TWTT.TVE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Stop dien hoest
ABDIJSIROOP
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
Melk.
AKKER's vetsièrkie
Zaterdag 4 Juni 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 23
Middenstanders
Standgenoten.
Op 10 Nov. j.l. hield ik een
uiteenzetting over bestrijjing der
T.B.C. en in verband daarmede
over onze mooiste instelling
S.A.N.T.O.S. (Steun Aan Neder-
landseTuberculose Onbemiddelde
Standgenoten.)
Op 17 Mei j.l. heb ik dezelfde
uiteenzetting gehouden voor onze
jonge Middenstanders en ik heb
allen, zonder uitzondering, ent
housiast bereid gevonden de
actie van het Santos-comité te
steunen. Ofschoon ik geen oogen-
blik aan dezen steun heb ge
twijfeld past mij toch bij voor
baat 'n woord van hartjrondigen
dank namens het Santos-comité
aan deze stille, onbaatzuchtige
gewaardeerde medewerkers.
Weet het wel, Middenstanders,
dat de T.B.C. voor onzen stand
geen uitzondering maakt, doch
ook daar slachtoffers zoekt.... en
vindt. Ik weet dit helaas maar
al te goed uit eigen ervaring.
Een geval van T.B.C. iseen
somber dreigende wolk overeen
gezin. Het kan worden tot een
pijnigende zorg, een kwellende
angst. En eist dan eindelijk de
witte dood zijn slachtoffer op,
welk groot verdriet dan... Ouders
die een kind verloren, weten wat
het is, dit verdriet, gedragen
jaren en jaren, ja heel hun leven,
in stilte.... omdat het te groot is
om in woorden te worden gezegd.
En een jong gezin dan, dat
alle zorgen nog nodig heeft. Hoe
hard wordt ditgetroffen, wanneer
een der ouders wordt weggerukt.
Vooral het gezin van een Midden
stander wordt hier zwaarder ge
troffen dan welk ander gezin ook.
Is er met sanatoriumbehande
ling tegen deze ziekte nog veel
Ie bereiken? Hierop kan ik met
een volmondig „ja" antwoorden,
al geeft de sanatoriumbehande
ling dan ook niet in 100 pCt.
der gevallen resultaat. Nog altijd
komen een groot aantal patiënten
pas in behandeling als de ziekte
al te ver gevorderd is en er
practisch weinig meer aan te
doen is.
In de goed geoutilleerde sana
toria, waar naast de rustkuur
van alle moderne en chirurgische
hulpmiddelen een juist gebruik
gemaakt wordt, ziet men in de
laatste jaren toch kans, om onge
veer 70 pCt. van T.b.c.-lijders
die in een niet al te ver gevorderd
stadium van de ziekte opgenomen
worden, te redden.
S.A.N.T.O.S. is opgericht met
het doel de T.B.C. onder de
Middenstand in het algemeen,
en onder de leden der Katholieke
Middenstandsorganisatie en hun
gezinnen in het bijzonder, te
bestrijden in oorzaken en gevol
gen. Santos volbrengt zijn taak
door het financieel mogelijk te
maken dat de lijders aan t.b.c.
in sanatoria worden verpleegd
en genezen. Voor dit doel tracht
Santos zoo ruim mogelijk geld
door PAUL KUYPERS.
(Nadruk verboden)
11
Frans huurde 'n andere boerderij
aan, want dan was bij weer terug de
kanten in van z'n stamhuis. Hij kende
daar het land. Hij keek weer tegen de
stad aan, zooals hij van jongen af aan
gedaan had.
Deze saraentroeping van boerderijen
was hem vertrouwd. Hij hoorde hier
den roep van den koekoek in de
beemden, hij bekeek hier, als vroeger
de nevels, die optrokken voor de stij
gende zon, hij kon ze weer zien terug
keeren in vanen van moek in den ver
kilden avond. Hij had aan deze open
heid van iand z'n oude herinneringen.
Dat niet alleen.
De boerderij was grooter. Hij kon
daar meer koeien houden en den eers
ten dag, dat ze er woonden, kwam het
weversvolk, dat daar woonde in de
straat, die bij de hoeve uitliep, met 't
melkkanneke aan de deur.
