EEN BRIL
P.Hoecfemaeke
GERRIT G00
de betere DRA/1
In Memoriam
Paus Pius XI.
De zegening vóór
de H. Mis.
Doew en now.
Buitenland.
Limburgsche
Veeteeltdagen.
Provinciaal Nieuws
Ad vei
STEMPI
Marktberickt
P. VAN OPBERGEN
GAAT U OP REIS per
Bel (Jan op nr. 152
Voor MocJerne Ma<
HET GOEDE ADRl
in
is
Zaaizaden. Een onkruidzaadje kan
uitgroeien tot een plant, die al gauw
een paar duizend nieuwe onkruid-
zaden geeft. Zorg daarom voor zui
ver zaaizaad. Een trieur haalt er het
ODkruid en het lichte zaad uit.
Gladiolen en dahlia's. Hebt ge al
eens onderzocht of die niet bevroren
zijn bij de strenge vorstperiode
Frambozen moeten nu overgeplant
worden. De afgestorven twijgen wor
den vlak bij den grond weggesneden
en de groene scheuten, die in den
vorigen zomer gegroeid zijn moeten
we nu aanbinden. Dat kan gebeuren
aan een strak gespannen ijzerdraad
of bosgewijze aan palen.
Aardbeien kan men vervroegen
door nu 8 planten onder een raam
in een kouden bak te graven.
Tuinwerk. Als uw tuin niet te laag
ligt, kunt ge nu al vroege erwten,
spinazie, radijs en wortelen zaaien.
.Ik heb het al eens meer gezegd:
de Nederlandsche pers kan in alle
opzichten de toets der critiek met
de buitenlandsche persorganen door
staan. Achteraf weet ik nu, dat de
Paus reeds weer eenige dagen bed
legerig was vóór zjjn verschelden,
maar de kranten hier in Tunis,
waar ik op mjjn rondreis tijdelijk
vertoef hadden er met geen woord
melding van gemaakt. En zoo kon
het gebeuren, dat ik vandaag op
mijn ochtendwandelingetje in de zon
een dagbladbureau passeerde en op
een groot zwart bord las:
„S.S. Ie Pape Plus XI est
décédé ce matin 5 heures 31".
In speciale edities verschenen toen
dra de bijzonderheden, óók omtrent
het jongste ziekbed des Pausen en
over het afsterven....„Vrede Vrede!"
waren de laatste woorden geweest,
de bede van den Hoogepriester.
Toen gaf hij z|jn zegen en was niet
meer.
Franschen, Italianen, Arabieren,
zij allen, die hier in Tunis wonen,
toonen een groote bewondering voor
den overleden kerkvorst. Vooral de
Franschen, geloovigen en ongeloo-
vigen.
Dra hing de vlag halfstok van het
paleis van den gouverneur-generaal,
van de openbare gebouwen en ker
ken, van consulaten, van hotels en
particuliere woningen....
Het wil nog niet tot me doordrin
gen: de Paus is dood. Als mensch
is hij gelijk aan ieder ander mensch
maar toch,..*
't Is nog maar zoo L édl kort ge
leden, nauwelijks 'n paar weken, dat
ik met anderen eerbiedig vóór hem
stond in de VaticaaDsche audiëntie
zaal en dat h\j me imponeerde door
de vitaliteit, welke zijn grijsheid
kenmerkte. En door de enorme wils
kracht, waarmee hij zjjn toch reeds
zoo lang aangetaste physieke ver
mogen, beheerschte; zijn zending tot
het einde willende volbrengen, in
God's naam, als Zijn eerste dienaar.
Deze Paus laat een leegte na in
de harten van velen, van millioenen
en niet alleen in de harten van
katholieken.
Ik denk hier aan den onwankel-
baren moed, waarmee de grijze
Kerkvorst in onze bewogen dagen
de partij van de vervolgden en ge-
kwelden van Christenen en Joden
heeft verdedigd tegen de waan
wijsheid en de wreedheid van de
heersehers van den dag. Ik denk aan
de wijze, waarop deze Paus, die om
het recht den strijd niet schuwde,
uit heel zijn hart den vrede minde,
voor dit ideaal zijn leven offerde en
het uiteindelijk overdroeg aan zijn
Schepper.
En ik ben er dankbaar voor, dat
ik heb mogen neerknielen, een van
de laatste malen, dat de handen van
dezen Hoogepriester zegenend ge
baarden....
