DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Kopen zonder geld EBBEREMK Marktstr.5 im Dat kunt U allen, door te profiteren van de Kóójdónnetiïeclame m &Metink Profiteert van deze Voorjaarsreclame f Juist in de tijd dat U allerhande artikelen moet aanschaffen, u koopt hetgeen U noodig heeft tegen de gewone prijzen en vormt bovendien nog een aardig spaarpotje, dat straks tegen Paschen nog goede diensten kan bewijzen. Komt en koopt dus bij PARATE KENNIS. WAARVAN 1 Kampeeren per- en in den trein Annexatieplannen Maashees-Overloon. Zaterdag 4 Maart 1939 Zestigste Jaargang No 9 Bewaar ze dus zuinig, want elke Koopbon heeft *n waarde van 5 cent. Hoe kunt U deze koopbonnen krijgen? Heel eenvoudig, door tijdens deze Reclame-actie in onze zaak te koopen. Dan kunt U voor elke contant aankoop van 50 cent een koop bon krijgen ter waarde van 5 cent, b.v. een aankoop ten bedrage van 50 ct. geeft recht op 1 koopbon 100 ct. 2 koopbonnen 150 ct. 3 koopbonnen 250 ct. 5 koopbonnen Hoe meer U koopt, hoe meer bonnen U krijgt. Wat krijgt U voor deze koopbonnen Alle artikelen, welke we in onze zaak verkoopen, kunt U op deze koopbonnen krijgen. U loopt dus geen kans, dat U tevreden moet zijn met een artikel, dat U misschien heelemaal niet kunt gebruiken. U komt gewoon in de winkel koopen wat U zelf maar wilt, en.... als 't op betalen aankomt, geeft U in plaats van geld.... koopbonnen. Wanneer U meer koopt, dan de totale waarde van uw koopbonnen, dan betaalt U eenvoudig het verschil bij. U koopt b.v. voor 5 gld. en hebt koopbonnen ter waarde van 4.50, dan betaalt U 50 cent bij. Wanneer kunt U koopbonnen krijgen? Vanaf 6 Maart kan iedereen van dit buitenkansje profiteeren. Tot en met Zaterdag 1 April, dus 4 volle weken. Wanneer kunt U koopbonnen inruilen In de week vóór Paschen, dus vanaf Maandag 3 April tot en met Za terdag 8 April kunt U de koopbonnen inruilen tegen goederen. Absoluut alléén in die week. (v.h. A. Thielen) De massa kijkt nogal eens hóóg op tegen de intellectueelen, d.i. tegen de mannen en vrouwen der wetenschap, dus tegen de menschen, die een hoop geleerd hebben en verder vorschen. Eigenlijk doet ze dat min of meer ten onrechte. De intel lectueel, die tevens wat wei nig voorkomt bescheiden is, erkent, dat hij maar 'n heel klein beetje weet van alles, wat er te weten is op de wereld. Nog geen honderd, ja zelfs geen duizend menschen met knappe koppen kunnen tesamen, ieder zich spe- cialiseerend in één tak der weten schap, dezelve d.i. de weten schap geheel omvattende wetenschap, die op zich zelf óók weer zeer beperkt is en slechts een klein deel omvat van het geen er te weten waard zou zijn. De wetenschap is schoon en verheven, de intellectueel, de wetenschappelijke menscb is eigenlijk maar een stumperd. Omdat-ie zich zoo klein moet voelen in zijn kennis. Hij kan nuttig zijn, voor zoover hij zich in één klein afdeelinkje der wetenschap heeft geïnteresseerd of 'n bepaald vak met talent en ambitie beoefent, maai hij is eigenlijk 'n kwast, als zijn in tellectualiteit en zin voor de wetenschap zich beperkt tot een z.g. algemeene kennis. Want algemeene kennis is slechts kan slechts zijn een bescha- vingsvernis. Algemeene kennis is van onnut, wanneer we met het verwerven van dezelve niet beoogden over een basis te be schikken tot begrip van de din gen, die we nader willen komen. Zulke basis is gemakkelijk, hij is een springplank naar een doel. Maar wie niet kunnen springen, hebben niets aan een springplank en wie goed kun nen springen, kunnen het dikwijls zeer goed zonder spiingplank stellen. Een