TWFFIffi BT.AT) VAN PEEL EN MAAS
"AKKERTJE
Bijzondere credietverleening
aan Middenstanders.
FEUILLETON.
Een meisje in de
Wild West.
De Limburgsche
dienstbode in de
groote stad.
Galgenmaal en
galgenhumor.
Ons weekpraatje.
Zaterdag 31 December 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 53
Vergemakkeling van de voorwaarden.
Zooals algemeen bekend mag
worden geacht, is in Juni 1934
door de Regeering de mogelijk
heid geschapen om door tusschen-
komst van de Nederlandsche
Middenstandsbank credieten te
verleenen aan volwaardige mid-
denstandsbedrijven, welke uitslui
tend als gevolg van de crisis
omstandigheden in liquiditeits
moeilijkheden verkeeren.
Het is in de practijk van den
laatsten tijd wenschelijk gebleken,
om in de voor deze credietver
leening geldende bepaling eenige
wijzigingen aan te brengen, in
verband waarmede de Minister
van Financiën de volgende me-
dedeeling aan de Tweede Kamer
heeft gezonden:
„Bij de wet van 14 Juni 1934
werd op de begrooting van
Financiën voor 1934 een artikel
uitgetrokken strekkende onder
meer tot dekking van verliezen
welke voor het Rijk voortvloei
en uit de z.g. „crisiscrediet-
regeling" voor den middenstand
Eenzelfde artikel kwam ook op
de daaropvolgende begrooting
voor. De „algemeene regels",
welke voor deze credietverlee
ning gelden, zijn laatstelijk ter
kennis van de Kamer gebracht
door toevoeging van die regelen
aan de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag be
treffende het zevende hoofd
stuk B der Rijksbegrooting voor
het jaar 1936.
De wenschelijkheid is geble
ken, deze „algemeene regels"
te herzien. De credietverleening
toch op den voet van de gel
dende regeling beperkt zich tot
volwaardige middenstandsbe-
drijven, welke uitsluitend ten
gevolge van de „crisisomstan
digheden" in liquiditeitsmoei-
lijkheden zijn geraakt. Het
wordt echter steeds moeilijker
de financieele moeilijkheden,
waarin degenen, die een beroep
op deze regeling doen, ver
keeren, toe te schrijven aan de
reeds verscheidene jaren gele
den ingetreden economische
crisis. Zonder in het karakter
van den maatregel, die, naar
algemeene erkenning, gunstige
resultaten heeft afgeworpen,
verandering te brengen, moest
de omschrijving der gevallen,
welke voor zoodanige hulpver
leening in aanmerking komen,
worden herzien.
De „algemeene regels" vol
gens welke deze credieten
worden verleend, zijn derhalve
gewijzigd in den zin, dat de
credietverleening zal strekken
ter tegemoetkoming aan liqui
diteitsmoeilijkheden, waarin
overigens volwaardige midden-
10
Het landgoed heeft veel minder die
ren dan het gebruiken kan. Het vee is
over de geheele oppervlakte verspreid
en het is vrijwel onmogelijk voor Lan-
nin's bende, een troep koeien te van
gen en ze dan over de bergen te jagen
zonder gezien te worden. Trouwens
zou hij aan den anderen kant van het
gebergte ook nog moeiijkheden hebben.
De tijden zijn veranderd sedert mijn
vader nog een jongen was en men bij
Tree Sivers nooit naar de brandmerken
op de koeien zocht of vragen over den
oorsprong van het vee stelde.
Tegenwoordig zijn er veeinspecteurs
bij elk station en de spoorwegmenschen
durven geen vee meer verzenden zon
der de noodige papieren van den wet
tigen eigenaar.
Ik heb eens vernomen, zei Court,
dat er plannen bestonden om een
zijlijn van den spoorweg naar de Datil
Sink te stellen.
HmJa. Die plannen bestonden
al tien jaar geleden, maar er wordt
beweerd dat er grocte moeilijkheden
bestaan.