Moge zijn geest voortleven ln het
werk van zijn opvolger. En dat zijn
vijanden mogen worden verteederd
dqor de grootheid van zijn biddend
verscheiden.
„Vrede! Vrede!"
Zoo zij het. Md.
Tunis, 10 Februari '39.
Het gros van de geloovigen
nog niet aanwezig.
Gemis van kennis omtrent
beteekenis en voordeel
dezer plechtigheid.
„Pater, wil U pas om klokslag tien
beginnen; want anders is er nog geen
mensch in de kerk," vroeg me de
Pastoor.
„Natuurlijk, mijnheer Pastoor, zoo
als U wilt
Om tien uur dus ging ik met m'n
misdienaars 't priesterkoor in, zette
het „Asperges" aau den voet van 't
altaar in en doorliep zegenend de
kerk.
Maar 't was nóg maar voor enkele
menschen, Jdat ik de zegening deed;
't overgroote deel der plaatsen was
nog onbezet en zelfs de zang op 't
koor nog dun en mager.
't Was er gegaan zooals 'topheel
veel plaatsen ging. Eerst begon men
om vijf vóór tien met de zegening,
maar de groote massa van het volk
kwam pas om tien uur. Dan begon
men om tien uur en na korten tijd
kwam 't volk ook vijf minuten later.
De reden Kwade wil Geen den-
te laat.
Wordt vervolgd.
ken aan! In dat geval zouden
degenen, die expres op 't kerkplein
wachten tot ze denken dat de zege
ning binnen is afgeloopen, wel van
héél kwaden wil zijn; en dat zijn er
lang niet weinigen.
Maar de reden is zeker enkel en
alleen onnadenkendheid. De meesten
snappen weinig of niets van die zege
ning. Ze beschouwen het haast als
het stemmen van de muziekinstru
menten voor 'n concert, als iets wat
er dus eigenlijk niet bijhoort. Maar
het hoort er wél bij
'n Katholiek, die zich de moeite
wil getroosten om zich een oogen
blikje ernstig op de beteekenis van
deze zegening te bezinnen, kan er
niet onverschillig voor blijven en zal
ze niet meer willen missen.
't Is immers 'n heel mooie en heel
voordeelige plechtigheid.
Een minuut of tien vóór de Hoog
mis begint de priester in de sacristie
met de wijding van het water. Raad
pleeg uw missaaltje en lees eens
aandachtig de schoone gebeden die
hij daarbij gebruikt. De H. Kerk
heeft deze voorgeschreven, omdat
de besproeiing met gewijd water
reeds in 't Oud Verbond door God
zelf was bevolen als zinnebeeld van
inwendige ziele-reinheid, en omdat
Jezus Christus in 't Nieuw Verbond
het water verheven heeft tot de stof
van 't H. Sacrament des Doopsels.
De priester bidt dan onder andere
dit schoone gebed: „God die tot heil
van het menschelijk geslacht de
grootste geheimen door middel van
't water uitwerkt, aanhoor genadig
onze aanroepingen en stort over deze
zelfstandigheid door velerlei zuive
ring voorbereid, de kracht van Uw
zegen uit."
Dan vraagt de priester, dat God
de menschen, die met 't gewijde
water zullen worden besproeid, be-
vrijden moge van rampen, benhelpe
tegen den duivel, die hen ongelukkig
wil maken, en hen reinige van zon
den, die ze op aanstoken van den
duivel reeds bedreven hebben.
Hierop begint de eigenlijke zege
ning der geloovigen in de kerk,
„Asperges me" zet de priester in
en terwijl de priester de geloovigen
met 't wjjwater besproeit, vervolgt
het koor: „Besproei mij, Heer, met
hyaop (hysop is een gewas met ste-
vigen, houtachtigen stengel in 't
H. Land veel voorkomend. Een bun
del hysopstengels diende in den tem
pel als kwast tot besprenkeling.
Later schreef men aan de hysop
zelf een reinigende kracht toe.) en
ik zal gezuiverd worden, wasch mij,
en ik zal witter worden dan sneeuw.
Ontferm U over mij, o God, volgens
Uw groote barmhartigheid."
Zoo vraagt de H. Kerk, eiken Zon
dag weer opnieuw, dat God in zijn
groote Goedheid en barmhartigheid,
de besproeiing met het tot Zijn eer
gewijde water een teeken zal doen
zijn van de afwassching van de vele
zonden en fouten, waarmede de ge
loovigen in de afgeloopen week hun
zielen hebben besmet.
