TWTT.TVE BLAD VAN PEEL EN MAAS Stop dien hoest ABDIJSIROOP FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond Melk. AKKER's vetsièrkie Zaterdag 4 Juni 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 23 Middenstanders Standgenoten. Op 10 Nov. j.l. hield ik een uiteenzetting over bestrijjing der T.B.C. en in verband daarmede over onze mooiste instelling S.A.N.T.O.S. (Steun Aan Neder- landseTuberculose Onbemiddelde Standgenoten.) Op 17 Mei j.l. heb ik dezelfde uiteenzetting gehouden voor onze jonge Middenstanders en ik heb allen, zonder uitzondering, ent housiast bereid gevonden de actie van het Santos-comité te steunen. Ofschoon ik geen oogen- blik aan dezen steun heb ge twijfeld past mij toch bij voor baat 'n woord van hartjrondigen dank namens het Santos-comité aan deze stille, onbaatzuchtige gewaardeerde medewerkers. Weet het wel, Middenstanders, dat de T.B.C. voor onzen stand geen uitzondering maakt, doch ook daar slachtoffers zoekt.... en vindt. Ik weet dit helaas maar al te goed uit eigen ervaring. Een geval van T.B.C. iseen somber dreigende wolk overeen gezin. Het kan worden tot een pijnigende zorg, een kwellende angst. En eist dan eindelijk de witte dood zijn slachtoffer op, welk groot verdriet dan... Ouders die een kind verloren, weten wat het is, dit verdriet, gedragen jaren en jaren, ja heel hun leven, in stilte.... omdat het te groot is om in woorden te worden gezegd. En een jong gezin dan, dat alle zorgen nog nodig heeft. Hoe hard wordt ditgetroffen, wanneer een der ouders wordt weggerukt. Vooral het gezin van een Midden stander wordt hier zwaarder ge troffen dan welk ander gezin ook. Is er met sanatoriumbehande ling tegen deze ziekte nog veel Ie bereiken? Hierop kan ik met een volmondig „ja" antwoorden, al geeft de sanatoriumbehande ling dan ook niet in 100 pCt. der gevallen resultaat. Nog altijd komen een groot aantal patiënten pas in behandeling als de ziekte al te ver gevorderd is en er practisch weinig meer aan te doen is. In de goed geoutilleerde sana toria, waar naast de rustkuur van alle moderne en chirurgische hulpmiddelen een juist gebruik gemaakt wordt, ziet men in de laatste jaren toch kans, om onge veer 70 pCt. van T.b.c.-lijders die in een niet al te ver gevorderd stadium van de ziekte opgenomen worden, te redden. S.A.N.T.O.S. is opgericht met het doel de T.B.C. onder de Middenstand in het algemeen, en onder de leden der Katholieke Middenstandsorganisatie en hun gezinnen in het bijzonder, te bestrijden in oorzaken en gevol gen. Santos volbrengt zijn taak door het financieel mogelijk te maken dat de lijders aan t.b.c. in sanatoria worden verpleegd en genezen. Voor dit doel tracht Santos zoo ruim mogelijk geld door PAUL KUYPERS. (Nadruk verboden) 11 Frans huurde 'n andere boerderij aan, want dan was bij weer terug de kanten in van z'n stamhuis. Hij kende daar het land. Hij keek weer tegen de stad aan, zooals hij van jongen af aan gedaan had. Deze saraentroeping van boerderijen was hem vertrouwd. Hij hoorde hier den roep van den koekoek in de beemden, hij bekeek hier, als vroeger de nevels, die optrokken voor de stij gende zon, hij kon ze weer zien terug keeren in vanen van moek in den ver kilden avond. Hij had aan deze open heid van iand z'n oude herinneringen. Dat niet alleen. De boerderij was grooter. Hij kon daar meer koeien houden en den eers ten dag, dat ze er woonden, kwam het weversvolk, dat daar woonde in de straat, die bij de hoeve uitliep, met 't melkkanneke aan de deur. Frans voer nog zand naar de stad. Het was noodig, de melk tot boter verwerkt, leverde niet zooveel op, dat ze er van konden komen. Gebogen over haar kam prakkezeerde Marie daarover. Ze had in die uren iets van den ouden Driek. In den avond zei ze tegen Frans: - Dat zand varen naar de stad moet uit zijn. - Ik wou dat ge pastoor waart en dat het in de tien geboden stond, zei Frans. - We scheien d'r uit, Frans. bijeen