TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJES rillerig' Vrijstelling examen handelskennis. Zaterdag 12 Februari 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 1 Er zijn werkloozen en werkeloozen. Deze laatste bezorgen aan de eersten een kwaden naam. Een verkeerde kastegeest onder de arbeiders. Tegenwoordig ziet men, dank zij de door de regeering „ge regelde" speliingschaos, de woor den werkloozen en werkeloozen nogal veel door elkaar gebruikt voor hetzelfde begrip. Toch is dat onjuist, want een werklooze is heel iemand anders dan een werkelooze. Een werklooze is iemand, die geen werk heeft een werkelooze is iemand, die geen werk doet en het ook niet begeert te doen. Werkloozen zijn te beklagen werkeloozen zijn te laken. Het is ontegenzeggelijk waar, dat er onder het leger van werk loozen werkeloozen schuilen Daarmee is niets miszegd ten aan zien van de arbeiders in het algemeen onder alle maatschap pelijke groepen vindt men minderwaardigen. In een leger soldaten schuilen lafaaards en deserteurs, onder bankiers zwendelaars, zelfs het heir der engelen is eens van duivelen ge zuiverd moeten worden. Dat alles zijn nuchtere feiten, waarvan men 't overbodig zou kunnen achten, dat ze hier nog eens werden neergeschreven, ware 't niet, dat de maatschap pelijke groep van arbeiders, in het bijzonder der werkloozen soms geneigd blijkt om zich ten aanzien van de aanvaarding dezer feiten afwijzend te betoonen. Wanneer we zeggen, dat e bankiers zijn, die zich met zwen- delpraktijken ophouden, dan zal door de constateering van zulk feit, geen enkele fatsoenlijke financier zich beleedigd betoonen. Dat is met de arbeiders (werk loozen) anders. In de crisisjaren is in deze menschen een ver keerde kastegeest gevaren, welke ze er instinctief toe drijft om het voor wie en onder welke omstandigheden ook voor elkaar op te nemen en daarom ook ware, gerechtvaar digde critiek als een aanval op „de" arbeiders en een aanslag op „het" arbeidersbelang te be schouwen. Daar doen ze verkeerd aan. Bepaald onverklaarbaar is deze houding der arbeiders niet. Van andere zijde immers heeft men zich dikwijls onrechtvaardig betoond door, generaliseerend de fouten van een zeer kleine minderheid van arbeiders (werk loozen) als karakteristieke on deugden van den heelen arbei dersstand aan te merken. Als reactie daarop schuiven degenen, die uiterlijk gelijken zijn, zich onwillekeurig in één front. Maar tóch, dit front behoeft, wil het sterk zijn, zuive ring. De goede arbeiders moeten zich ter verdediging van hun maatschappelijke belangen, dis- tanceeren, losmaken van hen, die door hun onsociale levenshou ding het economische en alge meen maatschappelijke belang van hun klasse schaden. In elke plaats, waar honderden werkloozen zijn, treft men een klein groepje onder dezen aan, die werkschuw zijn en met alle mogelijke trucjes probeeren te ontkomen aan de billijke tegenprestatie, welke van hen voor den steun, van de gemeen schap genoten, wordt verlangd. Zij zijn geen bona-fide arbeiders, maar vormen de elementen, welke vroeger, lui en broerd als ze zich plachten te betoonen, van de hand in den tand leefden, maar het thans Voordeeliger zijn gaan vinden om te profiteeren van de maatregelen, welke de overheid in de crisis tot steur, aan de bona-fide arbeiders, die slachtoffers van de crisis wer den, heeft gesteld. Zij zijn het, die door hun parasiteeren op de werkkracht en -lust van de volwaardige en goedwillende arbeiders in de werkverschaffing, de loonen der laatsten drukkenen zij zijn het ook die „de" weikloozen als maatschappelijke groep een on verdiende faam van