TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Zaterdag 28 Januari 1939 Zestigste Jaargang No 4 Openbare vergadering van den Raad der Gemeente Venray, gehouden op Vrijdag 30 December 1938, namiddag 3 uur. Vervolg. De Heeren VAN HAREN en VERMEULEN steunen het voorstel Reintjes. De Heer PUBBEN zegt, dat dit voorstel ook bg hem geen bezwaar ontmoet. Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich hierna met dat voorstel, dus f 5.per K.M. met een maximum van f 250.per jaar, exclusief de bokken en schoren, waarvoor apart per stuk 15 ct. moet betaald worden. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde artikel 8 der verorde ning, waarvan B. en W. de oorspronkelijke redactie wenschen te hand haven, zoodat dus voor „jaar" gelezen wordt „kalenderjaar", voor „kwartaal" „kalenderjaar" enz., doch hetwelk de Commissie wenschte te wijzigen in dier voege, dat hieronder werd verstaan een tijdvax van 12 resp. 6 of 3 maanden, beginnend op ieder willekeurig tijdstip en eindigend op den laatsten dag eener maand. De VOORZITTER licht nog toe, dat, waar voor deze belasting ko hieren opgemaakt moeten worden, de door de Commissie voorgestelde redactie moeilijkheden zou opleveren, terwgl de door B. en W. voorge stelde redactie ook overigens de meest gangbare is. De Heer VAN HAREN merkt op, dat dan moeilijkheden ontstaan in de uitvoering en wgst bijv. op artikel 3 sub b, betreffende de heffing voor tafeltjes, stoelen e.d. op openbaren gemeentegrond. Daarvoor zou zooals de Raad besloten heeft betaald moeten worden f 0.25 per half jaar. In verband met het tijdvak, dat men deze gewoonlijk buiten pleegt te zetten, zou men dus verplicht zijn daarvoor dubbel te betalen. Want de belasting gaat dan In per 1 Januari en tot einde Juni heeft men er nog betrekkelijk weinig gebruik van gemaakt, terwijl dan voor de maan den Juli en Augustus, waarin men vooral van buiten zitten kan profi teered ook weer het volle tweede halfjaar moet betalen. De VOORZITTER antwoordt, dat men dan beter doet enkel voor het laatste halfjaar belasting te betalen. De Heer VAN HAREN zegt, dat er ook in Mei al mooie dagen kunnen zijn, en in Juni zelfs veel. De VOORZITTER zegt, dan had men het tarief moeten laten zooals B. en W. hebben voorgesteld, n.l. per maandde moeilijkheid, die de Heer van Haren nu opwerpt, is juist ontstaan door het voorstel der Commissie, hetwelk de Raad heeft aangenomen. Waarom dan ook niet het voorstel van B. en W. gevolgd, dat men ziet het nu zelf veel beter was. De Heer ARTS zegt, deze opmerking van den Voorzitter zeer juist te vinden. De Heer VERMEULEN acht het bij nader inzien ook beter per maand. De Heer PUBBEN meent ook, dat het wel de oplossing is tot het voorstel van B. en W. terug te keeren en dan per maand bijv. 5 ct. per M2 te heffen in plaats van het door B. en W. voorgestelde tarief. De VOORZITTER adviseert dit tarief op 10 ct. te bepalen. De Heer VAN HAREN zegt, de verordening niet zoo vlug te kunnen overzien om te kunnen beoordeelen of er dan ten aanzien van andere categorien geen moeilijkheden zullen ontstaan. De VOORZITTER antwoordt, neen, deze moeilijkheid kon zich alleen hierbij voordoen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna op voorstel van den Heer Pubben besloten dit tarief op f 0.05 te brengen, waarbij het eerder ge nomen besluit wordt ingetrokken en ten aaazien van het tijdvak het voorstel van B. en W. wordt gevolgd. Artikel 8 wordt hierna zonder hoofdelijke stemming vastgesteld als door B. en W. voorgesteld, alsmede de geheele verordening op de hef fing van precariobelasting. