tweede bi. ad van peel en maas
De PeelontgiiL
ningen.
FEUILLETON.
Een meisje in de
Wild West.
Evenjnadenken als
't u belieft!
SCHRALE HUID
KLOOSTERBALSEM
Zaterdag 24 December 1938 wegen en vijmgsic .jaargang nu as
Negen en vijftigste Jaargang No 52
WAAR NEDERLAND
VRUCHTBAAR WORDT.
Nederland is een klein land
met daarom zeer beperkte uit
breidingsmogelijkheden vooral op
landbouwgebied. Met deze mo
gelijkheden moet worden gewoe
kerd en inderdaad worden op
alle manieren de bestaande mo
gelijkheden uitgebuit.
We behoeven slechts te wijzen
op de drooglegging van gewel
dige gebieden in het IJselmeer,
op de groote ontginningen in
Overijssel en Drente. Dan zijn er
de inpolderingen van de Wadden,
binnenkort verwachten wij het
streekplan van den Beerschen
Overlaat, wanneer 20.000 H.A.
kostbare grond in Brabant onbe
reikbaar zullen worden voor de
wintersche wateren van de Maas.
De landaanwinsten, die wij hier
hebben opgenoemd, zijn echter
geen zuivere winst. Men moet
daar tegenover stellen het verlies
aan bouw- en grasland, dat wij
de laatste jaren hebben geleden,
door het verloren gaan van grond
bij stedenuitleg, den aanleg en
de verbreeding van wegen, bij
de uitbreiding van het kanalen-
net. Men kan dit verlies aan
bouw- en grasland der laatste
jaren becijferen tot de uitgestrekt
heid van den Wieringermeer-
polder.
Er zit dus een toekomst in de
gebieden, die voor ontginning
gereed liggen. De vraag blijft
alleen, hoe die ontginningen
moeten worden aangepakt, opdat
de bevolking zooveel mogelijk
met deze landaanwinst gebaat
zijn.
DE PEEL
Volgens een oude opgave be
sloeg het gebied van Peelland in
de vorige eeuw een uitgestrekt
heid van 99.014 bunder.
Lorié heeft aangetoond, dat
het hoogveengebied van de Peel
eens een oude Maasarm moet
zijn geweest. Door het vermin
deren van haar waterafvoer en
de grondbewegingen, verlegde
de rivier voortdurend haar bed
ding, totdat zij dit oude stroom
gebied voorgoed verliet. In dit
moerassige laagland ontstond een
uitgestrekt boschgebied.
Interessant is het te vernemen,
waarvan men vroeger den naam
Peel afleidde. Zoo vindt men
t.a.p.„Sommigen denken, dat
het woord Peelland en Peellan-
ders van het Latijnsche Petulans,
dat is dartel, moet ontleend
worden, omdat de oudste bewo
ners zoo dartel en brooddronken
leefden, of niet gaarne gebukt
wilden gaan onder het juk der
overheerschers, maar het bij alle
gelegenheden zochten af te wer
pen.
Nog zijn er, die hier weder 'n
ander Latijnsch woord willen in
aanmerking genomen hebhen, nl.
Pedum, eene herdersstaf en dan
zou Peeüanders of Pedelanders
(zoo schreef en sprak men oud
tijds dit woord uit) eer. volk,
hetwelk met stokken en knotsen
gewapend ging en die zij ter
verdediging'gebruikten, te kennen
gegeven hebben."
Taalkundige onderzoekingen
hebben echter aangetoond, dat
de benaming Peel wel van een
Latijnsch woord is afgeleid, niet
echter van beide bovengenoemde
maar van het Latijnsche woord
Palus.
Toen de Romeinen in'ons land
kwamen, vonden zij deze einde-
looze vlakte, die zich uitstrekte
van Zuid naar Noord in een boog
om het hoogere land van de
Meijerij heen, een eindloos moe
ras, met buntgras en hei, waar
over de wind heentuimelde.^De
Romeinen gaven den naam aan
deze vlakten, Palus, _dat is
moeras.