Frans voer nog zand naar de stad.
Het was noodig, de melk tot boter
verwerkt, leverde niet zooveel op, dat
ze er van konden komen. Gebogen
over haar kam prakkezeerde Marie
daarover. Ze had in die uren iets van
den ouden Driek.
In den avond zei ze tegen Frans:
- Dat zand varen naar de stad
moet uit zijn.
- Ik wou dat ge pastoor waart en
dat het in de tien geboden stond, zei
Frans.
- We scheien d'r uit, Frans.
bijeen te brengen.
Santos organiseert daarvoor de
nodige propaganda en belang
stelling. Zal Santos het kunnen
volbrengen om de opgroeiende
zonen en dochters, vaders en
moeders ook, weer genezen en
stralend gezond aan hun gezinnen
terug te geven Santos ziet het
als een zware plicht om er niet
één van verloren te laten gaan.
Zullen zij, die nog gezond zijn
en die dit misschien nauwelijks
waarderen, weten wat het is
hulpeloos te liggen wachten of
genezing mogelijk is, en zo ja,
of zij die gezond en gelukkig in
hun zaken blijven, Santos door
hun giften ir. gang zullén blijven
houden.
Zeker, dat is een eereplicht 1
Deze zieken mogen wij niet
teleurstellen. Een stand, die niet
weet te offeren, heeft geen enkel
recht iets van anderen te vormen.
Weet dat gezegd is.... Wat gij
de minste der Mijnen gedaan
hebt, dat hebt ge aan Mij gedaan.
Gij zult zeker alles willen doen
om elkaar in nood en tegenslag
bij (e staan op de manier zoals
Santos dat doet.
Mét Santos, dóór Santos, Uw
eigen instelling, die reeds vele
tientallen het leven redde.
Steun daarom uw plaatselijke
Santoscommissie, stel belang in
baar werk, leef mee.en als in
de komende dagen de jonge
Middenstanders om een offertje
bij U aankloppen, weiger dan
die steun niet. Denk dat het voor
onze standgenoten is dat zij om
steun komen vragen. Werk van
harte mee, omwille van Uw
medemens, Uw collega, ja, Uw
beste vrienden of familie wellicht.
En het loon Och, ofschoon
we daar eigenlijk niet naar be
horen te vragen, het staat toch
voor ons allen vast, dat ieder
goed werk, dus ook dit, beloond
zal worden, honderdvoudig nu
doch later ontwijfelbaar zeker.
De Voorzitter v. h. Santoscomité
P. VAN OPBERGEN Jzn.
Stichting het Limb.
Landschap.
Baron de Weichs de Wenne
over heemkunde.
Voorlichting van vreemdelingen
gewenscht
Onder leiding van Z. Exc. van
Sonsbeeck, Commissaris der Koningin
in de provincie Limburg, hielden de
leden van de stichting het Lim-
burgsch Landschap hun jaarlijksche
reünie in het hotel „De Zwaan" te
Venray, op Zaterdag 28 dezer.
Nadat om 10 30 uur een huis
houdelijke vergaderiDg van het alge
meen bestuur der stichting had plaats
gehad, werd om 11.30 een algemeene
vergadering gehouden.
Nadat de voorzitter tot allen,
speciaal echter tot Z. Exc. den
Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant, een hartelijk welkomst
woord gesproken had, memoreeerde
hij, dat de vorige jaarvergadering
gehouden was te Beek, dus in Zuid-
Limburg, terwijl deze vergadering,
in Venray, dus Noord-Limburg, plaats
vond, waardoor de geheele provincie
Limburg bekend werd aan de leden.
Ze zei niet meer. Och, ze had krek
de manieren van Driek in deze dingen.
Ze wilde n' mensch verrassen, zeker
Uitscheiden met varen beteekent
zoowat ophouden met boeren Marie.
We gaan roome venten, Frans.
Frans hoefde zich niet erg bang te
maken, dat hij daarvoor gespannen
zou worden, want Marie zei mee erop:
En morgen begin ik al
Ze zei in zoo'n oogenblik niet: doen
we dat of laten we dat, ze praatte
van ik.
