LEVE ORANJE
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
AUeenBoter
is boter
„VENRAY"
boter
De blijde verwachting vervuld.
De plechtige installatie
van Mr. A. H. M. Jansen
als Burgemeester van Venraai.
Zaterdag 5 Februari 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 6
PEEL EN
AAS
is zeer fijne boter
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. B(j contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
Een van dankbaarheid ver
vulde feestjubel daverde over
ons land en klonk op tegen den
azuren hemel, welke onze over-
zeesche gewesten overwelft.
Oranje leve De blijde ver
wachting van vorstenhuis en
volk is vervuld. In den arm onzer
Kroonprinses, van een jonge
moeder, rust het pand van een
gelukkige menschenliefde, het
pand der voortdurende verbon
denheid van een trouw volkaan
een Vorstenhuis, dat rijke zege
ningen over de Lage Landen
aan de Noordzee deed en doet
uitgaan. Oranjebloed stroomt
door de aderen van nieuw le
ven, de bodem, waarop in
de historie zoovele vruchten van
vrijheid, weivaart en geluk zijn
geoogst, heeft zijn periode van
„braak" gehad en belooft uit de
hernieuwde vruchtbaarheid van
zijn schoot, leven, kracht en
sterkte.
God lofl
Ja, denken we in dit oogenblik
in de eerste plaats aan Hem,
Die het aardsche leven schenkt
en het op Zijn tijd tot zich
terugneemt.
Zwaar zijn de slagen, die
vorstenhuis en volk de laatste
jaren door den dood hebben
getroffen maar gelukkig waren
de geslagenen dóór en mét de
vertroosting van hun geloof,
welke deed bidden de Heer
heeft gegeven, de Heer heeft ge
nomen, Zijn Naam zij gebe
nedijd 1 De God der christenen
is een Rechtvaardige, den
Dood ontkomt geen onzer, maar
Hij is tevens de Algoede wat
Hij thans weer aan Oranje en
Nederland heeft bewezen.
Een hartewensch van ons volk,
dat het met Oranje verbonden
mag blijven, is op heden in
vervulling gegaan.
Naast God danken we dat
aan de warme liefde, de toege
wijde trouw van wie ons uit het
oude Vorstenhuis gelaten waren:
in de eerste plaats H. M. de
Koningin, de thans zoo gelukkige
grootmoeder, die in het volle
bewustzijn van de hooge roeping
van haar kind, in het bewustzijn
ook var. de kostbaarheid van
het bezit voor land en volk van
de eenige jonge spruit aan den
Oranjeboom, aan prinses Juliana
een van alle mogelijke teedere
zorgen omgeven opvoeding gaf,
welke haar onder Gods zegen
geschikt maakte voor haar
hooge taak, maar ook geschikt
maakte om als mensch te leven
in en uit de liefde, welke voor
waarde is voor het bekomen
van een gezond nageslacht.
De voortduur der verbonden
heid van volk en Oranje danken
we echter in het bijzonder aan
onze jonge Kroonprinses zelf,
die zich de zorgen harer opvoe
ding waardig heeft betoond,
door den ernst, waarmee ze haar
leven aan ons, aan haar taak
heeft gewijd. Ze heef: haar hart
ruim opengezet voor de armen,
ze heeft zóóveel liefde gege
ven, dat ze het zich in alle op
zichten waard maakte om deze
ook te ontvangen.
Wij Nederlanders, hebben haar
onze, waarlijk diepe, genegen
heid geschonken. En het was
een jonge prins uit den vreemde,
die de voldoening van haar hart
berstens vol maakte door zijn
persoonlijke liefde, gul en op
recht, de persoonlijke liefde,
rechtstreeks van mensch tot
mensch, van man tot vrouw,
welke de wetten der natuur,
Gods schepping, vereischen voor
de volheid van het aardsche ge
luk.
Het geluk bestraalt Oranje,
zooals de warme zon de aarde
bestraalt na een wintersche be
zoeking, de sneeuw is ge
smolten, het jonge groen steekt
blijde zijn armpjes omhoog en
een koor van tsjielpende vogel
tjes zingt dartel een bruiloftslied.