Een paar lui schijnen lucht van die
plannen gekregen te hebben en koch
ten toen zooveel grond, dat ze den.aan-
leg onmogelijk kunnen maken
Zou er echter ooit iets van den aan
leg van dien spoorlijn komen, Miss
Moran, dan zit u hier allemachtig aar
dig I Er is een rijke waterbron bij den
tweeden berg Twaalf mijlen verder, en
uw vee zou al bij den spoorweg zijn.
De ontmoeting met Kiny was een
buitenkansje. Het was duidelijk, dat hij
kwaad was over zijn lange en eenzame
standsbedrijven, buiten schuld
van den ondernemer, zijn ge
raakt uit hoofde van in den
betrokkenbedrijfstak heerschen-
de omstandigheden, terwijl de
eisch, dat het bedrijf moet be
staan hebben vöör 1 januari
1930, is vervangen door den
eisch, dat het bedrijf gedurende
tenminste vijf jaren heeft be
staan. Voor het overige moge
worden volstaan met te verwij
zen naar de „herziene algemee
ne regels, die de minister aan
de Kamer overlegt.
Tenslotte wordt nog in herin
nering gebracht, dat het in het
voornemen ligt, om ook, wan
neer het indertijd voor den
bedoelden steunmaatregel ge
stelde maximum van2mil!ioen
is bereikt, met de credietver
leening voort te gaan en der
halve de genoemde grens zoo
noodig te overschrijden.
Naast enkele wijzigingen van
ondergeschikt belang zijn dus ir.
de voorwaarden voor deze bij
zondere credietverleening de vol
gende veranderingen gekomen
a. Totnogtoe moest aantoonbaar
zijn, dat een credietvragende
middenstander uitsluitend als
gevolg van de crisis met finan
cieele moeilijkheden te kampen
had. Deze bepaling is nu zoo
veranderd, dat voor crediet in
aanmerking komen zij, die
buiten hun schuld, als gevolg
van in den betrokken bedrijfs
tak heerschende omstandig
heden in liquiditeitsmoeilijk
heden verkeeren.
b. Totnogtoe moest de zaak van
een credietvrager vóór 1 Jan.
1930 gevestigd zijn. Thans is
het zoo geworden, dat het cre
dietvragende bedrijf bij het
indienen van de aanvrage ten
minste 5 jaren gevestigd moet
zijn.
Deze twee veranderingen zullen
ongetwijfeld ten gevolge hebben
dat aan een aantal middenstan
ders, die bij de oorspronkelijke
regeling niet voor crediet in aan
merking kwamen, thans wel cre
diet kan worden verleend.
De verdere bepalingen zijn
ongeveer gelijk gebleven.
In herinnering zij gebracht, dat
als regel geen grooter bedragen
verleend worden dan f 10.000—
dat zooveel mogelijk zekerheid
dient te worden gegeven, dat
het crediet in 5 jaar moet wor
den terugbetaald en dat het
credietvragende bedrijf naar het
oordeel der Bank in staat moet
zijn den strijd om het bestaan
met succes te kunnen voortzetten,
In het bijzonder op dit laatste
punt dient nog even de aandacht
te worden gevestigd.
Crediet kan alleen dan verleend
worden, indien de finantieele
verhoudingen door middel van
het crediet gesaneerd kunnen
worden en indien de rentabili
teit van het bedrijf zoodanig is,
dat geen verdere intering plaats
vindt.
Zou dit niet het geval zijn,
dan zou de ciedietverleening
slechts een verschuiving van
moeilijkheden beteekenen en de
betrokken zaak in afzienbaren
tijd opnieuw vastloopen.
Credietaar.vragen kunnen wor
den ingediend bij de kantoren
van de Nederlandsche Midden
standsbank, bij de zelfstandige
Middenstands- en Boazbanken en
desgewenscht ook door tusschen-
komst van andere bankinstellin
gen.
komen naar Limburgsche dienst
meisjes.
Men weze op zijn hoede 1
Ouders, tracht het edelste te
bewaren van het bezit uwer kin
deren: hun deugd.
Moet gij ze naar den vreemde
zenden om zich in dienstbetrek
king verder te ontwikkelen voor
hun toekomstige roeping in een
eigen gezin en om hun brood
te verdienen, draagt dan zorg,
dat gij ze toevertrouwt aan ge
zinnen, waarin ze veilig zijn.