- Ge snapt mijnen inleg zeker niet.
Frans? lachte Marie.
- Niet zoo krek, nee, zei Frans.
't Is toch hendig zat te vatten,
ik begin te venten en gij zijt van den
zelfden stond van dat voermannen af.
Frans, die begreep dat allemaal niet
zoo vlug en nou Marie maar niet
duidelijker werd in haar woorden nou
begon hij te brommen en zei:
En ik kook den poi
Ze zwegen nadien
Het was niks gedaan, wat Marie
voor had. Melkventen was eerder ge
zegd dan gedaan en ge moest er met
velen voor zijn. Ge moest toch ook
klanten hebben.
- We doen 't enkele dagen en dan
is 't weer uit.
- Wat zegde ge? zei Frans
- We schieten het melkhuis in de
stad onder de duiven en dan moet ge
eens zien hoe gauw er volk over den
stoep is, om ons roome voor het
melkhuis te koopen
- Dan kunde ge beter uou naar
die menschen gaan en stellen dat voor.
- Ja zeker, we zullen met ons goei
roome gaan schooien, kun de ge be
grijpen.
- Als gij denkt, dat 't zoo 't beste
is. dan doe de gij dat maar, Marie.
Dat ging aan.
Marie deed 's morgens haren rok
aan, den bonten scholk voor en ze
voer met het wagentje de straten in.
Ze had ook haar kennissen. De
Speciaal wilde de voorzitter er op
wijzen, hoe verheugend het is, dat
ook dames hun aandacht schenken
aan het werk der stichting, wijl hier
door bekendheid in huishoudelgken
kring zeer in de hand gewerkt wordt,
waardoor liefde en belangstelling
voor de Heemkennis en kunde wordt
aangekweekt en het verloren gaan
van het streek-eigene wordt tegen
gehouden.
Nadat door den secretaris een uit
gebreid verslag over het afgeloopen
jaar was voorgelezen, waarvoor een
gul applaus opklonk, hield de edel-
achtb. heer Baron de Weichs de
Wenne, burgemeester van Wanssum,
een keurige rede over de aantasting
van het natuurschoon door opgravin
gen en de wenschelijkheid van een
overheidsregeling ter zake alsmede
over heemkunde en heemschut. Een
rede, die alleszins veydient ter alge
meene kennis te komen, daar het
doel liefde te kweeken voor al het
specifieke van een streek, der be
woners, en van oude gewoonten en
gebruiken hierdoor in aantrekkelijke
vorm werd voorgehouden en het
duidelijk blijkt, dat in de folklore
meer en diep leven zit dan in menig
volksvermaak.
Nadat het applaus aan het eind
dezer rede verklonken was, dankte
de voorzitter den secretaris voor zijn
keurig verslag en den spreker voor
zijn interessante beschouwing, waarin
het doel der stichting zoo juist om
schreven was.
Mgr. dr. van Gils zag gaarne, dat
de stichting zich ook zou toeleggen
op het Vreemdelingenverkeer, ten
einde de vreemde bezoekers onzer
Nederlanden te doen besluiten eens
verder te trekken dan de duinen en
bollenvelden. Er is immers ook hier
wel wat te zien en te leeren. In dit
verband wees hij er op, dat binnen
kort in Utrecht naar aanleiding van
het overlijden van den H. Willibrord,
1200 jaar geleden, een tentoonstelling
gehouden wordt van dingen, die
verband houden met den Heiligen
en waar de H. Willibrordus ook hier
nog voortleeft, er ook wel belang
stelling zijn zal voor hetgeen inden
Dom zal plaats grrjpeD.
Als de heer van Tienhoven, voor
zitter der vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten, ter vergadering
komt, richt de voorzitter een harte
lijk welkom tot hem, waarmede de
vergadering onder applaus instemt.
Nadat de voorzitter nog gesproken
had over de Geullemerafgravingen
en niemand het woord verlangde,
werd de vergadering gesloten en
begaven de deelnemers aan deze
vergadering zich naar het stadhuis
van Venray, waar de edelachtb. heer
burgemeester mr. Janssen hen ont
ving en een uiteenzetting gaf over
de Venraysche gemeente-eigendom
men in de Peel, onderwijl van
gemeentewege een verversching werd
aangeboden.