Tweeduizend jaren heeft de
Peel haren naam met recht ge
dragen. Aan den rand van den
Limburgschen en Brabantschen
kant verrezen de durpen en groei
den spitse kerktorens den hemel
in. De Peel bleef de eeuwen door
eenzaam en onbevolkt. Op een
kaart van Nic. Visscher uit 1670
staat zij vermeld als: „een weeke
en moerassige streek lands,
waarover nauwelijks een mensch
gaan kan."
Des winters werd de Peel ge
heel overstroomd en eerst als 't
vroor, werd de Peel begaanbaar
voorde bewoners van den West
en Oostrand.
De Peel bleef een grensschei
ding, de eeuwen door tusschen
de bevolking van het Brabantsche
en het Limburgsche. Het was
een donker en ruig land, waar
oude sagen en legenden leefden
en langdurige grensgeschillen
hebben bestaan over de schei
dingslijn, die Brabant van Lim
burg in de Peel scheidde.
Eerst in 1715 werd te Venlo
een verdrag gesloten tusschen de
commissarissen des konings van
Pruissen, aan wien Limburg als
Opper-Gelder behoorde en die
der Algemeene Staten waarbij
de grensscheiding geregeld werd.
Er werd een grarht gegraven
door de Peel, die door de sche
penen der aangrenzende plaatsen
om de drie jaren moet geschouwd
worden.
Zoo werd de vredepaal opge
richt, waaruit waarschijnlijk de
naam Vredepeel ontstaan is.
Aan den groenen Peelrand
lagen de dorpen. Van de stille
Peelkom uit zag men in de verte
den smallen grijzen rand van
boomen. Men zag kerktorens, die
met hun blauwleien dak den
bewolkten hemel inpriempden.
Over hun land, dat openscheur
de achter de ploeg, zagen de
boeren in de wijdte en de diepte
Ook kon men er zeker van zijn, dat
men uit het zadel gesmeten werd maar
er tegelijkertijd op vertrouwen dat het
paard nooit een verslagen tegenstander
zou trappen. Tugboat was een sportief
schepselwat niet van Late Young
gezegd kon worden.
We hebben kans, dat-ie zich ook
tegen mij verzet, merkte de opzichter
op, toen hij op het zadel sprong, zag
hij dat de ramen en de deur van het
staaphuis der cowboys versierd waren
met de hoofden van zijn eigen men-
schen. Slechts één der cowboys wist,
dat het paar oorspronkelijk voor den
groen gezadeld was; en Young wist
secuur dat John Huntoon over de ver
rassende programmawijziging niets zeg
gen zou.
Alleen een kleine demonstratie
voor onzen nieuwen chef, lui, riep
Young met niet gemeende jovialiteit.
Een paar van jullie kunnen ko
men om de stukken bij elkaar te zoe
ken.
Hij plaatste zijn rechter voet stevig
In den stijgbeugel. Tugboat herkende
het signaal. Hij spitste eerst de ooren
en legde ze toen vlak tegen het hoofd.
Young rukte sterk aan de teugels....
als het paard door één of ander won
der niet bokken wou, zou hjj hem er
zeker niet toe dwingen en het dier
trompette als een olifant t
Tugboat sprong in de lucht en begon
te steigeren, totdat de berijder ver-
C'licht was de teugels losser in de hand
e houden, om gereed te zijn er af te
Springen voor het geval het paard van
plan was op zijn rug te vallen.
I van de Peel. Soms ontgonnen zij
een stukske land, dat met een
punt de Peel in liep, maar de
afwatering was slecht en op het
nieuw ontgonnen land groeiden
tugt en biezen.
i Neen, de boeren hadden in de
Peel niets te zoeken. Soms gin
gen ze met kar en paard de
Peel in om turf te halen voor
hunne haardvuren en strooisel
voor de diepe potstallen.
Alleen de herder trok onder
den hemel van alle jaargetijden
de Peel in, den weg van het
karspoor volgend en 't zandpad,
dat in den einder verloren liep,
of een diagonaal trok over de
vlakten der eenzaamheid. Onder
de pooten der schapen was het
droge breken der heidestengels
en de lammeren liepen mekkerend
achter het moederschaap aan.
Ook de imker reed op een
zeker seizoen de Peel in. Voor
de kleine lichte kar was de hit
gespannen en op de kar stonden
voorzichtig de bijenkorven opge
tast, waarvan het vlieggat was
dichtgemaakt.
