TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS ABDIJSIROOP FEUILLETON. Smeulend vuur. AKKER' S verstèrkte Zaterdag 25 September 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 39 De les van Spanje. Wij Nederlandsche katholieken, levend temidden van een ge mengde bevolking, waarvan wij tenslotte nog slechts een minder heid uitmaken, staan altijd ver rast en zelfs min of meer ver bijsterd tegenover de ontstellende toestanden, de fel anti-clericale en anti-christelijke gebeurlenissen in katholiek geheeten landen. Wat zich den jongsten tijd in Spanje afspeelde, slaat ons niet alleen met ontzetting, maar doet ook telkens de vraag bij ons op komen h o e is het mogelijk? Toen tegen het laatst der vorige eeuw een anti-kerkelijk bewind in Italië de positie van den Paus nog moeilijker maakte, dan ze reeds was, ging van het schier eiland der Pyreneeën de roep op „Kom naar Spanje, Heilige VaderDaar zou het Hoofd der Kerk een verblijf vinden Hem waardig, gevrijwaard van, bevei ligd tégen alle vijandige en kwellende maatregelen. En er waren katholieken ook in ons vaderland die niet anders verwachtten, of Leo XIII zou ge hoor geven aan de stem, die uit dat oer-katholiek land zooals men het van verre zag tot Hem geklonken had. Daaraan terugdenkende kan men zich slechts te meer ver bazen over hetgeen de burger oorlog er. wat daaraan sinds jaren vooraf ging, te aanschou wen hebben gegeven. Sinds jarenwant wie de geschiedenis van Spanje in onzen tijd ook maar oppervlakkig heeft gevolgd, weet, dat het er eigen lijk reeds lang gistte, al had men zeker niet zulk een gruwelijke uitbarsting verwacht, als waartoe het is gekomen. Én het dezer dagen gepubliceerde schrijven der Spaansche Bisschoppen ont hult overtuigend voor eenieder, die lezen kan het behoeft niet eens tusschen de regels te ge beuren dat in een geweldig en langdurig verzuim van hen, die voor de verbreiding, hand having en toepassing der katholieke beginselen hadden te waken, een der diepere oorzaken is te zoeken der tragiek, die over het volk is gekomen. Gewagende van de hoop op een bewind van recht en vrede in de toekomst, verklaren de Kerkvoogden, dat zij het niet wagen die toekomst te voorspel len. „Onze moeilijkheden", schrijven zij, „zijn ontzettend groot. De verslapping der maatschappelijke banden, de zeden van een be dorven politiek, de miskenning der burgerplichten, de onvol doende vorming van een gaaf katholiek geweten, de verdeeld heid der geesten in de oplossing van onze groote nationale pro blemen, de verdwijning van duizenden wreed vermoorden uit de keur van mannen, door hun beroep en vorming bestemd mede te werken aan den nationalen Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 22. De bouw van het woonhuis op de Reigershorst naderde eveneens zijn voltooiing. Men was er bezig met de binnen-afwerking. Het was een vrij getrouwe nabootsing van het landhuis op de estancia La Soluza, alleen met dat onderscheid, dat men hier eenigszins meer had moeten rekening houden met het klimaat en daarom was er voor cen trale verwarming gezorgd. Terzijde van het hoofdgebouw was een ruime stalling voor paarden 5?et koetshuis en garage gebouwd De op eenigen afstand gelegen hoer erij was bijna geheel vernieuwd. Daar men in de toekomst groote hoeveelheden rundvee dacht te houden, werden er drie zeer ruime stallen volgens de beste en nieuwste methode gebouwd. A ^osc^ achter het woonhuis, dat zachtglooiend omhoog liep tegen een tamelijk hoogen heuvel, werd voor een gedeelte als park aangelegd. De ellestieke mins. De acclimatisatie van den gaucho Nunzio was beier in zijn werk ge ^a?n ud8n de ^°^ter verwacht had. In het