TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS FEUILLETON. Smeulend vuur. Zomersproeten ver Zaterdag 19 Juni 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 23 Luchtbescherming, sirenes en wat daarbij behoort. De luchtbescherming is niet een economisch onderwerp, al kan men er natuurlijk de econo mische verhoudingen bijhalen. Bij een goede luchtbescherming kan men de noodige voorzorgen nemen, opdat de schade aan de stad etc. tot een minimum zal kunnen beperken. Men kan talrijke menschen- levens erdoor redden en men kan het de vijandelijke vliegers moeilijk maken om zich te orien- teeren. Luchtbescherming is een modern vraagstuk, dat moet wor den opgelost. Het probleem is acuut. Alom neemt men proeven, or ganiseert men demonstraties en men stelt zich op de hoogte van de moderne middelen om te waarschuwen (sirenes o.a.) en om te verdedigen (afweergeschut etc.) Wij hebben verschillende per sonen gesproken, die den we reldoorlog hebben medegemaakt. In de loopgraven hebben gezeten, tal van luchtaanvallen te verdu ren hebben gehad en die, ook achter het front, kunnen oordee- len over de consequenties. Allen, die wij gesproken heb ben, waren unaniem van oordeel, dat het in het donker zetten van steden, landstreken etc. een of- ficiente manier is om de vijande lijke vliegers te misleiden. Maar hoofdzaak is h.i. afweergeschut en eigen vliegtuigescadrilles, die de vijandelijke vliegers zoo spoedig mogelijk te lijf gaan. Zij staan sceptisch tegenover alarmeering door paniekverwek- kende sirenes... tegen het en masse terugtrekken in kelders, casomatten en tegen het concen- treeren van menschen op bepaal de punten. De trefkans van bom men is gering gebleken. Men kan openbare gebouwen vernielen, men kan bommen laten vallen op bepaalde, verkende punten eener stad. Maar het is vrijwel ondoenlijk om een ver spreide bevolking te raken. Hoe meer men zich in kleine groep jes ophoudt, hoe minder persoon lijke ongelukken te betreuren zullen zijn. Alarmsignalen, zooals de angst verwekkende sirenes, die loeien en de menschen gek van vrees maken, hebben de neiging om de massa van den kook te bren gen. Zij loopen dan als „kippen zonder kop" in het rond en zij zoeken steun bij elkaar, zoodat juist wordt bereikt, wat men niet bereiken moest, samenscholingen. Volgens het advies van hen, die oorlogservaring hebben, is het verstandiger niet te alarmee ren dan gebruik te maken van paniekverwekkende middelen. Zij, die rustig thuis blijven, zullen minder gevaar loopen te worden getroffen dan zij, die op de straat hollen en wellicht naar bedreigde Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 7. Haar echtgenoot, een goede lobbes, heeft kost, inwoning en huiselijk verkeer bij haar. Uit dit platonische huwelijk zijn geen telgen ontsproten. De ondermeester en Ties Verbuken waren terstond op de kist toegetreden, waarin de slagers stonden en hadden, zonder lang te zoeken, het instru ment gevonden waarmee ze gewoon waren te spelen. Vrouw Hermes, bij de pinken als ze was, liet er geen gras over groeien. Drinken de heeren allemaal bier vroeg ze. Op het bevestigende antwoord verdween ze met een voor haar cor pulentie opvallende vlugheid in huis, doch kwam reeds spoedig terug met een dienblad vol glazen met schui mend bier. Wie speelt er tegen mij en Ties? Dat was de uitdaging van den schoolmeester. Da's geen partij, schreeuwde Huub den Bekker, jullie met je beien bent veel te sterk ik weet het goed gemaakt ik en jij en Ties met Vikl Alia dan, zei de linnenkoopman en de anderen vonden het ook goed. Daar gaat de eerste, zei de meester, die reeds een bal te pakken punten heensnellen zonder zulks te weten. Er is nog een andere kwestie. Vijandelijke vliegers benutten het holle van den nacht om te ver rassen. Zij zijn gewoonlijk al dicht bij de stad, alvorens hun komst wordt gesignaleerd. De lichten worden dan direct ge doofd maar wanneer daarna de sirenes gaan loeien (en