DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Smeulend vuur.
Ons weekpraatje.
FEUILLETON.
Krakelingen.
Van de
Sport
velden.
Zaterdag 29 Januari 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 5
Dc opzichter in de werk
verschaffing.
De Sergeant in het leger.
Hoe ontstaan toch al die
conflicten
Laat ik 't eerst eens hebben over
de sergeants deftiger is: onder-
of f i c i e r e n in het leger.
Onderofficier is geen officieele titel,
ook een soldaat bekleedt een
rang ónder „officier". Als sergeants
zich onderofficieren heeten, dan
demonstreeren ze daarme een zucht
om hun positie vooral niet te
onderschatten op min of meer ge
wrongen wijze koppelen ze de be
naming van hun rang aan het
„officiers"begrip.
Ook zelf onderschat ik hun positie
niet. Zij zijn het, die door de dage-
lijksche oefeningen en hun regelmatig
contact met den troep de burgers,
die in dienst komen, moeten kneden
tot soldaten. Zij zijn de directe
opvoeders tot militaire deugden.
Honderd procent der sergeants zijn,
naar we mogen aannemen, voldoende
bekwaam in het militaire vak om
den burger alles te leeren, wat het
handwerk des soldaats is, maar velen
onder hen missen de persoonlijke
kwaliteiten van karakter om ook
goede paedagogen te zijn en
den burger mede tot een soldaat
naar den geest te maken.
Ik wil geenszins veralgemeenen.
De helft en meer van het aantal
sergeants zijn in alle opzichten
voor hun taak berekend; de restee-
rende minderheid echter stemde en
stemt een groot deel der burger
bevolking tegen de soldaterij.
Wie in bepaalde omstandigheden
belast wordt met het gezag over
een groep medemenschen, wordt ge
makkelijk een willekeurige dwinge
land, als hem het bewustzijn ont
breekt van het ideëele van zijn taak
en de moreele verplichtingen ten
aanzien van zijn toevallige onder
geschikten, menschen met uiteen
loopend karakter, van verschillende
geestelijke en intellectueele standing,
menschen zonder en mét materieele
zorgen, menschen met deugden en
gebreken, lusten en bezwaren.
Wie van 'n burger een soldaat
moet maken, hem dus in het het
soldaten „vak" moet opleiden en niet
in staat is om bij die opleiding
rekening te houden met de per
soonlijke gesteldheid van zijn élève,
zijn leerling, zijn pupil, die be
nadert slechts „kafferend" en alleen
naar het uitwendig-klaarblijkeljjke,
zijn doel, maar hij vermoordt in den
recruut den geest, welke noodlg is
om een geoefend leger een krachtig
leger te doen zijn. Er zijn heel wat
burgers, die als betere soldaat
plichtbewust en ten offer bereid
in dienst komen, dan „afzwaaien.'
De moreele opleiding van den
sergeant of onderofficier schiet heel
wat te kort
In den volksmond is een „gesterde'
militair, 'n hooge officier, 'n tiran
en despoot, zooals een groot werk
gever „natuurlijk" een uitbuiter is.
Ik geef toezoo zijn erMaar als
regel zijn ze veel beter dan ze wor
den voorgesteld en dat bemerkt
„men" pas bij toevallig direct contact.
Iemand, die een behoorlijke, zorg
zame opvoeding kreeg, en de gelegen
heid ontving om zich door veelzijdige
studie te ontwikkelen, bekwam
als alle moeiten niet tevergeefs aan
hem zijn verspeeld zin tot objec
tief oordeelen en begrip voor de
betrekkelijkheid van alle dingen, óók
van de eigen „superieure" positie.
Een mensch, die zijn weetje weet,
toont zich als regel van goede
humanitaire gedachten vervuld.
Hij is uit zich zelf niet beter dan
andere, niet beter als een soldaat of
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Tie* de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
41.
De oude wijnkooper, die mij
jaren geleden den witten wijn ge
leverd heeft, dien we daar zoojuist
bij de forellen gedronken hebben, zei
altijd
Herr van Melle, die schönste
Philosophic isi, dass man sich das
Leben so angenehm wie möglich
macht 1
Heidensche philosophic 1 onder
brak de pastoor den spreker.
