EEN BRIL P.Hoecfemaeke GERRIT G00 de betere DRA/1 In Memoriam Paus Pius XI. De zegening vóór de H. Mis. Doew en now. Buitenland. Limburgsche Veeteeltdagen. Provinciaal Nieuws Ad vei STEMPI Marktberickt P. VAN OPBERGEN GAAT U OP REIS per Bel (Jan op nr. 152 Voor MocJerne Ma< HET GOEDE ADRl in is Zaaizaden. Een onkruidzaadje kan uitgroeien tot een plant, die al gauw een paar duizend nieuwe onkruid- zaden geeft. Zorg daarom voor zui ver zaaizaad. Een trieur haalt er het ODkruid en het lichte zaad uit. Gladiolen en dahlia's. Hebt ge al eens onderzocht of die niet bevroren zijn bij de strenge vorstperiode Frambozen moeten nu overgeplant worden. De afgestorven twijgen wor den vlak bij den grond weggesneden en de groene scheuten, die in den vorigen zomer gegroeid zijn moeten we nu aanbinden. Dat kan gebeuren aan een strak gespannen ijzerdraad of bosgewijze aan palen. Aardbeien kan men vervroegen door nu 8 planten onder een raam in een kouden bak te graven. Tuinwerk. Als uw tuin niet te laag ligt, kunt ge nu al vroege erwten, spinazie, radijs en wortelen zaaien. .Ik heb het al eens meer gezegd: de Nederlandsche pers kan in alle opzichten de toets der critiek met de buitenlandsche persorganen door staan. Achteraf weet ik nu, dat de Paus reeds weer eenige dagen bed legerig was vóór zjjn verschelden, maar de kranten hier in Tunis, waar ik op mjjn rondreis tijdelijk vertoef hadden er met geen woord melding van gemaakt. En zoo kon het gebeuren, dat ik vandaag op mijn ochtendwandelingetje in de zon een dagbladbureau passeerde en op een groot zwart bord las: „S.S. Ie Pape Plus XI est décédé ce matin 5 heures 31". In speciale edities verschenen toen dra de bijzonderheden, óók omtrent het jongste ziekbed des Pausen en over het afsterven....„Vrede Vrede!" waren de laatste woorden geweest, de bede van den Hoogepriester. Toen gaf hij z|jn zegen en was niet meer. Franschen, Italianen, Arabieren, zij allen, die hier in Tunis wonen, toonen een groote bewondering voor den overleden kerkvorst. Vooral de Franschen, geloovigen en ongeloo- vigen. Dra hing de vlag halfstok van het paleis van den gouverneur-generaal, van de openbare gebouwen en ker ken, van consulaten, van hotels en particuliere woningen.... Het wil nog niet tot me doordrin gen: de Paus is dood. Als mensch is hij gelijk aan ieder ander mensch maar toch,..* 't Is nog maar zoo L édl kort ge leden, nauwelijks 'n paar weken, dat ik met anderen eerbiedig vóór hem stond in de VaticaaDsche audiëntie zaal en dat h\j me imponeerde door de vitaliteit, welke zijn grijsheid kenmerkte. En door de enorme wils kracht, waarmee hij zjjn toch reeds zoo lang aangetaste physieke ver mogen, beheerschte; zijn zending tot het einde willende volbrengen, in God's naam, als Zijn eerste dienaar. Deze Paus laat een leegte na in de harten van velen, van millioenen en niet alleen in de harten van katholieken. Ik denk hier aan den onwankel- baren moed, waarmee de grijze Kerkvorst in onze bewogen dagen de partij van de vervolgden en ge- kwelden van Christenen en Joden heeft verdedigd tegen de waan wijsheid en de wreedheid van de heersehers van den dag. Ik denk aan de wijze, waarop deze Paus, die om het recht den strijd niet schuwde, uit heel zijn hart den vrede minde, voor dit ideaal zijn leven offerde en het uiteindelijk overdroeg aan zijn Schepper. En ik ben er dankbaar voor, dat ik heb mogen neerknielen, een van de laatste malen, dat de handen van dezen Hoogepriester zegenend ge baarden.... Moge zijn geest voortleven ln het werk van zijn opvolger. En dat zijn vijanden mogen