„Toon ons, Heer Uwe barmhartig
heid." vraagt de priester nog, als hij
in 't priesterkoor is teruggekeerd.
Ja, Heer, help cns de komende week
den duivel volkomen overwinnen en
standhouden in alle aanvechtingen.
Wie zal niet inzien, lezers, dat het
tegenwoordig zijn en aandachtig
meemaken van deze zegening op de
Zondagen, een groote winst betee-
kent
Als er stoffelijk voordeel te halen
is loopen wij allen hard om er ons
deel van te krijgen, en zouden we
dan zoomaar deze hemelsche zege
ning aan ons laten voorbijgaan
Troost U 'n kleine moeite en zorg
het „Asperges" op de Zondagen nooit
meer te missen.
Vastelaovend-Mondag 1937
Ik wandelde zoo-e mer watroond,
't durp uüt, 't veld dur nor de bus.
Went wat mos ik ien 't durp doen.
't Zoepe rakt uut de moo-ede God-
daenk, en nor de stad busse, dat
stoont mi-j tege. Trowwes de cènt
wiesse mi-j nie op de rug. De met-
waorst was toch al nie te dik.
Ien de hèèj speulde en par knient-
jes, diej de lente ien de kop han,
bömke verwissele. Diej droonke gen
potjes bie-er en han toch schik. Wat
ziedde mi-j wööleze, zèèj ik binne-
smoonds. Ur witte stertjes schoote
op en nie-er as en schietspoel ien 't
wèèfgetow, van hot nor haar en van
haar nor hot en trug. Ie-en oo-egen-
blik docht ik an enne gebraoje
kniensbil en wèèrm zulkes ien mien
pantoefels. 't Water kwaammi-j ien
de moond.,.. mer ik haaj gen zaelt
bl-j mi-j en anders wie-et ik nog zo
krek nie of ze wel stil gehaeldezun
hebbe. Dor motte slag van hebbe.
Nie-e mlt stru-epe verdiende gi-j 't
zaelt nog nie ien de pap, beprikte
ik mien ège. Êèfkes keek ik zoer
van de schimpscheut, mer 'tkiaorde
wer drek op. Ik lie-et ze stillekes
speule.
Ik sjokte ennen bos ien. Ovveral
len vervrète schöpkes, mer do enk-
puuskes hoefde nie bang te zien
vandaag. Dor gaaf ik now gen be
drag op.
Ik zaag mien ège wer as klène
jong mit en boks an wor wel drlej
van diej buükskes ien kosse. Ennen
aelde Sondagse korte jas van Vader,
dè mi-j tot wiet ovver de kni-je
kwaam, mit mowwe wor mien èèrm-
kes ien verzoope, zodat ik 't muuj
woór van 't haffele um ieders kie-er
de cent an te pakke. Ik was afgun
stig op en del aender jonges, diej
ennen echte mombakkes vur han
ik haaj mer zonnen ège-gemakte,
van effe wit papie-er. Dat stoont
èremoejig zèèj Moe-eder, dan han de
„Vrowkes" ie-er mitlleje. Mienen
hoed, dè pies mi-j ok zo schon. Dè
schoot mi-j van aachtere nor veur
en van veur nor aachtere en van de
ie-en wang op d'aender, as enne
stadsjong op en kar.
Mien gedienstige alste zuster wooj
um an mien oo-erlelle vaestnèje,
mer Moe-eder haaj Goddaenk mie-er
lie-efde vur ur ège vlèès en bloe-ed
en stopte d'r de Peel en Maas van
ennen engele maond ien. Doew stoont
ie vast, Van bo-eve was 't enne
spinnejèger, mer dat hu-erde zoo-e,
De rommelpot haaj Vader gemaakt
vanne.... nie-e, dat zeg Ik ow nie.
went dor kumt zon lelluk woord ien
vur. Ow grotste glorie was 't dan,
a3 ze ow nie kende en ow lang
naokeeke. Dan vuülde ge ow en
groe-et man.
's Aoves kwamde mit blaore en
enne hesse kèèl tuüs. Went ik deuj
gen halluf wèèrk. Ovveral zong ik't
hie-el liedje
Vrowke t'is Vastelaovend,
We komme nie tuüs vur t'aovend,
We hebbe gezonge en niks gehad,
Sni-j mer en stuk van 't
vèèrkesgat,
Sni-j mer dieep, sni-j mer dieep,
Sni-j mer ien de vinger nie.