Het was in den tijd, dat het
jaar naar het feest liep van de
Hooge Lieve Vrouw.
Maar voor de rest lag de Peel
stil en verlaten, een donkere
drassige kom tusschen de ak
kers, het bouwland en de weiden
van de dorpen rondom. En zoo
schoven de eeuwen heen over dit
vlakke en eenzame land, zooals
de wolken varen over de verte.
Een krans van twintig gemeen
ten, Brabantsche en Limburgsche
dorpen ligt rond de Peel.
De Peel was niet alleen een
gewestelijke grens, maar ook een
taalgrens. In hel Oosten eindigen
veel van de dorpen, die aan de
Peel liggen op „lo"; Oploo, Mer-
selo, Weverslo, Oirlo, Melderslo;
de plaatsen, die aan den West
kant liggen veelal op „el". Vol-
kel, Boekei, Handel, Mortel,
Bakel, Liessel.
Er leven nog vele oude ver
halen aan den rand van de Peel.
Maar de figuren uit de boeken
van Antoon Coolen, gaan met
zekere schreden den mistigen
weg der historie op.
DE NIEUWE TIJD.
Het is veen geweest, dat de
eerste vreemde onderdemers naar
de Peel heeft gebracht.
In 1853 werden de eerste 610
H.A. Peel ter vervening door de
gemeente Deurne verkocht.
In 1863 werd de Mij. tot ver
vening van de Peel, genaamd
Helenaveen, opgericht. De Hele-
navaart en de Noordervaart wer
den gegraven.
In 1866 verwaait voor 't eerst
dê witte rookpluim van den trein
op de lijn Venlo Eindhoven over
de leege vlakte.
Stil en wijd ligt nog de Peel,
maar de ontsluiting is begonnen.
Het ratelen van den trein weer
klinkt tot diep in de verte; de
eerste turfschuit breekt den blin
kenden spiegel van een pas ge
graven kanaal. In het Zuidwesten
De geoefende Tugboat voelde het
losser worden van den greep. Hij maakte
een zijdeiingschen sprong, in de tucht
zijn rug krommend als een woedende
kat, en kwam zes voet verder op zijn,
ats stalen stangen gestrekte pooten
weer op den grond.
Young hield dezen sprong nog uit.
Het paard sprong weer in de lucht en
draaide zich een heele slag om. Nog
eens en nog eens
Er zijn weinig paarden, die dit moei
lijke kunstje kunnen doen, maar er zijn
nog minder ruiters die bliksemsnel de
bewegingen met het bovenlichaam kun
nen maken, die noodig zijn om bij de
plotselinge wendingen van het paard
het evenwicht te kunnen bewaren.
Lafe Young behoorde niet tot die
ruiters 1 Hij trachtte zich te houden door
nu eens het zadel en dan weer de
teugels te grijpen, maar bij de formi
dable sprongen van Tugboat vloog zijn
lichaam te veel naar één kant.
Op dit oogenbtik had Tugboat ge
wacht. Hij boog den kop naar beneden,
wierp het achterlichaam de tucht in
en wierp den ruiter met een geweldi
gen zwaai uit het zadel.
Ted Court was de eerst, die bij Young
stond. De opzichter was één oogenblik
lang verdoofd geweest, maar toen Court
zijn hoofd ophief, opende hij de oogen.
Een korte handdruk op dit oogenblik
en een dramatisch hoofdstuk in de ge
schiedenis van Tedder County zou nooit
geschreven zijn
Maar zooals gezegd, Lafe Young
was geen sportlef man.
- Ditmaal heb je gewonnen, jij ver
vloekte nieuweling, gromde hij; - de
volgende keer ben ik aan de beurt.
Court anfwoordde vriendelijk en be
minnelijk
Je bent gevuld met gif, Lafe. En
je bent op een paard evenveel waard
als tegenover den loop van een revol
ver. Begin je spelletje maar, man, ik
lust je.
ACHSTE HOOFDSTUK.
Vergeet het, had Court het meisje
bondig aangeraden, toen ze zich woe
dend toonde over Lafe Young's streek.
