Buitenland.
Provinciaal Nieuws
dat by honden hoogst zelden voor
komt.
Wat my tot deze meening doet
overhellen, is, dat een hond, alleen
bijt als hij kwaadaardig of bang is
of ook nog als hij bloed geproefd
heeft en de smaak daarvan hem de
dringende behoefte geeft om te bij
ten. Nu ken ik de honden van het
hospitium van den Grooten St. Ber
nard zeer goed. Ik weet, met welk
een zorg en met welk een kennis
van zaken de monniken hen groot
brengen en'nooit heb ik in de meute
ook maar één enkel dier ontmoet,
dat kwaadaardig of bang was of
dat den smaak van het bloed beet
had.
De heer Mégnin herhaalde daarna
nog eens zijn bewondering voor deze
prachtige dieren, die vermoedelijk
tegelijk met de groote invasies van
Aziatische volken in Europa uit
Thibet hier heen zijn gekomen.
Het klooster welks monniken hun
leven aan de redding van verdoolde
reizigers hebben gewijd en dat zich
verheft op een hoogte van 2472 me
ter bij een klein meertje, dat gedu
rende negen maanden met ys is
bedekt, werd in 962 gesticht door
Sint Bernard, doch eerst in 1765
onthullen geschiedkundige documen
ten de aanwezigheid van honden. De
monniken schijnen in werkelijkheid
echter reeds zes eeuwen geleden bij
hun opsporingen de hulp van honden
te hebben gebruikt.
In 1810 werd de meute door een
epidemie letterlijk gedecimeerd,
slechts een enkele overleefde haar.
Met veel geduld slaagden de mon
niken echter erin, de meute geleide-
lyk te herstellen.
Een hond, Barry genaamd, maakte
het hospitium later beroemd: hij
alleen redde reeds meer dan veertig
menschen en het edele dier stierf
tengevolge van een slag met een
stok met ijzeren punt, waarmede 'n
reiziger hem afranselde.
Het instinct van deze dieren, aldus
de heer Mégnin, is werkelijk be
wonderenswaardig en geheimzinnig
tegelijk. Zij hooren nog voordat zij
ruiken. Hun bewegelijke ooren draaien
naar links en naar rechts, om het
geluid op te vangen, dat hen kan
oriënteeren. Op driehonderd meter
afstand hooren zij zelfs het geritsel
van bladeren.
Trots loeiende stormwinden en
oorverdoovende sneeuwstormen snel
len zij het gebergte in, om hen, die
zich reeds in den greep van den
dood bevinden, te redden.
Gelooft niet, zoo besloot de heer
Mégnin, dat de honden van den
Grooten St. Bernard gedoemd zijn
om te verdwijnen. De dood van het
arme meisje maakt het, zooals van
zelf spreekt, noodzakelijk, den toe
stand van de meute zeer nauwkeurig
te onderzoeken, doch ik blijf ge-
looven, dat het hier een alleenstaand
geval betreft.
Inmiddels komt het in geheel
Zwitserland met groote blydschap
begroete bericht, dat het Interna
tionaal Bureau voor Dierenbescher
ming te Genève den monniken het
volgende telegram heeft gezonden:
„Teneinde de groote traditie van
de monniken van den grooten Sint
Bernard, die het leven van zooveel
in de sneeuw vermiste personen
hebben gered, te beschermen, biedt
het Internationaal Bureau voor
Dierenbescherming te Genève u een
bedrag aan van vijftien duizend
Zwitsersche francs, teneinde u in
staat te stellen, ruime en goedver-
warmde kennels te bouwen, om al
dus het leven van uw moedige hon
den te redden."
De voorzitter van genoemd bureau
mr. Hageby, heeft als zijn vaste
overtuiging uitgesproken, dat onder
de Sint Bernard-honden, wanneer ze
in ruime en doelmatige kennels
worden ondergebracht, geen gevallen
van kwaadaardigheid meer zullen
voorkomen, daar deze een gevolg
zijn van een al te langdurig verblijf
in een beperkte ruimte.
De monniken zelf konden zich
uiteraard de luxe niet permitteeren,
om hun honden een „moderne wo
ning" te verschaffen.
Nu zij evenwel door de milde gift
van het Geneefsche bureau hiertoe
in de gelegenheid worden gesteld,
zullen zij ongetwijfeld hun trouwe
metgezellen, wier instinct het hun
mogelijk maakt, hun zending van
moed en toewijding te vervullen,
voor goed te behouden.
De Coloradokever.