Ja, praat maar, pastoor 1 maar
diezelfde wijnkooper leverde ook van
knecht, 'n sergeant of opzichter,
maar hij is dat door zijn opvoeding
en scholing, door de deugden, ont
sproten aan zijn algemeene ontwik
keling.
In dien zin streve men dan ook
naar verbetering van het instructie
apparaat in het leger.
Ik begon over de legersergeants
om neer te komen op de meerdere
of mindere geschiktheid van het corps
„opzichters" in de werkverschaffing.
Wat van de legerinstructeurs gezegd
kan worden,-geldt m.i. ook vooreen
groot deel van de opzichters, welke
voor Heidemaatschappij of Grontmij,
de werkloozen in hun arbeid diri-
geeren.
Voor 'n groot deel zijn deze op
zichters uit het corps der werkloozen
gerecruteerd, in elk gevalvoor 100
procent zijn ze vakmenschen, die
precies weten, hoe diep in bepaalde
omstandigheden moet worden gespit.
Maar wat ze den goeden niet
te na gesproken niet weten, dat
is: hoe diep ze de spa van hun
wil kunnen steken in den weeken
geestelijken bodem van den eenen
arbeider, in den harden bodem des
gemoeds van den anderen werker,
zonder het hart te raken.
Er zijn veel te veel conflicten in
de werkverschaffing. Degenen, die in
de werkverschaffing zijn geplaatst,
hoeft men over het algemeen óók
niet als heiligen-op-aarde aan te
merken, ze zijn menschen, zoo
vol van fouten en gebreken al 3 een
opzichter maar zijn kan.
Maar geestelijk-kwalitatief staan
de opzichters veelal niet boven de
menschen, die ze moeten leiden. Ze
zijn dikwijls stugger dan een échte
werkgever zijn kan, die beducht is
voor den goeden gang van zaken in
zijn bedrijf en die wee t, welke
nooden en behoeften het gedrag van
zijn menschen soms beheerschen. De
opzichter kent veelal slechts zijn....
„instructies"; die zijD hem alles, aan
de rest heeft hij geen boodschap.
Klagen de arbeiders, dan v, ijst hij
ze meestal bits, omdat de onge
letterde een man van weinig woorden
is op wat moet. Afgeloopen
Er wordt te weinig gepoogd, als
in een particulier bedrijf, om te
overreden of om door welwillende
beschaafdheid in het optreden van
een moreel overwicht op de te-
werkgestelden gebruik te maken.
't Gaat meermalen, zooals ik me
herinner hoe het in de mobilisatie
jaren in het leger ging. Jonge
recruten, de militiepJichtigen, wisten
nog wel eens wat, óók onrecht,
te „nemen" van een brutalen ser
geant, maar toen de landstormplich-
tigen onder de wapenen kwamen,
huisvaders, toen groeide het verzet
of verbitterde de stemming tegen
de jonge gestreepte vlegels, die ten
aanhoore van Jan Rap en zijn maat,
den bedachtzamen burger stonden
uit te kafferen, als die moeite had
om zyn linker „poot" precies een
kwart-slag te draaien vóór-ie met
zgn rechter „poot" rechts uit de
flank afmarcheerde. (Als ik de tech
niek hier niet goed beduidde, bedenke
men, dat 't bijna 25 jaar geleden is,
dat men mjj deze kunsten leerde).
In de werkverschaffing zyn met
het opzicht over de tewerkgestelde
vaders van gezinnen ook vaak jonge
broekjes gesteld, die weten wat
spitten is, maar niet weten, hoe ze
verkeeren moeten met oudere men
schen, door tegenslagen vergramd,
door zorgen gebukt, soms door
onvoldoende verzorging verzwakt.
Het gemis aan tact leidt dan veelal
tot conflicten.
Conflicten, die zich in normale
omstandigheden, in het vrjje bedryf,
nooit of zeldzaam zouden hebben
voorgedaan,
Conflicten, waarbfj de arbeiders
tenslotte altyd in het ongelijk wor
den gesteld, omdat ze f or m e e 1 ook
inderdaad ongelijk hebben.