eerst waren er een paar heropbouw, de haat en wraak zucht, die het gevolg zijn van eiken burgeroorlog, de buiten- landsche ideologie, die, heer- schende over den Staat, deze tracht los te maken van de Christelijke gedachte en de Chris telijke invloeden ziedaar ont zaglijke moeilijkheden, die over wonnen moeten worden, om een nieuw Spanje te enten op den stam van ons oud verleden en door de sappen van dat verleden gevoed." Dit citaat is van een schrijnen de welsprekendheid. Maar het doet ook beseffen, hoe groot de tekortkomingen zijn geweest. „De verslapping der maat schappelijke banden, de zeden van een bedorven politiek, de miskenning der burgerplichten, de onvoldoende vorming van een gaaf katholiek geweten", dit alles, het laatste vooral, kan niet de bittere en giftige vrucht, het noodlottige resultaat van énkele jaren zijn geweest. Meer dan één geslacht moet daarvan het slacht offer zijn geworden, moet daar door van het goede zijn ver vreemd, opstandig zijn gemaakt tegen orde en gezag, tegen gods dienst en Kerk, tegen geloof en Christendom. Hoe valt het anders te verkla ren, dat in een land, waar meer dan negentig procent der be volking katholiek is, of heet, een goddelooze wereldbeschouwing zóózeer de overhand verkrijgt, als uit de feiten is gebleken, en gruwelen zich voordoen van zulk een hemeltergend karakter als in het herderlijk schrijven wordt medegedeeld Hoe zouden dergelijke bloed en moordtooneelen, dergelijke barbaarschheden en vernielingen kunnen plaats vinden in een werkelijk katholiek land Hoe zou het communisme in zulk een land zóózeer het heft in handen kunnen krijgen en zijn anti religieuze hartstochten botvieren Op al deze vragen is slechts één antwoord mogelijk, een antwoord, waarover niet lang behoeft te worden nagedacht, maar dat regelrecht voort vloeit uit den loop der gebeurte nissen. Er is nog een gedachte, die zich onweerstaanbaar opdringt bij de lezing van het collectief schrijven der Bisschoppen. in het overzicht van de vijf jaren, die aan den oorlog vooraf gingen in 1931 vonden te Madrid en in de provincie reeds kerkbranden plaats leest men onder meer „Ons politiek regeeringsstelsel van democratische vrijheid wag gelde door de willekeur van het Staatsgezag en de knevelarijen der Regeering, die, den volkswil miskennend, tegen de meerder heid der natie in, een politieke machinatie op touw zette. Zoo kon het gebeuren, dat in Fe bruari 1936 de rechterzijde met één millioen stemmen meer dan de linkerzijde, toch 118 zetels minder bekwam dan het Voiks- dingen geweest, waarbij men mis had getast. Men bad hem namelijk onder dak gebracht in het juist gereed geko men logies voor den koetsier boven de nieuwe remise en voorioopig in den kost gedaan bij den pachter Geurts op de Reigershorsthoeve, maar noch het een noch het ander kon Nunzio bevallen. Zonder er over te praten, begon bij een woning voor bemzelf te bouwen. Met een bijl trok hij er op uit naar het bosch en sleepte een aantal niet al te zware boomstam men bijeen, welke dienen moesten voor het optrekken van een hut, terzijde van den paardenstal. De hut was spoedig gereed; een paar dekens en eenige polten en pannen-, want bij ging voortaan zijn eigen potje koken. Behoefte aan gezelligheid kende hij niet, trouw, ns hij zou weinig kans voor gezelligen omgang gehad hebben, want niemand verstond hem en hijzelf kon evenmin met iemand praten, behalve met zijn heer en de oude Tadee; tenzij wanneer de se- norita Soledad met vacantie naar huis kwam. Wanneer deze laatste dan aan de hut van Nunzio voorbijging en de geur van het op 't open vuur kokende eten in de neus kreeg, ging zij steeds naar binnen om