broerdigheid bezorgen. Het is een arbeidersbelang, als de overheid door bepaalde maat regelen dit kaf van het koren tracht te schiften. Helaas, vaak begrijpen noch waardeeren de arbeiders zulks niet en voert een fatale kaste geest hen soms tot misplaatste uitingen van solidariteit. Een typisch voorbeeld van wat ik bedoel is te ontleenen aan een recent-debat in den Vlissing- schen gemeenteraad. Blijkens het verslag in de Vlissingsche Courant had een raadslid gevraagd, of het waar was, dat kinderen van gesteun- den' gedwongen werden om aan de schoolvoeding deel te nemen. In antwoord daarop heeft toen de sociaal-democratische wethou der Rorije, die in Vlissingen „Sociale Zaken" beheert, een boekje opengedaan o^er de moei lijkheden, welke hij met een groepje a-sociale elementen onder de werkloozen heeft beleefd. We citeeren een en ander Een der groepen betref: men schen die door hun levens wandel zoo kort mogelijk moe ten worden gehouden, die in jaren niet gewerkt hebben en nergens kunnen blijven. Soc. Zaken probeert regelmatig werkloozen geplaatst te krijgen en dit lukt goed. Ook voor plaatsing elders. Met bovenge noemde groep is echter niets te beginnen en de menschen brengen de zaak in wanorde waar ze ook geplaatst worden. Hun gezinnen zijn nogal ge zegend met kinderen en er komen er geregeld bij ten koste van de gemeenschapskas er zijn gezinnen, die de gemeente per jaar f 800 aan geneeskun dige hulp kosten. Met de ouders valt niets te beginnen en de kinderen ver wilderen en worden aan hun lot overgelaten. In een der grootste lokalen van de Willem UI zouden de 29 kinderen voeding krijgen en gezuiverd en gekleed worden. Tevens worden ze met speelgoed bezig gehouden. Veel burgers hebben speelgoed voor de kinderen afgestaan. Er zijn er echter maar 2 gekomen op den eersten dag, nu 7 de anderen worden opzettelijk thuis gehouden. Men probeert dus zoo goed mogelijk van die kinderen „menschen" te maken en wil pogen met behulp van enkele vereenigingen ook de gezinnen niet los te laten de toestan den in de woningen zijn meer dan verschrikkelijk. Het zijn paardenstallen gelijk en wat men er aan doet is vergeefs. Omdat alle andere middelen faalden, is de steun verlaagd om de menschen te prikkelen hun kinderen te sturenMaar ook dit hielp nietze houden hun kinderen thuis. Er wordt weer méér gewerkt in Vlissingen, maar de lasten zijn voor alle lagen der bevol king zeer hoog. Daarom is het niet toe te staan dat groote bedragen door Sociale Zaken worden besteed aan gevallen waarin de betrokkenen er op uit zijn een levenslang pensioen van de gemeente te ontvangen. Aldus moest een socialistische wethouder getuigen. Een ander socialistisch raadslid, de heer Van Oirschot, verklaarde zich verheugd over deze uiteenzetting cn gaf meteen zijn spijt te ken nen, dat juist de arbeiders, voor wie de daden van den wethou der toch waarlijk een klasse- belang beteekenen, met critiek en wantrouwen het optreden tegen de a-sociale elementen volgen. Volgens het verslag zei hij Juist uit kringen waar men dit niet zou verwachten is met minder prettige bedoelingen critiek geoefend. Spr. herhaalt dat zijn fractie steeds den rechten weg zal bewandelen om eventueel beoogde doel einden te bereiken. Wat Sociale Zaken in dezen doet is een lofwaardig streven handelingen van den wethouder nog niets gehoord. Dat verwondert ons niet. In burgerkringen is er begrip voor zulke zaken, maar in arbei derskringen schakelt men het begrip, als er sprake is van overheidsmaatregelen ten aanzien van steun en werkverschaffing, met opzet uit, teneinde uit een instinctief, maar ondoelmatige en