Oranje leeftOranje leve 1
De winter van dreigenden
ondergang is voorbij. De zon
van liefde heeft een ouden,
roemrijken stam, bekrachtigd,
naast welken, uit de eigen wor
telen, een nieuwe loot is uitge-
loopen.
Met liefde en zorg zullen we
deze omringen. Ook deze loot
zal een boom worden en eens
een groote kroon van takken,
twijgen en bladeren dragen,
waaronder plaats zal wezen voor
heel ons volk, waar het zich
veilig en beschut zal voelen te
gen de tempeesten van geweld,
welke van tijd tot lijd de aarde
bezoeken.
Hoe rijk aan zegen zijn we op
heden
We hebben nu niet alleen een
„koninklijke familie", maar ook
een „prinselijk gezin". Het gedije
in menschelijke liefde, in ver
bondenheid met het volk, in
voorspoed en geluk.
Oranje leeft 1 Oranje leve 1
Md.
Al was het weer guur en winderig, Venraai's bevolking was in groote
getale opgekomen om getuige te zijn van de plechtige installatie van
den nieuwen Burgemeester Mr. Janssen. De vervulling dezer vacature
heeft lang in aller belangstelling gestaan, zoodat nu de vervulling der
vacature een feit is, een ieder den nieuwen Burgemeester wilde, zien en
deelnemen aan de buitengewone hartelijke ontvangst.
Aan de grens der Gemeenten Venraai en Wanssum stond bjj den eere-
boog, die het wel hard te verduren gehad heeft van den jongsten storm,
de Harmonie Sub Matris Tutela uit Oostrum opgesteld met Wethouder
Nelissen.
Als de stoet auto's in zicht kwam, waarin de nieuwe Burgemeester
met zjjn familie had plaats genomen, deed genoemde Harmonie zich
hooren, waarna Wethouder Nelissen de volgende rede uitsprak
Edelachtbare Heer Burgemeester, Mevrouw.
Als Wethouder der Gemeente Venraai is het mij een groote eer en
tevens een groot genoegen U en Uwe geachte familie een hartelijk
welkom te mogen toeroepen op de grens van onze en vanaf heden ook
Uwe gemeente.
Met vreugde heeft Venraai de blijde tijding van Uwe bnoeming tot
Burgemeester onzer gemeente ontvangen, want de goede faam, een wijs
en voortvarend burgemeester te zijn geweest is U reeds van uit Nieu-
wenhagen vooruitgegaan. Daarom dankt Venraai Hare Majesteit de
Koningin, dat het Haar behaagd heeft bij de benoeming van Haar ver
tegenwoordiger in Venraai haar keuze op U te laten vallen.
Mijnheer de Burgemeester, op dit plechtig oogenblik op dezen dag
nu gansch Nederland getooid is met de cocarde van Oranje, roep ik U
namens heel het Venraaische volk toeTreed onze gemeente binnen en
regeert ons onder Gods zegen volgens de diep-christelijke beginselen,
naar welke onze geërbiedigde Vorstin geheel on3 vaderland bestuurt.
Een hartelijk welkom roep ik U namens alle burgers van Venraai toe,
aan Uwe geëerde echtgenoote en kinderen. Mogen zjj hier allen een
aangenaam tehuis vinden. Mijnheer de Burgemeester, terwijl wij met
dankbaarheid gedenken het vele goede, dat hier door Uwen ambtsvoor
ganger, den E. A. Heer van de Loo, werd tot stand gebracht, bidden wij
God, dat Uwe blijde Lnkomste op heden moge inluiden een nieuw tijd
vak van vrede, welvaart en voorspoed voor Venraai en zijn gehuchten.
Lang leve onze Burgemeester en zijn gezin
Hierna zette de stoet zich weer in beweging naar Venraai, waar aan
den Oostsingel een groote stoet geformeerd was, waaraan alle vereeni-
gingen deelnamen, voorafgegaan door hunne vaandels en banieren.
De klokken van Venraai's groote kerk kondigden met blijde klanken
de aankomst van den stoet aan der Burgemeesterlijke familie.
Bij den eereboog aan den Stationsweg verwelkomde oud Burgemeester
v. d. Loo met enkele woorden zijn ambtsopvolger.
