TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Het Rijwiel.
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
Krakelingen.
De verschrikkingen
van Madrid.
'n Barstende Hoofdpijn
AKKERTJES
WSSSSBSSm
Zaterdag 10 Juli 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 28
Openstelling Bureau
Gemeentewerken.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis
dat het Bureau van Gemeentewerken
voor het publiek geopend is lederen
Vrijdag van 10 tot 12 uur voor
middag en verder zooveel mogelijk
dagelijks van 9-97= uur voormid-
dag en op marktdagen van 10—12
uur voormiddag.
Voor raadpleging van het kadaster
kunnen degenen die geen hulp
noodig hebben, zich indien het
bureau van Gemeentewerken gesloten
is vervoegen ten kantore van den
Gemeente-Ontvanger vanaf drie uur
namiddag.
Venray, 28 JuDi 1937.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
Eenige grepen uit de
geschiedenis van d't po-
pulaire vervoermiddel.
Wanneer de eerste poging ge
daan werd om een eenvoudig,
door menschelijke kracht voort
bewogen vervoermiddel te con-
strueeren, kan men niet met
zekerheid zeggen.
Evenmin weet men precies hoe
dit vervoermiddel er uit gezien
heeft. De eene overlevering zegt
dat in het jaar 1447 in Duitsch-
land een „fiets" gereden heeft,
anderen daarentegen spreken
van vele jaren voor dien tijd.
Vast staat echter wel, dat de
voortbeweging geschiedde niet
zooals heden ten dage door trap-
bewëging, doch door gewoon
loopen, maar dan in zittende
houding. Ook weet men dat de
toenmalige „fietsen" uitmuntten
door hun onpractische stuurin
richting en overdreven zware
constructie.
Als eerste deugdelijke „loop
fiets" kan wel het product van
Baron Drais von Sauerbronn
worden aangemerkt. Zijn Draisine
werd in het jaar 1817 voor het
eerst publiek gedemonstreerd.
De vertooning heeft, naar de
verhalen uit dien tijd vermelden,
een matig succes gehad.
„Gelijck eene Nar, gezeten op
een stellagie, waaronder wielen
geplaetst waaren," vertoonde
Drais zijn kunsten Hij moet in
hooge mate de lachlust van het
publiek opgewekt hebben, want
in zijn kuitbroek en verdere
opgesmukte kleedij heeft hij daar
rondgesprongen, eerst afzettende
met de voeten en dan, wanneer
het voertuig gang had, trok hij
de beenen op en circelde triom
fantelijk voor de verbaasde me
nigte heen en weer.
Het resultaat was voor Drais
dan ook betrekkelijk gering en
men vatte het voertuig meer
komisch dan ernstig op. Toch
bleef Drais niet bij de pakken
neerzitten, hij gaf zijn oorspron
kelijk beroep van houtvester op
en weidde zich geheel aan zijn
vinding. De vinding heeft echter
geen noemenswaardige verbete-
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
ringen ondergaan en Drais stierf
in groote armoede in het jaar
1851.
De eerste fiets met trapinrich-
ting moet omstieeks 1822 ge-
loopen hebben Zij wasvoorzien
van twee planken, zooals wij die
tegenwoordig nóg aan de schare-
sliep-wagens zien. Beurtelings
werden de planken naar beneden
getrapt.
In vele landen, waaronder ook
Amerika, begon men langzamer
hand de bruikbaarheid van het
voertuig in te zien.
Men nam vele proefnemingen
en als uitvloeisel hiervan zagen
vele bruikbare en onbruikbare
toestellen het licht. Amerika kwam
in het bijzonder met de meeste
fantastische toestellen voor den
dag. O.a. een ontzaglijk groot
wiel, waaraan aan iedere zijde
een zadeltje bevestigd was.
Dwars door de as ware deze met
elkaar verbonden.
Wilde men nu gaan fietsen,
dan moesten twee personen ieder
op een zadel plaats nemen en
met de voeten werd het gevaarte
in beweging gebracht. Onnoodig
is het te zeggen, dat dit ding
van haar berijders een precies
gelijk lichaamsgewicht eischte.
Hierdoor heeft het nimmer op
gang gevonden.
De Engelschman Hanton was
er beter achter. Zijn Vélocipède
was meer practisch uitgedacht.