verwerpelijk gevoel van kaste geest, een houding van afweer aan te nemen. Die kastegeest bestaat helaas er. is in vele gevallen aanleiding, dat vertegenwoordi gers van arbeiders in gemeente raden gelukkig niet overal en altijd, zooals men uit het Vlis singsche geval ziet zich ge roepen of gedreven achten om het college van B. en W. te interpelleeren over elk werkver schaffingsincident, dat zich voor doet, en over eiken maatregel welke beoogde om werkschuwe elementen voor de vuurproef van den arbeid te plaatsen. Md. Sociale wetgeving» VRAGENBUS. VRAAG. Mijn dienstbode is ziek, welke rechten ontleen ik nu aan de verzekeringswetten Welke verplich tingen heb ik verder X. ANTWOORD. Zooals meer gezegd, valt een dienstbode, die in de huis- houding werkt, niet onder de ziekte wet (noch ongevallenwet). U behoeft dus voor uw dienstbode geen premie te betalen voor de ziektewet (onge vallenwet) doch uw dienstbode heeft ook geen recht op ziekengeld. Zegels plakken op de rentekaart moet u, zoolang u verplicht is loon uit te betalen. Voor een gewoon ziektegeval heeft j^en dienstbode niets aan de rente- kaart; deze toch beoogt invalidi- teits- en ouderdomsrente. Voor het geval de ziekte van zoo'n ernstigen aard is, dat gevaar voor blijvende invaliditeit dreigt kan aan den Raad van Arbeid gevraagd wor den, of deze soms maatregelen kan treffen om dat gevaar af te wenden. Is de dienstbode onafgebroken een half jaar ziek, dan heeft ze recht op invaliditeitsrente. Dit wat de sociale verzekeringswetten betreft De werkgever heeft echter ook verplichtingen hem opgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Het loon moet gedurende een betrekkelijk korteD tijd doorbetaald worden en daar naast moet men ten opzichte van een inwonende dienstbode zorgen voor behoorlijke verpleging en ge neeskundige behandeling. Volgens de wet mag men de uit gaven voor een dienstbode gedaan de eerste 4 weken sinds haar ziek-worden op haar verhalen, maar s verschil tusschen theorie en practijk. Ook kan men, als men wil nog wel een of twee weekjes loon be knibbelen, want de wet spreekt van loon doorbetaling gedurende een betrekkelijk korten tijd, en gesteld, dat een dienstbode, die pas in loon dienst komt en dan ziek wordt, dan zou men stellig geen 2 maanden loon behoeven uit te betalen, als de ziekte zoolang duurde. Geen loon hoeft men te betalen, evenmin bestaat de verplichtig tot verpleging en genees kundige verzorging, wanneer de ziekte is veroorzaakt door opzet of onzedelijkheid of het gevolg is van een kwaad of aanleg voor een kwaal, waaromtrent de dienstbode bij het aangaan der overkomst opzettelijk onjuiste inlichtingen heeft verstrekt. Voor verpleeggeld kan de werk gever niet worden aangesproken, wanneer deze bereid was het meisje bij zich thuis te verzorgen, maarzij, tegen zyn zin, ergens anders is gaan „ziekliggen". Een zieke dienstbode behoeft men niet persé zes weken te verzorgen, zooals men de menschen altijd hoort vertellen, doch die verplichting houdt op, op het oogenblik dat de dienst betrekking normaal eindigt. Indien dus /net een dienstbode is overeen gekomen, dat zij, zeggen we op 1 Maart a.s. zal vertrekken, en ze wordt 20 Februari zoo ziek, dat zij in een ziekenhuis moet worden op genomen, dan is men slechts tot 1 Maart voor de kosten daarvan aan- sprakelyk. Verstandig doet een werkgever, als hij zijn diensbode bij een particuliere verzekering laat verzekeren voor dokters- en apothekerskosten, voor kosten van ev. ziekenhuis en operatie. De premie is niet hoog en in vele gevallen is men straks big zoo'n verzekering gesloten te hebben. Zuidw. SCHOFFELEN