TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
die vervelende kies....
-AKKERTJES
Zaterdag 16 April 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 16
De werkloosheid.
WAGEN EN WINNEN.
Met steeds meer klemmenden
drang vestigt zich in ons volk de
overtuiging, dat wij een kleine
400.000 werkioozen niet blijvend
kunnen tolereeren. Op dit punt
deelen verreweg de meeste Ne
derlanders het oordeel van oud-
minister Verschuur„dat de ze
nuwen van ons volk een groote
rol spelen voor de zelfstandigheid
van ons volk en dat zij gezond
blijven als ons volk, met name
de jonge generatie, arbeidt".
Ons volk is nooit militairistisch
geweest. Toch aanvaardt het, nu
de omstandigheden dit eischen
ongekend zware offers voor de
defensie en komt er in korten
tijd zelfs een ton binnen aan
vrijwillige gaven.
Schuchtere enkelingen, die in
zien, dat naast de weerkracht ook
de volkskracht onmisbaar
is, zonden geld voor de bestrij
ding van de werkloosheid. Het
is een symptoom, dat aandacht
en aanmoediging verdient.
De Defensie, schreven wij, kost
geld. Maar zij is noodig voor
onze onafhankelijkheid.
Werkloosheidsbestrijding kost
ook geld. Maar zij is evenzeer
noodig om volksverwildering te
voorkomen.
Het woord is niet te sterk: wie
de werkelijkheid kent, zal toe
stemmen, dal de gevolgen van
de reusachtige werkloosheid al
lerverschrikkelijkst zijn.
Men kan de oplossing van dit
vraagstuk nu eenmaal niet ver
wachten van landverhuizing of
levering van diensten en goederen
aan het buitenland. Dus zullen
wij al onze kracht moeten
zetten op binnenlandsche maat
regelen.
Ten deele kan de regeering
helpen; ten deele kunnen het
particulieren; ten deele zal sa
menwerking noodig en gewenscht
zijn.
Wat de regeering betreft: in
deze geheel abnormale omstan
digheden moet zij beschikken
over abnormale groote bevoegd
heden.
Voor zoover zij die bezit, b.v.
bij het verleenen van dispensaties
van de Aibeidswet en bij aan
stelling van personeel, moet de
alles overheerschende gedachte
zijn: werkverruiming,
Als er b.v.. een redelijke kans
is om eenige duizenden onder
wijzers aan te stellen, moet dit
geschieden, alleen reeds om so
ciale motieven.
In staatsbedrijven en in onder
nemingen, die van de regeering
afhankelijk zijn, of die zij op wat
wijze ook steunt, dient zij mede
zeggenschap te hebben over
aanstelling en ontslag van perso
neel. Ook hier moet het sociale
motief overwegen in dezen ab-
normalen tijd.
Voor zooveel het mogelijk is
dienen particulieren werk te ver
schaffen, juist nu. Op den duur
is geen enkele particulier gebaat vraagstuk 00 te lossen.
d»»r PAUL KUYPERS.
(Nadruk verboden)
10
Het was nog donker, toen Driek
wakker werd. Hij had wat koppijn,
maar hij wist nu weer waarover het
ging. Hij zocht naar zijnen jas, z'n vest
en z'n overhemd, want hij schudde van
van de kou.
In den donkere avond vond hij alleen
nog z'n schoenen, die op den heuvel
rug omgewaaid lagen.
Hij trok ze aan, eu liep te zoeken in
de richting waar de wind hem voorbij
ging.
Hij vond niets en liep door tot aan
den harden weg. Het was nog nacht.
Daar was geen mensch buiten te be
kennen Hij kon ook zóó wel naar huis
gaan.
Driek kwam op de „Laaghoeve." De
boerin was nog op.
Wat is er met-oe gebeurd
Driek had wezenlijk vrees voor deze
sloersche boerin op zoo'n oogenblikken.
Hij zeiDè ziede-ge wel.