Na het noenmaal gebruikt te
hebben in de lunchroom Verheugen,
begaf het gezelschap zich per
auto en autobus naar Merselo om
onder de technische leiding van een
houtvester van het Staatsbosch-
beheer een bezoek te brengen aan
de bosschen der gemeente Venray,
waarna men om 5 uur 's namiddags
weer terug was in het Odahuis,
welwillend door de eerw. Zusters
Ursulinen disponibel gesteld, om aan
te zitten aan een door het gemeente
bestuur aangeboden thee. Venray's
Harmonie gaf tjjdens dit thee-uurtje
mooie muzieknummers ten beste.
Moge het sympathieke doel der
stichting Limburgsch Landschap
meer en meer bekendheid verwerven
en zoo het streekeigene bewaren tot
in verre toekomst.
Melk is goed voor elk.
Dat is inderdaad zoo. Als er één
voedingsmiddel is, dat onvoorwaar
delijk voor iedereen kan aangepre
zen worden, dan is het zeker melk.
menschen vonden haar een proper
boerinneke. Ze kochten melk van haar.
Ge hadt pofklanten, die bij het melk
huis op de lei stonden, Marie verkocht
er roome aan.
Ze was midden op den voormiddag
al weer thuis. Ze had 'n vol zakske
geld. Frans was eerlijk genoeg om te
zeggen, dat hij dat in eenen keer niet
had kunnen denken.
Hij zou met dat varen op kunnen
houden onderhand. Hij zou geen nieuwe
leveranties van zand meer aannemen,
als Marie d'ren opzet lukte.
En zij voer den anderen dag weer
uit. Er kwam geen mensch van den
melkwinkel op de boerderij, zooals
Marie verwacht had.
Ze bleef aan 't venten.
Ze kwam steeds verder de stad in,
tot aan den melkwinkel toe. Ze kreeg
zooveel klanten als ze wou, want ze
gaf de kinderen een cent, ze had een
royaal maat en 't was weer 'ns wat
anders: melk versch van de boerderij.
Er kwam èvel nog niemand van den
winkel om melk.
Frans hield Marie ermee voor den
gek: lk zal toch maar weer aan 't
voerwerk gaan. De menschen hebben
oew slimmigheid doorzien. Dat was
trouwens ook wel te denken!
Marie werd er taai van.
Dan 't hol van den leeuw maar in 1
's Morgens ventte ze weer melk De
menschen waren aan haar tegenwoor
digheid in de straat gewend geraakt
Ze kwam bij den melkwinkel. Ze
ging er met de kan aan de hand bin
nen. Haar gezicht stond wezenlijk on
schuldig toen ze bij den man stond,
die uit een emmer melk in kannetjes
deed,
Ik meende oe melk te verkoopen
maar ik zie wel ge hebt er zelf zat.
- Veel te veel, vrouw, daar weet
gij van 1
Ja, zei Marie schuchter genoeg,
ik heb er ook te veel.
Ze wilde alweer gaan.
Ze bevat alle bestandeelen, die voor
het leven noodig zijn, en nog wel in
gemakkelijk opneembare vorm. Voor
mensch en dier is melk in de eerste
levensdagen het aangewezen voedsel.
Zieken en zwakken drinken melk tot
herstel van krachten, ouden van
dagen gebruiken ze om het weg
vlietende leven nog wat te rekken
en ook voor den gezonden en ster
ken man is geregeld melkgebruik
zeer aan te bevelen.
Daarbij komt, nog, dat melk, wat
den prijs betreft, de vergelijking met
andere voedingsmiddelen best kan
doorstaan'.
Neem eens het bier. Nu is het waar,
dat bier niet tot de voedingstoffen,
maar tot de genotmiddelen moet
worden gerekend; jammer genoeg tot
de meest gevaarlijke genotmiddelen,
niet alleen voor de beurs, maar ook
voor lichaam en geest.
