TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
ABDIJSIROOP
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
AKKER' S verstèrkte
Zaterdag 25 September 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 39
De les van Spanje.
Wij Nederlandsche katholieken,
levend temidden van een ge
mengde bevolking, waarvan wij
tenslotte nog slechts een minder
heid uitmaken, staan altijd ver
rast en zelfs min of meer ver
bijsterd tegenover de ontstellende
toestanden, de fel anti-clericale
en anti-christelijke gebeurlenissen
in katholiek geheeten landen.
Wat zich den jongsten tijd in
Spanje afspeelde, slaat ons niet
alleen met ontzetting, maar doet
ook telkens de vraag bij ons op
komen h o e is het mogelijk?
Toen tegen het laatst der vorige
eeuw een anti-kerkelijk bewind
in Italië de positie van den Paus
nog moeilijker maakte, dan ze
reeds was, ging van het schier
eiland der Pyreneeën de roep op
„Kom naar Spanje, Heilige
VaderDaar zou het Hoofd der
Kerk een verblijf vinden Hem
waardig, gevrijwaard van, bevei
ligd tégen alle vijandige en
kwellende maatregelen. En er
waren katholieken ook in ons
vaderland die niet anders
verwachtten, of Leo XIII zou ge
hoor geven aan de stem, die uit
dat oer-katholiek land zooals
men het van verre zag tot
Hem geklonken had.
Daaraan terugdenkende kan
men zich slechts te meer ver
bazen over hetgeen de burger
oorlog er. wat daaraan sinds
jaren vooraf ging, te aanschou
wen hebben gegeven.
Sinds jarenwant wie de
geschiedenis van Spanje in onzen
tijd ook maar oppervlakkig heeft
gevolgd, weet, dat het er eigen
lijk reeds lang gistte, al had men
zeker niet zulk een gruwelijke
uitbarsting verwacht, als waartoe
het is gekomen. Én het dezer
dagen gepubliceerde schrijven
der Spaansche Bisschoppen ont
hult overtuigend voor eenieder,
die lezen kan het behoeft niet
eens tusschen de regels te ge
beuren dat in een geweldig
en langdurig verzuim van hen,
die voor de verbreiding, hand
having en toepassing der
katholieke beginselen hadden te
waken, een der diepere oorzaken
is te zoeken der tragiek, die over
het volk is gekomen.
Gewagende van de hoop op
een bewind van recht en vrede
in de toekomst, verklaren de
Kerkvoogden, dat zij het niet
wagen die toekomst te voorspel
len.
„Onze moeilijkheden", schrijven
zij, „zijn ontzettend groot. De
verslapping der maatschappelijke
banden, de zeden van een be
dorven politiek, de miskenning
der burgerplichten, de onvol
doende vorming van een gaaf
katholiek geweten, de verdeeld
heid der geesten in de oplossing
van onze groote nationale pro
blemen, de verdwijning van
duizenden wreed vermoorden uit
de keur van mannen, door hun
beroep en vorming bestemd mede
te werken aan den nationalen
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
22.
De bouw van het woonhuis op
de Reigershorst naderde eveneens
zijn voltooiing. Men was er bezig
met de binnen-afwerking. Het was
een vrij getrouwe nabootsing van
het landhuis op de estancia La
Soluza, alleen met dat onderscheid,
dat men hier eenigszins meer had
moeten rekening houden met het
klimaat en daarom was er voor cen
trale verwarming gezorgd.
Terzijde van het hoofdgebouw
was een ruime stalling voor paarden
5?et koetshuis en garage gebouwd
De op eenigen afstand gelegen hoer
erij was bijna geheel vernieuwd.
Daar men in de toekomst groote
hoeveelheden rundvee dacht te
houden, werden er drie zeer ruime
stallen volgens de beste en nieuwste
methode gebouwd.
A ^osc^ achter het woonhuis,
dat zachtglooiend omhoog liep tegen
een tamelijk hoogen heuvel, werd
voor een gedeelte als park aangelegd.
De ellestieke mins.
De acclimatisatie van den gaucho
Nunzio was beier in zijn werk ge
^a?n ud8n de ^°^ter verwacht had.
