TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray. ZIJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN DOOR KLOOSTERBALSEM KLOOSTERBALSEM Zaterdag 26 Juni 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 26 Gehouden op 30 April 1937, des namiddags 4 uur. Voorzitter; de heer G. H. Houben. Ipco burgemeester. Secretaris: de heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vergadering van 26 Februari 1937 ongewijzigd worden vastgesteld. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 14 getrokken is, zoo dat, waar dit de waarnemend burgemeester, de heer G. H. Houben is en deze ingevolge art. 28 van het Reglement van Orde, als voorzitter bet laatst zijn stem moet uitbrengen, bij stemmingen in deze verga dering no. 15 der presentielijst, i.c. de heer van Haren het eerst zijn stem moet uitbrenge*! Het proces-verba*», van kasopneming bij den Gemeente-Ontvanger over het le kwartaal 1937 wordt na voorlezing j^oor den Voorzitter voor de leden ter image gelegd. Dan wordt aangeboden het verslag van den Vleeschkeuringsdienst over 1936. Wordt algemeen 'goedgevonden dit verslag voor de leden ter Secre tarie ter inzage te leggen. Hierna wordt het ltohier der hand- en spandiensten vastgesteld met 2294 handdi^nsten en 1782 spandiensten. De VOORZITTER dankt de heeren Raadsleden der gehuchten voor hunne voorlichting. Vervolgens wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot het ver- leenen van eervol ontslag, wegens het bereiken van den 65jarigen leef tijd, aan den kantonnier Truijen, met ingang van 1 April 1937. De VOORZITTER twijfelt niet, of de Raad zal dit ontslag gaarne verleenen. Truijen is steeds een voorbeeldig kantonnier geweest, die tot Vólle tevredenheid heeft gewerkt. Spreker hoopt, dat hij nog vele jaren van zijn welverdiende rust zal mogen genieten. De heer ODENHOVEN zegt, dat het eigenaardig klinkt, dat iemand pas een dankbetuiging ontvangt als hij reeds eenige weken den dienst heeft verlaten. Hij had dan ook liever gezien, dat dit eerder was ge schied. Niettemin sluit hij zich bij de woorden van den Voorzitter aan, want Truijen is steeds een degelijk werkman geweest, die de zaken waarvoor hij stond, tip-top gedaan heeft. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. ook reeds eerder hun dank be tuigd hebben in de vergadering van het Dagelijksch Bestuur. De heer ODENHOVEN zegt, dat hij deze opmerking nog te meer gemaakt heeft, met het oog op het veel te klein aantal vergaderingen. In het eerste halfjaar zullen vermoedelijk maar 3 vergaderingen gehou den worden. De aan de orde gestelde agenda's zijn nu uiteraard steeds te groot. De Raadsleden krggen ook niet meer de gelegenheid om hun gevallen ter tafel te brengen en te doen bespreken, daar verschillende heeren, na zoo vele uren gezeten te hebben, reeds vóór het einde de vergadering verlaten. De heer VERMEULEN vraagt of in de vacature Truijen reeds is voorzien. De VOORZITTER antwoordt, dat voorloopig een hulp-kantonnier is aangesteld, doch dat later c. q. wel een definitieve benoeming aan de orde komt. Hierna komt het voorstel van B. en W. tot opheffing der gemeen schappelijke regeling inzake verbetering van diverse beken in Noord- Limburg ten Westen der Maas. De VOORZITTER leest het ontwerp-besluit voor en zegt, dat er thans tegen opheffing dezer gemeenschappelijke regeling geen bezwaar meer bestaat. De heer ODENHOVEN zegt, een paar weken geleden Oirlo gepasseerd te zijn en dat de bewoners hem daar vroegen, waarom die gronden langs de beek niet geslecht werden. Wethouder NELISSEN merkt op, dat deze aangelegenheid inmiddels in orde is gekomen. Hierna besluit de Raad met algemeene stemmen de bij besluit van den gemeenteraad d.d. 20 October '31, no. 279/35, goedgekeurd door G. S. bg besluit van 3 November 1931 4o Afd. l.a 12296/7 W. getroffen