Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Sneeuwklokje
Roomijs
Sneeuwklokje
Roomijs
Nu de crisis is
geweken.
Binnenland.
Ons weekpraatje.
Najaar en Winter 1937-38.
De nieuuiste Dames- en 4jeeicH-collectie
JOH. JEUKEN-POUWELS
Sport.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 28 Augustus 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 35
verfrischt, voedt,
versterkt.
Halve liters op gewensch-
ten tijd bezorgd 50 cent
L EN MAAS
Daar is ie weer
Een nieuw seizoen
Nieuwe versnapering
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 7l/a ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprgs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
OX. Vrouw „Behoudenis
der Kranken" Oostrum.
Aanpassing is noodig aan
de gewijzigde omstandigheden
Geschiedt deze systematisch
Het slagersbedrijf werd afge
sloten. Het klein-boerenbedrijf
wordt gerationaliseerd.
De crisis is ten einde.
Let wel: er zijn nog meer dan
300.000 werkloozen in ons land.
Ons economisch leven is dus nog
ernstig ziek. Wil men in dat ver-
band.van een crisis spreken, goed.
Maar sedert zeven jaren heb
ben we met „crisis" iets anders
bedoeld. We dachten aan de zeer
bijzondere omstandigheden, naar
we meenden: tijdelijke, welke 't
economisch leven ontwrichtten.
Die omstandighedeu waren de
na-oorlogsche armoede van groo
te volkeren, het vastgeloopen zijn
van de financieele en monetaire
verhoudingen, de behoefte van
haast elk land om zijn handels
balans in een gunstiger positie
te brengen door het beperken der
invoeren én de zucht om het
uithoudingsvermogen in een vol
genden oorlog te versterken door
de zelf-voorziening in de voor
naamste bestaansbehoeften van
het volk.
We spraken in verband met
de gevolgen van een en ander
van een „crisis", omdat we ver
wachtten, althans verhoopten, dat
„normale" toestanden zouden
weerkeeren.
Welnu, de toestand is thans
inderdaad weer zoo goed als
„normaal". D.w.z. niet normaal
„als vroegerDe economische
verhoudingen van weleer komen
niet terug. De volkshuishoudingen
hebben zich her-ingericht, men
heeft zich minder van 't buiten
land afhankelijk gemaakt, maar
zich daarbij toch cok weer de
grenzen van reëele mogelijkheden
gesteld. Door dat laatste is de
internationale handel iets opge
leefd, maar deze zal zijn betee-
kenis van vroeger niet herwin
nen. Te verwachten is, dat de
handel in de naaste toekomst nog
slechts de fluctuaties te zien zal
geven, welke 't gevolg zijn van
meer of minder intensieve oor
logsvoorbereiding of oorlogsvoe
ring op de wereld.
Als we dus constateeren: de
crisis is voorbij, dan willen we
daarmee te kennen geven, dat
ons economisch leven niet langer
wordt beïnvloed door buitenge
wone omstandigheden. We leven
weer in een „normalen" tijd,
waarin zelfs het groote werkloos
heidspercentage als „gewoon"
moet worden aanvaard.
!n September '36 waren er in
°ns land nog 424.000 werkloozen.
^e „opleving" welke o.i. de
consolidatie van den nieuwen
normalen toestand beduidde,
bracht dat tal met 60.000 omlaag;
het tempo der daling verzwakt op
1 oogenblik aanmerkelijk. We
moeten er op rekenen, dat de
werkloosheid van 'n paar honderd
duizend werkloozen 't „gewone"
verschijnsel van den nieuwen
normalen tijd zal blijven. Wij
hebben vroeger voor een belang
rijk deel bestaan van de gelegen
heid om een bepaalde overpro
ductie naar buiten af te zetten en
die gelegenheid zal zich in haar
ouden omvang nimmer meer
voordoen.
Slechts door een radicale wij
ziging in de arbeidsverhoudingen,
met de bedoeling om aan te
passen aan de gewijzigde econo
mische wereldstructuur, kunnen
we het spook der werkloosheid,
dat ons als een toekomstnorma
liteit bedreigt, verdrijven.
Betoont de overheid inderdaad
haar ernstigen wil daartoe
De materie is we geven
het grif toe een uiterst moei
lijke. Van geen enkele regeering
mag worden verwacht, dat ze op
eenvoudige wijze, b.v. door een
wet, welke de arbeidsverhoudin
gen opnieuw regelt, het werk
loosheidsprobleem tot een oplos
sing zal kunnen brengen.