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 14 der agenda „Behandeling en vaststelling der gemeentebegrootiDg dienst 1939 en der begrooting van den tak van dienst het bedrijf der gasfabriek." De VOORZITTER deelt mede, dat de op 9 December 1938 aangeboden begrootingen van inkomsten en uitgaven van de gemeente en van den tak van dieDst het bédrijf der Gasfabriek voor 1939 denzelfden dag ingevolge artikel 238 en 253 der Gemeentewet op de Secretarie voor eenieder ter lezing zijn nedergelegd, van welke nederlegging en ver krijgbaarstelling tegelijkertijd openbare kennisgeving is geschied. Aangezien derhalve de bij het laatste lid van genoemde wetsartikelen gestelde termijn van veertien dagen is verloopen, kan thans behandeling dier begrootingen plaats hebben, en Spreker vraagt of een der Heeren in verband met dit punt het woord verlangt. De Heer STEEGHS zegt bij de behandeling der begrooting in Comité- Generaal vóór het einde der besprekingen te zijn weg gegaan, doch nog graag gesproken te hebben over post 178 „Onderhoud van wegen, voet paden en rijwielpaden". In Klein Oirlo is n.l. jaren geleden met mede werking der omwonenden een sintelweg aangelegd. Die menschen zitten daar nu elk jaar in verband met het onderhoud in moeilijkheden, zoo dat Spreker wilde vragen of de Gemeente dat onderhoud niet over wil nemen, daar de anderhoudskosten toch niet hoog zijn en men dan ver zekerd is, dat die weg ook voor de toekomst goed blijft. De Heer VAN BOVEN verzoekt in verband met volgnr. 161 „Staan gelden ter gelegenheid van de kermis en anderszins" nog vóór het a.s. seizoen een voorstel tot wijziging der verordening op de heffing van staangeld t'e willen indienen, daar dit voor de gehuchten veel te hoog is, en zoodoende geen enkele kermisexploitant die kermissen nog zal kunnen bezoeken. Het bestaande tarief zou voor de kermis in de Kom gehandhaafd kunnen big ven. De Heer VERMEULEN verzoekt ia verband met vlgnr. 421 „Belas ting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheben" zoo spoedig mogelijk een ontwerp tot wijziging der verordening op de heffing dezer belasting te willen indienen, daar hoofdzakelijk de circussen veel te weinig belasting behoeven op te brengen in verhouding tot ondernemers van tooneeluitvoeringen, danspartijen e.d. De Heer VAN HAREN merkt in verband met vlgnr. 178 „Onderhoud van wegen, voetpaden en rijwielpaden" op, dat hg genoodzaakt zou zijn tegen de ingediende begrooting te stemmen, indien hij wist, dat B. en W. het volgend jaar weer kwamen met een begrooting, waarop duizen den guldens zijn uitgetrokken voor reparatie van grindwegen, in plaats van een voorstel tot afdoende verharding en verbetering, bgv. door as falteering van verschillende dezer wegen. Spreker zou dan ook willen, dat de Raad een besluit neemt, waarbij B en W. worden uitgenoodigd eene dergelijke begrooting te doen ontwerpen. Het geld, dat nu aan kiezel etc. wordt uitgegeven, is weggegooid geld, daar al de grind toch in de kortste keeren weer van de wegen gereden wordt en in slooten en bermen terecht komt. De Heer VERMEULEN wijst in verband met de begrooting van Gemeentewerken er op, dat op die begrooting nog eens extra voor on voorziene uitgaven is geraamd f 5000.hetgeen nog nooit dan juist dit en het vorig jaar is geschied. Spreker verwacht, dat deze post niet aangesproken zal worden als het niet zeer dringend noodig is en in elk geval niet zonder den Raad tevoren daarin te kennen. Feitelijk is de post geheel overbodig, wijl immers