te brengen. Santos organiseert daarvoor de nodige propaganda en belang stelling. Zal Santos het kunnen volbrengen om de opgroeiende zonen en dochters, vaders en moeders ook, weer genezen en stralend gezond aan hun gezinnen terug te geven Santos ziet het als een zware plicht om er niet één van verloren te laten gaan. Zullen zij, die nog gezond zijn en die dit misschien nauwelijks waarderen, weten wat het is hulpeloos te liggen wachten of genezing mogelijk is, en zo ja, of zij die gezond en gelukkig in hun zaken blijven, Santos door hun giften ir. gang zullén blijven houden. Zeker, dat is een eereplicht 1 Deze zieken mogen wij niet teleurstellen. Een stand, die niet weet te offeren, heeft geen enkel recht iets van anderen te vormen. Weet dat gezegd is.... Wat gij de minste der Mijnen gedaan hebt, dat hebt ge aan Mij gedaan. Gij zult zeker alles willen doen om elkaar in nood en tegenslag bij (e staan op de manier zoals Santos dat doet. Mét Santos, dóór Santos, Uw eigen instelling, die reeds vele tientallen het leven redde. Steun daarom uw plaatselijke Santoscommissie, stel belang in baar werk, leef mee.en als in de komende dagen de jonge Middenstanders om een offertje bij U aankloppen, weiger dan die steun niet. Denk dat het voor onze standgenoten is dat zij om steun komen vragen. Werk van harte mee, omwille van Uw medemens, Uw collega, ja, Uw beste vrienden of familie wellicht. En het loon Och, ofschoon we daar eigenlijk niet naar be horen te vragen, het staat toch voor ons allen vast, dat ieder goed werk, dus ook dit, beloond zal worden, honderdvoudig nu doch later ontwijfelbaar zeker. De Voorzitter v. h. Santoscomité P. VAN OPBERGEN Jzn. Stichting het Limb. Landschap. Baron de Weichs de Wenne over heemkunde. Voorlichting van vreemdelingen gewenscht Onder leiding van Z. Exc. van Sonsbeeck, Commissaris der Koningin in de provincie Limburg, hielden de leden van de stichting het Lim- burgsch Landschap hun jaarlijksche reünie in het hotel „De Zwaan" te Venray, op Zaterdag 28 dezer. Nadat om 10 30 uur een huis houdelijke vergaderiDg van het alge meen bestuur der stichting had plaats gehad, werd om 11.30 een algemeene vergadering gehouden. Nadat de voorzitter tot allen, speciaal echter tot Z. Exc. den Commissaris der Koningin in Noord- Brabant, een hartelijk welkomst woord gesproken had, memoreeerde hij, dat de vorige jaarvergadering gehouden was te Beek, dus in Zuid- Limburg, terwijl deze vergadering, in Venray, dus Noord-Limburg, plaats vond, waardoor de geheele provincie Limburg bekend werd aan de leden. Ze zei niet meer. Och, ze had krek de manieren van Driek in deze dingen. Ze wilde n' mensch verrassen, zeker Uitscheiden met varen beteekent zoowat ophouden met boeren Marie. We gaan roome venten, Frans. Frans hoefde zich niet erg bang te maken, dat hij daarvoor gespannen zou worden, want Marie zei mee erop: En morgen begin ik al Ze zei in zoo'n oogenblik niet: doen we dat of laten we dat, ze praatte van ik. - Ge snapt mijnen inleg zeker niet. Frans? lachte Marie. - Niet zoo krek, nee, zei Frans. 't Is toch hendig zat te vatten, ik begin te venten en gij zijt van den zelfden stond van dat voermannen af. Frans, die begreep dat allemaal niet zoo vlug en nou Marie maar niet duidelijker werd in haar woorden nou begon hij te brommen en zei: En ik kook den poi Ze zwegen nadien Het was niks gedaan, wat Marie voor had. Melkventen was eerder ge zegd dan gedaan en ge moest er met velen voor zijn. Ge moest toch ook klanten hebben. - We doen 't enkele dagen en dan is 't weer uit. - Wat zegde ge? zei Frans - We schieten het melkhuis in de stad onder de duiven en dan moet ge eens zien hoe gauw er volk over den stoep is, om ons roome voor het melkhuis te koopen - Dan kunde ge beter uou naar die menschen gaan en stellen dat voor. - Ja zeker, we zullen met ons goei roome gaan schooien, kun de ge be grijpen. - Als gij denkt, dat 't zoo 't