DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Smeulend vuur. Ons weekpraatje. FEUILLETON. Krakelingen. Van de Sport velden. Zaterdag 29 Januari 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 5 Dc opzichter in de werk verschaffing. De Sergeant in het leger. Hoe ontstaan toch al die conflicten Laat ik 't eerst eens hebben over de sergeants deftiger is: onder- of f i c i e r e n in het leger. Onderofficier is geen officieele titel, ook een soldaat bekleedt een rang ónder „officier". Als sergeants zich onderofficieren heeten, dan demonstreeren ze daarme een zucht om hun positie vooral niet te onderschatten op min of meer ge wrongen wijze koppelen ze de be naming van hun rang aan het „officiers"begrip. Ook zelf onderschat ik hun positie niet. Zij zijn het, die door de dage- lijksche oefeningen en hun regelmatig contact met den troep de burgers, die in dienst komen, moeten kneden tot soldaten. Zij zijn de directe opvoeders tot militaire deugden. Honderd procent der sergeants zijn, naar we mogen aannemen, voldoende bekwaam in het militaire vak om den burger alles te leeren, wat het handwerk des soldaats is, maar velen onder hen missen de persoonlijke kwaliteiten van karakter om ook goede paedagogen te zijn en den burger mede tot een soldaat naar den geest te maken. Ik wil geenszins veralgemeenen. De helft en meer van het aantal sergeants zijn in alle opzichten voor hun taak berekend; de restee- rende minderheid echter stemde en stemt een groot deel der burger bevolking tegen de soldaterij. Wie in bepaalde omstandigheden belast wordt met het gezag over een groep medemenschen, wordt ge makkelijk een willekeurige dwinge land, als hem het bewustzijn ont breekt van het ideëele van zijn taak en de moreele verplichtingen ten aanzien van zijn toevallige onder geschikten, menschen met uiteen loopend karakter, van verschillende geestelijke en intellectueele standing, menschen zonder en mét materieele zorgen, menschen met deugden en gebreken, lusten en bezwaren. Wie van 'n burger een soldaat moet maken, hem dus in het het soldaten „vak" moet opleiden en niet in staat is om bij die opleiding rekening te houden met de per soonlijke gesteldheid van zijn élève, zijn leerling, zijn pupil, die be nadert slechts „kafferend" en alleen naar het uitwendig-klaarblijkeljjke, zijn doel, maar hij vermoordt in den recruut den geest, welke noodlg is om een geoefend leger een krachtig leger te doen zijn. Er zijn heel wat burgers, die als betere soldaat plichtbewust en ten offer bereid in dienst komen, dan „afzwaaien.' De moreele opleiding van den sergeant of onderofficier schiet heel wat te kort In den volksmond is een „gesterde' militair, 'n hooge officier, 'n tiran en despoot, zooals een groot werk gever „natuurlijk" een uitbuiter is. Ik geef toezoo zijn erMaar als regel zijn ze veel beter dan ze wor den voorgesteld en dat bemerkt „men" pas bij toevallig direct contact. Iemand, die een behoorlijke, zorg zame opvoeding kreeg, en de gelegen heid ontving om zich door veelzijdige studie te ontwikkelen, bekwam als alle moeiten niet tevergeefs aan hem zijn verspeeld zin tot objec tief oordeelen en begrip voor de betrekkelijkheid van alle dingen, óók van de eigen „superieure" positie. Een mensch, die zijn weetje weet, toont zich als regel van goede humanitaire gedachten vervuld. Hij is uit zich zelf niet beter dan andere, niet beter als een soldaat of Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Tie* de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 41. De oude wijnkooper, die mij jaren geleden den witten wijn ge leverd heeft, dien we daar zoojuist bij de forellen gedronken hebben, zei altijd Herr van Melle, die schönste Philosophic isi, dass man sich das Leben so angenehm wie möglich macht 1 Heidensche philosophic 1 onder brak de pastoor den spreker. Ja, praat maar, pastoor 1 maar diezelfde wijnkooper leverde ook van knecht, 'n sergeant of opzichter, maar hij is dat door zijn opvoeding en scholing, door de deugden, ont sproten aan zijn algemeene ontwik keling. In dien zin streve men dan ook naar verbetering van het instructie apparaat in het leger. Ik begon over de legersergeants om neer te komen op de meerdere of mindere geschiktheid van het corps „opzichters" in de werkverschaffing. Wat van de legerinstructeurs gezegd kan worden,-geldt m.i. ook vooreen groot deel van de opzichters, welke voor Heidemaatschappij of Grontmij, de werkloozen in hun arbeid diri- geeren. Voor 'n groot deel zijn deze op zichters uit het corps der werkloozen gerecruteerd, in elk gevalvoor 100 procent zijn ze vakmenschen, die precies weten, hoe diep in bepaalde omstandigheden moet worden gespit. Maar wat ze den goeden niet te na gesproken niet weten, dat is: hoe diep ze de spa van hun wil kunnen steken in den weeken geestelijken bodem van den eenen arbeider, in den harden bodem des gemoeds van den anderen werker, zonder het hart te raken. Er zijn veel te veel conflicten in de werkverschaffing. Degenen, die in de werkverschaffing zijn geplaatst, hoeft men over het algemeen óók niet als heiligen-op-aarde aan te merken, ze zijn menschen, zoo vol van fouten en gebreken al 3 een opzichter maar zijn kan. Maar geestelijk-kwalitatief staan de opzichters veelal niet boven de menschen, die ze moeten leiden. Ze zijn dikwijls stugger dan een échte werkgever zijn kan, die beducht is voor den goeden gang van zaken in zijn bedrijf en die wee t, welke nooden en behoeften het gedrag van zijn menschen soms beheerschen. De opzichter kent veelal slechts zijn.... „instructies"; die zijD hem alles, aan de rest heeft hij geen boodschap. Klagen de arbeiders, dan v, ijst hij ze meestal bits, omdat de onge letterde een man van weinig woorden is op wat moet. Afgeloopen Er wordt te weinig gepoogd, als in een particulier bedrijf, om te overreden of om door welwillende beschaafdheid in het optreden van een moreel overwicht op de te- werkgestelden gebruik te maken. 't Gaat meermalen, zooals ik me herinner hoe het in de mobilisatie jaren in het leger ging. Jonge recruten, de militiepJichtigen, wisten nog wel eens wat, óók onrecht, te „nemen" van een brutalen ser geant, maar toen de landstormplich- tigen onder de wapenen kwamen, huisvaders, toen groeide het verzet of verbitterde de stemming tegen de jonge gestreepte vlegels, die ten aanhoore van Jan Rap en zijn maat, den bedachtzamen burger stonden uit te kafferen, als die moeite had om zyn linker „poot" precies een kwart-slag te draaien vóór-ie met zgn rechter „poot" rechts uit de flank afmarcheerde. (Als ik de tech niek hier niet goed beduidde, bedenke men, dat 't bijna 25 jaar geleden is, dat men mjj deze kunsten leerde). In de werkverschaffing zyn met het opzicht over de tewerkgestelde vaders van gezinnen ook vaak jonge broekjes gesteld, die weten wat spitten is, maar niet weten, hoe ze verkeeren moeten met oudere men