De gekneusde en geschramde op
zichter was niet in staat hen te bege
leiden en dus reden ze alleen het pad
naar Zilverbron op, om daarna onder de
hooge sparren naar het hoogste punt
van den Hidalgobergketen te rijden.
Court maakte haar duidelijk, dat het
volgens een cowboy het toppunt van
humor was, als men een „groentje"
een wild paard liet berijden; en aange
zien de grap ditmaal teruggevallen was
op dengenen, die hem wilde uithalen,
was er geen reden veel herrie over
te maken. Half onwillig stemde ze er
tenslotte in toe, de zaak op haar be
loop te laten. Maar vergeten kon ze
het incident niet.
De Zilverbron, waar Thomas Wallace
begraven lag, onder de hooge sparren
waarvan hij zooveel gehouden had lag
direct boven de roode daken van de
gebouwen van de ranch.
Het terrein rondom de bron was
tegen het vee omrasterd en geplaveid
met stukken zandsteen uit de bedding
van de Schedelbeek.
In de schaduw der sparren, op één
der primitieve banken gezeten, kon men
niet alleen een flink stuk van het land
goed zien, maar ver in het Zuiden aan
het andere einde van de San Andreas-
vlakte de wazig blauwe toppen van de
Tierra Feliz, de Gelukkige Bergen.
Boven de bron liep de weg in Ser
pentines naar den top en daar In het
van morgendauw vochtige gras van een
bergweide, wachtte een man op de
twee ruiters.
Het was een lange kerel met een
vei woerd gezicht en gekleed in een
versleten cowboy costuum. Op zijn
bovenlip prijkte een zwarte snor.
Zijn blauwe oogen keken strak naar
den man en het meisje en naar de paar
den, die ze bereden. Court knikte kort
en begroette den man.
klimmen rookendc schouwen de
lucht in; de schoorsteenen van
de fabrieksstad Helmond.
In 1880 begint de turfstrooisel-
industrie op te leven. Fabrieken
werden gesticht in Helenaveen en
verderop aan de Helenavaart.
Het grauwveen, de bovenste laag
van het veen, ook. wel bonksel
genaamd, wordt door de turf-
strooiselfabrieken verwerkt.
De Peel wordt verveend. Een
zame Peelwerkers wonen in don
kere armoedige hutten. Hun tocht
gaat achter den stikker aan, die
het zwarte veen in rechte lagen
wegsnijdt.
De turfstrooiselfabricage was
voor de latere ontginningen uiterst
funest. Waar vroeger het bonksel
op den afgegraven grond werd
gestort, ontstond een goede grond
geschikt voor tuin- en landbouw.
Waar 't bonksel werd weggegra-
ven, bleef niets dan een naakte
zandgrond over.
DE ONTGINNING.
Brabant heeft wel zijn deel ge
had in de agrarische en econo
mische depressies van de vorige
eeuw. De Belgische oorlog in
1830 brengt een landbouwcrisis
in Brabant, zoodat zelfs vele
zandboerderijtjes werden verlaten.
Daarenboven was de waterstaat
kundige toestand in het Brabant
van de vorige week treurig.
In 1850 worden de prijzen der
landbouwproducten beter en de
Brabantsche gingen in dien tijd
over tot verkoop van hun ge
meentegronden om hun schulden
te delgen.
Van 1877 tot 1890 komt over
Nederland de groote landbouw
crisis door de steeds hooger
wordende beschermende rechten
in andere landen en dan door
de concurrentie van Amerika.
Het rapport dat over den toestand
in Brabant verscheen, was nog
veel somberder dan dat der
provinciën.
In 1880 koopen twee Amster
dammers het eerste heidecomplex
onder Bakel en pakken de ont
ginning aan. Maar de eerste pri
mitieve ontginningspogingen mis
lukken tot er de pas opgerichte
NederlandscheHeidemaatschappij
bijgehaald wordt.
DE ONTSLUITING.
