwaad, dat waar is, vergrooten. 't Zijn beide leelijke, lage dingen, Ze zijn laf en gebeuren meestal achter iemands rug, zonder dat de persoon in kwestie zich verdedigen kan. En gaat het over ernstige zaken, dan zijn de gevolgen ook zeer treurig en vaak voor 't leven onherstelbaar. er steeds een paar by de hand. Veel genot voor weinig geld: 5 cent aaaaaaaaaaaaaa lustige fascist)„Wacht maar Straks komt Mussolini hier. Ik heb jullie namen genoteerd daar zul je wat van beleven, want Franschen en Arabieren zullen hier weldra niks meer te vertel len hebben 1" De rechtbank oordeelde den woorden „een aanval op de rechten en plichten van Frankrijk in Tunisie" en verwees den heet- hoofdigen delinquent voor twee maanden naar de gevangenis. OPVALLENDE KLEEDING WIJST OP EEN EIGEN- AARDIGEN KARAKTER TREK. Het is zeker een schoone zaak met een grootsch gebaar en vrijzinnig geen overdreven waarde te hechten aan het uiterlijk, maar men dient daarbij toch zekere grenzen in acht te nemen. De uiterlijke verschijning van den mensch is zeker geen hoofd zaak, maar zij is toch niet geheel ondergeschikt. Onze persoonlijkheid wordt niet alleen bepaald door wat wy ve richten, maar ook voor een groot deel door den uiterlijken mensch. In de eerste plaats wordt dan aan de kleeding gedacht. Doelmatigheid is de voornaamste eisch. Het is vol strekt niet noodig steeds de duurste stoffen te dragen, maar smaakvol moet men zich altijd kleeden. Uit de kleeding kan uien altijd iets omtrent het wezen van den mensch afleiden. Het is niet aaD te nemen, dat een zindelijk, ordelievend mensch in slordige, vuile kleeren loopt. Chesterfield, die oude meester in de levenskunst, zei tot zijn zoon ,,een opvallende kleeding wyst steeds op een eigenaardigen karaktertrek." Een mensch van tact en geest ver mijdt daarom zorgvuldig al het op vallende in zijn kleeding. Nauw tot de kleediDg behoort de lichaamsverhouding. Ook de beste kleeding verliest bij een slechte houding. Een gebogen hoofd, een kromme rug, sloffige gang, groote stijfheid in het gaan en zitten ver storen het uiterlijke beeld. Juist in deze opzichten ontbreekt het bij vele j jonge menschen vooral aan de lichte, zekere beheersching der ledematen Overigens zeer flinke menschen zijn als geheel veranderd wanneer zij in gezelschap komen. Dan weet menig een uit louter verlegenheid niet, welke woorden hij het eerst spreken, wat hij met zijn armen en beenen beginnen zal. Wat baten alle voor- deelen, wanneer men in zulke oogen- blikken niet zijn uiterlijken mensch weet te beheerschen Men verwekt dan slechts een medelijdend lachje of een ophalen van de schouders. Eu menschen, die voor hun uiterlijk zorg dragen kunnen bij overigens geringere ontwikkeling het gezel schap voor zich innemen. Ook aan de spraak moet worden gedacht. Hoe dikwijls laat de klank reeds te wen- schen over, de een geeft een romme lend geluid, de tweede bromt onver staanbare woorden, de derde spreekt door den neus of knarst. Het is toch werkelijk niet zoo moeilijk om duide lijk te spreken. Hoe aangenaam doet een zuivere, klankvolle stem aan. Zjj neemt reeds tevoren voor iemand in, Ed dan nog de vorm van de taal Hoe dikwijls wordt deze gemarteld en verknoeid! Er wordt een zin begonnen, waarvan men het einde maar moet raden. Midden in een zin begint men dikwijls met een nieuwen Bovendien worden er dikwijls van die algemeen gangbare uitdrukkin gen gebruikt, welke niet op haar plaats zijn. Aan den bouw van den zin denkt men veel te weinig. De grond van al die fouten is slordig heid en gedachtenloosheid. Wanneer wij meer opletten zou de vorm beter zijn, indien wij beter nadachten, zou den wij de juiste