vooral wanneer de vijand op de hoogte is gesteld van de plaats, waar deze sirenes zich bevinden) wor den opnieuw orienteeringspunten vastgesteld, waarop de vijande lijke luchtmacht zich kan gaan richten. Zoo zijn er tal van zijden aan het luchtbeschermingsvraagstuk. Het klinkt natuurlijk eenigermate vreemd, dat de beste bescher ming tegen gevaar is gelegen in het rustig thuisblijven. Men heeft dan natuurlijk een trefkans, maar deze trefkans wordt niet grooter geacht dan de kans, welke men in het gewone leven loopt om onder een auto, een tram te komen De Zeppelins in Londen heb ben gedurende den wereldoorlog ■in Engeland's hoofdstad slacht offers gemaakt. Het aantal echter viel sterk mede en hoeveel Lon- denaars lieten zich door de raids niet meer beïnvloeden. Hoe velen gingen toen juist niet meer naar buiten om het schouwspel gade te slaanIn het begin, toen ge alarmeerd werd, was de paniek grooter dan later, ook hierin wende men zich, zooals de mensch zich ten slotte aan alles aanpast. Luchtraids, hoe betreurens waardig deze ook voor de enkele slachtoffers zullen zijn, zijn niet zoo gevaarlijk als men ze mo menteel afschildert. Wij zouden hierover langen tijd kunnen uitweiden, wij zouden ervaringen kunnen neerschrijven van hen, die, zooals gezegd, den oorlog hebben mede gemaakt, maar wij willen volstaan met te waarschuwen tegen maatregelen, die later erger dan de kwaal blijken te zijn. De paniek, in het holste van den nacht ontstaan door het loeien van de sirenes, zal wellicht naarder consequen ties hebben dan de luchtraids zelf. Ongunstig bloeiweer In de Nieuwe Koerier schrijft J. Delhoofen De fruitboomen hebben dit jaar een rijken bloei vertoond. Het was een pracht, de kersen, peren en appelen te zien getooid met hun witte en rose bloesems, zoodat het wel reuzenbouquetten leken, waarmee de natuur in haar schitterend voor jaarskleed was gestoffeerd. De verwachtingen op een rijken oogst waren dan ook hoog gespan nen. Nu echter de bloeitijd voor 't grootste deel achter den rug is, komt de algemeene klacht dat de oogst danig zal tegenvallen. De vorst, waarvoor men zich vooral voor het vroege fruit zoo bezorgd maakt, kan het niet gedaan hebben, want er is geen enkele vriesnacht tijdens den bloeitijd geweest. Het is te nat geweest, zegt de een.- De bijen hebben niet gevlogen, be- had en den slager, met de punt naar beneden gericht, aanzette. Hij mikte niet langer dan een of twee seconden; aan de wijie waarop hij het handvat van den slager om kneld hield en het aanzetten van den worp kon men terstond zijn vaste hand en behendigheid erkennen. Van meet af wierp hij den bal door den ijzeren ring boven in de baan. Da' kan 'k ook, pochte Ties Verbuken. dien ze ook Blauwen" noemden, omdat hij behalve zijn linnenweverij er ook nog een blauw ververij op nahield. Hij had dezen keer eveneens geluk met den eersten slag. Ook zijn bal werd, zonder de baan te raken, door den ring gewipt. Bravo riepen de toeschouwers. De bakker speelde voorbij den ringhij was niet erg sterk in 't beugelen. Victor Drabben echter „deed er ook deur", d.w.z. dat hij zijn bal ook door den ring speelde, maar gerold, niet gewipt. Vier om twee voor ons I telde Ties Verbuken. Blijf jij maar onder aan 't eind, Huub 1 riep de ondermeester, die met zijn bal boven bij de plank zat. Kets 1 een forsche, droge slag tegen den bal van den bakker de geraakte bal suisde naar de eindgeul, terwijl de bal van den meester schuin voor den ring kwam te liggen. Vier gelijk telde de schoolvos. De „Blauwe" probeerde den bal van den meester naar beneden te slaan, waarbij hij echter over den ring moest spelen, dus in den worp. want anders kon hij den bal der tegenpartij niet zien. 