w AKKERTJE A— Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. r AlleenBoter is boter „VENRAY" boter Hebt elkander lief. FEUILLETON. Jonge kraetit op ouden grond Krakelingen. Zaterdag 13 Augustus 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 33 PEEL EN MAAS is zeer fijne bo ter ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 7tya ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon Si Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct Onze Lieve Vrouw Behoudenis der Kranken" OOSTRUM. Er wordt heel wat geschreven over de verhouding van ouders en kinderen of omgekeerd. Wan' neer wij het gezin nader be schouwen, merken wij echter nog een andere gemeenschap welke de moeite waard is van dichtbij bekeken te worden, n.i. de kinderen onderling. De band die het gezin om sluit, waaruit het zelfs ontstaan is, luidt in zijn oorsprong, in zijn groei, in zijn bekroning, j altijd liefde. Het is de drang der wederzijdsche genegenheid die den reinen jongen en het sterke meisje tot het huwelijk heeft ge' leid. Uit de edelste liefde van een menschenpaar wordt het 1 kind geboren, dat een nieuwe i vreugde brengt in den bloei van hur. jong geluk. Vaster strengelt de band van genegenheid zich om het pas gesticht gezin waarin ook een nieuwe liefde ontlook de trouwe toewijding der ouders aan hun kinderen. Opgroeiend zullen die kinderen de vele zorgen beloonen met spontane aanhankelijkheid. Zoo wordt het echte, het ge lukkige gezin opgebouwd, steu nend op liefde, en geschraagd door telkens nieuwe genegen- heidsgevoeiens bij de geboorte van ieder kind. Ook de kleine gemeenschap die de kinderen zelf vormen in den kring van het gezin, berust op hetzelfde princiep van onder linge toegenegenheid. Van nature uit zulten de kindei en elkaar liefhebben. Dit gevoel is onaf scheidelijk van de bloedverwant schap. Doch vele omstandigheden en voorvallen beletten den schoonen bloei van die onderlinge gehecht door PAUL KUYPEKS. (Nadruk verboden) 27 Frans klaagde er niet over. Hij werkte met zijn kneclit, hij vertelde grappen en op 't erf was hun pleizierigen lach nogal dikwijls te hooren. Nee, 't was Bertje niet naar den zin dat ze hem zoo weinig misten o.p de boerderij, dat ze voor zijn werk geen belangstelling hadden. Hij zat als heer op dezen boeren- herd. De eigen, jongsten zoon kenden ze niet meer als den boer, die het be drijf gediend had en dus z'n recht van meespreken en van gehoord worden over een en ander behouden had, ook al was hij nou 'n tijd lang uit de klompen. Bert verhardde in z'n teleurstelling over deze miskenning. Hij had z'n werk, waarachter 'n toekomst volgen kon voor hem en z'n meiske. Hij moest er blij om zijn, dat het thuis goed ging zonder hem. Zoo had hij 't toch gewenscht, eer hij ging. Om de tevredenheid van Frans over den knecht en om de zorg, die Marie voor dezen vreemden jongen had, mocht hij toch niet jaloersch zijn Bert kon het binnen niet uithouden bij zoo'n gedachten. Hij ging de wei op, hij wandelde van voor naar achteren met z'n verborgen ontevredenheid, jarigs iederen paal, die hij er gezet heid. Wij kennen alien broers en zusters die mekaar bijna vreemd zijn geworden en, wat erger is bij wie de onverschilligheid door allerlei invloeden en gebeurtenis sen tot betreurenswaardige vijan digheid is geworden Het is nochtans de wensch van ieders ouderpaar dat de kinderen elkaar vriendschap blijven betui gen. En het is, spijtig genoeg, de droefheid van vele oude moederkens dat haar kinderen elkaar mijden omdat er geen goedwillig begrijpen en trouwe hulpvaardigheid onder hen heerscht. De ouders zelf kunnen zich echter veel verdriet en pijn van dien aard besparen door van jongsaf aan de ontwikkeling der genegenheid, welke spontaan ontkiemt tusschen broers en zusters, zelf met vaste hand