Maar moreel staat de zaak heel
dikwyls anders. Is het nietopmerke-
vreugde, die vreugde welke de bis
schop von Keppler bedoelde, toen
hij het schoone boek schreef over
Mehr Freude.
Waar de ware christelijke vreugde
heerscht, daar kan men ook de ware
vriendschap verwachten en ware
vriendschap is de wijn des levens.
Daarom stel ik U voor, mijne vrien
den, dat wij onze glazen ledigen op
onze onderlinge vriendschap Leve
de vriendschap, Hoera 1
Een oogenblik later was de tachtig
jarige grappenmaker alweer bezig
een verhaal te doen aan zijn tafel
dame, de vrouw van den burge
meester, die zat te gieren van de
leute. De anderen, daardoor opmerk
zaam geworden, spitsten ook hunne
ooren in die richting.
Dezer dagen, zoo verte'de de
oude heer, zat ik op een avond in
den Druiventros heel alleen met
vrouw Hermes. Ik weet niet waar
die andere broeders allemaal uithin-
maar geen gezel
lijk, dat in streken met een bevolking
welke voor 100 pet., rustig, geloovig,
kerksch en gezagsgetrouw is, de
burgerij het, hier en daar met den
burgemeester, den dominee en den
pastoor aan het hoofd, voor de
slachtoffers van werkverschaffings
conflicten opneemt en die met hun
gezinnen verzorgt, óók als de offi
cieele het formeele ongelijk dier
menschen hebben vastgesteld en een
langdurige uitsluiting als straf
hebben bepaald
Opzichters nog sergeants zjjn be
wuste machtsmisbruikers, maar
macht eischt karakter, geest, ont
wikkeling. Wie macht uitoefent,
dient een paedagoog te wezen.
Daartoe voedde de overheid haar
machtsdragers op.
Gekken of dwazen.
Er is geen mensch, of hij heeft een of
ander geestelijk zwak; een „normaal'.'
mensch is eigenlijk iemand, die in
al te gek is. Wat er eigenlijk pre
cies aan je mankeert, gaan ze pas
onderzoeken, als je iets ernstigs
tegen het strafwetboek hebt begaan.
Zijn de gevonden afwijkingen zoo
danig van aard, dat herhaling van
ernstige misdrijven moet worden ge
vreesd, dan wordt de delinquent tot
patiënt verklaard en voor z'n ver
dere leven in een krankzinnigen
gesticht opgesloten.
Zóó gek zijn de meeste gekken
nog niet, of ze zouden zich wel op
een „behoorlijke" wijze in de maat
schappij kunnen gedragen, als de
omstandigheden niet tegen ze waren.
Waarmee ik maar zeggen wil, dat
er ten aanzien van vele krankzin
nigen nog wel andere verzorgings
methoden kunnen worden bedacht
er zijn natuurlijk ook waarlijk
ernstige en ongeneeslijke gevallen
dan opsluiting. Sommige menschen
kunnen onmogelijk over 'n jegens
hen of anderen begaan onrecht heen
komen en worden dan querulanten
geheeten en soms opgesloten
(generaal Tonnet).
Men zou het ook kunnen probeeren
met een teniet doen van het begane
onrecht. Anderen zijn met hun zwak
ke geestelijke constitutie niet be
stand tegen maatschappelijke zor
gen en doen dan gekke dingen. Men
zou ze kunnen helpen om die zorgen
te boven te komen.
Een interessant voorbeeld van den
goeden invloed van betere sociale
omstandigheden op den geest van
„krankzinnigen" leverde dezer dagen
een strafzaak. Een 22-jarige straat
zanger, die er met eens anders auto
vandoor was gegaan, werd in eerste
instantie door de rechtbank ontoe
rekenbaar verklaard en naar een
krankzinnigengesticht verwezen. De
psychiater, die hem had onderzocht,
verklaarde hem stapel en «gevaar
lijk. Vóór de zaak echter in hooger
beroep voor het gerechtshof kwam,
werd de straatzanger door een
muziekkenner „ontdekt" als een
rasartist met gave tenorstem. En
nou krygt de man lessen en een
veel belovende toekomst ligt voor
hem open. Door den steun van zijn
nieuwe vrienden heeft hij geen zor
gen meer voor morgen en ziet....
nou, is-ie ook niet meer gek.