Nadat de Burgemeester met zijne echtgenoote en kinderen waren
overgestapt in een keurig versierde, met twee paarden bespannen
wagen, sprak de Heer Pyls, als voorzitter der Feestcommissie als volgt
EdelAchtbare Heer Burgemeester.
Als voorzitter der feestcommissie rust op mij de. aangename taak,
plicht en eer U op deze plaats namens alle deelnemende vereenigingen
in het kort het welkomswoord toe te roepen.
De klokken van den groocen kerktoren hebben hun vreugdeklanken
laten weergalmen over Venraai's landouwen bij het naderen van Uw
komst in deze gemeente. Onzen heraut kondigde door bazuingeschal het
wachtende publiek aan, dat U is genaderd tot voor den eereboog, die
ter Uwer installatie is geplaatst. Ik wil hierbij den welgemeenden
wensch uitspreken:
Moge U Edelachtbare, met Godes hulp, in samenwerking met onzen
Raad, met den steun Uwer ambtenaren, hier een aangename werkkring
vinden en het U gegeven zijn, onze gemeente te brengen lot hooger
welvaart en grooter bloei en dat U de hoogachting en liefde verwerven
van onze bevolking met den eerenaam van „Burgervader" tot wien
groot en klein vol vertrouwen mogen en kunnen opzien. Met die hoop
op de toekomst heeten wij U hartelijk welkom in de Parel der Peel.
En tot bewijs mijner woorden Doodig ik U allen uit tot een driewerf,
stormachtig HoeraLang leve onze nieuwe Burgemeester
Onder de vroolijke muziek van alle muziekgezelschappen dezer
gemeente, trok de stoet verder, om na meerdere straten te zijn door
gemarcheerd, aan te komen bij het gemeentehuis.
De deelnemers aan den stoet schaarden zich in volmaakte orde op de
Groote Markt, onderwijl de nieuwe Burgervader met zijn Familie, Raads
leden en genoodigden, de trappen van het Stadhuis bestegen, waar de
H. E. Heer Deken Berden met de Geestelijkheid bereids hunne opwach
ting maakte.
Hier voerde de H. E. Heer Deken het woord, die na een hartelijk
welkomswoord, den nieuwen Burgervader Venraai deed zien als wel
varende gemeente, waar echter ook de algemeene crisis zich deed ge
voelen. Hij wees er op, dat Venraai behoefte had aan een prlncipieelen
Katholieken energieken Burgemeester. Daarom brengt hij gaarne zijn
dank aan H. M. de Koningin, de Commissaris der Koningin in dit Gewest,
den Minister en aan allen, die U tot dit verantwoordelijke ambt gekozen
en benoemd hebben. De faam, dat U aan deze kwaliteiten ruim voldoet,
is U reeds vooruitgegaan.
In Indië waart U Rechter en deed U kennen als Katholiek, als Bur
gemeester van Nieuwenhagen deed ge U kennen als energiek. Daarom
zijn we dankbaar voor Uwe verkiezing. Ook mevrouw Uwe Echtgenoote
die steeds Uw groote steun geweest is, moge dit verder blijven tot in
lengte van dagen. Wij, Geestelijken, zullen dan ook gaarne met U samen
werken, waar de werkzaamheden ons samen brengen zullen. In een
speciale Hoogmis zullen we Gods zegen afsmeeken, opdat Venraai, de
Parel der Peel, onder Uw Bestuur moge groeien en bloeien, hetgeen U
dan ongetwijfeld voldoening en vreugde schenken zal. Met een driewerf
„Hoera" werd deze rede gesloten, nadat de H. E. Heer Deken met een
„Lang leve onze Burgemeester" had ingesteld.
Nadat de muziek een „Lang zal hij leven" gespeeld had, nam de
Burgemeester Mr. Janssen het woord en beantwoordde de rede van den
H. E. Heer Deken met een dankwoord voor d.» hartelijke welkoms
woorden, hem op zijn beurt de verzekering gevend van de meest dank
bare hartelijke medewerking met de Geestelijke Overheid. Gaarne zegde
hij zijn steun toe. Gaarne zal hij de voetstappen van zijn voorganger
drukken. De hier gevestigde gestichten waar de reinste naastenliefde
intens beoefend wordt, de zeer goed gerenommeerde Onderwijsinrich
tingen, de eigen zeden, het aloude geloof, zoo trouw hier bewaard en
beleefd, doen Venraai terecht zijn „de Parel der Peel" waarvoor Spreker
gaarne zijn beste krachten geven zal tot heil van Kerk en Maatschappij.