Misschien heeft de boerin gedacht
n^t ruz'Q had gehad, ge weet dat
Driek liet haar zoo wijs, als ze was
en viel in de beddekoets neer om te
slapen.
ook '30erin v0'S(ie hem onderhand
^et ,.was pas 'n hortje dag, toen er
n veldwachter op de .Laaghoeve"
wam met de jas, het vestje en 't
•verhtmd van Driek. Hij had de iden-
met een spaarzaamheid, waarvan
een ruïneuze volkshuishouding
toch tenslotte alle vrucht redde
loos vernietigt.
Aanstelling van buitenlandsch
personeel, tewerkstelling van ge-
pensionneerden, werkverschaffing
aan personeel van openbare
diensten, die bijverdiensten zoe
ken, moge in normale tijden ge
woon zijn, zij is ondoelmatig in
dezen abnormalen crisistijd.
Waar noodig, kunnen overheid
en particulieren elkaar helpen.
Dit kan geschieden door steun
bij het opknappen van woningen
en tuinen en door hulp bij in
richting van woningen aan jong
gehuwden
Waarom zou hier absurd zijn
wat elders als gewoon ding wordt
aanvaard
Er was een tijd, dat men hier
ontwrichting van de arbeids
markt in zag.
Gaat dit argument nog wel op?
Tenslotte kan men meer groote
openbare werken aanpakken. Dat
zij er zijn, kan niemand ontken
nen. Dat zij weer andere vraag
stukken doen rijzen, weten wij,
maar die zullen dan weer in
volgorde opgelost moeten worden.
Men kan niet met de handen
in den schoot blijven zitten, om
dat, als men iets doet, wel eens
weer andere vraagstukken kunnen
opdoemen.
Zouden de vraagstukken, die
voort kunnen komen uit ver-
belering van wegen, in meer dan
één stad hoog noodig, uit ver
betering van stations, spoorweg
overgangen, spoorwegmateriaal,
belastingkantoren, postkantoren,
schoolgebouwen, kazernes, depar
tementsgebouwen, gerechtsgebou
wen, politiebureaux, gevangenis
sen, gestichten, ziekenhuizen en
archiefgebouwen, bibliotheken, nu
werkelijk zoo onoverkomelijk
zijn
Maar het geld
Wat zou er tegen z ij n,
indien de overheid ge
durende 'n paar ja ar eens
een lOOmillioen leende,
die binnen twintig jaar afgelost
zou worden.
Men zou het geld gemakkelijk
krijgen tegen een rente van 3
pet. Jaarlijks zou men aan rente
en aflossing een millioen of acht
kunnen betalen, waartegenover
minder uitgaven voor werkioozen
steun zouden staan.
Zeker, men kan tegen deze
dingen bezwaren inbrengen. Wij
kennen ze. Maar als wij er in
willen slagen, de werkloosheid
in te dammen, zullen wij toch
iets moeten doen.
Professor Goudrinan wilde een
vestinggordel rond Nederland
trekken. Kostte maar duizend
millioen. De man is ongeveer
gek verklaard, doch deze diag
nose heeft de aandeelhouders
van de Spoorwegen niet belet,
hem tot directeur te benoemen.
Is het misschien toch waar,
wat professor Aalberse in 1934
zei: er is eenige fantasie noodig
om het vreeselijke werkloosheid-
Wie niet waagt, wie niet wint,
luidt een goed Nederlandsch
spreekwoord. Waarom zouden we
de tanden niet op elkaar zetten
en zeggen: wij zullen wagen,
bedachtzaam maar beslist en wij
willen winnen I
Als wij ons best doen maar
dan ook werkelijk ons best, dat
wil zeggen, niet opzien tegen
iets nieuws, iets gewaagds, des
noods iets, dat ons wat kost
dan mogen wij rekenen op aller
medewerking en op Gods hulp.
(De Maasbode)
tificatie vastgesteld uit de papieren 1
De boerin verstond dat niet. Ze dacht
zeker, dat dit 'n soort van proces
verbaal was, dat in ieder geval geld
kostte.