beste is. dan doe de gij dat maar, Marie. Dat ging aan. Marie deed 's morgens haren rok aan, den bonten scholk voor en ze voer met het wagentje de straten in. Ze had ook haar kennissen. De Speciaal wilde de voorzitter er op wijzen, hoe verheugend het is, dat ook dames hun aandacht schenken aan het werk der stichting, wijl hier door bekendheid in huishoudelgken kring zeer in de hand gewerkt wordt, waardoor liefde en belangstelling voor de Heemkennis en kunde wordt aangekweekt en het verloren gaan van het streek-eigene wordt tegen gehouden. Nadat door den secretaris een uit gebreid verslag over het afgeloopen jaar was voorgelezen, waarvoor een gul applaus opklonk, hield de edel- achtb. heer Baron de Weichs de Wenne, burgemeester van Wanssum, een keurige rede over de aantasting van het natuurschoon door opgravin gen en de wenschelijkheid van een overheidsregeling ter zake alsmede over heemkunde en heemschut. Een rede, die alleszins veydient ter alge meene kennis te komen, daar het doel liefde te kweeken voor al het specifieke van een streek, der be woners, en van oude gewoonten en gebruiken hierdoor in aantrekkelijke vorm werd voorgehouden en het duidelijk blijkt, dat in de folklore meer en diep leven zit dan in menig volksvermaak. Nadat het applaus aan het eind dezer rede verklonken was, dankte de voorzitter den secretaris voor zijn keurig verslag en den spreker voor zijn interessante beschouwing, waarin het doel der stichting zoo juist om schreven was. Mgr. dr. van Gils zag gaarne, dat de stichting zich ook zou toeleggen op het Vreemdelingenverkeer, ten einde de vreemde bezoekers onzer Nederlanden te doen besluiten eens verder te trekken dan de duinen en bollenvelden. Er is immers ook hier wel wat te zien en te leeren. In dit verband wees hij er op, dat binnen kort in Utrecht naar aanleiding van het overlijden van den H. Willibrord, 1200 jaar geleden, een tentoonstelling gehouden wordt van dingen, die verband houden met den Heiligen en waar de H. Willibrordus ook hier nog voortleeft, er ook wel belang stelling zijn zal voor hetgeen inden Dom zal plaats grrjpeD. Als de heer van Tienhoven, voor zitter der vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten, ter vergadering komt, richt de voorzitter een harte lijk welkom tot hem, waarmede de vergadering onder applaus instemt. Nadat de voorzitter nog gesproken had over de Geullemerafgravingen en niemand het woord verlangde, werd de vergadering gesloten en begaven de deelnemers aan deze vergadering zich naar het stadhuis van Venray, waar de edelachtb. heer burgemeester mr. Janssen hen ont ving en een uiteenzetting gaf over de Venraysche gemeente-eigendom men in de Peel, onderwijl van gemeentewege een verversching werd aangeboden. Na het noenmaal gebruikt te hebben in de lunchroom Verheugen, begaf het gezelschap zich per auto en autobus naar Merselo om onder de technische leiding van een houtvester van het Staatsbosch- beheer een bezoek te brengen aan de bosschen der gemeente Venray, waarna men om 5 uur 's namiddags weer terug was in het Odahuis, welwillend door de eerw. Zusters Ursulinen disponibel gesteld, om aan te zitten aan een door het gemeente bestuur aangeboden thee. Venray's Harmonie gaf tjjdens dit thee-uurtje mooie muzieknummers ten beste. Moge het sympathieke doel der stichting Limburgsch Landschap meer en meer bekendheid verwerven en zoo het streekeigene bewaren tot in verre toekomst. Melk is goed voor elk. Dat is inderdaad zoo. Als er één voedingsmiddel is, dat onvoorwaar delijk voor iedereen kan aangepre zen worden, dan is het zeker melk. menschen vonden haar een proper boerinneke. Ze kochten melk van haar. Ge hadt pofklanten, die bij het melk huis op de lei stonden, Marie verkocht er roome aan. Ze was midden op den voormiddag al weer thuis. Ze had 'n vol zakske geld. Frans was eerlijk genoeg om te zeggen, dat hij dat in eenen keer niet had kunnen denken. Hij