DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS HUK witte kruis Cachet Smeulend vuur. /2l mdr dan v& j' Zaterdag 27 November 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 4$ Onoverwinlijk. „Gij zijt Petru3, dat is steenrots; op deze steenrots zal ik mijne Kerk bouwen en de poorten der hel zullen baar niet overweldigen." Negentien eeuwen rijzen uit 't ver leden op en bekrachtigen die god delijke woorden aan Jezus mond ont vallen. Nieuwe eeuwen dagen in 't verschiet, maar gelijk het was. gelijk het is, zóó zal het zijn tot 't einde der einden: de Kerk is onoverwinnelijk. Jezus stierf aan 't kruis in 't jaar 33. Zijn lijk werd in 't graf gelegd, de deksteen toegezegeld en trouwe wachten aangesteld; de derde dag brak aan en Jezus stond op: Hij was verrezen. In 't jaar 105 schreef een Romein- sche landvoogd tot keizer Trajan: „Nog eenige weken en, dank aan de vervolging, 't ras der christenen is uitgeroeid. Drie eeuwen lang duurde die verschrikkelijke vervolging en, trots alles, 't christendom spreidde zich uit van dag tot dag: uit 't bloed der martelaren stegen legioenen christenen op. Keizer Diocletiaan liet in het jaar 303 een medaille slaan met dit op schrift: „Nomine Christiano delecto" (De naam der christenen is verdelgd), en 3 jaar later steeg Konstantinus de Groote op zijnen troon en be schermde overal de inplanting van het christendom. In 't jaar 381 pochte Julianus de Apostaat er op Kerk en christenen uit te roeien: in 363 reeds viel hij en zijne hand afdruipende van zijn eigen bloed ten hemel verheffende, riep hij in eenen laatsten aanval: „Gij, Chris tus, hebt mij overwonnen." De Muzelmannen hadden den dood van het christendom gezworen, in 't jaar 732 vielen zij in Europa, 't Zelfde jaar reeds werd n zij door Karei Martel verslagen en tot over de Pyreneeën verjaagd. Hendrik VIII, koning van Engeland, verloochende in 1534 zijn geloof en sleepte heel zijn land mede in zijnen val; in 1547 reeds stierf hij als slacht offer zijner verbeestende driften. In 1546 scheurde Luther zich af van de Roomsche Katholieke Kerk en, na overal zijn dwaalleer te hebben verspreid, riep hij uit: „O Paus, "k was voor u de pest tijdens raijnleven, na mijnen dood wordt ik uw verderf." 't Zelfde jaar stierf hij terwijl hij wanhopend kermde: „Wee, wee, de hemel is voor mij gesloten V' Voltaire, de verderfelijkste der god- delooze wijsgeeren, schreef in 1758: Ik ben lastig als ik zeggen hoor, dat twaalf mannen er in luk ten den katholieken godsdienst te stichten; ik wil doen zien, ik, dat één man voldoende is om hem te vernietigen. In 1778 stierf hij als een verdoem de, terwijl hij klaagde en jammerde; „Ik ben verlaten van God en van menschen In 1798 sloot de Fransche omwen teling de kloosters en vermoordde de priesters: de kerken werden ont heiligd en aan de godin der rede toegewijd. Napoleon stond op, tee- kende in 1801 het concordaat en heropende de kerken. Jules Ferry, Fransche Staatsman, dierf, als hij zekeren dag, in 1860, voor de kerk van 't Heilig Graf te Parijs ging uitroepen: Binnen twintig jaar is 'i op gevouwen met de laatste kerk In 1893 stierf hij. Nu zijn we in 1937. Overal staan nieuwe vervolgers op, hier te lande gelijk elders; apos telen der duisternis. Ze hebben het tegen de Kerk en den Roomsch Ka tholieken godsdienst- Maar de Kerk blijft staan. De godsdienst roeit men niet uit de harten der menschen. De Ster. FEUILLETON. Van fietsjongen tot president der grootste auto-industrie ter wereld. Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden 31. Van het afscheid le schrijven, zou maar een droevig hoofdstuk op leveren. Daarom zullen we er maar niets anders van zeggen, dan dat het hartroerend was wat niet ver- wonderen kan, als men bedenkt, dat de jongelui een groot gedeelte van hun leven te samen doorgebracht en als zusters en broer met elkaar omgegaan waren. Een paar scherpe opmerkers konden zelfs de gedachte niet van zich afzetten, dat tusschen Lucien en Soledad eene meer dan kameraadschappelijke genegenheid in de ontwikkeling was. Na het vertrek der gasten waren vader en dochttr hoofdzakelijk op eikaars gezelschap aangewezen. Dik wijls echter reed Soledad naar het dorp om tante Netje, zoo als zij ze nog altijd noemde, en oom ontvanger naar de Reigershorst te halen. De oude heer, die zich nog zeer kras hield, deed dat zeer gaarne, want hij ging met groote voorliefde naar het mooie landgoed en voelde in zijn goedhartigheid, dat hij ver plicht was iets bij te dragen om den droefgeestigen landheer op te vroolijkeneene taak, welke men den jovialen, geesligen ouden snaak Dat Amerika nog steeds het land blijft, waar men sprookjesachtige carrières aantreft, bewijst de levens geschiedenis van ISignius Wilhelm Paul Knudsen. De oude garde van Amerikaansche pionieren, zooals Ford, Rockefeller Carnegie Schwab enz., is al bijna legendarisch geworden. Zrj hebben de hoogste technische civilisatie aan de wereld gebracht. Heden ten dage is er al weer een jonge garde. Zij werkt uit, wat de oude achterliet. Men spreekt over deze jonge garde lang zooveel niet als over de oude, omdat de levens loop van de eersten niet altijd zoo romantisch is als die der leden van oude garde. Maar de verdiensten der jonge generatie zijn niet minder; Edsel, de zoon van Henri Ford, heeft, toen hij de technische raticnaliseering verder doordreef, niet minder baanbrekend werk verricht dan zijn vader, die haar uitvond. Toch vindt men ook nog onder de jongeren dikwijls zoo'n zonderlinge Amerikaansche selfmade-carrière, welke regel was in den levensloop der ouderen. Daar hebben wij bijvoorbeeld Sig- nius Wilhelm Paul Knudsen, de pre sident der General Motors, de groot ste auto-industrie ter wereld, te Detroit. Knudsen is in zooverre een ware .pionier", daar zijn wieg in Kopen hagen stond. Daar bezocht hij ook de gewone lagere school. Een verdere opleiding heeft hij niet gehaddaar voor waren zijn ouders te arm. Toen hij negen jaar oud was, had hij maar één hartewenscheen rijwiel te be zitten. Hoe zekerder het werd, dat dat zijn vader hem er nooit een zou kunnen geven, des te meer verlangde hij er naar. Op zekeren dag echter, kreeg hij een idee. Hij stapte een Kopenhaagsche rij wielwerkplaats binnen en vroeg, of men daar werk voor hem had. Men drukte hem een bezem in de hand en liet hem eenige malen per dag de werkplaats aanvegen. In den loop der jaren kreeg hij zoo nu en dan ook andere werk zaamheden te verrichten in genoem de zaak. Na 13 jaar vervaardigde hij het eerste zoogenaamd „veilig heidsrijwiel'' In 1900 trok hij naar Amerika. Hij had genoord, dat men daar nog veel betere rijwielen maakte dan in Europa. Hij wenschte het beste rijwiel ter wereld te bezitten.... Te New York vond bij met zijn Kopenhaagsche ervaring werk als slotenmakersjongen. Hij werkte op scheepswerven en spoorwegwerk- plaatsen. Tenslotte bereikte hij het doel van zijn wenschen: een rijwielfabriek. Na één jaar was hij reeds afdeelings- chef in de pedaalafdeeling. In 1911 werd de fabriek