- Dat hadde niet hoeven doen, want
hij heeft alleen 'n stuk in z'n boks ge
dronken, zei ze
De veldwachter werd nadien duide
lijker in zijn woorden. Onderwijl werd
Hanne woedend en de laatst* woorden
van den veldwachter hoorde ze al niet
meer, ze was op weg naar de bedde
koets, waar Driek nog maar steeds te
slapen lag
Driek overleefde alles. Hij had z'n
goede en slechte uren.
Na dagen van uitgaan en lochtheid
van leven, kwam hij terug om ernstig
te worden en stug.
Hij bouwde plannen en voerde ze
uit. Hij rekende op papier en schreef
zoo nou en dan 'n brief weg. Hij had
daar z'n geheimzinnigheid mee. Hij zat
de beste kamer. Daar zette hij z'n
pet af en deed z'n klompen uit. 't Was
ook gewichtig werk wat hij deed.
Hij werkte deze dagen zijn plannen
af. Hij liet metselaars aan huis komen.
Op zijn manier had hij '11 teekening
gemaakt van 'n stuk weiland achter
zijn huis. Daar moesten huizen op
worden gezet, wevershuizen natuurlijk.
De metselaars bekeken die teekening.
Langs de lijnen had Driek geschreven:
dit is honderd meter of navenant de
lengte van 'n lijn in werkelijkheid was.
De metselaars lachten daarmee, 't
Was 'n aarige teekening.
Ge moeit geen architect vroegen
de metselaars.
Nee, zei Driek, ik kom zelf zoo
nou en dan wel 'ns kijken als ge aan
den gang bent.
Drie huizen ging Driek zetten. Het
geld daarvoor had hij met voermannen
in de stad verdiend. Hij was terwilte
van dat geld zoogezegd stijf geworden.
De metselaars rekenden den prijs uit.
Raad van Venray.
Vrijdag 8 April 1938.
Velen, waaronder zelfs vroede
vaderen, hadden al langeren tijd uit
gekeken of er nog geen Raadsver
gadering gehouden zou worden en
telkens doken er geruchten opdeze
week komt het. De plechtige zitting
van den Raad bij installatie van Mr.
Janssen als Burgemeester van Venray
buiten beschouwing latende, was de
Raad sinds 27 December 1937 niet
meer in vergadering bijeen geweest.
Daarbij kwam de bijna nieuwsgierige
belangstelling om met den nieuwen
Burgemeester eens kennis te maken
als Raadsvoorzitter.
Toen verscheen de aan alle ge
ruchten een eindmakende Raads-
agenda, een stuk van bjjna drie keer
de gewone lengte, en deed sommige
vroede vaderen hun edelachtbaar
hoofd schudden en zuchten en ver
zuchten We zullen den boterham
maar meenemen, daar komen we
niet doorheen.
Inderdaad volgens den ouden maat
staf gemeten, zou de Raad, die in
sommige zittingeD, veel geleek op
een breedsprakerig Tabakscollege
van Frederik II, er niet zoo spoedig
doorheen geweest zijn als nu het ge
val was, doch dit was totaal buiten
den waard gerekend, zooals blijken
zou.
Er was en werd meer veranderd
dan de lengte der agenda. Voorheen
zat Burgemeester v. d. Loo, omhan
gen met zijn ambtsketen te wachten
op de binnenkomst der Raadsleden
in de Raadszaal. Nu waren de Raads
leden allen present en trad Burge
meester Janssen binnen, die bij het
gebed, dat bij de opening der ver
gadering gebeden wordt, de heeren
verzocht van hun zetel te verrijzen
om staande mede te bidden.
Hierna stelde de Voorzitter de
agenda aan de orde, welke op zeer
zakelijke bondige wijze onder zijn
leiding zou worden afgewerkt. De
ingevoerde werkwijze komt er op
neer, dat de Voorzitter een agenda
punt aan de orde stelt en de Raads
leden in eerste en tweede instantie
de gelegenheid krijgen het hunne
omtrent het onderhavige punt te
zeggen, waarna elke instantie de
Voorzitter de vragers beantwoordt,
waarop dan eventueele stemming
volgt, daar de discussies gesloten
zijn. Het is dan ook gebeurd in deze
vergadering, dat wanneer een Raads
lid nog wat zeggen wilde na de
sluiting der discussies, dit niet meer
kon.
