TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS TVvte Aiwk y, wwAA KLGDSTERBALSEM Langs de kruislijnen der Europeesche Imperia. FEUilLETON. Een meüsje in de Wild West. F eest vergadering der Jonge Boeren GESPRONGEN HANDEN Zaterdag 11 Februari 1939 Zestigste Jaargang No 6 Een onzer eigen medewerkers naar Corsica, Rome, Tunis. Lybië, Egypte, Palestina, Balkan, en Donaulanden. Een belangwekkende serie reisbrieven. VI. UIT LIVORNO - Italië. Een prachtige overtocht gehad van Corsica naar Italië. De zee was zoo kalm als men zich maar wenschen kon, de zon scheen mild. Uren en uren heb ik op het open dek gezeten, me ver meiend in de stoeiende vlucht der meeuwen, die den overtocht meemaakten. Wat 'n Argusoogen moeten die dieren hebben. Soms stond ik vanaf den achtersteven van 't schip stukjes brood en koek om hoog te werpen en als het schip dan een vijftig of meer meters verder was, dook heel een koppel meeuwen naar één klein, nietig, voor mij onzichtbaar puntje in de zee. en dan vochten ze vaak. Maar altijd vonden ze het aas. Geleidelijk lost het Corsicaan- sche gebergte zich op in de wol ken en horizont, we passeeren Kaap Zus en Kaap Zoo (de wer kelijke namen zal ik den lezer besparen), rotsmassa's, volkomen onbegroeid, klein ten opzichte van de onmetelijke zee, toch nog zeer omvangrijk voor het oog, als men ze moet passeeren. Op de hoogste top een vlaggemast, Op een ander punt een radio zender, in een baaimilitaire werken, wat woningen voor het militaire personeeleenzaam ver blijf in een woestenij, welke op niets lijkt, wat men met „de wereld" kan vereenzelvigen. Zóó stellen we ons Mars voor, in een nachtmerrie. We schuiven langs Elba, zon der dat we details van dit eiland kunnen beoordeelen, maar mijn algemeene indruk is een com pliment aan Napoleon, dat hij daar is weggeloopen. We naderen de Italiaansche kust; een vliegtuig cirkelt boven ons. Livorno en haar haven blijken me in een laagvlakte te liggen, waaruit zware dampen stad en omgeving in nevelen hullen. We varen binnen, wat 'n grootsche werken 1 Alles om me heen is grauw van de oor- logsschepenkleur. Geweldig, wat een vloot ligt hier bijeen. Waarheen ik ook kijk, overal staar ik in kanonnenloopen; zoek lichten dwarrelen dooreen. Er is veel vertier op de kaden; meest militairen. Het Italiaansche leger telt corpsen in allerlei uitrusting en kleur van uniformen; vreemde en indrukwekkende hoofddeksels, jassen, mantels, capes. De boot wordt aan wal ge trokken, van de kade af komen vele mannen aan boord het Fransche bootpersoneel verstijft er. vertoont ineens een groote terughouding; uiterste maar ge reserveerde correctheid. Reeds toen ik te Corsica scheep ging, hadden alle passagiers hun paspoorten moeten inleveren; deze liggen thans verzameld in 'n mandje en worden onderzocht door niet minder dan acht Itali aansche politiebeambten, die zich in de 2e klasse eetsalon om een tafel hebben geschaard. Ze hebben stapels boeken en folio's bij zich die herhaaldelijk worden nage slagen. Ik zie mijn pas van hand gaan, er wordt druk geconfereerd maar geen enkel gelaat verraadt, in welke richting het gesprek gaat. Eindelijk wordt me mijn pas gebracht en ik mag van boord. Ik moet langs allerlei schild wachten en andere militairen naar het douane-kantoor Eerst weer mijn pas toonen, dan worden m'n koffers onderzocht en moet ik mijn geldschatten op tafel leggen, 't Is alles in orde, nadat ik vier, vijf maal aan verschillende be ambten met de hand op het hart heb verklaard, dat ik geen sigaren of cigaretten bij me heb. Mijn Italiaansch-vreemde geld wordt