schen, door tegenslagen vergramd, door zorgen gebukt, soms door onvoldoende verzorging verzwakt. Het gemis aan tact leidt dan veelal tot conflicten. Conflicten, die zich in normale omstandigheden, in het vrjje bedryf, nooit of zeldzaam zouden hebben voorgedaan, Conflicten, waarbfj de arbeiders tenslotte altyd in het ongelijk wor den gesteld, omdat ze f or m e e 1 ook inderdaad ongelijk hebben. Maar moreel staat de zaak heel dikwyls anders. Is het nietopmerke- vreugde, die vreugde welke de bis schop von Keppler bedoelde, toen hij het schoone boek schreef over Mehr Freude. Waar de ware christelijke vreugde heerscht, daar kan men ook de ware vriendschap verwachten en ware vriendschap is de wijn des levens. Daarom stel ik U voor, mijne vrien den, dat wij onze glazen ledigen op onze onderlinge vriendschap Leve de vriendschap, Hoera 1 Een oogenblik later was de tachtig jarige grappenmaker alweer bezig een verhaal te doen aan zijn tafel dame, de vrouw van den burge meester, die zat te gieren van de leute. De anderen, daardoor opmerk zaam geworden, spitsten ook hunne ooren in die richting. Dezer dagen, zoo verte'de de oude heer, zat ik op een avond in den Druiventros heel alleen met vrouw Hermes. Ik weet niet waar die andere broeders allemaal uithin- maar geen gezel lijk, dat in streken met een bevolking welke voor 100 pet., rustig, geloovig, kerksch en gezagsgetrouw is, de burgerij het, hier en daar met den burgemeester, den dominee en den pastoor aan het hoofd, voor de slachtoffers van werkverschaffings conflicten opneemt en die met hun gezinnen verzorgt, óók als de offi cieele het formeele ongelijk dier menschen hebben vastgesteld en een langdurige uitsluiting als straf hebben bepaald Opzichters nog sergeants zjjn be wuste machtsmisbruikers, maar macht eischt karakter, geest, ont wikkeling. Wie macht uitoefent, dient een paedagoog te wezen. Daartoe voedde de overheid haar machtsdragers op. Gekken of dwazen. Er is geen mensch, of hij heeft een of ander geestelijk zwak; een „normaal'.' mensch is eigenlijk iemand, die in al te gek is. Wat er eigenlijk pre cies aan je mankeert, gaan ze pas onderzoeken, als je iets ernstigs tegen het strafwetboek hebt begaan. Zijn de gevonden afwijkingen zoo danig van aard, dat herhaling van ernstige misdrijven moet worden ge vreesd, dan wordt de delinquent tot patiënt verklaard en voor z'n ver dere leven in een krankzinnigen gesticht opgesloten. Zóó gek zijn de meeste gekken nog niet, of ze zouden zich wel op een „behoorlijke" wijze in de maat schappij kunnen gedragen, als de omstandigheden niet tegen ze waren. Waarmee ik maar zeggen wil, dat er ten aanzien van vele krankzin nigen nog wel andere verzorgings methoden kunnen worden bedacht er zijn natuurlijk ook waarlijk ernstige en ongeneeslijke gevallen dan opsluiting. Sommige menschen kunnen onmogelijk over 'n jegens hen of anderen begaan onrecht heen komen en worden dan querulanten geheeten en soms opgesloten (generaal Tonnet). Men zou het ook kunnen probeeren met een teniet doen van het begane onrecht. Anderen zijn met hun zwak ke geestelijke constitutie niet be stand tegen maatschappelijke zor gen en doen dan gekke dingen. Men zou ze kunnen helpen om die zorgen te boven te komen. Een interessant voorbeeld van den goeden invloed van betere sociale omstandigheden op den geest van „krankzinnigen" leverde dezer dagen een strafzaak. Een 22-jarige straat zanger, die er met eens anders