DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Maandag 21 Maart tot en met Zaterdag 9 April. Ons weekpraatje. Gemengde Berichten Zaterdag 26 Maart 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 13 De zich ontwikke lende Peel. Wat voor de veilige toekomst der Peelbewoners noodig is. Mgr. C. C. Prinsen schrijft in de „St. Jansklokken" „Een feit is 't, dat de Peel èn 't Brabantsche èn 't Limburgsche gedeelte steeds meer de opmerk zaamheid tot zich beginnen te trekken. De eerste spade is reeds in den grond gestoken door minis ter Romme, tot het in cultuur brengen van niet minder dan 400 H.A. in de gemeente Seve- num, wel een bewijs, dat de Peelontginning met ernst wordt aangepakt. Het zijn de mijnbou wers, de landbouwers, de ingeni eurs, de industrieelen, die met scherpe blikken doordringen in den moerassigen grond van de Peel. Op de eerste plaats stelt men zich de vraag, of wij den mageren turf, die tot nu toe nog het eenig, weinig loonend product van den harden arbeid van de zich krom werkende Peelbewoners was, kunnen vervangen door een meer loonend product van rogge, haver en misschien van een, zij het dan ook zwak evenbeeld van de West-Brabantsche tarwe; hoe zullen wij het tot nu schier on betwiste domein van hei konijn en den mageren haas, omvormen tot een lustwarande van Texelsche schapen en Zuid-Hollandsch hoornvee. Dan volgt vanzelf het omvor men van den door Antoon Coolen en Dr. Wiegersma met al te schrille kleuren geteekenden Peel- bewoner. Nu reeds gaat die Peelbewo- ner met een misschien al te snel tempo den weg der z.g. moderne beschaving op en dreigt het gevaar, dat een mooi stuk van Brabantschen eenvoud en folklore verloren gaat. Andere vragen, nog meer ang stige vragen, dringen zich op als men er aan denkt, dat wel licht nog eens, al is het dan na vele jaren, een deel van de Brabantsche Peel zal omgevormd worden in een flar.w afbeeldsel van Zuid-Limburg, door de ex ploitatie van de diep onder de oppervlakte zich bevindende ko- lenlagen. Het is moeilijk op al die vragen een antwoord te geven en den diepen ernst te bevroeden van de oplossing, die eenmaal op de gestelde vragen zal gegeven worden. De omvorming en ontwikke ling van de Brabantsche Peel nog meer van de daaraan gren zende Limburgsche Peel is reeds zijn eerste stadium ingetreden. Helenaveen en Griendtsveen waren de eerste bevolkingscen tra van de Peel; van jongeren datum is Ysselsteyn, aansluitend aan Venray, terwijl in de latere jaren in het Bisdom van Den Bosch als parochie of rectoraat zijn ontstaan Twist, Elzendorp, de Rips, Odiliapeel en Venhorst. Thans volgt Sevenum. Als wij, zij het dan ook nog slechts met een vluchtigen blik, de omvorming en ontwikkeling van de Brabantsche Peel over zien, dan kan 't niet anders, of met dankbaarheid werpen wij dien blik in het verleden, maar ook met een zekere bezorgdheid in de toekomst. Die bezorgdheid wordt echter getemperd door de wetenschap, dat de volle aandacht aan de omvorming en ontwikkeling van de Peel met belangstelling wordt gevolgd, en wordt geleid door mannen, die zelf doordrongen zijn van echt Brabantschen geest en er van overtuigd zijn, dat de wijde toekomst van onze Peel verzekerd is, als onze bevolking blijft vasthouden aan den ouden Brabantschen geest van eenvoud, steunend op en vastgeankerd in degelijken godsdienstzin. Doch ook nog op een ander terrein, moet de aandacht geves tigd worden, van allen, die het goed meenen met de toekomst van de Peel. Het is te voorzien, dat zeker in de eerstvolgende jaren, de ontwikkeling van de Peel zich zal vooitzetten, niet op het ge bied van industrie, maar hoofd