genoteerd, ik mag het dus weer uitvoeren. Mijn voorraad Italiaansch geld is juist aan de toegelaten grens 350 lires mijn hotelkosten heb ik vooruit, in Holland reeds voldaan, door de aanschaffing van hotelbons. Nu mag ik het terrein af. Na honderd meter sta ik in het hart van Livorno, de Via Vittorio Emmanuele, waar ook mijn hotel is gelegen, 'n Ontzettende drukte. En geschreeuw! Wat zijn die Italianen luidruchtig 1 Een winkel- buurt, prachtige zaken. Drommen menschen, die alle maal haast hebben, heel veel haast. De meesten, zoo komt het me voor, zijn militairen. En jon gens in uniform en met 'n dolk gewapend. Van een verkeersorde is geen sprake, allen loopen rechts en links door elkaar. In Frankrijk trouwens óók, maar dóèr beweegt de automobilist zich als een voorzichtige voet ganger door het verkeer, maar hier snellen de kleine Fiats door de menschenzeeën als duivelen in het land der braven. De claxons zijn snerpender en schriller dan bij ons de brandsirenes. Ik vind mijn hotel, dank zij de hulp van een tweetal voorbij gangers, die me buitengewoon terwille waren. Trouwens, laat ik dat zeggenallen hier, voor zoover ik ze tot nog toe mee maakte, zijn buitengewoon beleefd en hulpvaardig. Ook het ambte lijke personeel op stations, post kantoren, in de trams enz. Het komt me voor, d^t van het Ita liaansche volk gezegd kan worden groote monden, kleine hartjes. Ze zijn gauw week, deze men schen. Maar hun impuls is ruw. 't Is ellendig te zien, hoe de 16 ELFDE HOOFDSTUK. Het had Nora Jane geleken, alsof ze toeschouwster was van een drama, waarbli twee menschen bowegingloos waren, terwijl twee andere voor allen handelden, ted Court was van den beginne af doodstil blijven zitten, zijn blikken vast op Carver gericht. Het kwam Nora Jane voor, dat hij zich amuseerde. Ook Carver was onbe wegelijk blijven zitten. Hij sprak de woorden, die Young tot do hoogste woede opzweeptenhij zei lachend de mysterieuze woorden van dan- tot Court, maar bewegen deed hij zich niet. Young en Dok Morgan daarentegen maakten des te meer bewegingen Ze zag den opzichter zijn wapen trekken, zag hem den Lekker overhalen, drie maal.... en steeds zonder succes. Ze zag Young's gezicht eerst bieek daarna geel en tenslotte bijna ziekelijk groen wordenhet schoot haar plotseling door het hoofd, dat Carver nu eigenlijk het recht had Young uit zelfverdediging te dooden. Ook Morgan was actief geworden Toen Young zijn gevaarlijke uitdaging Carver in het gezicht schreeuwde en zijn hand naar de kolf van het pistool ging, hel de dokter zich op den grond vallen en kroop vlug naar den hoek van de kamer waar het tweeloops- geweer van Wallace stond. Morgan stond niet op, voordat hij het wapen In zijn hand hield. Toen hij weer op zijn beenen stond, lag de kolf van het wapen tegen zijn schouder. Laat dat pistool vallen, Young, snauwde hijlaat dat pistool vallen of ik schiet je in stukken. Ik had toch al veel zin om het te doen. De opzichter legde het 45 pistool op tafel en liep toen langzaam naar den muur. De advocaat sprak rustig met Morgan. Dank je wel, Steve, maar we zullen hem nog een tijdje laten leven. Zet dat geweer maai weer neer en kom bij ons zitten. Hij wachtte, totdat de lijkschouwer weer op zijn stoel zat en wendde zich toen lot Young. Het moei een beroerd gevoel voor i een slang zijn als ze merkt dat men haar de giftanden uitgetrokken heeft, niet? Begin je in te zien, dat je je ais een idioot gedragen hebt De opzichter slikte. Hij bevochtigde zijn lippen en zeiJa, mijnheer Zoo is 't goed.... het wordt wer kelijk tijd dat je wat manieren begint te