tweede bi. ad van peel en maas De PeelontgiiL ningen. FEUILLETON. Een meisje in de Wild West. Evenjnadenken als 't u belieft! SCHRALE HUID KLOOSTERBALSEM Zaterdag 24 December 1938 wegen en vijmgsic .jaargang nu as Negen en vijftigste Jaargang No 52 WAAR NEDERLAND VRUCHTBAAR WORDT. Nederland is een klein land met daarom zeer beperkte uit breidingsmogelijkheden vooral op landbouwgebied. Met deze mo gelijkheden moet worden gewoe kerd en inderdaad worden op alle manieren de bestaande mo gelijkheden uitgebuit. We behoeven slechts te wijzen op de drooglegging van gewel dige gebieden in het IJselmeer, op de groote ontginningen in Overijssel en Drente. Dan zijn er de inpolderingen van de Wadden, binnenkort verwachten wij het streekplan van den Beerschen Overlaat, wanneer 20.000 H.A. kostbare grond in Brabant onbe reikbaar zullen worden voor de wintersche wateren van de Maas. De landaanwinsten, die wij hier hebben opgenoemd, zijn echter geen zuivere winst. Men moet daar tegenover stellen het verlies aan bouw- en grasland, dat wij de laatste jaren hebben geleden, door het verloren gaan van grond bij stedenuitleg, den aanleg en de verbreeding van wegen, bij de uitbreiding van het kanalen- net. Men kan dit verlies aan bouw- en grasland der laatste jaren becijferen tot de uitgestrekt heid van den Wieringermeer- polder. Er zit dus een toekomst in de gebieden, die voor ontginning gereed liggen. De vraag blijft alleen, hoe die ontginningen moeten worden aangepakt, opdat de bevolking zooveel mogelijk met deze landaanwinst gebaat zijn. DE PEEL Volgens een oude opgave be sloeg het gebied van Peelland in de vorige eeuw een uitgestrekt heid van 99.014 bunder. Lorié heeft aangetoond, dat het hoogveengebied van de Peel eens een oude Maasarm moet zijn geweest. Door het vermin deren van haar waterafvoer en de grondbewegingen, verlegde de rivier voortdurend haar bed ding, totdat zij dit oude stroom gebied voorgoed verliet. In dit moerassige laagland ontstond een uitgestrekt boschgebied. Interessant is het te vernemen, waarvan men vroeger den naam Peel afleidde. Zoo vindt men t.a.p.„Sommigen denken, dat het woord Peelland en Peellan- ders van het Latijnsche Petulans, dat is dartel, moet ontleend worden, omdat de oudste bewo ners zoo dartel en brooddronken leefden, of niet gaarne gebukt wilden gaan onder het juk der overheerschers, maar het bij alle gelegenheden zochten af te wer pen. Nog zijn er, die hier weder 'n ander Latijnsch woord willen in aanmerking genomen hebhen, nl. Pedum, eene herdersstaf en dan zou Peeüanders of Pedelanders (zoo schreef en sprak men oud tijds dit woord uit) eer. volk, hetwelk met stokken en knotsen gewapend ging en die zij ter verdediging'gebruikten, te kennen gegeven hebben." Taalkundige onderzoekingen hebben echter aangetoond, dat de benaming Peel wel van een Latijnsch woord is afgeleid, niet echter van beide bovengenoemde maar van het Latijnsche woord Palus. Toen de Romeinen in'ons land kwamen, vonden zij deze einde- looze vlakte, die zich uitstrekte van Zuid naar Noord in een boog om het hoogere land van de Meijerij heen, een eindloos moe ras, met buntgras en hei, waar over de wind heentuimelde.