De Limburgsche dienstmeisjes
hebben er nooit tegen opgezien
ver van huis in betrekking te
Saan. Vooral vöör d»n grooten
oorlog waren er vele te Ant
werpen en andere Belgische
steden in dienstbetrekking, even
als in de groote Hollandsche
sleden, waarheen zij zich ook nu
nog herhaaldelijk begeven en
waar ze als dienstboden zeer
gewild zijn,
Het spreekt echter vanzelf, dat
bij het aanvaarden van zulke
betrekkingen groote voorzichtig
heid in acht moet worden ge
nomen.
Onlangs vertoefden eenige da
mes van de Katholieke Meisjes
bescherming uit Den Haag ,te
Roermond. Zij waren op de hoog
te van het verblijf van vele Lim
burgsche meisjes in de residen
tiestad en moesten de treurige
boodschap overbrengen, dat me
nig Limburgsch meisje daar mo
reel ten onder gaat.
Wij meenen hierop de aandacht
te moeten vestigen vooral van de
ouders.
Zij moeten wel weten, aan wie
zij hunne dochters kinderen
dikwijls van 15 tot 19 jaar
toevertrouwen en zich op de
hoogte trachten te houden van
hun gedrag en hun verblijf.
Het is voorgekomen, dat eenige
Limburgsche meisjes, die er de
voorkeur aan gaven, zich als
dagmeisjes te verhuren en aldus
alle avonden vrij hadden, samen
gingen wonen. Tot welke gevaren
zulk een verblijf in „een groote
stad kan leiden, kan men zich
in verbinding stellen met de Meis
jesbescherming in de steden,
waarheen de dienstboden zich
begeven.
Nu de Duitsche dienstboden
weldra ons land zullen moeten
verlaten, is het te verwachten,
dat er nog grooter vraag zal
ballingschap op een ver verwijderd
grenskamp en dat hij het Young zeer
kwalijk nam, dat die niet aan zijn voed
selvoorraad gedacht had
Had de opzichter eerst met hem ge
sproken, dan zou King zeker zijn on
tevredenheid niet zoo duidelijk getoond
hebben. Hij reed met Nora Jane en
Court terug naar de Zilverbron.
Daar toonde hij hun waar Wallace
begraven lag, er aan toevoegend dat
de schaduwrijke weide de lievelingsplek
van den vroegeren eigenaar der Bar
Safter K geweest was.
- Hij was het, die het op deze wijze
inrichtte, zei King. Met al die ban
ken en zoo. Jerry Evans hielp hem; wat
één van de redenen is waarom ik ge
loof, dat Jerry meet van Wallace's
zaken afweet dan iemand anders.
Wallace had die gewoonte hier veel
te zitten. U kunt van hier af heel dui
delijk zien, hoe de weg de Schedel
Canyon verlaat; ik heb hem eens hoo-
ren zeggen, dat hij van hier af iedereen
die langs den weg naar zijn ranch
kwam, een uur voor dien t*d kon zien
en dus alle tijd had er over na te den
ken, of hij den bezoeker zou ontvan
gen of niet.
Wacht eens even ik vraag me
af. of iemand die schuilplaats van hem
ontdekt heeft.
Hij sprong van zijn paard, opende
het hek van de omrastering en liep
over de kleine weide naar de bron. Uit
een spleet in de rotsen haalde' hij een
leeren étui en liet toen een grooten,
zeer kostbaren verrekijker zien.
Ik geloof, dat buiten Kid en ik
niemand wist, dat hij dezen verrekijker
bezat Anders was hij zeker gestolen
geworden. Wilt u dat ik 'm hier laat,
juffrouw, of wenscht u hem mee te
nemen
Nora Jane gaf als haar wensch te
kennen, dat de verrekijker op zijn plaats
zou blijven In de eerste plaats zou
men allicht moeten verklaren hoe men
aan het ding kwam, als men er mee
thuis kwam; en in de tweede plaats,
zou ook de nieuwe eigenaar den verre
kijker kunnen gebruiken om te zien,
wie naar de ranch kwam.