uitdrukkingen wel vinden. Bij het schrijven geven wij ons in den regel veel meer moeiten om den juisten vorm te kiezen en ons uit te drukken, zooals het behoort. Bij het spreken daarentegen laten wij ons veel te veel gaan. Er mag hier wel eens aan worden herinnerd, dat de uiterlijke mensch niet alleen iets uiterlijks is, maar tegelijkertijd het uitvloeisel van den innerlijken mensch. Het voleindigt eigeDlyk eerst onze geheele persoon lijkheid. Daarom werkt het met de geheele volheid op enze mede- menschen. Het geeft in ons beroep niet alleen, maar in het geheele leven eigenlijk den doorslag. In een ververij kwam eens een dame binnen. Ze maakte een pakje los, haalde daar 'n wit zijden kleed uit en vroeg aan den chef der zaak, of hij de witte japon zwart kon verven. „Jawel, mevrouwniets gemakke lijker antwoordde deze. „Over veertien dagen heb ik 't keurig voor U in orde en kunt U de japon terug halen." 'n Maand of drie later verscheen dezelfde dame weer in de ververij, maakte een pakje los, haalde daar de nu zwarte japon uit en vroeg aan den chef of hij het kleed weer wit kon verven. „Neen, Mevrouw, 't spijt me, maar dat gaat niet," antwoordde hij. Gij hebt het ai begrepen, lezers zóó is 't óók met lasteren en kwaad spreken. Het is zoo gemakkelijk kwaad bekend te maken't staat soms erg interessant te toonen, dat men van alle geheimen uit z'n omgeving op de hoogte is. Het is zoo gemakkelyk zelfs om van iemand kwaad te ver tellen, wat hij nooit deed, of iemands fouten te verergeren en te vergrooten. Maar hoe moeilijk, om niet te zeg gen hoe onmogelijk, vaak tenminste, is het, om den besmeurden naam van den belasterde weer vlekkeloos te maken. Wanneer men iemand in zijn tijde lijke goederen benadeeld heeft, heeft meu den duren plicht dit onrecht naar vermogen te herstellen. Anders kan God 't kwaad niet vergeven. Maar dit geldt evengoed en nog meer van lasteren en kwaadspreken, waarbij men iemand in z'n geestelijke goederen, eer en goeden naam be nadeeld heeft. Wij moeten dit toe gebrachte nadeel zoodra en zoo goed mogelijk herstellenanders wordt de zonde niet vergeven. Let 'ns op uw gesprekken en zie s nauwlettend toe of gij u zelf niet in meerdere of mindere mate op dit kwaad betrappen moet. Ik denk nog niet aan kwaden wil of opzet, maar aan ondoordacht- zaamheid in uw woorden. „Hij of hij is 'n goeie vent, zij of zij is 'n^aardig meisje, maar... maar..." en dan zijn we aan de radicale af braak toe, waar het heele gezelschap meestal 'n handje by helpt. „Wie heimelijk lastert, doet als de adder, die onder het gras verscholen, haar vergiftigen beet toebrengt" staat er in de H. Schrift. Dat is geen zacht-klinkende ver gelijking, wanneer de mensch met 'n giftige adder vergeleken wordt! Daarom wacht u voor kwaad spreken en laster; let op uw tong, dat kleine radde ding, dat zoo'n grooten invloed heeft. „De tong is een vuur: een wereld van ongerechtigheidzegt St. Jaco bus, „een rusteloos kwaad vol doode- lijk venijn. Met haar zegenen weden Heer en den Vader, met haar ook vervloeken we de menschen, naar Gods beeld geschapen. Neen, myn broeders, dit moet zóó niet zijn!" „Wie zijn tong bedwingt, zegt 't Boek der Spreuken, bewaart zijn ziel." Controleer uzelf. Vrees Gods recht vaardig oordeel. Want eenmaal moet er rekenschap worden afgelegd van ieder ijdel woord. Eenmaal zal alle eerroof, alle laffe en lage laster openbaar worden. „De beste edelsteen is die, welke andere snijdt, maar zelf door geen schram van andere steenen lijdt. Het beste menschenhart mag gaarne lijden, liever zelf elke snee, dan anderen te snijden." de omsingelingspolitiek van Engeland, voorafgaande aan den wereldoorlog