zakelijk op het gebied van land en tuinbouw. Willen wij de veilige toekomst van de Peelbewoners verzekeren, dan is het van het grootste be lang, dat het klein grondbezit worde bevorderd en dus de cultuurgronden niet in groote blokken in handen komen aan pachters, die meestal pachters blijven hun leven lang en dan 't gevaar beloopen, Peelbewoners te blijven als er door Antoon Coolen geteekend worden, zij het dan al in eenigszins beteren toestand, maar toch nooit in den toestand, waarin wij zoo gaarne den boer begroeten, die met zijn zweet den grond heeft bevrucht, den grond, dien hij nu z'n eigen grond kan noemen. Er bestaat sinds korten tijd een beweging genaamd Braban- tia Nostra, wier loffelijk streven is, den ouden Brabantschen geest van eenvoud en godsdienstzin te beveiligen; ik zou de vraag wil len stellen, of niet de omvorming en de ontwikkeling van de Peel een object is dat de volle aan dacht van die verdienstelijke be weging waardig is. Brabantia Nostra moge haar Mariakapelletje een eereplaats geven aan de Moerdiikbrug, zij wake er voor, dat het Kruis van Christus niet wegzakke in den moerassigen grond van de Peel. Men moge niet vergeten, dat in den diepsten schoot van de Peel, aanzienlijke stoffelijke schat ten verborgen liggen; men zal r.iet verzuimen die schatten op de oppervlakte te brengen, doch men wijde er ook zijn volle aan dacht aan, dat daarmee ook hoogere belangen verbonden zijn. Wie ernstig daarover nadenkt, zal gaarne zijn beste krachten aan de omvorming en de ont wikkeling van de Peel wijden, opdat die hoogere belangen niet ondergeschikt blijven aan de stoffelijke belangen.". Zonder kinderen, zonder beginselen Om een centrale verwarming te mogen stoken Een verkeerde geest in een Heiligen Geestgasthuis. Lezer, als ge werkloos zijt en Nederduitsch Hervormd en gehuwd, dan heb ik een baantje voor U. Halt, haltniet dringenIk zal u schiften door het mededeelen van de nadere voorwaarden. Grj en uw vrouw moeten jong zijn, d.w.z. een leeftijd van 2740 jaar hebben. En hmge moogt geen kinderen bezitten. Uit dezen eisch begrijpt ge, dat ook wat de toekomst betreft... Zulke diDgen kunnen we moeilijk in een krant zetten nietwaar, maar... enfin, géén kinderen dus. Ja, Ja, wél Neder- duitsch Hervormd. Vervolgens moogt ge geen C.H. zyn, en geen A.R., geen V.D. of geen sociaal-democraat. Ge moet beslist wezen „zonder politieke of andere op den voorgrond tredende beginse len." Geen visoh en geen vleesch. Geen water en geen vuur. Geen hom of kuit. Alleen maarNederduitsch Hervormd. Ge kunt dus ook geen vegetariër wezen en geen geheelonthouder, jj.vuz. ge zult appels eten met de vegetariërs, vleesch met den Her vormden slager, een borrel zult ge drinken met den kastelein en in spuitwater zult ge zwelgen, wanneer er moet worden vergaderd in 't Geheelonthouderskoffiehuis. En als ge aan al deze voorwaarden meent te kunnen voldoen, dus een jonge vrouw hebt, maar geen kinde ren, „zonder politieke of andere op den voorgrond tredende beginselen" dan moogt ge solliciteeren, naar want zyt ge geschikt voor het stoken van de centrale verwarming van het Heiligen Geestgasthuis te Groningen. Voor wie het niet zouden willen gelooven, druk ik hieronder de ad vertentie af, welke ik j.l. Maandag avond in enkele dagbladen aantrof. De Voogdij van het Heiligen Geestgasthuis te Groningen zoekt een echtpaar zonder kinderen, Nederduitsch Herv., zonder politieke of andere op den voorgrond tredende begin selen, leeftijd 27—40 jaar, voor het verrichten van Portiers-, Huishoudelijke- en Kerkelijke werkzaamheden, tuin-onder- houd, het verzorgen van de centrale