Van zijderups tot zijden kleed Vacantie-belevenissen De teelt der zijderups «zoo oud als de menschheid" Van de zijde kan men zeggen, dat zij zoo oud is als de wereld zelve. Reeds bijna drieduizend jaar voor het begin onzer jaartelling hebben de Chineezen van de zijde rups de draden gewonnen voor het vervaardigen van hun zijden stoffen. De zijde werd in de laatste decennia ernstig bedreigd door het machinale product kunst zijde, maar tenslotte is gebleken, dat zij in haar voornaamheid onvervangbaar was en zoo neemt thans de productie van echte zijde een eigen plaats in naast haar halfzuster, de kunstzijde. -# merking komen. Men denke in de eerste plaats aan de zuivere berglucht en den stralen den zonneschijn, en vervolgens na tuurlijk aan de met sneeuw bedekte berg reuzen, die als zilver afsteken tegen den diep blauwen hemel, de eeuwige gletschers, over het kleurenspel waarvan men telkens weer verrukt is. Natuurlijk denkt men ook aan de bergstroomen, die voortsnellen door diepe kloven, om af en toe met donderend geraas een waterval te vormen en ten slotte uit te monden in de meren van Brienz en Thun, die de liefelijkheid van het Middelgebergte en in den.zomer zelfs de De ingesponnen cocons. DE zijdeteelt treft men in de geschiede nis voor 't eerst aan in China. Vol gens de overlevering heeft men haar daar reeds beoefend 27 eeuwen coor 't be gin van onze jaartelling en wel bij voor keur door vorstinnen en aanzienlijke adel lijke dames. Van hieruit heeft de cultuur zich langzaam verspreid over Japan, Indië en Perzië. Eerst in de zesde eeuw bereikt zij het Zuid-Oosten van Europa, waar keizer Jus- tinianus haar stimuleerde. In de Middel eeuwen dringt zij tenslotte door in Italië, Frankrijk en Spanje; later wordt het ver werken van zijde ook algemeen in Enge land en Amerika. Maar ondanks deze ver spreiding over vrijwel geheel de aarde, le vert het oude China nog altijd het aan zienlijkste contingent ruwe zijde, terwijl Frankrijk, hoewel het weinig levert, de grootste verwerker van ruwe zijde is. Het centrum van deze nijverheid is gevestigd te Lyon. Waar komt de zijde vandaan? IEDERE soort echte zijde is het product van een rups, in wier lichaam aan beide zijden een klier voorkomt, die een vloei stof, de zgn. fibroïne afscheidt in den vorm van een zeer dunnen draad, die door fijne openingen naar buiten geperst wordt. Zoo dra deze draad aan de lucht blootgesteld wordt, treedt verharding in. Samenge kleefd door een lijmachtige stof, de seri- cine, vereenigen de draden zich. Hiermede omspint de rups zich en vormt zoodoende een eivormig omhulsel, dat wy cocon noe men. In deze cocon moet zich binnen en kele weken de gedaanteverwisseling van pop tot vlinder voltrekken. De uit de co con gekropen vlinder legt vele duizenden eitjes, waaruit zich na een dertigtal dagen rupsen ontwikkelen. Met de voor de industrie bestemde co cons laat men het echter niet zoover ko men. Want reeds voordat de gedaantever wisseling voltrokken is, worden de cocons in kokend water of stoom gehouden. Van de gedoode cocons worden voorzichtig de uiteinden der draden opgezocht en daarop in groepen van zes of meer gehaspeld. Hierbij lost de sericine op in kokend water. Door het nakoken wordt de zijde, gelijk men dit noemt, ontschaald. Het spreekt vanzelf, dat men er wel voor waakt, niet alle cocons te dooden, daar het bedrijf dan spoedig tot stilstand zou komen. Enkele exemplaren, die voor de voortteling be stemd zijn, worden natuurlijk uitgespaard. Een groot aantal soorten van de zijde rups voedt zich voornamelijk met bladen van de witte moerbeiboom. Het kweeken van deze boomsoort moet dus steeds mengaan met de jpjdekweekerij. De belang