TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. Smeulend vuur. horst? Zaterdag 11 September 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 37 Werkloozen en duurder leven. Zij, die de devaluatie als een ramp voor ons land zagen, heb ben ons steeds in schrille kleuren de gevolgen geschetst op de stij ging van de kosten van het levensonderhoud. Sommigen gin gen in hun ijver, om de gevolgen zoo zwart mogelijk af tejjschil- deren, zoo ver, dat zij spraken van een stijging van 20 pet. van alle prijzen. Zoo'n vaart is het gelukkig niet geloopen, maar dat neemt toch niet weg, dat de kosten van het levensonderheid werkelijk zijn gestegen en dat we met die stijging vooral rekening moeten houden ten aanzien van de ar beidersklasse en speciaal van de werkloozen. Pe C.H. „Nederlander" wijdt aan dit thema een sympathiek artikel, waarin het blad o.m. het volgende zegt: Het is geen uiting van materia listische gezindheid, doch in tegendeel een uitvloeisel van humanen zin en Christenplicht om, met het oog op onze valide werkloozen, die dat zijn in den vollen zin des woords en zich paraat willen houden in de hoop dat straks weer de maatschappij een beroep op hen doet, rret bijzondere aandacht de beweging te volgen van de kosten van het levensonderhoud van arbeiders gezinnen en speciaal van de ge zinnen der werkloozen. Het maandschrift van het Cen traal Bureau voor de Statistiek van 30 Juni 1937 bevat het resul taat van berekeningen betreffende kosten van het levensonderhoud van gezinnen van werkloozen te Amsterdam in Mei 1937. Volgens deze berekeningen zouden de uitgaven voor voe ding van werkloozen, bij een zelfde verbruik als in 1934, in Mei 1937 7 pet. hooger zijn dan in September 1936, de maand der depreciatie. Deze toeneming is grooterdan die van de kosten der voeding van arbeidersgezinnen, welke sedert September 1936 4.1 pet. bedraagt, als gevolg van het feit, dat een tweetal rubrieken, waar bij de belangrijkste prijsstijgin gen te co.istateeren zijn, uiet name brood en aardappelen, op het budget der werkloozen 24.3 pet. van het basis-budget van 1934/35 en bij de arbeidersge zinnen 17.5 pet.; die voor aard appelen bedroegen 9.1 pet. bij de werkloozen en 5.7 pet. bij de arbeiders. Gelukkig geeft dit hooge per centage van 7, dat op het eerste gezicht zeer verontrustend is, geen juist beeld van den toe stand, want voor de totale uit gaven bedraagt de stijging sedert September 1936 2.6 pet., hetwelk minder is dan het overeenkom stige cijfer voor de arbeiders gezinnen, dat 3.2 pet. beloopt. Intusschen blijkt uit de gegevens Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 20. Monsieur Descamps was, om de reizigers het eerst te begroeten, naar het spoorwegstation gereden, dat ongeveer een uur verwijderd lag. Toen het rijtuig met de reizigers nabij de eerepoort genaderd was, hieven de gaucho's, die daar als eere- wacht opgesteld, een oorverdoovend hoerageschreeuw aan Complimenten of plichtplegingen kennen die lui niet, tot speechen waren ze nog veel minder in staat. Met de den zuidelijken eigene ge meenzaamheid drongen ze allen met hunne paarden op het stilstaande rijtuig aan, om vanuit den zadel den landheer de hand te drukken, 't Was een aanhoudend geroep van Don Alfredo 1 Salud Muy buenas, don Alfredo I Bienvenido Senor y Senoras 1 Qué tal, senor doctor 1 E-ohorabuena para ustedes Allen schreeuwden hun welkomst groeten door elkander en wilden den dokter en de dames het eerst be- J groeten. Bij het woonhuis aangekomen, waar de reizigers uitstapten, was de ter