auto vandoor was gegaan, werd in eerste instantie door de rechtbank ontoe rekenbaar verklaard en naar een krankzinnigengesticht verwezen. De psychiater, die hem had onderzocht, verklaarde hem stapel en «gevaar lijk. Vóór de zaak echter in hooger beroep voor het gerechtshof kwam, werd de straatzanger door een muziekkenner „ontdekt" als een rasartist met gave tenorstem. En nou krygt de man lessen en een veel belovende toekomst ligt voor hem open. Door den steun van zijn nieuwe vrienden heeft hij geen zor gen meer voor morgen en ziet.... nou, is-ie ook niet meer gek. Dezelfde psychiater, die hem zijn leven lang wilde doen opsluiten, verklaarde van meening veranderd te zjjn en vindt opname thans over bodig. Er is geen gevaar meer voor de maatschappij. Ik zeg: zoo'n klein beetje getikt zjjn we eigenlijk allemaal en als we een keer honger hebben of geestelijk worden geknauwd, zijn we misschien ook allen tot „gekke" dingen in staat. Een ander voorbeeld. Een 28-jarige juffrouw uit Utrecht is in Augustus weggeloopen uit het krankzinnigengesticht te Vught. Haar moeder was overleden en vader meeDde, dat hij ze nu best in de huishouding kon gebruiken, temeer omdat hij geen vreemde huishoudster betalen kon en nooit overtuigd was geweest, dat zijn eenigszins „eigen aardige" dochter krankzinnig kon worden geacht. Enfin, de politie zat dadelijk achter het meisje aan, hetwelk zich wist schuil te houden. Vader en broer verklaarden tegen over de politie, dat ze wisten, waar het meisje was, maar haar verblijf plaats niet wenschten te noemen. Nu, een dezer dagen, heeft men haar in Den Haag opgespoord. Al die maanden had ze zich bij kennis sen weten te verbergen èD... ze had al dien tijd géén gekke dingen ge daan. Maar ze moest terug naar Vught, want zoo werd verzekerd ze was toch heusch wel gek en „gevaarlijk". Dat laatste kan heel goed waar wezen: ondanks het feit, dat de omstandigheden, voor zoover aan het publiek bekend, anders beduiden. Niet onwenschelijk zou 't dan echter zijn, als over die juffrouw wat méér werd verteld dan nu in de krant tot I uiting kwam. Ik heo meerdere men schen gehoord, op wie deze geschie denis een onaangenamen indruk heeft gemaakt. We zijn allemaal een beetje dwaas en daarom moeten we dubbel voor zichtig wezen om een ander voor gek te verklaren. In ieder geval be hoort zulke verklaring gebaseerd te zijn op minutieus, veelzijdig en on. partijdig onderzoek. De rechtsver- zekerdheid van z.g. zwakzinnigen is ten onzent niet bepaald hecht ge steld. Publiek wantrouwen komt te dien aanzien dikwijls tot uiting. Daarom zou het goed zijn als in bepaalde gevallen, welke nieuwe twijfels hebben gewekt, duidelijke ophelderingen worden gegeven. Alle copie hierop betrekking hebben de, moet Donderd vóór 1 uur in ons bezit zijn. SfiRVATIUS-OMROEP Voor de derde maal werd de wed strijd tegen O.V.C. afgelast. Dus S. blijft met negen punten uit negen wedstrijden gezelschap bij de staart- clubs houden. Voor Zondag a.s. is de wedstrijd B.V.C.Servatius vastgesteld. Dit is voor Serv. weer een zware opgave. In Venray werd met 10 van de club uit Beek verloren. Van kracht- verschil was toen geen sprake, zoo dat B.V.C. op vrij fortuinlijke wijze aan de overwinning kwam. Zooals men weet speelt B.V.C in W-formatie en van dit systeem heb ben ze voor een groot deel hun goede tweede plaats te danken. Wanneer S. hiermee rekening houdt en zelf het initiatief neemt, dus door er van