^De Romeinen gaven den naam aan deze vlakten, Palus, _dat is moeras. Tweeduizend jaren heeft de Peel haren naam met recht ge dragen. Aan den rand van den Limburgschen en Brabantschen kant verrezen de durpen en groei den spitse kerktorens den hemel in. De Peel bleef de eeuwen door eenzaam en onbevolkt. Op een kaart van Nic. Visscher uit 1670 staat zij vermeld als: „een weeke en moerassige streek lands, waarover nauwelijks een mensch gaan kan." Des winters werd de Peel ge heel overstroomd en eerst als 't vroor, werd de Peel begaanbaar voorde bewoners van den West en Oostrand. De Peel bleef een grensschei ding, de eeuwen door tusschen de bevolking van het Brabantsche en het Limburgsche. Het was een donker en ruig land, waar oude sagen en legenden leefden en langdurige grensgeschillen hebben bestaan over de schei dingslijn, die Brabant van Lim burg in de Peel scheidde. Eerst in 1715 werd te Venlo een verdrag gesloten tusschen de commissarissen des konings van Pruissen, aan wien Limburg als Opper-Gelder behoorde en die der Algemeene Staten waarbij de grensscheiding geregeld werd. Er werd een grarht gegraven door de Peel, die door de sche penen der aangrenzende plaatsen om de drie jaren moet geschouwd worden. Zoo werd de vredepaal opge richt, waaruit waarschijnlijk de naam Vredepeel ontstaan is. Aan den groenen Peelrand lagen de dorpen. Van de stille Peelkom uit zag men in de verte den smallen grijzen rand van boomen. Men zag kerktorens, die met hun blauwleien dak den bewolkten hemel inpriempden. Over hun land, dat openscheur de achter de ploeg, zagen de boeren in de wijdte en de diepte Ook kon men er zeker van zijn, dat men uit het zadel gesmeten werd maar er tegelijkertijd op vertrouwen dat het paard nooit een verslagen tegenstander zou trappen. Tugboat was een sportief schepselwat niet van Late Young gezegd kon worden. We hebben kans, dat-ie zich ook tegen mij verzet, merkte de opzichter op, toen hij op het zadel sprong, zag hij dat de ramen en de deur van het staaphuis der cowboys versierd waren met de hoofden van zijn eigen men- schen. Slechts één der cowboys wist, dat het paar oorspronkelijk voor den groen gezadeld was; en Young wist secuur dat John Huntoon over de ver rassende programmawijziging niets zeg gen zou. Alleen een kleine demonstratie voor onzen nieuwen chef, lui, riep Young met niet gemeende jovialiteit. Een paar van jullie kunnen ko men om de stukken bij elkaar te zoe ken. Hij plaatste zijn rechter voet stevig In den stijgbeugel. Tugboat herkende het signaal. Hij spitste eerst de ooren en legde ze toen vlak tegen het hoofd. Young rukte sterk aan de teugels.... als het paard door één of ander won der niet bokken wou, zou hjj hem er zeker niet toe dwingen en het dier trompette als een olifant t Tugboat sprong in de lucht en begon te steigeren, totdat de berijder ver- C'licht was de teugels losser in de hand e houden, om gereed te zijn er af te Springen voor het geval het paard van plan was op zijn rug te vallen. I van de Peel. Soms ontgonnen zij een stukske land, dat met een punt de Peel in liep, maar de afwatering was slecht en op het nieuw ontgonnen land groeiden tugt en biezen. i Neen, de boeren hadden in de Peel niets te zoeken. Soms gin gen ze met kar en paard de Peel in om turf te halen voor hunne haardvuren en strooisel voor de diepe potstallen. Alleen de herder trok onder den hemel van alle jaargetijden de Peel in, den weg van het karspoor volgend en 't zandpad, dat in den einder verloren liep, of een diagonaal trok over de vlakten der eenzaamheid. Onder de pooten der schapen was het droge breken der heidestengels en de lammeren liepen mekkerend achter het moederschaap aan. Ook de imker reed op een zeker seizoen de Peel in. Voor