begroeting vergaderde schare nog talrijker. Het weerzien van Soledad cn miss Law ton met madame Des- over Juni 1937, dat de stijging der kosten van levensonderhoud zich heeft doorgezet. En hoewel hierin ook seizoensinvloeden werken, is te voorzien, dat prijs stijgingen voor sommige belang rijke levensbehoeften eerst in het Juli-indexcijfer geheel tot uiting zullen komen. Wij vertrouwen, dat deze gegevens ook de volle en voortdurende aandacht zullen hebben van onze regeering en dat zij middelen zal weten te vinden om de volks kracht, die schuilt in onze werkwillige en valide werk loozen, te bewaren in het besef, dat dit ook voor de moreele en de productieve kracht van ons geheele volk in den wijdsten zin van de grootste beleekenis is. Vader tijd is niet tegen te houden. Op het weiland voor ons huis grazen eenige paarden. Er loopt een wandelweg door deze wei landen heen en daarom heeft de boer zijn paarden aan een touw vastgelegd en hen dus als het ware een afgebakende ruimte gegeven. Dat cirkelvlak, waarin onze viervoeter nu vrij is te doen en te laten wat hij wil, is zijn eigen „locaal" terrein. Daarbuiten kan enze rossinante niet komen, de wil van den boer heeft dat onmogelijk gemaakt. Zoo'n locale cirkelvlakte heb ben wij allemaal, bij de een is zij klein, bij de ander grooter, maar zij bestaat bij iedereen. Die begrensde ruimte wordt gevormd door vele omstandigheden, op voeding, geld, toevallige kansen plaatselijke mogelijkheden, o.a. verbindingen met de naaste om geving en wat daar buiten ligt. Er zijn stervelingen, in onze oogen misschien „gelukkige ster velingen", die zoo'n gioote cirkel hebben gekregen, dat wij denken, dat de begrenzing niet zou be staan. Mijnheer X b.v. heeft geld als water, hij kan doen en laten wat hij wil. Lokt de Rivièra, goed, dan gaat hij daarheen en wan neer in 1940 in Tokio de Olym piade za' worden gehouden, dan is hij daar een aandachtig toe schouwer. Maar wanneer Mijnheer X een klein tikje op de beurs heeft te incasseeren, zoo'n slordige tien, twintig mille op een „gap"-dag verliest, dan gaat zijn reisje naar de Rivièra niet door en wordt, omdat zijn vrouw op dokters advies verandering van lucht noodig heeft een buitenhuisje op de Veluwe gehuurd. De groote cirkel wordt verkleind tot Epe en omgeving. Als vroeger de trekschuit van Leiden naar Haarlem vertrok, dan werd een afscheid van het leven genomen van de achterblijvende familieleden er. met tranen inde oogen werd de „koene" wereld- cayups en de kinderen was aller aandoenlijkst. Lucien en Thêrèse. die met bloemenruikers in de hand gereed stonden om die te overhandigen, legden de bloemen terzijde en vlogen in de armen der aankomenden. Daarna dachten zij eerst weer aan hunne bouquetten. Maar niemand ging zoo onstuimig te keer als Tadea, de min van Soledad, die vanaf de geboorte en het verblijf der laatste op de estancia altijd bij haar was geweest, totdat het harde uur der scheiding was gekomen, toen de dokter en zijn dochter de reis naar Europa ondernamen. En nu mocht zij haar lieveling weer terugzien en in haar armen sluiten. Tranen van vreugde liepen over haar wangen, maar ook de oogen van madame Descamps waren niet droog gebleven. Dien dag was een feestdag voor alle menschen op de estancia toen 't reeds laat geworden was, hoorde men nog in de verte de muziek en zang van de feestvierders. Dokter Del motte was een veel- gezochte, veelgeplaagde man na zijn terugkeer op zijn bezitting. Monsieur Descamps had zooveel aan hem te rapporteeren en uit te leggen, zooveel ie toonen