leeren. Ga weer zitten waar je zat en gedraag je behoorlijk. Ie hebt zoo even een heele lijst van beschuldigin gen opgesomd, Late dingen waarop ik met maar alleen antwoorden kan, dat je een leugenaar bent. Spreek nou nog eens en zeg alles wat je weet Ik zal je hulp komen, als je misschien wat weg laat Wat kun je bewijzen Ikwel, u hebt gehoord wat ik zei. Er gebeurden dingen naden dood van Wallace... en ik kan bewijzen, dat ik tien mijl ver weg was toen ze ge beurden... die allemachtig raar leken. Toen Wallace nog leefde, stelde u niet zoo groot belang in deze ranch Dat was ook niet noodig. Zoo lang Wallace leefde had hij mij niet noodig Wat voor gekke dingen was ik dan wel van plan, volgens jou Dat is wat ik u juist vraag Wat wilde u eigenlijk - Young scheen zijn moed langzamerhand te herwinnen. kleine paarden hier gedachteloos worden geranseld en afgebeuld ook de behandeling van honden en katten is dikwijls erg liefde loos. Het leven komt me niet duur voor. Voor nog geer. 25 gld. in Hollandsch geld b.v., koopt men in een der goed voorziene wapen winkels een prima dubbelloops jachtgeweer, ledereen is waar schijnlijk gewapend de fascis tische jeugdorganisaties oefenen regelmatig met echte geweren en herhaaldelijk kan men zich hier vergasten aan parades van zulke knapen, die bij hoog bezoek met gepresenteerd geweer of in de hand geklemde, gestrekte dolken staan. Armoe wordt er natuurlijk óók geleden het bedelvolk op straat is soms een last. Op den eersten avond van mijn verbfijt in Livorno voelde ik me „hinderlijk gevolgd" door een heer, die me eenige uren tevoren mijn hotel had helpen vinden. Ik had Fransch met hem gesproken. Of ik hier en daar al voor een winkel bleef staan, het hielp me nietik kon hem niet van me afschudden. Zou hij een of andere politieke beambte wezen, zoo dacht ik, die last had om mij, onschuldig Nederlandsch krantenmannetje te volgen? O, je denkt hier onwille keurig zoo iets, want met al die militairen en al dat gecon- troleer (in je hotel b.v.) meen je soms terecht te zijn gekomen in een land, dat volop in den oorlog zit. Enfin, ik ga een stillen zijweg in, om te zien, wat de man zal doen. Hij volgt me ook daèrheen, maar spreekt me nu aan. Dan krijg ik hij houdt me klaar blijkelijk voor een Franschmar. een heel verhaal te hooren. Of ik niet een 10 francstuk, een Fransch, voor hem heb, om het te wisselen tegen lires. Want zijn „petite", zijn kleine meid, is in Frankrijk op een kostschool en die wilde hij die 10 francs zoo gaarne sturen in het gewone „pakje van huis." Ik denk „nou ja", geef hem een 10-francstuk en bepaal de wisselkoers op 8 lires. Of ik dan even wilde wachten, dan zou hij de lires even thuis gaan halen hij woonde hier maakte de man een onbe stemde handbeweging, daar „op dat bovenhuis." „Goed", zei ik, terwijl ik mijn 10 francs weer uit zijn hand griste, „ga dan maar eerst je lires even halen." De lezer zal het slot van het verhaal wel begrijpen. En tóch had ik later eigenlijk nog spijt, dat ik me maar niet had laten beetnemen, want die stakkerd had minstens anderhalf uur achter me aan loopen prakkezeeren, hoe hij dien vreemdeling voor een waarde van ongeveer 50 cent in Hollandsch geld zou kunnen op lichten.... Zoo'n vent, en dan nog wel 'n Italiaan die vlot Fransch sprak moet het toch eigenlijk wel erg arm hebben.... Er is anders wel groote be drijvigheid in Livorno. Natuurlijk vei dienen de.neringdoenden het een en ander aan de zeer vele militairen, welke in de plaats verblijven en bovendien is de haven van de stad erg druk. De bevolking bedraagt circa 130.000 