ge meenschappelijke regeling met de gemeenten Helden, Maasbree, Seve- num, Horst, Meerlo en Wanssum op te heffen. Hierna is aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan eener rekening-courant-overeenkomst met de Neder- landsche Landnouwbank bijkantoor Venray, voor de periode van 1 Juli 1937 tot 30 Juni 1938. De VOORZITTER deelt mede, dat de thans loopende overeenkomst met 30 Juni a.s. eindigt en B. en W. voorstellen onder dezelfde voor waarden en zekerheidsstelling een nieuwe overeenkomst voor den tijd van een jaar aan te gaan. Wordt algemeen goedgevonden. Vervolgens komt het voorstel van B. en W. tot het aangaan eener rekening-courantovereenkomst met de Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam, eveneens voor de periode van 1 Juli 1937 tot 30 Juni 1938. De heer MILLEN vraagt, of het noodig is, dat de gemeente twee rekeningen-courant heeft loopen en of dit niet duurder is. De VOORZITTER zegt, dat het op deze wijze voordeeliger is, vooral als er groote bedragen benoodigd zijn en dat het bij de Landbouwbank vooral voor kleine bedragen makkelijker is. Hierna wordt ook tot deze rekening-courant overeenkomst met alge meene stemmen besloten. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde het voorstel van B. en W. om hen te machtigen met den staat der Nederlanden eene over eenkomst aan te gaan tot toevoeging van gronden aan het bebosschings- plan. De heer PUBBEN, die met den toestand ter plaatse goed bekend is, zet dit nader uiteen. Vroeger is deze grond buiten het bebosschingsplan gehouden, omdat hij geschikt was voor ontginning, maar nu wordt hij er blijkbaar toch weer in opgenomen. De heer VAN DUCK vindt dit jammerhij zou liever het zuidelijk gedeelte voor verpachting behouden. De VOORZITTER zegt, dat er in de gemeente nog voldoende gronden zgn, die voor verpachting in aanmerking komen. Wellicht is ook hier een stukje tusschen, dat voor ontginning geschikt zou zijn, maar het Staatsboschbeheer kan toch in zijn complexen zulke kleine stukjes niet open laten, want dan komt er geen mooi geheel. De heer PUBBEN weet we!, dat het staatsboschbeheer graag groote aaneengesloten complexen heeft, maar meent dat dit beheer toch niet al te zeer in deze de vrije hand moet worden gelaten. Als B. en W. in bepaalde gevallen -öiet voldoende zgn georiënteerd, zijn er toch wel Raadsleden, die hem gunnen voorlichten en dit ook gaarne zullen doen. De heer VAN EfciVEN zegt geen deskundige te zijD, maar na alles gehoord te hebben zou hij een commissie van deskundigen willen be noemen om deze zaak eens te bekijken. De VOORZITTER meent dat dit voor dit geval zeker niet noodig is, omdat er hoogstens wellicht een klein stukje tusschen ligt voor ont ginning geschikt. De heer VERMEULEN vraagt, of een en ander ook verband houdt met de werkverschaffingin dit geval zou hij willen afwerken, omdat anders misschien de werkverschaffing weer moet worden stopgezet. Er is voorloopig werk genoeg, zegt de heer Van Boven. De heer MILLEN is daarvan nog niet zoo overtuigd, vooral nu wij ondervonden hebben, dat goedkeuring van plannen soms geweldig lang duurt. De heer ODENHOVEN zou thans besluiten, dan heeft de zaak voort gang. Mocht intusschen nog blgken, dat er stukken van beteekenis tusschen liggen, die voor ontginning geschikt zgn, dan kunnen deze wellicht er nog worden buiten gehouden. De VOORZITTER zegt, dat dit wel niet het geval zal blijken te zgn, waarop de Raad zich zonder hoofdelglce stemming met het voorstel vereenigt. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen goedgevonden de benoodigde gelden beschikbaar te stellen aan het bestuur der bijzondere school Heyde, voor de aan schaffing van banken ingevolge art. 72 der L.O. wet 1920, wegens toe neming van het aantal leerlingen tot een maximum bedrag van f 65. Hierna komt aan de orde een verzoek van het R. K. Schoolbestuur te Castenray om beschikbaarstelling der benoodigde gelden voor een over dekte speelplaats. De VOORZITTER leest het verzoek voor en zegt, dat het te voorzien was dat Ysselsteyn de laatste aanvrage niet zou zijn. In Castenray is de behoefte aan een overdekte speelplaats echter minder groot. De Bur gemeester heeft vroeger een overdekte speelplaats toegezegd, zoodra de invoering van vak J (gymnastiekonderwijs) verplichting zou zijn. Bur gemeester en wethouders vinden een overdekte speelplaats te Castenray vooralsnog niet noodig. De heer STEEGHS vindt een overdekte speelplaats voor Castenray toch geen overbodige luxe. De gangen zijn er beslist niet grooter dan in andere scholen, en by de overname der school is ook beloofd, dat er een overdekte speelplaats zou komen. Het is hem bekend dat het school bestuur van Castenray toch met deze aanvrage gekomen zou zijn ook zonder dat Ysselsteyn er geweest was. Spreker is van oordeel dat er inderdaad groote behoefte aan bestaat en is er dan ook heel sterk voor om daar een overdekte speelplaats te doen maken. De heer VAN BOVEN zegt, dat de Voorzitter zeer terecht gezegd heeft, dat de aanvrage van Castenray te verwachten was. Verwondering wekt dit dan ook niet. Spreker kan zich heel goed voorstellen, dat het schoolbestuur in Castenray gezegd heeft: de tgd is zoo slecht, laten we nog maar eens wachten; maar nu Ysselsteyn een overdekte speelplaats gekregen heeft, hebben zij er terecht ook een gevraagd. Als het dage- lgksch bestuur echter kan aantoonen, dat in Castenray de behoefte hieraan niet zoo groot is, zal Spreker er geen woord meer over zeggen. Maar aangenomen dat de gang in deze school inderdaad y, meter breeder is, dan is dit toch nog geen argument. Hg adviseert den Raad dan ook het benoodigd bedrag toe te staan. Ook in Castenray moeten de kinderen ver naar school komen, terwijl er verschillende zijn, die 's middags over moeten big ven. Om financieele redenen zou Spreker ook liever gezien hebben, dat gewacht was, ook met de aanvrage van Ysselsteyn, maar het zijn beide scholen van één gemeente. De beer VERMEULEN ziet niet in, dat als de eene iets krijgt, de andere het ook moet hebben. De omstandigheden kunnen anders zijn, zoo zijn in Castenray de gangen veel breeder. Hij zou dan ook liever willen wachten tot de invoering van vak J. De school in de kom heef' ook geen overdekte speelplaats en Spreker ziet niet in, dat er in Cas tenray wel een komen moet. De heer STEEGS kan niet goed begrijpen, waarom hier afwijzend zou moeten worden beschikt. Als in de school van Castenray een gang was zooals in de oude school van Oirlo, dan was er misschien reden voor. Maar de school te Castenray is in hetzelfde jaar gebouwd als die te Ysselsteyn, onder leiding van denzelfden deskundige, zoodat Spreker niet gelooft, dat de gang er breeder zal zijn. De heer VAN BOVEN zegt, naar aanleiding van het door den heer Vermeulen opgemerkte, dat de kinderen uit Venray 's middags allen naar huis kunnen. Na den schooltijd moeten de kinderen ontspanning hebben, dan moeten zij kunnen ravotten. Ook uit hygiënisch oogpunt is er veel voor een overdekte speelplaats te zeggen. De VOORZITTER zegt, dat in Castenray bg normaal weer geen enkel kind 's middags overblijft. De heer STEEGS zegt, dat dit wel het geval is, bijv. met de kinderen van het Schoor en Klein.Oirlo. De heer MILLEN meent ook, dat er in de toekomst toch iets ge. beuren moet, waarop de VOORZITTER zegt, dat dit misschien wel kan zijn als vak J. wordt verplichtend gesteld. De heer ODENHOVEN vraagt of de kosten al zijn begroot, waarop de VOORZITTER antwoordt, dat de kosten nog niet bekend zijn. De heer VAN BOVEN zou dan willen voorstellen om de zaak tot de volgende vergadering aan te houden en in dien tusschentijd alles nog eens goed te bekijken en ook eens te doen nagaan, wat een eenvou dige overkapping zoo ongeveer zal kosten. De VOORZITTER merkt nog op, dat in Castenray ook nog een klas se-lokaal ongebruikt staat, waar de kinderen dan 's middags eventueel hun boterham zouden kunnen opeten. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming goedgevonden deze zaak tot de volgende vergadering aan te houden. Vervolgens komt aan de ordeeen ingekomen schrijven van Gedepu teerde Staten van Limburg betreffende de ingezonden verordening tot wgziging der algemeene politieverordening, Op verzoek van den Voorzitter zet de SECRETARIS de bedoeling van dit schrijven nader uiteen, waaruit blijkt, dat Gedeputeerde Staten alle vervoer van kalk, plakmiddelen etc. des nachts absoluut willen verbie den, tenzij met toestemming van Burgemeester en Wethouders. Aan bonafide schilders enz. zou dan een doorloopende vergunning kunnen worden verleend, ofschoon het wel zelden zal voorkomen, dat men 's nachts moet gaan schilderen. De heer VERMEULEN vindt het jammer, dat over deze kwestie eerst nog uitvoerige correspondentie heeft plaats gevonden tusschen B. en W. en G. S. Spreker is bang, dat de verordening nu niet tijdig zal zijn goed gekeurd om nog voor deze verkiezing te kunnen werken. De VOORZITTER zegt, dat dit onderwerp anders toch pas in deze vergadering aan de orde had kunnen komen en ook zonder deze bepaling is het voornaamste reeds in de politieverordening verboden. Burgemees ter en Wethouders zullen echter bij de inzending aan Gedeputeerde Staten op spoedige toezending van het bericht van ontvangst aandrin gen. De Raad besluit de wgziging te redigeeren overeenkomstig het ver langen van Gedeputeerde Staten. Hierna wordt met algemeene stemmen vastgesteld overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders eene verordening krachtens artikel 208 der Gemeentewet, houdende opgave welke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, nog gelden. Dan stelt de VOORZITTER aan de ordehet voorstel van Burge meester en Wethouders tot conversie van geldleeningen. Op verzoek van den Voorzitter zet de SECRETARIS uiteen, dat het na verdere pogingen gelukt is van de Gemeente-Spaarbank te Venlo een offerte te krijgen van f 110650.tegen 33/4 pet. zonder provisie en zonder kosten, met bepaling, dat gedurende de eerste 3 jaar geen ver sterkte of algeheele aflossing mag plaats hebben dan tegen betaling van 1 pet. boete over het versterkt af te lossen bedrag. Hiermede kun nen dan worden afgelost de 4y2 pet. leening bg de N. V. Levens verze- kering-maatschappg „Arnhem", nog groot pro resto f 30650,loopende tot en met 1960, en de 41/, pet. leening bij de Eerste Nederlandsche, nog groot pro resto f 80.000 en loopende tot en met 1961. Deze nieuwe leening van f 110650.moet in haar geheel eind 1960 zijn afgelost, zoo dat dus de aflossingen van de leening van f 30650.gewoon kunnen afloopen en voor de leening van f 80.000.een jaar moet worden inge haald. De leening gaat in voor de f 30650.met 1 Augustus en voor de f 80.000 met 1 Nov. 1937. Wegens de boete-clausule van 1 pet. bij vervroegde aflossing, d.i. vóór 1 Februari 1941, moet voor de leening van f 30650.aan de Maatschappij „Arnhem" f 306.50 éénm. worden betaald, doch dit wordt al dit jaar nog voor een groot gedeelte gecompenseerd door de renteverlaging. Er komt echter nog iets bij. Tegelijk is n.l. bij de Spaarbank te Venlo gedaan gekregen, dat zij bereid is met ingang van 1 Januari 1938 de rente van alle bij haar loopende leeningen der gemeente Venray, thans 4 pet. bedragende, terug te brengen tot 33/4 pet. Dit betreft hier drie leeningen, nog groot per 1 Januari a.s. respectieve lijk f 72500.loopende tot en met 1965, f 32000.loopende tot en met 1965 en f 31680.loopende tot en met 1966. Dit alles zonder provisie of welke