de kleine lichte kar was de hit gespannen en op de kar stonden voorzichtig de bijenkorven opge tast, waarvan het vlieggat was dichtgemaakt. Het was in den tijd, dat het jaar naar het feest liep van de Hooge Lieve Vrouw. Maar voor de rest lag de Peel stil en verlaten, een donkere drassige kom tusschen de ak kers, het bouwland en de weiden van de dorpen rondom. En zoo schoven de eeuwen heen over dit vlakke en eenzame land, zooals de wolken varen over de verte. Een krans van twintig gemeen ten, Brabantsche en Limburgsche dorpen ligt rond de Peel. De Peel was niet alleen een gewestelijke grens, maar ook een taalgrens. In hel Oosten eindigen veel van de dorpen, die aan de Peel liggen op „lo"; Oploo, Mer- selo, Weverslo, Oirlo, Melderslo; de plaatsen, die aan den West kant liggen veelal op „el". Vol- kel, Boekei, Handel, Mortel, Bakel, Liessel. Er leven nog vele oude ver halen aan den rand van de Peel. Maar de figuren uit de boeken van Antoon Coolen, gaan met zekere schreden den mistigen weg der historie op. DE NIEUWE TIJD. Het is veen geweest, dat de eerste vreemde onderdemers naar de Peel heeft gebracht. In 1853 werden de eerste 610 H.A. Peel ter vervening door de gemeente Deurne verkocht. In 1863 werd de Mij. tot ver vening van de Peel, genaamd Helenaveen, opgericht. De Hele- navaart en de Noordervaart wer den gegraven. In 1866 verwaait voor 't eerst dê witte rookpluim van den trein op de lijn Venlo Eindhoven over de leege vlakte. Stil en wijd ligt nog de Peel, maar de ontsluiting is begonnen. Het ratelen van den trein weer klinkt tot diep in de verte; de eerste turfschuit breekt den blin kenden spiegel van een pas ge graven kanaal. In het Zuidwesten De geoefende Tugboat voelde het losser worden van den greep. Hij maakte een zijdeiingschen sprong, in de tucht zijn rug krommend als een woedende kat, en kwam zes voet verder op zijn, ats stalen stangen gestrekte pooten weer op den grond. Young hield dezen sprong nog uit. Het paard sprong weer in de lucht en draaide zich een heele slag om. Nog eens en nog eens Er zijn weinig paarden, die dit moei lijke kunstje kunnen doen, maar er zijn nog minder ruiters die bliksemsnel de bewegingen met het bovenlichaam kun nen maken, die noodig zijn om bij de plotselinge wendingen van het paard het evenwicht te kunnen bewaren. Lafe Young behoorde niet tot die ruiters 1 Hij trachtte zich te houden door nu eens het zadel en dan weer de teugels te grijpen, maar bij de formi dable sprongen van Tugboat vloog zijn lichaam te veel naar één kant. Op dit oogenbtik had Tugboat ge wacht. Hij boog den kop naar beneden, wierp het achterlichaam de tucht in en wierp den ruiter met een geweldi gen zwaai uit het zadel. Ted Court was de eerst, die bij Young stond. De opzichter was één oogenblik lang verdoofd geweest, maar toen Court zijn hoofd ophief, opende hij de oogen. Een korte handdruk op dit oogenblik en een dramatisch hoofdstuk in de ge schiedenis van Tedder County zou nooit geschreven zijn Maar zooals gezegd, Lafe Young was geen sportlef man. - Ditmaal heb je gewonnen, jij ver vloekte nieuweling, gromde hij; - de volgende keer ben ik aan de beurt. Court anfwoordde vriendelijk en be minnelijk Je bent gevuld met gif, Lafe. En je bent op een paard evenveel waard als tegenover den loop van een revol ver. Begin je spelletje maar, man, ik lust je. ACHSTE HOOFDSTUK. Vergeet het, had Court het meisje bondig aangeraden, toen ze zich woe dend toonde over Lafe