't Was een weert de ander. We zullen die zaak eens nader onderzoeken. Er kan geen vrucht gevormd wor den zonder bloem, en geen bloem zonder knop. Een plant heeft voedsel noodig voor de vorming van bladeren en voor den groei. Tot instandhouding van de soort moet er bij de meeste planten ook zaad gevormd worden. Dit ontstaat uit de eitjes van het vruchtbeginsel, dat met de meeldra den de voornaamste deelen van de bloem uitmaakt. Uit bet voedsel vormt de plant ook bloemknoppen. Dit geschiedt reeds het jaar te voren, vooral in de maand Augustus. Voldoende warmte en vocht in dezen tijd bevorderen de knop vorming. Om een bevredigenden bloei te verwachten, moeten de fruit boomen dus reeds het vorig jaar ook over voldoende voedingsstoffen kunnen beschikken. De omstandigheden voor een goede fruit ver wachting waren dus het vorig jaar gunstig. Door den zachten winter begonnen de knoppen al vroeg te werken en zag men de peren al aanstalten maken om spoedig haar kelken te openen. Nachtvorsten bleven uit maar regen kwam er van geweld en weinig zon. Dat hield den bloei tegen zoodat hij later viel, dan men oorspronkelijk kon verwachten. Maar eindelijk kwam dan toch de bloei, en wel met volle kracht, waar door de kans op een rijken oogst groot scheen. Edoch, het was tot de tweede helft van Mei haast eiken dag regen, en maar een enkel uurtje kwam de zon door zoodat de vrees voor een slechte vruchtvorming maar al te zeer gerechtvaardigd is. Wat toch is het geval Voor een goede vruchtvorming is bestuiving noodig en bij de fruit boomen in de meeste gevallen kruis bestuiving, dat wil zeggen, dat het stuifmeel van eigen bloem niet deugt tot bevruchting van de eitjes. Nu is het stuifmeel van de fruit boomen kleverig, zoodat het eigenlijk kleefmeel moest heeten. Het kan dus niet door den wind, maar moet door insekten worden overgebracht. En we kunnen wel aannemen, dat dit werk voor 80 pet. door de bijen geschiedt. Nu is een bijtje erg vlijtig en niet voor niets wordt het aan den luiaard tot voorbeeld gesteld. Maar ze is ook voorzichtig en het leven is haar dierbaar. Bij nat en koud weer zou het buiten verkommeren en te gronde gaan terwijl in den korf bij haar duizenden zusteren een gezellige warmte heerscht. Toch is de drang naar buiten zoo sterk, dat het vol ongeduld aan de vliegopening de weersomstandig heden waarneemt om, zoo spoedig als deze het toelaten, zich in de lucht te werpen, en in snelle vlucht naar de bloesems te vliegen om nectar te verzamelen en met het harige lijf de bestuiving te bewerkstelligen. Het weer was en bleef ongunstig, en een enkel half uurtje is niet in staat om bij de boomen in de buurt de bestuiviDg volledig tot haar recht te brengen. En zonder bestuiving is er nu eenmaal geen zaad en geen vrucht te verwachten. Niet zonder grond komt dan ook de vrees naar voren, dat het met de vruchtvorming dit jaar niet in orde zal zijn. Gelukkig begint het besef al meer en meer door te dringen, dat niet alleen de vorst, maar ook een on voldoende bestuiving door de bijen oorzaak kan zijn van misluKking van den fruitoogst. Tegen nachtvorsten kan men nog maatregelen nemen, hetzij door bedekking van muurfruit, hetzij door rook verwekken in boom gaarden en fruittuinen. Het is echter onmogelijk de bijen als vee bij slecht weer naar buiten te jagen, om de bloemen te bevlie gen. En ik ben zeker niet ver van de waarheid, als ik beweer, dat er meer fruit mislukt door gebrek aan bestuiving dan door vorst. Hoe staat het nu dit jaar met de moeilijke slag. Om een pint, da' je 't niet klaar speelt. Ties tartte de haam- mèker Da's goed 1 was t antwoord van den uitgedaagde. Pang De bal was fijn geraakt en lag al aan 't eind. Bravo 1 Bravo riepen ze van alle kanten. Doet 't hem maar na E>_ 1 mèker betaald een glas bier voor mij, zei de linnenkoopman triomfantelijk De bakker deed er van meet af door zijn bal kwam weer tamelijk goed voor den ring gerold. Weet je wat jij nou mot doen, Vik Nou mot jij den diejen 'ns fijntjes kameren, zei de meester, terwijl hij op den bal van den bak ker wees. Da' zullen we 'm lappen" ant woordde Victor Drabben heel zelf bewust. Mis, hoor 1 Hij raakte den anderen bal niet eens, terwijl