TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond die vervelende kies.... -AKKERTJES Zaterdag 16 April 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 16 De werkloosheid. WAGEN EN WINNEN. Met steeds meer klemmenden drang vestigt zich in ons volk de overtuiging, dat wij een kleine 400.000 werkioozen niet blijvend kunnen tolereeren. Op dit punt deelen verreweg de meeste Ne derlanders het oordeel van oud- minister Verschuur„dat de ze nuwen van ons volk een groote rol spelen voor de zelfstandigheid van ons volk en dat zij gezond blijven als ons volk, met name de jonge generatie, arbeidt". Ons volk is nooit militairistisch geweest. Toch aanvaardt het, nu de omstandigheden dit eischen ongekend zware offers voor de defensie en komt er in korten tijd zelfs een ton binnen aan vrijwillige gaven. Schuchtere enkelingen, die in zien, dat naast de weerkracht ook de volkskracht onmisbaar is, zonden geld voor de bestrij ding van de werkloosheid. Het is een symptoom, dat aandacht en aanmoediging verdient. De Defensie, schreven wij, kost geld. Maar zij is noodig voor onze onafhankelijkheid. Werkloosheidsbestrijding kost ook geld. Maar zij is evenzeer noodig om volksverwildering te voorkomen. Het woord is niet te sterk: wie de werkelijkheid kent, zal toe stemmen, dal de gevolgen van de reusachtige werkloosheid al lerverschrikkelijkst zijn. Men kan de oplossing van dit vraagstuk nu eenmaal niet ver wachten van landverhuizing of levering van diensten en goederen aan het buitenland. Dus zullen wij al onze kracht moeten zetten op binnenlandsche maat regelen. Ten deele kan de regeering helpen; ten deele kunnen het particulieren; ten deele zal sa menwerking noodig en gewenscht zijn. Wat de regeering betreft: in deze geheel abnormale omstan digheden moet zij beschikken over abnormale groote bevoegd heden. Voor zoover zij die bezit, b.v. bij het verleenen van dispensaties van de Aibeidswet en bij aan stelling van personeel, moet de alles overheerschende gedachte zijn: werkverruiming, Als er b.v.. een redelijke kans is om eenige duizenden onder wijzers aan te stellen, moet dit geschieden, alleen reeds om so ciale motieven. In staatsbedrijven en in onder nemingen, die van de regeering afhankelijk zijn, of die zij op wat wijze ook steunt, dient zij mede zeggenschap te hebben over aanstelling en ontslag van perso neel. Ook hier moet het sociale motief overwegen in dezen ab- normalen tijd. Voor zooveel het mogelijk is dienen particulieren werk te ver schaffen, juist nu. Op den duur is geen enkele particulier gebaat vraagstuk 00 te lossen. d»»r PAUL KUYPERS. (Nadruk verboden) 10 Het was nog donker, toen Driek wakker werd. Hij had wat koppijn, maar hij wist nu weer waarover het ging. Hij zocht naar zijnen jas, z'n vest en z'n overhemd, want hij schudde van van de kou. In den donkere avond vond hij alleen nog z'n schoenen, die op den heuvel rug omgewaaid lagen. Hij trok ze aan, eu liep te zoeken in de richting waar de wind hem voorbij ging. Hij vond niets en liep door tot aan den harden weg. Het was nog nacht. Daar was geen mensch buiten te be kennen Hij kon ook zóó wel naar huis gaan. Driek kwam op de „Laaghoeve." De boerin was nog op. Wat is er met-oe gebeurd Driek had wezenlijk vrees voor deze sloersche boerin op zoo'n oogenblikken. Hij zeiDè ziede-ge wel. Misschien heeft de boerin gedacht n^t ruz'Q had gehad, ge weet dat Driek liet haar zoo wijs, als ze was en viel in de beddekoets neer om te slapen. ook '30erin v0'S(ie hem onderhand ^et ,.was pas 'n hortje dag, toen er n veldwachter op de .Laaghoeve" wam met de jas, het vestje en 't •verhtmd van Driek. Hij had de iden- met een spaarzaamheid, waarvan een ruïneuze volkshuishouding toch tenslotte alle vrucht redde loos vernietigt. Aanstelling van buitenlandsch personeel, tewerkstelling