In 1868 had hij tenminste groote
voldoening van zijn werk, hij
bouwde zelfs speciale toestellen
voor dames
In de jaren die volgden door
liep het rijwiel vele stadia van
ontwikkeling en in 1884 ver
scheen de eerste „deugdelijke en
snelle fiets".
Opmerkelijk was, dat men het
voorwiel buitengewoon groot had
gemaakt, geheel in tegenstelling
met de vroegere uitvindingen,
welke vrijwel voor 80 voor
zien waren van twee gelijke
wielen.
In de jaren die r.u volgden,
ondergingen de verschillende
onderdeden hun ontwikkelings
stadia. Toen de Franschman
Truffault de holle velg uitge
vonden had, verschenen ook
spoedig daarop de rubberbanden.
Deze waren echter massief, het
geen nog lang niet altijd prettig
rijden met zich bracht. De in
armoede gestorven Amerikaan
Sargent was uitvinder van de
rijwielketting. Hij heeft het rij
wiel wel van de belangrijkste
verbetering voorzien.
1888 bracht de eerste lucht
band van Dunlop. Deze band
was echter nog lang niet vol
maakt, want een puntig steentje
was reeds voldoende om haar
de bewuste „zacht" te doen
slaken.
De verbeteringen volgden ech
ter elkander snel op en wij ge-
looven wel dat het rijwiel van
tegenwoordig voor het grootste
gedeelte haar hoogtepunt van
ontwikkeling bereikt heeft.
10.
Ofschoon de oude heer Delmotte
geen scherpzinnig man was, had het
hem toch getroffen, dat Alfred in
zijn vroegere brieven, voordat hij
vader werd, zoo opvallend weinig
over Feliza, zijn vrouw, geschreven
had en deze opmerking had hem
zelfs stof tot nadenken gegeven.
In de brieven die hij in den laat-
sten tijd ontvangen had, werd de
naam der moeder echter meermalen
genoemdbegrijpelijkerwijze even
wel altijd in verband met de berich
ten omtrent de kleine Soledad. Het
gevoel van onzekerheid omtrent het
huwelijksgeluk van den geliefden
eecigen zoon, dat den vader lang
zamerhand was gaan kwellen, werd
door deze nieuwe brieven vrijwel
weggenomen en de oude heer begon
zich werkelijk te zonnen in het wel
varen van zijn zoon en diens gezir.
't Viel den ouden man echter hard
zoover van zijn dierbaren jongen te
moeten leven en maar te blijven
wachten op een mogelijk bezoek van
dezen laatsten.
Ach, dat wachten, 't was zoo'n
beproeving I En toch schiep 't weer
een nieuwe illusie Gelukkig dat er
illusies bestaan en gelukkig de men-
schen die illusies hebben.
Illusies veroorzaken dezelfde uit
werking als een opiaat bij een zieke,
die hevige pijnen lijdtze doen dienst
als pijnstillend en tevens opwekkend
middel, evenals een beker vonke
lenden wijn op het gemoed van den
neerslachtige.
In de jeugdjaren hebben wij bet
vaste vertrouwen, dat onze ver
wachtingen en illusies stellig in ver
vulling zullen gaan op rijperen
leeftijd werpen wij zelf vaak beden
kingen daartegen opin die beden
kingen schuilt evenwel wederom een
nieuwe, ofschoon verkapte illusie
want heimelijk hopen wij, dat onze
bedenkingen ongegrond zullen wezen
en dat onze verwachtingen en hersen
schimmen desniettemin tot werkelijk
heid zullen worden.
Alfred hrd zijn vader herhaaldelijk
uitgenoodigd hem te Buenos Aires
te komen bezoeken maar de oude
heer, die nooit groote reizen onder
nomen had, kon daartoe niet
besluiten en bleef maar aldoor aan
dringen, dat de zoon eindelijk eens
een kloek besluit nemen en een reis
naar Europa zou maken. Er viel
echter niet aan te denken, met een
zuigeling zoo'n tocht te ondernemen
en daarom kon er dus voorloopig
niets van komen.