Ik geloof dat het beter is dat u
nog even wacht voordat u Lafe Kid
laat roepen, zei Tom King beleefd.
Het lijkt me niet wenschelijk, dat
hij vermoedt dat ik het was, die u dien
raad gaf. Hij zou dan natuurlijk willen
weten, hoe het komt dat wii elkaar ont
moet hebben en waarover we gespro
ken hebben.
Ze volgde dien raad op en wachtte
tot na het avondeten, voordat ze den
opzichter riep en hem haar bevel mede
deelde. Als reden gaf ze op, dat ze de
mannen aan het einde van de week een
deel van hun achterstallige loon wensch-
te te betalen en dat ze dan alle cowboys
tezamen wilde zien.
Tom King kunt u nu uitbetalen,
zei Young luchtig, en dan kan hij
morgen naar het westelijk kamp terug
gaan. Evans zal ik zelf tffet geld wel
geven het werd toch tijd, dat ik
hem nieuwe etensvoorraad bracht Soms
heb »k het gevoel, dat die lui niets
anders doen dan eten.
Ze deed alsof ze den schertsenden
toon niet hoorde.
Wie is Evans O ja, die man in
het andere kamp. Ik geloof dat het
beter is dat u hem ook hierheen laat
komen, Young.
Het was duidelijk te zien, dat dit
den opzichter niet beviel.
Het is een vrij lange rif naar zijn
kamp, juffrouw. Als ik een man naar
hem toestuur, mis ik één cowboy voor
het werk.
Als u hem eten stuurt, mist u
dien man ook, niet Zend morgen
iemand naar hem toe om hem te roe
pen. Ik wensch alle werkers persoon
lijk te leeren kennen en hun mijn plan
nen mede te deelen.
De man staarde haar een oogenblik
lang bijna onbeschaamd aan; daarna
scheen hij van zienswijze te veranderen
en knikte ten teeken van zijn instem
ming.
Een dezer dagen verschenen in
een restaurant aan de Hoogstraat
te Rotterdam twee mannen, die
keurig in de kleeren staken en
zich zelfbewust aan een tafeltje
zetten, om een uitgebreid menu
te bestellen.
Het tweetal liet zich de spijzen
uitstekend smaken. Toen de kof
fie genuttigd was, vroeg een van
hen, waar de telefoon was. waar
na hij in de cel vijfmaal het
cijfer twee draaide, ^aldus het
hoofdbureau van de politie op
bellend, waar hij naar een in
specteur vroeg.
Hij deelde dezen mede, dat
hij met zijn kameraad in het
restaurant, waarvan hij naam en
adres noemde, uitstekend gedi
neerd had, maar dat er geen
middelen waren om te betalen,
zoodat de politie hen maar moest
komen halen. Dat geschiedde
prompt.
Dal tweetal lijkt me een paar
sympathieke jongelui. Anderen,
die tot het inzicht komen, dat
de maatschappij hen, en zij
de maatschappij niet kunnen
helpen, nemen om in de gevan
genis onderdak te komen een
paar steenen en verbrijzelen de
schuldelooze ruiten van zich niets
kwaads bewuste winkeliers.
Het bovengenoemde tweetal
bleef tot in de gevangenis den
weg der beschaving bewandelen;
ze namen met een copieuzen
maaltijd afscheid van de maat
schappij, zochten geen herrie met
den resturateur, maar belden zelf
netjes de politie op, kortom: 't
was af.
Wij grinneken erover en mis
schien grinneken ze zelf op het
oogenblik nog na.
En tóch is het een veeg teeken
van den treurigen maatschappe-
lijken toestand. Want deze jonge
menschen lijken me toch geen
échte misdadigers. Die melden
zich niet vrijwillig voor onderdak
in de gevangenis; die probeeren
op zijn minst 'n kraak, als ze
aan den grond zitten.
Maar deze twee zullen waar
schijnlijk om het behoud van
leven en vrijheid hebben gevoch
ten, zoolang ze konden. En toen
het niet meer ging, moeten ze
hebben ge'edeneerd: alleen de
gevangenis biedt ons nog uit
komst voor het leven.