zou met dat varen op kunnen houden onderhand. Hij zou geen nieuwe leveranties van zand meer aannemen, als Marie d'ren opzet lukte. En zij voer den anderen dag weer uit. Er kwam geen mensch van den melkwinkel op de boerderij, zooals Marie verwacht had. Ze bleef aan 't venten. Ze kwam steeds verder de stad in, tot aan den melkwinkel toe. Ze kreeg zooveel klanten als ze wou, want ze gaf de kinderen een cent, ze had een royaal maat en 't was weer 'ns wat anders: melk versch van de boerderij. Er kwam èvel nog niemand van den winkel om melk. Frans hield Marie ermee voor den gek: lk zal toch maar weer aan 't voerwerk gaan. De menschen hebben oew slimmigheid doorzien. Dat was trouwens ook wel te denken! Marie werd er taai van. Dan 't hol van den leeuw maar in 1 's Morgens ventte ze weer melk De menschen waren aan haar tegenwoor digheid in de straat gewend geraakt Ze kwam bij den melkwinkel. Ze ging er met de kan aan de hand bin nen. Haar gezicht stond wezenlijk on schuldig toen ze bij den man stond, die uit een emmer melk in kannetjes deed, Ik meende oe melk te verkoopen maar ik zie wel ge hebt er zelf zat. - Veel te veel, vrouw, daar weet gij van 1 Ja, zei Marie schuchter genoeg, ik heb er ook te veel. Ze wilde alweer gaan. Ze bevat alle bestandeelen, die voor het leven noodig zijn, en nog wel in gemakkelijk opneembare vorm. Voor mensch en dier is melk in de eerste levensdagen het aangewezen voedsel. Zieken en zwakken drinken melk tot herstel van krachten, ouden van dagen gebruiken ze om het weg vlietende leven nog wat te rekken en ook voor den gezonden en ster ken man is geregeld melkgebruik zeer aan te bevelen. Daarbij komt, nog, dat melk, wat den prijs betreft, de vergelijking met andere voedingsmiddelen best kan doorstaan'. Neem eens het bier. Nu is het waar, dat bier niet tot de voedingstoffen, maar tot de genotmiddelen moet worden gerekend; jammer genoeg tot de meest gevaarlijke genotmiddelen, niet alleen voor de beurs, maar ook voor lichaam en geest. Nu zijn er menschen, die bier sma kelijk vinden en 'n afkeer hebben van melk. Op een vraag waarom melk in plaats van bier gedronken werd was één antwoord bijzonder typisch: Van melk wordt je niet plezierig. Men kan hiertegen opwerpen: van water aardappels, groenten, vleesch word je ook niet plezierig, en wie zou die willen missen. Bovendien kan melk als hoofdbestanddeel in zooveel ver schillende dranken verwerkt worden, dat ze voor ieders smaak geschikt gemaakt kan worden. Juist, omdat melk een volledig voedingsmiddel is en daarbij gemak kelijk verteerbaar, is ze ook zoo ge makkelijk aan bederf onderhevig. In de lucht zweven allerhande soort van bacteriën en ziektekiemen, die in de melk terecht komen en de ongewenscate veranderingen in kun nen teweegbrengen. Hoe zindelrjker de melk gewonnen wordt, hoe meer kans er bestaat op een zuive pro duct. Vooral nu de zomer in aantocht is, dient men de noodige voorzorgs maatregelen te nemen. In de eerste plaats komt in aan merking het winnen van melk op de boerderij. Men dient hier op twee zaken te letten, en die zijn: zuivere melk te verkrijgen en ze zoo spoedig en zoo sterk mogelijk af te koelen. Een zindelijke, frissche stal of weide, waar gemolken wordt, zin delijke dieren, zuiver vaatwerk en propere handen en Ikleeren. Gebruikte kannen en emmers wor den eerst schoon gewasschen met zuiver koud water, dan geboend met heet sodawater en daarna nagespoeld met heet water, om ze vervolgens te laten uitdruppen en te bewaren op een zindelijke plaats. Vóór het melken moeten op stal geen werkzaamheden verricht wor den. Daardoor wordt de lucht steik verontreinigd. Dan worden de eerste stralen apart gehouden. Die bevatten heel weinig vet en ze krioelen van slechte bac teriën. Na het melken moet de melk direct van stal en moet dan dadelijk ge zeefd en afgekoeld worden, minstens tot onder de 1 gr. C. Zonder bacteriën is nu eenmaal in de practijk geen