Nu zijn er menschen, die bier sma
kelijk vinden en 'n afkeer hebben van
melk. Op een vraag waarom melk in
plaats van bier gedronken werd was
één antwoord bijzonder typisch: Van
melk wordt je niet plezierig. Men
kan hiertegen opwerpen: van water
aardappels, groenten, vleesch word
je ook niet plezierig, en wie zou die
willen missen. Bovendien kan melk
als hoofdbestanddeel in zooveel ver
schillende dranken verwerkt worden,
dat ze voor ieders smaak geschikt
gemaakt kan worden.
Juist, omdat melk een volledig
voedingsmiddel is en daarbij gemak
kelijk verteerbaar, is ze ook zoo ge
makkelijk aan bederf onderhevig.
In de lucht zweven allerhande
soort van bacteriën en ziektekiemen,
die in de melk terecht komen en de
ongewenscate veranderingen in kun
nen teweegbrengen. Hoe zindelrjker
de melk gewonnen wordt, hoe meer
kans er bestaat op een zuive pro
duct.
Vooral nu de zomer in aantocht
is, dient men de noodige voorzorgs
maatregelen te nemen.
In de eerste plaats komt in aan
merking het winnen van melk op de
boerderij.
Men dient hier op twee zaken te
letten, en die zijn: zuivere melk te
verkrijgen en ze zoo spoedig en zoo
sterk mogelijk af te koelen.
Een zindelijke, frissche stal of
weide, waar gemolken wordt, zin
delijke dieren, zuiver vaatwerk en
propere handen en Ikleeren.
Gebruikte kannen en emmers wor
den eerst schoon gewasschen met
zuiver koud water, dan geboend met
heet sodawater en daarna nagespoeld
met heet water, om ze vervolgens te
laten uitdruppen en te bewaren op
een zindelijke plaats.
Vóór het melken moeten op stal
geen werkzaamheden verricht wor
den. Daardoor wordt de lucht steik
verontreinigd.
Dan worden de eerste stralen apart
gehouden. Die bevatten heel weinig
vet en ze krioelen van slechte bac
teriën.
Na het melken moet de melk direct
van stal en moet dan dadelijk ge
zeefd en afgekoeld worden, minstens
tot onder de 1 gr. C.
Zonder bacteriën is nu eenmaal in
de practijk geen melk te winnen,
maar men moet trachten, dat de
aanwezige zich zoo weinig mogelijk
kunnen vermeerderen. Deze groeien
het best bij bloedwarmte. Beneden
15 gr. wordt haar werking gering,
door koken worden ze gedood. Laat
men melk zonder koelwater afkoelen,
dan smaakt ze ook lang zoo lekker
niet dan direct afgekoelde.
De koelkamer moet frisch en zin
delijk zijn. Een kelder is een slechte
bewaarplaats, omdat er allerlei din
gen o,a. aardappelen, in bewaard
worden, die een slechten smaak aan
de melk geven.
Vooral nu met ingang van 15 Mei
strenge eischen worden gesteld aan
de kwaliteit van de boter, die naar
het buitenland gaat, moet op de
boerderij alles in het werk gesteld
worden, om een eerste kwaliteits
product te verkrijgen. Dat is in het
voordeel van den veehouder. Jammer
We hebben er zat mee te stellen,
om niet in onze melk te verdrinken
en nou komde gij ons nog beconcur-
reeren.
Het is toch eerlijk? zei Marie.
Dat zal wel als gij 't zegt, maar
we gaan er allebei aan ten onder,
vrouw.
't Is 'ji heele trubbel in de wereld.
Ze deed net of ze wilde gaan.
Als we 'ns samen deden vrouw.
Hoe bedoelde dat
Gij brengt de melk hier en wij
venten ze uit.
De melkslijter had nou 't eerst dit
voorstel gedaan. Marie kon er nu wel
toe komen over zijn voorstel te praten.
Ze maakte èvel toch nog allerhande
bezwaren, tegen dezen mensch, die
nogal wat lomp uitgevallen was.
Onderhand kwamen ze toe overeen
stemming. Marie kreeg een cent meer
voor hare melk, dan de boer, die hier
eerst leverde.