In het eerst waren er een paar
heropbouw, de haat en wraak
zucht, die het gevolg zijn van
eiken burgeroorlog, de buiten-
landsche ideologie, die, heer-
schende over den Staat, deze
tracht los te maken van de
Christelijke gedachte en de Chris
telijke invloeden ziedaar ont
zaglijke moeilijkheden, die over
wonnen moeten worden, om een
nieuw Spanje te enten op den
stam van ons oud verleden en
door de sappen van dat verleden
gevoed."
Dit citaat is van een schrijnen
de welsprekendheid. Maar het
doet ook beseffen, hoe groot
de tekortkomingen zijn geweest.
„De verslapping der maat
schappelijke banden, de zeden
van een bedorven politiek, de
miskenning der burgerplichten,
de onvoldoende vorming van een
gaaf katholiek geweten", dit
alles, het laatste vooral, kan niet
de bittere en giftige vrucht, het
noodlottige resultaat van énkele
jaren zijn geweest. Meer dan één
geslacht moet daarvan het slacht
offer zijn geworden, moet daar
door van het goede zijn ver
vreemd, opstandig zijn gemaakt
tegen orde en gezag, tegen gods
dienst en Kerk, tegen geloof en
Christendom.
Hoe valt het anders te verkla
ren, dat in een land, waar meer
dan negentig procent der be
volking katholiek is, of heet, een
goddelooze wereldbeschouwing
zóózeer de overhand verkrijgt,
als uit de feiten is gebleken, en
gruwelen zich voordoen van zulk
een hemeltergend karakter als in
het herderlijk schrijven wordt
medegedeeld
Hoe zouden dergelijke bloed
en moordtooneelen, dergelijke
barbaarschheden en vernielingen
kunnen plaats vinden in een
werkelijk katholiek land Hoe
zou het communisme in zulk een
land zóózeer het heft in handen
kunnen krijgen en zijn anti
religieuze hartstochten botvieren
Op al deze vragen is slechts
één antwoord mogelijk, een
antwoord, waarover niet lang
behoeft te worden nagedacht,
maar dat regelrecht voort
vloeit uit den loop der gebeurte
nissen.
Er is nog een gedachte, die
zich onweerstaanbaar opdringt
bij de lezing van het collectief
schrijven der Bisschoppen.
in het overzicht van de vijf
jaren, die aan den oorlog vooraf
gingen in 1931 vonden te
Madrid en in de provincie reeds
kerkbranden plaats leest men
onder meer
„Ons politiek regeeringsstelsel
van democratische vrijheid wag
gelde door de willekeur van het
Staatsgezag en de knevelarijen
der Regeering, die, den volkswil
miskennend, tegen de meerder
heid der natie in, een politieke
machinatie op touw zette. Zoo
kon het gebeuren, dat in Fe
bruari 1936 de rechterzijde met
één millioen stemmen meer dan
de linkerzijde, toch 118 zetels
minder bekwam dan het Voiks-
dingen geweest, waarbij men mis
had getast.
Men bad hem namelijk onder dak
gebracht in het juist gereed geko
men logies voor den koetsier boven
de nieuwe remise en voorioopig in
den kost gedaan bij den pachter
Geurts op de Reigershorsthoeve,
maar noch het een noch het ander
kon Nunzio bevallen.
Zonder er over te praten, begon
bij een woning voor bemzelf te
bouwen. Met een bijl trok hij er op
uit naar het bosch en sleepte een
aantal niet al te zware boomstam
men bijeen, welke dienen moesten
voor het optrekken van een hut,
terzijde van den paardenstal.
De hut was spoedig gereed; een
paar dekens en eenige polten en
pannen-, want bij ging voortaan zijn
eigen potje koken.
Behoefte aan gezelligheid kende
hij niet, trouw, ns hij zou weinig
kans voor gezelligen omgang gehad
hebben, want niemand verstond hem
en hijzelf kon evenmin met iemand
praten, behalve met zijn heer en de
oude Tadee; tenzij wanneer de se-
norita Soledad met vacantie naar
huis kwam.
Wanneer deze laatste dan aan
de hut van Nunzio voorbijging en
de geur van het op 't open vuur
kokende eten in de neus kreeg, ging
zij steeds naar binnen om een porlie
van het geliefkoosde nationale ge
recht te bedelen.