Na goedkeuring der notulen der
vergaderingen van 22 December en
1 Februari stelde de Voorzitter voor
om voor kennisgeving aan te nemen
de agenda-punten 2a tot en met j.
2. Ingekomen stukken
a. Dankbetuiging van H. M. de
Koningin voor aangeboden geluk-
wenschen met de geboorte van
H.K.H. Prinses Beatrix;
b. Alsvoren van H.H.K.K.H.H. Prin
ses Juliana en Prins Bernhard
c. Dankbetuiging vereeniging Volks
belang voor verleend subsidie
d. Alsvoren van R.K. Bouwvak
arbeidersbond voor subsidie schil- denheid zijner Superieuren in dienst,
derscursusI dat hij een afwijzende beslissing on-
e. Antwoord van den Minister van billjjk acht.
Sociale Zaken op verzoek van De heer van Haren verklaart er
Burgemeester en Wethouders be- zich mede accoord om Linders een
treffende uitbreiding plaatsing van vaste aanstelling te verleenen als
kostgangers bij de werkverachaf- werkman doch niet als Chauffeur,
fingOok de heer Pubben kan er zich
f. Alsvoren op ingezonden motie J mede vereenigen om menschen, die
van den Gemeenteraad betreffende reeds jaren in gemeentedienst zjjn,
verbetering loonen in werkver- een vaste aanstelling te verleenen.
De heer Steeghs merkt op, dat
deze
tafel
acht
Een
schaffing en normen voor steun-
verleening
g. Besluit van Gedeputeerde Staten
tot vaststelling jaarwedde, kinder
bijslag en pensioengrondslag van
Mr. A. H. M. Janssen als burge
meester der gemeente Venray
h. Verslag Commissie tot Wering
van Schoolverzuim over 1937;
i. Verslag van den Vleeschkeurings-
dienst over 1937;
j. Proces-verbaal van kasopname
bg den gemeente-ontvanger
Zonder hoofdelijke stemming pas
seerden deze punten des Voorzitters
hamer.
k. Adres van de afd. Bergen en
.-n Omstreken Van Ned. R.K.
kwestie reeds meermalen ter
geweest is. De moeilijkheden
hij van alle kanten bekeken,
chauffeur heeft de Gemeente
steeds noodig. Bovendien acht hij dit
een verantwoordelijke positie.
De Heer» Arts sluit zich aan bg
de vorige sprekers.
De Voorzitter sluit de discussie
in de eerste instantie en beantwoordt
de Sprekers door te zeggen; Linders
verzoekt als chauffeur te worden
aangesteld in vasten gemeentedienst.
Er zijn meer menschen reeds jaren
in gemeentedienst. Moeten deze per
sonen dan niet allen in vasten dienst
worden aangenomen Bovendien is
het in het algemeen niet wenschelijk
Politiebond „St. Michael" betref- J om in den loop van eenig dienstjaar
Kiespijn overvali U meestal op een
tijdstip dat U géén gelegenheid
heeft naar den tandarts te gaan.
Neem dan een "AKKERTJE" dat
helpt U tenminste dadelijk van de
pijn af. AKKER-CACHETS zijn
iijn
lijzondere
Hoofdpijn,
pijnstillers bij Kiespijn,
Zenuwpijn, Spierpijn.
Op 'n afgesproken uur, 'n paar dagen
naderhand, kwamen ze daarmee op de
„Laaghoeve" terug.
Driek deed in de beste kamer, waar
de metselaars bijzaten, de enveloppen
open.
De huizen werden mee gegund. Na
dien liet Driek de metselaars 'n paar
borrels drinken.
Ze waren grif lollig, toen ze de deur
uitgingen, zoo hadden ze gedronken.