rijkste rups is de Bombyx mori, die in vrij wel alle landen gekweekt wordt, China, Perzië, Frankrijk en den laatsten tijd zelfs in Duitschland. De zijderups streed met de techniek en „overwon.'' EENIGE jaren geleden zag het er met de zijderups naar uit, dat zij levens lang werkloos zou worden en dat de menschen zich voor haar kunstige moge lijkheden niet meer interesseerden. Immers chemie en industrie hadden de handen in eengeslagen op een verbluffende wijze, die maal te schikken naar vele door de natuur vastgestelde omstandigheden, waaraan wei nig of niets is te veranderen. Wel is het noodzaak, dat men in de keuze van zijn jonge moerbeiboomen uiterst zorgvuldig is, omdat hierdoor dikwijls een zoo gevreesde ziekte onder de rupsen voorkomen kan worden. Het is bv. wenschelijk, dat men boomen aanplant, die onder dezelfde kli matologische omstandigheden elders ge kweekt zijn. Ook den leek zal het duidelijk zijn, dat jonge boomen en struiken, die men uit een ander land betrekt langzaam gewend moet worden aan het andere kli maat en derhalve niet onmiddellijk hun de rups tot zij deweef sel niet zoo heel inge wikkeld is. Het is voor alles noodig dat de handen staan naar dit werk, en men moet ook zonder microscoop, als het ware met de vingertoppen kunnen voelen, wat men aan een cocon heeft, hoever zij gevorderd is, of zij aangetast is en nog zooveel meer. Het eigenlijke werk verricht de zijderups. Haar product wordt later door vernuftige machines tot een langen en sterken draad gemaakt en de ververijen zorgen voor de bijzondere kleuren. Ook hier blijkt weer, dat men de natuur wel voor een groot ge deelte kan nabootsen, maar nooit geheel. Er zijn geheimen, die wij nooit ten volle kunnen doorgronden en de zijderups heeft bewezen, dat zij niet te imiteeren is. Der halve heeft zy op waardige wijze naast de machine haar plaats heroverd. Wanneer men in later jaren aan zijn jeugd terugdenkt, dan behooren ongetwijfeld de vacantiehearinneringen uit de periode, dat men nog naar school ging, tot de aan genaamste. En niet weinigen zullen ook op lateren leeftijd nog blijven teren op die herinneringen, omdat het nu eenmaal dik wijls voorkomt, dat menschen door hun drukken werkkring niet meer zoo dikwijls in de gelegenheid zijn, op reis te gaan. En hoe talrijk zijn niet de ouders, die telken- jare bij het uitkiezen van het vacantie- oord, wel degelijk overwegen, of men het De kweeker met een blad vol rupsen, die op het punt staan zich in te spinnen. Boven: Voor het inspinnen beschikt men over een spinraam, waarin de rupsen hun cocons ophangen. Rechts: De geheele familie heeft aan het afpellen van de cocons de handen vol. voor de zijderups welhaast duivelsch ge noemd kon worden. Men had haar produc tie en spinmethode afgekeken om die daarna even kunstig na te apen. Men ging wel niet op geheel dezelfde wijze te werk. Als grondstof werd n.l. gebruikt cellulose, gewonnen uit papier, lompen en de vezels der katoenzaden. In een handomdraai ver overde de kunstzijde de wereld. Men had bovendien het niet te betwisten voordeel, dat de nieuwe productiemethode niet meer afhankelijk was van de wissel vallige uitkomsten der zijderupsteelt en klimatologische omstandigheden Niettemin zijn er al die jaren vele vrouwen geweest, die in letterlijken zin niet door den glans van de kunstzijde verblind werden en van de stoffen, voor hun klee ding, eischten in de eerste plaats: degelijkheid. Daar om kon de industrie van echte zijde stand houden, bogend op een tradifie en een reputatie van vele eeuwen. Tegenwoordig heeft men opnieuw beproefd zijde rupsen met de bladeren v^an schorseneer of smeer- wortel te voeden. Een oerste poging in die rich ting