en na het sluiten van het verdrag van Versailles, tengevolge waarvan het Duitsche volk verdrukt en tot slavernij was gebracht. Na herinnerd te hebben aan de gevolgen van de hongerblokkade, aan het roover der Duitsche kolo niën, het in beslag nemen der Duit sche bezittingen in het buitenland en der Duitsche handelsschepen, be- critiseerde hij den Volkenbond in zeer felle bewoordingen. Vervolgens ging hij den wederop bouw van Duitschland na, sedert 30 Januari 1933, waarbij hij opmerkte, dat Duitschland er niet is om de wet, die de Engelschen en de Fran schen past, op te volgen, maar om voor zyn levensrecht op te komen. De Duitschers willen Diet meer af hankelijk zyn van de genade of ongenade van andere Staten of van hun Staatslieden. De Duitschers mogen door de wereld niet bemind worden, des te meer moet er voor worden gezorgd, dat ze gerespec teerd worden. De Führer toornt tegen Engeland. In zijn antwoord aan Enge'and verklaarde hij, dat, indien een Britsch Staatsman thans meent, dat alle problemen door besprekingen onderhandelingen moeten worden opgelost, hg slechts zou willen op merken Waarom zyt gij daar vijf tien jaren geleden niet mee gekomen Maar dan zou Duitschland noch in zyn buitenlandsche noch in zyn binnenlandsche politiek iets hebben bereikt. Een indeeling in deugdzame niet-deugdzame naties, waarby Frankrijk en Ed geland tot de deugd zame en Italië en Duitschland tot de niet-deugdzame zouden behooren, achtte Hitier niet ter beoordeeling van menschen. In elk geval had Engeland, dat driehonderd jaar lang slechts als een ondeugdzame natie had gehandeld, naar Hitiers meening; niet het recht om op zijn ouden dag over deugd te spreken. Tegenover de Britsche eisch om ieder Duitsch pro bleem gezamenlijk te bespreken stelde de Führer ten slotte de Duit sche wensch om elk Britsch probleem op gelijke wijze te behandelen. Hitier heeft, alles samenvattend, dus wel hard teruggeslagen, maar niet zoo hard, als men verwacht had. De internationale toestand is in elk geval door zijn rede er niet ongun stiger op geworden. JAPAN BEZET DE SPR ATLE Y-EILANDEN. Weer een stap verder in de richting van Ned. Oost-Indië. Door de Japansche regeering is bekend gemaakt, dat de Spratley- eilanden, een groep koraalriffen voor de kust van Fransch-Indo-China, onder het bestuur van de regee ring van Forinosa zijn geplaatst. Deze eilanden behoorden tot dus ver aan geen enkel land toe. Sedert 1917 zijn ze echter bewoond door Japansche onderdanen, die de eilan den economisch ontwikkeld hebben. De Spratleyeilanden, hebben slechts strategische waarde. Zij lig gen midden in de Chineesche Zee op gelijken afstand van de Philip- pijnen en Borneo. Met deze daad heeft de Japansche marine dus een nieuwe stap gedaan in de richting van Singapore en... Ncd. Oost-Indië. Het driemanschap Duitschland, Italië en Japan brengt heel wat onrust in de wereld! duister en verward en de gevolgen ondervindt zij op een pijnlijk ver rassende wijze. De vrouw die haar naar grootvader gebracht heeft, komt haar tegen haar zin plotseling weer weghalen, op een oogenblik dat de oude man niet thuis is. De oude grootvader blyft niet rusten alvorens hij zijn kleindochtertje terug gevonden heeft. Het witte doek in Luxor zal U het verdere verloop, dat zeer aan grijpend en pakkend is door het zeldzame spel van Shirley Temple, openbaren. Als tweede hoofdnummer draait „Mr. Moto's laatste kans," Nu War ner Olands gemoedelijk gelaat niet meer op het witte doek te zien zal zyn, is Peter Lorre in zijn raadsel achtige, eeuwig glimlachende ge daante van den Moto de eenige detective van het Oostersche genre, dien het publiek nog voorloopig te