Ten tweede male wordt in dit
seizoen een beroep gedaan op de
medewerking van alle verbouwers
van aardappelen en in het bijzonder
van die in de provinciën Zeeland,
Noord-Brabant en Limburg, om met
aauuo,>-ui w
onderzoeken od de aanwezigheid van
den Coloradokever en zijne larven.
Het is nu eenmaal zoo, dat dit
insect, als het uit België naar ons
land komt, zich niet bij ons aanmeldt,
maar dat het zich stilletjes in ons
aardappelgewas vestigt, daarin eieren
legt waaruit de roodachtige larven
komen, die bet loof zoo sterk kun
nen beschadigen Wy moeten dus zelf
nauwkeurig op het aardappelloof
letten om te zien of wy de ronde
geel en zwartgestreepte kever, de
roodachtige larven met opgezwollen
achterlijf of de door deze veroor
zaakte bladbeschadiging kunnen
waarnemen.
Iedereen weet nu wel, van hoeveel
belang het voor onze aardappelteelt
en vooral ook voor onzen uitvoer
handel van land- en tuinbouwpro
ducten is, dat wij den Coloradokever,
zoodra hij hier ergens voorkomt,
onmiddellijk en volledig uitroeien.
De uitgebreide voorlichting die hier
over gegeven wordt, de duizenden
plaatjes die voorloopig nog slechts
op alle scholen in de drie zuidelijke
provinciën en op zeer vele andere
plaatsen aanwezig zijn en waarop
de kever en de larven op zeer duide
lijke wyze zijn voorgesteld, zoodat
iedereen weet, waarnaar hy zoeken
moet. wijzen wel op den ernst van
den toestand.
Maar het zyn vooral de aardappel
telers, dia naar het insect moeten
zoeken en daar het thans daarvoor
het geschikte tydstip is wordt drin
gend verzocht dat ieder, die aard
appels verbouwt, minstens eenmaal
per week zijn gewas nauwkeurig op
het insect en op de verschijnselen,
die op zijn aanwezigheid wijzen,
onderzoekt. Ook door de kinderen
kan in dezen zeer nuttig werk ver
richt worden.
Aan de op scholen enz. aanwezige
plaatjes kan men duidelijk zien om
welk insect het gaat. Zoodra iets
gevonden wordt, dat daarmede over
eenstemt, moet daarvan onmiddellijk
aangifte gedaan worden ten gemeente
huize en moet een ambtenaar van
den Plantenziektenkundigen Dienst
daarmede in kennis gesteld worden.
Laat ieder zijn volle medewerking
geven. In de provinciën Zeeland,
Noord-Brabant en Limburg moet
voorloopig minstens eenmaal per
week elk aardappelgewas nauwkeurig
onderzocht worden.
In de andere provinciën is de kans
op het optreden van het insect veel
kleiner, maar ook daar is waak
zaamheid noodig.
LET OP DEN COLORADOKEVER.
Bij Zomerkleeding
behoort een mooie bruine huid. Dat
staat sportief en charmant. Uw ge
laat, hals en armen worden snel,
écht bruin, indien U deze bij fiets
tochten en bij verblijf in de zon, in-
wryf t met AMILDA-zonnebruincrême
Deze beschermt U tevens volkomen
tegen vervellen en de zoo pijnlijke
zonnebrand.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50. 25 ct.
De kogel-dictatuur in
Rusland.
Opnieuw is in Rusland een groot
verraadspreces gevoerd tegen groote
mannen, die allen volledig hun schuld
heeten te hebben bekend en daar
door den dood door den kogel prompt
over zich afgeroepen kenden weten.
Het waren thans militaire bevel
hebbers, die dit lot ondergingen, w.
o. zelfs een maarschalk van Rusland
n.l. Toechatsjefski.
Met verbijstering vraagt men zich
af, of dan het heele sovjetbestuur
met en door verraders is ondermijnd
dat deze bloedige wraakmiddelen
noodig zijn dan wel, of de dictator
aan vervolgings-waanzin lijdt.
Hoezeer ook het menschelijk ge
voel in de laatste jaren raakt afge
stompt, toch ontroeren deze fusi-
leeringen aan den loopenden band,
de publieke opinie.
Men voelt een mysterie, het mys
terie van het wegzinken van elke
menschelijke cultuur en beschaving
in het somberste nihilisme; een ca
tastrofe, welke zich steeds verder
over Europa verbreidt; want in dit
opzicht zijn nationaal-socialisme en
bolsjewisme helaas volkomen opéén
lijn te stellen.