verwarming, het ver richten van herstellingen enz. Aan deze betrekking is ver bonden vrije woning in een woning in het Gasthuis, spijs en drank en vuur en licht overeenkomstig de regeling van het Gasthuis, vrij genees heer en apotheker en vrije personeele- en inkomstenbelas ting en aan salaris per maand in contanten f40. Geen pensioen Vrijaf in overleg met de Voogdij Indiensttreding, zooveel moge lijk 1 Mei 1938. Sollicitaties onder opgave van referenties in te dienen bij de Arbeidsbeurs, Martinikerkhof te Groningen vóór of op 1 April 1938. Ik weet niets af van de omstandig heden, waaronder het te benoemen echtpaar zal moeten werken, het is b.v. mogelijk, dat de behuizing, welke voor den portier en diens vrouw beschikbaar is, geen bewoning door een gezin met kinderen toelaat. Dan had een ouder echtpaar moeten worden gevraagdvan jonge men schen verlange men niet, dat ze, behalve Ned. Hervormd, kinderloos zullen zijn en (dit moet de logische, maar voorioopig onuitgesproken ver wachting wezen) ook in de toekomst zullen blijven. De eisch van beginselloosheid op maatschappelijk gebied is al even immoreel van aard. I3 het niet absurd, dat een kerkelijke instelling van haar personeel karakterloosheid verlangt, onverschilligheid voor de wijze waarop en door wie ons land wordt bestuurd, een zaak, waarbij de kerk, de religie, de geestelijke vrijheid, zoo nauw verbonden is Ik begrijp, wat de stellers der advertentie bewoog. De Ned. Herv. Kerk telt rechtzinnigen onder haar lidmaten en vrijzinnigen, Chr. His- torischen, Anti-Revolutionnairen, liberalen en socialisten. Maar is het dan zóó erg gesteld met de liefde tusschen al dezen, dat de C.H. het niet zal verdragen, wanneer een A.-R. de centrale verwarming van het Heiligen Geestgasthuis stookt, of omgekeerd Stelt men uit poli- tieken naijver een belijdend christen, die ook in het maatschappelijk leven voor het belang van zyn godsdienst en zijn kerk en daarmee voor het belang van den staat wil ijveren, achter bij den broeder, die in het openbare leven désinteresse huichelt en misschien stiekem omdat een werkelijk gevoel van zulke désinteres se in onzen tijd onbestaanbaar is heult met de partijen of bewegingen, die het wezen van „geheime lid maatschappen" of „cellen" niet be neden haar politieke standing achten? De door mij aangehaalde advertentie heeft op zich zelf geen wereldschok kende beteekenis. Maar belangrijk is haar strekking als symptoom van de halfslachtigheid en lafheid van velen, die op het moment, waarin van alle kanten de aanval wordt ingezet op de stellingen van het christendom en op het kostbaarste volksbezit, de geestelijke vrijheid, waarvoor onze voorvaderen om het ons te kunnen nalaten hun bloed en leven hebben gegeven, geen andere tactiek aandurven dan die van.... het wegstoppen van standaard en vlag, opdat die niet veroverd zullen worden Een Nederduitsch Hervormde in stelling vraagt jonge menschen zonder kinderen, zonder beginselen, De haan kraait.... Krakelingen. Begint het gekaffer weer In de bladen wordt bericht, dat het Tweede Kamerlid, de heer Weitkamp, aan den minister van Defensie vra gen heeft gesteld over een bepaalde militaire bejegening van recruten uit het landbouwende deel der bevolking. Is het waar zoo vroeg hij, dat dezer dagen te Bellen bij de aldaar gehouden keuring voor de militie, landbouwers door een of meer der met bedoelde keuring belaste artsen zijn bejegend op een wijze, die niet alleen voor de betrokkenen, doch voor het landbouwende deel der be volking in het algemeen als beleedi- gend moet worden beschouwd Indien de voorgaande vraag in be vestigenden zin wordt