En Papa Delmotte, alleen op het
stille, eenzame Otterbeek, bleef maar
I wachten op den zoon, die toch wel
j ééns weer den weg naar het vader-
hart zou vinden, 't Zijn niet de
j moeders alleen, die verbeiden kunnen,
De kleine Soledad groeide voor
spoedig, alhoewel zulks zeker niet
te danken was aan de zorg der
1 moeder want deze laatste bemoeide
zich zoo goed als niet met haar
[dochtertje. Er gingen dagen voorbij,
De ossepees-methode.
Sommige menschen hebben een
groot vertrouwen in de kracht van
hun onschuld. Onschuld echter is
ook al weer zoo'n deugd, waar men
het in Duitschland niet ver mee
brengt.
Dat blijkt o.m. uit het verhaal
van* den Nederlandschen reserve
luitenant Aalders, die twee jaar ge
leden op een reisje door Duitsch
land werd gearresteerd.
De man heeft domme dingen ge
daan hg heeft zich ingelaten met
menschen, van wie hg niet precies
wist, wat hij aan ze had. Naar onze
begrippen schuilt in zooiets noch
tans niets misdadigs.
In Duitschland wilde men uit deze
betrekkingen van den Nederlander
een „complot" distelleeren, met
welker „onthulling" in één slag
zoowel de communisten als de ka
tholieke jeugdleiders zouden zijn
getroffen.
Daartoe moest Aaldars dan wat
meer bekennen dan hij te bekennen
had. Dat weigerde hij natuurlgk.
Toen werd de ossepees-methode in
werking gesteld. Aalders vertelde
daarvan aan een Telegraaf-redac-
teur.
Toen hij zijn onschuld bleef ge
tuigen, beloofde commissaris Vogt
hem, dat men het er dan wel bij
hem uit zou kloppen. Dien avond
werd hij in Dusseldorp met gummi
knuppels bewerkt.
Een volgend verhoor leverde even
min resultaat op, waarna hij in den
nacht van Dinsdag op Woensdag
d.a.v. door Vogt weer aan den tand
gevoeld werd. Toen hij zeide niets
anders te bekennen te hebben dan
hetgeen hij gezegd had, werd hij
door een zestal beambten opnieuw
met gummistok en ossepees geran
seld tot hg bewusteloos raakte.
Men eischte van hem, aldus
Aalders, dat hij toe zou geven, dat
hg voor de Communistische Partij
Holland geld zou hebben overge
bracht en ten slotte heeft hg indien
geest de „bekentenis" onderteekend,
welke hij later te Essen herroepen
heeft
Men zietonschuld zegt niets in
Duitschland., De ossepees zegt heel
wat meer, doet althans heel wat
meer zeggen
Enfin, deze Nederlander is na 2
jaar van zgn reisje naar Duitsch
land weergekeerd, heel wat erva
ring en striemen op zijn rug rijker.
Wat kan en wat niet
kan.
De Algemeene Rekenkamer is een
hoogst nuttig instituut, dat we aan
de democratische inrichting van het
Nederland sche bestuursapparaat
danken.
Ze oefent haar controle tot in de
hoogste toppen van dat apparaat
uit. In het laatste verslag der Re
kenkamer staan weer eenige opmer
kelijke staaltjes vermeld, van de
royale of slordige manier, waarop
wel eens met de gemeenschapsgelden
wordt gehandeld. Een daarvan ver
melden we hier.
Sedert 1934 genoten de bedrgfs-
ingenieurs bij de Staatsmgnen een
jaarlijksche vergoeding voor het
gebruik van eigen auto, groot,
f 1500 per jaar.
Bovendien werd aan ieder hun
ner ter beschikking gesteld een
door het bedrijf betaalde chauffeur,
wiens belooning, met inbegrip van
bijdragen aan pensioenfonds, zie
kenfonds enz., was te stellen op
rond f 2000 per jaar.
(Deze chauffeurs zijn behalve
met het besturen en onderhouden
der auto's, ook belast met het
onderhoud van de tuinen der be
drgf singenieurs).
In totaal betaalde het Staats
bedrijf dus per ingenieur pl.m.
f 3500 voor gebruik en bediening
dat ze het kind niet, of nauwelijks
vluchtig even bezocht. De zorg en
de behandeling der kleine was geheel
in handen van vreemden.
Dokter Delmotte had een uit
stekende kinderverpleegster en een
gezonde, brave min voor zijn gelief
koosd kleinood aangenomen hij
zelf waakte er over. zooveel tijd en
de gelegenheid het toelieten, dat zijn
voorschriften en bevelen trouw op
gevolgd en uitgevoerd werden.