te leiden. Wij menschen hebben nu een maal leiding noodig. Ieder vindt die voor zichzelf in het Geloof, maar de ouders hebben van God een gansch bijzondere zending ontvangen zij moeien zelf leiding geven aan hun kinderen die als hulpelooze schepseltjes op de wereld komen en niet alleen stoffelijke, maar vooral geestelijke hulp noodig hebben. De ouders zijn de aangewezen personen voor die taak, al krijgen zij op hun beurt hulp van geestelijke en wereldlijke leerkrachten die de mede-opvoeders worden van de jeugd. Doch in het gezinsleven zelf blijven de ouders bepaald mees ter, al zullen de invloeden van de school zich wel doen gelden. Toch volgt hieruit dat het voor namelijk, bijna uitsluitend, de ouders zijn, die toezicht kunnen en moeten uitoefenen over den groei en de wending der vriend schappelijke gevoelens der kin deren onderling. In de school kan al niet veel anders gedaan worden dan de broeder- en zusterliefde eens als thema van een les nemen. Onmiddellijke practische toepassingen kunnen daar eerder zeiden gebeuren, vermits het geen veel voorkomend feit is dat broers en zusjes in eenzelfde klas onderwijs krijgen. Dit is en blijft een terrein waar hoofdzakelijk de ouders over moeten waken. Want eens uit de school terug thuis, zijn de kinderen weer vereenigd onder het uitsluitend gezag der ouders. Doch reeds vroeger voor het schoolgaande kinderen waren, moet de grondslag geiegd zijn van een goede verstandhouding, Het eerste kind zal met verrukte kreetjes de volgende baby be groeten. Wel zal zijn groot enthousias me merkelijk dalen wanneer het de ondervinding opdoet dat het had, langs den nieuwen koolhof, die hij had aangelegd en aan 't einde waar van de jonge wilg stond, die hij ge poot had, toen-ie van 't seminarie thuis bleef. Hij dacht aan 't briefke dat nou er gens tusschen ruige wortels begraven moest zitten met de leugen, die hij er op geschreven had. Zijn boerenhart Hij was het gauw weer verloren ge weest Toen hij weer op 't erf terug was, kwam er 'n landlooper 't erf op met de boodschap om bij Dora's ginds in de hei te komen helpen op stal. Bij Dora's ging een koe kalven. Dit is een gewichtige gebeurtenis en aan den goeden afloop is veel gelegen. Deze hulp aan een koe is een voor name kunde. Harrie, Dora's mensch, liet Franse roepen. Bert stond achter 't huis den akker op te kijken. Frans en de knecht ston den met de ellebogen over een karre- burne gebogen. Kom Piet, zei Frans tegen den knecht dan gaan we daar bij ons Dora samen 'ns kijken, 't kan noodig zijn, dat we met z'n tweeën gaan. Daar hadt ge het 1 Vader nam vreemd volk mee om bij Dora's te gaan helpen Bertje fietste dien avond nog laat de stad in en het was grif nacht, toen Marie de deur voor hem kwam open maken, met eenig verwijt in haar oogen en ongerustheid. Toen de Meimaand goed en wel ten einde was, begon de hooienstijd voor de boeren. Het gras droeg buigend zijn rose zaadschot en had z'n doordringende reuk over de buitenwegen Frans in z n ouderdom had weer de zeis moe ten vatten, om met den knecht te gaan kleine broertje of zusje geen speelpopje is waar naar believen mee mag geravot worden. Maar de geestdrift zal heroplaaien zoodra het kleintje de luiers is ontgroeid en met succes zijn eerste stapjes probeert. Ook dan zullen de omgang en het spel moeten gepaard gaan met een zekere voorzichtigheid, doch langzamerhand worden de krach ten der twee speelmakkertjes ongeveer gelijk en dan zullen ze naar hartelust mogen stoeien zonder natuurlijk ruw of brutaal te worden. Doet een derde wereldburger zijn intrede in het gezin, hij zal met dubbele vreugde onthaald worden en spoedig een gezel te meer zijn bij de vroolijke kleuters, Zoo vormt zich stilaan de kring der broers en zusjes, die elkaar in den aanvang zeker zullen ge negen