Dor bo-eve ien diej schaorste,
Dor hange diej lange waorste
En as de lange gegète zien,
Dan zun de korte wel béter zien
Sni-j mer....
Glu-efde wel, dat ik wer vur en
paar uurkes zonne klène jong zeuj
wille zien. Nie um de cènts, mer um
wer is te kunne zien wie of t'r dan
nie tuüs worrediej te gie-er
worre um enne cènt te géve. Um de
klèèn kiender, diej ur dan zo stevig
an Moe-eder urre scholluk vaest
hie-elde en dor halluf achter weg
krope en dan mit van die schow
u-egskes op ow an keke. Wat was
tat köseluk! Wat hamme doew enne
schik!
Mer ik bin now nie klèèn mer.
Van mien klepboks hebbe ze al lang
en schottelslet gemakt, zodat ze
vort durlu-epend nat is. Ik bin
groo-et gewoórre, miene spultied is
vurbi-j: ik mot vort wèrreke en mit
daag as Vastelaovend meug ik ml-j.
vervèle
Was t'r now teminste nog mer iets
te doe-eniets dat ge is en paar
uur uüt owwe gewonen doeliej wort.
En paar uürkes daenae en enne
klènen optocht... dat zeuj al veul
zien. Dan zeuj 't jong volk ok vort
hier blieeve, want wiej zal d'r now
bi-j ennen aendere op dè brulluft
gaon as zien ège femielie brulluft
helt. Dat duüt ja niemus. En anders
zeuj zo iemus en pak slaag verdiene
en ik hoo-ep, dat ie dat dan kriegt
ok.
Mer zamme dat nog belève De
O-everheid is t'r nie bats op, dat is
duudeluk, En nie zonder ri-jeDor
komme zo gaaw misbruüke bi-j vur
en diej zien d'r toch al zat. Mer
diej kunne toch vur 't grotste,
wieteweg 't grotste gedie-elte ge-
wèèrd werre en diej motte ok ge-
wèèrd werre, anders zeuj de O-ever-
hejd nie verantwoord zien. Mer ien
Venroy kan en zal dat ok, dor bin
Ik zeker vanJonges, die zich zat
zun zoepe, zun wille vechte, umvan
erger dinger mer nie te spréke,
hu-ere nie op 't fie-est mer ien 't
kotje tuüs.
Zoo-e lie-ep ik tor te fielesefiere
twie-e jaor geli-je. Doew was 'tnog
mer ennen droo-em en now... stowwe
vlak vur de werkelukheid.
Venrotse jonges en megjesDe
O-everheid gifd'os dit fie-est ien 't
vast vertrowwe, dat wi-j dor gen
misbruük van make. Ik bin d'r zeker
van, dat ze zich nie ien os vergist
't Slage van dizze Vastelaovend
hingt nie op de urste plats aaf van
de Prins mlt zien volk, mer van os
zelfTönt, dat ge dat wet en doed
ow bést. Lot ow nie kenneGe kunt
'r van make wat ge wilt. Makt 't
dan schon
Allemaol veul plezier!
GRADJE.
Alfred Rosenberg over de
Joodsche kwestie.
Of het toevallig is gebeurd, dan
wel met opzet is geschied, zullen
we maar in het midden laten, maar
eigenaardig is het, dat juist op den
openingsdag van de Palestrjnsche
conferentie te Londen, in Duitsch-
land het Joden-vraagstuk besproken
is door Alfred Rosenberg.
Tot titel in zijn rede had deze ge
kozen „Moeten ideologische tegen
stellingen vijandschappen tusschen
Staten tengevolge hebben?" Maar
zjjn toespraak kwam neer op één
anti-Joodsch betoog van uiterste
felheid. De maatregelen van Duitsch-
land ten behoeve van de uitschake
ling der Joden uit het geheele
Duitsche volksleven, hebben, aldus
Rosenberg, een wereldophitsing van
alle Joden en van hen, die afhanke
lijk van de Joden zijn, gewekt als
antwoord op deze zelfverdediging
der Duitsche natie.
Voortgaande in die Ijjn, kantte hjj
zich o.m. tegen het denkbeeld van
een z.g. Zionistischen Staat in
Palestina. Die zou toch volgens hem
de macht van het „wereldjodendom"
bevestigen en een asyl verleenen van
alle verdachte Joden ter wereld
Dan zou er ontstaan een centrum
van alle oplichters der geheele
wereld, welke toestand Europa op
den duur niet kan aanvaarden. De
Joden moeten derhalve in hun ge
heel (rond 15 millioen personen)
naar het oordeel van dezen Duit-
schen deskundige door dedemo-
cratiën overgebracht worden naar
gebieden als Guyana en Madagascar.