beantwoord, is de minister dan niet van oordeel, dat een dergelijk optreden, als zijnde geenszins bevordelijk aan de vooral in de huidige omstandigheden zoo noodige goede stemming ook onder de tot het genoemde deel der bevol king behoorende miliciens, hoogst onverantwoordelijk moet moet wor den genoemd Indien ook deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is de minister dan bereid, aan de daarvoor in aan merking komende, ouder zijn depar tement ressorteerende functionaris sen te doen weten, dat zij zich van voor de boeren bevolking beleedigen- de uitingen hebben te onthouden Toen ik een en ander las, rezen onwillekeurig herinneringen aan vroe ger bij me op, d.i. aan de jaren van vóór den oorlog en uit den mobilisa tietijd. In die jaren was het leger niet populair. Integendeel, bij de massa was het een gehate instelling. En de beroepsofficieren hadden het daarnaar gemaakt. Velen hunner beschouwden recruten als 'n stelletje „kaffers", die in hun handen waren gevallen en van wie ze „soldaten" hadden te maken. Ik herinner me, hoe ik zelf 1916 als landstormplichtige in het leger werd „verwelkomd". Een groot-ma joor sprak ons, lui van de nieuwe landstormlichting toe. Hij vertelde ons met een stem als een brulboei, dat we nou alle burgergedachten en manieren, alle zelfstandig denken, voelen en handelen van ons moesten afzetten en behoorden op te gaan in de legereenheid. „Jullie benne niks, jullie heb' geen andere taak dan ter plaatse, waar je wordt gedirigeerd, te dienen als kanonnenvleesch. Ik zeg: kanonnenvleesch Dat was je „welkom" in den dienst. Het gescheld van officieren en ser geants behoorde by de militaire „op voeding", alle menschelijke zelf respect werd weggescholden. Soldaten waren dat hoorden ze telkens een bende „kaffers". In het bijzonier hadden de boeren- recruten het te ontgelden. „Moet je me zoo'n hengst zien staan met z'n doorgezakte knieën en z'n krommen rug. Houd je pooten strak, kaffer, zet je borst vooruit! Doe je kaken op elkaar! 't Lykt wel of d'r een hooischuur openstaat Zóo ging het in het leger, dat... vervloekt werd door de jongens, die er in moesten diénen. De beroepsmilitairen waren in die dagen slechte burgers, ze begre pen niets van de burgermentaliteit. Ze begrepen niets van hun eigen taak en roeping in de maatschappij. Ze beseften het niet, dat zij en het leger er waren voor het volk, het volk, zoo meenden ze, was er om een leger mogelijk te maken. In de na-oorlogsche jaren is „het leger" tor inkeer gekomen door de verachting van de massa. Toen is men den „soldaat" gaan vertroetelen in dienst. Hij hoefde maar vier maanden te dienen en kreeg chocolade en gezellige avondjes. Op het oogenblik gaat het leger zich weer voelen en het volk voelt voor het leger. Omdat het leger noodiger is dan ooit. Zullen de officieren hun taak be grijpen of maken ze van den dienst weer den „straftijd der burgerij Zullen de boerenjongens, die inder daad erg onwennig doen in een hun vreemde omgeving, weer uitgekafferd worden, omdat ze vooral in den beginne andere manieren blijken te bezitten dan de rijkeluiszoontjes, die als cadetten op de Kon. Mil. Academie een paar leuke studenten jaren achter den rug hebben Dè.n zal de haat tegen het leger weer worden ingestampt in de har ten van het beste en meest betrouw bare, het gezondste en sterkste deel van het Nederlandscbe volk. Zoo de grooten brullen, blaffen de kleinen. Er is een noodlottige radicalisee ring merkbaar van de strrjdmethoden in het maatschappelijke leven. Ook ten onzent. We leven in het 7e of 8e crisisjaar en nauwelijks is er van eenige opleving in eenig bedryf spra ke, of