Beide ondermijnen de rechtsorde,
nationale zoowel als internationale,
door een subjectieve norm van recht
en rechtvaardigheid te stellen; door
die norm uit de eeuwigheidsorde
weg te rukken en te plaatsen in de
natie, in de beweging, of in den
persoon van den dictator.
Dc beschuldigingen.
De rechtbank heeft vastgesteld,
aldus luidt de uitspraak, dat de
beschuldigden in dienst van den
militairen geheimen dienst van een
buitenlandsche mogendheid gestaan
hebben, welke een onvriendelijke
politiek tegenover de Sovjet-Unie
volgt.
Zij hebben systematisch spionnage
berichten aan deze mogendheid ge
geven en bedreven daden van sabo
tage met het doel het roode leger
te ondermijnen.
Voor het geval vaneen militairen
aanval op sovjet-Rusland bereidden
zij de nederlaag van het roode leger
voor.
Zy hadden zich voorts ten doel
gesteld de sovjet-Unie uiteen te
scheuren en den terugkeer van groot
grondbezitters en kapitalisten mo
gelijk te 'maken.
De speciale rechtbank heeft alle
Beschuldigden schuldig bevonden aan
schending van hun militairen eed,
aan verraad van het roode leger en
aan landverraad en derhalve beslo
ten hen militair te degradeeren,
Toechatsjewsky den maarschalks-
titel te ontnemen en de hoogste
straf, de doodstraf, tegen hen uitte
spreken.
De beschuldigingen, welke in dit
vonnis worden uitgesproken, zyn
inderdaad afdoende.
ic veel ten laste gelegd.
De acte van beschuldiging nad
slechts één groote fout: daarin werd
té veel ten laste gelegd. Men voelt
dus, dat het in feite om 'iets anders
moet zijn gegaan. Vermoedelijk zijn
de beschuldigden het met de binnen-
en buitenlandsche politiek van Stalin
niet eens geweest.
Waarschijnlijk liep het meenings-
verschil dezer toch zeker bevoegde
militaire autoriteiten bovenal over
de buitenlandsche politiek; over de
j vraag, waar men aanleuning moest
zoeken om in geval van oorlog zoo
sterk mogelyk te staan.
Evenals Duitschland loopt sovjet-
Rusland kans oorlog op twee fronten
te moeten voeren. Berlyn zoekt aan
dit risico te ontkomen door met
j Engeland en Frankrijk tot een
i zekere overeenstemming, welke
minstens neutraliteit waarborgt, te
j komen: doch er zijn ook Duitsche
kringen, vooral militaire, welke er
de voorkeur aan zouden geven met
sovjet-Rusland op goeden voet te
leven.
En zoo behoeft het niet te ver
wonderen, dat militairen in Rusland
uit zuiver militaire overwegingen, I
vreesden een twee-frontenstrijd te
moeten voeren en daarom toena
dering tot gelijkgezinde kringen in'
een land, dat over het algemeen j
niec erg vriendschappelijk tegen
over Sovjet-Rusland gezind is, ge
zocht hebbeD.
Dat daarby nog gedacht is aan
een andere, meer natuurlijke sociale
orde in Rusland, achten wij geens
zins buitengesloten; maar dat wijst
eer op gezond verstand dan op ver
raad.
Intusschen vraagt men zich af,
wat zich nog meer in Rusland af
speelt. Dat is een geheim, waarover
men veel kan fantaseeren, doch
waarvan men niets met zekerheid
afweet.
Vervolgingswaanzin 1
Er is ook nog een andere theorie
voor het optreden van Stalin. Diens
slechte gezondheidstoestand wordt
in medische kringen te Weenen als
een der oorzaken beschouwd van
zijn meedoogenloos optreden.
Toen dr. Hans Eppinger, een der
meest vooraanstaande Weensche
specialisten verleden week naar
Moskou werd ontboden voor een
consult, constateerde hij, dat Stalins
gezondheidstoestand erbarmelijk
slecht in orde was. De normale
bloeddruk bedraagt 120. Stalin's
bloeddruk was tot 200 gestegen.
Dr. Eppinger verklaarde, dat
slechts de ontembare geestkracht
van den dictator hem in staat stellen
zijn plichten waar te nemen.
Stalin lijdt aan angina pectoria.
Hy leeft in voortdurende doodsangst
voor een herhaling van de uiterst
pijnlijke aanvallen, waarmede deze
ziekte gepaard gaat.
Een Weensche specialist heeft
verklaard: „Het psychologisch gevolg
van angina is, dat de lijders wan
trouwend en vreesachtig worden.