een porlie van het geliefkoosde nationale ge recht te bedelen. Nunzia zelf at uit den ketel met een grooten lepel eb de hulp van zijn vingers. Voor de senorita had hij echter een paar borden en ook vork en mes bij de hand. Deze trok den neus volstrekt niet op wegens de primitieve behande- fronf. Om dat te bereiken, was het voldoende, willekeurig de stem men van geheele provincies on geldig te verklaren. Zoo werd de wettigheid van het Parlement van den beginne af in den wortel aangetast". Alweder rijst de vraagthoe het mogelijk was, dat op zulk een wijze de meerderheid kon worden geringeloord en wat men te denken heeft van de „rechter zijde" tegenover een zoodanige bejegening? Met de democratie was het trouwens in Spanje nooit bijster goed gesteld. Het zoogenaamde „pronunciamiento" van invloed rijke militairen was er al te lang inheemsch. De dictatuur bleef er niet uit. En in de dagen van Canovas del Castillo en Sagasta, die elkander tijdens de kinderjaren van Alfon so XIII geregeld als leiders der Regeering afwisselden, was bij de verkiezingen altijd de partij, die aan het bewind was, ook de winnende aan de stembus. De democratie werd daardoor reeds tal van jaren geleden steeds tegengehouden. Zij kon niet tot rijpheid en ontwikkeling komen. En waar dit hel geval is en het katholiek geweten onvoldoende wordt gevormd, zooals de Bis schoppen schrijven, krijgen com munisme en bolsjewisme hun kans. Zij hebben die kans in het ook staatkundig verscheurde Spanje op verschrikkelijke wijze waargenomen. En de katholieken zijn in gebreke gebleven zich tijdig daartegen te wapenen door een krachtige politieke organisa tie, steunend op eendracht en bezield door beginselen. Wanneer het bewijs nog moest geleverd worden, dat een derge lijke organisatie onontbeer- 1 ij k is, zoowel in z.g. katholie ke landen, als in die met een gemengde bevolking, dan zou dit bewijs nu vooral in het zwaar geteisterde Spanje overtuigend zijn te vinden. De Maasbode. Het honinggewin. Houden velen de bijen tegenwoor dig voor het indirecte nut: de be stuiving, als nuttige bijkomstigheid hebben we nog den honing. Hoe komt de honing in den korf of kast De bijen, die oud genoeg zijn, en dus vlegbijen zijn geworden, vliegen uit. Aangespoord door den geur, zoeken ze de honinggevende planten op. De reuk der bijen is buitengewoon sterk ontwikkeld. Plaats maar eens een schaaltje verdunden honing buiten. In een minimum van tijd hebben de bijen het ontdekt en na verloop van een kwartier komen honderden bijen op die honingbron af. Zoo gaat het ook in de natuur. Aangelokt door den nectar van de honinggevende gewassen komen de bijen daarop af. Ze zetten zich op de bloemen neer en naar gelang de hoe veelheid nectar die er in de bloem is, zuigen of likken ze dien op. Is de nectar opgezogen of opgelikt, dan gaan ze naar de volgende bloem, en vullen daar verder hun honingmaag. Nu hebben we en passant gele ling van den ruwen kok en haar vader, de dokter evenmin. Deze laatste at ook wel eens een hapje uit den pot, of een sneedje vleesch, dat de herder, volgens de verklaring van den heer, beter kon gereedmaken dan de in haar vak gepromoveerde kok Tadea. Het eten bestond uit een hutspol, een groot stuk rundvleesch als soep gekookt met kool, erwten, mais, komkommers en nog andere groen ten, Het te braden vleesch wordt inderdaad met de buitenhuid van 't beest eraan boven een braadspit, dus met huid en haar gebraden, Beide gerechten smaken werkelijk uitstekend en worden ook door de Europeanen zeer op prijs gesteld. Van een vasten werkkring voor den gaucho kon feitelijk geen sprake zijn Hij was tot niets anders ge schikt dan tot toezicht