TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS De werkloozen ten plattelande. FEUILLETON. Smeulend vuur. Het typebedrijf van kleine boerderijtjes. Uw kind zal morgen niet meer hoesten AKKER's versièrkte ABDIJSIROOP Zaterdag 30 October 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 44 DIENSTPLICHT. De Burgemeester van Venray brengt ter kennis van belangheb benden a. In Januari 1938 houdt de her- keuringsraad in eenige gemeenten zitting. b. De Voorzitter van den Her- keuringsraad kan aan personen, die voor de lichting 1938 of voor een vroegere lichting zijn ingeschreven, voor zoover zij nog niet bij de land- of de zeemacht zijn ingelijfd, of wel reeds daarbij zijn ingelijfd, doch nog niet als dienstplichtige in werkelijken dienst zijn geweest, de gelegenheid geven om bij genoemden raad een onderzoek naar hun geschiktheid voor den dienstplicht te ondergaan. c. Voor zoover de Minister van Defensie niet anders bepaald, worden tot het onderzoek niet toegelaten vrijwilligers, behoorende tot de land macht uitgezonderd den vrijwil- ligen landstorm tot de zeemacht of tot de overzeesche weermacht, alsmede personen, die bestemd zijn tot buitengewoon dienstplichtige, of als zoodanig zijn ingelijfd en voorts zij, die in 1937 tijdelijk ongeschikt voor den dienst werden verklaard. d. Overigens wordt een persoon, als bedoeld onder b tot het onder zoek slechts toegelaten, indien door hem of te zijnen behoeve daartoe een aanvraag wordt gedaan en in de aanvraag aannemelijk wordt gemaakt, zoo het een persoon geldt, die in 1937 door een der keurings raden geschikt werd verklaard, dat hü na de uitspraak van den keurings- raad vermoedelijk ongeschikt voor den dienst is geworden en zoo het een persoon geldt, omtrent wien in 1937 geen der keuringsraden uit spraak deed, dat hij vermoedelijk ongeschikt is voor den dienst. c. Hij, die de aanvraag doet, behoort daarbij zoo eenigszins mogelijk een geneeskundige verkla ring over te leggen, waaruit de ver moedelijke ongeschiktheid van den ingeschrevene blijkt, en moet voorts in de aanvraag ten aanzien van den persoon vermelden: 1. ziijn geslachtsnaam en voor namen. 2. het jaar en den datum zijner geboorte. 3. de gemeente waar hg voorden dienstplicht is ingeschreven. 4. de lichting waar hij voor den dienstplicht is ingeschreven. 5. het korps, korpsonderdeel of dienstvak, waaraan hij is toegewezen of waartoe hg behoort en het tijd- vak of den datum, voor zgn inlgving of zgne opkomst in werkelijke dienst vastgesteld, een en ander voor zoo ver het hem bekend is. 6 zgn volledig adres. 7 of hg in 1937 voor een der keuringsraden is verschenen en zoo ja, hoe de uitspraak van dien raad luidde. f. De aanvraag moet worden ge richt aan den Voorzitter van den Herkeuringsraad en zoo spoedig mogelgk aan dezen worden toege zonden onder het volgende adres; „Aan den Voorzitter van den Herkeuringsraad, Gebouw Depar tement van Defensie. Plein 4 's Gravenhage. g. De aanvraag behoeft niet op gezegeld papier te worden geschreven maar moet wel gefrankeerd worden verzonden. Venray, 21 Oct. 1937. De Burgemeester van Venray, G. H. HOUBEN 1. b. Een schreeuw om rechtvaardigheid. Het 14-daagsch tijdschrift van de R.K. Staatspartij „De Op- marsch" vestigde nog eens de Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 27. Den volgenden dag bracht de waarde moeder hem een klein, net ingebonden boekje. Lees dit, mijn vriend, zei ze, het is een boek dat iedereen kan lezen. De sceptisch gestemde lijder, die geen groote verwachting had van het letteikundige oordeel der kloos tervrouw, nam desniettemin het