veranderd in een rijwiel- en automobielfabriek. Zij kwam in handen van Henry Ford. Gedurende den wereldoorlog stond Knudsen aan het hoofd van een U-boot-afdeeling. In 1921 was hij de rechterhand van Ford geworden, in de daarop volgende jaren verliet hij hem echter ook. De General Motors, Fords grootste concurrenten, boden hem de plaats aan van vice-president met een jaarlijksch salaris van 150.000 dollar. In het begin van 1937 werd hij gekozen tot president. Zijn inkomen een^geheim van de belastingamb tenaren. Maar hij fietst nog altijd. „Dat houdt me jong en brengt me op goede ideeën", pleegt president Knud sen te zeggen. Knudsen is een groote, stevig ge gerust toevertrouwen kon. Daarbij kwam nog de overweging dat Netje, zonder zijn gezelschap, nooit gemakkelijk te bewegen was naar de Reigershorst te gaan en.... laten wij het maar bekennen, al ver zwijgt de oude knaap zelf het ook, omdat hij in slille nog steeds hoopte, dat er toch nog een verbintenis tot stand zou komen tusschen zijn Nel je en Alfred Delmotte. De andere gehuwde dochters van den ontvanger en hunne mannen be hoorden ook wel tot den vrienden kring van de bewoners der Reigers horst, maar ze kwamen daar toch niet zoo dikwijls op bezoekwat ook al eenigszins toe te schrijven was aan de zorg over de kinderen in de beide met een talrijk kroost gezegende gezinnen en de beroeps bezigheid der mannen. Schurkerij op Pampa-manier gestraft. Vader en dochter hadden zoo juist geluncht en stonden op het punt ieder op eigen gelegenheid uit te gaan. Dokter Delmotte ging met bloot hoofd naar de deur, waar hij af scheid nam van zijn dochter, die hij hielp opstijgen en in den zadel lichtte. Soledad droeg een eenvou (jdig eng aanslui'end wit rijcostuum en een roodfluweelen baret op 'f hoofd. Ik heb een consult met Wel- born in het ziekenhuis, zei de dokter, waarop waarschijnlijk een operatie zal volgen, zoodat de geheele na- fniddag er wel mee gemoeid zal wezen. De auto zal ik doorzenden bouwde man met blond haar, waarin thans grijze haren komen. Hij heeft een breed, joviaal gezicht, dat altijd gereed is om in een hartelijk lachen uit te barsten. In de auto-industrie beschouwt men hem als de hoogste autoriteit. Zijn 300.000 werknemers waardeeren in hem, dat hij als een der hunnen met hen omgaat. Zij weten, dat zij met hem kunnen praten. Hij spreekt gaarne met krantenmenschen. Wanneer hij met iemand in gesprek is, kijkt hij zijn bezoeker vriendelijk in de oogen en spreekt langzaam, doch levendig, hij schgnt nooit haast te hebben, maar hij verspilt ook geen tijd. lederen dag maakt Knudsen een rondgang door het fabriekencomplex van de General Motors. Ook heden ten dage interesseert hij zich nog voor het technische en den handen arbeid, daar zijn werkzaamheden thans alleen nog maar op administra tief en financieel gebied liggen. Hg Hij spreekt met de eenvoudige ar beiders. Zij noemen hem eenvoudig Bill. Knudsen haat den vaderlijken toon tegenover zijn personeel. Hij zegt, dat hij dat altijd als een ver nedering had aangevoeld, toen hij zelf nog handenarbeid verrichtte. Hij spreekt tot zijn arbeiders niet als een neerbuigende vader tot zijn zoon, doch als een man, die een groote verantwoording draagt, of een anderen man, die niet minder ge wichtig werk verricht. Over opvoeding heeft Knudsen zekere ideeën. „Een jongeman raad ik altijd aan," zoo zegt hij, „den een of anderen handenarbeid te leeren, het doet er niet toe, wat het is. In deze kamer bevindt zich geen enkel voorwerp, dat