op de gemeentebegrooting toch een algemeene post voor onvoorziene uitgaven voorkomt. De Heer ODENHOVEN zegt, dat Post 36 „Verteringen ten behoeve behoeve van het bureau van stemopneming", die uitgetrokken is aan f 350.nogal aan deD hoogen kant is, temeer daar hieronder toch nog iets is uitgetrokken voor degenen, die zitting hebben in de stembureaux. Post 66 „Kosten van officieele ontvangsten" is uitgetrokken op f 150.doch dat op dezen post in den tegenwoordigen tijd toch de uiterste zuinigheid betracht dient te worden- Vorig jaar was hierop slechts f 25.geraamd. Post 69: „Kosten van vergaderingen, ververschingen, verteringen enz." is uitgetrokken op f 40.Dit bedrag zal wel bedoeld zijn ais kosten van verteringen door Raadsleden. Doch deze hebben daar nog nooit van geprofiteerd. Post 83: „Kosten van wachtgebouwen en bureaux, alsmede licht en brandstoffen voor die lokalen" is uitgetrokken op f250.—. Dit is f 220.— hooger dan vorig jaar. Post 85: „Kosten van telefoon en telegraaf en van radio-telefonische en -telegrafische berichtgeving een en ander voor de politie". Het vorig jaar werd deze post slechts uitgetrokken tot een bedrag van f 50. Dit jaar is hg echter geraamd aan f 325 Post 105: „Toezicht op schoorsteenen, stookplaatsen en hooibergen". Deze post is uitgetrokken ad f 30.en hieruit wordt de vergoeding aan den schoorsteenveger betaald. Deze man heeft nu ondanks die verhooging met f 10.nog geen bestaan, zoodat Spreker gaarne gezien had, dat deze post nog wat hooger was uitgetrokken. Post 118: „Kosten inzake bescherming van de bevolking tegeD lucht aanvallen". Deze was vorig jaar maar uitgetrokken ad f 100.en nu ad f 500.—. De post is nu wel niet te hoog, als we zien hoe activiteit in deze geboden is, maar het zijn toch allemaal hoogere uitgaven, die de Gemeente moet doen. Post 141: „Kosten van en bijdragen voor uitzending en verpleging van kinderen in gezondheids- en vacantiekoloniesDeze post is slechts pro-memorie uitgetrokken, ofschoon hierop in 1939 waarschijnlijk wel een bedrag noodig zal zijn. Verder is nog een post geraamd van f 700.op den gewonen dienst als 10 jaarlijksche bijdrage in het verlies der woningbouwvereeniging betreft den tijd, die de behandeling in openbare vergadering heeft ge- duurd, een laagte-record heeft geslagen. Dit vindt wel zijn oorzaak in St. Oda". Tenslotte hoopt Spreker, dat post 161: „Staangelden ter gelegenheidde uitvoerige bespreking in Comité-Generaal, waarbij alle Raadsleden van de kermis en anderszins", die het vorig jaar was uitgetrokken ad f 1000.— en nu ad f 1500.ook inderdaad dit bedrag zal opbrengen, en zegt, dat dit voorloopig alles is, wat hij van deze begrooting heeft te zeggen. De Heer MILLEN vraagt in verband met vlgnr. 201: „Kosten terzake van vervoermiddelen en loon chauffeur als zoodanig" of binnenkort de vaste aanstelling van den chauffeur niet eens ter tafel gebracht kan worden. De Heer ARTS wgst er hierna op, dat de vergoeding van den schoor steenveger ad f 30.te laag is. Dat de Gemeente tot aan schaffing van een nieu e motorbrandspuit overgaat, als dat noodig blijkt, is goed, maar de man, die den brand moet voorkomen, diende toch ;eter bezoldigd te worden. Spreker zou hem gelijk willen stellen met zgn collega in Horst, die f 50.ontvangt. De Heer PUBBEN wijst er hierna op, dat de financieele toestand van de Gemeente in den tegenwoordigen tijd inderdaad zorgen baart, en dat de Raad blgk gegeven heeft dien toestand goed in te zien, door de noodzakelijk geworden belastingverhoogingen te accepteeren. iDdien