Echter, wat men in Den Haag
onderneemt, heeft zóózeer het
kenmerk van lapwerk, dat we ons
't hart vasthouden voor de toe
komst. We willen daartoe wijzen
op twee recente ordenings-be-
sluiten.
Het eerste betreft de instelling
van een spertijd voor 't slagers-
bedrijt, Laten we zeggen, dat we
dit stukje lapwerk in dank aan
vaarden. De nood der slagers
was inderdaad onhoudbaar, door
een wilde en ledelooze concur
rentie vermoordde men eikaars
bestaanskans.
Door 't verbod van vestiging
van nieuwe slagersbedrijven zijn
dus een aantal slagers, misschien
gered. Maar daarmee zijn de an
deren uiet geholpen, die in het
slagers- of welk ander eerlijk
bedrijf ook, een bestaan hoopten
te zoeken. In elk bedrijf, in elk
vak, is er op 't oogenblik een
„te veel" aan beoefenaren.
Moeten we nu bedrijf na bedrijf,
vak na vak, voor nieuwelingen
gaan afsluiten We zouden op
deze vraag willen antwoorden:
zoolang 't noodig is, ja Maar
mét de verordening van tijdelijke
afsluiting dienen maatregelen te
worden genomen, althans actie
te worden ontplooid, tot werk
verruiming, opdat ook de voor-
loopig buitengeslotenen, eens
gelegenheid zullen bekomen tot
opname in het productie- of
distributieproces.
Zoowel de normaal geworden
verminderde mogelijkheden tot
afzet van onze nationale over
productie, als de steeds voort
schrijdende techniek en" de ra
tionalisatie van bedrijven, maken
het vaststaand, dat honderd
duizenden arbeidskrachten o n-
noodig zullen blijven in ons
productieproces, zoolang het
zelve niet her-ordend wordt op
den grondslag van een verdeeling
van den arbeid onder allen, die
werken kunnen en willen.
De wereld zal de realiteit van
de stelling der technocraten
hebben te aanvaarden: de aarde
is rijk genoeg, dat ieder individu
kan bestaan; op dat bestaan heeft
hij recht, wanneer hij in den
gezamenlijken arbeid zijn arbeid
bijdraagt. De beteekenis van dat
deel ook naar tijdsduur van
den arbeid zal worden be
paald door de productiebehoeften
en de technische hulpmiddelen,
waarover wordt beschikt.
Misschien zijn we de voldoend
heid van een 40-urige werkweek
al ontgroeid, maar intusschen is
deze nog maar pas begonnen
zich baan te breken. Wat we
van de overheid zoo gaarne
zouden zien, is, dat ze nationaal
en internationaal activiteit zou
ontplooien voor 'n betere ver
deeling van de arbeidsgelegen
heid door verkorting van den
arbeidsdag.
Alléén „nationaal" is de regeling
van deze aangelegenheid een on
mogelijkheid met 't oog op de
concurrentie. Maar 't einde van
de crisis en de zekerheid, dat
we zonder aanpassing aan de
normaal geworden nieuwe eco
nomische verhoudingen de natio
nale huishouding ontwrichten,
de gedachte daaraan maakt de
geesten rijp, mits ze door een
stralende actie worden verwarmd
voor radicale koerswijzigingen.
Hebben we aan 't einde van den
oorlog onder den invloed van 'n
geestelijke revolte onder de mas
sa, niet in bijna alle landen plots
de 8-urige werkdag ingevoerd
zien worden, nadat enkele maan
den tevoren nog dapper, maar
vruchteloos, een strijd werd ge
streden voor den werkdag van
10 uren
We hadden hiervoren toege
zegd, dat we een tweede lap
middel der overheid voor de
economische aanpassing ais zoo
danig zouden aanwijzen. We
doelden daarbij op de nieuwe
wijze van hulpverieening aan
kleine boeren.
Die zullen binnenkort op hun
eigen bedrijfjes te werk kunnen
worden gesteld. Het geld, dat ze
daarmee verdienen, krijgen ze
niet uitgekeerd, maar daar wor
den technischehulpmiddelen voor
gekocht, welke ze in hun bedrijf
jes kunnen aanwenden. Deze, zoo
meent n.l. de overheid, moeten
worden gerationaliseerd.
Misschien worden enkelen al
dus inderdaad geholpen, maar....
dan ten koste van andere land
bouwbedrijven. Deze hebben im
mers al een overproductie en die
overproductie wordt door aige-
meene rationalisatie van 't klein-
boerenbedrijf nog vergroot en
maakt bovendien weer meer
arbeidskracht overbodig, doordat
ze gepaard gaat met een uit
breiding van de technische
outillage. Me.