inwonersde stad telt drie havens, waar jaarlijks om streeks 4 millioen registerton aan scheepsruimte binnenloopen en bijna 2 millioen ton aan goederen worden gelost of geladen. Er zijn vele mooie, oude bouw werken, gewoonlijk met kolon- nades en open galerijen aan het front. De stad telt bijna 30 kerken w.o. de dom. Er zijn in Livorno vrij veel Joden, in aanmerking genomen, dat het totaal der Joden in Italië uiterst gering, waarschijn lijk niet meer dan 60.000 is. Voor den vreemden toerist is het aanvankelijk wat lastig, dat er zoo goed als geen cafe's van een behoorlijke standing zijn. Wel goede hotels en restaurants. De Italianen houden zich bij het verkeer buitenhuis zeer veel op in de kleine, nauwe koffielokaal- tjes, waar ze luidruchtig met eikaar converseeren, onderwijl hun zwarte koffie genietend, wel ken in groote, geheimzinnige, nikkelen stoomapparaten wordt bereid en voortreffelijk is. Maar je moet er tegen kunnen. Ze snoepen daarbij ook van allerlei gebak. De Italianen rooker. gaarne hun cigaret en dat waardeert de fiscus hoogelijk. De staat heeft den cigaretten- en in het algemeen den tabaksverkoop gemonopoli seerd en rookgerei is uitermate duur. Ik „behelp" me op het oogenblik met cigaretten, die me 31/- cent per stuk kosten. In de tabakswinkeltjes ziet men dan ook de eene klant na den anderen om 2 of 3 losse cigaretten komenl Wie er 4 of 5 „tegelijk" haalt, vraagt en krijgt meestal een leeg geraakt doosje om ze te kunnen bewaren. Ik bewaar óók wat.... Voor den volgenden brief n.l. KRING VENRAY. De Groep Venray der Jonge Boeren hield in het Patronaat alhier een f eestvergadering, welke alleen al om zijn groote opkomst schitterend genoemd mag worden. De groepsvoorzitter, de heer Kmons opende de vergadering met den Chr. groet en een welkomswoord tot de geestelijke en wereldlijke autori teiten, w.o. de H.E. Heer Deken, de Z.E. Heeren Pastoors van Oostrum en Castenray, geest, adviseurs, de E.A. Heer Burgemeester, die voor 't eerst een vergadering der Federatie bijwoonde. Ook oud-burgemeester v. d, Loo, aan wien de federatie zooveel te danken heeft voor hulp en steun, riep Spr. een welkom toe, evenals de onderwijzers Wijnhoven, Achten en Vissers, die de motoren der Jonge Boerenbeweging mogen genoemd worden. Na voorzitters en leden der Boeren- en Boerinnenbonden te heb ben bedankt voor hun medeleven met de federatie, riep de Voorzitter een hartelijk welkom toe tot den Spreker van dezen avond, het oud-Kamerlid, den Heer van Koevorden, die geen onbekende is in het organisatieleven en wien hg bg voorbaat een dank- baar gehoor verzekert. Hierna werd door allen het lied „Kruis en Ploeg" gezongen, waarna het orkest „Sub Matris Tutela" uit Oostrum keurige muziek ten gehoore bracht en ook de verdere pauzes hiermede zeer aangenaam vulde. De Heer v. Koevorden begon met te zeggen, dat toen hij, onder opgave van een drietal onderwerpen voor een te houden lezing, de vereerende uitnoodiging ontving om te komen spreken, hg deze uitnoodiging met vreugde aannam, daar hg van het Katholieke Limburg zulke schoone herinneringen heeft. Uit de gegeven onderwerpen had Spr. gekozenDe Jonge Boer in de nieuwe gemeenschap. Een onderwerp dat in onze dagen aller aandacht vraagt en heeft. Voorop stelt Spr. de vraag: Hapert er iets aan de oude gemeenschap Is ze versleten? Er kwamen door de oude gemeen schap, waarin we leefden, toch ook goede dingen, o.a. deze feestavond en de groote Peelontginning, die vele jonge boeren mooie levenskans biedt. Zeker, dit zgn schoone zaken, maar als men rond zich heen ziet, ziet men overal spanning