Nunzia zelf at uit den ketel met
een grooten lepel eb de hulp van
zijn vingers. Voor de senorita had
hij echter een paar borden en ook
vork en mes bij de hand.
Deze trok den neus volstrekt niet
op wegens de primitieve behande-
fronf.
Om dat te bereiken, was het
voldoende, willekeurig de stem
men van geheele provincies on
geldig te verklaren. Zoo werd de
wettigheid van het Parlement van
den beginne af in den wortel
aangetast".
Alweder rijst de vraagthoe
het mogelijk was, dat op zulk
een wijze de meerderheid kon
worden geringeloord en wat men
te denken heeft van de „rechter
zijde" tegenover een zoodanige
bejegening?
Met de democratie was het
trouwens in Spanje nooit bijster
goed gesteld. Het zoogenaamde
„pronunciamiento" van invloed
rijke militairen was er al te lang
inheemsch.
De dictatuur bleef er niet uit.
En in de dagen van Canovas del
Castillo en Sagasta, die elkander
tijdens de kinderjaren van Alfon
so XIII geregeld als leiders der
Regeering afwisselden, was bij
de verkiezingen altijd de partij,
die aan het bewind was, ook de
winnende aan de stembus. De
democratie werd daardoor reeds
tal van jaren geleden steeds
tegengehouden. Zij kon niet tot
rijpheid en ontwikkeling komen.
En waar dit hel geval is en het
katholiek geweten onvoldoende
wordt gevormd, zooals de Bis
schoppen schrijven, krijgen com
munisme en bolsjewisme hun
kans.
Zij hebben die kans in het
ook staatkundig verscheurde
Spanje op verschrikkelijke wijze
waargenomen. En de katholieken
zijn in gebreke gebleven zich
tijdig daartegen te wapenen door
een krachtige politieke organisa
tie, steunend op eendracht
en bezield door beginselen.
Wanneer het bewijs nog moest
geleverd worden, dat een derge
lijke organisatie onontbeer-
1 ij k is, zoowel in z.g. katholie
ke landen, als in die met een
gemengde bevolking, dan zou dit
bewijs nu vooral in het zwaar
geteisterde Spanje overtuigend
zijn te vinden.
De Maasbode.
Het honinggewin.
Houden velen de bijen tegenwoor
dig voor het indirecte nut: de be
stuiving, als nuttige bijkomstigheid
hebben we nog den honing. Hoe komt
de honing in den korf of kast De
bijen, die oud genoeg zijn, en dus
vlegbijen zijn geworden, vliegen uit.
Aangespoord door den geur, zoeken
ze de honinggevende planten op. De
reuk der bijen is buitengewoon sterk
ontwikkeld. Plaats maar eens een
schaaltje verdunden honing buiten.
In een minimum van tijd hebben de
bijen het ontdekt en na verloop van
een kwartier komen honderden bijen
op die honingbron af.
Zoo gaat het ook in de natuur.
Aangelokt door den nectar van de
honinggevende gewassen komen de
bijen daarop af. Ze zetten zich op de
bloemen neer en naar gelang de hoe
veelheid nectar die er in de bloem
is, zuigen of likken ze dien op. Is de
nectar opgezogen of opgelikt, dan
gaan ze naar de volgende bloem, en
vullen daar verder hun honingmaag.
Nu hebben we en passant gele
ling van den ruwen kok en haar
vader, de dokter evenmin.
Deze laatste at ook wel eens een
hapje uit den pot, of een sneedje
vleesch, dat de herder, volgens de
verklaring van den heer, beter kon
gereedmaken dan de in haar vak
gepromoveerde kok Tadea.
Het eten bestond uit een hutspol,
een groot stuk rundvleesch als soep
gekookt met kool, erwten, mais,
komkommers en nog andere groen
ten, Het te braden vleesch wordt
inderdaad met de buitenhuid van 't
beest eraan boven een braadspit,
dus met huid en haar gebraden,
Beide gerechten smaken werkelijk
uitstekend en worden ook door de
Europeanen zeer op prijs gesteld.
Van een vasten werkkring voor
den gaucho kon feitelijk geen sprake
zijn Hij was tot niets anders ge
schikt dan tot toezicht houden over
het vee, gelijk dat in de pampa
door de bereden herders uitgeoefend
wordt.