voor 2 of 3 jaar terug iemand gezegd zou hebben, voor 1939 moeten jullie een wegenbelasting van f 20.000 invoeren, zouden we tegen hem gezegd hebben, och man, je bent niet wijs. Want als we nagaan, dat we voor drie jaar terug nog een batig saldo hadden van f 50.000, dan moeten we eigenlijk zeggen, dat we slecht geboerd hebben. Ook Spreker dringt aan op een begrooting voor wegen met gesloten wegdek, en dan moet dit jaar op den post onderhoud wegén flink bezuinigd worden, want de kiezel wordt, zooals ook de Heer van Haren reeds zei, toch maar van de wegen gereden. Niet genoeg kan Spreker erop aandringen, dat toch vooral gemeentewerken op het hart wordt gedrukt in alles zuinig, zeer zuinig te zijn. Verder vraagt Spreker, of de Voorzitter ook nog niet overtuigd is van het nut van vaste Commissie's. Dit zou én voor B. en W. én voor de ambtenaren veel pleizieriger werken. De Heer JANSSEN vraagt als lid der Marktcommissie in verband met vlgnr. 180 „Onderhoud van markten, beurzen en hallen" of niet gezorgd kan worden voor verbetering der standplaats van het vee. De Heer VAN HAREN verzoekt hierna antwoord op zijn vraag be treffende begrooting wegen met gesloten wegdek. Hij weet niet of zijn voorstel voldoende gesteund is, doch zoo deze toezegging niet komt, zal hij tegen de begrooting moeten stemmen. De Heer VERMEULEN denkt, dat B. en W. in 1939 wel met voor stellen dienaangaande zullen komen, anders steunt hij gaarne dit voorstel. De Heer VAN BOVEN vraagt in verband met vlgnr. 421 „Belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden" of de Voorzitter niet wat soepeler wil zijn ten aanzien van het verleenen van vergunning in muziek in café's. Overal in den omtrek, of men nu komt in Wanssum, in Deurne of in Maashees, overal is toegestaan om radio of orgelmuziek te maken. De menschen en ook de Gemeente zouden hiervan voordeel hebben. De Heer STEEGHS meent, dat het door den Heer van Haren voor gestelde bij de voorbespreking van de begrooting wel voldoende behan deld is en dat toen toch te3loten is om in versneld tempo tot ver betering der wegen over te gaan. De VOORZITTER antwoordt hierna als volgt De weg in Klein Oirlo door den Heer Steeghs bedoeld, zal zoo mogelijk door de Gemeente onderhouden worden. Eerst zal bezien worden, hoe in deze vroeger is besloten of afgesproken. De verordening op de heffing van staangeld, waarover de Heer van Boven heeft gesproken, en de verordening op de heffing van vermake lijkheidsbelasting, waarover de heer Vermeulen sprak, zullen beide bezien worden en c.q. dienaangaande voorstellen worden ingediend. Dan antwoordt Spreker den Heer van Haren en zegt, dat het ook naar zijn meening beter is om verschillende wegen van een gesloten wegdek te gaan voorzien. Aan den Directeur van Gemeentewerken is inmiddels reeds eenigen tijd geleden opdracht gegeven een begrooting gereed te maken, en zoodra ze klaar is zal ze den Raad worden voor gelegd. Dit is in elk geval een onderwerp, dat door B. en W. in zeer ernstige studie genomen is. Dat het B. en W. ernst is, kan den Kaad toch blijken uit het feit, dat behalve de Stationsstraat en Wanssumsche weg op de begrooting 1939 voor het aanbrengen van een vast wegdek ook is opgenomen de Merselosche weg. De Heer VAN HAREN vestigt er nogmaals de aandacht op, dat het reeds het 3e jaar is, dat dit ons hier is toegezegd, maar telkens weer werd een begrootiDg, waarop honderden Meters onderhoudsgrint en leem voorkwamen, ingediend, doch de in uitzïchf gestelde begrooting voor wegen met gesloten wegdek werd maar