andere kosten ook en enkel met de voor vaarde, dat tot 1 Januari 1940 buitengewone aflossing slechts mag plaats hebben met bij betaling van een boete van 1 pet. van het versterkt af te lossen be drag. Uit een en ander zal voor de gemeente een belangrgke rentebesparing ontstaan, welke reeds het volgend jaar circa f1200.zal bedragen en Burgemeester en Wethouders stellen dan ook voor het aan bod van de Venlosche Spaarbank te aanvaarden en dan tegelijk het Raadsbesluit van 26 Febr. j.l. tot conversie van de bovengenoemde leening van f 80.000 naar 4 pet., aan welk besluit, gelukkig, nog juist geen uitvoering werd gegeven, in te trekken. De heer VAN HAREN vraagt, hoelang de Gemeente-Spaarbank aan deze leeningen vast zit, waarop de SECRETARIS antwoordt, gedurende den geheelen duur der leeningen dus tot resp. 1960, 1965 en 1966. De heer VERMEULEN vraagt, of deze leeningen wel solied zijn, waarop de SECRETARIS antwoordt, dat i.e. de Gemeente geen geld- geefster is, doch geldneemster en het bg het verstrekken van geld op de eerste plaats aankomt op de soliditeit van laatstgenoemde en daar over te oordeelen ligt hier op den weg van de Spaarbankvoor de Ge meente komt dit hier niet in 't gedingwij beoordeelen tot zekere hoogte enkel de geldgeefster en deze de Spaarbank kennen B. en W. als zeer solied en zeer coulant en B. en W. zijn overtuigd, dat van den anderen kant de Spaarbank ook zoo over de geldneemster de Gemeente denkt. De heer PUBBEN brengt hierna nog dank aan de Wethouders en den Secretaris voor de activiteit in deze aan den dag gelegd met voor de gemeente zoo gunstig resultaat, waarna de Raad met algemeene stemmen besluit overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde het voorstel van Bur gemeester en Wethouders tot het verleenen eener bijdrage van 296 x f 2.is f 592.aan het plaatselijk z.g. B,-comité, onder voorwaarde, dat door het Rijk een bedrag van 296 x f 3.30 wordt beschikbaar gesteld voor extra hulp aan werkloozen in den vorm van kleeding, dekking en schoeisel. De heer VAN BOVEN vraagt of deze steun ook werkelgk ver deeld wordt onder de meest behoeftige gezinnen. De VOORZITTER antwoordt, dat door het Comité al het mogelijke wordt gedaan om dezen steun zoo goed mogelijk te verdeelen. De heer VERMEULEN vraagt of niet mogelgk is, dat, als er weer dekens beschikbaar gesteld worden, deze dan uit Venray zelf worden betrokken. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. naar aanleiding van de circu laire van den Minister van Sociale Zaken direct aan den Minister ge schreven hebben, dat wij liever geld hebben dan kleedingsstukken enz. omdat wij dan ook den plaatselijken Middenstand kunnen inschakelen bij de levering en indien dit niet mogelgk is, dat dan de meeste behoefte bestaat aan wollen- en tricot-ondergcederen, schoenen en klompen. De heer VAN HAREN zou hierop nog eens willen wijzen. De heer ODENHOVEN, zegt, dat ook hij van oordeel is, dat het 't beste is alles in geld te krygen, maar als dit niet mogelijk zou zgn, dat het dan beter is klompen etc. te distribueeren dan dekens. Deze zijn te kostbaar en er kunnen te weinig menschen mee geholpen worden voor dat geld. Hierna wordt met algemeene stemmen overeenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Vervolgens wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders de noodige gelden be schikbaar te stellen tot het doen houden van een 12 weekschen dienst- iEen stijve nek behoeft Ge J i dus niet langer te hebben \lk had den geheelen dag door regen \mchtlg weer geloopen mei een sner penden wind. Toen ik s'avonds thuis hwarn, kon ik mijn hoofd niet meer- I tiewegen, zoo stijf waren de spieren iJvan mijn nek. Ik ging vroeg naar bed finaar liet mij tevoren eens stevig wrij' f'uen met Kloosterbalsem, 's Morgens I was ik verrast te bemerken, dat en I van