gezond verstand zoo wil ik maar zeggen gepaard aan ijver en energie, zijn ter be reiking van een wetenschappe lijk doel meer waard dan een oppervlakkige „algemeene ont wikkeling". Omdat de wetenschap zoo alomvattend is, kan z.g. alge meene ontwikkeling niet méér zijn dan een zeer oppervlakkige en eenzijdige wijsheid. Algemeene ontwikkeling blijft beperkt tot de kennis van feiten, zaken en omstandigheden, door een kwasi- wetenschappelijke mode op den voorgrond geschoven. Mode is zeer willekeurig. Ik wil dat met een voorbeeld ver duidelijken. Wanneer in een ge sprek de „vrede van Munster" te pas wordt gebracht en men zou op geen honderd of twee honderd jaar na kunnen zeggen, wanneer die vrede werd geslo ten, dan heeft men in zoo'n kring als intellectueel mensch vrijwel afgedaan. Maar wanneer aan iemand wordt gezegd Pinkste ren is een der hoogste, in en door onze Nederlandsche wet erkende christelijke feestdagen, wat wordt op dien dag her dacht? Dan kan „men" z'n schouders moeten ophalen en het antwoord moeten schuldig blijven zonder schade voor z'n intellec- tueele reputatie. 't Is immers onlangs nog ge beurd bij het wekelijksche Avro- onderzoek naar de „parate ken nis" van jongelui, die zich op hun algemeene ontwikkeling laten voorstaan, dat een der roemzuch- tigen éérst met een mond vol tanden stond, toen hem naar de beteekenis van het Pinksterfeest werd gevraagd en eindelijk er uit brachtdan herdenken we He-mel-vaart 1 Baron van Wijnbergen heeft dit antwoord niet verwonderd. Het gebeurde eenige jaren ge leden zoo schrijft hij in de Msb. dat op een onzer Uni versiteiten de hoogleeraar op zijn college het woord „Golgotha" uitsprak en moest ervaren, dat de meesten zijner studenten van Golgotha nog nooit hadden ge hoord.... Al is Nederland een christe lijke natie en al zijn we trotsch op onze christelijke beschaving, ons volk bestaat uit geloovi- gen en (zij het voor een kleine minderheid) uit ongeloovigen, Dat iemand het geloof niet heeft, mogen we hem niet aanrekenen, maar dat hij niets weet van het christelijk geloof, dat van zulke overwegende beteekenis is ge weest, en nog is, voor ons volks bestaan, ons volkskarakter en onze geschiedenis dat hij althans niets weet van den chris- telijken godsdienst, is erger, duizendmaal erger dan de gruwe lijkste dwaling inzake het jaartal van den vrede van Münster of den slag bij Nieuwpoort. Maar „men" kan nochtans in onzen tijd zijn absolute onwe tendheid inzake Christus en Zijn leer, alsmede betreffende de christelijke geschiedenis in het algemeen, demonstreeren, zonder z'n intellectueele reputatie te schaden Want de wetenschappelijke „mode" bepaalt „godsdienst" tot een facultatieve tak van kennis. Daartegenover moet men van astrologie én andere „occulte" zaken het een en ander terdege weten om voor vol-intellectueel te worden aangezien. Is het niet... bedroevend Wordt het geen tijd, dat óók op de openbare lagere en mid delbare scholen de bijbelsche geschiedenis tot een leervak wordt verheven? Kan men zich later op z'n „parate kennis" laten voorstaan, wanneer men niets afweet van de leer, die van zulken grooten invloed op de wereldgeschiedenis is geweest om van de hoogere waarde en beteekenis dier leer dan maar niet te gewagen Het niet willen weten van re ligieuze zaken en godsdienstige geschiedenis, omdat men onge- loovig is, is een anti-weten- schappelijk standpunt. Men kan anti-militairist zijn, maar zal men daarom kunnen nalaten om zijn kinderen het verloop der Napoleontische en andere oorlogen te laten leeren? Md. De kampeerders zijn er