Met dat al hinderde en ergerde
het hem geweldig, dat Feliza zich
zoo weinig van Yet kind aantrok en
maar steeds in haar vreugderoes
bleef doorleven. Hij kon niet nalaten
zijn vrouw ernstig daarover te onder
houden bij die uiteenzetting was
het helaas tot onverkwikkelijke,
onaangename scènes gekomen.
In stede dat de komst van het
kind, zooals dat meestal het geval
is en ook moet zijn, den vader en
de moeder door een engeren band
met elkaar verbonden had, viel er
hier bij dit jonge echtpaar, dat zich
in weelde kon baden en niets be
hoefde te ontzeggen, eer een ver
wijdering te constateeren. Eene ver
wijdering in den omgang leidt allicht
tot verdere vervreemding inderdaad
kwam het zoover, dat er wel eens
een dag voorbijging, dat de beide
jonge echtgenooten, ofschoon ze
hetzelfde huis bewoonden, elkaar
niet ontmoeten of met elkaar spraken,
De catastrophe.
Terwijl Feliza zich zonde onder
de vleierijen harer schijn vriendinnen
en de dwaze huldigingen der heeren,
leidde haar man een leven, dat geheel
van een auto en onderhoud van
den tuin.
Als men nu eens bedenkt, dat de
Staat voor deze f 3500 per jaar
zelve niets verkrijgt, maar alleen
het gebruik van den particulieren
wagen van den werknemer met dat
bedrag vergoedt, afgezien dan
van wat particulier tuinwerk
dan valt in dezen post toch niets
anders te zien dan een aanzienlijken
maar verkapten salaristoeslag.
Vele groote heeren zijn geneigd
om te spreken van „die lui, die
alles maar naar zich toe probeeren
te halen", wanneer het gaat over
een gulden toeslag per week voor
het gebruik van een eigen rijwiel
door een werklooze, ten behoeve van
zijn eigen gaan naar- enkomen van
de werkverschaffing.
Maar mijningenieurs toucheeren
zonder blikken of blozen f 70 per
week toeslag voor het gebruik van
een eigen auto.
Enfiin, er komt nu „verbetering".
Er wordt naar gestreefd, zoo lees
ik in een mededeeling der mijn-
directie, „de kosten van de chauf
feurs-tuinlieden zooveel doenlijk te
beperken, zoowel door te trachten,
waar mogelijk, hun werkzaamheden
te combineeren, als door verminde
ring van het loon".
Is zooiets nou niet het tóppunt
van economisch en sociaal wan
beleid
Om tot vermindering te komen
van het „extraatje" van 70 gulden
per week, dat de ingenieurs genoten,
wordt er gestreefd Daar verminde
ring van het salarisje van de chauf
feurs
Ontzettende
verantwoordelijkheid.
Ik herinner me nog goed een be
paalde uitlating van een Officier van
Justitie aan het adres van den pas-
afgetreden burgemeester van Haar
lem, den heer Maarschalk.
Genoemde burgemeester heeft
twee jaar „gevochten" met het of-
ficieele gerecht over zgn schuld of
onschuld aan een doodelgke aan
rijding op den Haarlemmerweg.
Tot in alle instanties is het ten
slotte bewezen geacht, dat de heer
Maarschalk te snel had gereden en
hg 't voorbijrijden van een anderen
wagen teveel naar links had uitge
haald, waardoor hij den dood van
een motorrijder zou hebben veroor
zaakt.
De uitlating, die ik me herinner
van den Officier, was,,'t Is schan
de, dat iemand op uw leeftijd nog
'n auto bestuurt."
Ik vond die woorden hard, maar
thaDs heb ik spijt, dat het Gerechts
hof in zijn uitspraak den eisch van
den Officier en het oordeel van de
rechtbank niet heeft overgenomen
en aan den heer Maarschalk niet
voor geruimen tijd de rgbevoegdheid
heeft ontnomen.
Het schijnt toch inderdaad juist te
zijn, dat men de kunst van het
chauffeeren niet op te laten leeftijd
moet gaan leeren en dat men even
min tot in de jaren des ouderdoms
de verantwoordelijkheid voor het
besturen van een wagen mag blijven
dragen. De juistheid en snelheid
van reactie schijnen in beide geval
len onvoldoende te zijn of te wor
den.