Koninginnedag.
Dinsdag a.s. hoopt H.M. de Konin
gin haar 57en verjaardag te herden
ken, een gebeurtenis, welke te blijder
door het volk zal worden meegevierd,
nu een hernieuwd familieleven in
het Huis van Oranje, de toch reeds
zoo groote belangstelling van 't
Nederlandsche volk in deszelfs wel
en wee nog aanmerkelijk heeft ver
hoogd. In steeds meerdere plaatsen
des lands wordt Koninginnedag
middels een openbaar festijn gevierd.
De Koningin op haar beurt blijft
van haar groote interesse voor alle
uitingen des maatschappelijken levens
blijk geven.
Stijging levensonderhoud.
Loonsverhooging gewettigd.
Zoo langzaamaan zijn vrijwel alle
verbruiksartikelen een stuk in prijs
verhoogd, zoodat de kosten van
levensonderhoud tegenover 1 Sept.
j.l. naar schatting 7 pet. gestegen
zullen zijn.
In verband hiermede rijst de vraag,
of in dezen toestand loonsverhoogiDg
niet gewettigd is. In vele gevallen
zal over deze vraag gunstig dienen
te worden beslist. Zoo kunnen we
melding maken van een zoodanige
beslissing van de arbitrage-commis
sie, die was ingesteld door de drie
samenwerkende landarbeidersbonden
en de werkgeversorganisaties in de
Groningsche en Drentsche veen
koloniën.
Deze commissie stelde vast
De tarieven over het zichten, bin
den en hokken van granen, peul
vruchten en zaderqen worden met
50 pet. verhoogd. Voor vlastrekken
en aardappel rooien zal eveneens een
verhooging van 50 pet. worden toe
gepast, terwijl de tarieven voor vlas-
binden en -hokken met 10 pet. zullen
worden verhoogd.
Deze tarieven waren het vorig
jaar met eenzelfde percentage ver
laagd.
Onze groenten onverkoopbaar.
Evenals andere jaren is de lijst
van onverkoopbare groenten dit jaar
zeer uitgebreid.
De laatste dagen zijn het vooral
de tomaten, die het moeten ontgel
den en bij vele duizenden kilo's naar
de mestvaalt verhuizen.
Ook met de sluitkool is het dit
jaar slecht gesteld geweest.
In het eerste kwartaal van dit
jaar blijken n.l. niet minder dan
2.536.000 kilo roode kool, 6.695.000
kilo gele kool en 9.823.000 kilo witte
kool onverkoopbaar te zijn geweest.
Een dergelyke groote hoeveelheid is
nog niet bereikt.
Ook het doordraaien van bloem
kool had ontzettend veel plaats, en
9.823.000 stuks konden niet worden
verkocht.
In totaal bleef in het eerste kwar
taal van dit jaar 21:458.000 kilo
tuinbouwproducten aan de veilingen
onverkocht, tegen 690.000 kilo in
hetzelfde tgdvak van het vorig jaar.
Onze onverkoopbare groenten vor
men wel een schrille tegenstelling
met de onmogelijkheid voor velen
om ze in voldoende mate te kunnen
koopen.
Wielrennen.
Van de wereld-wielerkampioen
schappen, deze week in Denemarken
verreden, hejben „we" er één ver
overd. Het is n.l. onzen landgenoot
Jef v. d. Vijver, te Roosendaal
woonachtig, gelukt om het wereld
kampioenschap sprintamateurs op
zijn naam te brengen. Waarop hij
subietelijk tot overgang naar het
professionalisme besloot.
Melkplaag.
De Eindhovensche bevolking wordt
door een melkplaag plaag inden
zin van ,,'n tekort aan" bezocht.
De melkventers der beide coöpe
ratieve vereenigingen zijn om een
loonkwestie een wilde staking begon
nen, welke vele moeders wild deed
worden van nijd.
Misdrijven.
In de buurt van Santpoort en
Zandvoort zijn een paar schandelijke
misdrijven gepleegd. In een bosch te
Santpoort heeft een onverlaat 'n
zesjarig knaapje met chocolade in
een bosch gelokt en hem daar tot
stervens toe mishandeld.