steeds niet gereed gemaakt. De VOORZITTER antwoordt, dat dit de eerste begrooting is die door hem hier behandeld wordt. Spreker hoopt binnen niet al te langen tijd de plannen te kunnen verwezenlijken. Wat betreft het door den Heer Odenhoven gesprokene, dit is allemaal reeds uitvoerig besproken bg de voorbehandeling van de begrooting, zoodat het den Heer Odenhoven dan ook bekend is, dat dit noodzakelijke verhoogingen zgn.. Als de inwoners die voorgestelde verhooging van verschillende posten zoo hooren opsommen, kan Spreker zich voorstellen dat hun de schrik om het hart slaat. Daarom moet men wanneer men over deze verhoogingen spreekt ook meedeelen, waarom deze posten zoo hoog geraamd zijn. Voor het wachtlokaal van de politie was n.l. het plaatsen van nieuwe radiatoren voor de centrale verwarming noodig, daar het daar anders niet doenlijk is om schrijfwerk te verrichten. De post telefoon is verhoogd, omdat volgens verlangen van den Raad zelf, elk der agenten een aansluiting moet krijgen. Niet B. en W. hebben dat voorgesteld, maar de Raad heeft het gewild. De Heer ARTS komt hierna nogmaals terug op den schoorsteenveger. Deze is bij hem geweest, doch de voorgestelde verhooging van f 10. is nog te weinig. Er zijn tegenwoordig te veel menschen, die hem niet meer kunnen betalen voor het vegen der schoorsteenen en daardoor raakt die man, met al zooveel jaren trouwen dienst, nu zonder boter ham. Hij kan nu dat werk wel neerleggen en dan zal er ook wel weer een andere in zijn plaats komen, maar zoo zal het ook 'gaan als U, mijnheer de Burgemeester, ontslag neemt, dan komt er ook wel weer een andere. De Heer VAN BOVEN zegt, dat er in Comité-Generaal over deze kwestie ook reeds gesproken is en Spreker had toen reeds voorgesteld, om dezen post hooger uit te trekken. Nu kan hij zich dan ook zeer g0ed met den Heer Arts vereenigen en steunt zijn voorstel. De VOORZITTER vreest, dat die man met f 50.— misschien nog geen genoegen zal nemen en dan later weer terugkomt om verdere verhoo ging- De Heer ARTS verzekert, dat Vermeulen hem verklaard heeft met f 50.genoegen te nemen en dan niet meer om verdere verhooging te zullen komen. Hg staat dan gelijk met den schoorsteenveger van Horst. De Heer MILLEN voelt er ook veel voor om den man f 50.— toe té kennen. Voor de Gemeente is dit toch zooveel niet en voor hem is het een aanmoediging om zijn werk steeds goed te big ven doen. Spreker steunt dan ook het voorstel van den Heer Arts. De Heer VAN HAREN vraagt, wat die man nu doen zal, als hg f 50. krijgt. Komt hij dan zoo gauw als die weer op zgn, om plaatsing bg de werkverschaffing of steunverleening, dan is Spreker er niet voor om die tegemoetkoming toe te kennen. Die f 50.zullen hem kwar- taalsgewijze uitbetaald dienen te worden en mits hg niet bij de werk verschaffing of steunverleening wordt geplaatst. Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna op voorstel van den Heer Arts en onder voorwaarden als door den Heer van Haren voorgesteld post 105: „Toezicht op schoorsteenen, stookplaatsen en hooibergen te verhoogen tot f 50. De VOORZITTER antwoordt den Heer Millen hierna, dat ook de vaste aanstelling van den chauffeur in overweging genomen zal worden; daaraan zitten echter meer consequentie's vast dan men oppervlakkig denkt. Aan den Heer van Haren antwoordt Spreker, dat een voorstel tot het maken van een gesloten wegdek op verschillende wegen zal komen en dat het hem genoegen doet, gemerkt te hebben, dat de Raad zich daarmee wel zal kunnen vereenigen. De standplaats voor het