We zullen het betoog van den heer
Rosenberg maar niet verder weer
geven. Uit bovenstaande citaten
bljjkt al voldoende van welk gehalte
het geweest is. Men staat toch wel
eens verbaasd over de argumentatie
van de leiders in het Duitsche rijk.
Z(j willen den vrede en de pacificatie
dienen, doch volgens eigenaardige
opvattingen
Dc positie der Duitschers in
Tsjecho-Slowakije.
Tijdens een zitting van de fractie
der Duitsche nationaal-socialistische
afgevaardigden en senatoren heeft
de voorzitter, afgevaardigde Ernst
Kundt, o.m. verklaard, dat „het een
dwaling zou zijn, te veronderstellen,
dat het den Duitschers in Tsjecho
Slowakije thans beter gaat dan vóór
den eersten October 1938. Weliswaar
zijn zekere vroegere in het oog
springende methoden, vooral op het
gebied van strafrechterlijk optreden
en politieactie, weggevallen en is
men ook in vele kwesties van uiter
lijkheden tegemoetkomender gewor
den, bijv. ten aanzien van het dragen
van het hakenkruis en het gebruik
van de hakenkruisvlag, maar toch
is met betrekkingen tot de feitelijke
rechtspositie der Duitschers geen
verbetering en in economisch en
sociaal opzicht zelfs een verslechte
ring ingetreden.
Men heeft door de verschillende
methoden en zelfs met behulp van
twee regeeringsverordeningen de
Duitschers uit de bedrijven gedrongen.
Aan Tsjechische zijde heerscht de
neiging, den nieuwen staat slechts
als een nationalen staat der Tsjechen
te beschouwen, waaruit de over
gebleven Duitschers weliswaar niet
met geweld, maar toch langs „kouden
weg" weggedrongen moeten worden.
Zoo schijnt men de oude histo
rische positie der Duitschers, die
terugblikken kan op een geschiedenis
van duizend jaren, thans in alle
stilte te willen liquideeren door om
redenen van economischen en socialen
aard de overgebleven Duitschers te
drijven tot opteeren voor het Duit
sche rijk in den zin van het optie
verdrag.
Het ligt voor de hand, dat de
fractie der Duitsche nat. soc. afge
vaardigden en senatoren en de leiders
van de volksgroep met alle krachten
daartegen zullen strijden. En dit
moet niet slechts beschouwd worden
als een aangelegenheid van de
Duitsche volksgroep, maar als een
kwestie van de verdere verhouding
van het Duitsche rijk tot het nieuwe
T3jecho-Slowakrje.
Dc krachtigste locomotief
ter wereld.
Dezer dagen is van Duinkerken
naar de Ivoorkust verscheept een
locomotief van 160 ton, welke de
krachtigste ter wereld genoemd
wordt. Het gevaarte Is meer dan 30
meter lang en heeft 28 wielen. Met
een gewicht van 760 ton achter zich
kan de locomotief 975 kilometer af
leggen zonder te stoppen met een
snelheid van bijna 100 kilometer per
ir.
Nog tien van deze machines zullen
dit jaar vervaardigd worden in de
fabriek te Raismes, nabij Valencien-
waar ook de eerste locomotief
gebouwd werd. Hierdoor zal twee
duizend man personeel een heel jaar
werk hebben.
Te Roermond z\jn Zaterdag de
jaariijksche Limb, veeteeltdagen be
gonnen, waarvoor, gelijk steeds, veel
belangstelling bestaat. Deze bijeen
komsten staan onder leiding van den
heer dr. P. van Kempen, voorzitter
vaD Fokkersbelang, die in zijn ope
ningswoord constateerde, dat het
jaar 1938 niet aan de gestelde ver
wachtingen heeft voldaan, vooral
wat betreft den afzet der veulens,
die wederom in vrij groot getal ter
slachtbank werden gevoerd, waar
door de paardenfokkerij ernstig na
deel ondervond. De schapenfokkerij
en -houderij hadden evenmin een
gunstig jaarde runderfokkerij
ondervond groot geldelijk nadeel
door het heerschen van mond- en
klauwzeer. Er zijn echter ook enkele
lichtpunten. De verbetering van den
Limburgschen varkensstapel is met
reuzenschreden vooruitgegaan.