zijn. Uitzonderingen zijn steeds mogelijk doch die vallen meestal niet in het normale kader waar wij ons nu mee bezig houden. Het zal dus de taak der ouders zijn de natuurlijk ontstane ge negenheid tot een gezonde, blijvende ontwikkeling te laten komen. Sentimenteele ontboeze mingen zijn daar heelemaal niet toe noodig. Het is zelfs beterde ktnderen eraan te wennen broers en zusjes slechts zelden te kus sen. Zulke gewoonten worden al te gauw flauwe zoetigheden welke niet altijd goede gevolgen hebben. De kinderen moeten van elkaar leeren houden op een echt ge zonde manier. Ze moeten zich door hun onderlinge genegenheid sterker voelen. Ze zullen dan weten dat, wanneer ze hulp noodig hebben, vele handen zich liefderijk zullen uitstrekken. De onderlinge vriendschap moet echter vrij blijven van alle egoïsme. De zelfzucht is een kwaal welke reeds al te diep kankert in onze samenleving. Zij vreet de naastenliefde weg en brengt in de plaats koele bereke ning, lafheid en zelfgenoegzaam heid. Het egoïsme is de oor sprong van veel kwaad en groote rampen zouden vermeden worden wanneer Gods Woord hebt elkan der lief door de moderne mensch- heid niet zoo volledig werd ver geten. Is ook de geesel van den oorlog geen gevolg van de zelf zucht die verdeeldheid zaait, en broedertwist, ja broedermoord, in de hand werkt. Ouders, opvoeders van de jeugd die morgen de wereld bezitten en beheerschen zal, gij hebt op uw schouders een zware verant woordelijkheid rusten. Alle mid delen die u ten dienste staan om de wereld van de toekomst beter te maken, moet gij dan ook gretig gebruiken. De wereld vrede wordt helaas niet alleen bedreigd, is zelfs op gruwelijke maaien. 's Morgens, als h»i Bert op de zol derkamer kwam roepen, dan had hij de zeis al gehaard en 't huisvee ver zorgd. Dan^ stond hij klaar om naar 't hooiland te gaan. Vader moest zelf weer voorop, nou al z'n zoons waren uitgevlogen. Vader had geen enkele klacht, hij aanvaardde dezen last stilzwijgend en in z'n goeden omgang met den knecht zocht hij zeker eenige vergoeding voor al dit ongemak, dat hij den laatsten tijd gekregen had. Hij maaide dien dag gras met de drift van 'n jongen kerel. Hij stond vóór den knecht, hij maaide het eerste gezwad van het zware, dooreenge- groeide gras. Hij had z'n verborgen voldoening dat hij voor zijn jongen knecht onverouderd, recht en sterk zijn zeis hanteeren kon. Hij maaide, bijwijlen dat hij doornat werd van 't zweet. Hij dronk na ieder wad een grooten teug water uit de kan, die aan den slootkant diep onder 't stroomend loopwater was ge dompeld. Hij maaide tot aan den middag. Hij gunde zich geen rust, want de dries hooi moest af, vandaag nog. Na den middag kwam de dreiging van onweer. Af moest het hooiland. Frans nam óok naden middag weer de voorsnede, hij wachtte niet of de knecht begon. De knecht kon onderhand met dezen opgedreven boer geen slag meer hou den, ook niet al vatte hij zijn gezwad wat smaller en al liet hij de zeis niet zoo diep 't gras in loopen. Deze knecht met z'n vierkante schouders en z'n groote handen, hij trok zijn boeze roen uit van de hitie. Frans maaide, hij keek naar den knecht niet om. wijze verstoord denken wij maar even aan Spanje, aan China. Zulke massamoorden zijn on gehoord, maar het is niet onbe grijpeiijk dat ze voorkomen, wanneer wij nagaan hoe broos zelfs gezinsvrede is. Hoe kan er vrede heerschen onder volkeren wanneer die kleine staat welken de huiskring uitmaakt, niet eens verschoond blijft van twisten. En het is voldoende even in een dagblad te kijken en de vetge drukte hoofden der „faits divers' te lezen, om te ervaren dat familieruzies ook niet steeds op onschuldige wijze beslecht wor den. Daarom moet het doel der ouders zijn: een vredige, vriend schappelijke atmosfeer scheppen in den eigen