houden over het vee, gelijk dat in de pampa door de bereden herders uitgeoefend wordt. Voorioopig was er nog maar wei nig vee op de nieuwe onderneming, doch zoodra het weiland zoover zou gereed zijn, wilde de eigenaar een groote hoeveelheid beesten aanschaf fen. Het plan was, dat men zich er speciaal op zou loeleggen op het fokken van eerste klas fokdieren, om deze jong te verkoopen Met de zuivelbereiding zou men zich echter niet op groole schaal gaan toeleggen, omdat zulks teveel handenarbeid en beslommering mee bracht. Daar dokter Delmotte reeds nu te veel te doen had met 't regelen der werkzaamheden, had bij een bekwaam bedrijfschef aangenomen. genheid een der meest doorslaande argumenten te geven, waarom de bijen zoo nuttig zijn voor de be- stuiving. I Een bij is namelijk bloemvast d.w.z. als ze op een bloempje van de witte klaver begint te vliegen des morgens, 1 dan blijft ze, als het mogelijk is daar den keelen dag verder op bezig. Begint ze op appelbloesem of peren bloesem op kers of perzik te vliegen, dan blijf t ze dat den heelen dag doen als het mogelijk is. De andere be stuivende insecten doen dat niet. Kijk maar eens een hommel na. Deze vliegt van de eene bloem naar de andere, van klaver naar koekoeksbloem, naar linde, naar veld- kers, naar koolzaad enz. En dit is voor de bestuiving veel slechter. Een kersebloem wordt alleen be vrucht door stuifmeel van een kerse bloem; een appelbloem wordt alleen bevrucht door stuifmeel uit een ap pelbloempje enz. Van de eene bloem naar de andere vliegend vult de bij nu haar honing maag en vliegt terug naar haar korf of kast. Daar geeft de bij de nectar af door die in een cel te leggen, of ze geeft hem over aan een andere bij in de buurt der vliegopening. Zoo brengen op een mooien dag al die duizenden vliegbijen hun zoeten last binnen, 's Nachts wordt door het heele bijenvolk de honing verplaatst, zoodat hij boven, achter of op zij van korf of kast komt zitten. Deze nectar is nog lang geen honing. Door de warmte in den korf gaat het water uit den nectar ver dampen en deze waterdamp wordt door de bijen aan het vlieggat eruit gemalen. Daarom kan men na een goeden haaldag 's avonds ook een sterk geruisch hooren aan de kasten en korven. Dit komt van de malende bijen. Is een cel nu goed gevuld met ingedampten nectar, wat dus honing is geworden, dan wordt de cel verzegeld, er komt een dek seltje op. Ook het broed wordt ver zegeld, maar dit dekseltje is poreus doornat tusschen de was haartjes en schilfertjes verwerkt worden; de larve kan dan opgesloten toch nog ademen. De dekseltjes op de honingcellen zijn echter van zuivere was, deze afsluiting is dus luchtdicht. Dit is ook noodig, want van de lucht gaat honing zuur worden of ook al ooit gisten, vooral als hij zoo warm wordt bewaard als in. den korf het geval is. Soms maken de bijen de honing cellen nog langer voordat ze die verzegelen. Dit komt vooral voor in den korf. Ze maken dan de cellen wel twee keer zoo lang. We krijgen dan stukken dikke raat „spekraat" noemen de imkers die. Al de honing die wordt binnenge bracht wordt niet bewaard, een heel groot deel wordt verbruikt. Op de eerste plaats voor het voeren der larven en der koningin. Op de tweede plaats voor het bouwen van raat. De bijen eten zich vol honing en zweten dan was, dat als dunne schil fertjes op de spiegels tusschen de buikschubban komt liggen. Van deze wasschilfertjes bouwen ze de raat. Dit bouwen kost heel veel honing. Wat er dan nog overblijft is de reserve voorraad van het volk, maar de imker profiteert daar ook van en neemt zijn volken die honing af. In een kast gaat dit heel gemakkelijk. In.een korf wat