Het eerste groote oDgeluk had
den gewezen Haarlemschen burge
meester een les dienen te zijn. Hij
heeft deze afgewezen, zooals vele
menschen de onverbiddelijkheid pro
beeren af te wijzen, waai mee de
ouderdom tot terugtreden op menig
terrein noopt.
ThaDs heeft hij zgn tweede groote
ongeluk gehad. Op den dag, waarop
hij met zijn trouwe levensgezellin,
een eindperiode van rustig genieten
dacht m te gaan, heeft hij als be
stuurder van een auto den dood
zijner vrouw en van een jongen
mannelijken bediende, veroorzaakt.
Door schuld of door een noodlot-
tigen samenloop van omstandig
heden Ik kan dat niet beoordeelen,
maar ook de heer Maarschalk zal
in geen geval zonder meer tot zijn
onschuld kunnen concludeeren.
Op hem drukt thans een ontzet
tende verantwoordelgkheid.
Mogen anderen de waarschuwing,
welke de Officier eens tegenover den
Haarlemschen burgemeester uitte,
met grooter bedachtzaamheid in
zich opnemen.
Iedere autobestuurder vrage zich
van tijd tot tijd af, of het nog wel
verantwoord is, dat hg op zijn
leeftijd, onder zgn omstandigheden,
enz. als bestuurder van een auto
de risico's voor het eigen leven en
dat van anderen, blijft trotseeren.
Waarom dat zegeltjes
plakken
Die vraag kunnen we hier en daar
nog al eens opvangen, wanneer het
gaat over de rentezegels.
Ze verraad veel onkunde met be
trekking tot onze heilzame sociale
wetgeving, maar ook gemis aan
sympathie.
En toch, die rentezegels zgn van
groot nut en ze hebben bij honderd
duizenden al heel wat leed verzacht.
De volgende cijfers spreken in dit
opzicht een duidelijke taal. Ze geven
den stand van de Invaliditeits-,
Ouderdoms-, Weduwen- en Weezen-
rente op 1 Jan. 1937
Aantal Invaliditeitsrenten 53.201,
bedrag der uitkeering bijna 71/, mil-
lioen.
Aantal Ouderdomsrenten 118 860,
bedrag der uitkeering ruim 18 mil-
lioen.
anders was als hij het zich bij de
verloving had voorgesteld.
Van huiselijkheid en echtelijk ge'uk
zou nooit sprake zijn zulk een
mogelijkheid was niet te voorzien.
Overdag vond hij een gereede
afleiding in zijn drukke, inspannende
praktijk. De voldoening, die hij
genoot bij elke welgeslaagde operatie,
de uitbundige dankbetuigingen, welke
hij in ontvangst te nemen had van
de zijde der dankbare genezen patiën
ten, verdreven voor eenige uren
althans de gedachten aan het huiselijk
leed en den slechten uitval van zijn
in roekeloosheid aangegane echt
verbintenis.
Thuisgekomen gaf de aanblik van
zijn dochtertje hem weer eenige
verlichting en bracht hem voor korten
tijd op andere gedachten. Maar als
hij dan weer later geheel alleen in
zijn studeerkamer zat te peinzen,
waren het niet anders dan zwarte
gedachten, welke hem kwelden. Hij
besefte, dat de verhouding tusschen
hem en zijn vrouw op de thans
bestaand wijze niet kon bestendigd
blijven. Hij had er wel over gedacht
met wat meer toegevendheid op te
treden, zich wederom meer met zijn
vrouw bezig te houden, met haar
uit te gaan en aan hare nukken toe
te geven.
Ofschoon hij zich niet ontveinsde,
dat de kloof tusschen hen reeds zeer
wijd geworden was, meende hij toch
dat deze nog wel te overbruggen
zou zijn daarom wilde hij van zijn
kant nog eens alle pogingen in het
werk stellen zijn genotzuchtige,
frivole vrouw langzamerhand tot
andere gedachten te brengen.
Wanneer hij wist op welke uren
Feliza thuis te treffen was, zorgde
Ingekomen en vertrokken
personen
van 25 Juni tot 2 Juli
INGEKOMEN
A. J. Reijntjes, z b., Ysselsteyn I 91
van Meerlo.