worden verteederd dqor de grootheid van zijn biddend verscheiden. „Vrede! Vrede!" Zoo zij het. Md. Tunis, 10 Februari '39. Het gros van de geloovigen nog niet aanwezig. Gemis van kennis omtrent beteekenis en voordeel dezer plechtigheid. „Pater, wil U pas om klokslag tien beginnen; want anders is er nog geen mensch in de kerk," vroeg me de Pastoor. „Natuurlijk, mijnheer Pastoor, zoo als U wilt Om tien uur dus ging ik met m'n misdienaars 't priesterkoor in, zette het „Asperges" aau den voet van 't altaar in en doorliep zegenend de kerk. Maar 't was nóg maar voor enkele menschen, Jdat ik de zegening deed; 't overgroote deel der plaatsen was nog onbezet en zelfs de zang op 't koor nog dun en mager. 't Was er gegaan zooals 'topheel veel plaatsen ging. Eerst begon men om vijf vóór tien met de zegening, maar de groote massa van het volk kwam pas om tien uur. Dan begon men om tien uur en na korten tijd kwam 't volk ook vijf minuten later. De reden Kwade wil Geen den- te laat. Wordt vervolgd. ken aan! In dat geval zouden degenen, die expres op 't kerkplein wachten tot ze denken dat de zege ning binnen is afgeloopen, wel van héél kwaden wil zijn; en dat zijn er lang niet weinigen. Maar de reden is zeker enkel en alleen onnadenkendheid. De meesten snappen weinig of niets van die zege ning. Ze beschouwen het haast als het stemmen van de muziekinstru menten voor 'n concert, als iets wat er dus eigenlijk niet bijhoort. Maar het hoort er wél bij 'n Katholiek, die zich de moeite wil getroosten om zich een oogen blikje ernstig op de beteekenis van deze zegening te bezinnen, kan er niet onverschillig voor blijven en zal ze niet meer willen missen. 't Is immers 'n heel mooie en heel voordeelige plechtigheid. Een minuut of tien vóór de Hoog mis begint de priester in de sacristie met de wijding van het water. Raad pleeg uw missaaltje en lees eens aandachtig de schoone gebeden die hij daarbij gebruikt. De H. Kerk heeft deze voorgeschreven, omdat de besproeiing met gewijd water reeds in 't Oud Verbond door God zelf was bevolen als zinnebeeld van inwendige ziele-reinheid, en omdat Jezus Christus in 't Nieuw Verbond het water verheven heeft tot de stof van 't H. Sacrament des Doopsels. De priester bidt dan onder andere dit schoone gebed: „God die tot heil van het menschelijk geslacht de grootste geheimen door middel van 't water uitwerkt, aanhoor genadig onze aanroepingen en stort over deze zelfstandigheid door velerlei zuive ring voorbereid, de kracht van Uw zegen uit." Dan vraagt de priester, dat God de menschen, die met 't gewijde water zullen worden besproeid, be- vrijden moge van rampen, benhelpe tegen den duivel, die hen ongelukkig wil maken, en hen reinige van zon den, die ze op aanstoken van den duivel reeds bedreven hebben. Hierop begint de eigenlijke zege ning der geloovigen in de kerk, „Asperges me" zet de priester in en terwijl de priester de geloovigen met 't wjjwater besproeit, vervolgt het koor: „Besproei mij, Heer, met hyaop (hysop is een gewas met ste- vigen, houtachtigen stengel in 't H. Land veel voorkomend. Een bun del hysopstengels diende in den tem pel als kwast tot besprenkeling. Later schreef men aan de hysop zelf een reinigende kracht toe.) en ik zal gezuiverd worden, wasch mij, en ik zal witter worden dan sneeuw. Ontferm U over mij, o God, volgens Uw groote barmhartigheid." Zoo vraagt de H. Kerk, eiken Zon dag weer opnieuw, dat God in zijn groote Goedheid en barmhartigheid, de besproeiing met het tot Zijn eer gewijde water een teeken zal doen zijn van de afwassching van de vele