Voorioopig was er nog maar wei
nig vee op de nieuwe onderneming,
doch zoodra het weiland zoover zou
gereed zijn, wilde de eigenaar een
groote hoeveelheid beesten aanschaf
fen.
Het plan was, dat men zich er
speciaal op zou loeleggen op het
fokken van eerste klas fokdieren, om
deze jong te verkoopen
Met de zuivelbereiding zou men
zich echter niet op groole schaal
gaan toeleggen, omdat zulks teveel
handenarbeid en beslommering mee
bracht.
Daar dokter Delmotte reeds nu
te veel te doen had met 't regelen
der werkzaamheden, had bij een
bekwaam bedrijfschef aangenomen.
genheid een der meest doorslaande
argumenten te geven, waarom de
bijen zoo nuttig zijn voor de be-
stuiving.
I Een bij is namelijk bloemvast d.w.z.
als ze op een bloempje van de witte
klaver begint te vliegen des morgens,
1 dan blijft ze, als het mogelijk is daar
den keelen dag verder op bezig.
Begint ze op appelbloesem of peren
bloesem op kers of perzik te vliegen,
dan blijf t ze dat den heelen dag doen
als het mogelijk is. De andere be
stuivende insecten doen dat niet.
Kijk maar eens een hommel na.
Deze vliegt van de eene bloem
naar de andere, van klaver naar
koekoeksbloem, naar linde, naar veld-
kers, naar koolzaad enz. En dit is
voor de bestuiving veel slechter.
Een kersebloem wordt alleen be
vrucht door stuifmeel van een kerse
bloem; een appelbloem wordt alleen
bevrucht door stuifmeel uit een ap
pelbloempje enz.
Van de eene bloem naar de andere
vliegend vult de bij nu haar honing
maag en vliegt terug naar haar korf
of kast. Daar geeft de bij de nectar
af door die in een cel te leggen, of
ze geeft hem over aan een andere bij
in de buurt der vliegopening. Zoo
brengen op een mooien dag al die
duizenden vliegbijen hun zoeten last
binnen, 's Nachts wordt door het
heele bijenvolk de honing verplaatst,
zoodat hij boven, achter of op zij
van korf of kast komt zitten.
Deze nectar is nog lang geen
honing. Door de warmte in den korf
gaat het water uit den nectar ver
dampen en deze waterdamp wordt
door de bijen aan het vlieggat
eruit gemalen. Daarom kan men na
een goeden haaldag 's avonds ook
een sterk geruisch hooren aan de
kasten en korven. Dit komt van de
malende bijen. Is een cel nu goed
gevuld met ingedampten nectar, wat
dus honing is geworden, dan wordt
de cel verzegeld, er komt een dek
seltje op. Ook het broed wordt ver
zegeld, maar dit dekseltje is poreus
doornat tusschen de was haartjes en
schilfertjes verwerkt worden; de
larve kan dan opgesloten toch nog
ademen.
De dekseltjes op de honingcellen
zijn echter van zuivere was, deze
afsluiting is dus luchtdicht. Dit is
ook noodig, want van de lucht gaat
honing zuur worden of ook al ooit
gisten, vooral als hij zoo warm wordt
bewaard als in. den korf het geval
is. Soms maken de bijen de honing
cellen nog langer voordat ze die
verzegelen. Dit komt vooral voor in
den korf. Ze maken dan de cellen
wel twee keer zoo lang. We krijgen
dan stukken dikke raat „spekraat"
noemen de imkers die.
Al de honing die wordt binnenge
bracht wordt niet bewaard, een heel
groot deel wordt verbruikt. Op de
eerste plaats voor het voeren der
larven en der koningin. Op de tweede
plaats voor het bouwen van raat.
De bijen eten zich vol honing en
zweten dan was, dat als dunne schil
fertjes op de spiegels tusschen de
buikschubban komt liggen. Van deze
wasschilfertjes bouwen ze de raat.
Dit bouwen kost heel veel honing.
Wat er dan nog overblijft is de
reserve voorraad van het volk, maar
de imker profiteert daar ook van en
neemt zijn volken die honing af. In
een kast gaat dit heel gemakkelijk.
In.een korf wat moeilijker.
Kippen en water.