het begin af aan een stevig tempo in te zetten, is een verdeeling der punten zeer goed mogelijk. De bussen vertrekken om 12 uur. Scheidsrechter; M. v.d. Wiel. Leider: Th. Hoede maekers. Servatius IH boekte een zeer ver diende 31 overwinning op Erica Het geheele elftal heeft hard voor de overwinning gewerkt. Hiermede heeft Servatius haar let in eigen handen. Ze zullen er in 't vervolg wel voor zorgen geen misstappen meer te begaan. Een enkele misstap zou onherstelbare gevolgen met zich mee kunnen brengen voor dit seizoen. Wanneer Servatius III hiervan overtuigd is, zien we hen met een gerust hart in 't strijdperk treden die heidensche philosophie op aes-jgen, maar er wou schen aan de heeroomes, die ze schap komen en het gesprek tusschen beelemaal niet versmaadden Ik voor f ons beiden wilde niet goed meer v. i-.i volstrek' niet voor vlot,en. Ik dacht toen. kom, ik zal onchristelijk, dat men zich het levennaar eens een boom opzetten met' zoo aangenaam mogelijk maakt. We de Klaproos en ik begon met een kunnen daarom toch wel als goede diepen zucht Ie slaken, christenen leven en behoeven immers Wat zuchte geej ontvenirer het niet zoo aan te leggen, dat wij zél 2e, hedde iets dat oe hindert. jS 9n moe[en en niets Dat niet, zei ik, maar een is oen dan genieten. Wij kun mensch kan toch wel eens zuchten nenb', onzen arbeid en ontspanningen, Ik voel me soms zoo eenzaam en ik l onze ontberingen ook houd toch nog zoo veul van de moédóv.' 5' Wd ma" V bIii 'Bolligheid. Een mensch alleen is moedigheid ondernemen en alles wat ook maar een mensch alleen v^,r„ met tevredenheid aan,( Da.s waof_ rfe Klaproos. ooed. w kwade als het Ge ziet al en bitje ien de jaoren, b™7.' Y.8 /"n VCel ™®ns?h.c'1 oo'-1 anders zeuj 'k zegge, dat ge nog en «kt, is de ware echt christelijke vrouw most neme. Netje zal ok nog wel is trouwen, daor hoefde geej 't nie um te laolen Veur de die zeuj ik nog wel enne goejen man wiehte. Zoo, zei ik, ja in 't koppelen ben jij een baas. Nou, zei ze, vraog dat mer is aan Willem dtn brouwer Maar vader dan tochriep Sylvie, die een hoogroode kleur kreeg. De brouwer lachte luidkeels, maar goedsmoeds hij kon echter geen hoogere kleur meer krijgen, want bij was al goed aan den ouden bour gogne geweest De heer van Melle vervolgde zijn verhaal Nou, zei de Klaproos toen, 'k geleuf dat ik toch nog wei en aarig vrommes veur ow zeuj kunnen vienden. Laot meej mer begaon, ont- venger, ovver en paar daag spréken we mekaar wir. Toen kwam de blauwe linnen- pliester mei den haammèker in de kamer en moesten we dat interessante j gesprek staken. Over een paar dagen zal ik er wel meer van hooren, wie de Klaproos mij toegedacht heeft I Alle aanwezigen zaten te proesten van het lachen zelfs de dochters van den ontvanger, die wel begrepen dat het maar ec-n grap van den leutigen vader was, al riepen ze dan ook als uit één mond Maar vader dan toch Een onverwachte bemiddelaarster. Toen dokter Delmotte en zijn dochter op een vrij laat uur met de auto naar de Reigershorst terugreden, spraken zij over de allergezelligste partij die zij bijgewoond hadden. Padre 1 zei Soledad, die zich teeder tegen haar vader aangeleund had, u waart van avond werkelijk echt vroolijk, zooals ik u lang niet meer gezien heb. U bent in den laatsten tijd zoo s il geweest, zoo neerslachtig, dat ik me soms ernstig bezorgd om u gemaakt heb. Ik heb er veel over nagedacht, waar die ernstige stemming bij u vandaan