niet allereerst met de hand werd vervaardigd." Knudsen leeft in de rookerige, lawaaiige stad Detroit. Hij zou zijn kantoor ook in New-York kunnen opslaan, wanneer hij dat wilde. Maar hij prefereert het onmiddellijke con tact met het werk, waartoe hij zich geroepen voelde. Geregeld om 17 uur 30 verlaat hij zijn kantoor en rijdt aan het stuur van zijn auto naar huis toe. De afstand bedraagt acht kilometer de lange afstanden zijn de plagen van de Amerikaansche steden, die zich altijd zoo ver uit strekken. Zijn vrijheid wijdt hij aan gezellige gesprekken. Kort geleden heeft Knudsen uit eigen zak een half millioen dollaruit gegeven ten behoeve van een kinderziekenhuis. „Landen, die niet voor hun kinderen zorgen, zijn niets waard," meent hij. Knudsen heeft zelf vier kinderen. Drie dochters en een zoon. Deze laatste heeft zoo juist het eind diploma van de technische hooge- school te Massachuetts in zijn zak gekregen. Vanaf dat oogenblik doet bij, wat zijn vader altijd leerthij werkt in een slotenfabriek met eigen handen. Krakelingen. Twintig jaar Sovjet-Unie, We mogen al eens kankeren over i toestanden en opvattingen in het eigen land, elders is het óokniet alles. Denken we maar eens aan Spanje, Duitschland, China, Japan, Haïti, Dominica 'enz. En denken we daartoe eens aan Rusland! Twintig jaren achtereen heeten daar nu de arbeiders baas en dat jubileum is gevierd, met de grootste, ooit gehouden militaire parade. De arbeiders baas...In Rusland Van den geheelen Raad van Volks commissarissen, welke in Rusland, na de geslaagde bolsjewistische re volutie in 1917 aan het bewind kwam is slechts het lot van twee menschen „normaal". Stalin is dictator gewor den en Dybenko generaal. Alle overige Volkscommissarissen zijn ófwel „gestorven" „misschien" een natuurlijken dood ófwel ze zitten in de gevangenis, ófwel ze zijn verbannen, ófwel ze zgn geëxe cuteerd, ófwel ze hebben „zelfmoord" gepleegd na gevangenname, ófwel ze zijn van al hun functies ontheven en hun lot is „onbekend." Van het politieke bureau vaD 1917 is alleen Stalin nog over, de ove rigen zgn doodgeschoten, verbannen, in de gevangenis opgesloten of heb ben een onbekend lot ondergaan. Idem, idem is het gegaan met de leden van het Militaire Revolution- nair Comité van 1917. Idem, idem met het presidium vau het Sovjetcongres van 1917. Nadat Stalin de macht als dictator had veroverd, zijn al diens oude medewerkers verdwenen. Maar.... de arbeiders heeten baas in Rusland Omwille van deze fictie getroosten ze zich zelfs een arbeidsslavernij, welker omstandigheden een hoon zijn der beschaving. Laten we maar weer erkennen hier in ons landje leven we als in een Paradgs. Ondanks de kleine ver drietelijkheden, welke ons op dit dierbaar plekje grond niet worden bespaard. Om 34 centen l Als de menschen lust hebben om zich druk te maken om kleinigheden, dan hebben ze het eigenlijk te goed, dan steken hun de kruimels. Slagers schijnen het in het alge meen niet breed te hebben, maar het was toch blijkbaar anders gesteld met den slager, over wien „De Win kelier" een boekje open deed. Bedoelde slager had „kwestie" met een zijner klanten 't ging er om of op een bepaalden dag al of niet een half pond varkenslappen was geleverd, het ging om 34 centen. De klant had een rekening ge kregen van totaal f 1.40, maar slechis f 1.06 gegireerd, omdat de levering van de varkenslapjes werd ontkend. De slager gireerde de f 1.06 terug, eischte f 1.40 en maakte zijn vorde ring aanhangig bij de rechtbank, toen