TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Het Rijwiel. FEUILLETON. Smeulend vuur. Krakelingen. De verschrikkingen van Madrid. 'n Barstende Hoofdpijn AKKERTJES WSSSSBSSm Zaterdag 10 Juli 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 28 Openstelling Bureau Gemeentewerken. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis dat het Bureau van Gemeentewerken voor het publiek geopend is lederen Vrijdag van 10 tot 12 uur voor middag en verder zooveel mogelijk dagelijks van 9-97= uur voormid- dag en op marktdagen van 10—12 uur voormiddag. Voor raadpleging van het kadaster kunnen degenen die geen hulp noodig hebben, zich indien het bureau van Gemeentewerken gesloten is vervoegen ten kantore van den Gemeente-Ontvanger vanaf drie uur namiddag. Venray, 28 JuDi 1937. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. VAN DE LOO. De Secretaris, VAN HAAREN. Eenige grepen uit de geschiedenis van d't po- pulaire vervoermiddel. Wanneer de eerste poging ge daan werd om een eenvoudig, door menschelijke kracht voort bewogen vervoermiddel te con- strueeren, kan men niet met zekerheid zeggen. Evenmin weet men precies hoe dit vervoermiddel er uit gezien heeft. De eene overlevering zegt dat in het jaar 1447 in Duitsch- land een „fiets" gereden heeft, anderen daarentegen spreken van vele jaren voor dien tijd. Vast staat echter wel, dat de voortbeweging geschiedde niet zooals heden ten dage door trap- bewëging, doch door gewoon loopen, maar dan in zittende houding. Ook weet men dat de toenmalige „fietsen" uitmuntten door hun onpractische stuurin richting en overdreven zware constructie. Als eerste deugdelijke „loop fiets" kan wel het product van Baron Drais von Sauerbronn worden aangemerkt. Zijn Draisine werd in het jaar 1817 voor het eerst publiek gedemonstreerd. De vertooning heeft, naar de verhalen uit dien tijd vermelden, een matig succes gehad. „Gelijck eene Nar, gezeten op een stellagie, waaronder wielen geplaetst waaren," vertoonde Drais zijn kunsten Hij moet in hooge mate de lachlust van het publiek opgewekt hebben, want in zijn kuitbroek en verdere opgesmukte kleedij heeft hij daar rondgesprongen, eerst afzettende met de voeten en dan, wanneer het voertuig gang had, trok hij de beenen op en circelde triom fantelijk voor de verbaasde me nigte heen en weer. Het resultaat was voor Drais dan ook betrekkelijk gering en men vatte het voertuig meer komisch dan ernstig op. Toch bleef Drais niet bij de pakken neerzitten, hij gaf zijn oorspron kelijk beroep van houtvester op en weidde zich geheel aan zijn vinding. De vinding heeft echter geen noemenswaardige verbete- Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. ringen ondergaan en Drais stierf in groote armoede in het jaar 1851. De eerste fiets met trapinrich- ting moet omstieeks 1822 ge- loopen hebben Zij wasvoorzien van twee planken, zooals wij die tegenwoordig nóg aan de schare- sliep-wagens zien. Beurtelings werden de planken naar beneden getrapt. In vele landen, waaronder ook Amerika, begon men langzamer hand de bruikbaarheid van het voertuig in te zien. Men nam vele proefnemingen en als uitvloeisel hiervan zagen vele bruikbare en onbruikbare toestellen het licht. Amerika kwam in het bijzonder met de meeste fantastische toestellen voor den dag. O.a. een ontzaglijk groot wiel, waaraan aan iedere zijde een zadeltje bevestigd was. Dwars door de as ware deze met elkaar verbonden. Wilde men nu gaan fietsen, dan moesten twee personen ieder op een zadel plaats nemen en met de voeten werd het gevaarte in beweging gebracht. Onnoodig is