mijn stijve nek niets meer te be- I speuren was. De Kloosterbalsem had -73 m(j in een enkelen nacht, of in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen, ■- Kj S. Sehf ie den H. Alf IfCD'C ORIOINEEL TER INZA01 j»- „Geen goud zoo goed" Onovertroffen b|J brand- en snUwonden Ook ongeëvenaard als wrljfralddel bfj Rheumatiek, spit en pUnlyke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2ct. en f 1.04 BON voor Inzenden in open couvert. G R A T^l S als drukwerk (P/2 ct) aan MONSTER Handelmij.L.I. Akker. R'daro bodencursus voor werklooze meisjes, kostende naar raming ongeveer, f 485.in welke kosten door het Rgk circa 80 pet. wordt bijgedragen Hierna komt aan de ordehet voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het voteeren der benoodigde gelden voor het volgen van een cursus voor het politiepersoneel. De heer VAN BOVEN vraagt, hoeveel de kosten hiervan bedragen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze f 15.per persoon zijn plus de reiskosten naar Venlo. De cursus duurt 20 weken, zoodat de koste a pl.m. f 40.per persoon zullen bedragen. De heer VAN BOVEN zegt, dat in andere gemeenten een politie-agent, die geen diploma heeft, op eigen kosten gaat studeeren. Hij is er evenwel niet tegen. De VOORZITTER zegt, dat het hier geen studie voor een diploma betreft, doch dat daar meer algemeene zaken en nieuwe voorschriften en jurisprudentie behandeld worden en het in dezen tgd meer dan ooit ncodzakelgk is, dat een politieagent op de hoogte is van de zich steeds wgzigende voorschriften, vooral ook op het gebied van het verkeer. Vervolgens komt aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opnieuw verhuriDg van de schoolwoning te Merselo en het tot woning ingericht gedeelte der voormalige tramloods. De VOORZITTER zegt, dat er een brief is binnengekomen van het hoofd der school van Merselo, den heer J. H. H. Eyssen, dat de huur prijs dezer woning nogal hoog is en hg derhalve om verlaging verzoekt. De bouwkosten dezer woning zijn vroeger echter erg hoog geweest. De heer PUBBEN stelt toch voor de huur met f 25.te verlagen, waartegen Burgemeester en Wethouders geen bezwaar hebben. Hierna besluit de Raad overeenkomstig het voorstel van den heer Pubben de huur der schoolwoning te Merselo met f 25.— te verlagen en dus de woning voor een bedrag van f 300.onder dezelfde voor waarden voor een termijn van zes jaar te verhuren aan den tegenwoor- digen huurder, den heer J. H. H. Eyssen. Eveneens werd voor een termijn van zes jaar tegen een huur van f 2.per week verhuurd het tot woning ingericht gedeelte der voor malige tramloods aan L. Linders. Hierna komt aan de orde het voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot verpachting van gronden onder Castenray en Ysselsteyn. De heer STEEGHS vraagt, voor hoe lang het de bedoeling is om deze gronden te verpachten. De VOORZITTER zegt, dat het ontginningsgronden betreft en dat deze gronden goed bemest moeten worden zoodat B. en W. voorstellen om de huur te stellen op een termijn van 12 jaar. De heer ODENHOVEN zou den grond in Ysselsteyn liever verkoopen. De VOORZITTER ontraadt dit, want alle perceelen zgn daar van de gemeente en dan zou er een terreintje van een particulier midden in komen liggen. De Raad besluit hierna zonder hoofdelijke stemming tot publieke verpachting van deze gronden over te gaan. Vervolgens wordt met algemeene stemmen overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten tot verkoop van een perceeltje grond onder Ysselsteyn, groot 25.96 Aren, aan H. van Asten te Ysselsteyn. Hierna leest de VOORZITTER een verzoek voor van H. Jenniskens en M. Arts, a. h. Veulen, om den weg langs hun gronden thans spoedig te ver harden, en voegt er aan toe, dat deze weg in den loop van dit jaar ge maakt zal worden. Alles is echter tot nu toe nog te