kan komen..en ik geloof dal ik het weet. U hebt iets in uw gedachten, iets waarnaar u begeert.,., en ik vrees, dat u om mijnentwil geen gevolg durft te gevtn aan dat verlangen, dat u geheel vervult... En toch zou ik tante Netje van Melle zoo gaarne moeder noemen 1 Kind 1 riep de vader onthulst, Hoe kom je daarop Wel, vadertjelief, dat hebben mijn oogen me gezegd. Dat heb ik aan u beiden gezien, dat u van liefde tot elkaar verteerd wordt en toch allebei alles in het werk stelt om elkaar te mijden. Andere verliefden zetten er alles op elkaar te ontmoeten, terwijl ik Netje van Melle slechts op de Reigershorst behoef te invi teeren om u het huis uit te jagen. En met haar is het precies eender I Soledad Dat gevoel, dat ik met zooveel omzichtigheid heb trachten te verbergen, ja zelfs te onderdrukken, is door jou geraden Maar ik vergat, dat vrouwen een scherpen blik hebben op liefdeszaken en jij bent nu ook al een vrouw!... Dat mijn hart gaat naar Netje van Mei le wil niet ontkenneD. Vanaf de jaren mijner jeugd is baar beeld telkens weer voor mijn g^est ge komen en in den laatsten tijd heeft de gedachte aan haar het hart van mij. gerijpten man, op onverklaar tegen Smakt, Deze club is een niet te onderschatten tegenstander. Nu Servatius weer compleet kan uit komen, zien we hen de volle buit mee naar het Servatiuskamp bren gen. Jongens, de eindspurt is aan gevangen, dus de tanden nou eens flink op elkaar gezet en de eind overwinning wacht U! Scheidsrechter: J. Jenniskens. Leider: V. Fonck. Vertrek 12.30 uur. Vriendschappelijk. Na een lange rust zal Servatius II Zondag weer eens op 't veld ver schijnen. Ze ontvangt Oostrum I op het Servatius-terrein. Oostrum was de eenige club die het in de compe titie klaar gespeeld had de kampioe nen een nederlaag toe te brengen. Dus heeft Servatius nog iets goed te maken. Voor beide ploegen kan het een goede oefenpartij worden. Aanvang 2 uur. P. S. Voor de. wedstrijd Boxmeer- Servatius op Zondag 6 Febr. blijkt veel belangstelling te bestaan ook buiten de supportersclub. Belang stellenden worden verzocht tijdig hun plaats voor de bus bij het Bestuur van de club te bespreken. HET BESTUUR. VALK-REVUE. De Valk NWC 3-2 Bij de Valk was de voorhoede ver- organiseert, hetgeen een verbetering is gebleken. Speciaal voor de rust sIool het elftal als een bus en waren de aanvallen een voortdurende be dreiging voor het NWC-doeL Na de rust verslapte bet tempo aanmerke lijk, echter zonder afbreuk te plegen aan de spanning, die er tot het laatste moment in bleef. Vanaf den aftrap neemt de Valk het offensief. De middenlinie voedt de voorhoede uitstekend en reeds in de eerste minuten geeft de Valk- midvoor den NWC-doelman geen schijn van kans. De aanvallen van NWC blijven te peuterig om succes te oogsten. Het tweede doelpunt wordt door den Valk-linksbuiten cp onberispe lijke wijze gescoord, terwijl de mid- voor nog voor de rust deD stand op 30 weet te brengen. Na de thee komt NWC geducht op zetten en weten den stand al spoedig tot 32 in te loopen. Hevig wordt door NWC gevochten om den zoo begeerden gelijkmaker, terwijl de Valk haar voorsprong wil vergrooten. De rechtsbuiten krijgt nog een mooie kans, maar zijn gloeiende kogel ketst van de paal weer 't veld in, en wanDcer de ar biter voor de laatste maal fluit, heeft de Valk dank zij een betere eerste helft volkomen verdiend ge wonnen. De stand is thans G.V.V. N.W.C. De Valk E.L.I s.v.v. Kolping 2 