en onzeker heid, die men voor 1914 niet kende en waarvan wij allen den invloed ondergaan. Inderdaad, wil men het Christendom van 20 eeuwen niet verloren doen gaan, of haar invloed zien verdwijnen in een steeds aan wassend modern heidendom, dan zal het duidelijk zijn, dat een nieuwe gemeenschap moet gevormd worden, gedragen naar de waarheden van ons H. Geloof. Hiervan moet de massa overtuigd worden. God schiep de wereld met geheel haar rijkdom aan vruchtbaarheid en delfstoffen. Hij schiep den mensch en begiftigde hem met een groot verstand, om van 't geschapene te genieten en zoo den Hemel te ver dienen. De mensch weet thans een overvloed van goederen voort te brengen, groot genoeg om allen in welvaart te doen leven. En let nu eens op, hoe aan de andere zgde millioenen honger hebben en weer op andere zgde levensmiddelen ver nietigd worden, daar men ze niet verkoopen kan. De geeselder werkloosheid bestaat ook in ons land, en al mag die ook elders al opgeheven zijn, de enorme bewapeningswedloop slokt daar alles op. Professor Huizinga schrijft in zijn boek; In de Schaduwen van Morgen, hoe twee Engelschen dezen toestand bespraken en de een den ander vroeg naar de oorzaak hier van. Zgn dit onze tegenstanders vroeg de een. Neen, zei de ander, de zijn pijnlgk, lastig en leelgk om te zien! Maar dAAraan sukkelen is nu niet meer noodigGe behoeft ze niet te krijgen en Ge kunt er dadelijk af zijn, mits Ge Uw hande» met den ver zachtenden Kloosterbalsem verzorgt. Kloosterbalsem is een bijzondere balsem die heerlijk verzacht en die Uw huid prachtig glad en gaaf maakt, dank zij de aromatische en huidgenezende bestanddeelen die Uw huid als 't ware verjongen. Kloosterbalsem dringt diep in de weefsels en maakt doze weer gezond en soepel. Akker's Kloosterbalsem bijt niet, zooals andere middelen en is ook niet te vergelijken met geparfumeerde crèmes, die wel aan genaam ruiken, maar niet genezen. Ook onovertroffen als huidgenezend middel bij brandwonden, schaaf wonden, schrale huid, kloven, ge sprongen handen en wintervoeten. AKKER'S Pot van 26 Gr. f 0.621/a, pot van 60 Gr. f 1.04 oorzaak hiervan zgn u en ik. Radi caal is de wereld mislukt tengevolge de practische toepassing der idee: Zaken zijn zaken, ieder voor zich en God voor ons allen. Juizt door dit stelsel is de wereldhervorming en verbetering alléén mogelijk door be gin bg je zelf! De Jonge Boeren hebben niets bedorven, maar kunnen tot verbete ring zoo enorm veel bgdragen. Geen mooiere roeping dan bet boer zgn, wiens taak het is 't aardrflk vruchten te doen voortbrengen. De grondslag van het geluk ligt niet in de enge persoonlijkheid van den mensch, maar in met zelfopoffering verkre gen geluk eener gemeenschap. Niet, dan men zichzelf geheel moet uit schakelen en wegcijferen, men moet op een gepaste wijze eigen belangen waarnemen, maar we moeten ook geen gemeenschap krijgen, waarin de sterke de zwakke verdrukt, waar een groot of klein concern van machtigen de massa verdrukt: de macht van het geld. De boer mag bij geen enkele an dere groep achterstaan ln kennis. Zonder vakkennis kan men geen goede boer zijn, evenmin als men een goed burger zijn kan zonder kennis van 't maatschappelijk leven. De eer van het vak vordert, dat het peil van den boerenstand wordt omhoog gebracht en deze kennis moet geen vernisje zijn van wat mooiere manieren, maar moet voeren tot echten zielenadel. Deze adel moet ondanks den eenvoud, die aan den boer eigen is, omhoog, opdat de boerenstand in de maatschappij die plaats met eere inneemt, die haar rechtens toekomt. Naar de richtlijnen der