werd gedaan door Frederik den Grooten. Men paste deze voeding toe, om daardoor de lang durige en veel voorberei ding vereischende teelt van moerbeiboomen uit te schakelen. Gebleken echter, dat de zijde, gele verd door de rupsen, die op deze wijze gevoed wa ren, minder glans had en sterker neiging tot breu ken vertoonde. Het spreekt vanzelf, dat men deze me thode thans wel voorgoed den rug toe zal keeren. Wie begint met de teelt van zijderupsen, heeft zich een volle capaciteit als bladleverancier kunnen ontplooien. Het is ook niet juist te bewe ren, dat alleen gebieden van den wijnbouw geschikt zijn voor de teelt van moer beiboomen zij worden in werkelijkheid ge kweekt tot in Zweden toe. Slechts in enkele gevallen zal het voor den rupsenkweeker loonend zijn, zelf de cocons uit te koken en af te haspelen. Daarom verzamelen zij meestal die cocons en sturen deze paar een spinnerij, waar zij machinaal afgewikkeld worden. Dit tijdstip moet wel zeer zorg vuldig uitgekozen worden, want mocht de vlinder ontijdig uitbreken, dan verbreekt zij de draden en maakt de cocons waarde loos. Hoe de teelt in haar werk gaat. VOOR de teelt is een leege kamer vol doende of een kelderruimte, die goed gelucht kan worden enz. De inrich ting bestaat uit houten stellages, kooien, spinramen en indien mogelijk een kachel om by koud weer de temperatuur op de ge- wenschte hoogte van 2022 graden Celsius te houden. De teelt van 20.000 rupsen, waarvoor men een broedsel van ongeveer 20 gram noodig heeft, kan één mensch nog geheel alleen behandelen. Voor een cul tuur van dergelijken omvang is noodig een ruimte van 2025 M2. Men ziet, dat de ontwikkelingsgang van kind, behalve de ontspanning, die het krijgt, wel genoeg kan laten genieten. Men weet immers nooit wat de toekomst voor hen verborgen houdt? Beziet men de verschillende vacantieoor- den eens uit dezen gezichtshoek, dan zal ongetwijfeld het Berner Oberland in aan- De moerbeiboom levert het blad, waarme de de rupsen zich voeden. De kweeker op zijn dagelijkschen gang langs de boomen. charme van de Rivièra hebben. Middel- eeuwsche stadjes als Thun, Brienz en Spiez spiegelen in de meren en in niet mindere mate getuigen de ontelbare kasteelen, burchten en ruïnes van een oeroude tradi tie. In het bijzonder moeten de kasteelen in Oberhofen en Spïez genoemd worden, die een onvergetelijken indruk achterlaten, maar ook in vele andere plaatsjes, dikwijls afgelegen dorpen, vindt men oude, - schil derachtige kerkjes, Aan de oude traditie herinneren ook de overal plaats vindende volksfeesten, waartoe de bewoners van het Oberland in hun bonte, historische kleeder drachten verschijnen voor het houden van dansen in de open lucht. Een even merk waardige traditie vormen de Wilhelm Tell- Festspiele, die des Zondags door de boeren uit den omtrek van het mondaine Interla ken gehouden worden. Maar hier aan den voet der Alpen, zyn nog vele andere merkwaardige dingen1 te zien. Daar is bi>v. de Harder, een reus achtige rots in de omgeving van Interla ken. Hier heeft de steenbok zyn jachtge bied; men kan het dier daar in grdote kudden zien. Niet minder aantrekkelijk is het Weste lijk deel van het Berner Oberland, waar alle steden van eenig belang gemakkelijk langs de modernste autowegen te bereiken zijn. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan het aantrekkelijke, nog zeer ongerepte KiendaL Het Simmendal geeft weer een geheel ander aspect van het Berner Ober land te zien. Hier grazen op de Alpen weiden de rood gevlekte koeien. Hier treft men dan ook de tallooze toeristencentra aan. Een fta.ai gezicht op de bergen van het Berner Oberland.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 10