men leest van dreigingen met staking. Ik ken 'n gemeente, waar de bouw nijverheid sedert jaren volstrekt geen enkele beteekenis meer had. En nu er wat huizen worden gezet, dreigen de vakorganisaties: óf een bepaalde loonsverhooging óf staking. Let wel: ik erken, dat de arbeids- loonen in het algemeen tot beneden het redelijke minimum zijn gezakt in de crisisjaren en dat de arbeiders recht hebben op verhnoging, zoodra deze kan worden gefinancierd. Maar laat men toch eens terdege praten overleg plegen over wat reeds in de naaste toekomst mogelijk is. Ook de patroons hebben klappen gehad en hun reserves ingeteerd. Er is boven dien een moordende concurrentie. Er is altrjd erkend, dat de groot ste, de ergste geesel van de crisis niet het verminderde inkomen, maar de lediggang was. Maar nauwelijks kunnen sommigen zich een veer van den mond blazen, of ze dreigen öpslag of we verwerpen den zegen van den arbeid weer, welke ons eindelijk is toegevallen. Nógmaalser moet worden ge streefd naar verhooging van het te diep gezakte levenspeil en als deze verhooging mogelijk is, moet ze zoo noodig worden afgedwongen door staking. Maar deze laatste moet beschouwd blijven worden, wat ze ook in normalen tijd reeds was een ultrum remedium, een uiterste middel. Het roekeloos stellen van ulti mata, het plaatsen van de andere partij voor een „fait accompli" zyn methoden, welke van grooie dwin gelanden zijn afgekeken, methoden, welke de arbeiders terecht van die anderen hebben veroordeeld. Een radicaliseering van de strijd- methoden in het maatschappelijk leven voert naar het bolsjewisme of facisme. Economische waanzin Tot wat men komt, wanneer men zich in het onderlinge maatschap pelijke verkeer alle voordeelen toe eigent, welke onder dwang kunnen worden afgeperst, bewijzen de eischen welke de georganiseerde arbeiders in Mexico dat meer en meer de Amerikaansche sovjetrepubliek word aan de directies der vreemde, door burgers der Ver. StateD, En geland en Nederland geleide, olie maatschappijen werden gesteld. Het offieieele lijstje dier eischen zag er als volgt uit: a. Een 5-daagsche werkweek van 40 uur met betaling op grondslag van 56 uur; b. 4 tot 6 weken vacantie per jaar met behoud van het volle loon: c. 16 verplichte vrije dagen per jaar met volle betaling. d. een 10 pet. spaarfonds; e. een vergoeding voor huisves ting; f. vrye geneeskundige behandeling van iederen aard (hetzij tengevolge van ziekte in dienst ontstaan of anderszins) voor de werklieden en hun gezinnen; g. een pensioen tot 80 pet. van het laatstgenoten loon; h. een verplichte levensverzeke ring waarin de maatschappij de helft van de kosten bijdraagt; i. dubbele betaling onder ver schillende omstandigheden (wat in de practijk zou neerkomen op vier voudige en zelfs hoogere betaling); j. het recht om ten allen tijde en zoo dikwijls men wil, een verlof van 3 dagen te vragen voor particu liere redenen met betaling van loon: k. het recht om 120 dagen per jaar zonder betaling van het werk weg te blijven; 1. alle buitenlandsche technici moeten binnen 3 jaar uit Mexico vetwyderd worden. Natuurlijk hebben de maatschap pijen moeten berichten, dat deze dag gratis hopen op een werkdag in het tijdvak van DE GEHEIME DATUM is in een verzegelde enveloppe tevoren bij de Nederlandsche Landbouwbank, onder getuigen in een sate opgesloten en wordt geopend op Maandag 11 April v.m. 9 uur. Alleen geldig over alles wat er dien dag gekocht en contant betaald is. MANUFACTUREN VENRAY eischen onvervulbaar waren. Waar op de staat de bedrijven heeft ge annexeerd De eigenaars zullen worden schadeloos gesteld uit de opbrengst