Het grondwerk deed Driek met den
knecht en Marinus zelf. Den dag na
de aanbesteding begonnen ze al te
graven.
Driek z'n volk voer nadien dagen
achtereen geel zand aan uit den zand
kuil. Driek wandelde met z'n schop op
den nek op en neer van den nieuw
bouw naar den zandkuil en terug. Hij
keek alles af
Tegen den tijd dat het grondwerk
klaar kwam, ging Driek op'n Maandag
den metselaar thuis halen om te komen
beginnen.
Het moet 'n bietje vooruit, zei
Driek. Het is anders al weer zooveel
huur minder naderhand.
De metselaar kwam. Driek stond er
bij toen hij de eerste specie op de
steenen streek. HH stond er bij toen de
balklaag gelegd werd en toen de deur
en raamstijlen werden uitgelood. Hij
hielp den opperman stapels steenen
klaar
bouw
gerust over. Die boer zag aiies. Ge
fende wijziging in kindertoeslag
regeling politiepersoneel
De Voorzitter stelde voor omtrent
dit punt een afwachtende houding
aan te nemen om eens te informee-
ren wat andere Gemeenten in deze
gedaan hadden om daarna eenzelfde
beslissing te nemen als de Raad dit
biiirjk voorkomt.
Z.h.s* aangenomen.
1. Verzoek van P. H. J. Kleuskens
om aan de reizende bioscoop van
Riozzi geen toegang meer te ver
leenen op de kermissen te Venray;
De heer Milieu stelde voor aaD dit
verzoek te voldoen. Venray heeft
een vaste bioscoop, die moeilijke
dagen beleeft om haar bedrijf loonend
te houden. Een reizende bioscoop
komt bij gelegenheden als er wat
extra te verdienen valt en ontneemt
zoo aan de vaste bioscoop de ge
legenheid schade in te halen.
De heer Odenhoven vraagt of er
al een aanvraag van Riozzi is inge
komen, waarop de Voorzitter ontken
nend antwoordt, zoodat naar zjjne
meening het ingekomen verzoek
voorbarig lijkt.
De Voorzitter merkt verder op,
dat Riozzi zich bg al zijn bezoeken
aan Venray prompt gedragen heeft
en zijn verplichtingen is nagekomen,
zoodat hij niet inziet waarom deze
geweerd moet worden. Als eventueele
schade aan soortgelijke bedrijven een
argument is, kunnen dan suikerbak
kers geen suikerkramen of zaal
houders geen danstenten verzoeken
te weeren
Als de heer Millen verzoekt om
aDdere bioscopen dan Riozzi te
weren, stelt de heer Pubben voor
dit punt voor kennisgeving aan te
nemen, waarna de Voorzitter bij
hamerslag, daar de Raad geen hoof
delijke stemming verlargt, afsluit.
Als de heer Millen poogt om ten
deze nog wat te zeggen, merkt de
Voorzitter op, dat de discussie ge
sloten is.
m. Verzoek van L. Linders om
vaste aanstelling als chauffeur in
dienst der gemeente
De Voorzitter deelt mede, dat B.
en W. voorstellen hierop afwijzend
te beschikken.
De heer Odenhoven verklaart zich
verwonderd in de eerste vergadering
de beste een afwijzende beslissing
te hooren over een verzoek van een
persoon in vasten Gemeentedienst.
Hij had heel wat anders verwacht.
Linders is niet te missen en een
vaste aanstelling acht hij een groot
belang voor de arbeiders.
Ook de heer van Boven spreekt
zijn verwondering uit. De Gemeente
heeft geen enkele arbeider in vasten
dienst. Waar hij dit verzoek billijk
acht, vraagt hij waarom staan B.
en W. hier afwijzend tegenover.