en te be spreken, dat er bijna geen oogen- blijk vrije tijd overbleef. De landheer had echter alle reden om tevreden te zijn over 't beheer van zijn rentmeester tijdens zijn af- wezigheid. Alles getuigde van groote zorg en toewijding; de resultaten overtroffen de verwachtingen van den eigenaar, j Reeds korten tijd na het vertrek van dezen had Descamps eenige buiten gewone exemplaren fokvee gekocht. reiziger nageoogd, hij had de enge cirkel van zijn locale leventje verbroken, hij ging de wijde wereld in, hij moest naar Haar lem En thans.... een buurtverkeertje brengt U in één dag heen en weer naar Groningen of Valken burg en zonder dat U een maal tijd behoeft over te slaan, kunt U een bezoek aan Rotterdam brengen of een middagvoorstel ling bij Tuschinski in Amsterdam meemaken. De Nederlandsche Spoorwegen, onze hedendaagsche techniek stelt ons in staat onze kleine cirkel te vergrooten, te verruimen tot proporties, die als onze voor ouders nog leefden, „onverant woordelijk" zouden worden ge noemd. Maar aangezien onze voorvaderen zich thans op de eeuwige jachtvelden bevinden en dus niet meer kunnen profiteeren van onze perfecte busverbindin gen, komt geen onzer op de ge dachte een uitstapje aan de Alk- maarsche kaasmarkt of een bezoek aan de wereldtentoonstelling te Parijs „onverantwoordelijk" te noemen. Onze verkeersmogelijkheden, onze verkeersmiddelen, onze hedendaagsche visie op propor ties maken zulke „uitjes" moge lijk zonder dooi zijn mede-lotge- nooten ais een roekelooze waag hals te worden beschouwd. Natuurlijk gaat zoo'n verande ring van de „wereldbeschouwing" niet overal even snel erin, er zullen steeds menschen met de trekschuit nakomen, zelfs nog wanneer de trekschuit reeds lang lekgestooten zal zijn, zullen er nog steeds wezens zijn, die wil len probeeren dat lek te stoppen en dan pompende, willen pogen de schuit drijvende te houden. Een auto uit het jaar 1886, die met een uursnelheid van acht kilometer langs den weg raasde, werd beschouwd als een product van duivelsche kunsten. In 1937 wordt zij door de menschheid als een aardige rariteit uit langvervlngen tijden op een tentoonstelling geëxpo seerd en naast haar de nieuwe Lincoln 1938, die zonder moeite 130 K.M. haalt. En als U kiezen moet, dan zult U de Lincoln 1938 met zijn 130 K.M. power veiliger vinden dan de Benz 1886 met haar acht maal duizend meiers per uur. Waarom Techniek Mijnheer, de techniek is beter, veiliger, betrouwbaarder. De gemiddelde snelheid van onze Spoorwegen werd sinds haar begin bijna jaarlijks ver hoogd en niemand zal durven beweren, dat een ritje per trein minder veilig is geworden, in tegendeel. Vroeger was in de Residentie voor voertuigeneen maximum snelheid voorgeschreven en schrik niet lezer, om het aantal onge lukken te verlagen werd de maximumsnelheid in Den Haag opgeheven 11 Het is toch ook immers belachelijk een snelheids- grens vast te leggen in cijfers, jdie slechts voor bepaalde om standigheden gelden. De weggebruiker, die sneller rijdt dan de omstandigheden van het oogenblik zulks toestaan, is, zelfs, indien de burgervader van Oirschot hem toestond 30 K.M. te rijden, in défaut en moet ge straft worden. Maar als de politie in Haarlem den automobilist zou wijzen op de maximumsnelheid van 20 K.M., die daar vastge steld werd, dan zou iedere kantonrechter den verbaliseeren- den agent vragen, of hij wel eens „auto" gereden heeft. Andere tijden, andere zeden. Hij, die op de lekke trekschuit blijft staan pompen om te pro beeren zijn systeem drijvende te houden, wordt