zonden en fouten, waarmede de ge loovigen in de afgeloopen week hun zielen hebben besmet. „Toon ons, Heer Uwe barmhartig heid." vraagt de priester nog, als hij in 't priesterkoor is teruggekeerd. Ja, Heer, help cns de komende week den duivel volkomen overwinnen en standhouden in alle aanvechtingen. Wie zal niet inzien, lezers, dat het tegenwoordig zijn en aandachtig meemaken van deze zegening op de Zondagen, een groote winst betee- kent Als er stoffelijk voordeel te halen is loopen wij allen hard om er ons deel van te krijgen, en zouden we dan zoomaar deze hemelsche zege ning aan ons laten voorbijgaan Troost U 'n kleine moeite en zorg het „Asperges" op de Zondagen nooit meer te missen. Vastelaovend-Mondag 1937 Ik wandelde zoo-e mer watroond, 't durp uüt, 't veld dur nor de bus. Went wat mos ik ien 't durp doen. 't Zoepe rakt uut de moo-ede God- daenk, en nor de stad busse, dat stoont mi-j tege. Trowwes de cènt wiesse mi-j nie op de rug. De met- waorst was toch al nie te dik. Ien de hèèj speulde en par knient- jes, diej de lente ien de kop han, bömke verwissele. Diej droonke gen potjes bie-er en han toch schik. Wat ziedde mi-j wööleze, zèèj ik binne- smoonds. Ur witte stertjes schoote op en nie-er as en schietspoel ien 't wèèfgetow, van hot nor haar en van haar nor hot en trug. Ie-en oo-egen- blik docht ik an enne gebraoje kniensbil en wèèrm zulkes ien mien pantoefels. 't Water kwaammi-j ien de moond.,.. mer ik haaj gen zaelt bl-j mi-j en anders wie-et ik nog zo krek nie of ze wel stil gehaeldezun hebbe. Dor motte slag van hebbe. Nie-e mlt stru-epe verdiende gi-j 't zaelt nog nie ien de pap, beprikte ik mien ège. Êèfkes keek ik zoer van de schimpscheut, mer 'tkiaorde wer drek op. Ik lie-et ze stillekes speule. Ik sjokte ennen bos ien. Ovveral len vervrète schöpkes, mer do enk- puuskes hoefde nie bang te zien vandaag. Dor gaaf ik now gen be drag op. Ik zaag mien ège wer as klène jong mit en boks an wor wel drlej van diej buükskes ien kosse. Ennen aelde Sondagse korte jas van Vader, dè mi-j tot wiet ovver de kni-je kwaam, mit mowwe wor mien èèrm- kes ien verzoope, zodat ik 't muuj woór van 't haffele um ieders kie-er de cent an te pakke. Ik was afgun stig op en del aender jonges, diej ennen echte mombakkes vur han ik haaj mer zonnen ège-gemakte, van effe wit papie-er. Dat stoont èremoejig zèèj Moe-eder, dan han de „Vrowkes" ie-er mitlleje. Mienen hoed, dè pies mi-j ok zo schon. Dè schoot mi-j van aachtere nor veur en van veur nor aachtere en van de ie-en wang op d'aender, as enne stadsjong op en kar. Mien gedienstige alste zuster wooj um an mien oo-erlelle vaestnèje, mer Moe-eder haaj Goddaenk mie-er lie-efde vur ur ège vlèès en bloe-ed en stopte d'r de Peel en Maas van ennen engele maond ien. Doew stoont ie vast, Van bo-eve was 't enne spinnejèger, mer dat hu-erde zoo-e, De rommelpot haaj Vader gemaakt vanne.... nie-e, dat zeg Ik ow nie. went dor kumt zon lelluk woord ien vur. Ow grotste glorie was 't dan, a3 ze ow nie kende en ow lang naokeeke. Dan vuülde ge ow en groe-et man. 