DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
HUK
witte
kruis
Cachet
Smeulend vuur.
/2l mdr dan v& j'
Zaterdag 27 November 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 4$
Onoverwinlijk.
„Gij zijt Petru3, dat is steenrots;
op deze steenrots zal ik mijne Kerk
bouwen en de poorten der hel zullen
baar niet overweldigen."
Negentien eeuwen rijzen uit 't ver
leden op en bekrachtigen die god
delijke woorden aan Jezus mond ont
vallen. Nieuwe eeuwen dagen in 't
verschiet, maar gelijk het was. gelijk
het is, zóó zal het zijn tot 't einde
der einden: de Kerk is onoverwinnelijk.
Jezus stierf aan 't kruis in 't jaar
33. Zijn lijk werd in 't graf gelegd,
de deksteen toegezegeld en trouwe
wachten aangesteld; de derde dag
brak aan en Jezus stond op: Hij was
verrezen.
In 't jaar 105 schreef een Romein-
sche landvoogd tot keizer Trajan:
„Nog eenige weken en, dank aan de
vervolging, 't ras der christenen is
uitgeroeid. Drie eeuwen lang duurde
die verschrikkelijke vervolging en,
trots alles, 't christendom spreidde
zich uit van dag tot dag: uit 't bloed
der martelaren stegen legioenen
christenen op.
Keizer Diocletiaan liet in het jaar
303 een medaille slaan met dit op
schrift: „Nomine Christiano delecto"
(De naam der christenen is verdelgd),
en 3 jaar later steeg Konstantinus
de Groote op zijnen troon en be
schermde overal de inplanting van
het christendom.
In 't jaar 381 pochte Julianus de
Apostaat er op Kerk en christenen uit
te roeien: in 363 reeds viel hij en
zijne hand afdruipende van zijn eigen
bloed ten hemel verheffende, riep hij
in eenen laatsten aanval: „Gij, Chris
tus, hebt mij overwonnen."
De Muzelmannen hadden den dood
van het christendom gezworen, in
't jaar 732 vielen zij in Europa,
't Zelfde jaar reeds werd n zij door
Karei Martel verslagen en tot over
de Pyreneeën verjaagd.
Hendrik VIII, koning van Engeland,
verloochende in 1534 zijn geloof en
sleepte heel zijn land mede in zijnen
val; in 1547 reeds stierf hij als slacht
offer zijner verbeestende driften.
In 1546 scheurde Luther zich af
van de Roomsche Katholieke Kerk
en, na overal zijn dwaalleer te hebben
verspreid, riep hij uit: „O Paus, "k
was voor u de pest tijdens raijnleven,
na mijnen dood wordt ik uw verderf."
't Zelfde jaar stierf hij terwijl hij
wanhopend kermde: „Wee, wee, de
hemel is voor mij gesloten V'
Voltaire, de verderfelijkste der god-
delooze wijsgeeren, schreef in 1758:
Ik ben lastig als ik zeggen
hoor, dat twaalf mannen er in luk
ten den katholieken godsdienst te
stichten; ik wil doen zien, ik, dat
één man voldoende is om hem te
vernietigen.
In 1778 stierf hij als een verdoem
de, terwijl hij klaagde en jammerde;
„Ik ben verlaten van God en van
menschen
In 1798 sloot de Fransche omwen
teling de kloosters en vermoordde
de priesters: de kerken werden ont
heiligd en aan de godin der rede
toegewijd. Napoleon stond op, tee-
kende in 1801 het concordaat en
heropende de kerken.
Jules Ferry, Fransche Staatsman,
dierf, als hij zekeren dag, in 1860,
voor de kerk van 't Heilig Graf te
Parijs ging uitroepen:
Binnen twintig jaar is 'i op
gevouwen met de laatste kerk
In 1893 stierf hij.
Nu zijn we in 1937.
Overal staan nieuwe vervolgers
op, hier te lande gelijk elders; apos
telen der duisternis. Ze hebben het
tegen de Kerk en den Roomsch Ka
tholieken godsdienst-
Maar de Kerk blijft staan.
De godsdienst roeit men niet uit
de harten der menschen.
De Ster.
FEUILLETON.
Van fietsjongen tot
president der grootste
auto-industrie
ter wereld.