Krakelingen. Recht en moraal. De moderne mensch schgnt een stevig ontwikkeld gevoel voor recht waarvoor den wethouder danki te hebben- Daarvan getuigen b.v. de waarvoor aen wemouaer aanKuitvoerig.e reChtskundige vragen- toekomt en dat den steun vail j rubrieken in een aantal dagbladen. den Raad verdient. Als deze i Men wil precies weten, of men met maatregel er toe kan leiden hepaalde handelingen al- of niet bin- dat er gezinnen worden Opge-( Edoch, als men deze lecteur ook richt is een goed werk van inderdaad leest, komt men tot de sociale barmhartigheid verricht, ervaring, dat by de meeste vragen- Fpn A R raaddid toondp 7\rh steller» minder de zucht cm recht te hen a.k. raadslid toonde zien doen voorzit( dan wei het verlangen eemgszins verwonderd over het om zich met de wet te dekken bij debat. Hij had van critiek Op de het begaan van onrecht. Iemand is na jaren plots tot de conclusie gekomen, dat zijn buurman een garage bezit, die voor 30 cM. op zijn des vragenstellers, grond staat. Kan ik hem dwingen om het bouw werk te sloopen Wat 'n rechtsgevoelen! De moraal wordt er met genoegen aan geofferd.... Een dezer dagen las ik in een pro vinciaal blad een rechtsvraag zóo schunning uit een oogpunt van mo raliteit, dat ik me niet begrijpen kan, hoe iemand zich voor een be antwoording wilde leenen. Vragen en antwoorden zal ik letterlijk ci teeren. Ziehier: W. te L. Wjj zijn met 8 broers en zusters, waarvan één kind achterlijk is, doch allen meerderjarig. Moeder is al 13 jaar overleden en vader voor 7 maan den. Nalatenschap is er niet, doch wij allen hebben een be hoorlijk bestaan, behalve de achterlijke. Mijn vraag is nu: 1. Zijn wij verplicht het ach terlijke kind te onderhonden Antw. 1 Neen. 2. Staan hier eventueel andere wegen voor open Antw. 2. Deze vraag kunnen wij niet beantwoorden. Neenzegt de wet. Neen, 6 broers en een zuster, die allen let wel een „behoorlyk bestaan" hebben, zijn niet verplicht om een armen achterlijken broeder te onderhouden. Hoe krijgt iemand het in z'n hoofd om zoo iets te durven vragen! Hoe prakkezeert iemand met „een be hoorlijk bestaan" het om te infor- meeren, wat zijn wettelijke plicht tegenover een ongelukkige broeder is Wat kan het me schelen, wat de wet zegt in zoo'n geval Heeft deze mensch dan geen hart geen moraal Kent hij geen natuurwet welke boven alle menschelijke bedenksels gaat Die man met het behoorlijke be staan wilde weten, of er eventueel andere wegen openstaan om tot het onderhoud van zijn armen broer te geraken. Men behoeft niet te raden naar bedoelingen. Heeft de staat, de gemeenschap zoo wilde hy weten hier geen wettelyken plicht Zóo is „men" tegenwoordig. Alles afschuiven op de gemeenschap. Per soonlijke verantwoordelijkheid kent men niet meer. De banden des bloeds zijn los van de portemannaie. In het „recht" raken we doorkneed, met de moraal gaat het bergaf. Een tweede vraag uit dezelfde ru briek in hetzelfde nummer van het zelfde blad. X. Ik heb een radiotoestel gekocht in huurkoop voor f 40, die ik op afbetaling heb voor f 0.50 per week. Door omstan digheden kan ik nu niet meer betalen. Nu wil de handelaar mij den deurwaarder sturen. Heeft hy daar het recht toe Ik heb niet geteekend (ook geen con tract op zegel). Het staat op los papier. Is dat ook geldig Ik zal den lezer het rechtskundig antwoord besparen. Hoe durft echter iemand, die „door omstandigheden" niet kan betalen wat hij kocht, vragen, of de ver- kooper het recht heeft om het hem lastig te maken En of die wel recht heeft op betaling, als hij in g vertrouwen geen handteekening op zegelvroeg van den kooper Het is schandelijk. We verhuizen