Laten we onze medemenschen
niet lastig vallen; laten we ons
„terugtrekken" uit de maatschap
pij op een niet-opzienbarende
wijze; laten we nog één moment
het goede der aarde genieten en
dan....
Deze .wijze van zich schikken
in het onvermijdelijke is toch
ook weer huiveringwekkend.
Het geeft zoo de zekerheid,
dat er ook nog een groep crisis
slachtoffers is, voor wie als
puntje bij paaltje komt slechts
één „steunregeling" bestaat: op
name in de gevangenis I
Natuurlijk, juffrouw. U bent de chef
en wat u wilt zal gebeuren. Ik zal één
van de jongens morgen dadelijk naar
hem toezenden,
Nora Jane dacht een oogenblik na.
Laat hem zeggen, dat hij Vrijdag
hier moet zim Als hij of één van de
andere mannen naar de stad willen
gaan, kunnen ze dat dan Zaterdag
doen.
En den Zondag gebruiken om hun
roes uit te slapen.
Young grijnsde en liet zijn gele tan
den zien. Hij vond zich blijkbaar gees
tig. De nieuwe chef ging op de aar
digheid niet in.
Het leek het meisje een goede ge
dachte al haar werklieden bijeen te
roepen voor een bespreking. Zij kon
hun dan haar plannen uiteenzetten en
hun verzekeren, dat ze spoedig hun
geheels loon zouden krijgen. Ze zou
dan altijd een beroep op Carver's aan
bod kunnen doen, en ze schreef den
advocaat daarom een briefje, waarin ze
haar voornemen uiteenzette.
Zij sprak er niet met Court over; en
indien hij de enveloppe met Carver's
adres er op zag, zei hij er toch niets
van. Hij beweerde, dat een rit nu en
dan naar den top van den berg voor
loopig zijn eenig genoegen zou zijn.
lederen dag zat hij gedurende tien
uren aan de schrijftafel van Wallace.
Hij schreef een twaalftal brieven en legde
haar die ter onderteekening voor. Ze
waren geadresseerd aan alle banken
van Vancouver tot El Paso, en ver
zochten toezending van een uittreksel
van de rekening-courant van den over
ledene, met de vraag of Tomas Wal
lace wellicht een safe gehuurd had.
Later zal er genoeg werk voor u
zijn, Lady Jane. Laat Young een
paard voor u in orde maken en leert
uw nieuwe bezitting zoo goed mogelijk
kennen. Ik zal deze papieren in orde
brengen.
Zij inspecteerde het twee eeuwen
oude huis en de onmiddellijke omgeving.
Daarna breidde zij het terrein van
OPRUIMING 1
NIEUWJAARS-VERSCHIJN-
SEL1
(Dit artikel is enkel voor
mannen geschreven.)
Mannen-broeders
Laten we sterk ztfn in de dagen
welke we thans tegemoet gaan en
die ons zwaar doen lijden in ons
verstand en in onze portemonnaie.
Ge weet natuurlijk al wat ik hier
mee bedoel.
De tijd der groote jaarlijksche
uitverkoopen is nakende en straks
zullen onze vrouwen besmet blgken
met de epidemische koopjesziekte.
Ziet de advertentie pagina's maar
eens in van de krant reeds be
vat ze de eerste verlokkingen, welke
een speculatie vormen op de krank
heid van geest, welke een der ver
schijnselen bij de koopjesziekte is.
De volgende week zuilen deze ver
lokkingen kolommen en kolommen
der krant vullen.
Opruiming
Ver beneden inkoopsprijzen
Restanten voor bgna niets
Er moet ruimte worden gemaakt
voor de nieuwe voorraden!
Als in opgewonden koortstoestand
zullen de vrouwen langs de etala
ges schuiven, vergelijkende, soms
als het heel erg is, boksende, vech
tende, om elkaar de „mooiste" koop
jes te betwisten.
Ze zullen ons trachten te vermur
wen met haar verhalen over onge
looflijke dingen vaD prgs en kwa
liteit; ze zullen ons trachten te
overtuigen, dat ze zeer binnenkort
niets meer zullen hebben om aan
te trekken, dat de kinderen tot
schande van vader en moeder over
de straat loopen met hun afgedra
gen jasjes en dat vader zelf....
