TWFFIffi BT.AT) VAN PEEL EN MAAS "AKKERTJE Bijzondere credietverleening aan Middenstanders. FEUILLETON. Een meisje in de Wild West. De Limburgsche dienstbode in de groote stad. Galgenmaal en galgenhumor. Ons weekpraatje. Zaterdag 31 December 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 53 Vergemakkeling van de voorwaarden. Zooals algemeen bekend mag worden geacht, is in Juni 1934 door de Regeering de mogelijk heid geschapen om door tusschen- komst van de Nederlandsche Middenstandsbank credieten te verleenen aan volwaardige mid- denstandsbedrijven, welke uitslui tend als gevolg van de crisis omstandigheden in liquiditeits moeilijkheden verkeeren. Het is in de practijk van den laatsten tijd wenschelijk gebleken, om in de voor deze credietver leening geldende bepaling eenige wijzigingen aan te brengen, in verband waarmede de Minister van Financiën de volgende me- dedeeling aan de Tweede Kamer heeft gezonden: „Bij de wet van 14 Juni 1934 werd op de begrooting van Financiën voor 1934 een artikel uitgetrokken strekkende onder meer tot dekking van verliezen welke voor het Rijk voortvloei en uit de z.g. „crisiscrediet- regeling" voor den middenstand Eenzelfde artikel kwam ook op de daaropvolgende begrooting voor. De „algemeene regels", welke voor deze credietverlee ning gelden, zijn laatstelijk ter kennis van de Kamer gebracht door toevoeging van die regelen aan de memorie van antwoord op het voorloopig verslag be treffende het zevende hoofd stuk B der Rijksbegrooting voor het jaar 1936. De wenschelijkheid is geble ken, deze „algemeene regels" te herzien. De credietverleening toch op den voet van de gel dende regeling beperkt zich tot volwaardige middenstandsbe- drijven, welke uitsluitend ten gevolge van de „crisisomstan digheden" in liquiditeitsmoei- lijkheden zijn geraakt. Het wordt echter steeds moeilijker de financieele moeilijkheden, waarin degenen, die een beroep op deze regeling doen, ver keeren, toe te schrijven aan de reeds verscheidene jaren gele den ingetreden economische crisis. Zonder in het karakter van den maatregel, die, naar algemeene erkenning, gunstige resultaten heeft afgeworpen, verandering te brengen, moest de omschrijving der gevallen, welke voor zoodanige hulpver leening in aanmerking komen, worden herzien. De „algemeene regels" vol gens welke deze credieten worden verleend, zijn derhalve gewijzigd in den zin, dat de credietverleening zal strekken ter tegemoetkoming aan liqui diteitsmoeilijkheden, waarin overigens volwaardige midden- 10 Het landgoed heeft veel minder die ren dan het gebruiken kan. Het vee is over de geheele oppervlakte verspreid en het is vrijwel onmogelijk voor Lan- nin's bende, een troep koeien te van gen en ze dan over de bergen te jagen zonder gezien te worden. Trouwens zou hij aan den anderen kant van het gebergte ook nog moeiijkheden hebben. De tijden zijn veranderd sedert mijn vader nog een jongen was en men bij Tree Sivers nooit naar de brandmerken op de koeien zocht of vragen over den oorsprong van het vee stelde. Tegenwoordig zijn er veeinspecteurs bij elk station en de spoorwegmenschen durven geen vee meer verzenden zon der de noodige papieren van den wet tigen eigenaar. Ik heb eens vernomen, zei Court, dat er plannen bestonden om een zijlijn van den spoorweg naar de Datil Sink te stellen. HmJa. Die plannen bestonden al tien jaar geleden, maar er wordt beweerd dat er grocte moeilijkheden bestaan. Een paar lui schijnen lucht van die plannen gekregen te hebben en koch ten toen zooveel grond, dat ze den.aan- leg onmogelijk kunnen maken Zou er echter ooit iets van den aan leg van dien spoorlijn komen, Miss Moran, dan zit u hier allemachtig aar dig I Er is een rijke waterbron bij den tweeden berg Twaalf mijlen verder, en uw vee zou al bij den spoorweg zijn. De ontmoeting met Kiny was een buitenkansje. Het was duidelijk, dat hij kwaad was over zijn lange en eenzame standsbedrijven, buiten schuld van den ondernemer, zijn ge raakt uit hoofde van in den betrokkenbedrijfstak heerschen- de