vee, dit in antwoord op het door den Heer Janssen gevraagde, zal in orde gemaakt worden. Dit is vanzelfsprekend ook van groot belang voor de Gemeente. De Heer PUBBEN merkt hierna op, dat het wel goed was dat er enkele markten bij kwamen. De VOORZITTER antwoordt, dat de Marktcommissie hieromtrent dan maar voorstellen moet doen. De Heer STEEGHS zegt, indertijd hierop ook reeds gewezen te heb ben; in de maaud Mei kon wel een markt vervallen, doch in September diende er een meer gehouden te worden en verder valt een paarden markt gelgk mei de markt in Oss. De Heer JANSSEN merkt als Voorzitter der Marktcommissie no* op, deze aangelegenheid namens voornoemde Commissie reeds te heb ben willen bespreken met den Burgemeester, doch dezen noe niet te hebben kunnen aantreffen. De VOORZITTER antwoordt hierna den Heer van Boven dat hii geen tegenstander van muziek is, maar men moet daarvoor uiteraard vergunning aanvragen en dan zal hg elk geval op zichzelf bekijken De Heer VAN BOVEN vraagt, of hij dus goed begrepen heeft, dat de menschen, indien ze er om vragen, toestemming zullen krijgen De VOORZITTER antwoordt, dat hg dat niet gezegd heeft doch herhaalt, dat elke aanvrage afzonderlijk bekeken zal worden; in geval len, dat hier of daar misbruiken te vreezen znn, zal natuurliikeeen vergunning worden verleend. De Heer ODENHOVEN merkt hierna op, dat deze begrooting, wat aanwezig zgn geweest. De Voorzitter heeft de behandeling der begroo ting in Venray nu pas voor de eerste maal meegemaakt, doch Spreker heeft dit reeds 20 jaar lang gedaan en meent van deze begrooting nog te moeten opmerken, dat er nog nooit een ingediend is, die er zoo treurig uitzag. Het batig saldo is ongeveer geheel opgeteerd. De be lastingen zijn tot het maximum opgevoerd. Er is overgegaan moeten worden tot invoering van een wegenbelasting en als de vorige Burge meester soms over deze belasting sprak, maakte hij den Raad daar mee beangst en schilderde haar als een boeman. Nu echter heeft de Raad dezen boeman in zgn midden gehaald, doch hg was, om de ge- meentefinanciën op peil te houden, wel verplicht dit te doen. Door de werklleaehvereeniging is nu het initiatief genomen tot vorming der „Nieuwe Gemeenschap" en Spreker hoopt, dat dit plan zal slagen. De VOORZITTER merkt even op, dat het hier niet de plaats is om propaganda te maken. De Heer ODENHOVEN vervolgt hierna, dat, als de aanslagbiljetten komen, iedereen zal zeggen, ik had nooit gedacht, dat de gemeente Venray zóó diep in den put zat. Spreker hoopt, dat ondanks de ontzet tende uitgestrektheid der Gemeente met haar groot wegennet, door eendrachtig samenwerken spoedig beterschap in de gemeente-financiën mogen intreden, opdat de Raad in staat zal zijn de belastingen weer te kunnen gaan verlagen. De Heer VAN BOVEN zegt, dat het juist is, dat de Heer Odenhoven al 20 jaar lang de behandeling van de begrooting heeft meegemaakt, maar dat dit eigenlijk niets ter zake doet. Inderdaad zullen de belas tingbetalers schrikken, indien ze hun aanslagbiljetten krggen, even goed als de Raad schrok bij het zien van al die voorstellen tot belasting- verhooging en invoering van nieuwe belastingen. Maar het publiek moet daarbij toch overtuigd zijn, dat het de plicht van den Raad was om deze belastingen zoo hoog op te voeren, en dat al het mogelijke gedaan zal worden om, zoodra een betere tijd aanbreekt, dien zwaren druk te verlichten. En als hier in Venray wat meer industrie zich gaat vestigen op het gebied van vermaak wat meer te doen komt, zal spoedig voor Venray een betere