boek dankbaar aan en begon er eens in te kijken, toen de moeder overste ver trokken was. Het was een Fransche uitgave van de navolging van Christus, een boek waarvan de patiënt veel gehoord, maar dat hij nooit gelezen bad. - Kent u het vroeg de abt aan dokter Delmotte. Neennatuurlijk heb ik er echter vaak over hooren spreken. Welnu, het is geen werk van bepaald apologetische strekking, maar de eenvoudige waarheden welke het bevat zijn van dien aard, dat de ongeloovige die ze leest er vaak plotseling door verlicht wordt. De Dultsche oogarts, waarvan ik u sprak, had achtereenvolgens een paar hoofdstukken gelezen, toen een eenvoudige zinsnede in het derde hoofdstuk van het eerste boek hem aandacht op den oproep van den Arnhemschen wethouder van Sociale Zaken, de heer Matser, gericht tot de plaatse lijke instanties om toch vooral den toestand der werkloozen ten platteland zooveel mogelijk te verbeteren. Om het groote belang van deze zaak laten we hier het ernstig betoog van den heer Matser volgen. Uiteraard zijn de gevolgen der werkloosheid door den langen duur daarvan steeds meer merk baar. Groote achterstand in nood zakelijke kleeding, dekking, schoeisel enz.; het huisraad ver toont allerlei verschijnselen van slijtage; gelden voor vernieuwing zijn niet aanwezig 1 De aanwezige gelden worden vanzelfsprekend het eerst aange wend tot behoud van het bloote bestaan. Hoe de lichamelijke ge steldheid van onze thans op groeiende nog zeer jeugdige en ouder wordende kinderen er straks aan toe zullen zijn, mag minsteifc rede geven tot de grootst moge lijke aandacht. Reeds nu waar te nemen ver schijnselen op dit gebied stemmen stellig tot zorg. Het zal goed zijn om ook op het platteland aan dacht te schenken aan de school- voeding. Door een goed georga niseerde schoolvoeding toch kan ondervoeding bij de schoolkin deren worden voorkomen. Dit zijn nu nog maar enkele gezichtspunten met betrekking tot de materieele gevolgen der werk loosheid. Echter niemand zal tegenspreken, dat de werkloosheid en in het algemeen de in alle kringen der bevolking heerschen- de materieele nood, ook zeer ernstige moreele gevolgen heeft. Het moreel van veel menschen moet in onze dagen wel lijden 1 Het zou eigenlijk tegen het- mensch-zijn ingaan, als het niet zoo was. De uitvoering der steun regeling. Een ernstige plicht van ieder, die daartoe gesteld is, is dan ook, z'n volle kracht te geven, om althans die vorenbesproken materieele en moreele gevolgen zooveel als mogelijk is, op te vangen. Vooral de geest, die bij de uitvoering van maatregelen aanwezig is, moet daarbij van groote beteekenis worden geacht. En juist daar is dit van zoo groote beteekenis. Juist ten plattelande kan door hen, die geroepen zijn^ de steun maatregelen uit te voeren, zoo belangwekkend veel worden ge daan, vooral door zich met een echt Christelijken geest bij die uitvoering te bezielen. Vooral op het platteland kan door en voor ons Katholieken nog zooveel be waard blijven, wat helaas elders reeds verloren ging. Zeker, 't is waar, ook de ge meentebesturen hebben geen vrijbrieven in dit opzicht. Maar scherp dient toch te trof. Daar stond „De ootmoedige kennis van u zelf is ren zekerder weg om tot God te geraken, dan de diepe navorsching der wetenschap." Wat hij las, werd door geen verdere uitlegging bewezen en toch moest hij bij nadere overweging toegeven, dat het waar kon zijn. Maar hij verlangde immers niet tot God te geraken het ging hem dus niets aan. At verder lezend, kwamen andere passages de herinnering aan de straks aangehaalde verdrijven. Maar later toen hij het boek