allemaal l Dat is een gekke geschiedenis met die door de regeeringlees: minis ter Slotemaker de Bruine veror dende wijziging in de spelling van namen van Nederlandsche gemeen ten. Hij volgt ten deze een buiten- landsch voorbeeld. St. Petersburg werd ééns per keizerlijke oekase herdoopt in Petrograd en later op bolsjewistisch bevel nog eens her doopt in Leningrad, Christiania, de hoofdstad van Zweden werd Oslo. Perzië wordt tegenwoordig Iran ge- heeten. Bovengenoemde veranderingen wa ren nog bij te beenen, maar wie onzer zal het onthouden, dat Venray voortaan Venraai moet worden ge schreven, AxelAksel, Cadzand Kadzand, BoxmeerBoksmeer, Bors- selenBorsele, DoetinchemDeute- kom.... Ik noem slechts enkele wij zigingen, honderden plaatsnamen hebben een andere spelling gekregen. Wat voor zin heeft het om het historisch gegroeide ineens te willen uitrukken Welk „belang" ls er mee gediend Op algemeen taalgebied is er een chaos, door de regeering ver oorzaakt. Ieder schrijft tegenwoordig zijn eigen taaltje en dat tolereert de regeering. Zij bevorderde den chaos door te bepalen, dat op de scholen een andere spelling moet worden geleerd dan die, welke ze zelf ge bruikt. Die chaotische toestand duurt voort, maar wél verordent ze, dat Tholen voortaan Tolen moet worden geschreven. Averreest in plaats van Avereest. Ze is ter zake zelfs verder gegaan dan toelaatbaar is, want in Doe- tinchem „nemen" ze het niet, dat de minister ze naar Deutekom wil laten verhuizen. Bij de wet op de vereeniging der j gemeenten Stad- en Ambt-Doetin- chem in 1919 11 n.l. bepaald, dat de nieuwe gemeente „Doetinchem" zal zal heeten. Dit feit is oorzaak, dat naamswijziging alleen door wets wijziging zal kunnen geschieden. Zoo'n slimme kruidenier Velen hebben niet-begrijpend het hoofd geschud over de stommiteit van den Amsterdamschen kruidenier, die zich door een jeugdigen buur- misdadiger-psychopaat ongelooflijke verhalen op den mouw liet spelden terwijl hij toch wist, dat de jonge- mor. pas ujt de gevangenis kwam, omdat hij een Joodschen godsdienst leeraar voor f 30.000 had opgelicht en, in het vooruitzicht van een belooning van millioenen guldens, zijn zaak verkocht, teneinde het jongmensch aan geld voor zijn ad vocaten te helpen, die het fortuin moesten losmaken 'n Boertje van buiten mag dan spreekwoordelijk dom worden ge- heeten, die zou toch meer ver stand en beprip hebben vertoond dan dit stadskruideniertje. Dat kereltje bleek niet alleen oer dom, maar ook geméén. Hij wist nl., geloofde althans, dat de 14 millioen, waarvan hij de helft zou krijgen, vrucht zouden zijn van chantage, d.i. van afpersing, uit te oefenen op een groep bankiers, die volgens de fantastische voorstelling van den psychopatischen jongeling betrok ken zouden zijn geweest in de op lichtingsaffaire met den Joodschen godsdienstonderwijzer. Ware het kruideniertje alleen maar dom geweest, dan zoude men mede lijden met hem gehad kunnen hebben, dat hij als slachtoffer van zijn buurman, geld en zaak heeft verspeeld Maar deze kruidenier was érger en méér dan dom. Het edele tweetal hoorde precies bij elkaar. Het was Jan Rap en zijn maat Ergerlijke kinderexploitatie. Optreden van politie en Arbeidsinspectie 1 Omtrent de ergerlijke exploitatie van een 12-jarigen jongen uit Waal wyk, die als een soort biljartwonder in de café's optreedt, schryft de Zuidw. het volgende Hoewel dit weerzinwekkende geval zich bijna avond aan avond in Bra- bantsche café's afspeelt kunnen wij ons niet herinneren, dat andere katholieke bladen in onze provincie er iets over hebben gezegd.... Is men bevreesd, om dit geval van kinder