schouderophalend voorbijgegaan. De tijd gaat voort en is niet tegen te houden. Men had daar vroeger reeds over gesproken en toen 'de gelegenheid zich voordeed, had hij telegrafisch toestemming gevraagd een beduiden de som voor dezen aankoop te be steden. Thans kon men de eerste resul taten van de rasverbetering reeds waarnemen. Kenners van uaam kwa men om de prachtdieren te zien en er eenige afstammelingen van mach tig te worden. Maar ook in zijne hoedanigheid als geneesheer werd de heer Del- motte druk in beslag genomen. Het ruwe volkje, dat op de vlakten leeft, voelt zich niet gauw ziek en zal den dokter niet overloopen; maar toch kwamen er velen, niet alleen van La Soluza, maar ook van na burige ondernemingen de hulp van den senor medico inroepen, temeer nog omdat het bekend was. dat hij geen geld nam voor zijn diensten aan de min gegoeden of armen. Don Alfredo was nog geen acht dagen hier terug, toen hij een zeer ernstig geval onder handen kreeg. Aan het andere einde der onder nemiog woonde een gaucho. die mee het toezicht op een troep jonge paarden belast was. Deze ruwe kerel Nunzio geheeten. was ongehuwd en woonde alleen in een hut. In tegenstelling met zijn collega's, die nogal levenslustig en vermaak- zuchtig waren, leefde hij afgezonderd en teruggetrokken. Onontwikkeld en ruw, scheen hij echter toch niet gelijk de meesten hunner behept te zijn met de on deugden dezer klasse. 't Was echter voorgekomen, dat hij nu en dan aan den rol was ge raakt; als bij brandewijn geproefd Vliegen en luizen» Hoe weinig schoon dergelijk op schrift ook luidt, toch is het noodig eens over die ongewenschte gasten te schrijven. Al zgn ze klein, ze vallen met groote hevigheid de huis dieren lastig en veroorzaken onrust, vermagering en meerdere kwalen. De luizen zijn van verschillende grootten en vormen. In het alge meen vindt men ze in de meest behaarde of warmste lichaamsdeelen, b.v. in de kop- en halsharen, in de staartstreek, tusschen voor en ach- terpooten. Welke zgn nu de voorbehoedings- en bestrijdingsmiddelen. De dieren moeten regelmatig geroskamd wor den, dat is een goed voorbehoedend en zuiveringsmiddel. Zoodra men ondervindt dat een dier is aangetast dan is het tenminste bij zomertijd aan te raden het met lauw soda water of groene zeep geheel te was- schen en dan bij middel van een afkooksel van tabak of een ander insectendoodend poeder, lichtjes in te wrijven. Daarna spoelt men het weer af, met zuiver lauw water, droogt het goed af en dekt het tot het droog is; men let er echter op, dat het niet in den tocht staat. Bij wintertijd zal men alleen de sterk behaarde plaatsen afwasschen met lauw soda- water of groene zeep en het lichaam bestrijken met een mengeling van naphtaline en pyre- thrapoeder en daarna het dier gansch afborstelen. Men moet echter beletten, dat de dieren terug aangetast worden. Daarom dienen het ongedierte en zijn eitjes, die in hoek of kant van den stal verborgen zijn ook ver nietigd te worden. Bij middel van kokend sodawater begiet men daar toe zoover het kan den stalvloer, de muren en houten schutsels om dit alles dan af te schrobben. Het is zelfs wenschelijk den ganschen stal eens te ontsmetten bij middel van een bestuiver en een sterke ontsmettingsstofdoet men dat niet, dan moet het ook geen verwonde ring wekken zoo na enkele dagende plaag herbegint. VLIEGEN Als voorbehoedings middel raadt men aan de mest- en beerputten niet te dicht bg de stallen te brengen, den mest goed op te hoopen en met een ontsmet tingsstof te besprenkelen en in de beerputten een fijne laag minerale olie (petroleum) te gieten. Voor de stallen wordt ook aange raden de vensters blauw te verven, doch dit geeft niet altijd de beste uitslagen. Het is beter den stal zeer goed te verluchten, zoo is hij niet te warmhet is zelfs goed dat er tegen de zoldering een lichte trek had, werd hij gevaarlijk, dan moest men hem niet in den weg loopen. 