Enfin, mannen-broeders, ge kent
die verhalen!
Reeds zoo vaak zgt ge bezweken
onder de dramatische effecten er
van en.... dezen keer zult ge er
wéér onder bezwijken. En in uw
portemonnaie tasten. Of den inhoud
van een stiekum potje offeren.
Ge zult wéér bezwijken voor de.
logica
Inderdaad, de logica.
Laten we eerlijk zijn en het al
thans als mannen onder elkaar
de vrouwen lezen dit artikel niet
eerlijk bekennen, dat de koopjes
ziekte der vrouwen een gezonde
ziekte is
Zeker, ook in het goede kan een
mensch overdrijven, maar in het
algemeen gesproken: van een oprui,
ming profiteeren is verstandig
Wij geven dus nooit zoo openlijk
tce, omdat we als duiveltjes op de
geldkist (groot of klein) plegen te
zitten. Zoo is nu eenmaal onze man
nen-aard.
Wij zijn wat men noemt, van vast
houden. Vasthouden is onze hoogste
economische wijsheid.
Neem dadelijk
bespaar U die nare dagen
Binnen een kwartier verdwijnen Uw
pijnen, Uw lusteloosheid, Uw mi
graine en gevoelt ge U vroolijk en
opgewekt. Let op het AKKER-merk.
Per koker van 13 stuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
GARANTIE JSEMb&fiÖ?
want ze bevatten een bijzondere combina
tie van uiterst geneeskrachtige stoffen,
volgens recept van Apotheker Dumonr.
Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in
huis te hebben, dan hebt Ge ze bij
de hand, want vannacht nog kunt
Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla
peloosheid of als koorts overvalt I
Als er geen vrouwen waren, om
ons tegen ons zelve te beschermen,
dan hongerden we dood aan onze
vasthoudendheid.
De vrouwen beoefenen een veel
gezondere economie. Die zeggen
geld is er om het uit te geven en:
om het goed te besteden. Zoo nuttig
mogelijk.
En dat is inderdaad een kunst,
een kunst, welke veel en veel moei
lijker is dan die van onze vasthou-
derij.
De vrouwen verstaan die kunst.
Wij, mannen- broeders, gelooven
niet in „koopjes", omdat we graag
de centen vasthouden.
Allemaal boerenbedrog zeggen wij,
Vrouwen gelooven in koopjes, om
dat ze ervaring hebben op dat ge
bied.
In een huishouden gaat het zoo:
Als een man een paar sokken zou
noodig hebben en ze persé zelf wil
koopen, schaft hij er zich een paar
aan van een kwartje. Voordeelig!
En na een week zijn de sokken
op en ze kesten hem dus 'n kwartje
per week.
Heeft een vrouw ze voor ons ge
haald, dan zegt ze, dat ze „maar"
een gulden kosten. In werkelijkheid
heeft ze er f 1.50 voor betaald, doch
we doen er 20 weken mee.
Ze rekent ons dus voor, dat we
per week slechts 5 centen versokken
(in werkelgkh^d 71/» ct., wat toch
nog altgd een groot verschil is met
de uitkomst van onze eigen sokken-
wijsheid.
We doen werkelijk het voo rdeeligst
wanneer we de vrouwen maar laten
huishouden. Het is niet noodig dat
we in wijsheid ons hoofd schudden,
wanneer de vrouw straks thuiskomt
met een paar nieuwe overhemden.
Terwijl we er toch nog drie hebben,
die heelemaal heel zijn
Ons oordeel gaat slechts over
„heel of kapot", maar een vrouw
bekijkt onze todden tegen het licht
en ziet precies, hoever ze heen zijn
en hoe kort ze nog maar mee zul
len kunnen.
Als onze drie „heele" overhemden
straks in flarden zijn, haalt ze een
paar nieuwe voor den dag, die in
uitverkooptijd gekocht zijn voor
een zacht prijsje.
Heusch een vrouw zorgt in den
goeden zin des woordsze rekent
met de toekomst. En dat is voor
deelig.