zien krijgt. In deze film is Lorre als detective weer op zijn best. De ontdekking van een wapen arsenaal, is de inzet van spannende gebeurtenissen. En tusschen dat alles door zien we Mr. Moto onver stoord glimlachen en jiu-jiutsu grepen demonstreeren en wint ten ïaatste toch de veldslag. „Mr. Moto's laatste kans" is een spannende film. Lorre speelt zijn rol op de bekende manier en wint aller sympathie. VENRAY, 8 April 1939 Ambachtsschool Helmond. HITLER SPREEKT TE WILHELMSHAFEN. Duitschland duldt geen omsingelingspolitiek. Zaterdagmiddag is te Wilhelms- hafen het nieuwe slagschip van de Duitsche vloot, de Tirpitz, van stapel geloopen. De plechtigheid geschiedde in tegenwoordigheid van Hitler, die dien morgen reeds vroeg te Bremen aankwam, waar hij door duizenden werd begroet. Na aankomst van Hitler had de tewaterlating een vlot verloop. Des middags begaf Hitier zich naar het raadhuis van Wilhelms- hafen, waar de burgemeester hem het diploma van het eereburgerschap heeft overhandigd. Vervolgens heeft de Führer van het bordes van het gemeentehuis een redevoering ge houden. De Führer getrouw, bij wees hy op begon, zyn gewoonte het verleden. Ditmaal Lijst van gediplomeerden der Am bachtsschool. Uit Venray slaagden de volgende leerlingen Afa. TimmerenJ. F. van Bergen, VenrayW. H. H. van Mil, Venray Th. S. M. Valks, Venray. Afd. AutotechniekH. L. Clevers, H. L. K. Coopmans, J. M. van Gestel, J. M. H. Verberk, allen uit Venray. Afd. Electrotechniek J. H. M. van Opbergen, Venray. Afd. SchilderenC. H. Claes, A. M. Coopmans, P. J. Janssen, L. G. A. Remmen, allen uit Venray. Medaille afd Timmeren: Th. S. M. Valks, Venray. Medaille afd. SchilderenA. M. Coopmans, Venray. Voorts waren er nog een 2-tal leerlingen uit Venray, die na het behalen van het 2-jarig diploma de school nog een jaar met goed gevolg hebben doorloopen. TimmerenW. J. Arts, Merselo. Electro-techniek J. W. M. Fonck, Venray. LUXOR-THEATER. Voor Maandag, ten eerste„Zijn tweede Moeder." Dit is het ontroerend verhaal van een jong kind, dat zijn moeder mist, omdat de wereld die moeder heeft opgeëischt als voor werp van haar toejuichingen. De roem kan wreed zyn. Zoo is het hier. Een actrice, die een zoontje heeft, beschikt over te weinig tijd om zich met haar kind bezig te houden. „Men" eischt haar op. Men wil juichen om haar. En zij mist de kracht, om op het juiste oogenblik den menschen, die haar op de handen dragen, den rug toe te keeren om tijd te vinden voor haar zoontje. Thuis in de artistenwoning is Marie, de kindermeid, een tweede moeder voor den kleinen Gerd ge worden. Tijdens een feest loopt Gerd met een anderen kleinen rakker weg, de bergen in, spelenderwijs. Heel het dorp begint een onder zoekingstocht en tenslotte worden de kinderen ongedeerd maar uitge put teruggevonden. Hllde Körber geeft ontroerend spel I te zien in de rol van het dienstmeisje en Hilde Hildebrandt speelt de actrice uitstekend en Fritz Eugens speelt de rol van den kleinen Gerd aller- charmantst. Als tweede film volgt, Ectair de Wolfshond in „Op Leven en Dood." EeD sensationeele Wild-West-film, waarin de beroemde cowboy-acteur Ken Maynard in een landbouw- en veestreek van Californië als farmer knecht optreedt. Blackie en zijn vriend Jac zyn gevreesde scherp schutters. Er ontstaat een strijd op leven en dood, met list en tegenlist, brutaliteit, onversaagdheid en dapper heid, tusschen Tullifers' mannen (een bende dieven, brandstichters en moordenaars) en de meer ordelijke mannen dezer streek. De strijd wordt eerst recht bitter-fel tegen Blackie, als blijkt, dat Blackie eigenlijk nie mand minder dan districts-inspecteur is, en zijn district van