moeilijker. Kippen en water. Zooals alle dieren hebben ook de kippen behoefte aan water. Een groot gedeelte van het ei bestaat uit wrater n.l. ongeveer voor 3/4. De mest be staat ook voor 'n groot deel uit water, al maakt een Kip toch buiten gewoon drooge mest. Evenals alle dieren en planten gaat er bij de uitademing met het koolzuur water damp mee naar buiten. Bovendien bestaat een groot ge deelte van het dierenlichaam zelf uit die wederom twee flinke bazen on der zijn bevelen had. Nunzio was echter bijna den ge heelen dag van huis; nooit anders dan ie paard, nu eens bedachtzaam in slap over de nieuw aangelegde dammen en dijkjes rijdend, dan weer in woeste vaart over heggen en breede slooten razend, zoodal de arbeiders met open mond hem na keken Op een avond toen de ontvanger van Melle hem met den dokter tegenkwam, had de laatste Nunzio met een boodschap gezonden naar Tadea, om deze te verwittigen, dat de ontvanger bleef soupeeren. In volle galop reed de cowboy over de oneffen terreinen, breede poelen en waterslooten oversprin gend en met een whoep over mans- hooge hagen en hekkens Een paar minuten later was hij alweer terug met de boodschap, dat Tadea voor alles zou zorgen. Voor de aardigheid haalde de dokter een brief uit en zei tegen ontvanger Als ge dit papier in kleine stukjes wilt verscheuren, zal Nunzio ze, zonder van het paard te komen, in vollen ren van den grond oprapen zonder een reepje te laten liggen. De dokter sprak een paar woorden met Nunzio, die naar het papier keek, dat de ontvanger verscheurde. In hoeveel stukjes heb je 't verscheurd, ontvanger Dat moet ik eerst nog eens lellen... in zestien stukjes... Nu strooi ze maar onder het loopen op den grond, zoo, dat hij ze kan zien. Zich tot Nunzio wendend, riep hij dezen in zijn landstaal toe water. Een kip heeft dus absoluut water noodig om de eieren te pro- duceeren en om alle levensverrich tingen behoorlijk in gang te houden. Ze moet daarom noodzakelijk water opnemen. Dit gebeurt in de voeder- middelen die min of meer water bevatten. Weinig water bevatten korrelvoer en weekvoer. Veel water bevatten groenvoeders, als jong gras sla, boerenkool, andijvie enz. Maar toch, daarbij moet de kip altijd nog drinken. Dit kan verstrekt worden als water maar ook in den vorm van karnemelk of aangezuurde ondermelk. Maar nu krijgen we een eigenaar dige combinatie. De kippen hebben behoefte aan vocht, maar de bac teriën en parasieten, die de kippen ziek makeD of veel overlast bezor gen kunnen zonder vocht niet leven. Een pracht gelegenheid om die dieren te besmetten geeft dus het water. De kippen hebben het noodig terwijl al de plantjes en diertjes die de kippen ziek maken daarin zoo lustig kunnen leven. De meeste kans om besmetting op te loopen biedt dus het water, dat als drinkwater wordt gegeven, of dat op den slecht doorla enden of te laag gelegen grond blijft staan na een flinke regenbui. Hier hebben we dus al dadelijk een mooie gelegenheid om een heel stel kippenuitloopen radicaal af te keuren. Typeerend is, dat in deze streken de kippenhouders die op de hooger gelegen gronden wonen gezondere kippen hebben dan die op de lagere deelen zitten. Nog een sterker staaltje kan ik daarvan aanhalen. Een buurman van me had vroeger geregeld elk jaar groote sterfte onder de kippen. Dit liep uit elkaar, het geheele jaar door gerekend van 2025 pet. Hij heeft er altijd 300400 gehad. Nu is sinds twee jaren vlak langs zijn gronden een groote loop gegraven, zoodat het grondwater gemiddeld een meter lager staat. Sinds dien tijd is de sterfte ge weldig veel minder geworden en blijft steeds onder de 10 pet. Men zou zoo van zelf zeggen, dat de vochtigheid van den bodem, maar vooral het blijven staan van waterplassen de gezondheid van de kippen sterk tegenwerkt. Twee maatregelen dienen we daar om te treffen. 