het te zeggen, dat dit ding van haar berijders een precies gelijk lichaamsgewicht eischte. Hierdoor heeft het nimmer op gang gevonden. De Engelschman Hanton was er beter achter. Zijn Vélocipède was meer practisch uitgedacht. In 1868 had hij tenminste groote voldoening van zijn werk, hij bouwde zelfs speciale toestellen voor dames In de jaren die volgden door liep het rijwiel vele stadia van ontwikkeling en in 1884 ver scheen de eerste „deugdelijke en snelle fiets". Opmerkelijk was, dat men het voorwiel buitengewoon groot had gemaakt, geheel in tegenstelling met de vroegere uitvindingen, welke vrijwel voor 80 voor zien waren van twee gelijke wielen. In de jaren die r.u volgden, ondergingen de verschillende onderdeden hun ontwikkelings stadia. Toen de Franschman Truffault de holle velg uitge vonden had, verschenen ook spoedig daarop de rubberbanden. Deze waren echter massief, het geen nog lang niet altijd prettig rijden met zich bracht. De in armoede gestorven Amerikaan Sargent was uitvinder van de rijwielketting. Hij heeft het rij wiel wel van de belangrijkste verbetering voorzien. 1888 bracht de eerste lucht band van Dunlop. Deze band was echter nog lang niet vol maakt, want een puntig steentje was reeds voldoende om haar de bewuste „zacht" te doen slaken. De verbeteringen volgden ech ter elkander snel op en wij ge- looven wel dat het rijwiel van tegenwoordig voor het grootste gedeelte haar hoogtepunt van ontwikkeling bereikt heeft. 10. Ofschoon de oude heer Delmotte geen scherpzinnig man was, had het hem toch getroffen, dat Alfred in zijn vroegere brieven, voordat hij vader werd, zoo opvallend weinig over Feliza, zijn vrouw, geschreven had en deze opmerking had hem zelfs stof tot nadenken gegeven. In de brieven die hij in den laat- sten tijd ontvangen had, werd de naam der moeder echter meermalen genoemdbegrijpelijkerwijze even wel altijd in verband met de berich ten omtrent de kleine Soledad. Het gevoel van onzekerheid omtrent het huwelijksgeluk van den geliefden eecigen zoon, dat den vader lang zamerhand was gaan kwellen, werd door deze nieuwe brieven vrijwel weggenomen en de oude heer begon zich werkelijk te zonnen in het wel varen van zijn zoon en diens gezir. 't Viel den ouden man echter hard zoover van zijn dierbaren jongen te moeten leven en maar te blijven wachten op een mogelijk bezoek van dezen laatsten. Ach, dat wachten, 't was zoo'n beproeving I En toch schiep 't weer een nieuwe illusie Gelukkig dat er illusies bestaan en gelukkig de men- schen die illusies hebben. Illusies veroorzaken dezelfde uit werking als een opiaat bij een zieke, die hevige pijnen lijdtze doen dienst als pijnstillend en tevens opwekkend middel, evenals een beker vonke lenden wijn op het gemoed van den neerslachtige. In de jeugdjaren hebben wij bet vaste vertrouwen, dat onze ver wachtingen en illusies stellig in ver vulling zullen gaan op rijperen leeftijd werpen wij zelf vaak beden kingen daartegen opin die beden kingen schuilt evenwel wederom een nieuwe, ofschoon verkapte illusie want heimelijk hopen wij, dat onze bedenkingen ongegrond zullen wezen en dat onze verwachtingen en hersen schimmen desniettemin tot werkelijk heid zullen worden. Alfred hrd zijn vader herhaaldelijk uitgenoodigd hem te Buenos Aires te komen bezoeken maar de oude heer, die nooit groote reizen onder nomen had, kon daartoe niet besluiten en bleef maar aldoor aan dringen, dat de zoon eindelijk eens een kloek besluit nemen en een reis naar Europa zou maken. Er viel echter niet aan te denken, met een zuigeling zoo'n tocht te ondernemen en