melk te winnen, maar men moet trachten, dat de aanwezige zich zoo weinig mogelijk kunnen vermeerderen. Deze groeien het best bij bloedwarmte. Beneden 15 gr. wordt haar werking gering, door koken worden ze gedood. Laat men melk zonder koelwater afkoelen, dan smaakt ze ook lang zoo lekker niet dan direct afgekoelde. De koelkamer moet frisch en zin delijk zijn. Een kelder is een slechte bewaarplaats, omdat er allerlei din gen o,a. aardappelen, in bewaard worden, die een slechten smaak aan de melk geven. Vooral nu met ingang van 15 Mei strenge eischen worden gesteld aan de kwaliteit van de boter, die naar het buitenland gaat, moet op de boerderij alles in het werk gesteld worden, om een eerste kwaliteits product te verkrijgen. Dat is in het voordeel van den veehouder. Jammer We hebben er zat mee te stellen, om niet in onze melk te verdrinken en nou komde gij ons nog beconcur- reeren. Het is toch eerlijk? zei Marie. Dat zal wel als gij 't zegt, maar we gaan er allebei aan ten onder, vrouw. 't Is 'ji heele trubbel in de wereld. Ze deed net of ze wilde gaan. Als we 'ns samen deden vrouw. Hoe bedoelde dat Gij brengt de melk hier en wij venten ze uit. De melkslijter had nou 't eerst dit voorstel gedaan. Marie kon er nu wel toe komen over zijn voorstel te praten. Ze maakte èvel toch nog allerhande bezwaren, tegen dezen mensch, die nogal wat lomp uitgevallen was. Onderhand kwamen ze toe overeen stemming. Marie kreeg een cent meer voor hare melk, dan de boer, die hier eerst leverde. Marie kwam nadien lachend bij Frans in den herd aan En wat moet de boer, die eerst de roome bracht nou aanvangen, Marie? Wat-ie-wil, zei Marie vlakaf, we hebben hem niet onderkropen en wij hier aan de stad, wij betalen er huur naar om een hoogen prijs te beuren! Frans keerde terug naar zijn akkers, toen 't met voermannen gedaan was, Hij bracht 's morgens en 's avonds de melk naar den venter in de stad. Nadien was hij thuis om de groote boerderij te bewerken. In de weinige woorden, die hij daarover aan Marie's zei, lag z'n voldoening vervat. Driek kwam weinig over den stoep in dezen tijd. Frans had hem daartoe reden zat gegeven. Marinus was na zijnen trouw bij hem gekomen of hij het koren voor hem wilde zaaien, want de eerste plak, dien hij zelf had gezaaid, stond er bij als een half geplukte hen. Hij bestuitte Frans wat om z'n zaai- genoeg ontbreekt er hier en daar nog wel wat aan. Elke veehouder moest eens inlichtingen winnen aan de zuivelfabriek en de daar gegeven wenken opvolgen, dat zou een heele stap vooruit zijn. Een maatregel in de goede richting is de aanstelling van voedercontro leur. Ook de voeding staat in ver band met de kwaliteit van de melk. Maar tevens kunnen deze mensehen een oogje in 't zeil houden bij de winning van de melk. 't Is jammer, dat de melk van enkele nalatigen zooveel schade kan veroorzaken aan de kwaliteit van de boter. De zuivelfabriek kan met eenvoudige middelen slecht gewonnen en behandelde meix achterhalen. Een premie- of boetestelsel is in elke fabriek gewenscht en zal ook binnen kort wel algemeen ingevoerd wor den. Een gedeelte van de melk dient voor consumptie. Het spreekt vanzelf dat de best gewonnen melk op de boerderij ook de beste consumptie- melk levert. In de fabriek wordt ze gepasteuriseerd, d.i. zoodanig verhit, dat alle ziekteverwt-kkende bacteriën gedood worden. Verder wordt ze sterk afgekoeld en dan in kannen of fles- schen aan de consumenten afgeleverd. Men kan ze ongekookt gebruiken, maar in den zomer, als ze eenigen tijd aan de warme zomerlucht is blootgesteld, is het toch gewenscht, om ze te koken en direct sterk af te koelen. Niet gepasteuriseerde melk moet noodzakelijk gekookt worden omdat men anders gevaar loopt, zich een gevaarlijke ziekte op de hals te halen. Jaarlijksch worden nog een aantal menschen door de zoo gevreesde tuberculose aangetast als gevolg van het drinken van ondeugdelijke melk. Door