Zij zijn geneigd, de menschen in hun
omgeving ervan te verdenken, dat
zij hen bedriegen of vervolgen. Het
is in werkelijkheid een soort van
vervolgingswaanzin.
Kans op troebelen.
De Duitsche pers heeft op hevige
wijze de executie van Toechatsjefs
ki c.s. gecommentarieerd.
Zij oefenen er eenstemmig scherpe
critiek op uit en verwachten, dat de
zaak zoowel in binnen- als buiten
land zijn terugslag zal hebben. Ver
scheidene Duitsche kranten melden,
welken diepen indruk het gebeurde
op het volk in Sovjet-Rusland heeft
gemaakt en zij achten de mogelijk
heid van een opstand in Moskou niet
uitgesloten.
Daarop wijst zeer zeker ook de
zending van troepen uit de provincie
naar de Russische hoofdstad.
Daarentegen blijven de berichten
van het Sovjetagentschap Tass nog
steeds beschrijvingen geven van de
verontwaardiging, die onder de ar
beiders van geheel Sovjet-Rusland
tegen de veroordeelde generaals zou
heerschen.
In het geheele land worden mee
tings en massabijeenkomsten gehou
den, waarin de arbeiders het vonnis
met vreugde begroeten, verzekert
Tass.
Speculatie op slechte instincten
mislukt.
Reeds geruimen tijd maakt een
Zweedsche uitgeversmaatschappij een
tamelijk onsmakelijke propaganda
voor een vies smaadschrift uit ver
vlogen tijden over het leven van
kloosterzusters.
Terwijl men anders zoo bevreesd
is om in de schaduw der „donkere
middeleeuwen" te komen, schaamde
men er zich blijkbaar ditmaal niet
voor, uit vroegere duistere tijden
eenige vieze producten, die op louter
laster en vuilschrijverij berusten,
aan het daglicht te brengen.
Men speculeerde blijkbaar op de
nieuwsgierigheid van het volk in
verband met de lastercampagne
tegen Kerk en kloosters in Duitsch
land.
Men heeft echter verkeerd ge
speculeerd. Het Scandinavische pu
bliek reageerde op scherpe wyze
tegen deze vuile reclame. De pers
eischte bescherming van het publiek
tegen dergelijke pornografische geld-
verdienerij.
De post legde beslag op een partij
exemplaren en de politie, die van
alle mogelijke zijden protesten ont
ving, confiskeerde de rest. De Zweed
sche vertaling schijnt van het
buitenland geïmporteerd te zijn, met
name van Frankryk.
Wie er achter staat, weet men
niet. In ieder geval zijn 36.000 exem
plaren onschadelijk gemaakt.
In verband met het bovenstaande
kan men slechts met voldoening
mededeelen, dat de nationaal-socia-
listische actie tegen kloosters en
priesters in Duitschland in geen enkel
Scandinavisch land en zoo goed als
in geen enkel blad den weerklank
gevonden heeft, dien men er in
Duitschland van verwacht schijnt te
hebben. Integendeel.
Da geloofwaardigheid van bepaalde
instanties in ueu Derue ruja is nier
niet gestegen en de skepsis, waarmee
men hier de ontwikkeling der dingen
in Duitschland waarnam, is er slechts
door toegenomen.
Gezondheid in Uw huid.
Witte Purol
houdt en maakt Uw huid mooi en
gezond. Doos 30, Tube 45 ct. By
Apoth. en Drogisten.
VENRAY, 19 Juni 1937.
De dekenale Maria-hulde
te Horst.
Zondag had te Horst de groote
Dekenale Maria-hulde plaats, in
tegenwoordigheid van Vader Bisschop
en vele geestelijke en wereldlijke
autoriteiten van het geheele Deke
naat.
Langs de verschillende straten,
waar de groote optocht in den na
middag passeerde, waren aan beide
zyden groene slingers, bloemen,
zuilen en vlaggetjes aangebracht en
tal van spandoeken, met opschriften
betreffende de litanie van O.L. Vrouw.
Aan den ingang van het dorp
stond een schitterende eere-poort
opgesteld. Op het St. Lambertusplein
onder de schaduw der boomen, een
versierde tribune, terwijl de groote
markt een aanblik toonde, als nimmer
tevoren, 's Avonds tevoren werd de
plechtigheid reeds ingeluid door alle
klokken van het Dekenaat.
Om 3 uur werd de grootsche
schitterende Maria-optocht gehouden
waaraan werd deelgenomen door alle
parochies van het Dekenaat en be
staande uit 70 groepen, praalwagens
en voorstellingen. De stoet werd
opgeluisterd door 12 muziek- en zang
gezelschappen, terwijl de verschillen
de praalwagens als om strijd in
schoonheid en indrukwekkendheid
waren versierd en opgebouwd.