De heer Millen zegt, Linders is al
zoolang onafgebroken en tot tevre-
kar in de stad. Driek keek op den
nieuwbouw de metselaars en timmerlui
op hun vingers. Van den eenen wist
hij aan den weet te komen, wat de
andere verkeerd gedaan had. Hij had
daartoe 'n aarige manier van doen. Als
hier of daar eene stond te prutsen
dan gaf-ie hem een sigaar of 'n dub
beltje voor 'n borrel Dan kwam hij
van zelf aan den weet, waar die mensch
in z'n leven het allemaal verbruid had
welk werk hij allemaal verprutst
had.
De huizen kwamen omhoog. Het
werden schoone, met 'n voor- en
achtervertrek'n bijkeuken en 'n
grooten zolder. Driek was modern zat
in die dingen 1
lederen avond kwam er vclk op de
vaste aanstellingen uit te reiken.
Het is niet zoo eenvoudig om iemand
maar voor vast aan te stellen. Men
kan beter wachten tot bg de be
grooting en inmiddels een salaris,
schaal, pensioenregeling, kindertoe
slag etc. ontwerpen.
In tweede instantie merkt de heer
Odenhoven op, dat het meer in de
bedoeling van Linders zal liggen
een vaste aanstelling in gemeente
dienst te krijgen. Zeker er zullen
meerdere personen komen met dit
verzoek. Maar hel komt hem niet
overdreven voor, als de Gemeente 5
tot 6 personen in vasten dienst
heeft.
De heer Millen zegt, dat de zaak
Linders al zoo lang hangende is en
hij daarom voorstelt de benoeming
nu te doen plaats hebben, om bg
de aanstaande begrooting verder te
zien.
De Voorzitter sluit in tweede
instantie de discussie en persisteert
bg het voorstel om in deze afwijzend
te beschikken en om bg de begroo
ting op dit punt verder te werken.
Z.h.s. gaat de Raad hiermede ac
coord. De heer Odenhoven wil nog
wat zeggen, maar dat ging niet op.
De discussie was gesloten. Niet
napraten.
n. Bericht van den Heer O.L.P. van
de Loo, dat door hem ontslag is
genomen als lid en voorzitter van
het Algemeen Burgerlijk Arm
bestuur.
De Voorzitter stelt voor dit ont
slag op de meest eervolle wijze te
verleenen onder dank voor alles wat
de heer van de Loo in ruim 22 jaar
ten deze deed.
Z.h.s. aangenomen.
3. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van art.
1 en 3 van het Reglement van het
Reglement van het Algemeen Bur
gerlijk Armbestuur zoodanig, dat
het aantal leden wordt gebracht op
negen en in verband daarmede de
termijn van benoeming op negen
jaren.
De heer Steeghs vraagthoeveel
leden telt het Armbestuur
De heer van Boven stelt voor punt
4 eerst te behandelen, daar hij dit
beter acht.
De heer Reintjes verklaart zich
over de gelezen toelichting tevreden
en zal het toejuichen indien het
Parochieel met het Burgerlijk Arm
bestuur voeling houdt.
De heer Steeghs meent dat uit
elke Parochie een persoon lid moet
zjjn van het Burgerlijk Armbestuur.
De Voorzitter merkt op, dat hoe
grooter een comité is, hoe moeilgker
een beslissing genomen zal kunnen
worden. Het Burgerlijk Armbestuur
zal nu uit 9 personen bestaan, zoo
dat uit elk der 6 parochies een
persoon gekozen kan worden. Per
soonlijk ziet hg daar echter het nut
niet van in, daar het Burgerlijk
.Laaghoeve"
huren.
om
'ns mee naar den akker ging om van
Marie's het werken te leeren.
Het werken op het land en onder 't
vee van de boerderij heeft in die jaren
het wezen van Marie gevormd. Ze
leerde geluk te hebben en tevredenheid
deze eenvoudige dingen. Ze had
haar plezier in den schoonen stand van
de gewassen, die ze onderhield. Ze
had haai afspraak met de dieren van
de boerderij, waar ze mee omging en
die ze verzorgde.
De bruine kende haar aan den klop
van haar klompen over den leemen
vloer van den voorstal. Het paard had
daarbij voor haar zijn groet met het
brienschen uit z'n geheven, vierkante
neus.