exploitatie, dat slechts mogelijk is door de medewerking van de café houders en het publiek, verder rucht baar te maken Dan is dat de verkeerde politiek. Het had op den weg der katholieke Brabantsche bladen gelegen, het gesol met dezen 12-jarigen jongen duidelijk te veroordeelen een oordeel, dat èn de familie van het kind èn de betrokken caféhouder èn het stupiede had moeten treffen. Thans kan men, terwijl de katho lieke Brabantsche bladen zwijgen, wél een gerechtvaardigde veroor deeling lezen in het socialistische „Volksblad"! In tal van Brabantsche gemeen ten, voornamelijk in de dorpen, prijken thans affiches, waarop met groote letters vermeld staat, dat Keesje de Ruiter, het twaalfjarige Waalwijksche biljartwonder, in een of ander café zal optreden. Het ventje heeft het druk ge durende de wintermaanden. Avond aan avond en vaak de geheele Zondagmiddag moet het tengere kereltje, dat klein is voor zijn leeftijd, zich in de rookerige, laaggezolderde gelagkamers der dorpsherbergen met de beste bil jarters uit het dorp meten. In weerwil van het feit, dat Keesje bij zijn optreden betrekke lijk veel succes oogst, heerscht er bij het weldenkende deel der be volking diepe verontwaardiging over dit geval van minderwaardige kinderexploitatie. Men vraagt zich onwillekeurig af, wat er van sen twaalfjarig jochie terecht moet komen, dat dag aan dag in de sfeer der kroegen wordt gebracht. Als andere kinderen van zijn leeftijd reeds urenlang slapen, staat Keesje tot 's avonds twaalf uur in de benauwde atmosfeer van een met menschen volgepakte gelagkamer, waar men de rook kan snijden, te biljarten. In sommige dorpscafé'3 worden gedurende de séance, ter bijzondere attractie, de borrels tegen geredu- deerde prijs getapt, zoodat men dan niet over bezoek heeft te klagen. Na afloop van een derge lijke avond wordt de terugtocht naar Waalwijk meestal per auto aanvaard, zoodat het zelden voor komt, dat het kind zich voor mid dernacht ter ruste kan begeven. Dit alles geschiedt voor een hono rarium van f 20 per keer, waarvan dan het salaris van den inpresario en de onkosten moeten worden afgetrokken. Keesje de Ruiter is het zoontje van een caféhouder te Waalwyk, zoodat hij volop gelegenheid heeft gehad zich op het groene laken te oefenen. Zyn prestaties zijn voor een jongen van die leeftijd bijzon der goed te noemen, doch tegen ervaren biljarters verliest hij maar al te vaak, zoodat er allerminst van een biljart-„wonder" kan wor den gesproken. Hier is slechts sprake van een geval van erger lijke kinderexploitatie, waarbij de Gij hebt kou geval en voêll de koorls opkomen. Ga naar bed en neem "AKKERTJES", die als kabcv.lers in den nacht Uw opkomende verkoud heid, Uw Griep zullen verdrijven. Morgen staat Ge op zonder koorts en voelt Ge U weer prettig en gezond. Nederlandseh Ongeëvenaard bij Griep, Product gevatte kou, rheumatische pijnen, Zenuwpijnen, enz. 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 ct. Vólgens recept van Apotheker Dumont Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruit"-vorm. Let hierop en weiger elke namaak I Nog immer treedt het „biljart wonder avond aan avond op en nog steeds duren zyn twijfelachtige successen voort. Van den inspecteur van politie te Boxtel vernemen wij nog, dat ingevolge artikel 74 van de Ar beidswet by het districtshoofd van de arbeidsinspectie een waarschu wing aan het adres van de ouders is uitgelokt. Storen de ouders zich daar niet aan, dan volgt onherroepelijk een procesverbaal. Zaterdagavond heeft de gemeente politie van Vught, vergezeld van de arbeidsinspectie, procesverbaal op gemaakt tegen den