't Is ongelooflijk en den lezers waarschijnlijk niet bekend, welke groote hoeveelheden Hollandsche jenever ginds in de Pampas worden gedronken. De namen Bols en Hulstkamp zijn even goede bekenden voor hen als voor ons Hollanders. En ze drinken er de jenever niet uit zoo'n kleine glaasjes als bij ons. De knechten, die in de buurt van Nunzio woonden, hadden dezen des avonds niet naar gewoonte zien terugkeeren naar huis. Dit gebeurde echter wel meer, daar zij vaak den nacht buiten doorbrachten. Toen hij evenwel ook den vol genden dag nog niet kwam opdagen, ging men hem zoeken en vond men hem op een eenzame plek, meer dood dan levend op den grond lig gen. Zijn gezadeld paard stond rustig neven hem; het was dit dier dat de zoekenden uit de verte daarheen gelokt had Alhoewel de man nog bij kennis was, meende men toch, dat zijn laatste uur spoedig zou slaan. Bij onderzoek bleek, dat hij een afgrijselijke wonde in den buik had. wellicht veroorzaakt door den val op een paal of ander spils voorwerp De ingewanden lagen bloot en de wond zag er afschrikwekkend uit. Een hunner galoppeerde naar den dokter, maar de afstand was zeer ver, zoodat er uren voorbijgingen voor deze ter plaatse was. Don Alfred gaf terstond bevel een draagbaar te maken van dunne boompjes, die in de nabijheid ston den. Er was niet aan te denken den heerscht. Er moet ook gezorgd worden dat de vloeibare en niet vloeibare uit werpsels der dieren zoo spoedig mogelijk uit den stal worden ver wijderd. Het is wenschelijk dagelijks de afloopgoot met een of andere ontsmettingsstof te overgieten. Vliegenvangers in de stallen zijn prijsbaar, deze kan men zelf maken zoodat ze niet te duur komenb.v. men kookt samen eene gelijke hoe veelheid colophane, ricinolie en lijn olie, men mengt deze goed en strijkt de gekookte mengeling op stekken men weze voorzichtig bij het koken, daar de mengeling nogal brandbaar is. De paarden zijn zeer gevoelig aan vliegen. Men zorgt voor een goed vliegennet. Daarbuiten zal men ze ook besprenkelen met de eene of de andere in den handel verkrijgbare, vloeibare vliegendoodende stofook kan men ze zeer lichtjes overstrijken met een doek, dat vooraf in petro leum of essence gedompeld wordt en daarna gedroogd. Het verwijderen van alle rotten- den afval in en om de hoeve, helpt grootendeels om de vliegen te weren kan men die afvalhoopen niet ver wijderen, dan is het wenschelijk ze met petroleum te begieten. Het dient geweten dat een vlieg in 't algemeen de koude vlucht, als mede het donker en al wat sterk riektzij zoekt warmte, meer ver lichte plaatsen en voedt zich met af val en met al wat in ontbinding is. Vergeet niet dat de vliegenplaag in stal en omgeving ook naar de keuken overkomt en de eetwaren bezoedelt. De toestanden aan de Belgische grens. Een stem uit de practijk. Men schrijft aan de Maasbode Herhaaldelijk werd den laatsten tgd in verschillende bladen de aan dacht gevestigd op de ernstige moreele gevaren die voornamelijk de Limburgsche jeugd bedreigen van de overzijde der Belgische grens, waar sinds geruimen tgd tal van obscure gelegenheden welig tieren. In verband met dit urgente vraag stuk hadden wij een onderhoud met