de bendeplaag wil zuiveren. Hg slaagt in dien opzet ten slotte. Een echte cowboy-film, spannend en emotioneel voor de liefhebbers. het station Maastricht ter gelegen heid van het eeuwfeest der Spoor wegen te versieren. De daarvoor benoodigde gelden worden door het te Maastricht aanwezige personeel spontaan bijeen gebracht. Werkloozenretraites in Nijmegen. In den vastentijd wordt te Nijmegen op initiatief van de katholieke stands organisaties voor werknemers altijd een reeks retraites voor werkloozen georganiseerd, welke gegeven worden door paters Capucijnen in de ver schillende parochies der stad. Ditmaal is er weder een tiental gehouden, waaraan ongeveer 500 retraitanten, zoowel ouderen als jongeren deelnamen. Dat is evenwel 150 minder dan vorig jaar. Zondag werden de retraites op pontificale wijze gesloten door Z. H. Exc. Mgr. Arnoeld, die in de kerk aan de Groenestraat een plechtig Lof cele breerde, waaronder hij de werkloozen toesprak en hen prees, die het initia tief tot deze geestelijke afzonderin gen hadden genomen en die daaraan hadden deelgenomen. Veel honger en armoede werd geleden in het Brabantsche land. Dezer dagen is in het Brabantsche land tusschen Oerle en Oirschot een gemoedelijk boertje Peerke van Roy honderd jaar geworden. Een redacteur van de Eindh. en Meierijsche Crt. is hem gaan „inter viewen" en het resultaat daarvan is een allergenoeglijkst stuk copie ge worden, waaraan we het volgende ontleenen Pastoor Smeets -f- Vrijdag overleed te Grubbenvorst de Zeereerw. Heer H. Smeets, Pastoor aldaar. Pastoor Smeets, die sinds 1919, dus bijna 20 jaar, parochie-herder was van Grubbenvorst, werd geboren in 1869 te Posterholt. In 1894 werd hg priester gewijd, waarna hij achter eenvolgens kapelaan was te Neder- weert en Venray. In Augustus 1919 volgde zijn pastoorbenoemiDg. De overledene herdacht in 1934 in alle eenvoud zgn 40-jarig priesterfeest. Een sleepende ziekte, die het laat ste half jaar steeds ernstiger werd, ondermijnde zijn krachten. In Oirschot heb ik lang gewoond bg Dr. Mandes-Galjee, zoo vertelt Pirke, die goed op dreef is. Dat was in een anderen tijd toen er nog geen auto's waren en niet zooveel harde wegen. Vroeger ging ik met den dokter de huifkar over de hei. Ik al3 koetsier en de dokter, die de koude koorts kon genezen, erby. De koude koorts dat was vroeger wat, met die ziektes. De dokter wist dat middeltje, om allemaal de koorts af te schudden, van zijn vader. Dat medicijn maakten ze van den bast van een bepaalden boom. Vroeger was dat heel anders met die dokters. Dokter Tret kwam voor f 3.een vrouw verlossen. En dan moest ie te voet door heel de hei, En dat was een eindWitte wel, dat er maar twee dokters woonden tus schen Oirschot en Valkenswaard. Voor de rest stond er hier en daar op de hei een hut en een boerenhuis. Ik denk dat ze nou voorf 50. niet meer te voet door de hei zouden komen. Met den auto kost het tegeswoordlg toch wel twintig gulden is het niet 't Kostte toen allemaal zoo duur niet. De boter kostte 15 cent 't pond; gij had negen „ei-jer" voor een dubbeltjevoor den kerkgang werd er 30 cent op den altaar gelegd en voor het doopen ook. Een groot wyf met zes kinderen verdiende 20 centen per dag. En daar moesten ze gelijk erpels van eten. Het was toch een armoedigen tijd. schot. Die bouten uit een strijkijzer, ge kent ze wel, duwden ze gloeiend op iemands naakten rug. Er werd dan gekwekt als in een varkenskot. Peer keek even voor zich uit. Moeder de vrouw was voor de komende dagen aan het zorgen. Een vleeschgeur vleugde plots door den herd. De deksel van de braadpan was opgelicht en het vieesch werd sissend en tissend gekeerd. Ze