huiskring. De in vloed van die gemoedelijke, hui selijke sfeer zal ongetwijfeld verder reiken dan de gezinsleden. Want ieder lid zal dan in zich zelf dien schoonen vrede en die mildheid tegenover anderen dra gen en onwillekeurig ook buiten den huiskring meedeelen. Alvorens wij dus de algemeene broederliefde onder de menschen onder al de volkeren gaan pro- pageeren, zullen we eerst ons best moeten doen om de bloed verwante zusters en broeders na der tot elkander te brengen. Ze gaan al te vaak te ver uiteen. De verwikkelingen van het leven brengen dikwijls scheiding mee, doch dit zou nooit een scheiding van gedachten en gevoelens mo gen zijn. We herhalen echter: de kin deren moeten van jongsaf opge voed worden in een gezonden geest van broederlijkheid. Zij moeten steeds gereed zijn om elkaar te steunen. Zij moeten zooveel van elkaar houden, dat zij zichzelf op de tweede plaats kunnen stellen en het beste deel aan broer of zus geven. Hun genegenheid moet zoo diep gaan dat zij vrij blijft van alle nijd en afgunst. De broer en zusterliefde zal voor ieder kind op zichzelf een wapen worden tegen de aanvallen van egoïsme, aanvallen waarvan geen mensch verschoond blijft. De ouders mogen natuurlijk zelf nooit aanleiding geven tot jaloerschheid door een nooit goed te praten voorkeur voor een der kinderen. Zij moeten steeds den toon aangeven en zullen dit op de juiste manier doen wanneer zij zelve doordrongen zijn van edelmoedigen offergeest. Elkaar liefhebben en elkaar geven van het schoone en goede dat we te geven hebben, zou dat niet een ideale basis kunnen worden voor wereldvrede Wanneer zoo bemind en ge geven wordt, blijft men ook niet staan als bedelaar, want men ontvangt mild terug de goede \'a dit eerste gezwad van den mid dag betrok de luciit. Aan den einder kwam de teekening van het naderend onweer. Dit bracht wat afkoeling, de lauwte van den eersten wind op dezen broeiendén dag. Frans wette en begon aan een nieuw gezwad, het gras moest tegen de we reld liggen eer er nattigheid kwam. De knecht lag achter op 't veld met z'n open hemd plat op den slootkant, waar 't gras koud was en nat van 't gemorste water bij den drinkstoop. En deze oude Frans, die maaide maar en keek niet op Ze kregen den plak hooi tegen den grond zooals de bedoeling was. Zoo'n driftigen ouwen mensch als gij zijt, heb ik nog nooit gezien 1 zei de knecht 's avonds. Frans lachte Toen ik jong was, hadt ge moeten komen Deze toer had Frans ével niet kun nen verdragen, want den anderen dag bleef hij te bed, voorden eersten keer zoolang Marie hem had gehad en de jongens hem kenden. Hij was door de hitte bevangen Toen hij een dag te bed lag, begon z'n hooge kleur te slinken en lag hij vergeeld in de kussens. Hij moest braken en kon noch eten noch drinken verdrages. Frans was in eenen keer oud geworden. in den herd werden ze er ongerust over, dat vader er zich in eenen keer wei neergewerkt kon hebben. Het was nog geen maand daarna, dat z'n meiske er achter kwam, dat Bert een avond en een halven nacht uit was geweest, dat hij zat was ge weest en 'n ander meiske naar huis had gebracht. Dien Zondagmiddag ontving ze hem heel koeiweg, toen hij uit den trein gaven van broer en zus. De gezinnen waar die schoone verstandhouding heerschl, bezit ten een onschatbaren rijkdom, hun geluk zal duurzaam zijn en bovendien ten goede komen aan de gansche samenleving. Een brief van een moeder. Ik zit erg verlegen met een brief van een, mg overigens onbekende, moeder, weiks tekst in een Eugeiscb weekblad staat afgedrukt. Ik weet niet precies, wat ik van den inhoud moet denken of zeggen. Of juister ik weet dat wel, maai ik durf het niet goed te zeggen. Mannen hebben in velerlei omstandigheden niet zoo veel moed als vrouwen. Hier is de brief. Hij is van een Spaansche weduwe