Zooals alle dieren hebben ook de
kippen behoefte aan water. Een groot
gedeelte van het ei bestaat uit wrater
n.l. ongeveer voor 3/4. De mest be
staat ook voor 'n groot deel uit
water, al maakt een Kip toch buiten
gewoon drooge mest. Evenals alle
dieren en planten gaat er bij de
uitademing met het koolzuur water
damp mee naar buiten.
Bovendien bestaat een groot ge
deelte van het dierenlichaam zelf uit
die wederom twee flinke bazen on
der zijn bevelen had.
Nunzio was echter bijna den ge
heelen dag van huis; nooit anders
dan ie paard, nu eens bedachtzaam
in slap over de nieuw aangelegde
dammen en dijkjes rijdend, dan weer
in woeste vaart over heggen en
breede slooten razend, zoodal de
arbeiders met open mond hem na
keken
Op een avond toen de ontvanger
van Melle hem met den dokter
tegenkwam, had de laatste Nunzio
met een boodschap gezonden naar
Tadea, om deze te verwittigen, dat
de ontvanger bleef soupeeren.
In volle galop reed de cowboy
over de oneffen terreinen, breede
poelen en waterslooten oversprin
gend en met een whoep over mans-
hooge hagen en hekkens
Een paar minuten later was hij
alweer terug met de boodschap,
dat Tadea voor alles zou zorgen.
Voor de aardigheid haalde de
dokter een brief uit en zei tegen
ontvanger
Als ge dit papier in kleine
stukjes wilt verscheuren, zal Nunzio
ze, zonder van het paard te komen,
in vollen ren van den grond oprapen
zonder een reepje te laten liggen.
De dokter sprak een paar woorden
met Nunzio, die naar het papier
keek, dat de ontvanger verscheurde.
In hoeveel stukjes heb je 't
verscheurd, ontvanger
Dat moet ik eerst nog eens
lellen... in zestien stukjes...
Nu strooi ze maar onder het
loopen op den grond, zoo, dat hij
ze kan zien.
Zich tot Nunzio wendend, riep
hij dezen in zijn landstaal toe
water. Een kip heeft dus absoluut
water noodig om de eieren te pro-
duceeren en om alle levensverrich
tingen behoorlijk in gang te houden.
Ze moet daarom noodzakelijk water
opnemen. Dit gebeurt in de voeder-
middelen die min of meer water
bevatten. Weinig water bevatten
korrelvoer en weekvoer. Veel water
bevatten groenvoeders, als jong gras
sla, boerenkool, andijvie enz.
Maar toch, daarbij moet de kip
altijd nog drinken. Dit kan verstrekt
worden als water maar ook in den
vorm van karnemelk of aangezuurde
ondermelk.
Maar nu krijgen we een eigenaar
dige combinatie. De kippen hebben
behoefte aan vocht, maar de bac
teriën en parasieten, die de kippen
ziek makeD of veel overlast bezor
gen kunnen zonder vocht niet leven.
Een pracht gelegenheid om die
dieren te besmetten geeft dus het
water. De kippen hebben het noodig
terwijl al de plantjes en diertjes die
de kippen ziek maken daarin zoo
lustig kunnen leven.
De meeste kans om besmetting op
te loopen biedt dus het water, dat
als drinkwater wordt gegeven, of dat
op den slecht doorla enden of te
laag gelegen grond blijft staan na
een flinke regenbui.
Hier hebben we dus al dadelijk een
mooie gelegenheid om een heel stel
kippenuitloopen radicaal af te keuren.
Typeerend is, dat in deze streken
de kippenhouders die op de hooger
gelegen gronden wonen gezondere
kippen hebben dan die op de lagere
deelen zitten.
Nog een sterker staaltje kan ik
daarvan aanhalen. Een buurman van
me had vroeger geregeld elk jaar
groote sterfte onder de kippen. Dit
liep uit elkaar, het geheele jaar door
gerekend van 2025 pet. Hij heeft
er altijd 300400 gehad. Nu is sinds
twee jaren vlak langs zijn gronden
een groote loop gegraven, zoodat het
grondwater gemiddeld een meter
lager staat.
Sinds dien tijd is de sterfte ge
weldig veel minder geworden en blijft
steeds onder de 10 pet. Men zou zoo
van zelf zeggen, dat de vochtigheid
van den bodem, maar vooral het
blijven staan van waterplassen de
gezondheid van de kippen sterk
tegenwerkt.