mee gebaat. Maar de Spoorwegen 1 De Spoorwegen gaan a s. zomer een proef nemen met het be schikbaar stellen van goederen wagons voor verschillende jeugd verenigingen, die de bedoeling hebben kampeertochten in den lande te ondernemen. De nadere uiteenzetting van 't plan gelezen hebbende, komt hetzelve me buitengewoon aan trekkelijk voor, t.w. voor jeugdige kampeerders. En niet onaange naam voor de overige vacantie- gangers. Kampeerders plegen zich ook thans wel per trein naar hun vacantieoord te laten vervoeren en ze zijn dan gewoon om met alle pakken en zakken, potten en ketels, die ze meevoeren, hun medepassagiers „in te metselen" op het uiterst bescheiden plaats je in de coupé, waarin ze zich in ontzag voor de veelomvatten de uitrusting der nomaden, terug trokken. De „gewone" vacantiegangers zullen het in de toekomst beter krijgen, want veel kans is er nu, dat althans het georganiseerde deel van de jeugdige kamp-be- lustigden, in goederenwagens wordt ondergebracht, welke zich des nachts zullen verplaatsen. Deze wijze van reizen heeft ook groote voordeelen voor- en biedt ongedachte geneugten aan de kampeerders. In de goederenwagens krijgen ze een leventje als van zwerven de melkknechten in Amerika, echter 'n verdieping hóóger. Bedoelde melkknechten reizen meestal op de assen der goe derenwagens, onze jeugdige kampeerders kunnen hun tenten opslaan op het plankier erboven. Ze krijgen met z'n achten een fceele goederenwagen van 7 bij 2iMeter voor zich en hun uit rusting, plus één of twee (door de Spoorwegen gratis te ver voeren) leiders, ter beschikking. Wat 'n genot voor de jongelui, zoo'n op wielen rijdend buiten verblijf, waarin je 's nachts wordt verplaatst en dat je dus heele dagen vrijgeeft voor zwerftochten te voet 1 Tochten, die je onver moeid begint en die je beëindigt in het betooverende vooruitzicht van een lekker veldbed in een hecht-doortimmerden en tegen wind en regen-beschutting bie denden spoorwagon 1 Die je tegen den volgenden ochtend in een nieuwe, misschien honderden kilomersT',verwijderde, omgeving toovert 1 Het zal voor heel wat ouders 'n geruststelling zijn, als hun kinderen zóó hun kampeertocht gaan ondernemen. Want, een vrijbuitersleventje in de natuur moge voor een paar vacantieweken al van een groote aantrekkelijkheid zijn (lijken) voor de jeugdige enthousiastelin gen, eigenlijk leent ons klimaat zich volstrekt niet voor nachte lijke verblijven in de open lucht. Er is geen tentmateriaal, dat voldoende beschermt tegen het vocht, dat uit den grond optrekt of dat niet zelden dagen achtereen - uit den hemel neer sijpelt. Nou spreek ik nog niet eens van de geestelijke verkleu ming in zulke gevallen. Minder verklaarbaar komt me het plan der Spoorwegen voor een oogpunt van vervoerpolitiek. Deze maatschappij heeft zich toch niet gerorganiseerd tot een zuiver sociaal en cultureel insti tuut? Verbeeld je: het boven geschetste vervoer der kampeer ders heeft plaats tegen 'n tarief van 1 cent per kilometer en per persoon. Een goederenwagen wordt beschikbaar gesteld voor elke 8 kampeerders, waarbij niet inbegrepen 1 of 2 leiders per wagon, die gratis worden ver voerd. De minimum-vervoeraf- stand moet 300 K.M. zijn en daar mag een week over worden gedaan. Dus: de Spoorwegen stellen voor 10 menschen een wagon, een week lang beschikbaar voor der. prijs van 36 gulden en ver sjouwen zoo'n wagen in dien tijd door het heele land (aangekop peld zoo mogelijk aan nachtelijke goederentreinen, maar zoo noodig wordt een locomotief voor een kampeertrein beschikbaar ge steld.) Als op die