hadden geslacht op het feest van Pirke. Schaapherder. Schapen, zoo vertelt Peerke ver der, kunnen er hier in de streek niet meer gehouden worden. Ze werden immers op den weg doodgereden. Toen ik te oud was om hard op de boerderij te werken, ben ik lang schaapherder geweest. In den zomer had men het voer voor niks. Dat was een schoone tijd. De schapen brachten veel op als ze vet waren. Ze gingen naar Belgie en Frankrijk voor goede prijzen. Ik heb wel eens een jaar gehad, dat ik zes honderd gulden van m'n schapen overhield. Er is intusschen ander „volk" binnengekomen, die Peerke al vast komen feliciteeren. Als het dan weer rustig is, springen de gedachten van den honderdjarige weer naar vroe ger, toen er geen lucifers waren, maar iedereen gewapend was met een ketsgetuig. In het ketsgetuig zat een stuk versleten hemd, dat op het ketsen in brand vloog. Er waren geen para- pluies, geen lampen's Avonds had men alleen licht van een kandelaar met een kaarke. Dekens om onder te slapen, zooals die nu gebruikt wor den waren er hier evenmin. In den zomer als de vennen droog stonden, werd een vierkante plek mos ter grootte van een tafelblad losgestoken. Dat was de deken waaronder de menschen des winters sliepen. Uit de vennen en plassen kwam ook de turf, die in» de open vuren gestookt werd. Als we vragen of Pirke ook naar chool gegaan had, komt hg opnieuw los. En ofIn Oirschot ben ik op alle drie de scholen geweest, op Spoordonk, Dorp en Straten. In het begin was er maar een school met een protestantschen onderwijzer. Hij had net zoo min examen gedaan als m'n muts. Hg kon er niks van. Ook de burgemeester was protestantsch. j Dat was vroeger zoo, toen we hier aal arm waren. Het waren geen verkeerde menschen. Dat niet hoor. Het was goed volk. In Wintelre verdiende de school meester f 80.per jaar. Op toer af moest iedere jongen of meiske 'n mutserd of wat plaggen meebrengen. De schoolmeester was de grootvader van den Oerleschen onderwijzer. In Wintelre werden de kinderen voor niks geleerd. Alles betaalde de ge meente. Het was geen wonder, dat de schoolmeester geen geld had om koffieboonen te koopen. Kon dat anders in een tijd, waarin zich voor f 18.per jaar een vrouw-meid moest verhuren Groote ïai V.OIK ver i- Vraa cfre H. Ci Ged. H Grootestr VENLO. Op de Coöp. Veilingver eeniging van Maandag was de aan voer 2.640.000 eieren. Kippeneieren van f 3.40 tot f 3.70 Kleine eieren van f 3.00 tot f 3.30 Eendeneieren van f 2.70 tot f 3.10 ROERMOND. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 6.700.000 eieren. Kippeneieren van f 3.00 tot f 3.70 Eendeneieren van f 2.70 tot f 3.10 Ernstige aanrijding. Te Aalst (N.B.) werd een land bouwersknecht bij het oversteken van den weg door een auto aange reden en levensgevaarlijk gewond. De zwaar gewonde is naar het St. Josephziekenhuis te Eindhoven ver voerd, nadat hem ter plaatse geeste lijke en geneeskundige hulp verleend Weer iets extra's voorde Paasch- dagen. Als eerste hoofdnummer Shirley Temple in „Heidi." Zoo hebt U haar nog nooit gezien. Gedurende lange jaren leefde een oude, eenzame Adolph Kramer in een Alpenhut hoog in de bergen. Een opmerkelijke verschijning is hg met zgn witte haren en ruigen baard: norsch en zwijgzaam, een soort van kluizenaar. De menschen beneden in het dorp bemoeiden zich ook niet met den ouden man. Maar op een goeden dag gebeurt er iets bijzon ders. Iemand komt een lief klein meisje naar den ouden kluizenaar brengenhet is zijn kleindochter en zg zal voortaan bg haargrootvader inwonen en het big kt, dat hij het niet zoo kwaad meent met de kleine Adelheid of Heidi, zooals zg zich noemt. Beiden kunnen het best vin den. Maar