Hij snobbelde met z'n warme, be
Marie stond met dat voermannen van
Marinus en de knecht zoowat 'n gansch
jaar op den akker. Het werk mot daar
ook gebeuren.
In de lente brak Maria met Jantjes
het mest kort, ze plukte in de haver
en de aardappelenze pootte mangel-
wortelenze zette boonen in den hof
en koolplantenze bond den oogst op.
Nadien laadde ze de korenkar.
Op de
schelft in den schuur tastte ze garf na
garf vast op een, zoodat de oogst in
zetten. Hij bleef maar bij den j één grooten klamp bijeengewerkt zat.
De metselaar werd er grif on-1 Ze kon het groenzaad onder eggen. Ze
over. Die hoer ?ncr nlii»e Go S jjep daarbij barrevoets en zingend
deze huizen aan te haarde lippen in stomme dankbaarheid
het brood uit haar handen.
De koeien kwamen uit de wei naar
voren, waar ze gemolken moesten
worden, als ze Marie, zingend hoorden
komen met 'n rooien zakdoek om de
haren. De hond liep haar na als hij
los was en had z'n dreigende bescher
ming voor het meiske, alle uren van
den dag.
En in den zomer gebeurde het wel
ooit dat alle jonge katten van de hoef
achter haar aankwamen, als ze over
het erf in haar bezigheid op en neer
liep.
Marie leerde goedheid van het een
voudige werk op de boerderij, bijwijlen
dat vader, de knecht en de zoons in
hoefde nergens mee binnendoor te gaan, I achter het paard aan Ze kon spurrie
of hij wist 't oe te zeggen. maaien als 'n manskerel. Ze plukte het
Driek had overal z'n dingen over.groenvoer als het in den laten herfst
Er gebeurde nog iets anders. Nouvolgroeid was.
Marinus en de knecht voor deze huizen j lederen dag molk ze daarbij de
'n nieuwe zandkuil hadden aangegraven. koeien. Ze verzorgde 's morgens de
kwamen er metselaars uit de stad om varkens, dat deed ze weer, als ze
geel zand bij hem te koopen. Ze kon- 's avonds terugkeerde van den akker
den 't natuurlijk hebben, als Driek ook en het in de varkenshokken al donker
de vracht kon doen. I Was.
Dat ging aan. Marinus en de knecht Onderwijl volgroeide zij tot vrouw
voeren 'n paar weken naderhand den en was Hanneke al een heel meiske
godsganschelijken dag met paard en geworden, dat zoo nou en dan ook al maar ge wist dat toch wel. Er werd
Product Smaakloos ouwel-omhulsel.
Ge proeft daardoor niets.
Ze glijden naar* binnen.
12 stuks voor 12 stuivers I
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
Armbestuur slechts een tweede
plaats inneemt en het Parochiaal
Armbestuur de eerste. Indien er nu
een goed Parochiaal Armbestuur is,
dat zijn taak kent, zal samenwerking
vanzelf komen.
De heer Steeghs blijft bij zijn
meening, terwijl bovendien niet alle
leden rond de Groote Kerk behoeven
te wonen.
De Voorzitter zegt dat het contact
tusschen deze twee lichamen goed
is,
4. Benoeming van twee leden van
het Algemeen Burgerlijk Armbestuur:
a. in vacature Haenraets, waarvoor
worden voorgedragen
1. M. Goumans, lid van den Ge
meenteraad, Akkerweg 2
2. J. Jenneskens, landbouwer,
Brukske C 73.
b. in de vacature van de Loo, waar-
worden voorgedragen
1. G. H. Houben, wethouder,
Veulen H 22;
2. J. H. Nelissen, wethouder, Oirlo
E 13.
De heer van Boven herinnert aan
de belofte van oud-Burgemeester
v.d. Loo, dat ditmaal een arbeider
in het Armbestuur gecandideerd zou
worden. Niet dat hij eenig bezwaar
heeft tegen de gecandideerden, maar
hg houdt vast aan de belofte. Hij
zal zgn stem aan deze voordracht
niet geven.