daarom kon er dus voorloopig niets van komen. En Papa Delmotte, alleen op het stille, eenzame Otterbeek, bleef maar I wachten op den zoon, die toch wel j ééns weer den weg naar het vader- hart zou vinden, 't Zijn niet de j moeders alleen, die verbeiden kunnen, De kleine Soledad groeide voor spoedig, alhoewel zulks zeker niet te danken was aan de zorg der 1 moeder want deze laatste bemoeide zich zoo goed als niet met haar [dochtertje. Er gingen dagen voorbij, De ossepees-methode. Sommige menschen hebben een groot vertrouwen in de kracht van hun onschuld. Onschuld echter is ook al weer zoo'n deugd, waar men het in Duitschland niet ver mee brengt. Dat blijkt o.m. uit het verhaal van* den Nederlandschen reserve luitenant Aalders, die twee jaar ge leden op een reisje door Duitsch land werd gearresteerd. De man heeft domme dingen ge daan hg heeft zich ingelaten met menschen, van wie hg niet precies wist, wat hij aan ze had. Naar onze begrippen schuilt in zooiets noch tans niets misdadigs. In Duitschland wilde men uit deze betrekkingen van den Nederlander een „complot" distelleeren, met welker „onthulling" in één slag zoowel de communisten als de ka tholieke jeugdleiders zouden zijn getroffen. Daartoe moest Aaldars dan wat meer bekennen dan hij te bekennen had. Dat weigerde hij natuurlgk. Toen werd de ossepees-methode in werking gesteld. Aalders vertelde daarvan aan een Telegraaf-redac- teur. Toen hij zijn onschuld bleef ge tuigen, beloofde commissaris Vogt hem, dat men het er dan wel bij hem uit zou kloppen. Dien avond werd hij in Dusseldorp met gummi knuppels bewerkt. Een volgend verhoor leverde even min resultaat op, waarna hij in den nacht van Dinsdag op Woensdag d.a.v. door Vogt weer aan den tand gevoeld werd. Toen hij zeide niets anders te bekennen te hebben dan hetgeen hij gezegd had, werd hij door een zestal beambten opnieuw met gummistok en ossepees geran seld tot hg bewusteloos raakte. Men eischte van hem, aldus Aalders, dat hij toe zou geven, dat hg voor de Communistische Partij Holland geld zou hebben overge bracht en ten slotte heeft hg indien geest de „bekentenis" onderteekend, welke hij later te Essen herroepen heeft Men zietonschuld zegt niets in Duitschland., De ossepees zegt heel wat meer, doet althans heel wat meer zeggen Enfin, deze Nederlander is na 2 jaar van zgn reisje naar Duitsch land weergekeerd, heel wat erva ring en striemen op zijn rug rijker. Wat kan en wat niet kan. De Algemeene Rekenkamer is een hoogst nuttig instituut, dat we aan de democratische inrichting van het Nederland sche bestuursapparaat danken. Ze oefent haar controle tot in de hoogste toppen van dat apparaat uit. In het laatste verslag der Re kenkamer staan weer eenige opmer kelijke staaltjes vermeld, van de royale of slordige manier, waarop wel eens met de gemeenschapsgelden wordt gehandeld. Een daarvan ver melden we hier. Sedert 1934 genoten de bedrgfs- ingenieurs bij de Staatsmgnen een jaarlijksche vergoeding voor het gebruik van eigen auto, groot, f 1500 per jaar. Bovendien werd aan ieder hun ner ter beschikking gesteld een door het bedrijf betaalde chauffeur, wiens belooning, met inbegrip van bijdragen aan pensioenfonds, zie kenfonds enz., was te stellen op rond f 2000 per jaar. (Deze chauffeurs zijn behalve met het besturen en onderhouden der auto's, ook belast met het onderhoud van de tuinen der be drgf singenieurs). In totaal betaalde het Staats bedrijf dus per ingenieur pl.m. f 3500 voor gebruik en bediening dat ze het kind niet, of nauwelijks vluchtig even bezocht. De zorg en de behandeling der