uit Argentinië en gericht aan Franco, den eider der Spaansche nationalisten. Excellentie, Ik ben de moeder van den legion- nair Luis Ramirez Hidalgo. MijD achttienjarige zoon vertrok met mijn toestemming naar Spanje, teneinde onze heilige vlag te verdedigen. Hij liet zijn leven bij de heldhaftige verdediging van Teruel. Hij stierf voor Spanje en ik ben trotsch op hem. Ik heb nog een tweeden zoon van 17 jaar, die met hetzelfde schip, waarop deze brief naar u gaat, zich inscheept naar Spanje, om in het zelfde regiment de plaats van zijn op 't veld vaD eer gevallen broeder, in te nemen. Ik gaf hem een kus mee voor de heilige aarde, waarin thans het lichaam van mijn zoon begraven ligt. Wanneer hij de plaats van diens graf niet mocht vinden, zoo moge hg de steenen van Teruel kussen. Wanneer ook hij op het slagveld mocht sneven God zij geprezen Ik :al dan alleeD in deze wereld verder leveD, met het trotsche bewustzijn het hoogste wat ik bezat, Spanje te hebben geschonken. Maria Hildalgo Ruiz, weduwe van Ramiros. P.S. Mijn zoon zal in het hoofd kwartier van den generalen staf een chèque van 30.000 Argentijnsche pesos overhandigen. Dit bedrag is de op brengst van een farm, welke wij in aandenken aan Luiz verkocht hebben Ik bezit nog een tweede farm van gelijke waarde. Zou ook mijn tweede zoon Fernando in Spanje sneuvelen, dan zal ik ook deze farm verkoopen en Uwe Excellentie de opbrengst overmaken, waarna ik de laatste dagen van mijn leven in een Spaansch klooster zal doorbrengen. Ik zei het reeds: ik durf het niet goed te zeggen, wat ik van dezen brief gesteld, dat alles écht is denk. Ik weet, dat zuike brief echt kan zijn. En ik weet ook, dat ik naar gangbare pacifistische begrip pen den inhoud moet veroordeelen. Die moeder Igdt zoo heet dat aan nationalistische verdwazing. Ik weet, dat pacifisten ons als ergste schrikbeeld van den oorlog de moe ders voorhouden, die gedwongen worden hun zoons af te staan, het bloed van haar bloed te offeren. Deze Spaansche moeder moet ik dus voor een onnatuurlijk mensch houden. Maar ik doe het nietik kan dat niet. Het hoogste bezit des menschen is zgn geloof, zijn z'n idealen. De Neem dadelijk 'n en die migraine trekt weg! Binnen 'n kwartier voelt Ge U als her boren. Ge hebt Uw dag gered! Wer ken verrassend snel. Onschadelijk! Per koker van 13 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. AADANTIF Wij garandeeren de goede UHRHI11 IE werking Van "AKKERTJES". Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in huis te hebben, dan hebt Ge ze bij de hand, want vannacht nog kunt Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla peloosheid of als koorts U overvalt! stapte. Ze had d'r eigen scherp gezet. Ze wou haar verhaal nemen. Het kantoorleven zou voor haar jongen een ongeluk worden en voor haar erbij, later als ze getrouwd wa ren. Nou was het voor haar eigenlijk al een teleurstelling, omdat het bleek, dat er uren waren, dat h'q liever inz'n eigen stad uitging en hoe, dan dat hij naar haar kwam gereisd. Ze had er thuis trouwens ook over gepraat Het leek nergens op, zooals hij het den laatsten tijd deed. Hij moest bedenken, dat zij ook recht op hem had Ze wou zich niet opdringen, heelemaal niet, maar ze paste ervoor om met zijn leugens en met zoo'n ge drag genoegen te nemen. Het kwam zoover dat ze hooge ruzie kregen over dezeedmgen en Bert kon bij hoog en bij laag beweren dat hij nooit uitging of andere meisjes naar huis bracht, dat hij enkel en alleen voor haar naar het kantoor ging, dat hij daar tusschen vier muren z'n kleur, de kracht en de bedrevenheid van zijn handen en twintig pond van zijn ge wicht had zitten verliezen, terwijl hij thuis zichzelven en anderen de baas zou zijn geweest, ze werd er nooit door overtuigd. Er waren nou toch woorden over gekomen, ze luchtte haar hart Toen ze hem 's avonds naar den trein bracht, waren ze nog niet uitge praat over 't wantrouwen, dat ze voor elkaar hadden en al de offers die de een voor de ander gebracht had. - Ik heb nog één vraag, ze! Nelly op 't laatst, ge neemt mij of 't kan toor. 