DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Maandag 21 Maart
tot en met
Zaterdag 9 April.
Ons weekpraatje.
Gemengde Berichten
Zaterdag 26 Maart 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 13
De zich ontwikke
lende Peel.
Wat voor de veilige toekomst
der Peelbewoners noodig is.
Mgr. C. C. Prinsen schrijft in
de „St. Jansklokken"
„Een feit is 't, dat de Peel èn
't Brabantsche èn 't Limburgsche
gedeelte steeds meer de opmerk
zaamheid tot zich beginnen te
trekken.
De eerste spade is reeds in
den grond gestoken door minis
ter Romme, tot het in cultuur
brengen van niet minder dan
400 H.A. in de gemeente Seve-
num, wel een bewijs, dat de
Peelontginning met ernst wordt
aangepakt. Het zijn de mijnbou
wers, de landbouwers, de ingeni
eurs, de industrieelen, die met
scherpe blikken doordringen in
den moerassigen grond van de
Peel.
Op de eerste plaats stelt men
zich de vraag, of wij den mageren
turf, die tot nu toe nog het eenig,
weinig loonend product van den
harden arbeid van de zich krom
werkende Peelbewoners was,
kunnen vervangen door een meer
loonend product van rogge, haver
en misschien van een, zij het
dan ook zwak evenbeeld van de
West-Brabantsche tarwe; hoe
zullen wij het tot nu schier on
betwiste domein van hei konijn
en den mageren haas, omvormen
tot een lustwarande van Texelsche
schapen en Zuid-Hollandsch
hoornvee.
Dan volgt vanzelf het omvor
men van den door Antoon Coolen
en Dr. Wiegersma met al te
schrille kleuren geteekenden Peel-
bewoner.
Nu reeds gaat die Peelbewo-
ner met een misschien al te snel
tempo den weg der z.g. moderne
beschaving op en dreigt het
gevaar, dat een mooi stuk van
Brabantschen eenvoud en folklore
verloren gaat.
Andere vragen, nog meer ang
stige vragen, dringen zich op
als men er aan denkt, dat wel
licht nog eens, al is het dan na
vele jaren, een deel van de
Brabantsche Peel zal omgevormd
worden in een flar.w afbeeldsel
van Zuid-Limburg, door de ex
ploitatie van de diep onder de
oppervlakte zich bevindende ko-
lenlagen.
Het is moeilijk op al die vragen
een antwoord te geven en den
diepen ernst te bevroeden van
de oplossing, die eenmaal op de
gestelde vragen zal gegeven
worden.
De omvorming en ontwikke
ling van de Brabantsche Peel
nog meer van de daaraan gren
zende Limburgsche Peel is reeds
zijn eerste stadium ingetreden.
Helenaveen en Griendtsveen
waren de eerste bevolkingscen
tra van de Peel; van jongeren
datum is Ysselsteyn, aansluitend
aan Venray, terwijl in de latere
jaren in het Bisdom van Den
Bosch als parochie of rectoraat
zijn ontstaan Twist, Elzendorp,
de Rips, Odiliapeel en Venhorst.
Thans volgt Sevenum.
Als wij, zij het dan ook nog
slechts met een vluchtigen blik,
de omvorming en ontwikkeling
van de Brabantsche Peel over
zien, dan kan 't niet anders, of
met dankbaarheid werpen wij
dien blik in het verleden, maar
ook met een zekere bezorgdheid
in de toekomst.
Die bezorgdheid wordt echter
getemperd door de wetenschap,
dat de volle aandacht aan de
omvorming en ontwikkeling van
de Peel met belangstelling wordt
gevolgd, en wordt geleid door
mannen, die zelf doordrongen
zijn van echt Brabantschen geest
en er van overtuigd zijn, dat de
wijde toekomst van onze Peel
verzekerd is, als onze bevolking
blijft vasthouden aan den ouden
Brabantschen geest van eenvoud,
steunend op en vastgeankerd in
degelijken godsdienstzin.
Doch ook nog op een ander
terrein, moet de aandacht geves
tigd worden, van allen, die het
goed meenen met de toekomst
van de Peel.
Het is te voorzien, dat zeker
in de eerstvolgende jaren, de
ontwikkeling van de Peel zich
zal vooitzetten, niet op het ge
bied van industrie, maar hoofd
zakelijk op het gebied van land
en tuinbouw.