een bekenden Zuid-Limburgschen medicus, een man van jarenlange practische ervaring die tevens door verschillende omstandigheden ten dezen zeer goed op de hoogte is van feiten en toestanden. Naar zijn meening is deze „Belgi sche pest" aldus drukte hg zich uit een der ernstigste verschijn selen, die sinds jaren de volksge zondheid niet alleen maar ook de moreele gaafheid van het Limburg sche volk bedreigd hebben. Ongetwijfeld zijn er ook in Lim burg steeds menschen geweest, wiens gedrag tot ernstige zedelijke mis slagen leidde met al de gevolgen van dien, doch het betrof dan altijd individueele gevallen. Hier kan men echter niet meer van individueele gevallen spreken doch van een min of meer collectief bederf waarvan de gevolgen mocht 't zich uit breiden niet zouden te overzien zijn. Voorts gold het in het verleden in nagenoeg de meeste gevallen vol wassen personen die zich aan exces sen op dit gebied te buiten gingen thaDS daarentegen hebben wg niet zelden te doen met jongens en meis jes, die nauwelgks den kinder schoenen ontwassen zijn. En helaas blijkt ook hier het kwaad een diffu- sioneel karakter te hebben. De een lokt den ander mee en aldus komt het voor dat men met heele groep jes de grens over trekt. Voorts laakte onze zegsman de onkunde en het gebrek aan waak zaamheid van vele ouders die van het domme apriorisme uitgaan „Mijn jongen, mijn meisje is daar te gewonde op een paard te vervoeren en zoo moest men hem den geheelen langen weg dragen. Men bracht hem in een geschikte kamer van de estancia. Ik geloof niet, zei de dokter tot zijn rentmeester, die er ook bij te pas was gekomen, dat ik 'lieven nog in die vleeschklompen zal kun nen behouden, 't Is me onverklaar baar hoe de kerel het nog zoo lang uilgehouden heeft, met het onge dierte reeds tusschen zijn blootlig gende ingewanden, meer dan vier en twintig uur misschien veel langer zonder een druppel water. Toch kwam de zoo zwaar ge wonde er weer boven op. Men maakt zich geen voorstelling van de taaiheid, de ongevoeligheid en het uithoudingsvermogen van zulke afgeharde naiuurmenschen. Tadea en madame Descamps had den afwisselend de verpleging van den zieke voor hun rekening geno men en 't hem niet aan goede zorg laten ontbreken. De dankbaarheid van Nunzio, toen hij weer uit het bed kon en opzitten mocht, kende geen grenzen. De kleine Soledad kwam hem nu dagelijks bezoektn en bracht hem dan vruchten of eenige lekkernij mee, waarvoor hij zeer gevoelig was; om de bloemen, waarmee ze de ziekenkamer versierde, gaf hij niels. En toch kon hij, toen de genezing toenam, heel mooie liedjes zingen en op de guiiaar begeleiden. Toen hij weer zoover was, dat hij in 't zadel kon zitten, kende zijn vreugde geen grenzen; 't liefste zou hij een paar liter brandewijn gedronken hebben; men hoedde zich echter wel dit Benauwd op de Wentel dien last van U er door intijds Abdijsiroop te nemen. Wilt Ge verlichting in den kortst mogelijken lijd? Wilt Ge dat be nauwde gevoel, dat overmatige flui men doen ophouden, pleeg dan geen verzuim door te wachten en Uw hoest te laten ontaarden in een of andere gevreesde kwaal. Nog zijn Uw orga nen gezond, laat ze niet ziek worden door het met ziektekiemen beladen slijm. Weer op natuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, aie stopt den hoest, maakt Uw adem halingsorganen gezond, geeft Uw borst de weerstand die deze noodig heeft en zal U weer vrij, ruim en diep doen ademhalen. Wacht dus nietl Per flacon 90 ct. en f. 1.50 braaf voor èn die dan zelf de noodige franken fourneeren