Dezelfde psychiater, die hem zijn
leven lang wilde doen opsluiten,
verklaarde van meening veranderd
te zjjn en vindt opname thans over
bodig. Er is geen gevaar meer voor
de maatschappij.
Ik zeg: zoo'n klein beetje getikt
zjjn we eigenlijk allemaal en als we
een keer honger hebben of geestelijk
worden geknauwd, zijn we misschien
ook allen tot „gekke" dingen in
staat.
Een ander voorbeeld.
Een 28-jarige juffrouw uit Utrecht
is in Augustus weggeloopen uit het
krankzinnigengesticht te Vught.
Haar moeder was overleden en vader
meeDde, dat hij ze nu best in de
huishouding kon gebruiken, temeer
omdat hij geen vreemde huishoudster
betalen kon en nooit overtuigd was
geweest, dat zijn eenigszins „eigen
aardige" dochter krankzinnig kon
worden geacht. Enfin, de politie zat
dadelijk achter het meisje aan,
hetwelk zich wist schuil te houden.
Vader en broer verklaarden tegen
over de politie, dat ze wisten, waar
het meisje was, maar haar verblijf
plaats niet wenschten te noemen.
Nu, een dezer dagen, heeft men
haar in Den Haag opgespoord. Al
die maanden had ze zich bij kennis
sen weten te verbergen èD... ze had
al dien tijd géén gekke dingen ge
daan. Maar ze moest terug naar
Vught, want zoo werd verzekerd
ze was toch heusch wel gek en
„gevaarlijk".
Dat laatste kan heel goed waar
wezen: ondanks het feit, dat de
omstandigheden, voor zoover aan het
publiek bekend, anders beduiden.
Niet onwenschelijk zou 't dan echter
zijn, als over die juffrouw wat méér
werd verteld dan nu in de krant tot
I uiting kwam. Ik heo meerdere men
schen gehoord, op wie deze geschie
denis een onaangenamen indruk
heeft gemaakt.
We zijn allemaal een beetje dwaas
en daarom moeten we dubbel voor
zichtig wezen om een ander voor
gek te verklaren. In ieder geval be
hoort zulke verklaring gebaseerd te
zijn op minutieus, veelzijdig en on.
partijdig onderzoek. De rechtsver-
zekerdheid van z.g. zwakzinnigen is
ten onzent niet bepaald hecht ge
steld. Publiek wantrouwen komt te
dien aanzien dikwijls tot uiting.
Daarom zou het goed zijn als in
bepaalde gevallen, welke nieuwe
twijfels hebben gewekt, duidelijke
ophelderingen worden gegeven.
Alle copie hierop
betrekking hebben
de, moet Donderd
vóór 1 uur in ons
bezit zijn.
SfiRVATIUS-OMROEP
Voor de derde maal werd de wed
strijd tegen O.V.C. afgelast. Dus S.
blijft met negen punten uit negen
wedstrijden gezelschap bij de staart-
clubs houden.
Voor Zondag a.s. is de wedstrijd
B.V.C.Servatius vastgesteld. Dit is
voor Serv. weer een zware opgave.
In Venray werd met 10 van de
club uit Beek verloren. Van kracht-
verschil was toen geen sprake, zoo
dat B.V.C. op vrij fortuinlijke wijze
aan de overwinning kwam.
Zooals men weet speelt B.V.C in
W-formatie en van dit systeem heb
ben ze voor een groot deel hun
goede tweede plaats te danken.
Wanneer S. hiermee rekening houdt
en zelf het initiatief neemt, dus
door er van het begin af aan een
stevig tempo in te zetten, is een
verdeeling der punten zeer goed
mogelijk.
De bussen vertrekken om 12 uur.
Scheidsrechter; M. v.d. Wiel.
Leider: Th. Hoede maekers.
Servatius IH boekte een zeer ver
diende 31 overwinning op Erica
Het geheele elftal heeft hard voor
de overwinning gewerkt. Hiermede
heeft Servatius haar let in eigen
handen. Ze zullen er in 't vervolg
wel voor zorgen geen misstappen
meer te begaan. Een enkele misstap
zou onherstelbare gevolgen met zich
mee kunnen brengen voor dit seizoen.