de klant betaling weigerde De rechtbank nam aan, dat de slager ongelijk had met bet instellen van een rechtsvordering om een zóó nietig bedrag. Anderzijds nam ze aan, dat de klant er niet in geslaagd was om aannemelijk te maken, dat de varkenslapjes met waren geleverd. Er werd dus schuld aan beide zgden vastgesteld en daarom bepaalde de rechtbank „Aan eischer behoort de helft van 't omstreden bedrag van 34 cent of 17 cent te worden toegewezen. Zijn vordering voor het restant of f 1.06 kan hem niet volgen, daar dit bedrag reeds is betaald, maar door eischer is teruggegireerd, zoodat eischer, naar wij aannemen zijn recht heeft verwerkt, dit alsnog in rechte op te vorderen. Gezien de betrekkelijke wetsarti kelen, rechtdoende, veroordeelen ge daagde om aan eischer tegen kwij ting te betalen de som van f 0-17 met de rente daarvan ad 5 pet. per jaar sedert den dag der dagvaardin; tot dien der voldoening, verklaren dit vonnis tot zoover uitvoerbaar bij voorraad en ontzeggen het meer gevorderde." Het slot der geschiedenis is dus, dat de slager van zijn rekening ad f 1.40, zeventien centen zal ontvan gen. En de noodige proceskosten krijgt te betalen. Ach, waren alle menschen wijs En deden daarbij wel, De waereld ware 'n Paradijs, Nu is zij vaak een hel. Heusch, we hebben het véél te goed op ons dierbaar plekje grond. De comedie van het leven. Ik wil volstrekt niet zeggen, dat het leven slechts comedie is, maar sommige menschen maken het er van. Ach, op hun manier leven ze misschien nog gelukkig ook. Denken we eens aan den slager uit ons vorige stukje. Die man had waarschijnlijk zóó'n hekel gekregen om de van Melles af te halen, dan heb jij straks gezelschap, zoodra je met je dressuur klaar bent. Adieu papa In een licht drafje reed zij weg, nagestaard door de bewonderende blikken van den vader en den gaucho die zoo juist uit het Mottenven kwam terugrijden. Soledad reed een driejarig bruin Argentijnsch paard, de trots van Nunzio, omdat het een afstammeling was van een der drie pampa paarden welke indertijd uit Argentié meege bracht waren. Het was een fraai, vurig rijdier, maar 't kon niet haler, bij den waar lijk bijna foutloozen hunter, die de dokter gewoon was te rijden. Nunzio had het jonge dier op zijne manier, die veel overeenkomst heeft met de Indiaansche paarden- dressuur, zoover gebracht, dat het een ruiter dulde en eenigermate luisterde. De dressuurmethode, welke de gaucho's aanwenden, staat echter lijnrecht tegenover de regels van de echte rijschool. Waar de in de ma nege geschoolde ruiter leert zijn paard steeds in de hand te hebben en de dieren dientengevolge ook, zooals men dat noemt, eenigszins met den bek op de hand van den ruiter steunen, rijden de gaucho's steeds met heel lossen of totaal ge- vierden teugel en besturen hun rij dier grootendeels met de beenen en met de stem. Probeert men nu zoo'n gaucho- knol in de hand te nemen met de leugels, zoodat hij het gebit ook maar even voelt, dan heeft 't steeds tot gevolg, dat het dier, zelfs als het in volle ren is, plotseling gaat stil staan, waarbij zelfs de best geschool den ruiter niet in den zadel blijft en de dieren trouwens zelf meesial over den kop gaan. Een gaucho neemt met zijn paard de hoogste of breedste hindernis, zonder de teugels verzameld of het dier in de hand te hebben; probeert een overigens goed geschoolde ruiter hem dit op dezelfde wijze na te doen dan loopt hij veel kans den hals te breken; probeerc hij echter het op gauchowijze gedresseerde paard