Willen wij de veilige toekomst
van de Peelbewoners verzekeren,
dan is het van het grootste be
lang, dat het klein grondbezit
worde bevorderd en dus de
cultuurgronden niet in groote
blokken in handen komen aan
pachters, die meestal pachters
blijven hun leven lang en dan 't
gevaar beloopen, Peelbewoners
te blijven als er door Antoon
Coolen geteekend worden, zij het
dan al in eenigszins beteren
toestand, maar toch nooit in den
toestand, waarin wij zoo gaarne
den boer begroeten, die met zijn
zweet den grond heeft bevrucht,
den grond, dien hij nu z'n eigen
grond kan noemen.
Er bestaat sinds korten tijd
een beweging genaamd Braban-
tia Nostra, wier loffelijk streven
is, den ouden Brabantschen geest
van eenvoud en godsdienstzin te
beveiligen; ik zou de vraag wil
len stellen, of niet de omvorming
en de ontwikkeling van de Peel
een object is dat de volle aan
dacht van die verdienstelijke be
weging waardig is.
Brabantia Nostra moge haar
Mariakapelletje een eereplaats
geven aan de Moerdiikbrug, zij
wake er voor, dat het Kruis van
Christus niet wegzakke in den
moerassigen grond van de Peel.
Men moge niet vergeten, dat
in den diepsten schoot van de
Peel, aanzienlijke stoffelijke schat
ten verborgen liggen; men zal
r.iet verzuimen die schatten op
de oppervlakte te brengen, doch
men wijde er ook zijn volle aan
dacht aan, dat daarmee ook
hoogere belangen verbonden
zijn.
Wie ernstig daarover nadenkt,
zal gaarne zijn beste krachten
aan de omvorming en de ont
wikkeling van de Peel wijden,
opdat die hoogere belangen niet
ondergeschikt blijven aan de
stoffelijke belangen.".
Zonder kinderen, zonder
beginselen
Om een centrale verwarming
te mogen stoken
Een verkeerde geest in een
Heiligen Geestgasthuis.
Lezer, als ge werkloos zijt en
Nederduitsch Hervormd en gehuwd,
dan heb ik een baantje voor U.
Halt, haltniet dringenIk zal u
schiften door het mededeelen van de
nadere voorwaarden.
Grj en uw vrouw moeten jong zijn,
d.w.z. een leeftijd van 2740 jaar
hebben.
En hmge moogt geen kinderen
bezitten.
Uit dezen eisch begrijpt ge, dat
ook wat de toekomst betreft... Zulke
diDgen kunnen we moeilijk in een
krant zetten nietwaar, maar... enfin,
géén kinderen dus. Ja, Ja, wél Neder-
duitsch Hervormd.
Vervolgens moogt ge geen C.H.
zyn, en geen A.R., geen V.D. of geen
sociaal-democraat. Ge moet beslist
wezen „zonder politieke of andere
op den voorgrond tredende beginse
len." Geen visoh en geen vleesch.
Geen water en geen vuur. Geen hom
of kuit. Alleen maarNederduitsch
Hervormd.
Ge kunt dus ook geen vegetariër
wezen en geen geheelonthouder,
jj.vuz. ge zult appels eten met de
vegetariërs, vleesch met den Her
vormden slager, een borrel zult ge
drinken met den kastelein en in
spuitwater zult ge zwelgen, wanneer
er moet worden vergaderd in 't
Geheelonthouderskoffiehuis.
En als ge aan al deze voorwaarden
meent te kunnen voldoen, dus een
jonge vrouw hebt, maar geen kinde
ren, „zonder politieke of andere op
den voorgrond tredende beginselen"
dan moogt ge solliciteeren, naar
want zyt ge geschikt voor het
stoken van de centrale verwarming
van het Heiligen Geestgasthuis te
Groningen.
Voor wie het niet zouden willen
gelooven, druk ik hieronder de ad
vertentie af, welke ik j.l. Maandag
avond in enkele dagbladen aantrof.
De Voogdij van het Heiligen
Geestgasthuis te Groningen
zoekt een echtpaar zonder
kinderen, Nederduitsch Herv.,
zonder politieke of andere op
den voorgrond tredende begin
selen, leeftijd 27—40 jaar, voor
het verrichten van Portiers-,
Huishoudelijke- en Kerkelijke
werkzaamheden, tuin-onder-
houd, het verzorgen van de
centrale verwarming, het ver
richten van herstellingen enz.