nat geweest. Vervolgens wordt met algemeene stemmen goedgevonden de gemeente- begrootingen 1936 en 1937 overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders te wijzigen. Thans deelt de VOORZITTER bij de ingekomen stukken en mededee- lingen mede, dat de gemeentebegrooting 1937 zonder eenige op- en aanmerking door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Ook is goedgekeurd het Raadsbesluit tot nieuwe regeling der markten met ingang van 1 Januari 1938. Verder is nog ingekomen een verzoek van het Hoofd-Comité der Maria-feesten om met den geheelen Raad aan de Maria-hulde op 16 Mei a.s. deel te nemen, hetgeen algemeen wordt goedgevonden. Voorts is van den Commissaris der Koningin in de Provincie Limburg bericht ontvangen van de oprichting van het Dekenaat Venray. Nog is binnengekomen een dankbetuiging van de gymnastiek- en turnvereeniging St. Christoffel voor verleende subsidie. Tenslotte is nog mededeeling ontvangen van den Minister van Finan ciën, dat door hem op de aanvrage ingevolge de landarbeiderswet van A. Kuunders om een voorschot gunstig is beschikt tot een bedrag van f 2272. Hierna gaat op voorstel van den VOORZITTER de Raad over in ge heime zitting. Na heropening wordt ter tafel gebracht een schrijven van den Minister van Sociale Zaken betreffende het salaris van Fr. Schols als hulpkracht bij de Arbeidsbeurs en voor zijne werkzaamheden voor de administratie der werkverschaffing, steunverleening e.d. Naar aanleiding hiervan wordt zonder hoofdelijke stemming besloten hem met ingang van 1 Mei 1937 voor laatstgenoemde werkzaamheden, waarvoor hij thans geniet f 350, toe te kennen een bedrag berekend naar f 800 per jaar, mits door den Minister wordt goedgevonden, dat de thans f 650 bedragende belooning als hulpkracht bij de Arbeidsbeurs eveneens wordt verhoogd tot f 800, zoodat hg dan in totaal eene vergoeding geniet, berekend naar f 1600 per jaar. Tevens besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming aan den ambte naar ter secretarie G. F. J. M. Aerts, met ingang van 1 Mei 1937 twee dienstjaren in den rang van 2en ambtenaar meer toe te kennen, waar door zgn wedde met f 100 wordt verhoogd. De heer ARTS vraagt hierop, hoe het staat met de beplanting der puinplaats. Dat is al zoo lang toegezegd, doch Spreker ziet er nog maar steeds niets van. De VOORZITTER zegt, dat dit in het najaar in orde komt. De heer MILLEN heeft in de krant gelezen omtrent de binnen- kolonisatie onder Horst en Sevenum en het heeft hem verwonderd, dat ook Venray niet daarbij is betrokken. De VOORZITTER antwoordt, dat wij in deze Horst en Sevenum al jaren voor zijn met Ysselsteyn en „Eigen Boer", dat zoo ongeveer op hetzelfde neerkomt. Voor deelname aan de binnenkolonisatie zooals vol gens de plannen, waarvan de heer Millen heeft gelezen, bedoeld, bestaat voor Venray geen aanleiding en geen behoefte. De heer MILLEN zou in de eerstvolgende vergadering gaarne aan de orde gesteld zien de benoeming van een Voorzitter der Commissie van Toezicht op de Arbeidsbeurs en de heer ODENHOVEN het verzoek van den chauffeur der gemeentelijke vrachtauto L. Linders om aanstelling in vasten dienst met daarbij eene bespreking van vaste aanstelling van eenige andere daarvoor wellicht in aanmerking komende gemeente werklieden. De VOORZITTER antwoordt, dat er zijnerzgds geen bezwaar bestaat deze punten in de eerstvolgende vergadering te behandelen. De heer PUBBEN zou hieraan dan gaarne ook zien toegevoegd een kostenbegrooting van verharding van den weg VeulenYsselsteyn, opdat ook deze zaak eens kan worden afgehandeld. Ook dringt hg aan op afwerking van den weg over Weverslo. Hierna niets meer aan de orde zgnde en geen der leden nog het woord verlangende, sluit de VOORZITTEN, de vergadering met gebed.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5