Luide hoera's klonken op na dit zoo enthousiast uitgesproken woord.
Hierna begaf men zich naar de Raadszaal, waar te midden van een
groote schare genoodigden en alle Raadsleden de Burgemeester met zijn
Familie aan het hoofd der tafel plaats nam.
Nadat de loco-Burgemeester de vergadering met gebed geopend had,
richtte hij zich onderwijl hij den nieuwen Burgemeester den Ambts
keten omhing, met de volgende rede tot de aanwezigen
Namens den Gemeenteraad, het Dag. Bestuur en het Venraaische volk
heb ik de eer en het genoegen U en Uw gezin een hartelijk welkom toe
te roepen in Venraaien U te feliciteeren met Uwe benoeming tot Bur
gemeester dezer gemeente.
Moge het U gegeven zjjn met Gods hulp gesteund door den Raad het
corps ambtenaren en de volgzaamheid der bevolking ons mooi en uit
gestrekte Venray op te voeren tot steeds grooter bloei.
Venraai is een gemeente die, ondanks de crisisjaren financieel nog
gezond is. De bevolking is zeer godsdienstig, eenvoudig en arbeidzaam.
U zult werk vinden in overvloed, maar U zult ook ervaren dat Venraai
het werk van zijn Burgemeester weet te waarderen.
Moge -ik als Loco-Burgemeester U aanbieden het teeken Uwer waar
digheid en hierby den wensch uitspreken dat dit teeken U lange jaren
mag sieren. Ook met den wensch dat U, Uwe echtgenoote en kinderen
zich spoedig in Venraai mogen thuis gevoelen, verzoek ik U als Voor
zitter van deze vergadering verder te willen fungeeren.
Hierna voerde de Gemeente-secretaris het woord en sprak
Edelachtb. Heer Burgemeester.
Zooals gebruikelijk, wordt ook my als eerste ambtenaar der Gemeente
in deze plechtige bijeenkomst het woord gegeven om den nieuwen Bur
gemeester toe te spreken, die hier vandaag als zoodanig voor het eerst
aanwezig is in deze Raadzaal, waar zyn eerste en voornaamste, immers
zijn grondwettelijke taak ligt, het voorzitterschap van den Gemeente
raad en nadat ook ik hem en zijn familie met deze eervolle benoeming
heb gefeliciteerd, mede namens het geheele personeel der gemeente, en
daarbij de hoop uitsprekende, dat deze benoeming moge stichten tot
zijn voldoening en de verwachting, dat zij zal zijn, tot heil der gemeente
Venraai, zij het my vergund, hieraan nog een kort woord toe te voegeD.
Wij weten, dat wij een bekwamen Burgemeester krijgen, iemand, die
zelf hard zal werken en dan ook met des te meer recht van ons kan
verlangen dat ook wy, zooals wij meenen dat wij dit onder zyn voor
ganger hebben gedaan, al oDze krachten, al ons weten en kunnen zullen
geven aan het ons toevertrouwde werk, ieder, van den hoogsten tot
den laagsten, in den rang en de functie, waarin hij is geplaatst.
Burgemeester, wy willen dat doen. Ik meen U gerust, mede namens
de anderen, die verzekering te kunnen en mogen geven. U zult hier
vinden een geheel anders aanliggende gemeente dan Uwe vorige, met
geheel anderen aard en samenstelling der bevolking, met een veel
wijder arbeidsveld, wijder niet alleen in den letterlijken zin des woords:
Venraai is de grootste gemeente in oppervlakte van de drie zuidelijke
provincies en 21 maal zoo groot als Nieuwenhagen, en met driedubbel
aantal inwoners maar wijder vooral in figuurlijken zin, doordat Uw
bemoeiingen zich over veel meer onderdeelen en vertakkingen van ge
meentelijke zorg en gemeentelijke belangen zullen moeten uitstrekken.