Aan deze betrekking is ver
bonden vrije woning in een
woning in het Gasthuis, spijs
en drank en vuur en licht
overeenkomstig de regeling
van het Gasthuis, vrij genees
heer en apotheker en vrije
personeele- en inkomstenbelas
ting en aan salaris per maand
in contanten f40. Geen pensioen
Vrijaf in overleg met de Voogdij
Indiensttreding, zooveel moge
lijk 1 Mei 1938. Sollicitaties
onder opgave van referenties
in te dienen bij de Arbeidsbeurs,
Martinikerkhof te Groningen
vóór of op 1 April 1938.
Ik weet niets af van de omstandig
heden, waaronder het te benoemen
echtpaar zal moeten werken, het
is b.v. mogelijk, dat de behuizing,
welke voor den portier en diens
vrouw beschikbaar is, geen bewoning
door een gezin met kinderen toelaat.
Dan had een ouder echtpaar moeten
worden gevraagdvan jonge men
schen verlange men niet, dat ze,
behalve Ned. Hervormd, kinderloos
zullen zijn en (dit moet de logische,
maar voorioopig onuitgesproken ver
wachting wezen) ook in de toekomst
zullen blijven.
De eisch van beginselloosheid op
maatschappelijk gebied is al even
immoreel van aard. I3 het niet
absurd, dat een kerkelijke instelling
van haar personeel karakterloosheid
verlangt, onverschilligheid voor de
wijze waarop en door wie ons land
wordt bestuurd, een zaak, waarbij
de kerk, de religie, de geestelijke
vrijheid, zoo nauw verbonden is
Ik begrijp, wat de stellers der
advertentie bewoog. De Ned. Herv.
Kerk telt rechtzinnigen onder haar
lidmaten en vrijzinnigen, Chr. His-
torischen, Anti-Revolutionnairen,
liberalen en socialisten. Maar is het
dan zóó erg gesteld met de liefde
tusschen al dezen, dat de C.H. het
niet zal verdragen, wanneer een
A.-R. de centrale verwarming van
het Heiligen Geestgasthuis stookt,
of omgekeerd Stelt men uit poli-
tieken naijver een belijdend christen,
die ook in het maatschappelijk leven
voor het belang van zyn godsdienst
en zijn kerk en daarmee voor het
belang van den staat wil ijveren,
achter bij den broeder, die in het
openbare leven désinteresse huichelt
en misschien stiekem omdat een
werkelijk gevoel van zulke désinteres
se in onzen tijd onbestaanbaar is
heult met de partijen of bewegingen,
die het wezen van „geheime lid
maatschappen" of „cellen" niet be
neden haar politieke standing achten?
De door mij aangehaalde advertentie
heeft op zich zelf geen wereldschok
kende beteekenis. Maar belangrijk
is haar strekking als symptoom van
de halfslachtigheid en lafheid van
velen, die op het moment, waarin
van alle kanten de aanval wordt
ingezet op de stellingen van het
christendom en op het kostbaarste
volksbezit, de geestelijke vrijheid,
waarvoor onze voorvaderen om
het ons te kunnen nalaten hun
bloed en leven hebben gegeven, geen
andere tactiek aandurven dan die
van.... het wegstoppen van standaard
en vlag, opdat die niet veroverd
zullen worden
Een Nederduitsch Hervormde in
stelling vraagt jonge menschen
zonder kinderen, zonder beginselen,
De haan kraait....
Krakelingen.
Begint het gekaffer weer
In de bladen wordt bericht, dat het
Tweede Kamerlid, de heer Weitkamp,
aan den minister van Defensie vra
gen heeft gesteld over een bepaalde
militaire bejegening van recruten uit
het landbouwende deel der bevolking.