omstandigheden, terwijl de eisch, dat het bedrijf moet be staan hebben vöör 1 januari 1930, is vervangen door den eisch, dat het bedrijf gedurende tenminste vijf jaren heeft be staan. Voor het overige moge worden volstaan met te verwij zen naar de „herziene algemee ne regels, die de minister aan de Kamer overlegt. Tenslotte wordt nog in herin nering gebracht, dat het in het voornemen ligt, om ook, wan neer het indertijd voor den bedoelden steunmaatregel ge stelde maximum van2mil!ioen is bereikt, met de credietver leening voort te gaan en der halve de genoemde grens zoo noodig te overschrijden. Naast enkele wijzigingen van ondergeschikt belang zijn dus ir. de voorwaarden voor deze bij zondere credietverleening de vol gende veranderingen gekomen a. Totnogtoe moest aantoonbaar zijn, dat een credietvragende middenstander uitsluitend als gevolg van de crisis met finan cieele moeilijkheden te kampen had. Deze bepaling is nu zoo veranderd, dat voor crediet in aanmerking komen zij, die buiten hun schuld, als gevolg van in den betrokken bedrijfs tak heerschende omstandig heden in liquiditeitsmoeilijk heden verkeeren. b. Totnogtoe moest de zaak van een credietvrager vóór 1 Jan. 1930 gevestigd zijn. Thans is het zoo geworden, dat het cre dietvragende bedrijf bij het indienen van de aanvrage ten minste 5 jaren gevestigd moet zijn. Deze twee veranderingen zullen ongetwijfeld ten gevolge hebben dat aan een aantal middenstan ders, die bij de oorspronkelijke regeling niet voor crediet in aan merking kwamen, thans wel cre diet kan worden verleend. De verdere bepalingen zijn ongeveer gelijk gebleven. In herinnering zij gebracht, dat als regel geen grooter bedragen verleend worden dan f 10.000— dat zooveel mogelijk zekerheid dient te worden gegeven, dat het crediet in 5 jaar moet wor den terugbetaald en dat het credietvragende bedrijf naar het oordeel der Bank in staat moet zijn den strijd om het bestaan met succes te kunnen voortzetten, In het bijzonder op dit laatste punt dient nog even de aandacht te worden gevestigd. Crediet kan alleen dan verleend worden, indien de finantieele verhoudingen door middel van het crediet gesaneerd kunnen worden en indien de rentabili teit van het bedrijf zoodanig is, dat geen verdere intering plaats vindt. Zou dit niet het geval zijn, dan zou de ciedietverleening slechts een verschuiving van moeilijkheden beteekenen en de betrokken zaak in afzienbaren tijd opnieuw vastloopen. Credietaar.vragen kunnen wor den ingediend bij de kantoren van de Nederlandsche Midden standsbank, bij de zelfstandige Middenstands- en Boazbanken en desgewenscht ook door tusschen- komst van andere bankinstellin gen. komen naar Limburgsche dienst meisjes. Men weze op zijn hoede 1 Ouders, tracht het edelste te bewaren van het bezit uwer kin deren: hun deugd. Moet gij ze naar den vreemde zenden om zich in dienstbetrek king verder te ontwikkelen voor hun toekomstige roeping in een eigen gezin en om hun brood te verdienen, draagt dan zorg, dat gij ze toevertrouwt aan ge zinnen, waarin ze veilig zijn. De Limburgsche dienstmeisjes hebben er nooit tegen opgezien ver van huis in betrekking te Saan. Vooral vöör d»n grooten oorlog waren er vele te Ant werpen en andere Belgische steden in dienstbetrekking, even als in de groote Hollandsche sleden, waarheen zij zich ook nu nog herhaaldelijk begeven en waar ze als dienstboden zeer gewild zijn, Het spreekt echter vanzelf, dat bij het aanvaarden van zulke betrekkingen groote voorzichtig heid in acht moet worden ge nomen. Onlangs vertoefden eenige da mes van de Katholieke Meisjes bescherming uit Den Haag ,te Roermond. Zij waren op de hoog te van het verblijf van vele Lim burgsche meisjes in de residen tiestad en moesten de treurige boodschap overbrengen, dat me nig Limburgsch meisje daar mo reel ten onder gaat. Wij meenen hierop de aandacht te moeten vestigen vooral van de ouders. Zij moeten wel weten, aan wie zij hunne dochters kinderen dikwijls van 15 tot 19 jaar toevertrouwen en zich op de hoogte trachten te