helaas! De familie-om standigheden van de kleine meid zijn Jongen doodgereden. Maandagmiddag is te Middenmeer de 14-jarige L. Veraart, die per rijwiel van zijn werk te Wieringer- werf naar huis ging, op tot nu toe onopgehelderde wijze aangereden door een hem tegemoetkomende vrachtauto van de Laodbouw- en cultuurmaatschappij. De jongen was vrijwel op slag dood. Vischomzet te IJmuiden gestegen. Gedurende het eerste kwartaal van 1 dit jaar werd in den Rijksafslag te IJmuiden voor ruim 2 millioen gul den aan visch omgezet, of twee honderd duizend gulden meer dan in het overeenkomstige tijdperk van het vorig jaar. Eeuwfeest der Spoorwegen. Te Maastricht is een „Eeuwfeest- Comité" opgericht, waarin zitting hebben afgevaardigden van het ge heele te Maastricht gestationneerde spoorwegpersoneel. Dit comité staat onder leiding van den stationschef den heer J. Bellaert, terwijl tevens de te Maastricht aan wezige heeren ingenieurs eD inspec teurs der N. S. zitting hebben ge nomen in een eere-comité. Het comité stelt zich ten doel om Niet opnieuw Pirke kijkt ons aan. Aan z'n oogen kunde zien, dat van Roy honderd jaar is. Ze hebben iets peinzends en iets dofs gekregen in den loop der jaren. Toch zien ze nog goed. Hg gaat er op de zonnige dagen toch mee naar buiten. Hij loopt er mee over de zandige landwegen, al moet hij geducht met zijn wandelstok stekkeren. De beenen willen niet meer zoo vlug als de gedachten. Zou-de niet opnieuw willen be ginnen Pirke, nu ge honderd jaren achter den rug hebt. Dè niet't Binnenwerk is goed maar het onderstel deugt niet meer. As 't anders was, dan wier ik 125 jaar. Nee Peer, ik bedoel heelemaal opnieuw. Dat hebben ze me al dikwijl der gevraagd. En ik zeg ook: de niet jongen, ge wit nie hoeveul er- moei en honger dat ze vroeger hierVdn VTOU WGfipijn gelejen hebben. Dat zou ik niet meer willen meemaken. De erpels mislukten hier op den grond bijna elk jaar. En dan waren er geen. Hier kwam er telkens het kwaad in. Honger hadden hier det°f volkomen lichamelijk fit zijn, is gewone menschen meestentijds. Ikéén stap. Die stap iseen Witte Kruis zou het niet meer mee willen makenli f l i n en ge vereende gewoon niks poeder- ,ablet o! cachet 1 P- le O. Pirke klopt ons met de hand opschreef ons: „Witte Kruis is het eenige den schouder. middel dat mij van periodieke pijn Vroeger in den goeden ouden tijd was het hier alles. Witte wa »nBthe,Pt akelig gezicht was In mijn jongen pr|js per poeder 5 ct. Per doos van .f eten TérgdekvaT Reders, «abie.ten o. cache., geen gekkenhuizen. De gekken wer-45 ct., per koker van 24 tabletten den aan een zware ketting geklon-BO ct Verkrijgbaar bij Apothekers ken, die aan een „post" in den herd p. was gemaakt. Door zoo'n soort hon-Bn yr09Js*en* denhalsband, die aan het been was bevestigd, werden ze vastgehouden.. In mijnen jongen tyd werden de menschen ook nog opgehangen. Ik ben er nooit na gaan kijken, da nie. Maar in Oirschot en in Boxtel lagen de galgenbulten. Zg, die leelijk geweest waren, werden er in het pakske opgeknoopt. Ze bleven wel drie of vier uren ge woon in de lucht hangen. Later werden ze eraf gehaald en op een kar weggereden. Ik weet nog, dat er in Oirschot iemand zou opgehangen worden, die tegen zijn vader was opgestaan. De vader kon toch niet goed hebben, dat zijn eigen bloed aan een touw kwam te hangen. Op het laatste moment heeft hij gratie gevraagd en ook gekregen. Toen hebben ze dienl zoon 26 geeselslagen gegeven, want dat bestond toen ook nog. En brandmerken deden ze in Oir-P UTIM OEGSTGEEST Echter s| voor den leveren is. Groots! Laagst] Vakkuüi t Nog a Zv ei Reguli ei Op Gfoi

Peel en Maas | 1939 | | pagina 6