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden
31.
Van het afscheid le schrijven, zou
maar een droevig hoofdstuk op
leveren. Daarom zullen we er maar
niets anders van zeggen, dan dat
het hartroerend was wat niet ver-
wonderen kan, als men bedenkt, dat
de jongelui een groot gedeelte van
hun leven te samen doorgebracht
en als zusters en broer met elkaar
omgegaan waren. Een paar scherpe
opmerkers konden zelfs de gedachte
niet van zich afzetten, dat tusschen
Lucien en Soledad eene meer dan
kameraadschappelijke genegenheid in
de ontwikkeling was.
Na het vertrek der gasten waren
vader en dochttr hoofdzakelijk op
eikaars gezelschap aangewezen. Dik
wijls echter reed Soledad naar het
dorp om tante Netje, zoo als zij ze
nog altijd noemde, en oom ontvanger
naar de Reigershorst te halen.
De oude heer, die zich nog zeer
kras hield, deed dat zeer gaarne,
want hij ging met groote voorliefde
naar het mooie landgoed en voelde
in zijn goedhartigheid, dat hij ver
plicht was iets bij te dragen om
den droefgeestigen landheer op te
vroolijkeneene taak, welke men
den jovialen, geesligen ouden snaak
Dat Amerika nog steeds het land
blijft, waar men sprookjesachtige
carrières aantreft, bewijst de levens
geschiedenis van ISignius Wilhelm
Paul Knudsen.
De oude garde van Amerikaansche
pionieren, zooals Ford, Rockefeller
Carnegie Schwab enz., is al bijna
legendarisch geworden. Zrj hebben de
hoogste technische civilisatie aan
de wereld gebracht.
Heden ten dage is er al weer een
jonge garde. Zij werkt uit, wat de
oude achterliet. Men spreekt over
deze jonge garde lang zooveel niet
als over de oude, omdat de levens
loop van de eersten niet altijd zoo
romantisch is als die der leden van
oude garde.
Maar de verdiensten der jonge
generatie zijn niet minder; Edsel, de
zoon van Henri Ford, heeft, toen hij
de technische raticnaliseering verder
doordreef, niet minder baanbrekend
werk verricht dan zijn vader, die
haar uitvond.
Toch vindt men ook nog onder de
jongeren dikwijls zoo'n zonderlinge
Amerikaansche selfmade-carrière,
welke regel was in den levensloop
der ouderen.
Daar hebben wij bijvoorbeeld Sig-
nius Wilhelm Paul Knudsen, de pre
sident der General Motors, de groot
ste auto-industrie ter wereld, te
Detroit.
Knudsen is in zooverre een ware
.pionier", daar zijn wieg in Kopen
hagen stond. Daar bezocht hij ook
de gewone lagere school. Een verdere
opleiding heeft hij niet gehaddaar
voor waren zijn ouders te arm. Toen
hij negen jaar oud was, had hij maar
één hartewenscheen rijwiel te be
zitten. Hoe zekerder het werd, dat
dat zijn vader hem er nooit een zou
kunnen geven, des te meer verlangde
hij er naar.
Op zekeren dag echter, kreeg hij
een idee.
Hij stapte een Kopenhaagsche rij
wielwerkplaats binnen en vroeg, of
men daar werk voor hem had.
Men drukte hem een bezem in de
hand en liet hem eenige malen per
dag de werkplaats aanvegen.
In den loop der jaren kreeg hij
zoo nu en dan ook andere werk
zaamheden te verrichten in genoem
de zaak. Na 13 jaar vervaardigde
hij het eerste zoogenaamd „veilig
heidsrijwiel''
In 1900 trok hij naar Amerika.
Hij had genoord, dat men daar
nog veel betere rijwielen maakte dan
in Europa. Hij wenschte het beste
rijwiel ter wereld te bezitten....
Te New York vond bij met zijn
Kopenhaagsche ervaring werk als
slotenmakersjongen. Hij werkte op
scheepswerven en spoorwegwerk-
plaatsen.
Tenslotte bereikte hij het doel van
zijn wenschen: een rijwielfabriek. Na
één jaar was hij reeds afdeelings-
chef in de pedaalafdeeling.