om het „fiets tochtje" te bekostigen, dat in negen van de tien gevallen een jeugdig onder-onsje is inplaats van te staan onder de vertrouwde leiding van een volwassene. Zeer betreurenswaardig noemde hij het, dat er zoo weinig jongeren zgn die een eenigszins juist begrip hebben van de gevolgen die derge lijke extra-vacanties met zich mee kunnen brengen. Hg is tegenstander van vroeg tijdige voorlichting, doch wat te zeggen als er nog 18- 20-jarigen gevonden worden, die géén of hoog stens slechts een heel vaag idee hebben van deze gevolgen En die zijn er genoeg. Het is ongetwijfeld waar, dat kennis op zich zelf niet voldoende is, doch dat zij als rem- menden voorzorgsmaatregel buiten gewoon goed te pas komt, kan even min ontkend worden. Onze zegsman gaf uiting aan zijn groote voldoening over de contra actie tegen dit volksbederf en roem de in dit verband vooral het onlangs uitgevaardigde herderlijk schrijven van Z. H. Exc. mgr. dr. G. Lemmens, bisschop van Roermond en de waak zaamheid der Limburgsche politie, die doet wat in haar vermogen ligt om aan het euvel paal en perk te stellen. Degenen, die het echter in hun handen hebben om er een eind aan te maken, zgn de Belgische instanties, die toch zeker niet graag zullen zien, dat de Belgische grens streek in een zeer ongunstige reputatie komt. Tenslotte vestigde de dokter onze aandacht erop, dat wij toch niet dadelijk met een hard oordeel moeten klaar staan over hen, die het slacht offer van deze droevige omstandig heden werden, noch zelfs over de houding van vele klaarblijkelijk nog slapende ouders. De katholieke opvoeder in een groote stad houdt uiteraard met alle mogelijke moreele gevaren rekening, die elders nu eenmaal niet bestaan en ook in dit geval vroeger in Lim burg nooit bestaan hebben. Deze toestand is hier als het ware plot seling uit de lucht komen vallen zonder dat de opvoeders erop be dacht konden zijn en hun maat regelen treffen. Daardoor wordt het dan ook verklaarbaar, dat zelfs kinderen van goede katholieke ouders in bedoelde millieus terecht komen. Dit ontheft hen evenwel niet van den duren plicht om thans dub- experiment ter band te nemen. De dokter gaf hem een gemakke lijk baantje in de nsbijheid van het woonhuis, waar de jonge paarden verbleven. Nu en dan nam de kleine Soledad wanneer vader heur niet begeleiden kon, den trouwen Nunzio als lijf gardist mee op excursie te paard, waardoor de ruwe, halfwilde zich ten hoogste vereerd gevoelde. Tegen de overige knechts zei hij met zekere verwaandheid Ik ben de paladijn van de jongejuffer Ingevolge de afspraak had er een vrij drukke briefwisseling plaats tus schen Holtum en La Soluza. Ofschoon 't allebei maar stille, min of meer afgelegen wereldhoeken waren, en geen gewichtige, vermel denswaardige dingen voorvielen, waren 't lange brieven over en weer. Als miss Lawton schreef, krabbelde Soledad er iets bij en dok Ier Del- motte moest er ook steeds eenige regels bijvoegen onder de brieven van zijn dochtertje. Ook heden kwam ze er weer om vragen. Papa, ik heb aan tante Netje geschreven, u moet er ook wat bij voegen. Ja maar kindje, ik heb zoo weinig tijd. Ik ben bezig met een langen brief aan den ingenieur; die moet ook nog met deze mail mee en ik moet buitendien nog schrijven aan oom van Melle. want dat heb ik beloofd. Nu, geef maar hier je brief, dan zal ik er wat onder bij schrijven. Alhoewel hij dringende werkzaam heden te verrichten had. zat hij toch een tijd'ang werkloos aan de lafel te staren. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5