manier de spoor wegtekorten moeten worden weg gewerkt.... Uit een oogpunt van vervoer politiek lijkt het plan peuterwerk. Laat me toch in de eerste plaats het normale reizigersver- voer in vacantietijd (om ons deze keer tot den seizoenarbeid der Spoorwegen te bepalen) stimu- leeren door aanlokkelijke prijzen. Aanlokkelijke prijzen, niet enkel voor menschen, die in Vlissingen, Groningen, Delfzijl en Maastricht wonen, maar voor allen. Goedkoope kilometerboekjes, goedkoope 4 of 5-daagsche rond- reisbiljetten. Ons land is eigenlijk te klein en de vacanties van de meesten onzer duren te kort, voor het gebruik van 8-daagsche abonnementen. En die zijn in verhouding tot het finantieele vermogen van de massa er. in vergelijking met de prijzen in 't buitenland, veel te duur. Goedkoope 4 of 5daagsche rondreisbiljetten ze mogen voor de 3de klasse niet meer dan 6 a 7 gulden kosten zullen door een massaal gebruik niet enkel voordeel opleveren voor de Spoorwegen, maar mede voor de tienduizenden middenstanders, wier „seizoen" slechts goed kan zijn als méér Nederlanders hun vacantie in het eigen land door brengen of, aangelokt door het voordeelig vervoer, eindelijk eens tot het genieten van een normale vacantie worden gebracht. der gemeente De dubbele Raad is in meerderheid tegen annexatie. Vrijdag kwam de z.g. „dubbele Raad" in vergadering bijeen, ter be handeling van 't voorstel der Ged. Staten, omtrent grenswijziging der gemeente. Voorzitter: A. Jans, burgemeester Secretaris: L. Keuten. Voor den aanvang der vergadering werden van de door Burgemeester benoemde commissieleden, zijnde de heeren J. H. Linders, J. H. Janssen en L. Keuten, de geloofsbrieven on derzocht en in orde bevonden. De Voorzitter zegt in zijn inleiding kort te zullen zijn en vertrouwt, dat de besprekingen rustig en kalm zullen verloopen en vruchtdragend mogen zijn. Wie van de heeren wenscht het woord. Oud-burgemeester Rieter verkreeg het woord en spreekt als volgt: Toen ik vorige week naardevoor- loopige bespreking der commissie ging, had ik mij voorgenomen om zoo min mogelijk te spreken, doch daar werd mij voor de voeten ge worpen, dat ik niets voor Overloon had gedaan. Ik heb me toen op de tanden moeten bijten, maar zweeg, doch zal dit thans weerleggen. Ie. Ik heb Overloon gekend, toen nog moest begonnen worden met bebossching en ontginning. Hiervoor heb ik veel moeite gedaan, daar elk begin moeilijk is, vooral daar ik met een blanke tafel moest beginnen. Het was voor mij een zware taak, doch ik heb de ontginning van het Overloonsch Vlak klaar gekregen met medewerking van het Dagel. Bestuur en den steun van den toen- maligen Commissaris der Koningin. Het geheel betrof hier circa 400 Hectaren. Ik ben er bijna eiken dag naar toe geweest. Bij slecht weer moest ik over Vierlingsbeek, wat circa 13 K.M. ver is. En dan werd mij nog verweten, dat ik niets voor Overloon gedaan zou hebben. 2e. De weg Venray—Oploo, die door onze gemeente loopt, was in hoofdzaak voor Overloon. Dit heeft mjj ook ontzaggelijk werk gekost. Het is ook weer den Commissaris, die mij hierin geholpen heeft. Doch ook niet minder heeft mg gesteund Mgr. Dr. Nolens, die persoonlijk is komen kijken en op wiens advies ik op audiëntie naar den Minister ben geweest. Deze verzekerde mij, dat de weg er komen zou. Zoo is deze weg er gekomen en ik heb gezorgd, dat 't geen Provinciale weg werd. 3e. De bestrating in Overloon is toch in 't belang van deze plaats. 4e, Het Zustersklooster te Over loon heeft ten laste van alle ge meentenaren f 5000 gekost, maar dat is met liefde gegeven. 