houden van hun gedrag en hun verblijf. Het is voorgekomen, dat eenige Limburgsche meisjes, die er de voorkeur aan gaven, zich als dagmeisjes te verhuren en aldus alle avonden vrij hadden, samen gingen wonen. Tot welke gevaren zulk een verblijf in „een groote stad kan leiden, kan men zich in verbinding stellen met de Meis jesbescherming in de steden, waarheen de dienstboden zich begeven. Nu de Duitsche dienstboden weldra ons land zullen moeten verlaten, is het te verwachten, dat er nog grooter vraag zal ballingschap op een ver verwijderd grenskamp en dat hij het Young zeer kwalijk nam, dat die niet aan zijn voed selvoorraad gedacht had Had de opzichter eerst met hem ge sproken, dan zou King zeker zijn on tevredenheid niet zoo duidelijk getoond hebben. Hij reed met Nora Jane en Court terug naar de Zilverbron. Daar toonde hij hun waar Wallace begraven lag, er aan toevoegend dat de schaduwrijke weide de lievelingsplek van den vroegeren eigenaar der Bar Safter K geweest was. - Hij was het, die het op deze wijze inrichtte, zei King. Met al die ban ken en zoo. Jerry Evans hielp hem; wat één van de redenen is waarom ik ge loof, dat Jerry meet van Wallace's zaken afweet dan iemand anders. Wallace had die gewoonte hier veel te zitten. U kunt van hier af heel dui delijk zien, hoe de weg de Schedel Canyon verlaat; ik heb hem eens hoo- ren zeggen, dat hij van hier af iedereen die langs den weg naar zijn ranch kwam, een uur voor dien t*d kon zien en dus alle tijd had er over na te den ken, of hij den bezoeker zou ontvan gen of niet. Wacht eens even ik vraag me af. of iemand die schuilplaats van hem ontdekt heeft. Hij sprong van zijn paard, opende het hek van de omrastering en liep over de kleine weide naar de bron. Uit een spleet in de rotsen haalde' hij een leeren étui en liet toen een grooten, zeer kostbaren verrekijker zien. Ik geloof, dat buiten Kid en ik niemand wist, dat hij dezen verrekijker bezat Anders was hij zeker gestolen geworden. Wilt u dat ik 'm hier laat, juffrouw, of wenscht u hem mee te nemen Nora Jane gaf als haar wensch te kennen, dat de verrekijker op zijn plaats zou blijven In de eerste plaats zou men allicht moeten verklaren hoe men aan het ding kwam, als men er mee thuis kwam; en in de tweede plaats, zou ook de nieuwe eigenaar den verre kijker kunnen gebruiken om te zien, wie naar de ranch kwam. Ik geloof dat het beter is dat u nog even wacht voordat u Lafe Kid laat roepen, zei Tom King beleefd. Het lijkt me niet wenschelijk, dat hij vermoedt dat ik het was, die u dien raad gaf. Hij zou dan natuurlijk willen weten, hoe het komt dat wii elkaar ont moet hebben en waarover we gespro ken hebben. Ze volgde dien raad op en wachtte tot na het avondeten, voordat ze den opzichter riep en hem haar bevel mede deelde. Als reden gaf ze op, dat ze de mannen aan het einde van de week een deel van hun achterstallige loon wensch- te te betalen en dat ze dan alle cowboys tezamen wilde zien. Tom King kunt u nu uitbetalen, zei Young luchtig, en dan kan hij morgen naar het westelijk kamp terug gaan. Evans zal ik zelf tffet geld wel geven het werd toch tijd, dat ik hem nieuwe etensvoorraad bracht Soms heb »k het gevoel, dat die lui niets anders doen dan eten. Ze deed alsof ze den schertsenden toon niet hoorde. Wie is Evans O ja, die man in het andere kamp. Ik geloof dat het beter is dat u hem ook hierheen laat komen, Young. Het was duidelijk te zien, dat dit den opzichter niet beviel. Het is een vrij lange rif naar zijn kamp, juffrouw. Als ik een man naar hem toestuur, mis ik één cowboy voor het werk. Als u hem eten stuurt, mist u dien man ook, niet Zend morgen iemand naar hem toe om hem te roe pen. Ik wensch alle werkers persoon lijk te leeren kennen en hun mijn plan nen mede te deelen. De man staarde haar een oogenblik lang bijna onbeschaamd aan; daarna scheen hij van zienswijze te veranderen en knikte ten teeken van zijn instem ming. Een dezer dagen verschenen in een restaurant aan de Hoogstraat te Rotterdam twee mannen, die keurig in de kleeren