van ge- pensionneerden, werkverschaffing aan personeel van openbare diensten, die bijverdiensten zoe ken, moge in normale tijden ge woon zijn, zij is ondoelmatig in dezen abnormalen crisistijd. Waar noodig, kunnen overheid en particulieren elkaar helpen. Dit kan geschieden door steun bij het opknappen van woningen en tuinen en door hulp bij in richting van woningen aan jong gehuwden Waarom zou hier absurd zijn wat elders als gewoon ding wordt aanvaard Er was een tijd, dat men hier ontwrichting van de arbeids markt in zag. Gaat dit argument nog wel op? Tenslotte kan men meer groote openbare werken aanpakken. Dat zij er zijn, kan niemand ontken nen. Dat zij weer andere vraag stukken doen rijzen, weten wij, maar die zullen dan weer in volgorde opgelost moeten worden. Men kan niet met de handen in den schoot blijven zitten, om dat, als men iets doet, wel eens weer andere vraagstukken kunnen opdoemen. Zouden de vraagstukken, die voort kunnen komen uit ver- belering van wegen, in meer dan één stad hoog noodig, uit ver betering van stations, spoorweg overgangen, spoorwegmateriaal, belastingkantoren, postkantoren, schoolgebouwen, kazernes, depar tementsgebouwen, gerechtsgebou wen, politiebureaux, gevangenis sen, gestichten, ziekenhuizen en archiefgebouwen, bibliotheken, nu werkelijk zoo onoverkomelijk zijn Maar het geld Wat zou er tegen z ij n, indien de overheid ge durende 'n paar ja ar eens een lOOmillioen leende, die binnen twintig jaar afgelost zou worden. Men zou het geld gemakkelijk krijgen tegen een rente van 3 pet. Jaarlijks zou men aan rente en aflossing een millioen of acht kunnen betalen, waartegenover minder uitgaven voor werkioozen steun zouden staan. Zeker, men kan tegen deze dingen bezwaren inbrengen. Wij kennen ze. Maar als wij er in willen slagen, de werkloosheid in te dammen, zullen wij toch iets moeten doen. Professor Goudrinan wilde een vestinggordel rond Nederland trekken. Kostte maar duizend millioen. De man is ongeveer gek verklaard, doch deze diag nose heeft de aandeelhouders van de Spoorwegen niet belet, hem tot directeur te benoemen. Is het misschien toch waar, wat professor Aalberse in 1934 zei: er is eenige fantasie noodig om het vreeselijke werkloosheid- Wie niet waagt, wie niet wint, luidt een goed Nederlandsch spreekwoord. Waarom zouden we de tanden niet op elkaar zetten en zeggen: wij zullen wagen, bedachtzaam maar beslist en wij willen winnen I Als wij ons best doen maar dan ook werkelijk ons best, dat wil zeggen, niet opzien tegen iets nieuws, iets gewaagds, des noods iets, dat ons wat kost dan mogen wij rekenen op aller medewerking en op Gods hulp. (De Maasbode) tificatie vastgesteld uit de papieren 1 De boerin verstond dat niet. Ze dacht zeker, dat dit 'n soort van proces verbaal was, dat in ieder geval geld kostte. - Dat hadde niet hoeven doen, want hij heeft alleen 'n stuk in z'n boks ge dronken, zei ze De veldwachter werd nadien duide lijker in zijn woorden. Onderwijl werd Hanne woedend en de laatst* woorden van den veldwachter hoorde ze al niet meer, ze was op weg naar de bedde koets, waar Driek nog maar steeds te slapen lag Driek overleefde alles. Hij had z'n goede en slechte uren. Na dagen van uitgaan en lochtheid van leven, kwam hij terug om ernstig te worden en stug. Hij bouwde plannen en voerde ze uit. Hij rekende op papier en schreef zoo nou en dan 'n brief weg. Hij had daar z'n geheimzinnigheid mee. Hij zat de beste kamer. Daar zette hij z'n pet af en deed z'n klompen uit. 