Want in uitverkooptgd zijn er in
derdaad koopjes te halen.
het terrein van haar werkzaamheden uit
tot het bergpad en den gemakkelijken
rit naar de Zilverbron
Van deze uitkijkpost af zag ze vier
dagen later, hoe een auto de Schedel
vallei verliet en in vlugge vaart de ge
bouwen van de ranch naderde.
Zij herinnerde zich plotseling den
verrekijker en haalde hem uit de schuil-
plaaats. Zij zag dat het Carver's wagen
was, maar het was moeilijk den snel
len wagen in de lenzen van denvèrre-
kijker te blijven volgen. Plotseling werd
haar aandacht door iets anders getrok
ken. Het was een ruiter, die in kalmen
draf den weg afkwam, een stuk achter
de auto.
Terwijl ze naar hem keek wierp hij
plotseling zijn armen in de lucht, en viel
toen over de schouders van het paard
als een zwemmer, die duiken wil. Het
paard begon te rennen, doch de man
bleef stil liggen, een donkere vlek op
het roode lint van den weg. Het meisje
dacht juist, dat de man waarschijnlijk
uit het zadel geworpen was, toen ze
zwak maar duidelijk het geluid van een
geweerschot hoorde.
Nora Jane dacht er geen oogenblik
over na, wat dat schot te beteekenen
kon hebben of wat het beste was voor
haar te doen.
Een man was voor haar oogen dood
geschoten en als razend galoppeer
de ze het pad af sprong achter het
stuur van haar auto en vloog even later
den weg naar de Schedel Canyon op
Op den top van den heuvel dwong de
haar tegemoetkomende auto haar bijna
in een greppel te rijden, wilde ze een
aanrijding voorkomen.
Ze herkende de krachtige gestalte
van Augustus J. Carver «n over haar
schouder schreeuwde ze hem toe, dat
hij omdraaien en haar volgen moest.
Haar voet drukte op het gaspedaal
en de wagen schoot in een sneltempo
over den weg, die nu vlak en effen
was om in de verte in de Canyoii te
verdwijnen.
Daneerst een vormeloos iets op
den weg, dat van dichtbij gezien, de
roerlooze gestalte van een cowboy
bleek te zijn. De remmen knarsten, de
auto hield met een ruk stil, de deur
vloog open.
Haar eene voet rustte al op de tree
plank, toen zij plotseling eenige bewe
ging in de struiken langs den weg
meenden te zien. Eén oogenblik stond
haar hart stil. Toen werden de takken
der struiken opzij geschoven en kwam
ITed Court te voorschijn.
Zag u het gebeuren vroeg hij
rustig Dat moet wel anders was u
niet zoo vlug hier.
Wiewie is het fluisterde
zij. Zij kon haar blikken niet meer af
wenden van de stille gestuite op den
grond.
Ik weet het niet. Maar dat komt
er nu niet op aan. Wat hebt u gezien?
Ik was bij de Zilverbron en keek
door den verrekijker, dien King ons
toonde. Hij.... deze man.... kwam uit
de Canyon gereden. Toen wierp hij
plotseling zijn armen in de lucht en
viel.... het paard rende verder
Zag u niemand anders
Nee Eerst dacht ik, dat zijn paard
hem uit het zadel geworpen had toen
hooide ik een schot.
Slechts één
Ja.
Ze scheen plotseling als uit een be
nauwden droom te ontwaken
Maar we moeten iets doen Mis
schien is hij nog niet dood.
Geen kans, dat hij nog leeft Hij
heeft nooit geweten, wat er met hem
gebeurde. Er is een groot gat in zijn
hoofd Ik kon het van daar af zien.
j Hij staarde in gedachten en zonder
eenige emotie naar dep doode. Er vloog
plotseling een verdenking door Nora
Jane's hoofd. Ze trachtte zich zelf wijs
te maken, dat er absoluut geen bewijs
voor haar verdenking bestond, maar het
onomstootelijke feit bleef bestaan, dat
het van deze plek naar de ranch meer
dan twee mijl ver was
(Wordt vervolgd)