beroemde encyclieken Rerum Novarum en Quadragesimo Anno moet de maat schappij hervormd worden. De boer zie in den arbeider niet alleen den arbeider, maar zijn medewerker. Men trachte naar verbetering van groep tot groep. Dit idee, aangenomen door onze R.K. arbeidersbonden, is over genomen door zeer velen, waaronder niet-katholieken. Carver haalde zijn sigarenkoker voor den dag en vroeg met aan vragenden blik verlof aan Nora om te rooken. Met de sigaar in zijn hand leunde hij op de tafel. Je bent eon achterdochtige duivel. YouniJ-, zei hij zachtjes. Het is best mogelijk, dat je er geen schuld aan hebt, maar dat het aan je opvoeding ligt. Je bent een Mormoon. Maarenfin, je kunt er niets aan doen dat je zoo bent als je bent. Op die beschuldi gingen moet ik echter antwoorden. Gemakkei'k is dat niet, want als je me vraagt, waar de bescheiden zijn of wat Wallace met de groote bedragen deed die hij ontving, kan ik slechts zeggenik wou, dat ik het wist Bij deze laatste woorden had hij Nora Jane aangekeken. Ik hot p, dat u me gelooft als ik dat zeg, Miss Moran, ging hij ernstig voort. Ik zou werkelijk wenschen, dat de boeken en documenten van deze ranch veilig en wel in uw safe lagen, maar aangezien dat niet zoo is helpt al het gepraat niet. Als u al die dingen had. zou u heel wat moeite bespaard blijven wanneer u eens de eigendoms bewijzen overleggen moet. Maar ten slotte zijn die eigendomsbewijzen wet telijk ingeschreven en u kunt altijd een afschrift krijgen als het noodig mocht blijken. Alles wat ik gedaan heb was uitsluitend en alleen, om de ranch te beschemren en tevens de belangen van de bank, waarvan ik directeur ben. Natuurlijk liep ik alle papieren, die ik in de schrijftafel van uw oom vond, door; zou ik iets van waarde gevon den hebben, dan zou ik het onder mijn bewaring genomen hebben. Ik zou het in mijn bank opgeborgen hebben en zeker niet hier hebben laten rondslin geren, waar Jan en alleman kan rond snuffelen. Ik verbrandde een heele mand met advertenties, circulaires en oude marktrapporten, die absoluut geen waarde meer hebben. Dat zijn allemaal dingen, die u van mij aannemen moet, ik had nooit kunnen droomen, dat ik nog eens verantwoording moest afleg gen voor daden die me volmaakt na tuurlijk toeschenen. En wat nu het hek door de Schapen Canyon betreft, dat kunt u ten allen tijde weer afbreken. Zooals Young zegt, is de weg daar altijd voor algemeen gebruik open ge weest. Ik wenschte echter geen ver keersweg door het landgoed. Er zijn te veel menschen, die dadelijk bereid zijn een verzoekschrift in te dienen om zoo'n weg door particulier eigendom tot openbare weg te verklaren. Als er zooiets gebeurde, zou de ranch precies in twee stukken gesneden worden. Dat is de heele geschiedenis. Het spijt me, dat ik zoo'n rede houden moest, maar die beschuldigingen eischten een antwoord. Het meisje boog. Ze voelde, dat haar keel plotseling droog was. Zij nam een pen, schreef een chèque van drie honderd dollar en gaf ze aan den ad vocaat. Ik geloof niet, dat er nog iets te bespreken is, Mr. Carver, merkte ze op - Wilt u er voor zorgen, dat het ontvangbewijs of wat het dan ook Is, geteekend wordt, voordat u de chèque overhandigt Met genoegen Dit hier zijn drie honderd dollar, Lafe. Mr. Court zal nu op de schrijfmachine een verklaring schrijven, dat je met deze chèque alle achterstallige loon ontvangen hebt, en dat je geen andere vordingen meer hebt op de ranch of op Miss Moran, Dan teeken je het ding dadelijk. Dokter Morgan zal je in zijn wagen naar de stad brengen en je bij Sheriff Torbert afleveren. Morgenochtend