kleine was geheel in handen van vreemden. Dokter Delmotte had een uit stekende kinderverpleegster en een gezonde, brave min voor zijn gelief koosd kleinood aangenomen hij zelf waakte er over. zooveel tijd en de gelegenheid het toelieten, dat zijn voorschriften en bevelen trouw op gevolgd en uitgevoerd werden. Met dat al hinderde en ergerde het hem geweldig, dat Feliza zich zoo weinig van Yet kind aantrok en maar steeds in haar vreugderoes bleef doorleven. Hij kon niet nalaten zijn vrouw ernstig daarover te onder houden bij die uiteenzetting was het helaas tot onverkwikkelijke, onaangename scènes gekomen. In stede dat de komst van het kind, zooals dat meestal het geval is en ook moet zijn, den vader en de moeder door een engeren band met elkaar verbonden had, viel er hier bij dit jonge echtpaar, dat zich in weelde kon baden en niets be hoefde te ontzeggen, eer een ver wijdering te constateeren. Eene ver wijdering in den omgang leidt allicht tot verdere vervreemding inderdaad kwam het zoover, dat er wel eens een dag voorbijging, dat de beide jonge echtgenooten, ofschoon ze hetzelfde huis bewoonden, elkaar niet ontmoeten of met elkaar spraken, De catastrophe. Terwijl Feliza zich zonde onder de vleierijen harer schijn vriendinnen en de dwaze huldigingen der heeren, leidde haar man een leven, dat geheel van een auto en onderhoud van den tuin. Als men nu eens bedenkt, dat de Staat voor deze f 3500 per jaar zelve niets verkrijgt, maar alleen het gebruik van den particulieren wagen van den werknemer met dat bedrag vergoedt, afgezien dan van wat particulier tuinwerk dan valt in dezen post toch niets anders te zien dan een aanzienlijken maar verkapten salaristoeslag. Vele groote heeren zijn geneigd om te spreken van „die lui, die alles maar naar zich toe probeeren te halen", wanneer het gaat over een gulden toeslag per week voor het gebruik van een eigen rijwiel door een werklooze, ten behoeve van zijn eigen gaan naar- enkomen van de werkverschaffing. Maar mijningenieurs toucheeren zonder blikken of blozen f 70 per week toeslag voor het gebruik van een eigen auto. Enfiin, er komt nu „verbetering". Er wordt naar gestreefd, zoo lees ik in een mededeeling der mijn- directie, „de kosten van de chauf feurs-tuinlieden zooveel doenlijk te beperken, zoowel door te trachten, waar mogelijk, hun werkzaamheden te combineeren, als door verminde ring van het loon". Is zooiets nou niet het tóppunt van economisch en sociaal wan beleid Om tot vermindering te komen van het „extraatje" van 70 gulden per week, dat de ingenieurs genoten, wordt er gestreefd Daar verminde ring van het salarisje van de chauf feurs Ontzettende verantwoordelijkheid. Ik herinner me nog goed een be paalde uitlating van een Officier van Justitie aan het adres van den pas- afgetreden burgemeester van Haar lem, den heer Maarschalk. Genoemde burgemeester heeft twee jaar „gevochten" met het of- ficieele gerecht over zgn schuld of onschuld aan een doodelgke aan rijding op den Haarlemmerweg. Tot in alle instanties is het ten slotte bewezen geacht, dat de heer Maarschalk te snel had gereden en hg 't voorbijrijden van een anderen wagen teveel naar links had uitge haald, waardoor hij den dood van een motorrijder zou hebben veroor zaakt. De uitlating, die ik me herinner van den Officier, was,,'t Is schan de, dat iemand op uw leeftijd nog 'n auto bestuurt." Ik vond die woorden hard, maar thaDs heb ik spijt, dat het Gerechts hof in zijn uitspraak den eisch van den Officier en het oordeel van de rechtbank niet heeft overgenomen en aan den heer Maarschalk niet