He veevoederbureau nam interes
sante en practische proevenhet
uitte d9 wenschelijkheid betere toe
standen te scheppen in zake den
handel in veevoeders, vooral wat
betreft mengvoeders. Op instigatie
van dr. Droesen heeft de afdeeling
inspectie van den L. L, T. B. een
onderzoek in deze richting ingesteld,
hetgeen als gevolg heeft gehad het
plegen van overleg en het houden
van besprekingen met verschillende
afdeelingen, waarvan een gunstig
resultaat wordt verwacht. Meer en
meer worden adviezen aan de af
deeling stalverbetering gevraagd.
De bemestingsproeven van varkens
op de proefboerderij te Sevenum
hebben een prachtig verloop gehad.
De eerste bijeenkomst op de Lim
burgsche veeteeltdagen te Roermond
werd gehouden door het district
Limburg van het Ned. Ruudveestam-
boek en werd o.m. bijgewoond door
het dagelijksch bestuur der gemeente
Roermond, den heer Verheggen,
voorzitter van den L. L. T. B. en
meerdere vooraanstaande personen
op landbouwkundig gebied.
De heer ir. Wibbens, directeur van
het Ned. Rundveestamboek, gaf een
overzicht van den vooruitgang van
dit stamboek. Met eenige cijfers
demonstreerde spr. de enorme toe
nemingvan inschrijvingen van koeien,
stieren en kalveren in het N. R. S.
én deelde mede, dat het dagelijksch
bestuur het plan overweegt om in
1940 een nationalen fokveedag te
houdeD, mits veeziekten dat niet
zullen beletten.
De heer ir. Wibbens vertoonde
eenige films van een Engelsche fok-
veeshow en van fokdagen hier te
lande.
De tweede vergadering werd ge
houden door den bond van rundvee-
fokvereenigingen in Limburg, die
ook werd bijgewoond door mr. dr.
W.G. A. van Sonsbeeck, commis
saris der Koningin in Limburg.
De voorzitter deelde mede, dat van
deze vergadering een verzoek zal
uitgaan naar Fokkersbelang en van
daar naar den L. L. T. B. om te
komen tot afschaffing der kalver-
schetsen de L L.T.B. zal het request
aan de regeering doorgeven.
Burgemeester Reijmer, die ook
deze vergadering bijwoonde, getuigde
van zijn sympathie voor de Limb,
veeteeltdagen.
Tot leden van het bestuur werden
gekozen de heeren J. Vaessen, Sim-
pelveld en Teuwen, Stramproy,
Prof. dr. H. C. L. E. Berger, dir.
van den veeartsenijkundigen dienst,
tevens veterinair hoofdinspecteur van
de volksgezondheid, hield eeninlei-
ding over de bestrijding van besmet
telijke veeziekten in ouderling ver
band.
Spreker wees er op, dat in alle
cultuurstaten een geordend geheel
van wettelijke maatregelen bestaat,
waardoor de veestapel méér dan
voorheen tegen het gevaar beveiligd
kan worden, waarmee hij door para
sitaire en infectieziekten wordt be
dreigd.
De Commissaris der Koningin ver
klaarde, dat het hem veel genoegen
had gedaan, nader kennis te mogen
maken met de groote organisaties
van landbouw en veeteelt, die in dit
gewest zulk een voorname plaats
innemen.
Ook de Limburgsche geitanfokkers
en paardenfokkers hebben hunne
bijeenkomst gehouden.
VENRAY, 18 Febr. 1939
LUXOR-THEATER.
2*wer£stertje,
Shirley als radio-wonder. Op Zon-
nehoeve leeft de kleine Rebecca
(Shirley) onder de hoede van tante
Miranda. Deze tante is, zoo met het
bloote oog gezien, beslist niet een
van de teederste vrouwelijke wezens.
Buurman Homer (Slim Summerville)
die reeds 25 jaren met een gebroken
hart rondloopt en geen nieuwe kans
krijgt op het veroveren van tante
Miranda's liefde, omdat hij destijds
vergat, naar hun huwelijksplechtig
heden te komen, kan daarvan mee
praten. Niettemin zou de kleine
Rebecca, een alleraardigst leven
hebben gehad, wanneer haar stief
vader tevoren niet een mislukte
poging had aangewend, zijn pleeg
kind tot radio-wonder te verheffen,
weshalve hij het raadzaam achtte,
zich maar zoo spoedig mogeljjk van
Rebecca te ontdoen. Zoo raakt deze
dan op Zonnehoeve, maar men krijgt
den indruk, dat ze daar niet lang
zal blijven.