Twee maatregelen dienen we daar
om te treffen.
1. Zorgen dat in de kippenloop
geen water blijft staan, zoodat onze
dieren alleen -het drinken gebruiken,
dat wij daarvoor bestemmen, dan
staan ze niet aan een vuile sloot of
drabbige plas te drinken, die wie
weet hoeveel ziektekiemen bevat.
2. Zorgen dat het drinken dat wij
onze kippen geven zeker onbesmet
is. Liefst het gewoone drinkwater,
dat eens of tweemaal per dag ver-
verscht wordt. Om alle besmetting
te voorkomen kan men per liter
water één theelepel creoline toevoe
gen. Over het algemeen drinken de
kippen dan te weinig, als ze geen
groenvoer krijgen. We kunnen dan
ook ontsmetten met kaliumperman-
ganaat. We lossen 15 gram op in
een liter water, en moeten van deze
oplossing slechts twee eetlepels bij
één liter drinkwater voegen.
Heel gezond en daarnaast voed
zaam is het geven van karnemelk
of aangezuurde ondermelk. We moe
ten dan geen te groote hoeveelheden
geven, zoodat we van zelf sprekend
op tijd nieuwe frissche voorraad aan
moeten voeren.
Een der m~est gevreesde ziektes
die optreedt onder de jonge pullen
is coccidiosis.
Ik raadde aaD, de dieren direct af
te zonderen, ze op een laagje turf
molm in een kooi te zetten en enkel
korrelvoer en karnemelk te geven.
Tevens moest dagelijks het laagje
turfmolm worden vernieuwd. Het
resultaat was, dat nog een jonge
kip stierf, de rest groeide en werd
gezond.
Heel veel ziet men 's zomers het
drinkwater buiten staan, wat niet
Let op, Nunzio, er liggen zes
tien stukjes. Raap ze op
De cowboy reed in galop een
vijftigtal meters terug, wierp toen
zijn paard om en kwam in woeste
vaart teruggerend, waarbij hij zich
zoo onverwacht langs de zijde van
zijn paard liet glijden, dat de ont
vanger zich verschrikt liet ontvallen:
De kerel valt
Donderend klotsten de hoeven
van den klepper over den leembo
dem van den dijk...
Eer de ontvanger zich rekenschap
kon geven van hetgeen er gebeurd
was, kwam Nunzio reeds wederom
teruggedraafd en overhandigde den
dokter de zestien papiervod^s.
De oude heer van Melle z« i:
Dokter, ik meende werkelijk,
dat de kerel van het paard viel Die
klant is van elastiek, 't Is enne elas-
tieke mins. Is 't niet waar, Geurts
voegde bij erbij, zich tot den nader-
komenden verbluften pachter wen
dend
De kei is van gommelastiek
zei Geurts.
Een elastieke mins is et zei
de ontvanger.
Vanaf dien dag vertelden de men-
schen in het dorp en de omgeving
de dolste verhalen van de ruiter
kunststukken van den gaucho. De
bijnaam, die de ontvanger hem toe
bedeeld had, bleef hem voorgoed
bij. Voortaan heette Nunzio niet
anders dan „den ellestieke".
Toen deze laatste eenigen tijd op
de Reigershorst was, had zijn heer
hem op zekeren dag meegenomen
naar het dorp, waar zij een bezoek
gingen brengen bij Tunnes van Steijl
den haammèker, waar Nunzio eenige
reparaties aan zijn reservezadel en
Waarom hoest Ge zoo?
Neem toch de nieuwe verstèrkte
Abdijsiroop, het middel dat op büna
wonderbaarlijke wijze Uw hoest be
dwingt. Akker's Abdijsiroop werkt
snel en krachtig bjj hoesten, bij kou op
de luchtpijpen, bij acute en chronische
bronchitis, helpt heerlijk bij borst-
benauwdheid en asthma-aanvallen.
De uitsluitend van plantaardigpn aard
zynde werkzame bestanddeelen uit oude
geneeskruiden welke Abdijsiroop een we
reld-vermaardheid hebben bezorgd, werden
in de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop nog
uitgebreid door de toevoeging van de hoest-
bedwmgende stof codeïne", die moet be
schouwd worden als het krachtigste middel
ter verdrijving van den hoest en van slijm.