1. Zorgen dat in de kippenloop geen water blijft staan, zoodat onze dieren alleen -het drinken gebruiken, dat wij daarvoor bestemmen, dan staan ze niet aan een vuile sloot of drabbige plas te drinken, die wie weet hoeveel ziektekiemen bevat. 2. Zorgen dat het drinken dat wij onze kippen geven zeker onbesmet is. Liefst het gewoone drinkwater, dat eens of tweemaal per dag ver- verscht wordt. Om alle besmetting te voorkomen kan men per liter water één theelepel creoline toevoe gen. Over het algemeen drinken de kippen dan te weinig, als ze geen groenvoer krijgen. We kunnen dan ook ontsmetten met kaliumperman- ganaat. We lossen 15 gram op in een liter water, en moeten van deze oplossing slechts twee eetlepels bij één liter drinkwater voegen. Heel gezond en daarnaast voed zaam is het geven van karnemelk of aangezuurde ondermelk. We moe ten dan geen te groote hoeveelheden geven, zoodat we van zelf sprekend op tijd nieuwe frissche voorraad aan moeten voeren. Een der m~est gevreesde ziektes die optreedt onder de jonge pullen is coccidiosis. Ik raadde aaD, de dieren direct af te zonderen, ze op een laagje turf molm in een kooi te zetten en enkel korrelvoer en karnemelk te geven. Tevens moest dagelijks het laagje turfmolm worden vernieuwd. Het resultaat was, dat nog een jonge kip stierf, de rest groeide en werd gezond. Heel veel ziet men 's zomers het drinkwater buiten staan, wat niet Let op, Nunzio, er liggen zes tien stukjes. Raap ze op De cowboy reed in galop een vijftigtal meters terug, wierp toen zijn paard om en kwam in woeste vaart teruggerend, waarbij hij zich zoo onverwacht langs de zijde van zijn paard liet glijden, dat de ont vanger zich verschrikt liet ontvallen: De kerel valt Donderend klotsten de hoeven van den klepper over den leembo dem van den dijk... Eer de ontvanger zich rekenschap kon geven van hetgeen er gebeurd was, kwam Nunzio reeds wederom teruggedraafd en overhandigde den dokter de zestien papiervod^s. De oude heer van Melle z« i: Dokter, ik meende werkelijk, dat de kerel van het paard viel Die klant is van elastiek, 't Is enne elas- tieke mins. Is 't niet waar, Geurts voegde bij erbij, zich tot den nader- komenden verbluften pachter wen dend De kei is van gommelastiek zei Geurts. Een elastieke mins is et zei de ontvanger. Vanaf dien dag vertelden de men- schen in het dorp en de omgeving de dolste verhalen van de ruiter kunststukken van den gaucho. De bijnaam, die de ontvanger hem toe bedeeld had, bleef hem voorgoed bij. Voortaan heette Nunzio niet anders dan „den ellestieke". Toen deze laatste eenigen tijd op de Reigershorst was, had zijn heer hem op zekeren dag meegenomen naar het dorp, waar zij een bezoek gingen brengen bij Tunnes van Steijl den haammèker, waar Nunzio eenige reparaties aan zijn reservezadel en Waarom hoest Ge zoo? Neem toch de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop, het middel dat op büna wonderbaarlijke wijze Uw hoest be dwingt. Akker's Abdijsiroop werkt snel en krachtig bjj hoesten, bij kou op de luchtpijpen, bij acute en chronische bronchitis, helpt heerlijk bij borst- benauwdheid en asthma-aanvallen. De uitsluitend van plantaardigpn aard zynde werkzame bestanddeelen uit oude geneeskruiden welke Abdijsiroop een we reld-vermaardheid hebben bezorgd, werden in de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop nog uitgebreid door de toevoeging van de hoest- bedwmgende stof codeïne", die moet be schouwd worden als het krachtigste middel ter verdrijving van den hoest en van slijm. De plantaardige extracten, in Abdijsiroop verwerkt, werken als balsem op de ontsto ken slijmvliezen van Uw borst en keel, die daardoor worden geheeld en versterkt. Om zijn gelukkige samenstelling noemt men dan ook terecht de nieuwe verstèrkte Abdij siroop ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". Flac. 