Want er is een havervlokkenfa-
briek, wiens reclamechef zich in het
hoofd heeft gezet, Rebecca enkele
reclameliedjes voorde radio te laten
zingen. Op de eerste plaats heeft
tante Miranda ernstige bezwaren
tegen het zingen. Men begrijpt, dat
er inderdaad nog heel wat gebeurt,
voor Rebecca als Miss America voor
de microfoon haar aardige songs
ten beste geeft.
Als het zoover is, stroomt het
geluk echter de Zonnehoeve binnen.
Shirley zingt in de film weer tal
van nieuwe liedjes, welke ditmaal
inderdaad aardig uitgevallen. En de
toeschouwer zal met vreugde zien
en hooren, hoe Shirley Temple weer
de harten van iedereen weet te
veroveren.
Als tweede hoofdfilm draait: „Bij
de blonde Katrijn". Sinds 25 jaar is
de heer Valentin Ruhland apotheker
van een kleine stad. Zijn vrouw
Konstance roept haar man ontelbare
malen per dag toe om toch,verstan
diger te leven. Ja, dat waren vro
lijke studentenjaren, toen Konstance
hem nog niet vermaande.
Toen noemde men hem in 't korps
Krambambule; hij haalde ln Wiirtz.
burg dolle studentenstreken uit en
dweepte met de blonde Katrein, de
waardin uit de Gouden Gans. Toen
werd het vrolijke bekende lied ge
zongen,,Bei die blonde Katrein".
Zijn zoon Leopold is niet zoo'n
losbol zooals indertijd zijn vader
was, maar raakt verliefd op de
dochter uit de Gouden Gans, waar
hij tegelijkertijd introuwen wil. Dit
komt zijn moeder te hooren en nu
ontstaan er de grappigste en vroo-
lijkste situaties, die men weldenken
kan.
Maandag en Dinsdag wordt ver
toond, een Vlaamsche sprekende
film van Jan Vanderheiden. „De Won
derdokter" is de geneesheer van een
jong geneesheer, Steven Marten,
zoon van niet al te welgestelde
ouders, die in de stad geen carrière
kan maken, omdat hjj niet over vol
doende geld beschikt om zijn praktijk
rijkelijk in te richten. Hij wil op het
platteland zijn geluk beproeven en
komt naar zijn neef Manten Boone.
Maar Manten, een koeboer, heeft de
kop vol vooroordeelen tegen alles
wat dokter is, en aan de hooge school
gestudeerd heeft. Hij gelooft alleen
in kwakzalvers en wonderdokters en
zoo denkt het heele dorp er over.
Doch het toeval komt Steven ter
hulp en hg kan bewijzen, dat hij
meer kan dan de kwakzalver uit de
streek.
Manten in zijn boerensluwheid
speurt nu een zaakje. En in korten
tijd weet heel het dorp, dat Steven
de grootste wonderdokter is en de
zaak gaat schitterend, waaruit
Manten munt weet te slaan.
Inmiddels heeft Steven voor de
dochter van Manten liefde opgevat.
Burgemeester Verkarre ziet in Ste
ven een goede partij voor zijn doch
ter. Doch Steven heeft slechts oogen
voor Thea en haalt eeD streep door
hun rekening. De burgemeester voelt
zich in zijn eer gekrenkt en jaagt
Steven de politie op den hals wegens
ongewettigd uitoefenen der genees
kunde. Kwakzalverij is immers ver
boden en strafbaar. Als een huiszoe
king plaats heeft, toont Steven zijn
diploma. Hp overwint alle moeilijk,
heden en blijft in het dorp, nu niet
meer als wonderdokter maar als
echte dokteren trouwt met Thea.
CASTENRAY. Vastenavond Dins
dag zal ons anders stille dorpje weer
in het teeken der belangstelling
staan. Ieder jaar groeit 't aantal
deelnemers. Ditmaal vooral kunnen
de bezoekers van een aangename
middag verzekerd zjjn. Een groote
Cross Country. Hiervoor is door de
landelijke rrjvereenlging „De Een
dracht" naast prachtige prijzen be
staande uit kunstvoorwerpen een
fraaie wisselbeker beschikbaar ge
steld. Deze beker moet tweemaal
achter elkaar gewonnen worden voor
Veemark
Eiken Dins
ALLE soort Yj
Vraagt mode]
Firma van
hij eigendom is. Het heele parcours
loopt door 't prac htige meestal
heuvelachtige terrein. De berg, is
zeer overzichtelijk. De afmarsch der
ruiters vind om 2 uur plaats vanaf
café L. van Rhee. Als Jury leden
fungeeren (hoofdbestuurslid) Nab,
P. Bexkens, Arts Fleurkens. Deze
namen waarborgen een vlot verloop.