De plantaardige extracten, in Abdijsiroop
verwerkt, werken als balsem op de ontsto
ken slijmvliezen van Uw borst en keel, die
daardoor worden geheeld en versterkt. Om
zijn gelukkige samenstelling noemt men
dan ook terecht de nieuwe verstèrkte Abdij
siroop ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
Flac. 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger bet gebruik.
slecht is, uit de zon. Stilletjes aan
komt dit nu weer in de hokken. Dan,
vooral als we de dieren opsluiten,
moeten we er op letteD, dat rond de
drinkbakken geen natte plekken
komen.
Houd dan vooral uw hok goed
droog. Turfmolm is nog steeds beter
dan kort gehakseld stroo.
Dus droog uw hok, droog uw uit
loop, dat is de eerste eisch om uw
kippen gezond te houden vervuld.
Misdadige
practijken.
Het bericht over knoeierijen in
een conservenfabriek en export-
slachterij in het Westland, kan men
niet lezen zonder ontsteld te wor
den door zooveel gewetenloosheid.
Het is schandelijk, het is rondweg
misdadig.
Men gebruikt den inhoud van
afvaltonnen voor de fabricage van
gebaktEn toen de verkoop van
bet gehakt verminderde, legde men
zich toe op de fabricage van soep
in blik, waarbij even schandelijke
praktijken werden gevolgd.
Personeel dat zich wilde verzet
ten, werd met ontslag bedreigd. De
winsten waren op deze wijze „uiter
aard vrij groot" men verkocht een
blik gehakt voor 38 cent, terwijl de
kosten, alles inbegrepen, niet meer
dan 15 cent bedroegen. Dat is be
grijpelijk, grondstoffen uit afval
tonnen kosten niets
Het personeel gaat in deze ook
niet vrij u t Dreiging met ontslag
had hen niet mogen weerhouden, de
aandacht van de autoriteiten op
deze firma te vestigen. De firma
had trouwens veel meer reden be
vreesd te zijn voor het personeel,
dat haar praktijken kende, dan dat
het personeel bevreesd behoefde te
zijn voor de firma.
Wat dezen misdadigen ondernemer
zelf aangaat, de strengste straf is
nog te zacht voor hem.
Uit de provincie leest men zoo nu
:n dan berichten over een z.gn.
.volksgericht". In den regel kan
men dat niet goedkeuren, maar
hier is nu werkelgk een geval waar
een volksgericht op zijn plaats zou
zijn. Hoe zou men met zulke heeren
zijn omgesprongen in de middel
eeuwen
hoofdstel te bestellen had, waarbij
de dokter als tolk moest spelen.
Toen die boodschap beëindigd
was, reden de twee ruiters naar den
Druiven'ros, waar zij afstapten.
De paarden werden niet vastge
bonden, maar op Argentijnsche wijze
door Nunzio gekluisterd, door middel
van de manitas, een paar sterke
leeren riemen, welke onder om de
voorpooten der paarden gegespt
worden.
De dieren kunnen op die manier
niet van de plaats komen. Alhoewel
't een practise e manier blijkt te zijn
om een paard in de onmetelijke
pampa te beletten er vandoor te
gaan, is er toch zeer veel tegen te
zeggen, want in ieder geval is het
min of meer wreed voor de arme
beesten, die zich feitelijk niet ver
roeren kunnen.
De dokter had nog 't een en ander
te doen op de secretarie, weshalve
hij den gaucho bevel gaf hem in de
herberg te blijven wachten.
Vrouw Hermes, ge kunt onzen
vriend wel een borrel klare jenever
inschenken, want daar houdt hij
nogal van.
De Klaproos gaf aan die order
gevolg en zette een glaasje klare
voor Nunzio op de tafel Deze keek
zijn heer aan met een gezicht, alsof
hij wilde te kennen geven, dat de
waardin zich over hem lustig maakte.
Ja, vrouw Hermes, onze vriend
is een apart soort menscb. Hij is
niet gewoon uit een borrelglaasje te
drinkeo. Geef hem maar een scböp-
kesglas vol, dat is hij zoo gewoon,
maar niet meer dan één hoor.
Wordt vervolgd.