met verzamelde teugels over een heg of sloot te brengen, dan zal de knol van de tien keer negenmaal over den kop gaan en met den ruiter vallen. Om nu het overigens goede en fraaie rijdier naar haar hand te zetten, reed Soledad er dagelijks een uur mee rond in een der beneden aan de helling van den heuvel ge legen afgeheinde weidekampen. De als manege ingerichte wei lag tamelijk beschut binnen doornhagen Daaromheen bevonden zich meer dere kleine weiden, waar de beste fokrunderen afgezonderd graasden. Ook waren daar veulenkampen voor de jonge paarden aangelegd. Toen Soledad den kleinen heuvel afreed, kwam de auto voor den dokter te halen, toen deze naar binnen ging om zijn hoed te halen. In dat oogenblik hóórde hij een hevig gegil, dat uit het achterhuis scheen te komen. Terstond ijlde de dokter daarheen om te zien wat er gebeurde In de achtergalerij liep hij legen j het dienstmeisje Dina, dat nog erg zenuwachtig gilde, terwijl een jonge met dezelfde verrassende werking als de poeders en tabletten bij hoofdpijn, griep, rheumatiek, menstruatiepijnen, tandpijn. DRAAG GEREGELD DE WITTE KRUIS CACHETS BIJ UI .ƒ- Voor Nederland: Dutim Oegstgeest Bij Apotheken en Drogisten aan zgn vroegere klant, dat 't hem alles waard werd om ze te dwingen tot het betalen van 34 cent en de kosten van een proces. Gesteld, dat de man die zaak gewonnen had, nou dan was-ie dolgelukkig geweest, 'n Poover geluk overigens. Wie het geloof als het hoogste goed beschouwt, verdraagt met lijd zaamheid armoede en tegenslag. Maar iemand wiens hoogste god z'n geld is, voelt zich met 'n millioen en 'n buurman van twee millioen, diep rampzalig. Zoo schijnt er in Overijssel een dame te wonen, die niet buiten comedie kan. U zult zeggen zoo zijn er méér. Maar deze dame kon niet buiten de comedie van anderen, opgevoerd als deze pleegt te worden op 'n tooneel. J.l. Zaterdagmiddag omstreeks half één, zagen automobilisten en fietsers op den rijksweg te Laren nabij de Vredelaan een auto, die in snelle vaart uit de richtiug van Baarn kwam en andere auto's wilde inhalen, zeer sterk naar links uit wijken, in een greppel duiken en op den hoogen overkant hiervan over den kop buitelen. De wagen stond met de vier wielen in de hoogte, toen men, het ergste verwachtende, te hulp snelde. Uit de omgekeerde deur wrong zich een dame, die achter het stuur had gezeten. De omstanders bogen zich bezorgd over haar heener werd om een dokter geroepen. De dame sprong overeind, greep uit den auto, waarvan de wielen nog niet tot bedaren waren gekomen, 'n spiegeltje uit haar taschje, betastte en bekeek twee groote builen op het voorhoofd en zuchtte „Als ik zoo maar vanavond naar de comedie kan." Vervolgens gaf zij last om een taxi te bestellen, die baar naar Amsterdam moest brengen. Haar Overijsselschen wagen liet zij achter om nagekeken te worden. Deze dame lag 'n ondeelbaar oogen blik op 't randje van het leven, maar ze verbleekte blijkbaar volstrekt niet voor de gaping der eeuwigheid. Onverschrokken Ik weet niet. Als het hoogste wat inhoud geeft aan een bepaald leven, de comedie is plus 'n zak- spiegeltje en 'n poederdoosje nou, dan hoef je niet te schrikken, als zoo'n leven op z'n kantje komt te liggen. Er kan nooit véél aan verloren gaan. Hoogstens 'n gemiste avond voorstelling. En de ziel van dat mensch dan Ja, 't is waar: we mogen niet over 'n menschen spreken, als ik deed. Maar je begrijpt soms niet, dat werkelijk alle menschen een ziel hebben. Kindervertrouwen. Hoe velen onzer zullen