De Peelontginning is 't eerste
groote werk geweest der Heide
maatschappij. Wel hadden de
boeren aan de randen soms op
eigen houtje kleine stukken ont
gonnen, maar aan de ontginning
van een groote landstreek dient
noodzakelijkerwijze de ontsluiting
vooraf te gaan, die bijna niet
door particulieren kan geschieden
Voor zoo'n groot gebied als
de Peel moet een streekplan ge
maakt worden, wegen moeten
worden getrokken van het eene
uiterste van het gebied tot aan
den laagsten horizon. De ontwa
tering dient op groote schaal en
afdoende te geschieden, waarna
de ontginning ter hand kan ge
nomen worden.
In 't centrum van de woeste
Peel groeit een groen eiland.
Het dijdt uit tot 3500 Hectaren.
Nieuwe dorpen winnen het aan
schijn in het vlakke land. Roode
daken boven groene weiden aan
den rand van een donker jong
geplant denntnbosch.
t iZóó ontstonden Beesterveld en
de Rips, Stippelenberg, Bunt-
horst, Valepeel, Vinkepeel en de
Slink, de Dompt, deVossenberg
v.d. Elzendorp, de Princepeel en
Ysselsteyn.
In de Middenpeel: groote com
plexen bosch en in het midden
gedeelte de groote boerderijen
van Hollandsche kaasboeren met
met elk een grondbezit van 30
tot 40 H.A.
Langs alle einders vindt men
nu nieuwe wegen, nieuw land
De Peel, de oude rosse vlakte
slinkt. Van 1900 tot 1929 kromp
deze oude barre grond van 47.804
tot 26.327 H.A. En dan wat de
laatste tien jaren verdween
DE TOEKOMST.
De Peel zal niet geheel ver
dwijnen. Groote natuur-reserva-
ten zijn in het streekplan opge
nomen. Natuur-reservafen waar
de Peel zal blijven liggen in haar
ertoestand van einder tot einder,
vlakten, waar ik in September
de gentiaan vond bloeien en waar
de goudpluvier wegtrippelde in
de ruigte. En de toekomst?
Onder een oppervlakte van
19.500 H.A. ligt tot op een diepte
van 1200 M. in ontginbare lagen
steenkool tot een hoeveelheid
var. 1 766.100.000 ton; beneden
de diepte van 1200 M. ligt in
ontginbare lagen een voorraad
steenkool var. 799.200.000 ton.
Te zamen een hoeveelheid van
2.565.300.000 ton steenkool, die
de Peelgrond herbergt, een voor
raad, die voor Nederland voor
200 jaar voldoende is.
Als het Limburgsche steen
kolenbekken is uitgeput, zullen
de schachten naar 't Noorden
verschuiven. De eens zoo een
zame Peel zal een woelig indus
triegebied zijn, een brandpunt in
Nederland.
De Peel, ruigte, eenzaamheid,
verten, stilte: industrie, schachten,
schouwen, cokesovens, mijnste-
den....
Wie laat vandaag nog de keus
tusschen poëzie en economie
Msb. U.N.
Zijn schulden niet betalen.
Een moderne vorm van diefstal.
Een beetje verdrietig huishouden
was het, zooals er zooveel zjjn in
deze tijden. Och, U kent de oude
historie wel.
Een goede zaak gehad, toen de
malaise en daarmee de achteruit
gang. Jaren gevochten tegen het
naderende spook van den financieelen
ondergang. Volhouden maar, altgd
volhouden.
Mörge!
Mörge. Ik zag u het pad van de
bron op komen en vroeg me af, wie
u kon zijn. Daar u op paarden van de
ranch zit, waarvan er zelfs één van
Lafe Young is veronderstel ik dat u
recht hebt, hier te zijn.
Court antwoordde in hetzelfde ge
rékte cowboydialect, dat de man sprak.
Deze dame Is Miss Moran. Wal
lace was haar oom en zij is nu de be
zitster van de ranch. Mijn naam is
Court.
Court zei verder niets over zich zelf,
maar de cowboy scheen niet nieuws
gierig te zijn.
Ik ben Tom King.... daar van
het grenskamp van Badger Creek. Zou
u mij ook kunnen zeggen, of Lafe Young
nog op-richter is daar beneden
Een half uur geleden, toen we
hem verlieten, was hij het nog.
Hm En u zit op zijn makke knol.
Is dat een mak dier? Hij noemde
het een half getemd paard.