Als Secretaris der gemeente zal ik daarbij steeds in nauw contact met
U moeten werken. De secretaris is de door de wet aangewezen amb
tenaar, die den Raad en het College van B. en W., maar ook den Bur
gemeester behulpzaam is in al het hun opgedragen bestuur. Dit te
doen is myn recht en ik hoop in de gelegenheid te worden gesteld,
daarvan ten volle gebruik te maken. Dit is myn ambtelijke plicht en
ik zal trachten my ten volle van dien plicht te kwijten.
Mijne nu welhaast dertigjarige practijk met veelzijdige ervaring in
de gemeente-administratie, vooral in deze eigen gemeente, doch hier
niet alleen, maar ook iD een der grootste plaatsen van ons land, mo
gen mij in staat stellen, U bij Uw omvangrijk en belangrijk werk veel
van dienst te zyn. Wederzijds vertrouwen en wederzydsche waardeeriDg
moge aan onze samenwerking ten grondslag liggen als de voornaamste
factoren, om deze vruchtbaar te doen zijn.
De secretarie is administratief de hartader van het geraeenteleven.
Vandaar gaan alle draden naar de verschillende onderdeelen en takken
van gemeentebeheer, daar komen weer alle draden van het zoo uitge
breid gemeentelijk bestuursnet tesamen.
Daarbij komen de tallooze wetten, kon. besluiten, die ln dagelijks
toenemende mate de medewerking van de gemeenten, en dus ook van
de secretarie, vragen in de uitvoering.
De verantwoordelijkheid als leider van dit administratie-centrum is
groot. Ik ben mij daarvan ten volle bewust, maar ik hoop dit te kun
nen blijven dragen, geholpen en gesteund daarbij door de bekwame en
voor hun taak berekende ambtenaren, die ik daar heb weten te krijgen.
Wy zijn overtuigd, burgemeester, dat wij by ons werk Uw vertrouwen
zullen hebben, en wij hopen U te toonen, dat wy dat vertrouwen
waardig zyn.
Dat U hier ook in verschillende takken van dienst bekwame en plicht
getrouwe hoofdambtenaren vindt waarvan de meeste met zeer rijpe
ervaring reeds in de gemeente zelf met ondergeschikt personeel, dat
zijn taak met ijver vervult, zal U bij het aanvaarden van Uw ambt
zeker bemoedigen en U dezen zwaren last, dien gij heden op Uwe
schouders neemt, verlichten.
Dat wij critiek hebben en wel zullen blijven houden, ook als ambte
naar, wy weten het. Deze blijft niemand, die een openbare taak heeft
te vervullen, bespaard. Afbreken ls altijd gemakkelijker dan opbouwen.
Buitenstaanders weten het altijd het beste en zouden het altijd anders
doen. Maar ook beter? „La critique estaisée" zegt eenFranschspreek
woord, „mals l'art est difficile".
Nu is dan weer ons gemeentebestuur volledig. 61 vergaderngen van
het dag. bestuur der gemeente zijn gehouden met een niet-voltalllg
college. Uiteraard werd de laatste 16 maanden meer dan anders van
my als secretaris gevergd, kwam een grooter deel van de feitelijke
verantwoordelijkheid voor den gang van zaken op mij neer. Maar steeds
was er de meest prettige en loyale medewerking met den waarnemend-
Burgemeester en den anderen wethouder, steeds van hun kant de
grootste waardeering voor mijn adviezen en hulp en ik moge van deze
gelegenheid gebruik maken om hun hiervoor van harte dank te zeggen.
Zoo gaat dan Venraai met U, Burgemeester, vandaag een nieuwe
periode van gemeentelijk bestuur in. Moge het met Gods hulp eene
periode zyn van vruchtbare samenwerking met den Raad en met de
Wethouders en in ambtelijk verband met het personeel der gemeente,
opdat bevestigd blyve en verstevigd worde, wat tot heden werd verkre
gen, en bereikt worde nog grooter groei en bloei van Venraai, dat ons
dierbaar is en ook U dierbaar zal worden. Ik heb gezegd.