Wanneer Servatius III hiervan
overtuigd is, zien we hen met een
gerust hart in 't strijdperk treden
die heidensche philosophie op aes-jgen, maar er wou
schen aan de heeroomes, die ze schap komen en het gesprek tusschen
beelemaal niet versmaadden Ik voor f ons beiden wilde niet goed meer
v. i-.i volstrek' niet voor vlot,en. Ik dacht toen. kom, ik zal
onchristelijk, dat men zich het levennaar eens een boom opzetten met'
zoo aangenaam mogelijk maakt. We de Klaproos en ik begon met een
kunnen daarom toch wel als goede diepen zucht Ie slaken,
christenen leven en behoeven immers Wat zuchte geej ontvenirer
het niet zoo aan te leggen, dat wij zél 2e, hedde iets dat oe hindert.
jS 9n moe[en en niets Dat niet, zei ik, maar een
is oen dan genieten. Wij kun mensch kan toch wel eens zuchten
nenb', onzen arbeid en ontspanningen, Ik voel me soms zoo eenzaam en ik
l onze ontberingen ook houd toch nog zoo veul van de
moédóv.' 5' Wd ma" V bIii 'Bolligheid. Een mensch alleen is
moedigheid ondernemen en alles wat ook maar een mensch alleen
v^,r„ met tevredenheid aan,( Da.s waof_ rfe Klaproos.
ooed. w kwade als het Ge ziet al en bitje ien de jaoren,
b™7.' Y.8 /"n VCel ™®ns?h.c'1 oo'-1 anders zeuj 'k zegge, dat ge nog en
«kt, is de ware echt christelijke vrouw most neme. Netje zal ok nog
wel is trouwen, daor hoefde geej 't
nie um te laolen Veur de die zeuj
ik nog wel enne goejen man wiehte.
Zoo, zei ik, ja in 't koppelen
ben jij een baas.
Nou, zei ze, vraog dat mer is
aan Willem dtn brouwer
Maar vader dan tochriep
Sylvie, die een hoogroode kleur
kreeg.
De brouwer lachte luidkeels, maar
goedsmoeds hij kon echter geen
hoogere kleur meer krijgen, want bij
was al goed aan den ouden bour
gogne geweest
De heer van Melle vervolgde zijn
verhaal
Nou, zei de Klaproos toen, 'k
geleuf dat ik toch nog wei en aarig
vrommes veur ow zeuj kunnen
vienden. Laot meej mer begaon, ont-
venger, ovver en paar daag spréken
we mekaar wir.
Toen kwam de blauwe linnen-
pliester mei den haammèker in de
kamer en moesten we dat interessante j
gesprek staken. Over een paar dagen
zal ik er wel meer van hooren, wie
de Klaproos mij toegedacht heeft I
Alle aanwezigen zaten te proesten
van het lachen zelfs de dochters
van den ontvanger, die wel begrepen
dat het maar ec-n grap van den
leutigen vader was, al riepen ze dan
ook als uit één mond
Maar vader dan toch
Een onverwachte
bemiddelaarster.
Toen dokter Delmotte en zijn
dochter op een vrij laat uur met de
auto naar de Reigershorst terugreden,
spraken zij over de allergezelligste
partij die zij bijgewoond hadden.
Padre 1 zei Soledad, die zich
teeder tegen haar vader aangeleund
had, u waart van avond werkelijk
echt vroolijk, zooals ik u lang niet
meer gezien heb. U bent in den
laatsten tijd zoo s il geweest, zoo
neerslachtig, dat ik me soms ernstig
bezorgd om u gemaakt heb. Ik heb
er veel over nagedacht, waar die
ernstige stemming bij u vandaan kan
komen..en ik geloof dal ik het
weet. U hebt iets in uw gedachten,
iets waarnaar u begeert.,., en ik vrees,
dat u om mijnentwil geen gevolg
durft te gevtn aan dat verlangen, dat
u geheel vervult... En toch zou ik
tante Netje van Melle zoo gaarne
moeder noemen 1
Kind 1 riep de vader onthulst,
Hoe kom je daarop
Wel, vadertjelief, dat hebben
mijn oogen me gezegd. Dat heb ik
aan u beiden gezien, dat u van liefde
tot elkaar verteerd wordt en toch
allebei alles in het werk stelt om
elkaar te mijden. Andere verliefden
zetten er alles op elkaar te ontmoeten,
terwijl ik Netje van Melle slechts
op de Reigershorst behoef te invi
teeren om u het huis uit te jagen.