ze te koken is dat gevaar uit gesloten. Goed behandelde melk is zeker een van de meest waardevolle voedings middelen. Het was zeer te wenschen, dat het gebruik er van nog in sterke mate toenam. Krakelingen. Rijksambtenaar is tewerk gestelde Het vraagstuk der verdeeling van den beschikbaren arbeid is ik be sef het ten volle zeer moeilijk, Hoe het precies moet worden opge lost, ik durf het niet te zeggen. Dat bepaalde „oplossingen" niet goed zijn durf ik wèl beweren. Het „hoe niet" is nu eenmaal gemakkelijker te bepalen dan het „hoe wèl". Voor haar eigen personeelsbezet ting heeft onze overheid, naar ik meen, niet altijd de juiste tactiek gevolgd. Dezer dagen heeft de minister van Binn. Zaken weer eens een cir culaire uitgezonden aan.... zijn col lega's-ministers, hoofden dus van van verschillende rijksdepartementen, waarin dezen herinnerd worden aan door de regeering dus door hen zelve, te samengegeven richt lijnen bij de benoeming van rgks- ambtenaren. De minister voornoemd wijst er daarbij op, dat voor de ver vulling van vacatures dienen vóór te gaan: wachtgelders, reserve-offi cieren en kweekelingen met akte. Het is op zich zelf vreemd, dat een minister zijn collega's aldus be trekkelijk in het openbaar, moet herinneren aan regeeringsbesluiten. Vreemder nog is het, dat het des bet reffende regeeringsbesluit nog gel dend is. Ik gun aan reserve-officieren en „kweekelingen met acte" gaarne het buitenkansje van den arbeid. Maar, zoo vraag ik me af, waarom juist zij Er zijn duizenden jongelui, die hebben gestudeerd of (en) het vader land hebben gediend. En nochtans werkloos zijn. Waarom moeten nu juist reserve-officieren en kweekelin gen in een kruiwagen worden gezet en naar een rijksbetrekking gereden Men degradeert aldus den over- kunst Frans deed 't. In het najaar zaaide Frans de spurrie en 't groenzaad, in dit voorjaar zaaide hij ook de haver voor Marinus. Marinus kwam nou wel weer 'ns over den stoep bij Marie's. Ze vertelden tegen elkaar van den tijd, dat ze samen thuis waren. Ge hadt daar herinneringen aan, die ge niet lichtelijk vergeet. Marinus bracht Hanneke's 'n keer mee met haren vrijer. Die twee durfden niet alleen te komen, zoolang waren ze niet meer bij Marie's geweest. Ze speulden wat kaart. Ze bekeken de koeien. Frans en Marie hadden toch wezen lijk 'n schoonen stal vee. Ze kwamen vooruit in de wereld. Hanneke en hare vrijer moesten nog 'ns terugkomen. Ze deden 't gauw genoeg. Hanneke speulde met de jongens. Met Doortje, dat al loopen kon en met Klaasje, dat in de wieg lag. Ze hield dat haren vrijer voor, omdat 't zoo'n schoon jong was. Nadien, als ze 't wicht zachtjes in de wieg legde, dan zei ze zoomaar eerlijk weg, dat ze hoopte, dat zij ook maar gauw gingen trouwen, zij en hare vrijer. Het was Driek allemaal niet naar den zin. Hij had er Marie niet voor naar den trouw gebracht, dat ze zoo over en weer naar elkaar zouden loopen. Hij I had Marie's aan Frans geholpen en op J de boerderij gezet om bij haar, de j oudste dochter een tweede huis te j hebben Hij kon haar goed doen, zoo dikwijls als Hanne haar zoon voortrok, j Driek ging tegenwoordig maar buur ten bij het weversvolk, dat in zijn huizen woonde. Hij kreeg ook nogal volk over den I stoep. Hij vatte er een borrel mee en had er z'n verzet aan met deze din- t gen. Marie verwachtte haar derde kind, het eerste op de nieuwe boerderij. welke U overdag kwelt en 's nachts belet te slapen. Stop dien hoest direct, maar bedenk dat die hardnekkige hoest-buien alleen maar kunnen wor den verdreven door een krachtig en uiterst doeltreffend werkend middel de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop. Abdijsiroop is vanouds een natuurlijk kruidenmiddel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden, welker verrassende wer king op aandoeningen der ademhalings organen wordt erkend en geroemd. Boven dien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu nog toegevoegd de krachtigste hoest-be- dwingende stof welke er bestaat, namelijk de,.codeïne".De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop vereenigt dus nu in zich (le zachte maar grondige werking der genees kruiden en de snelle zeer krachtige werking der codeïne en daarom noemt men Abdij siroop: ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". Flac. 90 ct„ f 1.50, 2.40. f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordecliger het gebruik. heidsdienst tot een werkverschaffing. En eene, speciaal voor die categorie van werkloozen, die men blijkbaar op geen redelijker wijze weet te hel pen. De overheidsdienst vraagt in haar onderscheidene afdeelingen vakmen- schen. Een reserve-officier biedt als zoodanig geen enkele waarborg, dat hij een goede inspecteur van belas tingen zal zijn. En een ltweekeling met akte zal niet per sé van zich zelf verwachten, dat hij zalexcellee- ren in den dienst der rijksrecherche, Zouden „de andere" ministers deze eenvoudige waarheid reeds lang heb ben ervaren en moesten ze daarom aan het onpractische regeerings besluit worden herinnerd Dure gezelligheid. Van rationeele verdeeling van den beschikbaren arbeid gesproken, mensch, erger je niet! Men zou toch zeggen, dat zulke verdeeling een algemeen volksbelang is en bovendien een belang van de publieke kas. Als de arbeidsverdeeling niet ratio neel is, zal de post „werkloozenzorg" veel hooger zijn dan noodig is. Maar let nu alweer eens op de practijk Van de week knipte ik een adver tentie uit, per welke de directeur der Gemeentelijke Lichtbedrijven van Alkmaar solicitanten opriep voor de betrekking van let op de laatste „e" van het woordcorrespon dente in den rang van klerk. Ze jaZe moet vlot kunnen ste nografeeren en typen en op de hoogte zijn van Nederlandsehe handelscor respondentie en die in de moderne talen", 't Is geen weeldebaan, maar toch een zéér ordentelgke: salaris- grenzen van f 1365f 1950. Dus van circa 27 gulden tot bijna 40 gulden per week. Duizenden jonge mannen zijn voor dit werk bekwaam en snakken naar deze positie. Maar ze mogen niet eens solicitee- ren. De directeur wil ze niet. Al waren ze bekwamer: het moet een vrouw (meisje) zijn. Kijk, zóo iets schreit ten hemel. Op bekwaamheid wordt niet gelet. Op het rationeele of irrationeele evenmin. De directeur wil een meisje, een dametje op zijn bureau. Dat is gezelliger. Maar duur! Het ging- hen daar goed, nou ze de melk naar de stad konden brengen. In October werd deze derde gebo ren. Het was weer 'n jongen. Het lag voor de hand, dat hij Driek heeten zou. Driek werd er door teruggelokt op hunnen herd. Hij zat weer bij Maiie's aan het bed. Hij prakkezeerde en zei weinig Hij schaamde zijn eigen zeker, dat hij zoo lang niet daar geweest was. Hij kon de reden ervan toch zoo maar niet zeggen, waar Frans bij was. Frans goot hem 'n borrel in. Hij heeft ouwen naam, zei Frans. Als ge vernaamd wordt, wordt oew leven kort, zei Driek en hij dronk zijnen borrel ineens leeg. Frans deed hem nog eens vol. Het was voor dezen schoonen jongen de moeite waard. Hij smakt goed uit jullie fiesch, zei Driek Hij wilde het benadrukken, dat hij zijnen borrel daar zoo graag dronk. Hij is oe hier dubbel gegund, vader! riep Marie uit de bedstee. Dat spreekt, zei Frans achterna. Driek liet er een briefje achter. Ge zult toch onkosten zat hebben in dezen tijd Het werd weer lente. Hanneke trouwdq met haren boer. Ze trokken aan den avond met de kroonkar naar hun ge- doente. Jan trouwde de week daarop en hij bracht 'n nieuwe boerin op de „Laag- hoeve." Nou waren alle jongens getrouwd. Driek had z'n ongedurigheid in den grooten herd, nou het weer lente «re- worden was. Hij zou nog zoo'n groote dingen hebben kunnen doen. Hij was niet oud. Hij zou nog kunnen zaaien, hij zou nog kunnen teulen, hij zou nog 'n schoonen voerman kunnen zijn. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5