't Verwonderde Berte niks dat ze hem koel en zonder neerkijken deze vraag stelde. Ze had hem dezen avond vierkant bekend, dat ze er niks mee vereerd was geweest dat hij, al was meesten onzer zgn niet goed^genoeg meer om alles voor ons ideaal over te hebbenwe capïtuleeren liever dan te vechtenwe ontgaan het Igden om ons geloof, in plaats van dat laatste te louteren in strijd, vervolging en verguizing. Ik spreek niet zóó over deze vrouw, omdat ze Franco's zaak als een heilige zaak ziet, ik kan het me heel goed voorstellen, dat men aan de andere zijde in Spanje even eer lijke idealisten aantreft. Zwemplicht. Jaarlijks sterven in Nederland circa 500 menschen den verdrinkings dood. En het opmerkelijke daarbij is, dat onder de slachtoffers een aantal menschen, die hun leven op het water slijtenschippers, visschers, zeelieden de zwemkunst niet blijken machtig te zgn. Hetgeen het „Han delsblad" doet schrijven In een land, dat op het water is veroverd, dat zich met dijken en kanalen, met duinen, sluizen en ge malen tegen datzelfde water dage lijks moet verweren, moest dat niet kunnen voorkomen. In zulk een land moest het leeren zwemmen een elementair voorschrift zgn, en de schoolbanken moesten reeds vroeg regelmatig met het zwembad worden afgewisseldonder dezelfde des kundige leiding als die onze jeugd vertrouwd maakt met het a b c, en met de spellingen-De Vries en Te Winkel, -Terpstra, -Marchant, Slote- maker de Bruine en wie nóg.... Wij bouwen zwembaden, natuur baden, in en buiten werkverschaffing en werkverruiming. Is het, zelfs in deze financieel benarde tijden, een onmogelijke wensch om van al die aangelegde of natuurlijke bad- geiegenheden voor het zwemonder- richt van onze jeugd eeu stelsel matiger gebruik te maken dan tot dusver Is zwemplicht binnen het kader van den leerplicht niet eigen lijk iets vanzelfsptekends in een waterland als Nederland \Stukloopen Doorzitten, Zonnebrand. PUROL 'Wit en Geef Beide in doowi v»n 30«n60ct het dan terwille van haar, naar de 'ad was gaan werken. Dit had op Bert nogal indruk ge maakt. Wie was er nou nog in zijn omgeving, die waardeering had voor 't moeilijke werk dat hij daar van morgen tot avond deed, waarvan hij sommige momenten wel weg zou heb ben kunnen loopen. Vader zou een goeden dag hebben als Bert thuis kwam en z'n oude plaats op de stal en achter de ploeg weer innam. Marie zou haar waker op stal weer terug hebben als daar iets bij zonders op hand was en 'n gragen eter aan de tafel. Wat hij voor Nelly's gedaan had, wist zij niet eens te waardeeren. Dit meiske zou nooit tot het besef te brengen zijn, dat uit haar met geen mogelijkheid een boerin groeien kon. Bert op zijn beurt had de vrees, dat Nelly nou en later in haar teleurstel ling over de mislukking van haar droomonder een boerendak te leven, haar verwijten zou hebben en er nooit mee tevreden zou zijn, dat hij alle uren van den dag buitenshuis zou zijn voor zijn werk. Haar wantrouwen zou groeien, hij zou zich daartegen moeten verzetten. Het zou niks anders dan een einde- looze ruzie kunnen worden tusschen hun tweeën, later. En toen Nelty hem zoo kortaf vroeg: Mij of 't kantoor, toen antwoordde Bert even vlakweg Het kantoor moet ik nog 'ns beprakkezeeren, maar van jou zal ik maar afzien Hij ondervond in den aanvang van deze scheiding zoo niks geen hinder. De teleurstelling had hem den oogen- blikkelijken moed gegeven met dit meiske, dat hij toch wezenlijk had hef gehad, te breken. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 1