Young's streek. De gekneusde en geschramde op zichter was niet in staat hen te bege leiden en dus reden ze alleen het pad naar Zilverbron op, om daarna onder de hooge sparren naar het hoogste punt van den Hidalgobergketen te rijden. Court maakte haar duidelijk, dat het volgens een cowboy het toppunt van humor was, als men een „groentje" een wild paard liet berijden; en aange zien de grap ditmaal teruggevallen was op dengenen, die hem wilde uithalen, was er geen reden veel herrie over te maken. Half onwillig stemde ze er tenslotte in toe, de zaak op haar be loop te laten. Maar vergeten kon ze het incident niet. De Zilverbron, waar Thomas Wallace begraven lag, onder de hooge sparren waarvan hij zooveel gehouden had lag direct boven de roode daken van de gebouwen van de ranch. Het terrein rondom de bron was tegen het vee omrasterd en geplaveid met stukken zandsteen uit de bedding van de Schedelbeek. In de schaduw der sparren, op één der primitieve banken gezeten, kon men niet alleen een flink stuk van het land goed zien, maar ver in het Zuiden aan het andere einde van de San Andreas- vlakte de wazig blauwe toppen van de Tierra Feliz, de Gelukkige Bergen. Boven de bron liep de weg in Ser pentines naar den top en daar In het van morgendauw vochtige gras van een bergweide, wachtte een man op de twee ruiters. Het was een lange kerel met een vei woerd gezicht en gekleed in een versleten cowboy costuum. Op zijn bovenlip prijkte een zwarte snor. Zijn blauwe oogen keken strak naar den man en het meisje en naar de paar den, die ze bereden. Court knikte kort en begroette den man. klimmen rookendc schouwen de lucht in; de schoorsteenen van de fabrieksstad Helmond. In 1880 begint de turfstrooisel- industrie op te leven. Fabrieken werden gesticht in Helenaveen en verderop aan de Helenavaart. Het grauwveen, de bovenste laag van het veen, ook. wel bonksel genaamd, wordt door de turf- strooiselfabrieken verwerkt. De Peel wordt verveend. Een zame Peelwerkers wonen in don kere armoedige hutten. Hun tocht gaat achter den stikker aan, die het zwarte veen in rechte lagen wegsnijdt. De turfstrooiselfabricage was voor de latere ontginningen uiterst funest. Waar vroeger het bonksel op den afgegraven grond werd gestort, ontstond een goede grond geschikt voor tuin- en landbouw. Waar 't bonksel werd weggegra- ven, bleef niets dan een naakte zandgrond over. DE ONTGINNING. Brabant heeft wel zijn deel ge had in de agrarische en econo mische depressies van de vorige eeuw. De Belgische oorlog in 1830 brengt een landbouwcrisis in Brabant, zoodat zelfs vele zandboerderijtjes werden verlaten. Daarenboven was de waterstaat kundige toestand in het Brabant van de vorige week treurig. In 1850 worden de prijzen der landbouwproducten beter en de Brabantsche gingen in dien tijd over tot verkoop van hun ge meentegronden om hun schulden te delgen. Van 1877 tot 1890 komt over Nederland de groote landbouw crisis door de steeds hooger wordende beschermende rechten in andere landen en dan door de concurrentie van Amerika. Het rapport dat over den toestand in Brabant verscheen, was nog veel somberder dan dat der provinciën. In 1880 koopen twee Amster dammers het eerste heidecomplex onder Bakel en pakken de ont ginning aan. Maar de eerste pri mitieve ontginningspogingen mis lukken tot er de pas opgerichte NederlandscheHeidemaatschappij bijgehaald wordt. DE ONTSLUITING. De Peelontginning is 't eerste groote werk geweest der Heide