voor geruimen tijd de rgbevoegdheid heeft ontnomen. Het schijnt toch inderdaad juist te zijn, dat men de kunst van het chauffeeren niet op te laten leeftijd moet gaan leeren en dat men even min tot in de jaren des ouderdoms de verantwoordelijkheid voor het besturen van een wagen mag blijven dragen. De juistheid en snelheid van reactie schijnen in beide geval len onvoldoende te zijn of te wor den. Het eerste groote oDgeluk had den gewezen Haarlemschen burge meester een les dienen te zijn. Hij heeft deze afgewezen, zooals vele menschen de onverbiddelijkheid pro beeren af te wijzen, waai mee de ouderdom tot terugtreden op menig terrein noopt. ThaDs heeft hij zgn tweede groote ongeluk gehad. Op den dag, waarop hij met zijn trouwe levensgezellin, een eindperiode van rustig genieten dacht m te gaan, heeft hij als be stuurder van een auto den dood zijner vrouw en van een jongen mannelijken bediende, veroorzaakt. Door schuld of door een noodlot- tigen samenloop van omstandig heden Ik kan dat niet beoordeelen, maar ook de heer Maarschalk zal in geen geval zonder meer tot zijn onschuld kunnen concludeeren. Op hem drukt thans een ontzet tende verantwoordelgkheid. Mogen anderen de waarschuwing, welke de Officier eens tegenover den Haarlemschen burgemeester uitte, met grooter bedachtzaamheid in zich opnemen. Iedere autobestuurder vrage zich van tijd tot tijd af, of het nog wel verantwoord is, dat hg op zijn leeftijd, onder zgn omstandigheden, enz. als bestuurder van een auto de risico's voor het eigen leven en dat van anderen, blijft trotseeren. Waarom dat zegeltjes plakken Die vraag kunnen we hier en daar nog al eens opvangen, wanneer het gaat over de rentezegels. Ze verraad veel onkunde met be trekking tot onze heilzame sociale wetgeving, maar ook gemis aan sympathie. En toch, die rentezegels zgn van groot nut en ze hebben bij honderd duizenden al heel wat leed verzacht. De volgende cijfers spreken in dit opzicht een duidelijke taal. Ze geven den stand van de Invaliditeits-, Ouderdoms-, Weduwen- en Weezen- rente op 1 Jan. 1937 Aantal Invaliditeitsrenten 53.201, bedrag der uitkeering bijna 71/, mil- lioen. Aantal Ouderdomsrenten 118 860, bedrag der uitkeering ruim 18 mil- lioen. anders was als hij het zich bij de verloving had voorgesteld. Van huiselijkheid en echtelijk ge'uk zou nooit sprake zijn zulk een mogelijkheid was niet te voorzien. Overdag vond hij een gereede afleiding in zijn drukke, inspannende praktijk. De voldoening, die hij genoot bij elke welgeslaagde operatie, de uitbundige dankbetuigingen, welke hij in ontvangst te nemen had van de zijde der dankbare genezen patiën ten, verdreven voor eenige uren althans de gedachten aan het huiselijk leed en den slechten uitval van zijn in roekeloosheid aangegane echt verbintenis. Thuisgekomen gaf de aanblik van zijn dochtertje hem weer eenige verlichting en bracht hem voor korten tijd op andere gedachten. Maar als hij dan weer later geheel alleen in zijn studeerkamer zat te peinzen, waren het niet anders dan zwarte gedachten, welke hem kwelden. Hij besefte, dat de verhouding tusschen hem en zijn vrouw op de thans bestaand wijze niet kon bestendigd blijven. Hij had er wel over gedacht met wat meer toegevendheid op te treden, zich wederom meer met zijn vrouw bezig te houden, met haar uit te gaan en aan hare nukken toe te geven. Ofschoon hij zich niet ontveinsde, dat de kloof tusschen hen reeds zeer wijd geworden was, meende hij toch dat deze nog wel te overbruggen zou zijn daarom wilde hij van zijn kant nog eens alle pogingen in het werk stellen zijn