YSSELSTEYN.
In den nacht van Zaterdag op
Zondag hebben een of meer dieven
zich door een varkenshok toegang
weten te verschaffen tot de woning
van den landbouwer V Er werden
twee fietsen ontvreemd, die, gedeelte
lijk gedemonteerd, een eind van huis
teruggevonden werden.
Zoo miste de eene flets het zadel
en de lantaarn. Een hond die de
dieven op hun nachtelijke tocht mee
genomen hadden, werd In de woning
achtergelaten.
De politie stelt een onderzoek iu.
Horster Veemarkt.
Totaal aanvoer 147 dieren, waarvan
46 stuks rundvee en 101 biggen. Aan
voer aanmerkelijk grooter dan de
laatste markten. Groote publieke
belangstelling. Handel rundvee rede
lijk goed. Handel in biggen zeer
goed. Prijzen biggen f 13 tot f 16.
Daar mond- en klauwzeer zoo goed
als geweken is, wordt ook voor de
markt Vastenavond-Dinsdag een
groote aanvoer verwacht. Men zie
hiervoor de advertenties.
Provinciale Statenverkiezing
in Limburg.
Op de jl. Zaterdag te Roermond
gehouden vergadering van hetAdvi-
aeerend College voor de verkiezing
der Provinciale Staten in Limburg
werd de volgorde der candidaten ter
plaatsing op het partijstembiljet bij
loting voor den Statenkieskring A A |?Q]
Horst als volgt vastgesteld: v'
1. W. P. Everts, Sevenum; 2. J. H. dö deur Op<
Boonen, Velden; 3. J. M. H. F. J. Kjti0r,i.r.Li-
baron Weichs de Wenne, Wanssum; ,.>SljCi '9
J. F. H. Obers, Sevenum; 5. P. H. '"stHet 8®*?'a1
Cornelissen, Well; 6. J. M. Terpstra. INeern onmiddel
Heyen; 7. Th. Peters, Oirlo; 8. O. L. Poeder. Verjaai
P. van de Loo, Venray; 9. J. G. A, ze goed en w
Rutten, Broekhuizen; 10. Th. H. Obers. Duizenden hebb
Sevenum; 11. H. J. Drabbels, Horst, komen. Bovendi
12. Th. P. H. Rutten, Horst. poeders, tablettei
heel onschadelijl
Onder een molensteen geraakt. Ze geven nieu'
Te Overloon had een ernstig on- opgewektheid,
geval plaats, dat den molenaar M.
Bouwman bijna het leven heeft ge- p
kost. Toen men bezig was met vier Per P°®"e
personen een ouden molensteennaar poeders, t
buiten te rollen, kwam B. te vallen. 45 ct., per kol
Hierdoor waren zijn medehelpers 80 ct. Verkrijg
niet meer meester over den zwarenen Drogisten,
steen met het gevolg, dat de steen
op het bovenbeen van den molenaar
terecht kwam. De direct ontboden'
geneesheer constateerde dat zijn
bovenbeen op twee plaatsen was ge.
broken, alsmede zijn knieschijf.
Hij is naar het ziekenhuis te Ven
ray overgebracht.
en.
VENLO. Op de Coöp. Veiling ver
eeniging van Maandag was de aan- f
voer 2.840.000 eieren.
Kippeneieren van f 3-40 tot f 3.75
Kleine eieren van f 3.10 tot f 3.30
Eendeneieren van f 2.70 tot f 3.40
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-1
vereeniging van Maandag was dt|
aanvoer 5.600.000 eieren.
Kippeneieren van f 3.10 tot "f 3.75 n - M
Eendeneieren van f 2.70 tot f SAO*' U M
is geen i
Laat U niet misleiden door zoogenaaa
aanbiedingen. Goedkoop is hier zeker dui
Eenigst gediplomeerd Opticien te Venray
Degeiykheid Pasvorm VakJ
Luxe-Auto verhuur A. J. BOSCH,
gestationneerd bij Hotel Git
v.h. Frans Beckers
Nieuwste coupe. Prir
Zeer matige prijzen
Mooie stalencollectie voort
BI