zich niet den tgd uit hun kinderjaren herin neren, dat wg begonnen met ons zelve vragen te stellen. Vragen, al maar vragen over het Leven, en toch durfden de meesten onzer deze vragen niet onder woorden te bren gen en bleven het raadselen voor ons, tot het nuchtere, koude leven ons voor reëele feiten stelde en de vragen helaas verdwenen. Kindervragen, gaat er niet iets teers en moois in ons om als wg hieraan denken? Zijn er niet velen onzer, die kinderen met hunne ant woorden zouden willen helpen, de kinderen op een mooie en zachte manier over veel heen helpen Zoodra een kind begint te loopen en te praten, begint het te vragen en de meeste menschen denken er niet meer bij, hoeveel een kindje tot zijn vijfde jaar al niet heeft moeten leeren en in zich opnemen. Het is wel tot het vgfde jaar, dat een kind de grootste hersengymnas tiek van zijn leven moet verrichten. kerel met een ongunstig uiterlijk haar nazat. Wat is er aan de hand, Dina vroeg de dokter. O, heer dokter, snikte het meisje, goed dat u komt. Die ge- meene kerel daar, heefl me vandaag en gisteren al een paar keer met vuile, gemeene taal lastig gevallen en zoo juist heeft hij geprobeerd mij aan te pakken, terwijl ik in de slaapkamer der senorita binnenging. Ik ben zoo verschrikkelijk van streek heer dokter De aangesprokene viel haar in de rede Wees maar bedaard,Dieoeke, die kerel zal je niet meer lastig vallen 1 Zich daarna tot den belager wen dend, bulderde hij dezen in 't ge zicht Maak dat je uit mijn oogen komt, ploert I Zeg tegen je baas, dat ik geen kerels van jouw slag in mijn huis wil hebben en dat hij een anderen monteur moet zenden om de verwarming na te zien. De monteur grijnslachte tegen den dokter. Sie brauchen sich so dick nicht zu macben, weil Ich mal ein Plasir mit 'ner Dirne habe mochle 1 Dat was te veel voor den dokter. Met een krachtigen greep pakte hij den kerel bij den kraag en duwde hem voor zich uit naar buiten. Op het bordes stiet hij hem van zich af en gaf hem nog een schop tegen zijn achterwerk, zoodat de vent languit beneden op het grint neertuimelde. Da du Hundsfott, scher dich fori, riep de verbolgen dokier hem nog na. Moeilijk stond de Duitscher op. De vuist ballend tegen den heer des huizes, riep hij Das werd ich Dir vergelten, Halunke, Geldprotz Nunzio, die het geraas binnens huis gehoord had en er niets van begreep, was buiten blijven wachten. Nu hij zijn heer in zoo groote ontstoken ontwaarde en den vreem den kerel de deur uit zag vliegen, wilde hij op dezen af en had reeds de hand naar zijn breed gauchomes itgestrekt. De dokter zag het en riep hem toe in 'tBrazilaansch: Laat 't schoelje loopen, kerel 1 Onwillekeurig hield de trouwe dienaar zijn paard in. De zoo hardhandig uit het huis verwijderde monteur droop verder s'il af. De man was gezonden door den installateur uit het naburige Duitsche grensplaatsje, die indertijd de centrale verwarming op de Rei- gershorst had aangelegd. Daar er iets aan mankeerde, moest dit voor den wiQter in orde gemaakt worden en daarmee was de monteur reeds gedurende een paar dagen bezig ge weest. Het geruchl maken de voorval was hiermee afgeloopen, De -dokter had spce Jig zijn gewone kalmte herkregen. Hij ging met de auto naar hel nieuwe ziekenhuis Dit was nog maar betrekkelijk kort geopend, doch bleek reeds een groote zegen te zijn, niet alleen voor Holtum, maar ook voor de omlig gende plaatsen. Men wist, dat de beroemde chi rurg en professor Delmotte in alle

Peel en Maas | 1937 | | pagina 9