Is het waar zoo vroeg hij, dat
dezer dagen te Bellen bij de aldaar
gehouden keuring voor de militie,
landbouwers door een of meer der
met bedoelde keuring belaste artsen
zijn bejegend op een wijze, die niet
alleen voor de betrokkenen, doch
voor het landbouwende deel der be
volking in het algemeen als beleedi-
gend moet worden beschouwd
Indien de voorgaande vraag in be
vestigenden zin wordt beantwoord,
is de minister dan niet van oordeel,
dat een dergelijk optreden, als zijnde
geenszins bevordelijk aan de vooral
in de huidige omstandigheden zoo
noodige goede stemming ook onder
de tot het genoemde deel der bevol
king behoorende miliciens, hoogst
onverantwoordelijk moet moet wor
den genoemd
Indien ook deze vraag bevestigend
wordt beantwoord, is de minister
dan bereid, aan de daarvoor in aan
merking komende, ouder zijn depar
tement ressorteerende functionaris
sen te doen weten, dat zij zich van
voor de boeren bevolking beleedigen-
de uitingen hebben te onthouden
Toen ik een en ander las, rezen
onwillekeurig herinneringen aan vroe
ger bij me op, d.i. aan de jaren van
vóór den oorlog en uit den mobilisa
tietijd. In die jaren was het leger
niet populair. Integendeel, bij de
massa was het een gehate instelling.
En de beroepsofficieren hadden het
daarnaar gemaakt. Velen hunner
beschouwden recruten als 'n stelletje
„kaffers", die in hun handen waren
gevallen en van wie ze „soldaten"
hadden te maken.
Ik herinner me, hoe ik zelf 1916
als landstormplichtige in het leger
werd „verwelkomd". Een groot-ma
joor sprak ons, lui van de nieuwe
landstormlichting toe. Hij vertelde
ons met een stem als een brulboei,
dat we nou alle burgergedachten en
manieren, alle zelfstandig denken,
voelen en handelen van ons moesten
afzetten en behoorden op te gaan in
de legereenheid. „Jullie benne niks,
jullie heb' geen andere taak dan ter
plaatse, waar je wordt gedirigeerd,
te dienen als kanonnenvleesch. Ik
zeg: kanonnenvleesch
Dat was je „welkom" in den dienst.
Het gescheld van officieren en ser
geants behoorde by de militaire „op
voeding", alle menschelijke zelf
respect werd weggescholden. Soldaten
waren dat hoorden ze telkens
een bende „kaffers".
In het bijzonier hadden de boeren-
recruten het te ontgelden. „Moet je
me zoo'n hengst zien staan met z'n
doorgezakte knieën en z'n krommen
rug. Houd je pooten strak, kaffer,
zet je borst vooruit! Doe je kaken
op elkaar! 't Lykt wel of d'r een
hooischuur openstaat
Zóo ging het in het leger, dat...
vervloekt werd door de jongens, die
er in moesten diénen.
De beroepsmilitairen waren in die
dagen slechte burgers, ze begre
pen niets van de burgermentaliteit.
Ze begrepen niets van hun eigen
taak en roeping in de maatschappij.
Ze beseften het niet, dat zij en het
leger er waren voor het volk, het
volk, zoo meenden ze, was er om een
leger mogelijk te maken.
In de na-oorlogsche jaren is „het
leger" tor inkeer gekomen door de
verachting van de massa.
Toen is men den „soldaat" gaan
vertroetelen in dienst. Hij hoefde
maar vier maanden te dienen en
kreeg chocolade en gezellige avondjes.
Op het oogenblik gaat het leger
zich weer voelen en het volk voelt
voor het leger. Omdat het leger
noodiger is dan ooit.
Zullen de officieren hun taak be
grijpen of maken ze van den dienst
weer den „straftijd der burgerij
Zullen de boerenjongens, die inder
daad erg onwennig doen in een hun
vreemde omgeving, weer uitgekafferd
worden, omdat ze vooral in den
beginne andere manieren blijken
te bezitten dan de rijkeluiszoontjes,
die als cadetten op de Kon. Mil.
Academie een paar leuke studenten
jaren achter den rug hebben
Dè.n zal de haat tegen het leger
weer worden ingestampt in de har
ten van het beste en meest betrouw
bare, het gezondste en sterkste deel
van het Nederlandscbe volk.
Zoo de grooten brullen,
blaffen de kleinen.
Er is een noodlottige radicalisee
ring merkbaar van de strrjdmethoden
in het maatschappelijke leven. Ook
ten onzent. We leven in het 7e of 8e
crisisjaar en nauwelijks is er van
eenige opleving in eenig bedryf spra
ke, of men leest van dreigingen met
staking.