U.D.I. Mulo 2 Sparta Deurne MerselonaDe Valk 3 4—5 Vanaf het begin had de Valk het beste van het spel. Bij de rust leid den de Valken met 12. In de tweede helft werd de voorsprong tot 25 vergroot. De thuisclub legde er toen nog een schepje op en bracht den eindstand op 45. De Valk 4—DIS 2 0-7 Met 10 spelers bond ons vierde een ongeluken strijd aan tegen het sterke D.I.S. 2. Ondanks kranig verzet, konden de 12 11 0 1 60— 8 22 11 S 1 2 36—21 17 10 7 1 2 23—15 15 13 5 3 5 25—29 13 9 4 2 3 15—18 10 11 2 5 4 16—28 9 11 3 1 6 18—29 8 10 3 1 6 24—34 7 11 3 1 7 30—33 7 8 2 1 5 12— 7 5 10 1 1 8 16—41 3 bare wijze in beroering gebracht. Wat jou oogenschijnlijk als melan cbolie en teruggetrokkenheid toege schenen heefl, was de hevige strijd, die ik met mezelve te bestaan had, om die telkens weer oplaaiende liefde te onderdrukker' want, laat ik het je zegg«n. Netje van Melle heeft mijn hand geweigerd, toen ik baar die ongeveer ten jaar geleden aan geboden heb Soledad zweeg een oogenblik. toen zei ze bedachtzaam In dal rijdperk zag Netje van Melle, evenals vele andere personen, u in een geheel ander licht als thans Toen was u voor de meeste men schen niet anders dan een afvallige, een godloochenaar. Met Gods genade is dat nu anders geworden en bent u ook in geloofszaken weder eender onzen. De vrouw, die onder die om standigheden de hand heeft afgewezen van een man, dien zij overigens met geheel haar hart beminde, gaf daar door een bewijs van haar diep gewortelde geloofsovertuiging en bracht daarmee levens een bijna bovenmenschelijk offer, door haar liefde prijs le geven, omdat de kerk haar verbood den man harer droomen te huwen. Dat zij u lhans vermijdt, vindt rijn oorzaak in niets anders den in een misschien ietwat over-j dreven kieschheidsgevoel, omdat zij zich niet opdringen wil, nu de om- staodigheden anders geworden zijn.1 iJe kunt gelijk hebben, SoledadI En ik heb haar gemeden, omdat ik vreesde dat zij mij verdenken kon, dat ik mij door aardsche neven j gedachten heb laten leiden, toen ik ii ij bekeerde, dat ik 't om haar te bezitten gedaan heb Dan ken ik Netje beter als u# Valken het niet verhinderen, dat de bezoekers geleidelijk den stand op voerden tot 07. D.I.S. kampioen der lste Klasse J. Na drie jaren in deze af deeling om den eeretitel meegespeeld te hebben, is het D.I.S. thans gelukt het zoo lang begeerde kampioenschap te behalen. We zullen over de wedstrijd ech ter geen groot epistel opstellen, aangezien het spel van D.I.S. tegen stander van dien sard was, dat het ons zou verleiden tot uitlatingen die we liever maar voor ons houden, daar we toch zeker weten, dat eenieder die verstand van voetballen heeft, en deze wedstrijd zag, de moed in de schoenen gezonken moet zijn, nog eens zoo'n wedstrijd bij te wonen. We zeggen bij te wonen, laat staan mee te spelen. D.I.S.-boys van harte ons welge meend proficiat hoor. Al feliciteer de Uw tegenstanders U na afloop niet, wij doen dat zooveel te liever. De wedstrijd is nauwelijks één minuut oud als de rechtsbinnen van D.I.S. onhoudbaar scoort 1—0. Twee minuten later trapt een der backs van America in eigpn doel. Hiermede gaat de rust in. Na de rust trekt America hard van leer, en al gauw scoort de rechts binnen 2l. America doet er nog een schepje op, maar D.I.S. is in prachtvorm. Een corner vaD links suist met een vaart in doel, zonder dat iemand ge legenheid had den bal te raken 3L Weer volgde een corner op America