's Aoves kwamde mit blaore en enne hesse kèèl tuüs. Went ik deuj gen halluf wèèrk. Ovveral zong ik't hie-el liedje Vrowke t'is Vastelaovend, We komme nie tuüs vur t'aovend, We hebbe gezonge en niks gehad, Sni-j mer en stuk van 't vèèrkesgat, Sni-j mer dieep, sni-j mer dieep, Sni-j mer ien de vinger nie. Dor bo-eve ien diej schaorste, Dor hange diej lange waorste En as de lange gegète zien, Dan zun de korte wel béter zien Sni-j mer.... Glu-efde wel, dat ik wer vur en paar uurkes zonne klène jong zeuj wille zien. Nie um de cènts, mer um wer is te kunne zien wie of t'r dan nie tuüs worrediej te gie-er worre um enne cènt te géve. Um de klèèn kiender, diej ur dan zo stevig an Moe-eder urre scholluk vaest hie-elde en dor halluf achter weg krope en dan mit van die schow u-egskes op ow an keke. Wat was tat köseluk! Wat hamme doew enne schik! Mer ik bin now nie klèèn mer. Van mien klepboks hebbe ze al lang en schottelslet gemakt, zodat ze vort durlu-epend nat is. Ik bin groo-et gewoórre, miene spultied is vurbi-j: ik mot vort wèrreke en mit daag as Vastelaovend meug ik ml-j. vervèle Was t'r now teminste nog mer iets te doe-eniets dat ge is en paar uur uüt owwe gewonen doeliej wort. En paar uürkes daenae en enne klènen optocht... dat zeuj al veul zien. Dan zeuj 't jong volk ok vort hier blieeve, want wiej zal d'r now bi-j ennen aendere op dè brulluft gaon as zien ège femielie brulluft helt. Dat duüt ja niemus. En anders zeuj zo iemus en pak slaag verdiene en ik hoo-ep, dat ie dat dan kriegt ok. Mer zamme dat nog belève De O-everheid is t'r nie bats op, dat is duudeluk, En nie zonder ri-jeDor komme zo gaaw misbruüke bi-j vur en diej zien d'r toch al zat. Mer diej kunne toch vur 't grotste, wieteweg 't grotste gedie-elte ge- wèèrd werre en diej motte ok ge- wèèrd werre, anders zeuj de O-ever- hejd nie verantwoord zien. Mer ien Venroy kan en zal dat ok, dor bin Ik zeker vanJonges, die zich zat zun zoepe, zun wille vechte, umvan erger dinger mer nie te spréke, hu-ere nie op 't fie-est mer ien 't kotje tuüs. Zoo-e lie-ep ik tor te fielesefiere twie-e jaor geli-je. Doew was 'tnog mer ennen droo-em en now... stowwe vlak vur de werkelukheid. Venrotse jonges en megjesDe O-everheid gifd'os dit fie-est ien 't vast vertrowwe, dat wi-j dor gen misbruük van make. Ik bin d'r zeker van, dat ze zich nie ien os vergist 't Slage van dizze Vastelaovend hingt nie op de urste plats aaf van de Prins mlt zien volk, mer van os zelfTönt, dat ge dat wet en doed ow bést. Lot ow nie kenneGe kunt 'r van make wat ge wilt. Makt 't dan schon Allemaol veul plezier! GRADJE. Alfred Rosenberg over de Joodsche kwestie. Of het toevallig is gebeurd, dan wel met opzet is geschied, zullen we maar in het midden laten, maar eigenaardig is het, dat juist op den openingsdag van de Palestrjnsche conferentie te Londen, in Duitsch- land het Joden-vraagstuk besproken is door Alfred Rosenberg. Tot titel in zijn rede had deze ge kozen „Moeten ideologische tegen stellingen vijandschappen tusschen Staten tengevolge hebben?" Maar zjjn toespraak kwam neer op één anti-Joodsch betoog van uiterste felheid. De maatregelen van Duitsch- land ten behoeve van de uitschake ling der Joden uit het geheele Duitsche volksleven, hebben, aldus Rosenberg, een wereldophitsing van alle Joden en van hen, die afhanke lijk van de Joden zijn, gewekt als antwoord op deze zelfverdediging der Duitsche natie. Voortgaande in die Ijjn, kantte hjj zich o.m. tegen het denkbeeld van een z.g. Zionistischen Staat in Palestina. Die zou toch volgens hem de macht van het „wereldjodendom" bevestigen en een asyl verleenen van alle verdachte Joden ter wereld Dan zou er ontstaan een centrum van alle oplichters der geheele wereld, welke toestand Europa op den duur niet kan aanvaarden. De Joden moeten derhalve in hun ge heel (rond 15 millioen personen) naar het oordeel van dezen Duit- schen deskundige door dedemo- cratiën overgebracht worden naar gebieden als Guyana en Madagascar. We zullen het betoog van den heer Rosenberg maar niet verder weer geven. Uit bovenstaande citaten bljjkt al