Ik ken 'n gemeente, waar de bouw
nijverheid sedert jaren volstrekt geen
enkele beteekenis meer had. En nu
er wat huizen worden gezet, dreigen
de vakorganisaties: óf een bepaalde
loonsverhooging óf staking.
Let wel: ik erken, dat de arbeids-
loonen in het algemeen tot beneden
het redelijke minimum zijn gezakt
in de crisisjaren en dat de arbeiders
recht hebben op verhnoging, zoodra
deze kan worden gefinancierd. Maar
laat men toch eens terdege praten
overleg plegen over wat reeds in de
naaste toekomst mogelijk is. Ook de
patroons hebben klappen gehad en
hun reserves ingeteerd. Er is boven
dien een moordende concurrentie.
Er is altrjd erkend, dat de groot
ste, de ergste geesel van de crisis
niet het verminderde inkomen, maar
de lediggang was. Maar nauwelijks
kunnen sommigen zich een veer van
den mond blazen, of ze dreigen
öpslag of we verwerpen den zegen
van den arbeid weer, welke ons
eindelijk is toegevallen.
Nógmaalser moet worden ge
streefd naar verhooging van het te
diep gezakte levenspeil en als deze
verhooging mogelijk is, moet ze
zoo noodig worden afgedwongen
door staking. Maar deze laatste
moet beschouwd blijven worden, wat
ze ook in normalen tijd reeds was
een ultrum remedium, een uiterste
middel.
Het roekeloos stellen van ulti
mata, het plaatsen van de andere
partij voor een „fait accompli" zyn
methoden, welke van grooie dwin
gelanden zijn afgekeken, methoden,
welke de arbeiders terecht van
die anderen hebben veroordeeld.
Een radicaliseering van de strijd-
methoden in het maatschappelijk
leven voert naar het bolsjewisme
of facisme.
Economische waanzin
Tot wat men komt, wanneer men
zich in het onderlinge maatschap
pelijke verkeer alle voordeelen toe
eigent, welke onder dwang kunnen
worden afgeperst, bewijzen de eischen
welke de georganiseerde arbeiders
in Mexico dat meer en meer de
Amerikaansche sovjetrepubliek word
aan de directies der vreemde,
door burgers der Ver. StateD, En
geland en Nederland geleide, olie
maatschappijen werden gesteld. Het
offieieele lijstje dier eischen zag er
als volgt uit:
a. Een 5-daagsche werkweek van
40 uur met betaling op grondslag
van 56 uur;
b. 4 tot 6 weken vacantie per jaar
met behoud van het volle loon:
c. 16 verplichte vrije dagen per
jaar met volle betaling.
d. een 10 pet. spaarfonds;
e. een vergoeding voor huisves
ting;
f. vrye geneeskundige behandeling
van iederen aard (hetzij tengevolge
van ziekte in dienst ontstaan of
anderszins) voor de werklieden en
hun gezinnen;
g. een pensioen tot 80 pet. van
het laatstgenoten loon;
h. een verplichte levensverzeke
ring waarin de maatschappij de
helft van de kosten bijdraagt;
i. dubbele betaling onder ver
schillende omstandigheden (wat in
de practijk zou neerkomen op vier
voudige en zelfs hoogere betaling);
j. het recht om ten allen tijde
en zoo dikwijls men wil, een verlof
van 3 dagen te vragen voor particu
liere redenen met betaling van loon:
k. het recht om 120 dagen per
jaar zonder betaling van het werk
weg te blijven;
1. alle buitenlandsche technici
moeten binnen 3 jaar uit Mexico
vetwyderd worden.
Natuurlijk hebben de maatschap
pijen moeten berichten, dat deze
dag
gratis
hopen
op een werkdag in het tijdvak van
DE GEHEIME DATUM
is in een verzegelde enveloppe tevoren bij
de Nederlandsche Landbouwbank, onder
getuigen in een sate opgesloten en wordt
geopend op Maandag 11 April v.m. 9 uur.
Alleen geldig over alles wat er dien dag gekocht
en contant betaald is.
MANUFACTUREN
VENRAY
eischen onvervulbaar waren. Waar
op de staat de bedrijven heeft ge
annexeerd De eigenaars zullen
worden schadeloos gesteld uit de
opbrengst in de toekomst van hun
eigen bronnen
En wat zal nu bet lot der arbei
ders zijn De bronnen zijn ter ex
ploitatie in handen gegeven van ge
mengde commissies, bestaande uit
vertegenwoordigers van de regeering
en van de arbeiders.