genotzuchtige, frivole vrouw langzamerhand tot andere gedachten te brengen. Wanneer hij wist op welke uren Feliza thuis te treffen was, zorgde Ingekomen en vertrokken personen van 25 Juni tot 2 Juli INGEKOMEN A. J. Reijntjes, z b., Ysselsteyn I 91 van Meerlo. J. P. F. van Dijck, id., Ysselsteyn van Maashees M. A. van de Poel en echtgen., z. b., Langstraat 2a van Deurne. M. de Ponti, z. b., Oirlo E 21, van Venlo. M. G. Kellenaers, z.b., Vlakwater L 76, van Horst. J. H. Leijendekkers, z.b., Merse- loscheweg 30, van Horn. P. J. Achten, dienstbode, Lang straat 14, van Broekhuizen. M. P. Crooijmans, dienstbode, Sta tionsweg 3, van Maashees. L. J. J. Te Baerts, chauffeur, Hen- seniusplein 9, van Meerlo. M. G. A. Hoeijmakers, naaister, Oirlo F la, van Horst. M. J. Onkels, dienstbode, Stations weg 17, van Maashees. VERTROKKEN G. Bleeck, landbouwer, naar Ber gen C 64. P. C. Marcellis, dienstbode, naar Sevenum D 11. P. J. Cox, naar Horst G 76. M. W. Janssen, dienstbode, naar 's Gravenhage, Kraijenhoflaan 36. J. H. Kateman, naar 's-Graven- hage, v.d. Burgstraat 39. H. W. L. Buijssen, bakker, naar Horst. Ch. J. Vink, dienstbode, naar Bergen C 101. De gezantschappen als asyl. Van een ooggetuige der ver schrikkingen van Madrid bij het uitbreken en tijdens het verloop van den burgeroorlog, ontving de N.K. bijzonderheden en be schouwingen over het verleenen van asyl door de gezantschappen in de Spaansche hoofdstad hij er voor dan ook zooveel moge lijk daar aanwezig te zijn, al moest zijn practijk er ook onder lijden. Nu en dan speelde hij het klaar zijn zwager don José en tante Sole dad aan een klein intiem diner in de echtelijke woning te vereenigen want hij was „écoeuré" van bet voortdurende uitgaanhi; walgde van het aanhoudende gefuif buitens buis Don José Elardi, die veel ernstiger aangelegd was dan zijn genotzuchtige zus'er en slechts betrekkelijk weinig deelnam aan de rumoerige, wereld sche vermaken, ontmoette desniette min hier en daar zijn zuster op de een of andere partij, waar zij alleen verscheen zonder haar echtgenoot en 't was hem niet onbekend ge bleven, dat men daarover sprak. Ofschoon er niet beweerd kon worden, dat Feliza zich onbehoorlijk gedroeg of zich op meer bijzondere wijze aan coquetterie of flirten over gaf dan andere uitgaande dames, meende hij toch dat het niet te pas kwam, dat zij zooveel buitenshuis op partijen en diners gezien werd zonder het gezelschap van haar man. Daar een en ander hem erg bin derde, nam hij zich voor er eens ernstig met Feliza over te spreken. Telkens had hij echter dit voor nemen weer opgeschoven en er mee getalmd, nu eens zichzelf wijs makend, dat Feliza vaDzelf wel tot inzicht zóu komen, dan weer omrede hij meende, dat die taak niet aan hem, maar veeleer aan den echtgenoot toekwam. Op zekeren dag, toen hij met zijn zuster alleen was, sprak hij er echter met haar over, zonder evenwel eenig gunstig resultaat te bereiken. Als die U kwell en belei ie werken? Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwartier voelt Ge de hoofdpijn wegtrekken als mist voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis. Vannacht kunnen ze te pas komen bij Hoofdpijn, Kiespijn, ze nuwpijn, Spierpijn of gevatte koul Noderisndsch Smaakloos ouwel-omhulsel. Product Ge proeft daardoor niets. Ze glijden zoo naar binnen. 