voldoende van welk gehalte het geweest is. Men staat toch wel eens verbaasd over de argumentatie van de leiders in het Duitsche rijk. Z(j willen den vrede en de pacificatie dienen, doch volgens eigenaardige opvattingen Dc positie der Duitschers in Tsjecho-Slowakije. Tijdens een zitting van de fractie der Duitsche nationaal-socialistische afgevaardigden en senatoren heeft de voorzitter, afgevaardigde Ernst Kundt, o.m. verklaard, dat „het een dwaling zou zijn, te veronderstellen, dat het den Duitschers in Tsjecho Slowakije thans beter gaat dan vóór den eersten October 1938. Weliswaar zijn zekere vroegere in het oog springende methoden, vooral op het gebied van strafrechterlijk optreden en politieactie, weggevallen en is men ook in vele kwesties van uiter lijkheden tegemoetkomender gewor den, bijv. ten aanzien van het dragen van het hakenkruis en het gebruik van de hakenkruisvlag, maar toch is met betrekkingen tot de feitelijke rechtspositie der Duitschers geen verbetering en in economisch en sociaal opzicht zelfs een verslechte ring ingetreden. Men heeft door de verschillende methoden en zelfs met behulp van twee regeeringsverordeningen de Duitschers uit de bedrijven gedrongen. Aan Tsjechische zijde heerscht de neiging, den nieuwen staat slechts als een nationalen staat der Tsjechen te beschouwen, waaruit de over gebleven Duitschers weliswaar niet met geweld, maar toch langs „kouden weg" weggedrongen moeten worden. Zoo schijnt men de oude histo rische positie der Duitschers, die terugblikken kan op een geschiedenis van duizend jaren, thans in alle stilte te willen liquideeren door om redenen van economischen en socialen aard de overgebleven Duitschers te drijven tot opteeren voor het Duit sche rijk in den zin van het optie verdrag. Het ligt voor de hand, dat de fractie der Duitsche nat. soc. afge vaardigden en senatoren en de leiders van de volksgroep met alle krachten daartegen zullen strijden. En dit moet niet slechts beschouwd worden als een aangelegenheid van de Duitsche volksgroep, maar als een kwestie van de verdere verhouding van het Duitsche rijk tot het nieuwe T3jecho-Slowakrje. Dc krachtigste locomotief ter wereld. Dezer dagen is van Duinkerken naar de Ivoorkust verscheept een locomotief van 160 ton, welke de krachtigste ter wereld genoemd wordt. Het gevaarte Is meer dan 30 meter lang en heeft 28 wielen. Met een gewicht van 760 ton achter zich kan de locomotief 975 kilometer af leggen zonder te stoppen met een snelheid van bijna 100 kilometer per ir. Nog tien van deze machines zullen dit jaar vervaardigd worden in de fabriek te Raismes, nabij Valencien- waar ook de eerste locomotief gebouwd werd. Hierdoor zal twee duizend man personeel een heel jaar werk hebben. Te Roermond z\jn Zaterdag de jaariijksche Limb, veeteeltdagen be gonnen, waarvoor, gelijk steeds, veel belangstelling bestaat. Deze bijeen komsten staan onder leiding van den heer dr. P. van Kempen, voorzitter vaD Fokkersbelang, die in zijn ope ningswoord constateerde, dat het jaar 1938 niet aan de gestelde ver wachtingen heeft voldaan, vooral wat betreft den afzet der veulens, die wederom in vrij groot getal ter slachtbank werden gevoerd, waar door de paardenfokkerij ernstig na deel ondervond. De schapenfokkerij en -houderij hadden evenmin een gunstig jaarde runderfokkerij ondervond groot geldelijk nadeel door het heerschen van mond- en klauwzeer. Er zijn echter ook enkele lichtpunten. De verbetering van den Limburgschen varkensstapel is met reuzenschreden vooruitgegaan. He veevoederbureau nam interes sante en practische