Waarschgnlijk zal het kind er het
leven nog bij afbrengen. De dader
schijnt een „anders goedaardige"
zenuwzieke te zgn, die in het gestieht
te Santpoort wordt verpleegd, maar
vrij mocht wandelen, omdat-ie als
ongevaarlijk werd beschouwd.
Te Zandvoort is een persoon aan
gehouden, die er van verdacht wordt
in het Vijverpark aldaar onzedelijke
handelingen te hebben gepleegd met
een meisje van 13 jaar.
De man, die inmiddels bekende, is
reeds eerder wegens zedenmisdrijven
veroordeeld en is ter beschikking
van den officier van justitie te
Haarlem gesteld.
Hij heeft zich bovendien schuldig
gemaakt aan eenige aanrandingen
van vrouwen en meisjes in de duinen.
Laten vrouwen en meisjes zonder
geleide zich toch zooveel mogelijk
van eenzame plekken verwijderd
houden
Nu we toch aan de „misdrijven"
zijn toegekomen, herinneren we er
aan, dat een onbekende zijn slag
heeft geslagen door „te" of „tusschen"
ZutphenAmsterdam een aange-
teekenden brief te verduisteren,
waarin voor f 18.000 aan bankpapier
zat. Het geld behoorde aan de Neder
landsche Spoorwegen, die het tóch
al zoo arm hebben
Halen waar het zit.
De „wij", die betalen.
De Nederlander is een „kankerende"
belastingbetaler. Trouwens, in geen
enkel land geeft men den fiscus met
liefde wat des Keizers is, maar de
buitenlander schikt zich toch blijk
baar gemakkelijker in het onver
mijdelijke dan wij.
Trouwens, in geen land misschien
is de belasting zoo hoog als ten
onzent. Maar óók: in geen land waar
schijnlijk heeft de fiscus zóóveel en
zoo goedgunstige bepalingen van
aftrek en ontheffing geschapen ten
behoeve van den kleinen man. De
waarlijk arme mensch wordt ten
onzent niet door hem belast,
althans niet op.... directe wijze. En
de burgers met een onaanzienlijk
inkomen, och zij betalen maar ean
schimmetje.
Niettemin hebben zij in het alge
meen gesproken den grootsten
mond. Menschen met vermogens en
(of) groote inkomens, betalen hun
belasting misschien met een zucht
maar toch ook tevens met berusting;
als regel heeft deze categorie Neder
landers hersens genoeg om te be
seffen, dat de overheid haar huis
houding niet zonder geld kan voeren.
De „kankerende" belastingbetaler
is meer de „nét-nog-getroffen" kleine
burger met zijn vast, niet te hoog
inkomen, en het renteniertje.
Deze categorie wordt door onge
veer de helft van het gilde der be
lastingbetalers gevormd45.32 pet.
immers der aangeslagenen heeft een
inkomen van f 800f 1400. Daar
gaat voor de berekening der belas
ting de kosten voor levensonderhoud
af, nog iets voor de kinderen, de
fondsen enz. Ze brengen in ter
mijnen eenige guldens per jaar
naar het belastingkantoor.
Niettemin, als men ze hoort, dan
zijn zij juist de onwillige en mop
perende financieele steunpilaren
van de maatschappij, die den druk
van de overbelaste volkshuishouding
hebben te torsen.
Overal ontmoet men deelhebbers
in dat gilde der 45.32 percenten. Als
ik mnaar de bewegingen van een
militaire vliegmachine in de lucht
sta te kijken, dan passeert er een
achter me langs en ik hoor hem
zeggen: Zóó verknoeien ze onze
centenAls ze een agent of veld
wachter in diens Zondagsche uniform
tegenkomen, dan heet die plunje te
zijn aangeschaft „van óns goede
geld". Als de gemeenteraad een plan
heeft aangenomen, dan critiseert de
meerbedoelde belastingbetaler: „Wjj
zullen er wel voor bloeden
En tóch, deze mopperende, maar
in hun hart brave menschen, hebben
het mis. Ze betalen geen cent voor
de militaire vliegtuigen of voor de
nationale defensie in het algemeen
ze betalen met geen halfje voor het
voor het a.s. seizoen hebben wij ontvangen.
De verscheidenheid van stoffen is zoo groot, dat een keuze hieruit
zeer gemakkelijk zal zijn.