5e. De weg OverlooDMaashees heb ik van den beginne op mg'n programma gehad en is tot stand gekomen. 6e. De loswal te Maashees, die ook weer met hulp van Mgr. Nolens tot stand kwam, heeft veel geld gekost, maar ook veel opgebracht. Dit alles meende ik te moeten zeggen, naar aanleiding van wat mij is verweten, als zou ik niets voor Overloon gedaan hebben. Dan verkreeg Linders te Maas hees het woord en zegtMjj is vo rige week gevraagd, wat ik van de de annexatie dacht. Ik heb gezegd we kunnen niet in de toekomst zien, er is iets voor en tegen en ik ben niet hier gekomen met een mandaat. Als voordeel meen ik hier naar voren te kunnen brengen: met méér menschen is méér te bereiken. Het gros is hier landbouwers. Wekrjjgen een betere weerspiegeling van belan gen, dat we dan met meer verschil lende groepen zullen zijn vertegen woordigd, is een niet te ontkennen feit. Dan zullen de belangen van alle standen beter worden behartigd. Hij noemde enkele belastingen in Maashees en Vierlingsbeek. Het groote werkplan ligt in Over loon. Om dit uit te voeren zal ook Vierlingsbeek hierin bjjdragen. Maas hees heeft zich steeds met liefde opgeofferd voor Overloon. Verder sluit ik mij aan bij de woorden van Rieter en ben voor annexatie. Wat de verhouding betreft tusschen Maashees en Overloon, deze is toch altjjd goed geweest, dit is in tegen stelling met wat de Ged. Staten in haar toelichting te kennen geeft. Schraven, Overloon merkt op, naar aanleiding wat Rieter heeft gezegd, als zou er krenkende taal aan zijn adres zijn gericht, ik dit met klem tegenspreek. Integendeel, we hebben hem nog een pluim op den hoed ge stoken en dat de gemeente voor enkele jaren nog onder zjjn bewind ja noodlijdenden toestand verkeerde, dit buiten zjjn schuld was, We heb ben geen kwetsend woord gesproken. Rieter zegt, te Maashees is te weinig gebeurd, uitsluitend die los wal is in 't belang van Maashees. Janssen, Overloon verkreeg dan het woord en sprak als volgt Naar aanleiding van het gesprokene van mijnheer Rieter, ben ik het misschien die deze krenkende woor den tot U gesproken heeft. Verder sprak hij zich namens de Commissie van Overloon uit, hetzelfde als M Jans uit Overloon namens de raads. leden van Overloon heeft gesproken. (Zie Raadsverslag in Tweede Blad). Bastiaans, Holthees zegt, het valt mg zoo op, dat Peeldorpen en Maas dorpen niet bij elkaar behooren. Ik zie er geen bezwaar in en zou zoo zeggenlaat ons maar Vierlingsbeek, Maashees en Overloon samen voegen, want anders zjjn wij verloren. Wat die zelfstandigheid betreft is mg een raadsel. Ik meen het in 't algemeen belang, dan zjjn ze in Overloon den baas, maar met mjjn wil niet. Linders, Maashees zegt, dat de volksaard wel geen bezwaar zal zijn. Spreker merkt nog op, hoe die ge moedelijkheid zal blijven als er geen annexatie zal gebeuren. De Voorzitter zegt, dat deze in elk geval goed zal blijven. Janssen, Overloon zegt, waarom vraagt men ons onze meening, het was beter dat er op zekere keer een dictator op stond, die zei zóó gebeurd het. Het is zoo onnoodig ruzie scheppen. De Voorzitter zegt, Janssen hier voor dank te brengen. We hopen als het zoo mag blijven, de samen werking mag blijven bestaan. Hierna vraagt de Voorzitter, hoe de heeren er over denken als Twist bij ons aansloot als de annexatie zou doorgaan. (Zie verder verslag in Tweede Blad.) Rieter, Maashees zou zijn voor annexatie en voor de rest zou ik het aan de Géd. Staten over laten. Schraven is niet tegen die men schen in de Twist. Janssen zegt, dat ze er nog niet

Peel en Maas | 1939 | | pagina 9