in de toekomst van hun eigen bronnen En wat zal nu bet lot der arbei ders zijn De bronnen zijn ter ex ploitatie in handen gegeven van ge mengde commissies, bestaande uit vertegenwoordigers van de regeering en van de arbeiders. De practyk heeft genoegzaam uit gewezen, hoe onzakelijk het beheer van zulke, bij de uitkomsten van het bedrijf niet- of niet noemens waard geïnteresseerde menschen is. Zooals in Rusland zullen de Mexi- caansche arbeiders regeeringsslaven worden, die lange dagen krijgen te arbeiden ouder streDge tucht tegen een schandelijk laag loon. Maar dan misschien tevreden zul len zyn als zoovele Russische lot- genooten, die „hun eigen baas" meenen te zyn, omdat ze zich vrij willig en gedwee schikten in een zich zelf opgelegde tirannie en slavernij. De onmeDSchelijke menschheid. Toen in Spanje het militaire ver zet uitbrak tegen de onwettige terreurmethoden, welke de „wettige" regeering er lijdzaam duldde, is het „linksche" volksdeel beestachtig te keer gegaan tegen de religieuzen; 20.000 priesters en nonnen, klooster broeders en studenten werden ge dood. Het stoffelijk overschot van vele vroeger overleden religieuzen werd opgegraven en de skeletten werden tentoongesteld tegen de muurre8ten van de verbrande kerken en kapellen. Dat heeft een diepen indruk op me gemaakt, zóó diep, dat ik niet prakkezeerde over wat wettelijk en onwettelijk was, rechtmatig of on rechtmatig verzet, maar ik hóópte voor Spanje, dat het niet „geregeerd" zou blijven door rapaille, dat tot zulke wreedheden in staat bleek. Sedert eenige dagen vallen er thans bommen op Barcelona, gestrooid van de andere zijde. I Die bommen zyn niet gericht op militaire werken, maar op onschul dige vrouwen en kinderen; op de burgermassa. Ze zijn bestemd om dood te zaaien, opdat het volk, dat niet in eerlijken strijd kon worden overwonnen, om vrede en behoud zal gaan smeeken, zyn overgave zal aanbieden, aan den geweldenaar. In één week tijd drenkten 1300 inwoners van Barcelona den bodem met hun bloed. En nog duurt het tempeest van vernietiging voort. Ik ben weer diep getroffen en ik vraag God in den Hemel, dat Hij niet zal toelaten, dat gezag geves tigd zal worden op zulke van bloed druipende basis. Maar wat dan Gevoelens van recht vinden geen baan meer in de wereld, althans niet in de Spaansche wereld. Beëlzabub is Spanje's regeerder en hy deelt zijn wapens gelijkelijk onder zijn onderdanen uit, opdat ze elkaar vernietigen onder zyn hoon gelach. .Satan pijpt en pijpt...." zoo dichtte Laudy in zyn „Pa:adys- vloek." Moge het ongelukkige Spaansche volk toch de genade der Verlossing bekomen Het roode achterlichtje. Hoezeer ook de autoriteiten door drongen zyn van de moeilijkheden, die de rijwielachterlichten opleveren, blijkt wel uit het feit, dat de Am- sterdamsche hoofdcommissaris van politie zijn personeel dezer dasen heeft opgedragen, nauwlettend toé te zien, dat de fietsen voorzien zyn van achterlichten, doch de menschen alleen te waarschuwen indien het achterlicht is losgetrild. Wanneer de geheele constructie van het achter licht in orde is. doch het lampje is losgetrild, behoeft geen proces-ver baal te worden opgemaakt, aldus de „TeL" Bata-fabrieken. De firma Bata, eigenares van de bekende schoenenfabrieken te Zlin (Tsjecho-Slowakye), heeft besloten hare reeds vroeger bestaande plan nen te verwerkelijken, om in Neder land een kantoor op te richten, het welk tot doel heeft haar inter nationale uitvoerbelangen te onder steunen en te bevorderen. pit kantoor zal gevestigd zgn te Eindhoven, aan de Tongelreschestraat no. 81.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 9