Een keurig stuk MAATWERK hetzij COSTUUM, ULSTER,
MANTEL enz. van deze stoffen vervaardigd, moet iets aparts
zijn, en het is bekend, dat U dit gerust kunt toevertrouwen aan
Dames- en Heeren-Tailleur
Langstraat la (Het huis met de trapjes) Telef. 162
pakje van den veldwachter. Met een
bijdrage van 1020 gulden in de
directe belastingen, voldoet de Ne
derlandsche burger nog op geen
stukken na de overheidsdienst e i, die
hij persoonlijk geniet. Hg betaalt
daarmee immers geenszins zijn deel
in de gemakken en genoegens van
de begaanbaarheid van straten en
wegen, van waterovergangen, van de
openbare veiligheid, de overheids
maatregelen voor de volksgezond
heid enz.
Hij betaalt met die luttele guldens
zelfs nog niet het onderwijs, dat hij
en de zijnen hebben genoten, en dat
veel en veel méér kost dan het be
drag, hetwelk hij ooit op zijn aan
slagbiljet-schoolgeldheffing in cijfers
vond geschreven.
In werkelijkheid is de gemiddelde
belastingbetaler en hij, die beneden
dezen staat, de schuldenaar van de
gemeenschap. Dat is volstrekt geen
vernederende positie voor hem. We
zijn den naam van volk immers
alleen waardig, doordat we als volk
weten te leven, d.i. elkanders lasten
dragende naar ieders eigene vermo
gen. Maar de kleine belastingbetaler
behoort in verband met de beste
ding der gelden door de overheid
al behoudt hg natuurlijk ten volle
het recht van eerlijke critiek een
groote bescheidenheid te betrachten.
Blijkens de jongste gegevens van
het Centraal Bureau voor de Stati
stiek, beschikten de 45 pet. der aan
geslagenen die een inkomen hebben
van 8001400 gld., over bijna een
vierde deel van het totale, voor de
directe belasting in aanmerking
komende, volksinkomen, maar deze
45 pet, droegen niettemin slechts
4.62 pet. bij van de totale opbrengst
der inkomstenbelasting.
Daartegenover staat, dat slechts
1.38 pet., dus nog geen anderhalf
ten 100 der aangeslagenen, een in
komen had van f 10.000 en hooger,
doch dat zij tesamen 43 pet. bij
droegen in de opbrengst der inkom
stenbelasting. Zij zgn het dan ook,
die het tekort aan contributie der
helft van de belastingbetalers èn
de heele contributie der niet-aange-
slagenen voldoen.
Zij zijn de menschen, waar het
geld zit en.... waar de overheid het
dan ook weet te halen
En het is in het algemeen belang
te hopen, dat deze categorie van
staatsburgers voorloopig nog in het
genot van eenig bezit kan worden
gelaten. Anders komt de kleine
burger in heel wat grooter benau
wenis dan thans het geval is.
In dat opzicht is er van een drei
gend gevaar sprake.
De overheid immers ontlast den
bezitter niet alleen via de inkomsten
belasting, maar eveneens door middel
van de vermogensbelasting, succes
siebelasting, personeele belasting enz.
enz.
De gemiddelde vermogens dalen
daardoor sterk, evenals de hooge
inkomens.
In 1930 telde Nederland nog 1306
millionairs, over 1935'36 noe slechts
604. Inkomens van minstens f 100:000
genoten in 1920 nog 1421 belasting
betalers, in 1935'36 nog maar 216
En de practijk heeft het voldoende
uitgewezen, dat naarmate het bezit
der rgken vervloeit, de welvaart der
kleine burgers geenszins vermeerdert
Waar zal de overheid het geld
voor haar huishouding moeten zoeken
en halen, wanneer de gemeenschap
het bezit heeft opgesoupeerd van de
l1/, pet. der aangeslagenen, die thans
nog 50 pet., de helft der kosten
onzer volkshuishouding dragen
Onze tijd staat in het teken van
de sport, van veelsoortige sport.
Hoeveelsoortig is de sport dan wel?
Begin maar eens op te sommen
voetbal-, korfbal, wielersport, motor
en autosport, tennis-, kegel- en bil-
jartsport, hengelsport, zwemsport,
roei- en zeilsport, paardensport enz.
enz. Over één der bovengenoemde
sporten gaat 't in dit artikel niet.
Het handelt over de handboogsport
in verband met het Zondag j.l. te
Venray gehouden Kringconcours,
waarvan de -uitslagen reeds eerder
werden vermeld.
Deze edele en mooie sport begint
allerwege meer belangstelling te
trekken en heusch zg is die belang
stelling overwaard. Deze sport is
één van de meest natuurlijke sporten
die door jong en oud, rgk en arm
kan beoefend worden. Zij is ook één
van de oudste sporten. Want ware
het buskruit niet uitgevonden, we
zouden evenals onze vroegste voor
ouders nog boog en pijl noodzakelijk
moeten kunnen hanteeren.