doel. Deze prachtig door de links buiten voorgezet wordt even mooi door Duif ingekopt 4—1. De bal wordt weer afgetrapt, én, mijn pen weigert de laatste minuten van deze wed strijd te beschrijven. Dat moet zeker zoo. Den eindstand was 43. Hoe men daar aankwam kan U iedereen vertellen die de wedstrijd aanschouw de. Ik zeg immers mijn pen weigerde, en daar doe je niets aan. D.I.S Uw kampioenschap is U van harte gegund, en wij wenschen U veel succes in de overgangs klasse. Onder leiding van den Heer Jan Claessen, bracht Zondagavond, de Fanfare „Ons Genoegen" met volle-» dig bestuur, eene serenade aan de kampioensclub D.I.S. Na bet spelen van eenpittig marschje,sprakde voor zitter den E. A. Heer J. H. Nelissen, bestuur en leden van D.I.S. toe. In keurige gekozen woorden felliciteerde hij D.I.S. namens zijn gezelschap, en sprak de hoop uit, dat de samen werking die tusschen voetballers en de andere vereenigingen in Oirlo bestaat, zoo door zou blijven gaan. Hij verzocht de Fanfare een lang zullen zij leven te spelen, waaraan onmiddelijk gevolg gegeven werd. Hierna kwamen de Oirlo'sche dames met een extra verrassing. Allereerst werd door de dames van de missienaai- kring een prachtige bloemenmand aangeboden. Daarna kwamen ook de Oirlo'sche jonge dames met een prachtige bloemenmand. (Bravo meis jes dat is hartelijke samenwerking. De Voorzitter van D.I.S. den Heer Jean Achten dankte in de eerste plaats onze fanfare en hare leiding voor de wijze waarop zij D.I.S. kwa men huldigen. Op de tweede plaats, zegt meester Achten, zijn wij diep getroffen door de sympathie, welke de Oirlo'sche jonge dames de voetballers toedragen. Ook hieruit blijkt alweer hoezeer men de faire sport op prijs weet te stellen. Nogmaals bedankt hij allen voor de wijze, waarop zij hebben samen gewerkt, om dit feest zoo mooi mo gelijk te doen zijn. Een Jasz orkest van de fanfare bleef den verderen avond de vroolyk- heid er in houden, en met sluitings uur keerden allen voldaan huiswaarts. Op een eventueel te spelen hui- vader, daarvoor denkt zij veel leedel! Het is niet anders als ik u zeg. niels dan vrouwelijke schuchter eid en kieschheid Padre fleemde de dochter met haar hoofd tegen de schouder van haar vader, probeert u hri nog maar eens opnieuw, dezen keer zal zij u geen weigerend antwoord geven! De auto hield slil voor de deur van het landhuis. In de hal hielp de heer vaD de Reigershorst zijn doch ter den kostbaren bonimantel uit trekken. Dan drukte bij een zoen op haar voorhoofd en zei met een tee- dere flikkering in zijn oogen: Ik zal heel ernstig nadenken over heigeen mijn dochtertje m« t den scherpen blik in liefdeszaken mij zoo juist geopenbaard heeft. Je bent haast even gevaarlijk als de Klap roos, waarover onze jubilaris het vanavond had! Goeden nacht, padre 1 zei Sole dad, hem omhelzend, droom maar heel lief van haar, die ik zoo gaarne moeder zal noemen I Daarna begaven zij zich naar hunne vertrekken. Waar zij elkander vonden. Gezond, zacht vriezend weer noodigde tot uitgaan, vooral nu de zon omstreeks den middag den nevelsluier doorbroken had. Soledad was met Nunzio te paard er op uitgegaan om een flinken rit door het Moltenven te maken, ter wijl haar vader den w.sndelstok ter hand genomen en zich op weg be geven had, om een bezoek te bren gen aan de Feliza-stichling, waar bij in den namiddag vaak met dokter Welbonr tesamen kwam. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 9