tijd aanbreken. De Heer VAN HAREN zegt nog geen antwoord gehoord te hebben op de vraag van den Heer Pubben over het instellen van vaste Com missie's. De Heer VERMEULEN wijst er op, dat hij bij de beschouwingen van den Heer Odenhoven niets gehoord heeft over de werkloosheid, terwijl toch ook vooral deze zware lasten op de Gemeente legt. Het groote werk in de Peel is echter een zeer nuttig werk en Spreker betuigt nogmaals zgn dank aan B. en W. voor het ter hand nemen van de uitvoering dezer plannen- De Heer ODENHOVEN zegt hiervoor niet minder dankbaar te zijn, doch hij heeft meer gewezen op lasten, die de gemeente Venray speciaal treffenmet werkloosheid hebben alle gemeenten te kampen. De VOORZITTER wijst er hierna ook nog op, dat sommige posten juist op verlangen van den Raad verhoogd zijn. Spreker was al bang, toen hg den Heer Odenhoven bg het begin zijner oratie hoorde zeggen, dat in die twintig jaar nog nooit zoo'n treurige begrooting was inge diend, dat deze begrooting zelf als administratief stuk niet in orde was, doch uit het verdere gedeelte der toespraak bleek, dat het de bedoeling was te zeggen, dat de financieele toestand in die twintig jaar nog nooit zoo treurig is geweest. Spreker meent daarom ook goed te doen in verband met dien toestand eens een overzicht van den loop der finan ciën over de laatste jaren te geven. Spreker leest hierop het volgend rapport voor Wg meenen goed te doen, mede ook in verband met de opmerking van de Raadscommissie voor de gemeenterekening betreffende het batig saldo, eenige gegevens omtrent den loop der gemeentefinanciën over de laatste jaren te verstrekken. Begrooting 1935. Deze begon met een batig saldo van f 50357.44. Om de begrooting sluitend te maken, hebben toen B. en W. verhoogiDg voorgesteld van de opcenten op de P. B., doch de Raad is daarop niet ingegaan, maar heeft diverse inkomstenposten te veel verhoogd en uitgavenposten te veel verlaagd, in hoofdzaak post onvoorzien, die toen feitelijk te laag werd volgens de daaromtrent bestaande voorschriften, dat batige saldo's zoo eenigszins mogelijk moeten gereserveerd blijven en dus de post on voorzien minstens gelijk of ongeveer gelgk moet zijn aan het batig saldo, waarmede de begrooting begonnen is. De resultaten van het dienstjaar, belichaamd in de gemeenterekening, hebben zich op die handelwijze gewroken; waarbij nog kwam, dat door toenemende werkloosheid en kosten voor armenzorg de uitgaven nog onverwacht gedrukt werden, terwijl daar tegenover de belastingopbrengst tegenviel. Om ons tot enkele cijfers te bepalen, moge worden aange voerd het volgende voor den dienst 1935: Post onderhoud wegen werd door den Raad verlaagd met f 2000. resultaat bijna f 2000.— overschrijding, terwgl toch slechts de meest noodzakelijke uitgaven zijn gedaan. Subsidie Burgerlijk Armbestuur, uitgetrokken op f 6400.uitgegeven f 9800,dus f 3400 overschrijding. Werkverschaffing en steun aandeel ten laste der Gemeente komend, geraamd op f 20341.werkelijke kosten f 23427.93, dus ruim f 3000. meer. Opbrengst belastingen, geraamd op circa f 81000.opbrengst (met aftrek terugbetalingen) circa f 76500.dus f 4500.lager. Hierbij zijn nog enkele kleinere tegenvallers gekomen en daarmee is in to:aal ingeteerd circa f 18000.zoodat de dienst 1937 slechts met een algemeen batig saldo van ruim f 32000.kon beginnen. Begrooting dienst 1936, kon beginnen met een nog grooter algemeen batig saldo dan haar voorgangster, n:l. met f 55653.11 van den dienst 1934. En hoewel ook toen B. en W. verder wilden gaan met