maatschappij. Wel hadden de boeren aan de randen soms op eigen houtje kleine stukken ont gonnen, maar aan de ontginning van een groote landstreek dient noodzakelijkerwijze de ontsluiting vooraf te gaan, die bijna niet door particulieren kan geschieden Voor zoo'n groot gebied als de Peel moet een streekplan ge maakt worden, wegen moeten worden getrokken van het eene uiterste van het gebied tot aan den laagsten horizon. De ontwa tering dient op groote schaal en afdoende te geschieden, waarna de ontginning ter hand kan ge nomen worden. In 't centrum van de woeste Peel groeit een groen eiland. Het dijdt uit tot 3500 Hectaren. Nieuwe dorpen winnen het aan schijn in het vlakke land. Roode daken boven groene weiden aan den rand van een donker jong geplant denntnbosch. t iZóó ontstonden Beesterveld en de Rips, Stippelenberg, Bunt- horst, Valepeel, Vinkepeel en de Slink, de Dompt, deVossenberg v.d. Elzendorp, de Princepeel en Ysselsteyn. In de Middenpeel: groote com plexen bosch en in het midden gedeelte de groote boerderijen van Hollandsche kaasboeren met met elk een grondbezit van 30 tot 40 H.A. Langs alle einders vindt men nu nieuwe wegen, nieuw land De Peel, de oude rosse vlakte slinkt. Van 1900 tot 1929 kromp deze oude barre grond van 47.804 tot 26.327 H.A. En dan wat de laatste tien jaren verdween DE TOEKOMST. De Peel zal niet geheel ver dwijnen. Groote natuur-reserva- ten zijn in het streekplan opge nomen. Natuur-reservafen waar de Peel zal blijven liggen in haar ertoestand van einder tot einder, vlakten, waar ik in September de gentiaan vond bloeien en waar de goudpluvier wegtrippelde in de ruigte. En de toekomst? Onder een oppervlakte van 19.500 H.A. ligt tot op een diepte van 1200 M. in ontginbare lagen steenkool tot een hoeveelheid var. 1 766.100.000 ton; beneden de diepte van 1200 M. ligt in ontginbare lagen een voorraad steenkool var. 799.200.000 ton. Te zamen een hoeveelheid van 2.565.300.000 ton steenkool, die de Peelgrond herbergt, een voor raad, die voor Nederland voor 200 jaar voldoende is. Als het Limburgsche steen kolenbekken is uitgeput, zullen de schachten naar 't Noorden verschuiven. De eens zoo een zame Peel zal een woelig indus triegebied zijn, een brandpunt in Nederland. De Peel, ruigte, eenzaamheid, verten, stilte: industrie, schachten, schouwen, cokesovens, mijnste- den.... Wie laat vandaag nog de keus tusschen poëzie en economie Msb. U.N. Zijn schulden niet betalen. Een moderne vorm van diefstal. Een beetje verdrietig huishouden was het, zooals er zooveel zjjn in deze tijden. Och, U kent de oude historie wel. Een goede zaak gehad, toen de malaise en daarmee de achteruit gang. Jaren gevochten tegen het naderende spook van den financieelen ondergang. Volhouden maar, altgd volhouden. Mörge! Mörge. Ik zag u het pad van de bron op komen en vroeg me af, wie u kon zijn. Daar u op paarden van de ranch zit, waarvan er zelfs één van Lafe Young is veronderstel ik dat u recht hebt, hier te zijn. Court antwoordde in hetzelfde ge rékte cowboydialect, dat de man sprak. Deze dame Is Miss Moran. Wal lace was haar oom en zij is nu de be zitster van de ranch. Mijn naam is Court. Court zei verder niets over zich zelf, maar de cowboy scheen niet nieuws gierig te zijn. Ik ben Tom King.... daar van het grenskamp van Badger Creek. Zou u mij ook kunnen zeggen, of Lafe Young nog op-richter is daar beneden Een half uur geleden, toen we hem verlieten, was hij het nog. Hm En u zit