ter zijde had gelegd en half domme lend lag te peinzen, kwam de zin- snede, die hem voorheen gefrappeerd had, weer naat voren en hij begon er weer over te filosofeeren. Dienzelfden dag ontving hij het bezoek van den rector van het gesticht, een kleine abbé, een zwak, ziekelijk mannetje, die, ofschoon hij nog jong scheen, versleten uitzag en reeds bijna blind was Le petit abbé was een paar weken afwezig geweest en dit was de eerste visite, die hij den vreemden verpleegde bracht. In den loop van het gesprek, dat hoofdzakelijk over het ongeval van den patiënt liep, gaf deze laatste echter, om alle misverstand te voor komen. met opzet te kennen dat hij niet katholiek was. De jonge abbé loonde zich daar over volstrekt niet verwonderd 't was een verschijnsel dat hij bij vele mannelijke verpleegden moest waar nemen. De dokter, die de oogen van zijn bezoeker met aandacht had gade geslagen, vroeg hem eenige bijzon derheden omtrent die kwaal, waarop de abbé hem mededeelde, dat men eene ontsteking der iris bij hem ge worden afgekeurd, de houding b.v. van een gemeentebestuur uit een plattelandsgemeente in den Gelderschen Achterhoek, waar b.y. nog nimmer B-steun werd uitgekeerd, waar het voorkwam dat iri een geheelen winter geen brandstoffentoeslag werd uitge keerd, waar de Kerstuitkeering eerst in het midden van Februari plaats vond, waar een Raads besluit van April 1934 inzake het deelnemen door de gemeente in de premie voor een zieken- huisverpiegingsfonds tot heden niet werd uitgevoerd enz. Valt het te verwonderen, dat in dergelijke gemeenten de be trokkenen eenvoudig tot wanhoop gebracht worden en waar helaas deze toestanden in min of meer dere mate vrij veel voorkomen, valt het dan te verwonderen, dat zich heden ten dage zooveel „kwesties" ten plattelande voor doen Onze R. K. Gemeenteraads leden hebben ten deze een schoone plicht en taak. Laten zij bij voorkomende gelegenheid het Dagelijksch Bestuur der Gemeen te in de gewenschte richting trachten te dringen. Zooals ge zegd, 't is ook vooral en vaak de geest, die uit de houding spreekt, die zooveel leed kan verzachten. En van den Landbouw- crisissteun. Doch niet alleen de steunrege ling voor onze werklooze vak arbeiders is 't welke onze vol ledige aandacht verdient. De uitvoering van den Landbouw- crisissteun laat ook zeer veel te wenschen over. Hoe vaak bracht bemiddelend optreden echter op lossing. Laat men voorts ernstige klachten of wenschen ter kennis brengen van de betrokken in stanties. Laat men toch in ambtelijke kringen begrijpen en daaraan medewerking verleenen, dat ook hier geldt de waarheid van het gezegde, dat de grootste vrijheid, lang niet de hoogste wijsheid is. Menschen, die nu uit de steunregeling worden verwijderd ziet men door den nood ge dwongen arbeid aannemen tegen een belooning, welke tegen alle redelijkheid en rechtvaardig heid ingaat. Dagloonen van f 1.10 voor 14 a 16 uur werk zijn geen zeldzaamheid Menschen, die vroeger gewend waren 's zomers iels „bij den boer" te verdienen, krijgen nu geen kans. Verwijdering uit de steunregeling mag nimmer wor den exploitatie op werkhonger Voorts lette men op geest en opvatting, welke bij burgerlijke armbesturen voorzit. Schenken onze R. K. Raadsleden voldoende aandacht aan de samenstelling van die besturen Evenzno bij de werkverschaf fing. Werkverschaffing is nog steeds een belangrijk onderdeel van de zorg der Regeering voor de werkloozen. Werkverschaffing, wat voor consteteerd had, welke men door eene operatie had getracht weg te nemen, echter zonder goed gevolg. In den laatsten tijd was de kwaal, welke