Marie kwam nadien lachend bij Frans
in den herd aan
En wat moet de boer, die eerst
de roome bracht nou aanvangen, Marie?
Wat-ie-wil, zei Marie vlakaf, we
hebben hem niet onderkropen en wij
hier aan de stad, wij betalen er huur
naar om een hoogen prijs te beuren!
Frans keerde terug naar zijn akkers,
toen 't met voermannen gedaan was,
Hij bracht 's morgens en 's avonds
de melk naar den venter in de stad.
Nadien was hij thuis om de groote
boerderij te bewerken. In de weinige
woorden, die hij daarover aan Marie's
zei, lag z'n voldoening vervat.
Driek kwam weinig over den stoep
in dezen tijd. Frans had hem daartoe
reden zat gegeven.
Marinus was na zijnen trouw bij hem
gekomen of hij het koren voor hem
wilde zaaien, want de eerste plak, dien
hij zelf had gezaaid, stond er bij als
een half geplukte hen.
Hij bestuitte Frans wat om z'n zaai-
genoeg ontbreekt er hier en daar
nog wel wat aan. Elke veehouder
moest eens inlichtingen winnen aan
de zuivelfabriek en de daar gegeven
wenken opvolgen, dat zou een heele
stap vooruit zijn.
Een maatregel in de goede richting
is de aanstelling van voedercontro
leur. Ook de voeding staat in ver
band met de kwaliteit van de melk.
Maar tevens kunnen deze mensehen
een oogje in 't zeil houden bij de
winning van de melk.
't Is jammer, dat de melk van
enkele nalatigen zooveel schade kan
veroorzaken aan de kwaliteit van
de boter. De zuivelfabriek kan met
eenvoudige middelen slecht gewonnen
en behandelde meix achterhalen. Een
premie- of boetestelsel is in elke
fabriek gewenscht en zal ook binnen
kort wel algemeen ingevoerd wor
den.
Een gedeelte van de melk dient
voor consumptie. Het spreekt vanzelf
dat de best gewonnen melk op de
boerderij ook de beste consumptie-
melk levert. In de fabriek wordt ze
gepasteuriseerd, d.i. zoodanig verhit,
dat alle ziekteverwt-kkende bacteriën
gedood worden. Verder wordt ze sterk
afgekoeld en dan in kannen of fles-
schen aan de consumenten afgeleverd.
Men kan ze ongekookt gebruiken,
maar in den zomer, als ze eenigen
tijd aan de warme zomerlucht is
blootgesteld, is het toch gewenscht,
om ze te koken en direct sterk af
te koelen.
Niet gepasteuriseerde melk moet
noodzakelijk gekookt worden omdat
men anders gevaar loopt, zich een
gevaarlijke ziekte op de hals te halen.
Jaarlijksch worden nog een aantal
menschen door de zoo gevreesde
tuberculose aangetast als gevolg van
het drinken van ondeugdelijke melk.
Door ze te koken is dat gevaar uit
gesloten.
Goed behandelde melk is zeker een
van de meest waardevolle voedings
middelen. Het was zeer te wenschen,
dat het gebruik er van nog in sterke
mate toenam.
Krakelingen.
Rijksambtenaar is tewerk
gestelde
Het vraagstuk der verdeeling van
den beschikbaren arbeid is ik be
sef het ten volle zeer moeilijk,
Hoe het precies moet worden opge
lost, ik durf het niet te zeggen.
Dat bepaalde „oplossingen" niet goed
zijn durf ik wèl beweren. Het „hoe
niet" is nu eenmaal gemakkelijker
te bepalen dan het „hoe wèl".
Voor haar eigen personeelsbezet
ting heeft onze overheid, naar ik
meen, niet altijd de juiste tactiek
gevolgd. Dezer dagen heeft de minister
van Binn. Zaken weer eens een cir
culaire uitgezonden aan.... zijn col
lega's-ministers, hoofden dus van
van verschillende rijksdepartementen,
waarin dezen herinnerd worden aan
door de regeering dus door hen
zelve, te samengegeven richt
lijnen bij de benoeming van rgks-
ambtenaren. De minister voornoemd
wijst er daarbij op, dat voor de ver
vulling van vacatures dienen vóór
te gaan: wachtgelders, reserve-offi
cieren en kweekelingen met akte.