vertrek jo met de trein. Voor u is nu alles in orde, niet? (Er was een uitdagende toon in de stem van den opzichter.) Ik zal gaan, bestik weet drommels goed, wanneer er tegen me samengespannen wordt. Maar er zijn er buiten mij nog genoeg, die weten dat het eenige dat u wilt is, deze ranch in handen te krijgen. Carver balde de vuisten. Een onder deel van een seconde leek het, alsof hij 2ich op Young werpen zou om hem, zooals hij gedreigd had, met zijn han den te bewerken. Doch hij bedwong zich. God beware ons voor een dwaas! riep hij uit. - Ik kan een dief in de gaten houden. Ik kan een leugenaar den mond sluiten, maar met een gek weet ik niets te beginnen. Natuurlijk zou ik deze ranch willen hebben. Ik heb daar nooit een geheim van ge maakt Ik was de meest teleurgestelde man van de Vereenigde Staten toen Cortez de bezittingen aan Wallace ver kocht. Miss Moran was nog geen uur in mijn kantoor, toen ik haar al een aanbod deed. Zoudt u dat willen be vestigen, Miss Moran, en ook het be drag willen noemen dat ik bood Alles bij elkaar vijftigduizend dol lar, zei ze kort, - waarvan vijfentwin tigduizend contant. En dat aanbod is nu nog geldig, riep Carver - Je bent cowboy Young, zeg de waarheid, als je tenminste nog weet wat dat is.... Is dat een tedelijk aanbod of niet Ze zou er niet bij verliezen, gaf de man toe. - Het lijkt weinig voor zulk een groot landgoed, maar het kan voor niets anders dienen dan voor koeien. En het is voor koeien, dat ik de ranch zou willen hebben. Ik ben niet meer zoo jong als tien jaren geleden Ik zou mij uit de spoorweg- en mijn- zaken willen terugtrekken Vroeg of laat is elke mijn uitgeput en blijven de schachten over Kijk naar Virginia City en Tombstone. Vroeger zaten er mil lioenen in de grond... en nu alleen nog gaten. Niemand kan winnen bij iets, waaruit slechts genomen en waar aan nooit iets toegevoegd wordt. Het zelfde geldt voor hout. Met vee is het iets anders. De menschen zullen nog vleesch eten. als de Black Butte mijnen al lang uitgeput zijn en we beter en goedkooper koper van de Congo krijgen. Daarom zou ik de Bar Rafter K willen hebben en daarom trachtte ik ze vijf jaar geleden al van Bartolomé Cortez te koopen. Hij wendde zich tot Young Maak dat je weg komt. Dat is vanavond nu al de tweede keer, dat je me een plechtige speech hebt laten houden. Maar liever draai ik je nek om dan dat ik nog iets zeg. Breng hem weg. Dok.... Court, ga met hem mee. Hier zijn driehonderd dollar. Geef ge hem, nadat hij de kwitantie geteekend heeften breng me dan de chèque. De drie mannen verlieten de kamer Toen de deur achter hen dichtviel, stak Carver ziin sigaar opnieuw aan en liep naar het meisje toe. Zegt u aan Court, dat hij mij de chèque toezendt, zei hij kort. lk ga nu weg. Dok Morgan zal voor Young zorgen. Ik heb er meer dan genoeg van. Ik ga naar huis en kruip in mijn bed, en ik zou u aanraden hetzelfde te doen. Ze trachtte te glimlachen. lk heb het gevoel, alsof een wervelwind me opgenomen en in de lucht heen en weer geslingerd heefi. Maar eerst wil ik nog, Mr. Carver... Laat maar... wat u ook wilde zeggen. We zijn allen veel te vermoeid om nog veel te praten. Zij raakte zijn arm aan. Nee. Het eenige, dat ik u zeggen wilde was. dat ik u geloof en niet Young. Hij is een moordenaar en hij is laf. U was dapper. *3 Zijn oogen werden grooter. Dapper? Is het mogelijk, dat u het spel niet doorzag Het is mogelijk, want zelfs Dok Morgan heeft zich beet laten nemen. Er is geen moed noodig om een man te overbluffen als men

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5