proevenhet uitte d9 wenschelijkheid betere toe standen te scheppen in zake den handel in veevoeders, vooral wat betreft mengvoeders. Op instigatie van dr. Droesen heeft de afdeeling inspectie van den L. L, T. B. een onderzoek in deze richting ingesteld, hetgeen als gevolg heeft gehad het plegen van overleg en het houden van besprekingen met verschillende afdeelingen, waarvan een gunstig resultaat wordt verwacht. Meer en meer worden adviezen aan de af deeling stalverbetering gevraagd. De bemestingsproeven van varkens op de proefboerderij te Sevenum hebben een prachtig verloop gehad. De eerste bijeenkomst op de Lim burgsche veeteeltdagen te Roermond werd gehouden door het district Limburg van het Ned. Ruudveestam- boek en werd o.m. bijgewoond door het dagelijksch bestuur der gemeente Roermond, den heer Verheggen, voorzitter van den L. L. T. B. en meerdere vooraanstaande personen op landbouwkundig gebied. De heer ir. Wibbens, directeur van het Ned. Rundveestamboek, gaf een overzicht van den vooruitgang van dit stamboek. Met eenige cijfers demonstreerde spr. de enorme toe nemingvan inschrijvingen van koeien, stieren en kalveren in het N. R. S. én deelde mede, dat het dagelijksch bestuur het plan overweegt om in 1940 een nationalen fokveedag te houdeD, mits veeziekten dat niet zullen beletten. De heer ir. Wibbens vertoonde eenige films van een Engelsche fok- veeshow en van fokdagen hier te lande. De tweede vergadering werd ge houden door den bond van rundvee- fokvereenigingen in Limburg, die ook werd bijgewoond door mr. dr. W.G. A. van Sonsbeeck, commis saris der Koningin in Limburg. De voorzitter deelde mede, dat van deze vergadering een verzoek zal uitgaan naar Fokkersbelang en van daar naar den L. L. T. B. om te komen tot afschaffing der kalver- schetsen de L L.T.B. zal het request aan de regeering doorgeven. Burgemeester Reijmer, die ook deze vergadering bijwoonde, getuigde van zijn sympathie voor de Limb, veeteeltdagen. Tot leden van het bestuur werden gekozen de heeren J. Vaessen, Sim- pelveld en Teuwen, Stramproy, Prof. dr. H. C. L. E. Berger, dir. van den veeartsenijkundigen dienst, tevens veterinair hoofdinspecteur van de volksgezondheid, hield eeninlei- ding over de bestrijding van besmet telijke veeziekten in ouderling ver band. Spreker wees er op, dat in alle cultuurstaten een geordend geheel van wettelijke maatregelen bestaat, waardoor de veestapel méér dan voorheen tegen het gevaar beveiligd kan worden, waarmee hij door para sitaire en infectieziekten wordt be dreigd. De Commissaris der Koningin ver klaarde, dat het hem veel genoegen had gedaan, nader kennis te mogen maken met de groote organisaties van landbouw en veeteelt, die in dit gewest zulk een voorname plaats innemen. Ook de Limburgsche geitanfokkers en paardenfokkers hebben hunne bijeenkomst gehouden. VENRAY, 18 Febr. 1939 LUXOR-THEATER. 2*wer£stertje, Shirley als radio-wonder. Op Zon- nehoeve leeft de kleine Rebecca (Shirley) onder de hoede van tante Miranda. Deze tante is, zoo met het bloote oog gezien, beslist niet een van de teederste vrouwelijke wezens. Buurman Homer (Slim Summerville) die reeds 25 jaren met een gebroken hart rondloopt en geen nieuwe kans krijgt op het veroveren van tante Miranda's liefde, omdat hij destijds vergat, naar hun huwelijksplechtig heden te komen, kan daarvan mee praten. Niettemin zou de kleine Rebecca, een alleraardigst leven hebben gehad, wanneer haar stief vader tevoren niet een mislukte poging had aangewend, zijn pleeg kind tot radio-wonder te verheffen, weshalve hij het