't Was ook gewichtig werk wat hij deed. Hij werkte deze dagen zijn plannen af. Hij liet metselaars aan huis komen. Op zijn manier had hij '11 teekening gemaakt van 'n stuk weiland achter zijn huis. Daar moesten huizen op worden gezet, wevershuizen natuurlijk. De metselaars bekeken die teekening. Langs de lijnen had Driek geschreven: dit is honderd meter of navenant de lengte van 'n lijn in werkelijkheid was. De metselaars lachten daarmee, 't Was 'n aarige teekening. Ge moeit geen architect vroegen de metselaars. Nee, zei Driek, ik kom zelf zoo nou en dan wel 'ns kijken als ge aan den gang bent. Drie huizen ging Driek zetten. Het geld daarvoor had hij met voermannen in de stad verdiend. Hij was terwilte van dat geld zoogezegd stijf geworden. De metselaars rekenden den prijs uit. Raad van Venray. Vrijdag 8 April 1938. Velen, waaronder zelfs vroede vaderen, hadden al langeren tijd uit gekeken of er nog geen Raadsver gadering gehouden zou worden en telkens doken er geruchten opdeze week komt het. De plechtige zitting van den Raad bij installatie van Mr. Janssen als Burgemeester van Venray buiten beschouwing latende, was de Raad sinds 27 December 1937 niet meer in vergadering bijeen geweest. Daarbij kwam de bijna nieuwsgierige belangstelling om met den nieuwen Burgemeester eens kennis te maken als Raadsvoorzitter. Toen verscheen de aan alle ge ruchten een eindmakende Raads- agenda, een stuk van bjjna drie keer de gewone lengte, en deed sommige vroede vaderen hun edelachtbaar hoofd schudden en zuchten en ver zuchten We zullen den boterham maar meenemen, daar komen we niet doorheen. Inderdaad volgens den ouden maat staf gemeten, zou de Raad, die in sommige zittingeD, veel geleek op een breedsprakerig Tabakscollege van Frederik II, er niet zoo spoedig doorheen geweest zijn als nu het ge val was, doch dit was totaal buiten den waard gerekend, zooals blijken zou. Er was en werd meer veranderd dan de lengte der agenda. Voorheen zat Burgemeester v. d. Loo, omhan gen met zijn ambtsketen te wachten op de binnenkomst der Raadsleden in de Raadszaal. Nu waren de Raads leden allen present en trad Burge meester Janssen binnen, die bij het gebed, dat bij de opening der ver gadering gebeden wordt, de heeren verzocht van hun zetel te verrijzen om staande mede te bidden. Hierna stelde de Voorzitter de agenda aan de orde, welke op zeer zakelijke bondige wijze onder zijn leiding zou worden afgewerkt. De ingevoerde werkwijze komt er op neer, dat de Voorzitter een agenda punt aan de orde stelt en de Raads leden in eerste en tweede instantie de gelegenheid krijgen het hunne omtrent het onderhavige punt te zeggen, waarna elke instantie de Voorzitter de vragers beantwoordt, waarop dan eventueele stemming volgt, daar de discussies gesloten zijn. Het is dan ook gebeurd in deze vergadering, dat wanneer een Raads lid nog wat zeggen wilde na de sluiting der discussies, dit niet meer kon. Na goedkeuring der notulen der vergaderingen van 22 December en 1 Februari stelde de Voorzitter voor om voor kennisgeving aan te nemen de agenda-punten 2a tot en met j. 2. Ingekomen stukken a. Dankbetuiging van H. M. de Koningin voor aangeboden geluk- wenschen met de geboorte van H.K.H. Prinses Beatrix; b. Alsvoren van H.H.K.K.H.H. Prin ses Juliana en Prins Bernhard c. Dankbetuiging vereeniging Volks belang voor verleend subsidie d. Alsvoren van R.K. Bouwvak arbeidersbond voor subsidie schil- denheid zijner Superieuren in dienst, derscursusI dat hij een afwijzende beslissing on- e. Antwoord van den Minister van billjjk acht. Sociale Zaken op verzoek van De heer van Haren verklaart er Burgemeester en Wethouders be- zich mede accoord om Linders een treffende uitbreiding plaatsing van vaste aanstelling te verleenen als kostgangers bij de werkverachaf- werkman doch niet als Chauffeur, fingOok de heer Pubben kan er zich f. Alsvoren op ingezonden motie J mede vereenigen om menschen, die van den Gemeenteraad betreffende reeds jaren in gemeentedienst zjjn, verbetering loonen in werkver- een vaste aanstelling te verleenen. De heer Steeghs merkt op, dat deze tafel acht Een schaffing en normen voor steun- verleening g. Besluit van Gedeputeerde Staten tot vaststelling jaarwedde, kinder bijslag en pensioengrondslag van Mr. A. H. M. Janssen als burge meester der gemeente Venray h. Verslag Commissie tot Wering van Schoolverzuim over 1937; i. Verslag van den Vleeschkeurings- dienst over 1937; j. Proces-verbaal van kasopname bg den gemeente-ontvanger Zonder hoofdelijke stemming pas seerden deze punten des Voorzitters hamer. k. Adres van de afd. Bergen en .