Vijf jaar geleden was het half ge
temd. Nu bestaat er geen makker en
kalmer dier in dit gedeelte van de
Vereenigde Staten.
Dan ^veronderstel ik, dat Lafe
Young zich vergiste.
De woorden der beide mannen klon
ken onverschillig, maar Nora Jane
voelde, dat er onder die oppervlakkige
zinnen een beteekenis verborgen was.
Tom King's blikken flitsten van Court
naar haar en daarna weer naar Court.
Iedere korte vraag en ieder kort ant
woord leken het spel van floretten, ge
hanteerd door meesters in de scherm
kunst. Geen van beidon sprak verder
over het paard, dat Court bereed
Lafe vertelde Miss Moran gis
teren, dat twee van zijn mannen op de
grenzen van de ranch aan het werk
waren. Hij scheen u niet terug te ver
wachten.
Dat geloof ik. Ik smeerde hem.
Vier dagen geleden had ik al geen sui
ker en koffie meer, en gisteren kreeg
ik gebrek aan meel en tabak. Dat werd
me te bar.
De rit duurt langer over de ber
gen dan door de vlakte, niet?
Héél even vonkte de blauwe oogen.
Er is een pad. Als ik dezen weg
nam, kon ik nog even een blik op het
noordelijk deel van de ranch werpen.
Iemand moet het tenslotte doen.
En Lafe Yoeng doet dat niet...
bedoelde u dat?, vroeg Court vlug.
Lafe is een goede cowboy. De
loonen worden hier niet meer zoo re
gelmatig betaald sedert Wallace dood
is. Het is best mogelijk, dat Lafe Young
wacht.
Juist I Miss Moran wacht ook. Zij
wacht op iemand, die haar verlellen
kan hoe de zaken hier eigenlijk staan.
Lafe Young schijnt daarvoor niet ge
schikt te zijn.
Weer had het meisje den indruk,
alsof er een luchtig spel met degens
gespeeld werd. Court had zijn blik Ia-
ten zinken naar den grond, wachtend
op het antwoord.
Dan wacht ze niet op mij
maar dat wil niet zeggen, dat ik me
tot de vriendjes van Lafe reken. Want
dat is niet waar. Waarom laat u Jerry
Evans, die op het Oostkamp is, niet
komen Hij wordt Goudtand-Kit ge
noemd.
Hij en ik waren kameraden op de
ranch. Wallace bracht hem hier naar
toe. De Ktd heeft voor Wallace gewerkt
ergens in Nevada Lafe zond hem da
delijk na de begrafenis van Wallace
naar dat kamn. Best mogelijk, oat
Goudtand-Kid de man is dien u noodig
hebt.
Er werd nu niet langer geschermd.
King had zijn degen in de schede ge
stoken en definitief de zijde van de
nieuwe eigenares van Bar Rafter K. ge
kozen. Gedurende al den tijd dat het
meisje op haar paard had zitten wach
ten en luisteren, had de man zoowel
haar als Court opgenomen en daarbij
zijn oordeel gevormd. Ze voelde, dat
deze man eerlijk en te vertrouwen was,
en ze reed op hem toe.
Als Ge geplaagd wordt door schrale
huid, kloven, gesprongen handen, dan
komt dat, doordien Uw huid door
de schrale wind te veel is uitgedroogd,
te weinig vet bevat en niet vol
doende functionneert. Verzorg Uw
huid dan dadeltfk met Kloosterbalsem.
Wrijf 'a avonds wat Kloosterbalsem
op Uw huid, wrijf goed in. Na een
kwartier is de Kloosterbalsem door
Uw huid opgezogen. Gedurende de
nacht doet de Kloosterbalsem zijn
huidgenezende en huidversterkende
werking. Kloosterbalsem dringt
diep in de weefsels en maakt
Uw huid gezond, glad en gaaf,
bestand tegen 't ruwe klimaat.
Akker's Kloosterbalsem bijt niet,
zooals andere middelen en is ook
niet te vergelijken met geparfu
meerde crèmes, die wel aange
naam ruiken, maar niet genezen
AKKER'S
Pot van 25 Gr. f 0.62i/2, pot van 50 Gr. f 1.04
Maar de klanten bleven minder
komen en de malaise hield aan, ach
Multatuli zou zeggen: Lezer, ik weet
dat ik eentonig benhet was de
droeve geschiedenis van zooveel
kleine marteiaarslevens van tegen
woordig.