De grootsche optocht trok langs
de versierde straten van het dorp,
waarlangs een dichte haag van toe
schouwers zich uit den heelen om
trek had opgesteld.
Op de versierde tribune op het
St. Lambertusplein hadden plaats
genomen Mgr. Lemmens met geeste
lijkheid, verschillende burgemeesters
uit den omtrek, Statenleden en
andere autoriteiten. Door alle deel
nemers van den stoet werd voor
Mgr. den Romeinschen groet gebracht
Op de groote, versierde markt
had vervolgens de groote Maria-
hulde plaats.
Het verkeer door het dorp was
geheel omgelegd, zoodat de omliggen
de straten met het marktplein één
geheel vormde, om de vele duizenden
deelnemers te kunnen bevatten.
Verschillende geluidversterkers
zorgden, dat allen de plechtigheden
konden volgen. Deze werden ingezet
met een feestpredicatie van Pater
Hupperts.
Vervolgens was het plechtig oogen-
blik aangebroken, waarop de Hoog-
Eerw. Heer Deken de plechtige
toewijding van het geheele Dekenaat
verrichtte, waarna de gezamenlijke
kinderhulde plaats had en aan Mgr.
onder een toepasselijk versje door
een bruidje, een ruiker werd aange
boden.
Hierna hield Vader Bisschop een
geestdriftige toespraak waarin hij
zyn grooten dank betuigde voor de
vele opofferingen welke men zich
had getroost, om dezen dag zoo
schitterend en luisterrijk te maken.
Hij uitte zijn vreugde in het feit,
dat dit reeds het 5e Dekenaat was
in Limburg waarvan hij het genoegen
had de plechtige toewijding aan
Maria te mogen bijwonen en hoopte
dat zijn hartewensch spoedig moge
vervuld zijn, dat weldra geheel Lim
burg aan Maria zal zijn toegewijd,
opdat Limburg aan Christus door
Maria moge bewaard blijven.
Des avonds om 7 uur werd bij de
ruïne van het kasteel een schitterend
Mariaspel opgevoerd, waaraan een
80-tal KJ.V.'ers medewerking ver
leenden. De opvoering werd bijge
woond door Mgr. Lemmens, de ver
schillende geestelijke en wereldlijke
autoriteiten en dooreen buitengewoon
talrijk publiek.
Evenals verleden Zondag werd het
stichtende openluchtspel buitenge
woon verdienstelijk opgevoerd, zoo
dat dan ook alle toeschouwers in
ontroering kwamen by de mooie
tafereelen en schitterende rijmen en
gezangen en een buitengewoon
waardig slot waren van de grootsche
Maria-huldiging en toewijding van
het Dekenaat. L. K.
R. K. Limburgsche Midden
stand.
Centrale raadsvergadering
te Helden.
Maandag kwamen in Helden, de
R. K. Limburgsche Middenstanders
by een, die in de zaal Juliana, aldaar
hun centrale raadsvergadering hiel
den.
De dag werd ingezet met een
plechtige Hoogmis in de St. Lam-
bertuskerk, opgedragen door den
weleerw. heer L. Teeuwen, geestelijk
adviseur van de plaatselijke organi
satie.
Om half elf opende bondsvoorzit
ter J. A. Koops, de vergaderiDg,
waarna de heer Reynen, voorzitter
der afdeeling Helden een kort wel
komswoord tot de vergadering
richtte.
Op deze vergadering waren o.m.
aanwezig mgr. dr. H. Poels, aalmoe
zenier dr. J. Verhagen, Kerkrade,
aalmoezenier K. Roncken, Venlo,
aalmoezenier Wolfs, Maastricht,
pater Govaerts, kernleider van den
R. K. Middenstand, deken Jaspers,
Helden, burgemeester P. van Cann
en drs. Janssen adjunt-directeur van
het Nationaal Hanzebureau.
Het voorstel tot behandeling der
statutenwijziging werd, ondanks het
feit dat eenige afdeelingen dit punt
tot de najaarsvergadering wilden
uitstellen, direct in behandeling ge-
nou\tvberig werden de verschillende
artikelen der statuten besproken.
Tenslotte werd op voorstel der
statuten-commissie het besluit ge
nomen, de verdere behandeling der
statuten toch uit te stellen tot de
najaarsvergadering.
Na de heropening der vergadering,
sprak voorzitter Koops een rede uit.