Zondag j.l. bestond de Kring
Venray 15 jaar en dit heugelijk feit
werd herdacht door het organiseeren
van een Kringconcours. Dit Kring
concours mag voor de volle honderd
procent geslaagd heeten, dank zij 't
bestaan van de R.K. Bond van
Handboogschutterijen St. Sebastiaan.
Deze R.K. Bond is ontstaan ten
gevolge van het schrijven van het
Doorluchtig Episcopaat van Neder
land omtrent principieële Sport
organisatie. De Kring Venray is de
eerste kring in Limburg geweest
die zich bij Sr. Sebastiaan aansloot.
Geleidelijk is St. Sebastiaan gegroeid
en groeit nog steeds dank zij de
activiteit van het Bestuur en niet
in het minst van zgn geestelijken
adviseur. Verheugend is ook het
feit, dat men in breeden kring gaat
inzien, dat katholieke handboog
schutters, willen zg principiëel zijn,
zich katholiek dienen te organiseeren.
Door de organisatie is 't Kring
concours te Venray zulk eeD succes
geworden. Hierop werd bij 't sluiten
van dit mooie concours door ver
schillende Sprekers n.l. de voorzitter
en eerevoorzitter en geestelijk ad
viseur van den Kring Venray en de
voorzitter van St. Sebastiaan dan
ook terdege gewezen.
De voorzitter van St. Sebastiaan
mocht dan ook, gezien het geheele
verloop van deze kringwedstrijd,
met reden zeggen, dat er te Venray
een seinvlag was geheschen, die
waard is door heel Limburg te
worden gezien en die alle katholieke
handboogschutters als 't ware toe
roept „Volg ons voorbeeld en wordt
lid van St. Sebastiaan, de eenige
R.K. Bond van Handboogschutterijen
in Nederland, Bisschoppelijk goed
gekeurd 31 Augustus 1934
VENRAY, 28 Aug. 1937.
Rekening van den tak van
dienst het bedrijf der Gas
fabriek over 1936.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ^ter algemeene ken-
nis. dat de rekening van het bedrijf
der Gasfabriek overeenkomstig het
bepaalde bij artikel 265 der Gemeente
wet aan den Raad der Gemeente is
overgelegd en tegelijk ter Secretarie
der gemeente voor eenieder tot en
met 11 September a.s. ter lezing is
neergelegd en in afschrift tegen be
taling der kosten algemeen verkrijg-
baar is gesteld.
Venray, 24 Augustus 1937.
Burgemeester en Wethouders van
Venray
G. H. HOUBEN l.b.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
Moedercursus Venray.
Begin October zal onder leiding
van Zuster B. Houben, een moeder
cursus gegeven worden in het Pa
tronaatsgebouw. Dag en uur zal
nog nader bekend gemaakt worden
in dit blad.
Deelneemsters kunnen zich opgeven
Donderdags tijdens de zitting op het
Consultatiebureau en bij de Eerw.
Zusters van het Groene Kruis.
Zilveren Kloosterjubilé Eerw.
Broeder Berachus.
Reeds Dinsdagmiddag werden de
feestelijkheden ter gelegenheid van
't 25-jarig kloosterjubileum van Br.
Berachus ingezet met de opvoering
van 't blijspel„Het kostbare leven"
hetwelk op uitmuntende wijze ver
tolkt werd door de alom bekende
tooneelvereeniging van Huize Ser-
vatiusditmaal onder regie van den
Eerw. Br. Valenus.
Woensdag om 9 uur werd een
plechtige jubelmis opgedragen door
den Zeereerw. Pater Haeraets, ge
assisteerd door de Zeereerw. Heeren
Pater Rector, Pater Angelicus en
Pater Fulbertus, welke een treffende
feestpredicatie hield.
De Gregoriaansche gezangen wer
den onberispelijk uitgevoerd door het
geschoolde fraterskoor der Eerw.
Paters Franciscanen. Na de H. Mis
welke ook door familie van den
jubilaris werd bQgewoond, zong de
heer W. v.d. Schoot uit Amerzoden,
met zijn prachtig baritongeluid het
„Panis Angelicus" van Ceasar Frank.
^Daarna was er gelegenheid om
den Jubilaris te feliciteeren, waarvan
een zeer druk gebruik werd gemaakt.
Ondertusschen had de gestichts-