staken en zich zelfbewust aan een tafeltje zetten, om een uitgebreid menu te bestellen. Het tweetal liet zich de spijzen uitstekend smaken. Toen de kof fie genuttigd was, vroeg een van hen, waar de telefoon was. waar na hij in de cel vijfmaal het cijfer twee draaide, ^aldus het hoofdbureau van de politie op bellend, waar hij naar een in specteur vroeg. Hij deelde dezen mede, dat hij met zijn kameraad in het restaurant, waarvan hij naam en adres noemde, uitstekend gedi neerd had, maar dat er geen middelen waren om te betalen, zoodat de politie hen maar moest komen halen. Dat geschiedde prompt. Dal tweetal lijkt me een paar sympathieke jongelui. Anderen, die tot het inzicht komen, dat de maatschappij hen, en zij de maatschappij niet kunnen helpen, nemen om in de gevan genis onderdak te komen een paar steenen en verbrijzelen de schuldelooze ruiten van zich niets kwaads bewuste winkeliers. Het bovengenoemde tweetal bleef tot in de gevangenis den weg der beschaving bewandelen; ze namen met een copieuzen maaltijd afscheid van de maat schappij, zochten geen herrie met den resturateur, maar belden zelf netjes de politie op, kortom: 't was af. Wij grinneken erover en mis schien grinneken ze zelf op het oogenblik nog na. En tóch is het een veeg teeken van den treurigen maatschappe- lijken toestand. Want deze jonge menschen lijken me toch geen échte misdadigers. Die melden zich niet vrijwillig voor onderdak in de gevangenis; die probeeren op zijn minst 'n kraak, als ze aan den grond zitten. Maar deze twee zullen waar schijnlijk om het behoud van leven en vrijheid hebben gevoch ten, zoolang ze konden. En toen het niet meer ging, moeten ze hebben ge'edeneerd: alleen de gevangenis biedt ons nog uit komst voor het leven. Laten we onze medemenschen niet lastig vallen; laten we ons „terugtrekken" uit de maatschap pij op een niet-opzienbarende wijze; laten we nog één moment het goede der aarde genieten en dan.... Deze .wijze van zich schikken in het onvermijdelijke is toch ook weer huiveringwekkend. Het geeft zoo de zekerheid, dat er ook nog een groep crisis slachtoffers is, voor wie als puntje bij paaltje komt slechts één „steunregeling" bestaat: op name in de gevangenis I Natuurlijk, juffrouw. U bent de chef en wat u wilt zal gebeuren. Ik zal één van de jongens morgen dadelijk naar hem toezenden, Nora Jane dacht een oogenblik na. Laat hem zeggen, dat hij Vrijdag hier moet zim Als hij of één van de andere mannen naar de stad willen gaan, kunnen ze dat dan Zaterdag doen. En den Zondag gebruiken om hun roes uit te slapen. Young grijnsde en liet zijn gele tan den zien. Hij vond zich blijkbaar gees tig. De nieuwe chef ging op de aar digheid niet in. Het leek het meisje een goede ge dachte al haar werklieden bijeen te roepen voor een bespreking. Zij kon hun dan haar plannen uiteenzetten en hun verzekeren, dat ze spoedig hun geheels loon zouden krijgen. Ze zou dan altijd een beroep op Carver's aan bod kunnen doen, en ze schreef den advocaat daarom een briefje, waarin ze haar voornemen uiteenzette. Zij sprak er niet met Court over; en indien hij de enveloppe met Carver's adres er op zag, zei hij er toch niets van. Hij beweerde, dat een rit nu en dan naar den top van den berg voor loopig zijn eenig genoegen zou zijn. lederen dag zat hij gedurende tien uren aan de schrijftafel van Wallace. Hij schreef een twaalftal brieven en legde haar die ter onderteekening voor. Ze waren geadresseerd aan alle banken van Vancouver tot El Paso, en ver zochten toezending van een uittreksel van de rekening-courant van den over ledene, met de vraag of Tomas Wal lace wellicht een safe gehuurd had. Later zal er genoeg werk voor u zijn, Lady Jane. Laat Young een paard voor u in orde maken en leert uw nieuwe bezitting zoo goed mogelijk kennen. Ik zal deze papieren in orde brengen. Zij inspecteerde het twee eeuwen oude huis en de onmiddellijke omgeving. Daarna breidde zij het terrein van OPRUIMING 1 NIEUWJAARS-VERSCHIJN- SEL1 (Dit artikel is enkel voor mannen geschreven.) Mannen-broeders