-n Omstreken Van Ned. R.K. kwestie reeds meermalen ter geweest is. De moeilijkheden hij van alle kanten bekeken, chauffeur heeft de Gemeente steeds noodig. Bovendien acht hij dit een verantwoordelijke positie. De Heer» Arts sluit zich aan bg de vorige sprekers. De Voorzitter sluit de discussie in de eerste instantie en beantwoordt de Sprekers door te zeggen; Linders verzoekt als chauffeur te worden aangesteld in vasten gemeentedienst. Er zijn meer menschen reeds jaren in gemeentedienst. Moeten deze per sonen dan niet allen in vasten dienst worden aangenomen Bovendien is het in het algemeen niet wenschelijk Politiebond „St. Michael" betref- J om in den loop van eenig dienstjaar Kiespijn overvali U meestal op een tijdstip dat U géén gelegenheid heeft naar den tandarts te gaan. Neem dan een "AKKERTJE" dat helpt U tenminste dadelijk van de pijn af. AKKER-CACHETS zijn iijn lijzondere Hoofdpijn, pijnstillers bij Kiespijn, Zenuwpijn, Spierpijn. Op 'n afgesproken uur, 'n paar dagen naderhand, kwamen ze daarmee op de „Laaghoeve" terug. Driek deed in de beste kamer, waar de metselaars bijzaten, de enveloppen open. De huizen werden mee gegund. Na dien liet Driek de metselaars 'n paar borrels drinken. Ze waren grif lollig, toen ze de deur uitgingen, zoo hadden ze gedronken. Het grondwerk deed Driek met den knecht en Marinus zelf. Den dag na de aanbesteding begonnen ze al te graven. Driek z'n volk voer nadien dagen achtereen geel zand aan uit den zand kuil. Driek wandelde met z'n schop op den nek op en neer van den nieuw bouw naar den zandkuil en terug. Hij keek alles af Tegen den tijd dat het grondwerk klaar kwam, ging Driek op'n Maandag den metselaar thuis halen om te komen beginnen. Het moet 'n bietje vooruit, zei Driek. Het is anders al weer zooveel huur minder naderhand. De metselaar kwam. Driek stond er bij toen hij de eerste specie op de steenen streek. HH stond er bij toen de balklaag gelegd werd en toen de deur en raamstijlen werden uitgelood. Hij hielp den opperman stapels steenen klaar bouw gerust over. Die boer zag aiies. Ge fende wijziging in kindertoeslag regeling politiepersoneel De Voorzitter stelde voor omtrent dit punt een afwachtende houding aan te nemen om eens te informee- ren wat andere Gemeenten in deze gedaan hadden om daarna eenzelfde beslissing te nemen als de Raad dit biiirjk voorkomt. Z.h.s* aangenomen. 1. Verzoek van P. H. J. Kleuskens om aan de reizende bioscoop van Riozzi geen toegang meer te ver leenen op de kermissen te Venray; De heer Milieu stelde voor aaD dit verzoek te voldoen. Venray heeft een vaste bioscoop, die moeilijke dagen beleeft om haar bedrijf loonend te houden. Een reizende bioscoop komt bij gelegenheden als er wat extra te verdienen valt en ontneemt zoo aan de vaste bioscoop de ge legenheid schade in te halen. De heer Odenhoven vraagt of er al een aanvraag van Riozzi is inge komen, waarop de Voorzitter ontken nend antwoordt, zoodat naar zjjne meening het ingekomen verzoek voorbarig lijkt. De Voorzitter merkt verder op, dat Riozzi zich bg al zijn bezoeken aan Venray prompt gedragen heeft en zijn verplichtingen is nagekomen, zoodat hij niet inziet waarom deze geweerd moet worden. Als eventueele schade aan soortgelijke bedrijven een argument is, kunnen dan suikerbak kers geen