In 1911 werd de fabriek veranderd
in een rijwiel- en automobielfabriek.
Zij kwam in handen van Henry
Ford. Gedurende den wereldoorlog
stond Knudsen aan het hoofd van
een U-boot-afdeeling.
In 1921 was hij de rechterhand
van Ford geworden, in de daarop
volgende jaren verliet hij hem echter
ook. De General Motors, Fords
grootste concurrenten, boden hem de
plaats aan van vice-president met
een jaarlijksch salaris van 150.000
dollar.
In het begin van 1937 werd hij
gekozen tot president. Zijn inkomen
een^geheim van de belastingamb
tenaren.
Maar hij fietst nog altijd. „Dat
houdt me jong en brengt me op
goede ideeën", pleegt president Knud
sen te zeggen.
Knudsen is een groote, stevig ge
gerust toevertrouwen kon.
Daarbij kwam nog de overweging
dat Netje, zonder zijn gezelschap,
nooit gemakkelijk te bewegen was
naar de Reigershorst te gaan en....
laten wij het maar bekennen, al ver
zwijgt de oude knaap zelf het ook,
omdat hij in slille nog steeds hoopte,
dat er toch nog een verbintenis tot
stand zou komen tusschen zijn Nel je
en Alfred Delmotte.
De andere gehuwde dochters van
den ontvanger en hunne mannen be
hoorden ook wel tot den vrienden
kring van de bewoners der Reigers
horst, maar ze kwamen daar toch
niet zoo dikwijls op bezoekwat
ook al eenigszins toe te schrijven
was aan de zorg over de kinderen
in de beide met een talrijk kroost
gezegende gezinnen en de beroeps
bezigheid der mannen.
Schurkerij op Pampa-manier
gestraft.
Vader en dochter hadden zoo juist
geluncht en stonden op het punt
ieder op eigen gelegenheid uit te
gaan.
Dokter Delmotte ging met bloot
hoofd naar de deur, waar hij af
scheid nam van zijn dochter, die hij
hielp opstijgen en in den zadel
lichtte. Soledad droeg een eenvou
(jdig eng aanslui'end wit rijcostuum
en een roodfluweelen baret op 'f
hoofd.
Ik heb een consult met Wel-
born in het ziekenhuis, zei de dokter,
waarop waarschijnlijk een operatie
zal volgen, zoodat de geheele na-
fniddag er wel mee gemoeid zal
wezen. De auto zal ik doorzenden
bouwde man met blond haar, waarin
thans grijze haren komen. Hij heeft
een breed, joviaal gezicht, dat altijd
gereed is om in een hartelijk lachen
uit te barsten.
In de auto-industrie beschouwt
men hem als de hoogste autoriteit.
Zijn 300.000 werknemers waardeeren
in hem, dat hij als een der hunnen
met hen omgaat. Zij weten, dat zij
met hem kunnen praten. Hij spreekt
gaarne met krantenmenschen.
Wanneer hij met iemand in gesprek
is, kijkt hij zijn bezoeker vriendelijk
in de oogen en spreekt langzaam,
doch levendig, hij schgnt nooit haast
te hebben, maar hij verspilt ook geen
tijd.
lederen dag maakt Knudsen een
rondgang door het fabriekencomplex
van de General Motors. Ook heden
ten dage interesseert hij zich nog
voor het technische en den handen
arbeid, daar zijn werkzaamheden
thans alleen nog maar op administra
tief en financieel gebied liggen. Hg
Hij spreekt met de eenvoudige ar
beiders. Zij noemen hem eenvoudig
Bill. Knudsen haat den vaderlijken
toon tegenover zijn personeel. Hij
zegt, dat hij dat altijd als een ver
nedering had aangevoeld, toen hij
zelf nog handenarbeid verrichtte. Hij
spreekt tot zijn arbeiders niet als
een neerbuigende vader tot zijn zoon,
doch als een man, die een groote
verantwoording draagt, of een
anderen man, die niet minder ge
wichtig werk verricht.
Over opvoeding heeft Knudsen
zekere ideeën. „Een jongeman raad
ik altijd aan," zoo zegt hij, „den een
of anderen handenarbeid te leeren,
het doet er niet toe, wat het is. In
deze kamer bevindt zich geen enkel
voorwerp, dat niet allereerst met de
hand werd vervaardigd."