Laten we sterk ztfn in de dagen welke we thans tegemoet gaan en die ons zwaar doen lijden in ons verstand en in onze portemonnaie. Ge weet natuurlijk al wat ik hier mee bedoel. De tijd der groote jaarlijksche uitverkoopen is nakende en straks zullen onze vrouwen besmet blgken met de epidemische koopjesziekte. Ziet de advertentie pagina's maar eens in van de krant reeds be vat ze de eerste verlokkingen, welke een speculatie vormen op de krank heid van geest, welke een der ver schijnselen bij de koopjesziekte is. De volgende week zuilen deze ver lokkingen kolommen en kolommen der krant vullen. Opruiming Ver beneden inkoopsprijzen Restanten voor bgna niets Er moet ruimte worden gemaakt voor de nieuwe voorraden! Als in opgewonden koortstoestand zullen de vrouwen langs de etala ges schuiven, vergelijkende, soms als het heel erg is, boksende, vech tende, om elkaar de „mooiste" koop jes te betwisten. Ze zullen ons trachten te vermur wen met haar verhalen over onge looflijke dingen vaD prgs en kwa liteit; ze zullen ons trachten te overtuigen, dat ze zeer binnenkort niets meer zullen hebben om aan te trekken, dat de kinderen tot schande van vader en moeder over de straat loopen met hun afgedra gen jasjes en dat vader zelf.... Enfin, mannen-broeders, ge kent die verhalen! Reeds zoo vaak zgt ge bezweken onder de dramatische effecten er van en.... dezen keer zult ge er wéér onder bezwijken. En in uw portemonnaie tasten. Of den inhoud van een stiekum potje offeren. Ge zult wéér bezwijken voor de. logica Inderdaad, de logica. Laten we eerlijk zijn en het al thans als mannen onder elkaar de vrouwen lezen dit artikel niet eerlijk bekennen, dat de koopjes ziekte der vrouwen een gezonde ziekte is Zeker, ook in het goede kan een mensch overdrijven, maar in het algemeen gesproken: van een oprui, ming profiteeren is verstandig Wij geven dus nooit zoo openlijk tce, omdat we als duiveltjes op de geldkist (groot of klein) plegen te zitten. Zoo is nu eenmaal onze man nen-aard. Wij zijn wat men noemt, van vast houden. Vasthouden is onze hoogste economische wijsheid. Neem dadelijk bespaar U die nare dagen Binnen een kwartier verdwijnen Uw pijnen, Uw lusteloosheid, Uw mi graine en gevoelt ge U vroolijk en opgewekt. Let op het AKKER-merk. Per koker van 13 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. GARANTIE JSEMb&fiÖ? want ze bevatten een bijzondere combina tie van uiterst geneeskrachtige stoffen, volgens recept van Apotheker Dumonr. Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in huis te hebben, dan hebt Ge ze bij de hand, want vannacht nog kunt Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla peloosheid of als koorts overvalt I Als er geen vrouwen waren, om ons tegen ons zelve te beschermen, dan hongerden we dood aan onze vasthoudendheid. De vrouwen beoefenen een veel gezondere economie. Die zeggen geld is er om het uit te geven en: om het goed te besteden. Zoo nuttig mogelijk. En dat is inderdaad een kunst, een kunst, welke veel en veel moei lijker is dan die van onze vasthou- derij. De vrouwen verstaan die kunst. Wij, mannen- broeders, gelooven niet in „koopjes", omdat we graag de centen vasthouden. Allemaal boerenbedrog zeggen wij, Vrouwen gelooven in koopjes, om dat ze ervaring hebben op dat ge bied. In een huishouden gaat het zoo: Als een man een paar sokken zou noodig hebben en ze persé zelf wil koopen, schaft hij er zich een paar aan van een kwartje. Voordeelig! En na een week zijn de sokken op en ze kesten hem dus 'n kwartje per week. Heeft een vrouw ze voor ons ge haald, dan zegt ze, dat ze „maar" een gulden kosten. In werkelijkheid heeft ze er f 1.50 voor betaald, doch we doen er 20 weken mee. Ze rekent ons dus voor, dat we per week slechts 5 centen versokken (in werkelgkh^d 71/» ct., wat toch nog altgd een groot verschil is met de uitkomst van onze eigen sokken- wijsheid. We doen werkelijk het voo rdeeligst wanneer we de vrouwen maar laten huishouden. Het is niet noodig dat we in wijsheid ons hoofd schudden, wanneer de