De heer Odenhoven zegt, dat deze
voordracht nu 6 maal ter tafel
komt Niettegenstaande vroegere
afwijzingen van den Raad, blijft de
voordracht ongewijzigd. Nu zijn er
zelfs twee vacatures en nog is de
belofte om een arbeider te candi-
deeren niet nagekomen. Het grootste
deel der Venraysche bevolking be
hoort tot de arbeidende klasse. Hij
noemt deze voordracht een slag in
het aangezicht der arbeiders.
De heer Millen zegt dat deze
voordracht voorheen is terugge
wezen.
De heer van Haren brengt ten
opzichte van agendapunt 4 b in het
midden, dat hij niets persoonlijks
bedoelt als hg eene voordracht der
Wethouders als candidaten voor het
lidmaatschap van het Armbestuur
moet wraken. Deze beide heeren
wonen te ver af om Voorzitter te
zijn. Dit is te veren daarom lastig.
Hg stelt dan ook Sala Sr. als voor
zitter voorhiermede verklaart de
heer Goumans zich accoord.
De Voorzitter merkt op, dat deze
voordracht vóór zijn tijd is opge
maakt. Het bezwaar dat er geen
arbeiders staan op de voordracht,
kan ondervangen worden bij de
aanstaande uitbreiding van het Arm.
zat gepraat over die tweeFrans had
z'n deugden, zeker, maar hij was toch
lang niet goed genoeg voor 'n
boerinneke als Marie was. Daar ging
de praat altijd over Ge hadt menschen,
die er met Driek over spraken. Ze
noemden dan ook de jonge boeren op,
die wél goed voor Marie's zouden zijn.
Driek zei: Het lijkt wel of 't allie
dochter is.
Hij zelf moeide Marie's nooit over
die vrijerij. Marie deed er haar werk
immers niet slechter om. Ze was er
zelfs wat opgewekter af geworden Het
was ook zoo'n aérig meiske somtijds.
En ook, ze was vergeten genoeg ge
weest, toen ze jong was. Misschien
als Driek niks zei, dat die wittigheid
met Frans van eiges wel weer over
ging. Marie zou, als ze over die eerste
dagen heen was, ook wel vooruitgaan
kijken in de toekomst. Hij kon in ieder
geval nooit een verwijt dragen. Frans
was zoo slecht nog niet en wat hadt
ge aan menschen-praat!
Frans hoorde van zoo'n redeneerin
gen niks. Hij ging zijnen weg. Hij was
niet opdringerig voor Marietje. Hij
ontmoette haar wel op den akker.
Hij droeg de genegenheid voor haar
in de diepte van z'n donkere cogen en
hij liet ze voelen in z'n gang naast
Marietje. Hij liep vast neven haar aan
over de landwegen, als iemand hel zien
kon. Hij legde daarbij z'n hand wel 'nB
op haren schouder.
Het was geen wonder, dat Marie
die bekant altijd op den akker was,
bewondering had voor dezen schoonen
de stad werkten, 's morgens vroeg
gingen en 's avonds pas terug kwamen. I boei, waar hij werkte mei z'n dubbel-
Als ze dan 'ns thuis bleven om te I sPan paarden en de groote stellingploeg,
teulen of te zaaien, dan moest Marie j die hij zoo hendig had bij het keeren
aanwijzing geven, waar het best éérst°P de uiteinden van den akker. DiLwas
geteuld kon worden of waar het noodig |n b°er van zijn land, hij werkte nooit
was dat het hardst werd gemest Haar in de stad Ze geloofde, dat hij er nooit
onderhand met dit werk
wezen was
vergroeid.
Frans Davids ging nóg met Marietje
de Zwart. Hij kwam daar wel nooitging-
kwam, dan alleen om naar de kerk te
gaan. Hij kon zoo zingen in 't veld, die
Frans Hij zwaaide wel «ns met zijnen
teulmik, éls hij achter de ploeg voort-
Wordt vervolgd