Knudsen leeft in de rookerige,
lawaaiige stad Detroit. Hij zou zijn
kantoor ook in New-York kunnen
opslaan, wanneer hij dat wilde. Maar
hij prefereert het onmiddellijke con
tact met het werk, waartoe hij zich
geroepen voelde. Geregeld om 17 uur
30 verlaat hij zijn kantoor en rijdt
aan het stuur van zijn auto naar
huis toe. De afstand bedraagt acht
kilometer de lange afstanden zijn
de plagen van de Amerikaansche
steden, die zich altijd zoo ver uit
strekken. Zijn vrijheid wijdt hij aan
gezellige gesprekken. Kort geleden
heeft Knudsen uit eigen zak een half
millioen dollaruit gegeven ten behoeve
van een kinderziekenhuis. „Landen,
die niet voor hun kinderen zorgen,
zijn niets waard," meent hij.
Knudsen heeft zelf vier kinderen.
Drie dochters en een zoon. Deze
laatste heeft zoo juist het eind
diploma van de technische hooge-
school te Massachuetts in zijn zak
gekregen. Vanaf dat oogenblik doet
bij, wat zijn vader altijd leerthij
werkt in een slotenfabriek met
eigen handen.
Krakelingen.
Twintig jaar Sovjet-Unie,
We mogen al eens kankeren over
i toestanden en opvattingen in het
eigen land, elders is het óokniet
alles. Denken we maar eens aan
Spanje, Duitschland, China, Japan,
Haïti, Dominica 'enz.
En denken we daartoe eens aan
Rusland! Twintig jaren achtereen
heeten daar nu de arbeiders baas en
dat jubileum is gevierd, met de
grootste, ooit gehouden militaire
parade.
De arbeiders baas...In Rusland
Van den geheelen Raad van Volks
commissarissen, welke in Rusland,
na de geslaagde bolsjewistische re
volutie in 1917 aan het bewind kwam
is slechts het lot van twee menschen
„normaal". Stalin is dictator gewor
den en Dybenko generaal.
Alle overige Volkscommissarissen
zijn ófwel „gestorven" „misschien"
een natuurlijken dood ófwel ze
zitten in de gevangenis, ófwel ze
zijn verbannen, ófwel ze zgn geëxe
cuteerd, ófwel ze hebben „zelfmoord"
gepleegd na gevangenname, ófwel ze
zijn van al hun functies ontheven en
hun lot is „onbekend."
Van het politieke bureau vaD 1917
is alleen Stalin nog over, de ove
rigen zgn doodgeschoten, verbannen,
in de gevangenis opgesloten of heb
ben een onbekend lot ondergaan.
Idem, idem is het gegaan met de
leden van het Militaire Revolution-
nair Comité van 1917.
Idem, idem met het presidium vau
het Sovjetcongres van 1917.
Nadat Stalin de macht als dictator
had veroverd, zijn al diens oude
medewerkers verdwenen.
Maar.... de arbeiders heeten
baas in Rusland
Omwille van deze fictie getroosten
ze zich zelfs een arbeidsslavernij,
welker omstandigheden een hoon zijn
der beschaving.
Laten we maar weer erkennen
hier in ons landje leven we als in
een Paradgs. Ondanks de kleine ver
drietelijkheden, welke ons op dit
dierbaar plekje grond niet worden
bespaard.
Om 34 centen l
Als de menschen lust hebben om
zich druk te maken om kleinigheden,
dan hebben ze het eigenlijk te goed,
dan steken hun de kruimels.
Slagers schijnen het in het alge
meen niet breed te hebben, maar
het was toch blijkbaar anders gesteld
met den slager, over wien „De Win
kelier" een boekje open deed.
Bedoelde slager had „kwestie" met
een zijner klanten 't ging er om
of op een bepaalden dag al of niet
een half pond varkenslappen was
geleverd, het ging om 34 centen.
De klant had een rekening ge
kregen van totaal f 1.40, maar slechis
f 1.06 gegireerd, omdat de levering
van de varkenslapjes werd ontkend.