vrouw straks thuiskomt met een paar nieuwe overhemden. Terwijl we er toch nog drie hebben, die heelemaal heel zijn Ons oordeel gaat slechts over „heel of kapot", maar een vrouw bekijkt onze todden tegen het licht en ziet precies, hoever ze heen zijn en hoe kort ze nog maar mee zul len kunnen. Als onze drie „heele" overhemden straks in flarden zijn, haalt ze een paar nieuwe voor den dag, die in uitverkooptijd gekocht zijn voor een zacht prijsje. Heusch een vrouw zorgt in den goeden zin des woordsze rekent met de toekomst. En dat is voor deelig. Want in uitverkooptgd zijn er in derdaad koopjes te halen. het terrein van haar werkzaamheden uit tot het bergpad en den gemakkelijken rit naar de Zilverbron Van deze uitkijkpost af zag ze vier dagen later, hoe een auto de Schedel vallei verliet en in vlugge vaart de ge bouwen van de ranch naderde. Zij herinnerde zich plotseling den verrekijker en haalde hem uit de schuil- plaaats. Zij zag dat het Carver's wagen was, maar het was moeilijk den snel len wagen in de lenzen van denvèrre- kijker te blijven volgen. Plotseling werd haar aandacht door iets anders getrok ken. Het was een ruiter, die in kalmen draf den weg afkwam, een stuk achter de auto. Terwijl ze naar hem keek wierp hij plotseling zijn armen in de lucht, en viel toen over de schouders van het paard als een zwemmer, die duiken wil. Het paard begon te rennen, doch de man bleef stil liggen, een donkere vlek op het roode lint van den weg. Het meisje dacht juist, dat de man waarschijnlijk uit het zadel geworpen was, toen ze zwak maar duidelijk het geluid van een geweerschot hoorde. Nora Jane dacht er geen oogenblik over na, wat dat schot te beteekenen kon hebben of wat het beste was voor haar te doen. Een man was voor haar oogen dood geschoten en als razend galoppeer de ze het pad af sprong achter het stuur van haar auto en vloog even later den weg naar de Schedel Canyon op Op den top van den heuvel dwong de haar tegemoetkomende auto haar bijna in een greppel te rijden, wilde ze een aanrijding voorkomen. Ze herkende de krachtige gestalte van Augustus J. Carver «n over haar schouder schreeuwde ze hem toe, dat hij omdraaien en haar volgen moest. Haar voet drukte op het gaspedaal en de wagen schoot in een sneltempo over den weg, die nu vlak en effen was om in de verte in de Canyoii te verdwijnen. Daneerst een vormeloos iets op den weg, dat van dichtbij gezien, de roerlooze gestalte van een cowboy bleek te zijn. De remmen knarsten, de auto hield met een ruk stil, de deur vloog open. Haar eene voet rustte al op de tree plank, toen zij plotseling eenige bewe ging in de struiken langs den weg meenden te zien. Eén oogenblik stond haar hart stil. Toen werden de takken der struiken opzij geschoven en kwam ITed Court te voorschijn. Zag u het gebeuren vroeg hij rustig Dat moet wel anders was u niet zoo vlug hier. Wiewie is het fluisterde zij. Zij kon haar blikken niet meer af wenden van de stille gestuite op den grond. Ik weet het niet. Maar dat komt er nu niet op aan. Wat hebt u gezien? Ik was bij de Zilverbron en keek door den verrekijker, dien King ons toonde. Hij.... deze man.... kwam uit de Canyon gereden. Toen wierp hij plotseling zijn armen in de lucht en viel.... het paard rende verder Zag u niemand anders Nee Eerst dacht ik, dat zijn paard hem uit het zadel geworpen had toen hooide ik een schot. Slechts één Ja. Ze scheen plotseling als uit een be nauwden droom te ontwaken Maar we moeten iets doen Mis schien is hij nog niet dood. Geen kans, dat hij nog leeft Hij heeft nooit geweten, wat er met hem gebeurde. Er is een groot gat in zijn hoofd Ik kon het van daar af zien. j Hij staarde in gedachten en zonder eenige emotie naar dep doode. Er vloog plotseling een verdenking door Nora Jane's hoofd. Ze trachtte zich zelf wijs te maken, dat er absoluut geen bewijs voor haar verdenking bestond, maar het onomstootelijke feit bleef bestaan, dat het van deze plek naar de ranch meer dan twee mijl ver was (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5