Op de eerste plaats deelde spr.
mede dat den heer J. Leenen, Venlo,
die jarenlang secretaris van den bond
was geweest, als zoodanig ontslag
had genomen. Verder gaf spr. een
overzicht over de werkwijze der
orgaan-commissie. Krachtig spoorde
hy de aanwezigen aan tot bijwoning
van het congres van den N.R.K.M.
te 's Bosch op 22 en 23 Juni a.s.
Alhoewel de organisatie, wat leden
tal betreft, sterk was uitgegroeid
moest spr. constateeren, dat de
innerlijke versteviging van den bond,
de organisatiegeest, geen gelijken
tred wist te houden met den uit-
wendigen groei.
In duidelijke taal nam spr. stelling
tegen de vaak ongemotiveerde cri-
ticasterij, tegen uitingen van be
krompenheid, die een sterk depri-
meerenden invloed hebben op het
bondsleven.
By monde van den heer Obers,
Sevenum, werd de heer Koops ge
complimenteerd met zyn herkiezing
als voorzitter van den N.R.K.M.
De financieele verantwoordiging
over het jaar 1936, sluitend meteen
bedrag van f 16.512.17, werd onder
dank aan den penningmeester, den
heer H. Bartels, Maastricht, accoord
bevonden.
Uit het jaarverslag van den secre
taris bleek dat op 31 December 1936
de R.K. Limburgsche bond bestond
uit 67 afdeelingen met 4217 leden.
Vastgesteld werd, dat de najaars
vergadering in October a.s. te Heer
len zal gehouden worden.
De voorstellen der verschillende
afdeelingen werden vlug afgewikkeld.
Aan de hand van vergelijkende
cijfers der andere diocesane bonden,
drong de afd. Venlo aan op bezuini
ging op de uitgaven bij de komende
begrooting. Van de zijde van den R.
K. Bond van graanhandelaren in
Limburg werd een ernstig pleidooi
gehouden om stelling te nemen tegen
ieder distributiesysteem, dat de
middenstand uit zijn functie beoogt
te verdringen.
Speciaal sommige coöperaties, met
name op landbouwgebied zouden in
bovengenoemden zin werkzaam zijn.
De bond van graanhandelaars stelde
voor, dat de R.K. Middenstandsbond
bij de betrokken autoriteiten erop
zal wijzen, dat het noodzakelijk is,
dat iedere belangrijke functie bij de
uitvoering van landbouwmaatregelen,
waarbij middenstandsgroepen Betrok
ken zijn, wordt gegeven aan personen,
wier andere functies menschelijker
wijze gesproken geen beletsel kunnen
zijn voor een onpartijdige vervulling
van deze functie.
Na de rondvraag, waarvan slechts
een bescheiden gebruik werd gemaakt
gaf drs. Janssen een korte uiteen
zetting van de voornaamste punten,
welke op het a.s. congres van den
N.R.K.M. behandeld zullen worden,
n.l. de vestigingswet in verband met
de wet op de bescherming van het
kleinbedrijf.
Op voorstel van het hoofdbestuur
werd aan den minister van Land
bouw namens den R.K. Limburgschen
Middenstand een telegram gezonden,
waarin met klem wordt aangedrongen
op opheffing der fnuikende crisis
maatregelen, welke het slagersbedrijf
geheel dreigen te vernietigen.
Te ongeveer 6 uur sloot bonds
voorzitter Koops de geanimeerde
vergadering.
DE ROOFOVERVAL
TE GEYSTEREN.
9 jaar gevangenisstraf tegen
de vier verdachten geëischt.
Dinsdag heeft de Rechtbank te
Roermond de zaak behandeld tegen
de vier verdachten van den roof
overval op den Z.E. Heer G. Litjens,
pastoor te Geijsteren, gepleegd in
den nacht van 19 op 20 Januari 1936
Het zijn W. J., chauffeur te Belfeld,
A. D., opperman te Venlo, M. H.,
koopman te Venlo en J. J., zonder
beroep te Venlo.
Als eerste wordt verhoord A. D.
Hij doet een eenvoudig verhaal, dat
vrijwel overeenkomt met zijn ver
klaringen voor den rechter-eommis-
saris op 15 April. H. is op 19 Jan.
in café Geradts te Venlo bij hem
gekomen en heeft gezegd, dat er
iets was op te knappen, de beide J.
wisten er meer van. Zij zouden aan
den Horsterweg bij een kapel bijeen
komen. Gekomen in de buurt van de
pastorie hoorde D. voor het eerst,
dat het om den pastoor ging. Men
zou dezen naar buiten lokken en
zeggen, dat er een auto-ongeluk
gebeurd was. Zoo werd gedaan.