De slager gireerde de f 1.06 terug,
eischte f 1.40 en maakte zijn vorde
ring aanhangig bij de rechtbank,
toen de klant betaling weigerde
De rechtbank nam aan, dat de
slager ongelijk had met bet instellen
van een rechtsvordering om een zóó
nietig bedrag. Anderzijds nam ze
aan, dat de klant er niet in geslaagd
was om aannemelijk te maken, dat
de varkenslapjes met waren geleverd.
Er werd dus schuld aan beide zgden
vastgesteld en daarom bepaalde de
rechtbank
„Aan eischer behoort de helft van
't omstreden bedrag van 34 cent of
17 cent te worden toegewezen. Zijn
vordering voor het restant of f 1.06
kan hem niet volgen, daar dit bedrag
reeds is betaald, maar door eischer
is teruggegireerd, zoodat eischer,
naar wij aannemen zijn recht heeft
verwerkt, dit alsnog in rechte op te
vorderen.
Gezien de betrekkelijke wetsarti
kelen, rechtdoende, veroordeelen ge
daagde om aan eischer tegen kwij
ting te betalen de som van f 0-17
met de rente daarvan ad 5 pet. per
jaar sedert den dag der dagvaardin;
tot dien der voldoening, verklaren
dit vonnis tot zoover uitvoerbaar bij
voorraad en ontzeggen het meer
gevorderde."
Het slot der geschiedenis is dus,
dat de slager van zijn rekening ad
f 1.40, zeventien centen zal ontvan
gen. En de noodige proceskosten
krijgt te betalen.
Ach, waren alle menschen wijs
En deden daarbij wel,
De waereld ware 'n Paradijs,
Nu is zij vaak een hel.
Heusch, we hebben het véél te goed
op ons dierbaar plekje grond.
De comedie van het leven.
Ik wil volstrekt niet zeggen, dat
het leven slechts comedie is, maar
sommige menschen maken het er
van. Ach, op hun manier leven ze
misschien nog gelukkig ook.
Denken we eens aan den slager
uit ons vorige stukje. Die man had
waarschijnlijk zóó'n hekel gekregen
om de van Melles af te halen, dan
heb jij straks gezelschap, zoodra je
met je dressuur klaar bent.
Adieu papa
In een licht drafje reed zij weg,
nagestaard door de bewonderende
blikken van den vader en den gaucho
die zoo juist uit het Mottenven
kwam terugrijden.
Soledad reed een driejarig bruin
Argentijnsch paard, de trots van
Nunzio, omdat het een afstammeling
was van een der drie pampa paarden
welke indertijd uit Argentié meege
bracht waren.
Het was een fraai, vurig rijdier,
maar 't kon niet haler, bij den waar
lijk bijna foutloozen hunter, die de
dokter gewoon was te rijden.
Nunzio had het jonge dier op
zijne manier, die veel overeenkomst
heeft met de Indiaansche paarden-
dressuur, zoover gebracht, dat het
een ruiter dulde en eenigermate
luisterde.
De dressuurmethode, welke de
gaucho's aanwenden, staat echter
lijnrecht tegenover de regels van de
echte rijschool. Waar de in de ma
nege geschoolde ruiter leert zijn
paard steeds in de hand te hebben
en de dieren dientengevolge ook,
zooals men dat noemt, eenigszins
met den bek op de hand van den
ruiter steunen, rijden de gaucho's
steeds met heel lossen of totaal ge-
vierden teugel en besturen hun rij
dier grootendeels met de beenen en
met de stem.
Probeert men nu zoo'n gaucho-
knol in de hand te nemen met de
leugels, zoodat hij het gebit ook
maar even voelt, dan heeft 't steeds
tot gevolg, dat het dier, zelfs als het
in volle ren is, plotseling gaat stil
staan, waarbij zelfs de best geschool
den ruiter niet in den zadel blijft en
de dieren trouwens zelf meesial over
den kop gaan.
Een gaucho neemt met zijn paard
de hoogste of breedste hindernis,
zonder de teugels verzameld of het
dier in de hand te hebben; probeert
een overigens goed geschoolde ruiter
hem dit op dezelfde wijze na te doen
dan loopt hij veel kans den hals te
breken; probeerc hij echter het op
gauchowijze gedresseerde paard met
verzamelde teugels over een heg of
sloot te brengen, dan zal de knol
van de tien keer negenmaal over
den kop gaan en met den ruiter
vallen.