beide oogen aangetast had, beduidend verergerd, zoodat hij nog maat zeer weinig zien kon. In zijn tegenwoordige positie kon de oogarts zich niet verder bezighouden met de kwaal van den abbé, wiens persoon een gunstlgen indruk op hem ge maakt had. Hij meende echter met zekerheid gezien te hebben, dat de rector lijdende was aan eene acule miliar tuberculose, waarvan men, zooals u weten zult, als dokter de verstoppingen of knoopjes in de aderhuid kan waarnemen, Zoolang hij z:ch echter niet bewegen en zijn oogspiegel en andere instrumenten iet ter hand had, moest hij zija definitief oordeel opschorten. Om mijn verhaal wat te bekorten, laat mij u zeggen, dat de dokter na ongeveer zes weken weer Ier been was en op krukken, later op stokken begon te loopen. Dagelijks conver seetde hij urenlang met den abbé, die niet veel van de wereld gezien had en nog nooit buiten het Basken land geweest was. Ze geraakten ook wel eens op godsdienstig terrein ver zeild, maar, of de kleine abbé den schijn wilde vermijden, dat hij met bekeeringsvoornemens omging, ofwel dat hij zich te bedeesd of misschien ook niet opgewasschen gevoelde tegenover den geweldig belezen oog - arts, spoedig liet men dat thema vallen, uit wederzijdsche consideratie der tegenstrijdige overtuigingen. Desniettemin had de kleine abbé nu en dan eenige schijnbaar onbe duldende filosofische thesen opgesteld, welke den dokter onbekend waren, onze goede, valide vakarbeiders, al direct een vooroordeel moet geven immers, hij kan z'n vak niet uitoefenen een voor oordeel, dat eigenlijk alleen maar weggenomen kan worden, eener- zijds door liever te willen werken, dan „steun beuren zonder meer" en anderzijds door 'n begrijpend en dienend optreden van betrok ken overheidspersonen en ambte naren. Te lage basisloonen. De loonen zijn, vooral ten plattelande, zeer laag. Zeer veel arbeiders moeten zwaar werk verrichten tegen 18, 20 en 22 cent per uur, als basisloonen en bekend is, dat deze basis loonen slechts in tarief bij hard werken kunnen worden „gehaald" De gemeentebesturen, en in het bijzonder onze wethouders kun nen goed werk doen, door aan gerechtvaardigde wenschen steun te verleenen. Een belangrijke zaak ten platte lande is voorts ook nog de woningtoestand. Is 't, eigenlijk niet treurig, dat, terwijl in onze steden hier en daar van een teveel aan woningen moet worden gesproken, op het platteland heel vaak schrijnende woningtoestan den worden aangetroffen, op het plattelandwaar Goddank „flat- bouw" typische uiting van de huwelijks- en gezinscultus in onze dagen nog geen mode artikel is geworden en waar onze natuurlijk gegroeide gezinnen nog volop aanwezig zijn. Plattelands-bestuurders, waar blijft uw waardeering voor hen, die t.o.v. God, Gezin en Vader land, hun plicht niet verzaakten Hoe is het gegaan in uw ge meente, R. K. Raadsleden, met het uitnutten der mogelijkheden b.v. door Woning- en Landarbei- derswet geboden? Wat kan er mooier zijn, dan het dienen der Volkshuisvesting? Werken voor een goede, behoor lijke, menschwaardige woning, is tegelijk werken aan volksgezond heid en volksmoraal Wat kan op het gebied der volkshuisvesting ten plattelande nog ontzaglijk veel gebeuren R. K. Raadsleden, vooral gij, die ten plattelande uw taak hebt te verrichten, ziet die taak in onzen huidigen tijd vooral in hoogen ernst, stelt u van de pro blemen en aspecten van den tijd op de hoogte. O, gij weet beter dan de „stadsmensch", dat ook ten plattelande de menschen niet meer zijn als 25 jaar geleden dat men ook daar met den tijd wil meegaan en als volwaardig staatsburger zijn