raadzaam achtte, zich maar zoo spoedig mogeljjk van Rebecca te ontdoen. Zoo raakt deze dan op Zonnehoeve, maar men krijgt den indruk, dat ze daar niet lang zal blijven. Want er is een havervlokkenfa- briek, wiens reclamechef zich in het hoofd heeft gezet, Rebecca enkele reclameliedjes voorde radio te laten zingen. Op de eerste plaats heeft tante Miranda ernstige bezwaren tegen het zingen. Men begrijpt, dat er inderdaad nog heel wat gebeurt, voor Rebecca als Miss America voor de microfoon haar aardige songs ten beste geeft. Als het zoover is, stroomt het geluk echter de Zonnehoeve binnen. Shirley zingt in de film weer tal van nieuwe liedjes, welke ditmaal inderdaad aardig uitgevallen. En de toeschouwer zal met vreugde zien en hooren, hoe Shirley Temple weer de harten van iedereen weet te veroveren. Als tweede hoofdfilm draait: „Bij de blonde Katrijn". Sinds 25 jaar is de heer Valentin Ruhland apotheker van een kleine stad. Zijn vrouw Konstance roept haar man ontelbare malen per dag toe om toch,verstan diger te leven. Ja, dat waren vro lijke studentenjaren, toen Konstance hem nog niet vermaande. Toen noemde men hem in 't korps Krambambule; hij haalde ln Wiirtz. burg dolle studentenstreken uit en dweepte met de blonde Katrein, de waardin uit de Gouden Gans. Toen werd het vrolijke bekende lied ge zongen,,Bei die blonde Katrein". Zijn zoon Leopold is niet zoo'n losbol zooals indertijd zijn vader was, maar raakt verliefd op de dochter uit de Gouden Gans, waar hij tegelijkertijd introuwen wil. Dit komt zijn moeder te hooren en nu ontstaan er de grappigste en vroo- lijkste situaties, die men weldenken kan. Maandag en Dinsdag wordt ver toond, een Vlaamsche sprekende film van Jan Vanderheiden. „De Won derdokter" is de geneesheer van een jong geneesheer, Steven Marten, zoon van niet al te welgestelde ouders, die in de stad geen carrière kan maken, omdat hjj niet over vol doende geld beschikt om zijn praktijk rijkelijk in te richten. Hij wil op het platteland zijn geluk beproeven en komt naar zijn neef Manten Boone. Maar Manten, een koeboer, heeft de kop vol vooroordeelen tegen alles wat dokter is, en aan de hooge school gestudeerd heeft. Hij gelooft alleen in kwakzalvers en wonderdokters en zoo denkt het heele dorp er over. Doch het toeval komt Steven ter hulp en hg kan bewijzen, dat hij meer kan dan de kwakzalver uit de streek. Manten in zijn boerensluwheid speurt nu een zaakje. En in korten tijd weet heel het dorp, dat Steven de grootste wonderdokter is en de zaak gaat schitterend, waaruit Manten munt weet te slaan. Inmiddels heeft Steven voor de dochter van Manten liefde opgevat. Burgemeester Verkarre ziet in Ste ven een goede partij voor zijn doch ter. Doch Steven heeft slechts oogen voor Thea en haalt eeD streep door hun rekening. De burgemeester voelt zich in zijn eer gekrenkt en jaagt Steven de politie op den hals wegens ongewettigd uitoefenen der genees kunde. Kwakzalverij is immers ver boden en strafbaar. Als een huiszoe king plaats heeft, toont Steven zijn diploma. Hp overwint alle moeilijk, heden en blijft in het dorp, nu niet meer als wonderdokter maar als echte dokteren trouwt met Thea. CASTENRAY. Vastenavond Dins dag zal ons anders stille dorpje weer in het teeken der belangstelling staan. Ieder jaar groeit 't aantal deelnemers. Ditmaal vooral kunnen de bezoekers van een aangename middag verzekerd zjjn. Een groote Cross Country. Hiervoor is door de landelijke rrjvereenlging „De Een dracht" naast prachtige prijzen be staande uit kunstvoorwerpen een fraaie wisselbeker beschikbaar ge steld. Deze beker moet tweemaal achter elkaar gewonnen worden voor Veemark Eiken Dins ALLE soort Yj Vraagt mode] Firma van hij eigendom is. Het heele parcours loopt door 't prac htige meestal heuvelachtige terrein. De berg, is zeer overzichtelijk. De afmarsch der ruiters vind om 2 uur plaats vanaf café L. van Rhee. Als Jury leden fungeeren (hoofdbestuurslid) Nab, P. Bexkens, Arts Fleurkens. Deze namen waarborgen een vlot verloop. YSSELSTEYN. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben een of meer dieven zich door een varkenshok toegang weten te verschaffen tot de woning van den landbouwer V Er werden twee fietsen ontvreemd, die, gedeelte lijk gedemonteerd, een eind van huis teruggevonden werden. Zoo miste de eene flets het zadel en de lantaarn. Een hond die de dieven op hun nachtelijke tocht mee genomen hadden, werd In de woning achtergelaten. De politie stelt een onderzoek iu. Horster Veemarkt. Totaal aanvoer 147 dieren, waarvan 46 stuks rundvee en 101 biggen. Aan voer aanmerkelijk grooter dan de laatste markten. Groote publieke belangstelling. Handel rundvee rede lijk goed. Handel in biggen zeer goed. Prijzen biggen f 13 tot f 16. Daar mond- en klauwzeer zoo goed als geweken is, wordt ook voor de markt Vastenavond-Dinsdag een groote aanvoer verwacht. Men zie hiervoor de advertenties. Provinciale Statenverkiezing in Limburg. Op de jl. Zaterdag te Roermond gehouden vergadering van hetAdvi- aeerend College voor de verkiezing der Provinciale Staten in Limburg werd de volgorde der candidaten ter plaatsing op het partijstembiljet bij loting voor den Statenkieskring A A |?Q] Horst als volgt vastgesteld: v' 1. W. P. Everts, Sevenum; 2. J. H. dö deur Op< Boonen, Velden; 3. J. M. H. F. J. Kjti0r,i.r.Li- baron Weichs de Wenne, Wanssum; ,.>SljCi '9 J. F. H. Obers, Sevenum; 5. P. H. '"stHet 8®*?'a1 Cornelissen, Well; 6. J. M. Terpstra. INeern onmiddel Heyen; 7. Th. Peters, Oirlo; 8. O. L. Poeder. Verjaai P. van de Loo, Venray; 9. J. G. A, ze goed en w Rutten, Broekhuizen; 10. Th. H. Obers. Duizenden hebb Sevenum; 11. H. J. Drabbels, Horst, komen. Bovendi 12. Th. P. H. Rutten, Horst. poeders, tablettei heel onschadelijl Onder een molensteen geraakt. Ze geven nieu' Te Overloon had een ernstig on- opgewektheid, geval plaats, dat den molenaar M. Bouwman bijna het leven heeft ge- p kost. Toen men bezig was met vier Per P°®"e personen een ouden molensteennaar poeders, t buiten te rollen, kwam B. te vallen. 45 ct., per kol Hierdoor waren zijn medehelpers 80 ct. Verkrijg niet meer meester over den zwarenen Drogisten, steen met het gevolg, dat de steen op het bovenbeen van den molenaar terecht kwam. De direct ontboden' geneesheer constateerde dat zijn bovenbeen op twee plaatsen was ge. broken, alsmede zijn knieschijf. Hij is naar het ziekenhuis te Ven ray overgebracht. en. VENLO. Op de Coöp. Veiling ver eeniging van Maandag was de aan- f voer 2.840.000 eieren. Kippeneieren van f 3-40 tot f 3.75 Kleine eieren van f 3.10 tot f 3.30 Eendeneieren van f 2.70 tot f 3.40 ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-1 vereeniging van Maandag was dt| aanvoer 5.600.000 eieren. Kippeneieren van f 3.10 tot "f 3.75 n - M Eendeneieren van f 2.70 tot f SAO*' U M is geen i Laat U niet misleiden door zoogenaaa aanbiedingen. Goedkoop is hier zeker dui Eenigst gediplomeerd Opticien te Venray Degeiykheid Pasvorm VakJ Luxe-Auto verhuur A. J. BOSCH, gestationneerd bij Hotel Git v.h. Frans Beckers Nieuwste coupe. Prir Zeer matige prijzen Mooie stalencollectie voort BI

Peel en Maas | 1939 | | pagina 6