En met haar is het precies eender I
Soledad Dat gevoel, dat ik
met zooveel omzichtigheid heb
trachten te verbergen, ja zelfs te
onderdrukken, is door jou geraden
Maar ik vergat, dat vrouwen een
scherpen blik hebben op liefdeszaken
en jij bent nu ook al een vrouw!...
Dat mijn hart gaat naar Netje van
Mei le wil niet ontkenneD. Vanaf de
jaren mijner jeugd is baar beeld
telkens weer voor mijn g^est ge
komen en in den laatsten tijd heeft
de gedachte aan haar het hart van
mij. gerijpten man, op onverklaar
tegen Smakt, Deze club is een niet
te onderschatten tegenstander. Nu
Servatius weer compleet kan uit
komen, zien we hen de volle buit
mee naar het Servatiuskamp bren
gen. Jongens, de eindspurt is aan
gevangen, dus de tanden nou eens
flink op elkaar gezet en de eind
overwinning wacht U!
Scheidsrechter: J. Jenniskens.
Leider: V. Fonck.
Vertrek 12.30 uur.
Vriendschappelijk.
Na een lange rust zal Servatius II
Zondag weer eens op 't veld ver
schijnen. Ze ontvangt Oostrum I op
het Servatius-terrein. Oostrum was
de eenige club die het in de compe
titie klaar gespeeld had de kampioe
nen een nederlaag toe te brengen.
Dus heeft Servatius nog iets goed
te maken. Voor beide ploegen kan
het een goede oefenpartij worden.
Aanvang 2 uur.
P. S. Voor de. wedstrijd Boxmeer-
Servatius op Zondag 6 Febr. blijkt
veel belangstelling te bestaan ook
buiten de supportersclub. Belang
stellenden worden verzocht tijdig
hun plaats voor de bus bij het
Bestuur van de club te bespreken.
HET BESTUUR.
VALK-REVUE.
De Valk NWC 3-2
Bij de Valk was de voorhoede ver-
organiseert, hetgeen een verbetering
is gebleken. Speciaal voor de rust
sIool het elftal als een bus en waren
de aanvallen een voortdurende be
dreiging voor het NWC-doeL Na de
rust verslapte bet tempo aanmerke
lijk, echter zonder afbreuk te plegen
aan de spanning, die er tot het
laatste moment in bleef.
Vanaf den aftrap neemt de Valk
het offensief. De middenlinie voedt
de voorhoede uitstekend en reeds in
de eerste minuten geeft de Valk-
midvoor den NWC-doelman geen
schijn van kans. De aanvallen van
NWC blijven te peuterig om succes
te oogsten.
Het tweede doelpunt wordt door
den Valk-linksbuiten cp onberispe
lijke wijze gescoord, terwijl de mid-
voor nog voor de rust deD stand op
30 weet te brengen.
Na de thee komt NWC geducht
op zetten en weten den stand al
spoedig tot 32 in te loopen.
Hevig wordt door NWC gevochten
om den zoo begeerden gelijkmaker,
terwijl de Valk haar voorsprong wil
vergrooten. De rechtsbuiten krijgt
nog een mooie kans, maar zijn
gloeiende kogel ketst van de paal
weer 't veld in, en wanDcer de ar
biter voor de laatste maal fluit,
heeft de Valk dank zij een betere
eerste helft volkomen verdiend ge
wonnen.
De stand is thans
G.V.V.
N.W.C.
De Valk
E.L.I
s.v.v.
Kolping 2
U.D.I.
Mulo 2
Sparta
Deurne
MerselonaDe Valk 3 4—5
Vanaf het begin had de Valk het
beste van het spel. Bij de rust leid
den de Valken met 12. In de tweede
helft werd de voorsprong tot 25
vergroot. De thuisclub legde er toen
nog een schepje op en bracht den
eindstand op 45.