suikerkramen of zaal houders geen danstenten verzoeken te weeren Als de heer Millen verzoekt om aDdere bioscopen dan Riozzi te weren, stelt de heer Pubben voor dit punt voor kennisgeving aan te nemen, waarna de Voorzitter bij hamerslag, daar de Raad geen hoof delijke stemming verlargt, afsluit. Als de heer Millen poogt om ten deze nog wat te zeggen, merkt de Voorzitter op, dat de discussie ge sloten is. m. Verzoek van L. Linders om vaste aanstelling als chauffeur in dienst der gemeente De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. voorstellen hierop afwijzend te beschikken. De heer Odenhoven verklaart zich verwonderd in de eerste vergadering de beste een afwijzende beslissing te hooren over een verzoek van een persoon in vasten Gemeentedienst. Hij had heel wat anders verwacht. Linders is niet te missen en een vaste aanstelling acht hij een groot belang voor de arbeiders. Ook de heer van Boven spreekt zijn verwondering uit. De Gemeente heeft geen enkele arbeider in vasten dienst. Waar hij dit verzoek billijk acht, vraagt hij waarom staan B. en W. hier afwijzend tegenover. De heer Millen zegt, Linders is al zoolang onafgebroken en tot tevre- kar in de stad. Driek keek op den nieuwbouw de metselaars en timmerlui op hun vingers. Van den eenen wist hij aan den weet te komen, wat de andere verkeerd gedaan had. Hij had daartoe 'n aarige manier van doen. Als hier of daar eene stond te prutsen dan gaf-ie hem een sigaar of 'n dub beltje voor 'n borrel Dan kwam hij van zelf aan den weet, waar die mensch in z'n leven het allemaal verbruid had welk werk hij allemaal verprutst had. De huizen kwamen omhoog. Het werden schoone, met 'n voor- en achtervertrek'n bijkeuken en 'n grooten zolder. Driek was modern zat in die dingen 1 lederen avond kwam er vclk op de vaste aanstellingen uit te reiken. Het is niet zoo eenvoudig om iemand maar voor vast aan te stellen. Men kan beter wachten tot bg de be grooting en inmiddels een salaris, schaal, pensioenregeling, kindertoe slag etc. ontwerpen. In tweede instantie merkt de heer Odenhoven op, dat het meer in de bedoeling van Linders zal liggen een vaste aanstelling in gemeente dienst te krijgen. Zeker er zullen meerdere personen komen met dit verzoek. Maar hel komt hem niet overdreven voor, als de Gemeente 5 tot 6 personen in vasten dienst heeft. De heer Millen zegt, dat de zaak Linders al zoo lang hangende is en hij daarom voorstelt de benoeming nu te doen plaats hebben, om bg de aanstaande begrooting verder te zien. De Voorzitter sluit in tweede instantie de discussie en persisteert bg het voorstel om in deze afwijzend te beschikken en om bg de begroo ting op dit punt verder te werken. Z.h.s. gaat de Raad hiermede ac coord. De heer Odenhoven wil nog wat zeggen, maar dat ging niet op. De discussie was gesloten. Niet napraten. n. Bericht van den Heer O.L.P. van de Loo, dat door hem ontslag is genomen als lid en voorzitter van het Algemeen Burgerlijk Arm bestuur. De Voorzitter stelt voor dit ont slag op de meest eervolle wijze te verleenen onder dank voor alles wat de heer van de Loo in ruim 22 jaar ten deze deed. Z.h.s. aangenomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van art. 1 en 3 van het Reglement van het Reglement van het Algemeen Bur gerlijk Armbestuur zoodanig, dat het aantal leden wordt gebracht op negen en in verband daarmede de termijn van benoeming op negen jaren. De heer Steeghs vraagthoeveel leden telt het Armbestuur De heer van Boven stelt voor punt 4 eerst te behandelen, daar hij dit beter acht. De heer Reintjes verklaart zich over de gelezen toelichting tevreden en zal het toejuichen indien het Parochieel met het Burgerlijk Arm bestuur voeling houdt. De heer Steeghs meent dat uit elke Parochie een persoon lid moet zjjn van het Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter merkt op, dat hoe grooter een comité is, hoe moeilgker een beslissing genomen zal kunnen worden. Het Burgerlijk Armbestuur zal nu uit 9 personen bestaan, zoo dat uit elk der 6 parochies een persoon gekozen kan worden. Per soonlijk ziet hg daar echter het nut niet van in, daar het Burgerlijk .Laaghoeve" huren. om 'ns mee naar den akker ging om van Marie's het werken te leeren. Het werken op het land en onder 't vee van de boerderij heeft in die jaren het wezen van Marie gevormd. Ze leerde geluk te hebben en tevredenheid deze eenvoudige dingen. Ze had haar plezier in den schoonen stand van de gewassen, die ze onderhield. Ze had haai afspraak met de dieren van de boerderij, waar ze mee omging en die ze verzorgde. De bruine kende haar aan den klop van haar klompen over den leemen vloer van den voorstal. Het paard had daarbij voor haar zijn groet met het brienschen uit z'n geheven, vierkante neus. Hij snobbelde met z'n warme, be Marie stond met dat voermannen van Marinus en de knecht zoowat 'n gansch jaar op den akker. Het werk mot daar ook gebeuren. In de lente brak Maria met Jantjes het mest kort, ze plukte in de haver en de aardappelenze pootte mangel- wortelenze zette boonen in den hof en koolplantenze bond den oogst op. Nadien laadde ze de korenkar. Op de schelft in den schuur tastte ze garf na garf vast op een, zoodat de oogst in zetten. Hij bleef maar bij den j één grooten klamp bijeengewerkt zat. De metselaar werd er grif on-1 Ze kon het groenzaad onder eggen. Ze over. Die hoer ?ncr nlii»e Go S jjep daarbij barrevoets en zingend deze huizen aan te haarde lippen in stomme dankbaarheid het brood uit haar handen. De koeien kwamen uit de wei naar voren, waar ze gemolken moesten worden, als ze Marie, zingend hoorden komen met 'n rooien zakdoek om de haren. De hond liep haar na als hij los was en had z'n dreigende bescher ming voor het meiske, alle uren van den dag. En in den zomer gebeurde het wel ooit dat alle jonge katten van de hoef achter haar aankwamen, als ze over het erf in haar bezigheid op en neer liep. Marie leerde goedheid van het een voudige werk op de boerderij, bijwijlen dat vader, de knecht en de zoons in hoefde nergens mee binnendoor te gaan, I achter het paard aan Ze kon spurrie of hij wist 't oe te zeggen. maaien als 'n manskerel. Ze plukte het Driek had overal z'n dingen over.groenvoer als het in den laten herfst Er gebeurde nog iets anders. Nouvolgroeid was. Marinus en de knecht voor deze huizen j lederen dag molk ze daarbij de 'n nieuwe zandkuil hadden aangegraven. koeien. Ze verzorgde 's morgens de kwamen er metselaars uit de stad om varkens, dat deed ze weer, als ze geel zand bij hem te koopen. Ze kon- 's avonds terugkeerde van den akker den 't natuurlijk hebben, als Driek ook en het in de varkenshokken al donker de vracht kon doen. I Was. Dat ging aan. Marinus en de knecht Onderwijl volgroeide zij tot vrouw voeren 'n paar weken naderhand den en was Hanneke al een heel meiske godsganschelijken dag met paard en geworden, dat zoo nou en dan ook al maar ge wist dat toch wel. Er werd Product Smaakloos ouwel-omhulsel. Ge proeft daardoor niets. Ze glijden naar* binnen. 12 stuks voor 12 stuivers I Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER.CACHETS Armbestuur slechts een tweede plaats inneemt en het Parochiaal Armbestuur de eerste. Indien er nu een goed Parochiaal Armbestuur is, dat zijn taak kent, zal samenwerking vanzelf komen. De heer Steeghs blijft bij zijn meening, terwijl bovendien niet alle leden rond de Groote Kerk behoeven te wonen. De Voorzitter zegt dat het contact tusschen deze twee lichamen goed is, 4. Benoeming van twee leden van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur: a. in vacature Haenraets, waarvoor worden voorgedragen 