Het is op zich zelf vreemd, dat
een minister zijn collega's aldus be
trekkelijk in het openbaar, moet
herinneren aan regeeringsbesluiten.
Vreemder nog is het, dat het des
bet reffende regeeringsbesluit nog gel
dend is. Ik gun aan reserve-officieren
en „kweekelingen met acte" gaarne
het buitenkansje van den arbeid.
Maar, zoo vraag ik me af, waarom
juist zij
Er zijn duizenden jongelui, die
hebben gestudeerd of (en) het vader
land hebben gediend. En nochtans
werkloos zijn. Waarom moeten nu
juist reserve-officieren en kweekelin
gen in een kruiwagen worden gezet
en naar een rijksbetrekking gereden
Men degradeert aldus den over-
kunst Frans deed 't.
In het najaar zaaide Frans de spurrie
en 't groenzaad, in dit voorjaar zaaide
hij ook de haver voor Marinus.
Marinus kwam nou wel weer 'ns
over den stoep bij Marie's.
Ze vertelden tegen elkaar van den
tijd, dat ze samen thuis waren. Ge hadt
daar herinneringen aan, die ge niet
lichtelijk vergeet.
Marinus bracht Hanneke's 'n keer
mee met haren vrijer. Die twee durfden
niet alleen te komen, zoolang waren
ze niet meer bij Marie's geweest.
Ze speulden wat kaart.
Ze bekeken de koeien.
Frans en Marie hadden toch wezen
lijk 'n schoonen stal vee. Ze kwamen
vooruit in de wereld.
Hanneke en hare vrijer moesten nog
'ns terugkomen.
Ze deden 't gauw genoeg. Hanneke
speulde met de jongens. Met Doortje,
dat al loopen kon en met Klaasje, dat
in de wieg lag. Ze hield dat haren
vrijer voor, omdat 't zoo'n schoon jong
was. Nadien, als ze 't wicht zachtjes in
de wieg legde, dan zei ze zoomaar
eerlijk weg, dat ze hoopte, dat zij ook
maar gauw gingen trouwen, zij en
hare vrijer.
Het was Driek allemaal niet naar den
zin. Hij had er Marie niet voor naar
den trouw gebracht, dat ze zoo over
en weer naar elkaar zouden loopen. Hij I
had Marie's aan Frans geholpen en op J
de boerderij gezet om bij haar, de j
oudste dochter een tweede huis te j
hebben Hij kon haar goed doen, zoo
dikwijls als Hanne haar zoon voortrok, j
Driek ging tegenwoordig maar buur
ten bij het weversvolk, dat in zijn
huizen woonde.
Hij kreeg ook nogal volk over den I
stoep. Hij vatte er een borrel mee en
had er z'n verzet aan met deze din- t
gen.
Marie verwachtte haar derde kind,
het eerste op de nieuwe boerderij.
welke U overdag kwelt en 's nachts
belet te slapen. Stop dien hoest direct,
maar bedenk dat die hardnekkige
hoest-buien alleen maar kunnen wor
den verdreven door een krachtig en
uiterst doeltreffend werkend middel
de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop.
Abdijsiroop is vanouds een natuurlijk
kruidenmiddel, bereid uit oude beproefde
geneeskruiden, welker verrassende wer
king op aandoeningen der ademhalings
organen wordt erkend en geroemd. Boven
dien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu
nog toegevoegd de krachtigste hoest-be-
dwingende stof welke er bestaat, namelijk
de,.codeïne".De nieuwe versterkte Akker's
Abdijsiroop vereenigt dus nu in zich (le
zachte maar grondige werking der genees
kruiden en de snelle zeer krachtige werking
der codeïne en daarom noemt men Abdij
siroop: ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
Flac. 90 ct„ f 1.50, 2.40. f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordecliger het gebruik.
heidsdienst tot een werkverschaffing.
En eene, speciaal voor die categorie
van werkloozen, die men blijkbaar
op geen redelijker wijze weet te hel
pen.