De Valk 4—DIS 2 0-7
Met 10 spelers bond ons vierde
een ongeluken strijd aan tegen het
sterke D.I.S. 2.
Ondanks kranig verzet, konden de
12
11
0
1
60— 8
22
11
S
1
2
36—21
17
10
7
1
2
23—15
15
13
5
3
5
25—29
13
9
4
2
3
15—18
10
11
2
5
4
16—28
9
11
3
1
6
18—29
8
10
3
1
6
24—34
7
11
3
1
7
30—33
7
8
2
1
5
12— 7
5
10
1
1
8
16—41
3
bare wijze in beroering gebracht.
Wat jou oogenschijnlijk als melan
cbolie en teruggetrokkenheid toege
schenen heefl, was de hevige strijd,
die ik met mezelve te bestaan had,
om die telkens weer oplaaiende liefde
te onderdrukker' want, laat ik het
je zegg«n. Netje van Melle heeft
mijn hand geweigerd, toen ik baar
die ongeveer ten jaar geleden aan
geboden heb
Soledad zweeg een oogenblik. toen
zei ze bedachtzaam
In dal rijdperk zag Netje van
Melle, evenals vele andere personen,
u in een geheel ander licht als thans
Toen was u voor de meeste men
schen niet anders dan een afvallige,
een godloochenaar. Met Gods genade
is dat nu anders geworden en bent
u ook in geloofszaken weder eender
onzen. De vrouw, die onder die om
standigheden de hand heeft afgewezen
van een man, dien zij overigens met
geheel haar hart beminde, gaf daar
door een bewijs van haar diep
gewortelde geloofsovertuiging en
bracht daarmee levens een bijna
bovenmenschelijk offer, door haar
liefde prijs le geven, omdat de kerk
haar verbood den man harer droomen
te huwen. Dat zij u lhans vermijdt,
vindt rijn oorzaak in niets anders
den in een misschien ietwat over-j
dreven kieschheidsgevoel, omdat zij
zich niet opdringen wil, nu de om-
staodigheden anders geworden zijn.1
iJe kunt gelijk hebben, SoledadI
En ik heb haar gemeden, omdat ik
vreesde dat zij mij verdenken kon,
dat ik mij door aardsche neven j
gedachten heb laten leiden, toen ik
ii ij bekeerde, dat ik 't om haar te
bezitten gedaan heb
Dan ken ik Netje beter als u#
Valken het niet verhinderen, dat de
bezoekers geleidelijk den stand op
voerden tot 07.
D.I.S. kampioen der
lste Klasse J.
Na drie jaren in deze af deeling om
den eeretitel meegespeeld te hebben,
is het D.I.S. thans gelukt het zoo
lang begeerde kampioenschap te
behalen.
We zullen over de wedstrijd ech
ter geen groot epistel opstellen,
aangezien het spel van D.I.S. tegen
stander van dien sard was, dat het
ons zou verleiden tot uitlatingen die
we liever maar voor ons houden,
daar we toch zeker weten, dat
eenieder die verstand van voetballen
heeft, en deze wedstrijd zag, de moed
in de schoenen gezonken moet zijn,
nog eens zoo'n wedstrijd bij te wonen.
We zeggen bij te wonen, laat staan
mee te spelen.
D.I.S.-boys van harte ons welge
meend proficiat hoor. Al feliciteer
de Uw tegenstanders U na afloop
niet, wij doen dat zooveel te liever.
De wedstrijd is nauwelijks één
minuut oud als de rechtsbinnen van
D.I.S. onhoudbaar scoort 1—0. Twee
minuten later trapt een der backs
van America in eigpn doel.
Hiermede gaat de rust in.
Na de rust trekt America hard van
leer, en al gauw scoort de rechts
binnen 2l.
America doet er nog een schepje
op, maar D.I.S. is in prachtvorm.