1. M. Goumans, lid van den Ge meenteraad, Akkerweg 2 2. J. Jenneskens, landbouwer, Brukske C 73. b. in de vacature van de Loo, waar- worden voorgedragen 1. G. H. Houben, wethouder, Veulen H 22; 2. J. H. Nelissen, wethouder, Oirlo E 13. De heer van Boven herinnert aan de belofte van oud-Burgemeester v.d. Loo, dat ditmaal een arbeider in het Armbestuur gecandideerd zou worden. Niet dat hij eenig bezwaar heeft tegen de gecandideerden, maar hg houdt vast aan de belofte. Hij zal zgn stem aan deze voordracht niet geven. De heer Odenhoven zegt, dat deze voordracht nu 6 maal ter tafel komt Niettegenstaande vroegere afwijzingen van den Raad, blijft de voordracht ongewijzigd. Nu zijn er zelfs twee vacatures en nog is de belofte om een arbeider te candi- deeren niet nagekomen. Het grootste deel der Venraysche bevolking be hoort tot de arbeidende klasse. Hij noemt deze voordracht een slag in het aangezicht der arbeiders. De heer Millen zegt dat deze voordracht voorheen is terugge wezen. De heer van Haren brengt ten opzichte van agendapunt 4 b in het midden, dat hij niets persoonlijks bedoelt als hg eene voordracht der Wethouders als candidaten voor het lidmaatschap van het Armbestuur moet wraken. Deze beide heeren wonen te ver af om Voorzitter te zijn. Dit is te veren daarom lastig. Hg stelt dan ook Sala Sr. als voor zitter voorhiermede verklaart de heer Goumans zich accoord. De Voorzitter merkt op, dat deze voordracht vóór zijn tijd is opge maakt. Het bezwaar dat er geen arbeiders staan op de voordracht, kan ondervangen worden bij de aanstaande uitbreiding van het Arm. zat gepraat over die tweeFrans had z'n deugden, zeker, maar hij was toch lang niet goed genoeg voor 'n boerinneke als Marie was. Daar ging de praat altijd over Ge hadt menschen, die er met Driek over spraken. Ze noemden dan ook de jonge boeren op, die wél goed voor Marie's zouden zijn. Driek zei: Het lijkt wel of 't allie dochter is. Hij zelf moeide Marie's nooit over die vrijerij. Marie deed er haar werk immers niet slechter om. Ze was er zelfs wat opgewekter af geworden Het was ook zoo'n aérig meiske somtijds. En ook, ze was vergeten genoeg ge weest, toen ze jong was. Misschien als Driek niks zei, dat die wittigheid met Frans van eiges wel weer over ging. Marie zou, als ze over die eerste dagen heen was, ook wel vooruitgaan kijken in de toekomst. Hij kon in ieder geval nooit een verwijt dragen. Frans was zoo slecht nog niet en wat hadt ge aan menschen-praat! Frans hoorde van zoo'n redeneerin gen niks. Hij ging zijnen weg. Hij was niet opdringerig voor Marietje. Hij ontmoette haar wel op den akker. Hij droeg de genegenheid voor haar in de diepte van z'n donkere cogen en hij liet ze voelen in z'n gang naast Marietje. Hij liep vast neven haar aan over de landwegen, als iemand hel zien kon. Hij legde daarbij z'n hand wel 'nB op haren schouder. Het was geen wonder, dat Marie die bekant altijd op den akker was, bewondering had voor dezen schoonen de stad werkten, 's morgens vroeg gingen en 's avonds pas terug kwamen. I boei, waar hij werkte mei z'n dubbel- Als ze dan 'ns thuis bleven om te I sPan paarden en de groote stellingploeg, teulen of te zaaien, dan moest Marie j die hij zoo hendig had bij het keeren aanwijzing geven, waar het best éérst°P de uiteinden van den akker. DiLwas geteuld kon worden of waar het noodig |n b°er van zijn land, hij werkte nooit was dat het hardst werd gemest Haar in de stad Ze geloofde, dat hij er nooit onderhand met dit werk wezen was vergroeid. Frans Davids ging nóg met Marietje de Zwart. Hij kwam daar wel nooitging- kwam, dan alleen om naar de kerk te gaan. Hij kon zoo zingen in 't veld, die Frans Hij zwaaide wel «ns met zijnen teulmik, éls hij achter de ploeg voort- Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5