rechten wenscht. De verplichtingen van den staats burger worden daar over het algemeen beter ingezien en waar genomen dan elders Vangt gij R. K. Raadsleden dit streven op en leidt en stuwt het voor, zoover dit ook op uw terrein komt, in goede banen. weshalve deze hem vroeg waar hij die vandaan had. Wel, kent u die niet was het antwoord, dat is de leer van Thomas van Aquine ik veronderstelde, dat u, die blijkbaar alle filosofen bestu deerd hebt, de Summa van den heiligen Thomas ook wel zoudt kennen. De dokter vroeg hem of hij het werk bij de hand had, hetgeen de andere bevestigde. Hij bracht het den dokter, die er in begon te lezen en er veel belang in stelde. Maar iederen dag las hij buitendien ook nog een kapittel uit de Navolging van Chrislus. Dat verzuimde hij nooit, ofschoon het natuurlijk volslrekt geen piëtische opwelling van hem was maar hij vond het „téconfortant" versterkend, zooals hij tegen den abbé zei. Dagelijks gingen de twee een paar maal een kleine wandeling in den tuin maken. L'aveugle et le paralytique, schertste de rector. Dat zal niet lang meer duren, antwoordde de dokter daarop. Bin nenkort hoop ik weer de trappen van het gesticht af te huppelen en wat uwe oogen betreft, die zullen ook genezen worden, dat beloof ik u. En de oogarts hield woord, want eenige dagen later verrichtte hij een moeilijke operatie op beide oogen van zijn nieuwen vriend, wien hij een leefregel voorschreef waardoor de acute miliar-tuberculose overwon nen kon worden. Daar dit regime vooral gebaseerd was op veel rust en krachtige voeding, vroeg de dokier die een groote genegenheid voor den kleinen abbé opgevat had, of hij lust bad eenige maanden met hem naar Van af 1 Augustus zijn in de ver schillende provincie's van ons land door den Landbouwvoorlichtings- dienst eenige kleine boerderijtjes aangewezen, die volgens een bepaald plan beheerd moeten worden. In Noord-Brabant zijn elf van die be- drgfjes aangewezen. Een daarvan is de boerderij van den heer M. Maas, Groenstraat, Lierop. De Rijksland- bouwconsulent heeft het toezicht over de werkzaamheden op dat be drijf, dat mede namens dien consulent te Lierop wordt uitgeoefend door den heer van Vlokhoven, assistent van den voorlichtingsdienst te Lierop. Zoo'd type- of voorbeeldbedrijfje moet den kleinen boer leeren, hoe hg zijn boerderijtje op de meest rendabele wijze dient in te richten. Om de aan dacht van anderen te vestigen op de werkwijze, die op dat bedrijf ge voerd wordt, hebben we een onder houd aangevraagd met de heeren van Vlokhoven en Maas, die ons heel bereidvaardig alle gewenschte inlich tingen verschaften. Het typebedrijf, waarvan dit artikel handelt, i3 pl.m. 5 hectare groot. Maas houdt daar twee koeien, een vaarskalf en een tiental varkens op. Het paard dat hij gebruikt, doet ook dienst op een ander bedrijf van ongeveer dezelfde grootte. Bij de keuze van de gewassen en van de daarmee te beteelen oppervlakte werd rekening gehouden, met het vee, dat op 1 Aug. op dat bedrijf aanwezig was. De eerste zorg na 1 Aug. bestond in het teelen van herfstgewassen om groenvoer te krijgen voor den a.s. winter. Begon nen werd met scheuren van een perceel weiland groot 42 aren. Dit weiland was twee jaar oud. Het werd op 6 Aug. gescheurd (12 c.m.diep). Dit weiland werd speciaal gescheurd, omdat Maas voor zijn vee te veel weide had. Het gescheurde perceel werd op 16 Aug. opnieuw ingezaaid met 20 K.G. Italiaansch raaigras en 10 K.G. roode klaver (de hoeveel heden zijn omgerekend per h.a.'t Is een eenjarige kunstweide, die het volgend jaar hooi moet leveren. Dit perceel krqeg