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger bet gebruik. slecht is, uit de zon. Stilletjes aan komt dit nu weer in de hokken. Dan, vooral als we de dieren opsluiten, moeten we er op letteD, dat rond de drinkbakken geen natte plekken komen. Houd dan vooral uw hok goed droog. Turfmolm is nog steeds beter dan kort gehakseld stroo. Dus droog uw hok, droog uw uit loop, dat is de eerste eisch om uw kippen gezond te houden vervuld. Misdadige practijken. Het bericht over knoeierijen in een conservenfabriek en export- slachterij in het Westland, kan men niet lezen zonder ontsteld te wor den door zooveel gewetenloosheid. Het is schandelijk, het is rondweg misdadig. Men gebruikt den inhoud van afvaltonnen voor de fabricage van gebaktEn toen de verkoop van bet gehakt verminderde, legde men zich toe op de fabricage van soep in blik, waarbij even schandelijke praktijken werden gevolgd. Personeel dat zich wilde verzet ten, werd met ontslag bedreigd. De winsten waren op deze wijze „uiter aard vrij groot" men verkocht een blik gehakt voor 38 cent, terwijl de kosten, alles inbegrepen, niet meer dan 15 cent bedroegen. Dat is be grijpelijk, grondstoffen uit afval tonnen kosten niets Het personeel gaat in deze ook niet vrij u t Dreiging met ontslag had hen niet mogen weerhouden, de aandacht van de autoriteiten op deze firma te vestigen. De firma had trouwens veel meer reden be vreesd te zijn voor het personeel, dat haar praktijken kende, dan dat het personeel bevreesd behoefde te zijn voor de firma. Wat dezen misdadigen ondernemer zelf aangaat, de strengste straf is nog te zacht voor hem. Uit de provincie leest men zoo nu :n dan berichten over een z.gn. .volksgericht". In den regel kan men dat niet goedkeuren, maar hier is nu werkelgk een geval waar een volksgericht op zijn plaats zou zijn. Hoe zou men met zulke heeren zijn omgesprongen in de middel eeuwen hoofdstel te bestellen had, waarbij de dokter als tolk moest spelen. Toen die boodschap beëindigd was, reden de twee ruiters naar den Druiven'ros, waar zij afstapten. De paarden werden niet vastge bonden, maar op Argentijnsche wijze door Nunzio gekluisterd, door middel van de manitas, een paar sterke leeren riemen, welke onder om de voorpooten der paarden gegespt worden. De dieren kunnen op die manier niet van de plaats komen. Alhoewel 't een practise e manier blijkt te zijn om een paard in de onmetelijke pampa te beletten er vandoor te gaan, is er toch zeer veel tegen te zeggen, want in ieder geval is het min of meer wreed voor de arme beesten, die zich feitelijk niet ver roeren kunnen. De dokter had nog 't een en ander te doen op de secretarie, weshalve hij den gaucho bevel gaf hem in de herberg te blijven wachten. Vrouw Hermes, ge kunt onzen vriend wel een borrel klare jenever inschenken, want daar houdt hij nogal van. De Klaproos gaf aan die order gevolg en zette een glaasje klare voor Nunzio op de tafel Deze keek zijn heer aan met een gezicht, alsof hij wilde te kennen geven, dat de waardin zich over hem lustig maakte. Ja, vrouw Hermes, onze vriend is een apart soort menscb. Hij is niet gewoon uit een borrelglaasje te drinkeo. Geef hem maar een scböp- kesglas vol, dat is hij zoo gewoon, maar niet meer dan één hoor. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5