De practyk heeft genoegzaam uit
gewezen, hoe onzakelijk het beheer
van zulke, bij de uitkomsten van
het bedrijf niet- of niet noemens
waard geïnteresseerde menschen is.
Zooals in Rusland zullen de Mexi-
caansche arbeiders regeeringsslaven
worden, die lange dagen krijgen te
arbeiden ouder streDge tucht tegen
een schandelijk laag loon.
Maar dan misschien tevreden zul
len zyn als zoovele Russische lot-
genooten, die „hun eigen baas"
meenen te zyn, omdat ze zich vrij
willig en gedwee schikten in een
zich zelf opgelegde tirannie en
slavernij.
De onmeDSchelijke
menschheid.
Toen in Spanje het militaire ver
zet uitbrak tegen de onwettige
terreurmethoden, welke de „wettige"
regeering er lijdzaam duldde, is het
„linksche" volksdeel beestachtig te
keer gegaan tegen de religieuzen;
20.000 priesters en nonnen, klooster
broeders en studenten werden ge
dood. Het stoffelijk overschot van
vele vroeger overleden religieuzen
werd opgegraven en de skeletten
werden tentoongesteld tegen de
muurre8ten van de verbrande kerken
en kapellen.
Dat heeft een diepen indruk op
me gemaakt, zóó diep, dat ik niet
prakkezeerde over wat wettelijk en
onwettelijk was, rechtmatig of on
rechtmatig verzet, maar ik hóópte
voor Spanje, dat het niet „geregeerd"
zou blijven door rapaille, dat tot
zulke wreedheden in staat bleek.
Sedert eenige dagen vallen er thans
bommen op Barcelona, gestrooid van
de andere zijde.
I Die bommen zyn niet gericht op
militaire werken, maar op onschul
dige vrouwen en kinderen; op de
burgermassa. Ze zijn bestemd om
dood te zaaien, opdat het volk, dat
niet in eerlijken strijd kon worden
overwonnen, om vrede en behoud
zal gaan smeeken, zyn overgave zal
aanbieden, aan den geweldenaar.
In één week tijd drenkten 1300
inwoners van Barcelona den bodem
met hun bloed.
En nog duurt het tempeest van
vernietiging voort.
Ik ben weer diep getroffen en ik
vraag God in den Hemel, dat Hij
niet zal toelaten, dat gezag geves
tigd zal worden op zulke van bloed
druipende basis.
Maar wat dan
Gevoelens van recht vinden geen
baan meer in de wereld, althans niet
in de Spaansche wereld.
Beëlzabub is Spanje's regeerder
en hy deelt zijn wapens gelijkelijk
onder zijn onderdanen uit, opdat ze
elkaar vernietigen onder zyn hoon
gelach.
.Satan pijpt en pijpt...."
zoo dichtte Laudy in zyn „Pa:adys-
vloek."
Moge het ongelukkige Spaansche
volk toch de genade der Verlossing
bekomen
Het roode achterlichtje.
Hoezeer ook de autoriteiten door
drongen zyn van de moeilijkheden,
die de rijwielachterlichten opleveren,
blijkt wel uit het feit, dat de Am-
sterdamsche hoofdcommissaris van
politie zijn personeel dezer dasen
heeft opgedragen, nauwlettend toé te
zien, dat de fietsen voorzien zyn van
achterlichten, doch de menschen
alleen te waarschuwen indien het
achterlicht is losgetrild. Wanneer de
geheele constructie van het achter
licht in orde is. doch het lampje is
losgetrild, behoeft geen proces-ver
baal te worden opgemaakt, aldus de
„TeL"
Bata-fabrieken.
De firma Bata, eigenares van de
bekende schoenenfabrieken te Zlin
(Tsjecho-Slowakye), heeft besloten
hare reeds vroeger bestaande plan
nen te verwerkelijken, om in Neder
land een kantoor op te richten, het
welk tot doel heeft haar inter
nationale uitvoerbelangen te onder
steunen en te bevorderen.
pit kantoor zal gevestigd zgn te
Eindhoven, aan de Tongelreschestraat
no. 81.