Een corner vaD links suist met een
vaart in doel, zonder dat iemand ge
legenheid had den bal te raken 3L
Weer volgde een corner op America
doel. Deze prachtig door de links
buiten voorgezet wordt even mooi
door Duif ingekopt 4—1. De bal wordt
weer afgetrapt, én, mijn pen weigert
de laatste minuten van deze wed
strijd te beschrijven. Dat moet zeker
zoo. Den eindstand was 43. Hoe
men daar aankwam kan U iedereen
vertellen die de wedstrijd aanschouw
de. Ik zeg immers mijn pen weigerde,
en daar doe je niets aan.
D.I.S Uw kampioenschap is U van
harte gegund, en wij wenschen U
veel succes in de overgangs klasse.
Onder leiding van den Heer Jan
Claessen, bracht Zondagavond, de
Fanfare „Ons Genoegen" met volle-»
dig bestuur, eene serenade aan de
kampioensclub D.I.S. Na bet spelen
van eenpittig marschje,sprakde voor
zitter den E. A. Heer J. H. Nelissen,
bestuur en leden van D.I.S. toe. In
keurige gekozen woorden felliciteerde
hij D.I.S. namens zijn gezelschap, en
sprak de hoop uit, dat de samen
werking die tusschen voetballers en
de andere vereenigingen in Oirlo
bestaat, zoo door zou blijven gaan.
Hij verzocht de Fanfare een lang
zullen zij leven te spelen, waaraan
onmiddelijk gevolg gegeven werd.
Hierna kwamen de Oirlo'sche dames
met een extra verrassing. Allereerst
werd door de dames van de missienaai-
kring een prachtige bloemenmand
aangeboden. Daarna kwamen ook de
Oirlo'sche jonge dames met een
prachtige bloemenmand. (Bravo meis
jes dat is hartelijke samenwerking.
De Voorzitter van D.I.S. den Heer
Jean Achten dankte in de eerste
plaats onze fanfare en hare leiding
voor de wijze waarop zij D.I.S. kwa
men huldigen.
Op de tweede plaats, zegt meester
Achten, zijn wij diep getroffen door
de sympathie, welke de Oirlo'sche
jonge dames de voetballers toedragen.
Ook hieruit blijkt alweer hoezeer
men de faire sport op prijs weet te
stellen.
Nogmaals bedankt hij allen voor
de wijze, waarop zij hebben samen
gewerkt, om dit feest zoo mooi mo
gelijk te doen zijn.
Een Jasz orkest van de fanfare
bleef den verderen avond de vroolyk-
heid er in houden, en met sluitings
uur keerden allen voldaan huiswaarts.
Op een eventueel te spelen hui-
vader, daarvoor denkt zij veel leedel!
Het is niet anders als ik u zeg. niels
dan vrouwelijke schuchter eid en
kieschheid
Padre fleemde de dochter met
haar hoofd tegen de schouder van
haar vader, probeert u hri nog maar
eens opnieuw, dezen keer zal zij u
geen weigerend antwoord geven!
De auto hield slil voor de deur
van het landhuis. In de hal hielp de
heer vaD de Reigershorst zijn doch
ter den kostbaren bonimantel uit
trekken. Dan drukte bij een zoen op
haar voorhoofd en zei met een tee-
dere flikkering in zijn oogen:
Ik zal heel ernstig nadenken
over heigeen mijn dochtertje m« t
den scherpen blik in liefdeszaken mij
zoo juist geopenbaard heeft. Je bent
haast even gevaarlijk als de Klap
roos, waarover onze jubilaris het
vanavond had!
Goeden nacht, padre 1 zei Sole
dad, hem omhelzend, droom maar
heel lief van haar, die ik zoo gaarne
moeder zal noemen I
Daarna begaven zij zich naar hunne
vertrekken.
Waar zij elkander vonden.
Gezond, zacht vriezend weer
noodigde tot uitgaan, vooral nu de
zon omstreeks den middag den
nevelsluier doorbroken had.
Soledad was met Nunzio te paard
er op uitgegaan om een flinken rit
door het Moltenven te maken, ter
wijl haar vader den w.sndelstok ter
hand genomen en zich op weg be
geven had, om een bezoek te bren
gen aan de Feliza-stichling, waar bij
in den namiddag vaak met dokter
Welbonr tesamen kwam.
Wordt vervolgd.