op zijn makke knol. Is dat een mak dier? Hij noemde het een half getemd paard. Vijf jaar geleden was het half ge temd. Nu bestaat er geen makker en kalmer dier in dit gedeelte van de Vereenigde Staten. Dan ^veronderstel ik, dat Lafe Young zich vergiste. De woorden der beide mannen klon ken onverschillig, maar Nora Jane voelde, dat er onder die oppervlakkige zinnen een beteekenis verborgen was. Tom King's blikken flitsten van Court naar haar en daarna weer naar Court. Iedere korte vraag en ieder kort ant woord leken het spel van floretten, ge hanteerd door meesters in de scherm kunst. Geen van beidon sprak verder over het paard, dat Court bereed Lafe vertelde Miss Moran gis teren, dat twee van zijn mannen op de grenzen van de ranch aan het werk waren. Hij scheen u niet terug te ver wachten. Dat geloof ik. Ik smeerde hem. Vier dagen geleden had ik al geen sui ker en koffie meer, en gisteren kreeg ik gebrek aan meel en tabak. Dat werd me te bar. De rit duurt langer over de ber gen dan door de vlakte, niet? Héél even vonkte de blauwe oogen. Er is een pad. Als ik dezen weg nam, kon ik nog even een blik op het noordelijk deel van de ranch werpen. Iemand moet het tenslotte doen. En Lafe Yoeng doet dat niet... bedoelde u dat?, vroeg Court vlug. Lafe is een goede cowboy. De loonen worden hier niet meer zoo re gelmatig betaald sedert Wallace dood is. Het is best mogelijk, dat Lafe Young wacht. Juist I Miss Moran wacht ook. Zij wacht op iemand, die haar verlellen kan hoe de zaken hier eigenlijk staan. Lafe Young schijnt daarvoor niet ge schikt te zijn. Weer had het meisje den indruk, alsof er een luchtig spel met degens gespeeld werd. Court had zijn blik Ia- ten zinken naar den grond, wachtend op het antwoord. Dan wacht ze niet op mij maar dat wil niet zeggen, dat ik me tot de vriendjes van Lafe reken. Want dat is niet waar. Waarom laat u Jerry Evans, die op het Oostkamp is, niet komen Hij wordt Goudtand-Kit ge noemd. Hij en ik waren kameraden op de ranch. Wallace bracht hem hier naar toe. De Ktd heeft voor Wallace gewerkt ergens in Nevada Lafe zond hem da delijk na de begrafenis van Wallace naar dat kamn. Best mogelijk, oat Goudtand-Kid de man is dien u noodig hebt. Er werd nu niet langer geschermd. King had zijn degen in de schede ge stoken en definitief de zijde van de nieuwe eigenares van Bar Rafter K. ge kozen. Gedurende al den tijd dat het meisje op haar paard had zitten wach ten en luisteren, had de man zoowel haar als Court opgenomen en daarbij zijn oordeel gevormd. Ze voelde, dat deze man eerlijk en te vertrouwen was, en ze reed op hem toe. Als Ge geplaagd wordt door schrale huid, kloven, gesprongen handen, dan komt dat, doordien Uw huid door de schrale wind te veel is uitgedroogd, te weinig vet bevat en niet vol doende functionneert. Verzorg Uw huid dan dadeltfk met Kloosterbalsem. Wrijf 'a avonds wat Kloosterbalsem op Uw huid, wrijf goed in. Na een kwartier is de Kloosterbalsem door Uw huid opgezogen. Gedurende de nacht doet de Kloosterbalsem zijn huidgenezende en huidversterkende werking. Kloosterbalsem dringt diep in de weefsels en maakt Uw huid gezond, glad en gaaf, bestand tegen 't ruwe klimaat. Akker's Kloosterbalsem bijt niet, zooals andere middelen en is ook niet te vergelijken met geparfu meerde crèmes, die wel aange naam ruiken, maar niet genezen AKKER'S Pot van 25 Gr. f 0.62i/2, pot van 50 Gr. f 1.04 Maar de klanten bleven minder komen en de malaise hield aan, ach