Toen de pastoor aan de deur ver
scheen, greep D. hem vast en toen
de pastoor riep, hield H. hem een
hand op den mond. Toen schoten
ook de J.'s toe en men legde den
pastoor op den grond. W. J. haalde
vervolgens de sleutels uit den toog.
Toen de pastoor weer riep, werd
hem 'n doek voor den mond gehou
den, waarna men hem binnen droeg.
Hierop werd het huis doorzocht,
Volgens de verklaringen van D.
zouden zy eerst den doek voor den
mond van den pastoor hebben los
gemaakt. De president betwijfelt dit
echter en is van meening, dat dit
een der laatste dingen is geweest,
die men gedaan heeft.
Met z'n vieren zijn zy toen naar
boven gegaan. Toen men hoorde
bellen, heeft men aan den achter
kant het huis verlaten.
Dan wordt H. verhoord. Hij was
naar Belfeld naar het huis van de
Witte gekomen om de rekening te
vereffenen van een schrijfmachine
diefstal. Er werd door de J. voor
gesteld een kraak je te ondernemen
bij een zekeren Litjens te Geijsteren.
H. verklaart niet geweten te hebben,
dat het een priester betrof. Hij had
D. gehaald, maar niet gezegd, dat
het den pastoor betrof. Wanneer het
verhoor begint over het d»ama, dat
zich zou afspelen, verklaart H. dat
ny van SUü.;u «aar v-.uit-.on was ge-
loopen en aan het hek was blijven
kijken. Hij houdt vol, dat hy niet
aan den pastoor heeft geraaktwel
heeft hij even zijn hand op den mond
van den pastoor gehouden om dezen
te helpen, toen D. hem sloeg.
Desgevraagd verklaart D. nog
eens, dat H. wel heeft geholpen den
doek om den mond van den pastoor
te doen. Volgens H. is de doek van
den mond van den pastoor afgerukt,
toen de jongens het huis verlieten.
Deze verklaring klopt niet met die
van D., die vol blijft houden, dat de
doek werd losgemaakt vóórdat men
naar boven ging.
Op een vraag aan verdachte D.
antwoordt deze, dat W. J. eigenlijk
de man is geweest, die den pastoor
het meest heeft gebonden, maar dat
het gemeen is van H. zich heele-
maal schoon te willen wasschen. Ook
hij heeft zijn deel by het werk gehad.
De volgende verdachte is J. J. Hy
zegt, dat er op den bewusten avond
over geld gesproken iser zou in
HeldenBeringen wel iets te vinden
l zijn. Verdachte weet zich niet te
I herinneren, dat hij in den loop van
1 het gesprek gezegd heeft„Bij den
professor in Geijsteren is wel iets te
halen."
Toen D. den pastoor op den grond
had liggen, kwamen ik en mijn broer
aldus J. J. er by en met zijn vieren
droegen wij den pastoor binnen, die
bewusteloos was. Hij werd in de
gang neergelegd. W. J. had de sleu-
teis uit de zakken van den pastoor
gegomen en heeft de brandkast
opengemaakt. D. vroeg H. om een
doek. In dien tijd probeerde J. J.
het hondje te pakken te krijgen,
omdat het kefte. Het beest beet hem
in zijn hand en daarop sloeg hy 't
met een bandafnemer dood.
Nauwelijks was men bovengeko
men, of er werd gebeld en men nam
de vlucht. J. heeft niet meer naar
den pastoor omgekeken.
Daarna wordt de laatste verdachte
W. J., gehoord.
Volgens dezen zou J. J., met het
plan voor den dag zijn gekomen naar
den pastoor te gaan. H. zou toen
hebben gezegd: „Daar hebben we
nog iemand voor noodig". Dat bleek
later D. te zijn. W. J„ zou hebben
voorgesteld den pastoor van huis
weg te lokken, zoodat hy en J. den
tijd hadden in de pastorie in te
breken. Later is dit plan veranderd.
Op een vraag van de anderen naar
een doek heeft W. er twee uit de
keuken gehaald, maar hij heeft niet
gezien, dat er mede geknoopt is.
Desgevraagd verklaard D., dat zij
alle vier met den pastoor bezig zijn
geweest, nadat W. den pastoor mond
en neus heeft dicht gehouden. Toen
zij vertrokken, is W. nog even gaan
kijken hoe het met den pastoor was
en vloekte toen hij zag, dat de doek
er zoo „lomp" voorzat, waardoor
behalve de mond ook de neus was
afgesloten. Het gezicht van den
pastoor was blauw, maar hy meende
dat hy nog leefde.