Nu nam de nieuwe Burgemeester het woord en sprak
Heeren Leden van den Raad.
Geroepen tot het gewichtige en zware verantwoordelijkheid met zich
brengende ambt van burgemeester dezer schoone gemeente, is het mij
een diep gevoelde behoefte vanaf deze plaats allereerst dank te bren
gen aan God onze Heer en Schepper, die my ln Zijn oneindige goed
heid de groote gunst heeft verleend op dezen dag het bestuur Uwer
gemeente te kunnen aanvaarden. Verder betuig Ik eerbiedig dank aan
H. M. onze geëerbiedigde Koningin, daar het H. M. heeft moge beha
gen my op deze gewichtige burgemeesterspost te benoemen.
Ook dank aan H. M. adviseurs, Z. H. Exc. den Minister van Binnen-
landsche Zaken en den H.Ed.Gestr. Heer Commissaris der Koningin in
dit gewest, voor het groote in my gestelde vertrouwen, door mij aan
H. M. voor te dragen voor de vervulling van het ambt van burgemees
ter in deze belangrijke gemeente.
Dank breng ik ook aan U, Mhr. de Wethouder, die my zoo juist na
mens den Raad dezer gemeente hebt geluk gewenscht en mij met de
teekenen my'ner nieuwe waardigheid hebt omhangen, mij tevens de ver
zekering gevend dat de Raad vertrouwen stelt in myn persoon. Voor
deze toezegging in het bijzonder ben ik U dankbaar en ik zal trachten
aan de door U en den Raad op my gestelde verwachtingen zoo goed
mogelijk te voldoen. Bij deze gelegenheid reken ik het my tevens tot
plicht, en ik geloof hierbij ook in den geest van den Raad te handelen,
U Mhr. Houben, mede namens den Raad dezer gemeente, oprecht te
danken voor de voortreffelijke wijze, waarop gij gedurende 16 maanden
als loco-burgemeester het bestuur dezer gemeente hebt gevoerd. Ja
zelfs hebt gij, zooals ik van terzijde mocht vernemen, toen burgemees
ter v.d. Loo tijdelijk zyn werkzaamheden weer mocht hervatten, op de
meest onbaatzuchtige wijze diens taak verlicht, door geheel vrijwillig
hem in de uitoefening der op hem rustende bestuurstaak met geheel
Uw persoon terzijde te staan. Hiervoor komt U, Mhr. de Wethouder,
terecht toe een woord van lof en dank.
Dank wil ik ook brengen aan mijn eminenten voorganger, de heer
van de Loo, wiens plichtsbetrachting en ongeëvenaarde arbeidskracht
haast spreekwoordelijk is geworden en die gedurende de 22 jaar van
zijn bestuur over deze gemeente, zich de volle sympathie en hoogach
ting der ingezetenen wist te verwerven, en die in de meest aangename
samenwerking met Uwen Raad enorm veel in het belang der gemeente
Venraai wist tot stand te brengen. U allen is het overbekend, hoe onder
zijn zegenrijk bestuur het dorp van 6000 zielen zich ontwikkelde tot
deze schoone begeerenswaardige gemeente, waarover ik thans dankbaar
het bestuur aanvaard.
Het zou mij te ver voeren, op te sommen al hetgeen de heer van de
Loo voor U allen en voor deze gemeente heeft gedaan. Ik wil my dan
ook alleen maar aansluiten bij hetgeen de loco-burgemeester te dien
aanzien bij het afscheid van burgemeester van de Leo heeft gememo
reerd en waarbij aaa het einde van zijn lange opsomming mede
deelde, slechts zeer onvolledig te zijn geweest. Ja, grj allen weet beter
dan ik wat onder zyn bekwame en vaste leiding in die 22 jaren op alle
mogelijk gebied is tot stand gekomen. Ja, gy allen weet beter dan ik,
hoe hij hier met een niets ontzienden ijver gezwoegd en gewerkt heeft
om Uwe gemeente groot te maken en wel op zoodanige wijze, dat ten-
siotte zyn gezondheid werd geknakt. Oud-burgemeester van de Loo,
vanaf deze voorzittersplaats, welke gy gedurende zoovele jaren op de
meest eervolle wyze hebt ingenomen, voel ik my gedrongen, U namens
het gemeentebestuur van Venraai oprechten dank te brengen, voor al
hetgeen gij voor deze gemeente en hare inwoners hebt gedaan. Ja, wij
danken U uit den grond van ons hart. Nimmer zal de gemeente Ven
raai vergeten wat gij voor haar zyt geweest, wat zy aan U te danken
heeft. Wij spreken de hoop uit, dat U een algeheel herstel van Uw
ziekte zult vinden en dat gij nog vele jaren in het zoo dierbare Ven
raai zult mogen verblijven.