opcenten- verhooging, heeft de Raad die slechts goedgekeurd tot 80. De post on voorzien werd ook nu wederom te klein, n.l. slechts f 24000.hoewel hij minstens had moeten zijn f 50000. Ook in 1936. bleven de tegenvallers niet uit. Wg zullen ons wederom tot enkele cijfers bepalen. Uitgaven voor onderhoud wegen ruim f 1500.hooger dan geraamd. Uitgaven voor waterlossingen ruim f 1000.hooger dan geraamd. Subsidie Burgerlijk Armbestuur werd wederom geraamd op f 6400. doch moest verhoogd worden tot f 12400.dus f 6000.meer. Kosten werkverschaffing en steun zgn in 1936 niet boven de raming gegaan, belastingopbrengsten niet beneden de raming. In totaal is in 1936 van het algemeen batig saldo 1934 opgebruikt rum f 19000.zoodat die dienst eindigde met een algemeen batig slot van slechts f 26719.—, waarmede het jaar 1938 is begonnenvan dit laatste jaar zijn uiteraard de resultaten nog niet bekend. Begrooting dienst 1937 begon, zooals wij reeus zagen, met een alge meen batig slot van f 32000.— van den dienst 1935. In deze begrooting werd dit batig slot wederom geheel verwerkt, met uitzondering van den post voor onvoorzien van f 17340.38, wéér veel te klein, doch de Raad wilde de belastingverhooging ook toen weer tot het uiterste be perken en verlaagde het aantal opcenten, door B. en W. voorgesteld op 150, tot 120. In dit jaar kwamen belangrijke tegenvallers op de posten voor werk verschaffing en steun en die voor de armenzorg en wel in totaal bgna f 9000.Daarnaast mindere opbrengst onzer effecten wegens rente verlaging (f 1000.f 1200.minder opbrengst van het schoolgeld en vooral een veel lagere opbrengst der belastingen, die geraamd waren op f 91360.en slechts opbrachten f 81500. Door op andere posten de uiterste zuinigheid te betrachten, veel te besparen en enkele overigens zeer noodige of wenschelijke uitgaven achterwege te laten, is toch nog bereikt, dat het eindresultaat niet moordend is geweest, doch nog met een batig slot kon worden geëindigd, zij het dan ook slechts f 5727. Met dit klein algemeen batig slot moet dus de dienst 1939 beginnen, een dienst, die, terwijl hij dus over minder reserve beschikt dan sedert onafzienbaren tijd het geval was, van den anderen kant zich voor lasten ziet geplaatst als tot nog toe nooit tot zulke hoogte werden gekend. Ter illustratie hiervan zullen wg eenige cijfers uit de begrooting geven omtrent de uitgaven, die voor een groot deel meer als crisis- uitgaven moeten worden beschouwd weliswaar en dus hopelijk niet blijvend zgu, maar die dan toch, behoudens zeer onvoorziene gunstige omstandigheden, nog op den dienst 1939 zullen drukken. Kosten van werkverschaffing aan werkloozen, voor zoover op den ge wonen dienst drukkende (op den kapitaaldienst komen f 6253a—) f 429610.50 Kosten van werkverschaffing door derden ondernomen 12000. Steun aan werkloozen 12000. Steun aan kleine boeren 28210. Steun aan kleine tuinders 612. Bijzondere hulp aan werkloozen 2600. Tegemoetkoming aan elders werkzoekenden 2000. Uitkeering van spaargelden 6900. Kosten van controle, administratie enz. 2825. Totaal f 497757.50 Hiervan komt nu gelukkig wel een zeer groot percentage terug in den vorm van bijdrage uit het werkloosheids-subsidiefonds, terugbetaling door het Rijk van de kosten van tewerkstelling van werkloozen uit andere gemeenten, bijdrage van het departement van Economische Zaken, spaargelden der werkloozen zelf enz., in totaal f 473252.36, maar er blgft dan toch nog f 24505.14 zuiver ten laste der Gemeente.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5