Hiermede is het verhoor van de
vier verdachten geëindigd.
In de middagzitting werden negen
getuigen gehoord. Dr. J. P. J. Hulst
uit Leiden, die de sectie op bet lijk
heeft verricht, concludeerde, dat de
pastoor door verstikking om het
leven moet zijn gekomen. De opper
wachtmeester Janssen van Galen
kreeg dank van den president voor
de groote nauwgezetheid, waarmede
hy de zaak heeft behandeld.
REQUISITOIR.
In zijn requisitoir schilderde het
O.M. nog eens de situatie ter plaatse
De pastoor is gestorven op het veld
van eer, op weg om menschen, die
bij een auto-ongeluk zouden zijn ge
wond, hulp te bieden. Bij het eerste
bericht waren de vermoedens van
den officier uitgegaan naar denzoon
van den „Witte van Wanssum" en
toen hy de abnormaal groote voet
afdrukken had gezien, dacht hij aan
D. Zijn vermoedens bleken later
juist te zyn geweest. Het hoofdmo
tief van het drama te Geijsteren
was geld. Volgens het O.M. moet er
geen onderscheid gemaakt worden
tusschen een groep, die het geweld
wilde en een groep, die het niet
wilde. Vanaf het moment, dat D. den
pastoor greep, stemden allen in met
het geweld. Want niemand hield op.
Wat de dagvaarding betreft, wees
spr. er op, dat ten laste moest wor
den gelegd art. 312, waarvoor de
maximumstraf 15 jaar is.
De officier, mr. Rieter, eischte ver
volgens tegen alle vier verdachten
een gevangenisstraf van negen jaar.
De verdediger, mr. E. Daub, pleitte
voor de beide J.'s en D. clementie,
terwijl mr. P. Tripels voor verd. H.
clementie vroeg.
Uitspraak over veertien dagen.
Twee kinderen in de Maas
verdronken.
Zaterdagavond zyn te Arcen in
de Maas nabij de uitspanning „De
Hamert" twee jongens by het zwem
men verdronken.
De 14-jarige S. van der Kamp en
de 10-jarige J. Geelen waren in de
rivier gaan zwemmen, hoewel alleen
eerstgenoemde de zwemkunst mach
tig was. Op zeker oogenblik raakte
de 14-jarige van der K. in ge vaar en
riep om hulp. Zijn 10-jarig vriendje
probeerde hem, ondanks het feit, dat
hij niet voldoende kon zwemmen, te
redden. Het gevolg was dat beiden
verdronken.
De knecht van Geelen, die het ge
vaar bemerkte sprong te water en
trachtte de beide knapen nog te
helpen. Dit mocht echter niet ge
lukken. De man kwam zelf nog in
gevaar en kon slechts met moeite
door het toesteken van stokken ge
red worden.
Na korten tijd werden de lijkjes
van de beide jongens opgehaald.
Dr. Thielen uit Arcen heeft nog
getracht met zuurstofapparaten de
levensgeesten weer op te wekken,
doch dit mocht niet meer baten.
Van sluisdeur gevallen en
verdronken.
Zondag is te Maastricht de tien
jarige L. van Rijsselt, toen hij naby
de St. Servatiusbrug over de smalle,
voor het publiek niet toegankelijke
sluisdeur het kanaal naar Luik wilde
oversteken onder de leuning door
gegleden en in het water gevallen.
Pas een uur later is het lykje van
den jongen met een dreg opgehaald.
Kanovaarder verdronken.
Zondag is in het natuurbad te
Heelde rpeel 'n tweepersoonskano om
geslagen. In de kano waren gezeten
de 35-jarige Geurts en de 23-jarige
Schumann, beiden uit Sittard. Zij
konden niet zwemmen. Schumann
wist zich aan de boot vast te klam
pen. Hij werd door toegeschoten
kanovaarders vastgegrepen en aan
wal gebracht. Geurts echter verdronk.
Het slachtoffer was gehuwd en
vader van vyf kinderen.
In een leemput omgekomen.
Zondagmiddag is in een Leemput
onder de gemeente Oosterhout de
21-jarige BI. uit Breda by het baden
aldaar verdronken.
Motor rijdt tegen boom.
Zaterdagavond is de SOjarige pers
fotograaf van den Broek, uit Deurne,
die van de wielerwedstrijden te Val
kenburg per motorfiets op wegnaar
huis was, tusschen de gemeenten
Horn en Heithuizen in een bocht van
den weg tegen een boom opgereden.
IC.
Li