J. P. F. van Dijck, id., Ysselsteyn
van Maashees
M. A. van de Poel en echtgen.,
z. b., Langstraat 2a van Deurne.
M. de Ponti, z. b., Oirlo E 21, van
Venlo.
M. G. Kellenaers, z.b., Vlakwater
L 76, van Horst.
J. H. Leijendekkers, z.b., Merse-
loscheweg 30, van Horn.
P. J. Achten, dienstbode, Lang
straat 14, van Broekhuizen.
M. P. Crooijmans, dienstbode, Sta
tionsweg 3, van Maashees.
L. J. J. Te Baerts, chauffeur, Hen-
seniusplein 9, van Meerlo.
M. G. A. Hoeijmakers, naaister,
Oirlo F la, van Horst.
M. J. Onkels, dienstbode, Stations
weg 17, van Maashees.
VERTROKKEN
G. Bleeck, landbouwer, naar Ber
gen C 64.
P. C. Marcellis, dienstbode, naar
Sevenum D 11.
P. J. Cox, naar Horst G 76.
M. W. Janssen, dienstbode, naar
's Gravenhage, Kraijenhoflaan 36.
J. H. Kateman, naar 's-Graven-
hage, v.d. Burgstraat 39.
H. W. L. Buijssen, bakker, naar
Horst.
Ch. J. Vink, dienstbode, naar
Bergen C 101.
De gezantschappen als asyl.
Van een ooggetuige der ver
schrikkingen van Madrid bij het
uitbreken en tijdens het verloop
van den burgeroorlog, ontving
de N.K. bijzonderheden en be
schouwingen over het verleenen
van asyl door de gezantschappen
in de Spaansche hoofdstad
hij er voor dan ook zooveel moge
lijk daar aanwezig te zijn, al moest
zijn practijk er ook onder lijden.
Nu en dan speelde hij het klaar
zijn zwager don José en tante Sole
dad aan een klein intiem diner in de
echtelijke woning te vereenigen
want hij was „écoeuré" van bet
voortdurende uitgaanhi; walgde
van het aanhoudende gefuif buitens
buis
Don José Elardi, die veel ernstiger
aangelegd was dan zijn genotzuchtige
zus'er en slechts betrekkelijk weinig
deelnam aan de rumoerige, wereld
sche vermaken, ontmoette desniette
min hier en daar zijn zuster op de
een of andere partij, waar zij alleen
verscheen zonder haar echtgenoot
en 't was hem niet onbekend ge
bleven, dat men daarover sprak.
Ofschoon er niet beweerd kon
worden, dat Feliza zich onbehoorlijk
gedroeg of zich op meer bijzondere
wijze aan coquetterie of flirten over
gaf dan andere uitgaande dames,
meende hij toch dat het niet te pas
kwam, dat zij zooveel buitenshuis
op partijen en diners gezien werd
zonder het gezelschap van haar man.
Daar een en ander hem erg bin
derde, nam hij zich voor er eens
ernstig met Feliza over te spreken.
Telkens had hij echter dit voor
nemen weer opgeschoven en er mee
getalmd, nu eens zichzelf wijs makend,
dat Feliza vaDzelf wel tot inzicht
zóu komen, dan weer omrede hij
meende, dat die taak niet aan hem,
maar veeleer aan den echtgenoot
toekwam.
Op zekeren dag, toen hij met zijn
zuster alleen was, sprak hij er echter
met haar over, zonder evenwel eenig
gunstig resultaat te bereiken. Als
die U kwell en belei ie werken?
Neem een "AKKERTJE" en binnen
een kwartier voelt Ge de hoofdpijn
wegtrekken als mist voor de zon.
Heb steeds AKKER-CACHETS in
huis. Vannacht kunnen ze te pas
komen bij Hoofdpijn, Kiespijn, ze
nuwpijn, Spierpijn of gevatte koul
Noderisndsch Smaakloos ouwel-omhulsel.
Product Ge proeft daardoor niets.
Ze glijden zoo naar binnen.
12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 ct.