En toen kwam de slag...
Een slag, die niet toegebracht
werd door de beperktheid van de
cliëntèle of door versaging van hun
moedigeD strjjd, maar door wanbe
taling.
Doordat er een soort menschenis,
die hun winkelier niet betalen en
ondertusschen van alle genietingen
profiteert en langs de straten fla
neert in fijne costuums, maar de
rekeningen afwimpelt met 't eeuwige:
er is geen geld. Menschen, die hard
werkende medemenschen laten op
draaien voor hun lust tot plezier of
verkwisting...
En als je ondanks je harde werken
en ondanks je moed niet door de
malaise maar door zulke menschen
tot een failleur bent genoopt ge
worden, dan word je zuur, dan word
je hard en dat is geen wonder ook.
En zoo zat moeder zich bitter te
beklagen, toen de kapelaan naar het
wel en wee van haar huisgezin
vroeg....
En het ergste is, Eerwaarde, het
zgn je eigen geloofsgenooten, die je
dat aandoen, je ziet ze vóór je
zitten in de kerk en maar bidden,
maar hun schuld betalen ze niet, ze
laten mjj en mjjn kinderen vergaan
en verhongeren en spelen zelf mooi
weer van andermans geld.
Huichelaars....
Ook dat mislukt
Een zeker span was al tien jaar
getrouwd, maar had toch altgd haken
en oogen met elkaar. Op zekeren
dag bezocht de oude man een vriend
waar 't hem opviel, dat deze een
heel ander leven had.
Bjj het weggaan zei de man: Ik
ben erg tevreden over m'n bezoek,
ge lftkt zoo gelukkig. Hoe hebt ge
dat eigenlijk ingepikt
Och, 't is heel eenvoudig, ant
woordde de vriend, 'n vrouw is gauw
tevreden en daarom kus ik ze zoo
nu en dan eens,
De man dacht, dat hij deze me
thode ook wel eens kon volgen
en direct toen hij thuis kwam en
z'n vrouw de deur opende, pakte hij
haar en gaf haar een kus.
Maar de vrouw barstte in tranen
uit:
Dank u, Mr. King. Laten we el
kaar de hand geven. Dit alles is totaal
nieuw voor mij en ik kan iederen vriend
gebruiken dien ik maar vind.
De ernstige trekken van den man
verzachtten zich. Hij rukte de zware
rijhandschoen van zijn rechter hand en
greep haar hand.&
Ik heb nog nooit eerder voor een
vrouwelijke baas gewerkt; juffrouw, maar
ik geloof wel. dat we het samen zullen
vinden. Laat u dat. „Mr" maar liever.
Ik kom net zoo vlug als u gewoon
„Tom" roept.
Van den rand van de bergweide wees
hij met zijn vinger de noordelijke grens
van de Bar Rafter K. bezittingen aan.
Daarachter vielen de noordelijke hel
lingen van de Hidalgobergen neer in
de woestijn van Datil Sink, mijlen en
miilen van onvruchtbaren grond, waar
zelfs een ezei van honger zou moeten
sterven.
U zou hier eigenlijk geen omras-
rastering noodig hebben zei King, -
als er niet aan de andere zijde van de
bergen, bij de Datil Sink, een stelletje
aai dig ruwe kerels huisde Butch
Lannin en zijn bende.
Als het vee aan deze zijde van de
bergen loopen zou, zou het maar een
kleinigheid zijn een troep koeien op te
vangen en ze naar de hoofdlijn van
den spoorweg te drijven.
Als het geregend heeft, is er daar,
aan gene zijde, genoeg water, als je
het meer te vinden weet. Bij zoo'n tocht
zou je natuurlijk een paar dieren ver
liezen, maar als de beesten gezond en
goed verzorgd zijn krijg je de meeste
wel waar je ze hebben wilt.
Maar dat zou toch diefstal zijn,
riep Nora Jane uit.
Juist, juffrouwmaar u behoeft
zich daar geen zorgen over te maken.
(Wordt vervolgd)