Om nu het overigens goede en
fraaie rijdier naar haar hand te
zetten, reed Soledad er dagelijks een
uur mee rond in een der beneden
aan de helling van den heuvel ge
legen afgeheinde weidekampen.
De als manege ingerichte wei lag
tamelijk beschut binnen doornhagen
Daaromheen bevonden zich meer
dere kleine weiden, waar de beste
fokrunderen afgezonderd graasden.
Ook waren daar veulenkampen voor
de jonge paarden aangelegd.
Toen Soledad den kleinen heuvel
afreed, kwam de auto voor den
dokter te halen, toen deze naar
binnen ging om zijn hoed te halen.
In dat oogenblik hóórde hij een
hevig gegil, dat uit het achterhuis
scheen te komen.
Terstond ijlde de dokter daarheen
om te zien wat er gebeurde
In de achtergalerij liep hij legen
j het dienstmeisje Dina, dat nog erg
zenuwachtig gilde, terwijl een jonge
met dezelfde
verrassende
werking als de
poeders en tabletten
bij hoofdpijn, griep, rheumatiek,
menstruatiepijnen, tandpijn.
DRAAG GEREGELD DE WITTE KRUIS
CACHETS BIJ UI .ƒ-
Voor Nederland: Dutim Oegstgeest
Bij Apotheken en Drogisten
aan zgn vroegere klant, dat 't hem
alles waard werd om ze te dwingen
tot het betalen van 34 cent en de
kosten van een proces. Gesteld, dat
de man die zaak gewonnen had, nou
dan was-ie dolgelukkig geweest, 'n
Poover geluk overigens.
Wie het geloof als het hoogste
goed beschouwt, verdraagt met lijd
zaamheid armoede en tegenslag.
Maar iemand wiens hoogste god z'n
geld is, voelt zich met 'n millioen en
'n buurman van twee millioen, diep
rampzalig.
Zoo schijnt er in Overijssel een
dame te wonen, die niet buiten
comedie kan. U zult zeggen zoo
zijn er méér. Maar deze dame kon
niet buiten de comedie van anderen,
opgevoerd als deze pleegt te worden
op 'n tooneel.
J.l. Zaterdagmiddag omstreeks
half één, zagen automobilisten en
fietsers op den rijksweg te Laren
nabij de Vredelaan een auto, die in
snelle vaart uit de richtiug van
Baarn kwam en andere auto's wilde
inhalen, zeer sterk naar links uit
wijken, in een greppel duiken en op
den hoogen overkant hiervan over
den kop buitelen. De wagen stond
met de vier wielen in de hoogte,
toen men, het ergste verwachtende,
te hulp snelde. Uit de omgekeerde
deur wrong zich een dame, die
achter het stuur had gezeten. De
omstanders bogen zich bezorgd over
haar heener werd om een dokter
geroepen. De dame sprong overeind,
greep uit den auto, waarvan de
wielen nog niet tot bedaren waren
gekomen, 'n spiegeltje uit haar
taschje, betastte en bekeek twee
groote builen op het voorhoofd en
zuchtte „Als ik zoo maar vanavond
naar de comedie kan." Vervolgens
gaf zij last om een taxi te bestellen,
die baar naar Amsterdam moest
brengen. Haar Overijsselschen
wagen liet zij achter om nagekeken
te worden.
Deze dame lag 'n ondeelbaar oogen
blik op 't randje van het leven, maar
ze verbleekte blijkbaar volstrekt
niet voor de gaping der eeuwigheid.
Onverschrokken
Ik weet niet. Als het hoogste wat
inhoud geeft aan een bepaald leven,
de comedie is plus 'n zak-
spiegeltje en 'n poederdoosje nou,
dan hoef je niet te schrikken, als
zoo'n leven op z'n kantje komt te
liggen.
Er kan nooit véél aan verloren
gaan. Hoogstens 'n gemiste avond
voorstelling.
En de ziel van dat mensch dan
Ja, 't is waar: we mogen niet over
'n menschen spreken, als ik deed.
Maar je begrijpt soms niet, dat
werkelijk alle menschen een ziel
hebben.
Kindervertrouwen.