Multatuli zou zeggen: Lezer, ik weet dat ik eentonig benhet was de droeve geschiedenis van zooveel kleine marteiaarslevens van tegen woordig. En toen kwam de slag... Een slag, die niet toegebracht werd door de beperktheid van de cliëntèle of door versaging van hun moedigeD strjjd, maar door wanbe taling. Doordat er een soort menschenis, die hun winkelier niet betalen en ondertusschen van alle genietingen profiteert en langs de straten fla neert in fijne costuums, maar de rekeningen afwimpelt met 't eeuwige: er is geen geld. Menschen, die hard werkende medemenschen laten op draaien voor hun lust tot plezier of verkwisting... En als je ondanks je harde werken en ondanks je moed niet door de malaise maar door zulke menschen tot een failleur bent genoopt ge worden, dan word je zuur, dan word je hard en dat is geen wonder ook. En zoo zat moeder zich bitter te beklagen, toen de kapelaan naar het wel en wee van haar huisgezin vroeg.... En het ergste is, Eerwaarde, het zgn je eigen geloofsgenooten, die je dat aandoen, je ziet ze vóór je zitten in de kerk en maar bidden, maar hun schuld betalen ze niet, ze laten mjj en mjjn kinderen vergaan en verhongeren en spelen zelf mooi weer van andermans geld. Huichelaars.... Ook dat mislukt Een zeker span was al tien jaar getrouwd, maar had toch altgd haken en oogen met elkaar. Op zekeren dag bezocht de oude man een vriend waar 't hem opviel, dat deze een heel ander leven had. Bjj het weggaan zei de man: Ik ben erg tevreden over m'n bezoek, ge lftkt zoo gelukkig. Hoe hebt ge dat eigenlijk ingepikt Och, 't is heel eenvoudig, ant woordde de vriend, 'n vrouw is gauw tevreden en daarom kus ik ze zoo nu en dan eens, De man dacht, dat hij deze me thode ook wel eens kon volgen en direct toen hij thuis kwam en z'n vrouw de deur opende, pakte hij haar en gaf haar een kus. Maar de vrouw barstte in tranen uit: Dank u, Mr. King. Laten we el kaar de hand geven. Dit alles is totaal nieuw voor mij en ik kan iederen vriend gebruiken dien ik maar vind. De ernstige trekken van den man verzachtten zich. Hij rukte de zware rijhandschoen van zijn rechter hand en greep haar hand.& Ik heb nog nooit eerder voor een vrouwelijke baas gewerkt; juffrouw, maar ik geloof wel. dat we het samen zullen vinden. Laat u dat. „Mr" maar liever. Ik kom net zoo vlug als u gewoon „Tom" roept. Van den rand van de bergweide wees hij met zijn vinger de noordelijke grens van de Bar Rafter K. bezittingen aan. Daarachter vielen de noordelijke hel lingen van de Hidalgobergen neer in de woestijn van Datil Sink, mijlen en miilen van onvruchtbaren grond, waar zelfs een ezei van honger zou moeten sterven. U zou hier eigenlijk geen omras- rastering noodig hebben zei King, - als er niet aan de andere zijde van de bergen, bij de Datil Sink, een stelletje aai dig ruwe kerels huisde Butch Lannin en zijn bende. Als het vee aan deze zijde van de bergen loopen zou, zou het maar een kleinigheid zijn een troep koeien op te vangen en ze naar de hoofdlijn van den spoorweg te drijven. Als het geregend heeft, is er daar, aan gene zijde, genoeg water, als je het meer te vinden weet. Bij zoo'n tocht zou je natuurlijk een paar dieren ver liezen, maar als de beesten gezond en goed verzorgd zijn krijg je de meeste wel waar je ze hebben wilt. Maar dat zou toch diefstal zijn, riep Nora Jane uit. Juist, juffrouwmaar u behoeft zich daar geen zorgen over te maken. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5