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 ct. Volgens recept van Apotheker Dumont Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruit"-vorm. Let hierop en weiger elke namaak I 5| Een vrouw klemt zich hijgend vast aan het zware gesloten hek van een der Madrileensche legatiegebouwen „in God? naam, vlug.... help mij.... ze willen mijn man vermoorden...." In minder dan geen tijd heeft de portier iemand gehaald, zijn de ijzeren hekken geopend, rijdt een auto uit, met voorop een groote vlag. „Waar is uw man....?" „Ik weet het niet.... ergens in de barrio de Salamanca..,." Zoekend kruist de groote auto door de breede straten van de deftige Madrileensche wijk, nagestaard door de milicianos, die aan de poorten der paleizen en groote flatgebouwen in clubfauteuils schildwacht zitten, het geweer tusschen de knieën. Naast den chauffeur, die zwijgt, omdat hij toch niet weet, wat hij zeggen moet, een turende vrouw in doodsangst. De auto glijdt langs den stoeprand en de dolende figuur zonder boord die even verstijft van schrik als hij de piepende remmen vlak achter zich hoort hoort, stapt in. Een oogen- blik sluit hij duizelend de oogen, zoekt dan naar woorden van dank. „Neen, zegt u maar niets", zegt de man aan het stuur. De vrouw naast hem snikt. Weer gaat het hek open en dicht, twee menschen, die met het leven reeds afgerekend hadden, ademen op en beseffen langzaam, dat ze veilig zgn. Hun instinct tot zelfbehoud had hen door een achterdeur de vijandige straat opgedreven op hetzelfde oogen- blik, dat een huiszoekende horde hun woning binnendrong. Men heeft hen geholpen, hen opgenomen, zonder te vragen, wie zij zijn, noch wat hen overkwam. Er zal nog tijd genoeg zijn om hunne lezing te hooren van dat steeds terugkeerend tragisch ver haal, dat begint met een naam op de ledenlijst van een rechtsche par tij of met een beschuldiging van „fascisme", omdat men een titel had, naar de kerk ging of een mooi huis bezat en dat eindigt met een langzaam verbloeden op den be dauwden berm van een weg, 's mor gens in alle vroegte, even buiten de stad. Om en om de veertigduizend van dergelijke verhalen werden in Ma drid geschreven. Slechts weinigen, een zes a zevenduizend, konden de laatste droevige blazijden worden bespaard. Het zijn de „vluchtelingen" in de Madrileensche gezantschaps gebouwen, die, gaandeweg geëva cueerd, in de verschillende Euro- peesche landen het veege lijf kon den bergen en er het einde van den oorlog wachten. 20 Juni in Madrid. De Montana- belooning kon hij een brufale snauw opstrijken. Ook tante Soledad was geërgerd over het lichtzinnige, genotzuchtige optreden van haar nicht. De commères hadden niet ver zuimd ook haar in de ooren te blazen, dat mpn de senora Delmotte zooveel alleen ontmoettehetgeen zij trouwens ook persoonlijk hier en daar had kunnen constateeren. Zij was totaal onkundig van eenige verkoeling of vervreemding in de verhouding van het jonge echtpaar en schreef het wegblijven van Dr. Delmotte van de diners en partijen, waar men Feliza alléén ontmoette, slechts toe aan zijn drukke bezig heden en zijn afkeer van alle rui- schende vermaken. Daar zij echter oak vond, dat bet uitgaan van Feliza alleen zonder begeleiding van haar man bepaald in het oog begon te loopen en zij terecht bevreesd was, dat het huwelijksgeluk en de repu tatie der haar zoo dierbare personen daaronder lijden kon, ging zij er toe over haar Dicht daarover aan te spreken Doch ook hare inmenging mocht niets baten Eerst begon Feli/a haar tante ietwat schamper te plagen met haar bemoeizuchttoen deze te ken nen gaf, dat zij al'een handelde uit genegenheid en toewijding voor haar en baar man. antwoordde de jonge vrouw op bruusken toon, dat zij geen vreemde inmenging in haar eigen aangelegenheden duldde Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5