Volgens recept van Apotheker Dumont
Op elk "AKKERTJE" komt de naam
AKKER voor in "ruit"-vorm. Let
hierop en weiger elke namaak I
5|
Een vrouw klemt zich hijgend vast
aan het zware gesloten hek van een
der Madrileensche legatiegebouwen
„in God? naam, vlug.... help mij....
ze willen mijn man vermoorden...."
In minder dan geen tijd heeft de
portier iemand gehaald, zijn de
ijzeren hekken geopend, rijdt een
auto uit, met voorop een groote vlag.
„Waar is uw man....?"
„Ik weet het niet.... ergens in de
barrio de Salamanca..,."
Zoekend kruist de groote auto
door de breede straten van de deftige
Madrileensche wijk, nagestaard door
de milicianos, die aan de poorten
der paleizen en groote flatgebouwen
in clubfauteuils schildwacht zitten,
het geweer tusschen de knieën.
Naast den chauffeur, die zwijgt,
omdat hij toch niet weet, wat hij
zeggen moet, een turende vrouw in
doodsangst.
De auto glijdt langs den stoeprand
en de dolende figuur zonder boord
die even verstijft van schrik als hij
de piepende remmen vlak achter
zich hoort hoort, stapt in. Een oogen-
blik sluit hij duizelend de oogen,
zoekt dan naar woorden van dank.
„Neen, zegt u maar niets", zegt de
man aan het stuur. De vrouw naast
hem snikt.
Weer gaat het hek open en dicht,
twee menschen, die met het leven
reeds afgerekend hadden, ademen op
en beseffen langzaam, dat ze veilig
zgn. Hun instinct tot zelfbehoud had
hen door een achterdeur de vijandige
straat opgedreven op hetzelfde oogen-
blik, dat een huiszoekende horde
hun woning binnendrong. Men heeft
hen geholpen, hen opgenomen, zonder
te vragen, wie zij zijn, noch wat hen
overkwam.
Er zal nog tijd genoeg zijn om
hunne lezing te hooren van dat
steeds terugkeerend tragisch ver
haal, dat begint met een naam op
de ledenlijst van een rechtsche par
tij of met een beschuldiging van
„fascisme", omdat men een titel
had, naar de kerk ging of een mooi
huis bezat en dat eindigt met een
langzaam verbloeden op den be
dauwden berm van een weg, 's mor
gens in alle vroegte, even buiten de
stad.
Om en om de veertigduizend van
dergelijke verhalen werden in Ma
drid geschreven. Slechts weinigen,
een zes a zevenduizend, konden de
laatste droevige blazijden worden
bespaard. Het zijn de „vluchtelingen"
in de Madrileensche gezantschaps
gebouwen, die, gaandeweg geëva
cueerd, in de verschillende Euro-
peesche landen het veege lijf kon
den bergen en er het einde van den
oorlog wachten.
20 Juni in Madrid. De Montana-
belooning kon hij een brufale snauw
opstrijken.
Ook tante Soledad was geërgerd
over het lichtzinnige, genotzuchtige
optreden van haar nicht.
De commères hadden niet ver
zuimd ook haar in de ooren te
blazen, dat mpn de senora Delmotte
zooveel alleen ontmoettehetgeen
zij trouwens ook persoonlijk hier en
daar had kunnen constateeren. Zij
was totaal onkundig van eenige
verkoeling of vervreemding in de
verhouding van het jonge echtpaar
en schreef het wegblijven van Dr.
Delmotte van de diners en partijen,
waar men Feliza alléén ontmoette,
slechts toe aan zijn drukke bezig
heden en zijn afkeer van alle rui-
schende vermaken. Daar zij echter
oak vond, dat bet uitgaan van Feliza
alleen zonder begeleiding van haar
man bepaald in het oog begon te
loopen en zij terecht bevreesd was,
dat het huwelijksgeluk en de repu
tatie der haar zoo dierbare personen
daaronder lijden kon, ging zij er toe
over haar Dicht daarover aan te
spreken
Doch ook hare inmenging mocht
niets baten Eerst begon Feli/a haar
tante ietwat schamper te plagen met
haar bemoeizuchttoen deze te ken
nen gaf, dat zij al'een handelde uit
genegenheid en toewijding voor haar
en baar man. antwoordde de jonge
vrouw op bruusken toon, dat zij
geen vreemde inmenging in haar
eigen aangelegenheden duldde
Wordt vervolgd.