een bemesting van 600 K.G. Thomasslakkenmeel en 400 K.G. kalkammonsalpeter (per h.a.) De kunstweide heeft zich buiten gewoon ontwikkeld en levert op het oogenblik een massa gras op voor het vee. Op 17 Aug. werd op haverstoppel nog 20 are mergstamkool geplant en bemest met 250 K.G. kalkammon salpeter. Plantafstand 30 x 40 c.m. Ofschoon het planten wel wat laat geschiedde en daarom niet alles van het gewas verwacht werd, heeft het zich, dank zg den mooien nazomer zeer goed gehouden en levert bet in elk geval nog een stevige opbrengst. Ook werden 65 aren bezaaid met knolgroen, gedeeltelijk op rogge- en gedeeltelijk op haverstoppel. Op de roggestoppel voldoet dit gewas beter dan op het haverland, maar het staat er toch zeer goed bij. Bemest werd met 300 K.G. 40 pet. kalizout en 250 K.G. kalkammon salpeter per hectare. Om eiwitrijk groenvoeder te win nen werden nog een paar perceeltjes bezaaid met wikken en zoete lupinen. Beide gewassen zijn echter mislukt, waarschijnlijk tengevolge van den te hoogen zuurgraad van den grond en mede door de droogte. De gewassen, die reeds voor 1 Aug. te velde stonden zullen we hier niet bespreken. AUeen dient nog vermeld te worden, dat voor winter- voer aanwezig zijn 37 aren stoppel wortelen, die na de roggeoogst extra bemest werden met 150 K.G. kalk ammonsalpeter en 300 K.G. 40 pet. kalizout per H.A. en daardoor een prachtig gewas zijn geworden. Al dat groenvoer zal door het aanwezige vee niet in de eerste Duitschland te gaan, waar hij zich tijdelijk op het ouderlijke landgoed wilde gaan vestigen. De arme rector nam dat voorstel gaarne aan en ontving ook daartoe het noodige verlof van zijn supe rieuren. Gedurende ongeveer drie maanden hadden de twee ongelijke vrienden op het oude kasteel in West falen vertoefd, toen er iets ge beurde, wat de kleine abbé nooit verwacht had, waaraan hij nooit had durven gelooven, alhoewel hij het innerlijk gehoopt en er o, zoo vurig voor gebeden had. De oogarts gaf hem te kennen, dat hij weer als katholiek geloofde en terstond de noodige stappen zou doen om van nu af aan ook weer als katholiek te leven. Het is daarbij echter niet gebleven. Toen zijn jonge, geestelijke vriend, die onbe wust zooveel tot de bekeering had bijgedragen, weer naar Frankrijk vertrokken was, bleef de dokter alleen achter met zijn ernstige ge dachten. Na ongeveer een jaar nam hij het besluit de wereld vaarwel te zeggen. Hij heeft de wetenschap en zijn medische bekwaamheid, tegelijk mei zijn adellijke en academische titels aan den kapstok gehangen, van zijn vermogen afstand gedaan en is in een geestelijke orde getreden, evenals zijn vroegere beminde, die in dat zelfde jaar den sluier aange nomen had. Ik heb u dit verhaal niet ge daan, dokter Delmotte, omdat ik u bekeeren wilde, maar om aan te toonen, dat er vaak eigenaardige bekeeringen plaats grijpen, waartoe de aanleiding schijnbaar uit den eigen bodem der bekeerden gekomen is. En toch is dat niet zoo. 't Is nooit als U het nog heden de nieuwe ver- stèrkte Abdijsiroop geeft; Daardoor zal die afmattende hoest ophouden en de benauwende slijm loskomen. Akker's Abdijsiroop, thans nog versterkt en nog geneeskrachtiger gemaakt, door toevoeging van de hoest-bedwingende stof codeïne, werkt als een balsem op de borat, keel en longen. Ze bevat een 20-tal kruiden, zooals de Aconiet en de Drosera, die ook door de geneeskundigen thans worden be schouwd als de heilzaamste stoffen ter be strijding van de ademhalings-stoornissen. Elke lepel Abdijsiroop werkt verrassend snel op de ademhalings-organen. lost de slum op, stopt den hoest, neemt de be nauwdheid weg en geneest de tauwe ont stoken plekken der slijmvliezen. .."s We relds béste Hoest-siroop", zoo noemt men; Flac. 