De overheidsdienst vraagt in haar
onderscheidene afdeelingen vakmen-
schen. Een reserve-officier biedt als
zoodanig geen enkele waarborg, dat
hij een goede inspecteur van belas
tingen zal zijn. En een ltweekeling
met akte zal niet per sé van zich
zelf verwachten, dat hij zalexcellee-
ren in den dienst der rijksrecherche,
Zouden „de andere" ministers deze
eenvoudige waarheid reeds lang heb
ben ervaren en moesten ze daarom
aan het onpractische regeerings
besluit worden herinnerd
Dure gezelligheid.
Van rationeele verdeeling van den
beschikbaren arbeid gesproken,
mensch, erger je niet!
Men zou toch zeggen, dat zulke
verdeeling een algemeen volksbelang
is en bovendien een belang van de
publieke kas.
Als de arbeidsverdeeling niet ratio
neel is, zal de post „werkloozenzorg"
veel hooger zijn dan noodig is.
Maar let nu alweer eens op de
practijk
Van de week knipte ik een adver
tentie uit, per welke de directeur der
Gemeentelijke Lichtbedrijven van
Alkmaar solicitanten opriep voor de
betrekking van let op de laatste
„e" van het woordcorrespon
dente in den rang van klerk. Ze
jaZe moet vlot kunnen ste
nografeeren en typen en op de hoogte
zijn van Nederlandsehe handelscor
respondentie en die in de moderne
talen", 't Is geen weeldebaan, maar
toch een zéér ordentelgke: salaris-
grenzen van f 1365f 1950. Dus van
circa 27 gulden tot bijna 40 gulden
per week.
Duizenden jonge mannen zijn voor
dit werk bekwaam en snakken naar
deze positie.
Maar ze mogen niet eens solicitee-
ren. De directeur wil ze niet. Al
waren ze bekwamer: het moet een
vrouw (meisje) zijn.
Kijk, zóo iets schreit ten hemel.
Op bekwaamheid wordt niet gelet.
Op het rationeele of irrationeele
evenmin.
De directeur wil een meisje, een
dametje op zijn bureau.
Dat is gezelliger.
Maar duur!
Het ging- hen daar goed, nou ze de
melk naar de stad konden brengen.
In October werd deze derde gebo
ren. Het was weer 'n jongen.
Het lag voor de hand, dat hij Driek
heeten zou.
Driek werd er door teruggelokt op
hunnen herd. Hij zat weer bij Maiie's
aan het bed. Hij prakkezeerde en zei
weinig Hij schaamde zijn eigen zeker,
dat hij zoo lang niet daar geweest
was. Hij kon de reden ervan toch zoo
maar niet zeggen, waar Frans bij was.
Frans goot hem 'n borrel in.
Hij heeft ouwen naam, zei Frans.
Als ge vernaamd wordt, wordt
oew leven kort, zei Driek en hij dronk
zijnen borrel ineens leeg.
Frans deed hem nog eens vol. Het
was voor dezen schoonen jongen de
moeite waard.
Hij smakt goed uit jullie fiesch,
zei Driek
Hij wilde het benadrukken, dat hij
zijnen borrel daar zoo graag dronk.
Hij is oe hier dubbel gegund,
vader! riep Marie uit de bedstee.
Dat spreekt, zei Frans achterna.
Driek liet er een briefje achter.
Ge zult toch onkosten zat hebben
in dezen tijd
Het werd weer lente. Hanneke trouwdq
met haren boer. Ze trokken aan den
avond met de kroonkar naar hun ge-
doente.
Jan trouwde de week daarop en hij
bracht 'n nieuwe boerin op de „Laag-
hoeve."
Nou waren alle jongens getrouwd.
Driek had z'n ongedurigheid in den
grooten herd, nou het weer lente «re-
worden was.
Hij zou nog zoo'n groote dingen
hebben kunnen doen. Hij was niet oud.
Hij zou nog kunnen zaaien, hij zou nog
kunnen teulen, hij zou nog 'n schoonen
voerman kunnen zijn.
Wordt vervolgd.