impressario van Keesje de Ruyter uit Waalwijk, het z.g.n. Waalwijksche biljartwonder, toen deze twaalfjarige jongen in een café aldaar een druk bezochte seance gaf. In verband met de Vestigings wet Kleinbedrijf. De minister van Economische Za ken heeft bij beschikking van 5 Februari 1938 de diploma's vastge steld, welke algeheele vrijstelling geven van het examen handelskennis. Degenen die over een dezer diploma's beschikken worden, ingevolge art. 4, lid 2, van het vestigingsbesluit slagersbedryven, geacht te voldoen aan de minimum eischen van han delskennis. De vestigingswet kleinbedrijf zegt, dat men ten genoegen van de Kamer van Koophandel moet aantoonen, dat men aan de vestigingseischen voldoet. De bovengenoemde diploma's geven het verlangde bewijs, zoodat de Kamer van Koophandel bij over legging daarvan zonder meer zal aannemen, dat men de vereischte handelskennis bezit. Hoewel deze beschikking uiteraard alleen kan gelden voor de slagers- bedrijven, kan nu reeds worden medegedeeld, dat ook voor alle andere bedrijven, waarvoor vestigingseischen worden afgekondigd, de genoemde diploma's algeheele vrijstelling voor handelskennis zullen geven. In de tweede plaats is thans vast gesteld, dat de volgende diploma's akten en overgangsbewijsstukken op het examen handelskennis vrijstelling zullen geven voor A. Boekhouden en handelsrexenen Practykdiploma boekhouden, afge geven door1. de federatie van handels- en kantoorbedienden ver eenigingen 2. door de vereeniging van leeraren in de handelsweten schap 3. door de vereeniging van leeraren in talen en handelscorres pondentie genaamd „Liteh"4. door de vereeniging van leeraren in het boekhouden5. door de stichting handelsexamens, tot 1935 afgenomen door de R. K. vereeniging van leera ren tot bevordering van het handels onderwijs 6. eiDddiploma 3- of 4-j. handelsdagschool. B. Nederlandsche taal en handels correspondentie overgangsbewijs naar de 4e klasse H.B.S.; diploma 3-jarige H.B.S., einddiploma 3- of 4-jarige handelsdagschoolpractijk- diploma voor een der talen, afge geven door de onder a. genoemde vereenigingen, federatie of stichting, einddiploma (M.) U.L.O.-school overgangsbewijs naar de 4e klasse gymnasium of lyceum en akten L.O. Binnen korten tyd zullen nog nadere beslissingen bekend gemaakt worden in hoeverre hierboven nog niet genoemde diploma's voor be- j geuoemae diploma's mogelijkheid, dat een kinderziel j paalde vakken vrijstelling geven van wordt bedorven, geen gewicht in het examen. Zulks is onder meer de schaal legt. De jongen verdient het geval met de diploma's van de een aanlokkelijk weekloon en dat,handelsavondscholen, terwyl hier in ons land kinder- j Voorts kan worden gemeld, dat de arbeid en Zondagsarbeid by de wet minister de overgangsmaatregelen verboden zijn. j speciaal voor ouderen in het bedrijf De justitie ziet dit gedoe met heeft vastgesteld, leede oogen aan de gemeentepolitie De minister maakt hierbij gebruik te Boxtel achtte het dan ook haar van hem by het vestigingsbesluit plicht dezer dagen in te grijpen slagersbedryven gegeven bevoegd en procesverbaal op te maken, al heid om een verklaring af te geven, was dit dan ook niet wegens het dat men aan de minimumeischen van biljarten van het „wonderkind", handelskennis voldoet (art. 4, lid 2, De ouders van den jongen schijnen subs, c.) zich echter weinig om dit proces- Voor een dergelijke verklaring verbaal te bekommeren, want de komen in aanmerking zij, die op (1 reeks van séances is zonder de juli 1938) minstens 32 jaar zyn, minste onderbreking voortgezet, indien zy

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5