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grootcr flacon, hoe voordeeliqcr hc( gebruik. maanden verorberd kunnen worden. Daarom zal Maas een gedeelte van het knolgroen en het bietenblad inkuilen in een ronde kuil. Dat kuil- voer wordt vast aangetrapt en per 1000 K.G. groenvoer vermengd met 5 liter ondermelk of aange zuurde karnemelk om de werkzaamheid van de melkzuurbacterieën te regelen en het optreden van boterzuurgisting tegen te houden, die zooals bekend i3 een onaangenamen geur aan het kuilvoer geven. Voor het zaaien van de rogge is de grond van dat perceel bemonsterd en onderzocht op den p. H. toestand (zuurheid). Het resultaat van dat onderzoek is dat een bemesting moest aangewend worden met 1200 K.G. poederkalk per hectare. Als bijzonderheid moeten we nog mededeelen, dat de Rijksvoorlichtings dienst er speciaal op bestond, om de rogge voor dit bedrijf zooveel moge lijk op één perceel te zaaien, om daardoor versnippering te voorkomen het werk te vergemakkelgken. Zuidw. V. Nieuwtjes en wenken. Bij het Bestuur van den R.K J.B. te Lierop bestaan plannen om naast de zuurgraad van den grond ook het humusgehalte van den grond te gaan bepalen. Voor het planten van vruchtboomen moet een stuk van 2X2 M. los ge maakt worden een diepte van 40-50 c.m. Onder de wortels geen stalmest en zeker geen steenen aanbrengen. Ir. C. Koopman uit Zierikzee ver klaarde op de achtste landbouwweek te Wageningen dat de maïscultuur een goede kans maakt geleidelijk uit te groeien tot een teelt, welke geheel past in onze gemengde be drijven. Boeren, kgk de kat niet al te lang uit den boom Als vruchtboomen te sterk groeien en niet willen dragen, kunt ge ze daartoe door nu een dikken ijzer- draad vast om den stam te draaien en die 2 jaar te laten zitten. Roode kooi kan men bewaren op zolder, het onderstboven opgehangen. Vooral koel. Het eenige bezwaar tegen deze manier van bewaren is dat de kool gauw te veel uitdroogt. Ze kan ook bewaard worden in den grond. Graaf daarvoor een kuil Bedek den bodem met stoo. Zet de kool daar het onderst boven op, zoo dat ze elkaar niet aanraken. Dek ze iets anders dan de genade Gods, welke echter in de meeste gevallen door het vurige gebed van derden verkregen wordt. De oogarts, waar over ik u gesproken heb, heeft altijd volgehouden, dat de gebeden van den pel it abbé en van de eenvoudige kloosterzuster, die hem verpleegd had, hem gered hadden. In ernstige gedachten verdiept reed de dokter in de blakende vooim d- dagszon over de kale heide naar de Reigershorst. Toch bespeurde hij nu en dan koude rillingen, gelijk voor boden van opkomende koorts. Een onverwachte ontmoeting, gevolgd door een laatste ontmoeting. Soledad was met vacantie naar huis gekomenechter nu niet meer naar Otterbeek, maar naar het nieuwe woonhuis op de Reigershorst, waar 't haar erg goed beviel, vooral omdat het haar prettig herinnerde aan de estancia La Soluta, waarvan het feitelijk een copie was. Haar school kameraad en vriendin Thérè%e Des- camps was met haar meegekomen, om ongeveer een week op de Rei gershorst te vertoeven, na welken tijd zij door haar tante uit Leuven afgehaald werd, waar zij verder de vacantie ging doorbrengen. Dokter Delmotte bad zijn dochter tje een reis naar Zwitserland beloofd, waarvan het meisje niet ophield te spreken. Toen de vriendin vertrokken was, moest papa er wel toe over gaan zijn belofte te vervullen. Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5