Hoe velen onzer zullen zich niet
den tgd uit hun kinderjaren herin
neren, dat wg begonnen met ons
zelve vragen te stellen. Vragen, al
maar vragen over het Leven, en
toch durfden de meesten onzer deze
vragen niet onder woorden te bren
gen en bleven het raadselen voor
ons, tot het nuchtere, koude leven
ons voor reëele feiten stelde en de
vragen helaas verdwenen.
Kindervragen, gaat er niet iets
teers en moois in ons om als wg
hieraan denken? Zijn er niet velen
onzer, die kinderen met hunne ant
woorden zouden willen helpen, de
kinderen op een mooie en zachte
manier over veel heen helpen
Zoodra een kind begint te loopen
en te praten, begint het te vragen
en de meeste menschen denken er
niet meer bij, hoeveel een kindje tot
zijn vijfde jaar al niet heeft moeten
leeren en in zich opnemen.
Het is wel tot het vgfde jaar, dat
een kind de grootste hersengymnas
tiek van zijn leven moet verrichten.
kerel met een ongunstig uiterlijk haar
nazat.
Wat is er aan de hand, Dina
vroeg de dokter.
O, heer dokter, snikte het
meisje, goed dat u komt. Die ge-
meene kerel daar, heefl me vandaag
en gisteren al een paar keer met
vuile, gemeene taal lastig gevallen en
zoo juist heeft hij geprobeerd mij
aan te pakken, terwijl ik in de
slaapkamer der senorita binnenging.
Ik ben zoo verschrikkelijk van streek
heer dokter
De aangesprokene viel haar in de
rede
Wees maar bedaard,Dieoeke,
die kerel zal je niet meer lastig
vallen 1
Zich daarna tot den belager wen
dend, bulderde hij dezen in 't ge
zicht
Maak dat je uit mijn oogen
komt, ploert I Zeg tegen je baas,
dat ik geen kerels van jouw slag in
mijn huis wil hebben en dat hij een
anderen monteur moet zenden om
de verwarming na te zien.
De monteur grijnslachte tegen den
dokter.
Sie brauchen sich so dick nicht
zu macben, weil Ich mal ein Plasir
mit 'ner Dirne habe mochle 1
Dat was te veel voor den dokter.
Met een krachtigen greep pakte hij
den kerel bij den kraag en duwde
hem voor zich uit naar buiten.
Op het bordes stiet hij hem van
zich af en gaf hem nog een schop
tegen zijn achterwerk, zoodat de
vent languit beneden op het grint
neertuimelde.
Da du Hundsfott, scher dich
fori, riep de verbolgen dokier hem
nog na.
Moeilijk stond de Duitscher op.
De vuist ballend tegen den heer des
huizes, riep hij
Das werd ich Dir vergelten,
Halunke, Geldprotz
Nunzio, die het geraas binnens
huis gehoord had en er niets van
begreep, was buiten blijven wachten.
Nu hij zijn heer in zoo groote
ontstoken ontwaarde en den vreem
den kerel de deur uit zag vliegen,
wilde hij op dezen af en had reeds
de hand naar zijn breed gauchomes
itgestrekt.
De dokter zag het en riep hem
toe in 'tBrazilaansch: Laat 't schoelje
loopen, kerel 1
Onwillekeurig hield de trouwe
dienaar zijn paard in.
De zoo hardhandig uit het huis
verwijderde monteur droop verder
s'il af. De man was gezonden door
den installateur uit het naburige
Duitsche grensplaatsje, die indertijd
de centrale verwarming op de Rei-
gershorst had aangelegd. Daar er
iets aan mankeerde, moest dit voor
den wiQter in orde gemaakt worden
en daarmee was de monteur reeds
gedurende een paar dagen bezig ge
weest.
Het geruchl maken de voorval was
hiermee afgeloopen,
De -dokter had spce Jig zijn gewone
kalmte herkregen. Hij ging met de
auto naar hel nieuwe ziekenhuis
Dit was nog maar betrekkelijk
kort geopend, doch bleek reeds een
groote zegen te zijn, niet alleen voor
Holtum, maar ook voor de omlig
gende plaatsen.
Men wist, dat de beroemde chi
rurg en professor Delmotte in alle