Mijne Heeren, ik ben my door en door bewust van de zwaarte der op
my genomen taak, die thans des te zwaarder is, nu er alom, al zyn er
dan ook teekenen die op eenig herstel wijzen, nog steeds een econo
mische crisis heerscht, waarvan ook de gemeenten de gevolgen hebben
ondervonden en thans nog steeds ondervinden, waardoor de bestuurs
taak in niet geringe mate wordt verzwaard.
U mijne heeren, vraag ik, my hetzelfde vertrouwen te schenken, dat
gij mijn ambtsvoorganger hebt geschonken. Laten wy samenwerken
voor de belangen dezer gemeente, die niet een der minst belangrijke is
onder de Limburgsche gemeenten. Wat de toekomst juist zal brengen,
niemand kan het voorspellen, vooral nu niet in deze moeilijke tijden.
Maar wel kan gezegd worden dat, zoowel van Venraai's Raad als van
zijn Burgemeester verwacht wordt, dat zy zullen voeren een vooruit
ziende politiek, gericht op dit eene doelVenraai te maken tot een
stoffelijk en zedelijk zoo welvarend mogelijke gemeente.
Brj de keuze der maatregelen, welke tot dit doel moeten voeren, zal
zoowel by de leden van den Raad onderling, als tusschen Uwen Raad
en mij wel eens verschil van meening bestaan. Mijnerzijds geef ik U
de verzekering, de zaken objectief te zullen beoordeeien. Steeds zal het
myn streven zijn, onpartijdig op te treden, zoowel in als buiten den
Raad. By de vervulling mijner taak hoop ik in de eerste plaats te mo
gen rekenen op de welwillende en loyale medewerking van Uwen Raad
en vertrouw in het bijzonder dat de omgang met hen, die met mij vor
men het College van Burgemeester en Wethouders, steeds van aange-
namen aard moge zyn.
Verder wensch ik nog een beroep te doen op de ambtenaren der ge
meente. Ik verwacht van de ambtenaren nauwgezette plichtsbetrach
ting, doch zal van mijn kant de arbeid van den ambtenaar ook weten
te waardeeren. Bijzonder doe ik een beroep op de hoofdambtenaren
dezer gemeente, n.l. de secretaris wien ik hierby ook nog hartelijk
dank voor de vriendelijke woorden, die hij tot mij richtte ontvanger,
directeur van gemeentewerken, hoofden van bedrijven en de verschil
lende diensten, met wien^ik niet alleen steeds in de meest aangename
verstandhouding hoop samen te werken, doch van wien raad en daad
ik zoo noodig zeer gaarne een gebruik zal maken.
Mijne Heeren, laten wy dan allen ieder op de hem aangewezen plaats
onze uiterste krachten inspannen en eendrachtig samenwerken tot heil
dezer gemeente en hare inwoners. Ik aanvaard dan mijn ambt als bur
gemeester der gemeente Venraai met de bede, dat het licht van God
den Heiligen Geest ons verstand moge verlichten en dat Gods aanhou
denden zegen op ons allen arbeid overvloedig moge rusten.
Nadat de stilte was hersteld door het beëindigen van bet applaus,
vervolgde de Burgemeester
Mijne Heeren.
In myn ambt van Burgemeester dezer gemeente, zoo juist door mg
aanvaard, valt my tevens de groote eer te beurt, U op officieele wijze
kennis te geven van de blijde geboorte van een princes in het Prinselijk
gezin. De dagen van spanning zijn voorbty, de lang gekoesterde wensch