de zijne naar't eind suisde Motdorricritiseerde Pietje van Oeyen, de kerel speult net as Botterham zaliger Hou jij je mond maar, korpendu; als 't over jonge deerntjes gaat, dan j mag jij meepraten schreeuwde de nijdige slechte speler, die van alle kanten uitgelachen werd, den dikken molenaar toe. Deze liet terstond de lip hangen en keek bedeesd voor zich spoedig echter lonkte hij weer naar de waardin. j Toen deze hem een glas bier bracht, zei ze min of meer moeder lijk terechtwijzend tot hem I Waarom hou je den bebbel fruitverwachting Van de pruimen kunnen sommige soorten, als Victoria, nog al mee vallen, omdat die zich met eigen j stuifmeel kunnen helpen. Van de Reine Claudes, die kruisbestuiving noodig hebben, kan de oogst danig tegenvallen. J De vroegbloeiende kersen hebben het dit jaar slecht getroffen. De laat-bloeiende hebben meer kans ge had, om bestoven te worden. Ook de laatbloeiende meikers, die zich ook met eigen stuifmeel kan behelpen, geeft kans op een bevredigenden oogst. Peren zetten over 't algemeen ge makkelijker vrucht aan dan pruimen en kersen. Toch geeft kruisbestui ving ook hier meer en beter fruit Bovendien schijnt de warmte ook een woordje mee te spreken, maar het is toch te verwachten, dat de perenoogst hier en daar nog zal meevallen, tenminste bij die soorten, die zich zelf kunnen bestuiven. Ook de appels hebben rijkelijk gebloeid, tamelijk laat, en zonder nachtvorst. Daarbij zijn betere dagen voor de bestuiving aangebroken. De vroegbloeiende Belle de Boscoop schijnt het hier en daar leelijk te laten zitten. Trouwens, van een ge regelde dracht van deze uitmunten de appelsoort hoort men nog al eeDs klagen. Summa summarum kunnen we zeggen, dat het natte voorjaarsweer dit jaar de bestuiving door de bijen sterk heeft tegengewerkt, De laat bloeiende soorten hebben meer kans op bestuiving gehad dan de vroeg bloeiende. Van de zelfsteriele soorten (die zich zelf niet kunnen bestuiven) moeten de verwachtingen niet hoog gespannen zijn. Ook dit jaar zal weder bewijzen, dat het noodzakelijk is bijen te houden, om een goeden fruitoogst te verwachten. Men rekent op zoowat 6 korven per hectare. Het stamboek voor het Nederlandsche trekpaard. De groote ten toonstelling op 24 en 25 Juni te Den Bosch. Het doel, dat de fokkers van trek paarden in Nederland, welke laatsten vereenigd zijn in het „Stamboek voor het Nederlandsche Trekpaard", nastreven is van tweeërlei aard. Eenerzijds wordt als doel gesteld het registreeren van fokmateriaal en het aanmoedigen tot 't fokken alleen met geregistreerde d.w.z. ras zuivere dieren. De beteekenis hiervan wordt meer en meer begrepen als iets van groote waarde. Dus geen luxe zonder meer. Het bewijs, dat een paard geregistreerd is, waarmede tevens bepaald is uit welke ouders het is voortgesproten, doet de waarde in belangrijke mate stijgen, omdat daardoor een waarborg voor de echtheid van het product gegeven is. Onzekerheid bij het voortplantings proces met dergelijke dieren wordt zoo gering mogelijk, terwijl daar naast de garantie voor de bruik baarheid als „trekdier" in sterke mate wordt verhoogd. Deze gedachte dringt allerwege sterk door en het Trekpaardenstamboek is thans de eenige vereeniging, die voor 100 pet. aan dit doel beantwoordt, aangezien sinds 1925 de registratie van wilde paarden is stopgezet. Het in de laatste jaren aangefokte jonge merrie- en hengstenmateriaal laat dan ook een aanmerkelijke stij ging in kwaliteit zien, zelfs zoodanig, dat een vergelijking met wat in andere landen gefokt wordt, de balans aan de zijde van het Neder landsche trekpaard doet overslaan. Ongeacht de crisis hebben daarom de trekpaardfokkers standgehouden en het is opmerkelijk hoe van jaar ook niet Jonges, hoe staat de partij riep de meester. 's Kijkkel'Zei Ties. Zes gelijk! Da' wou je welEn die tweej laatste dan van Vik, die zich zelf over geslagen heeft 't Is acht zes En niet anders I beweerde de meester, Ja, zoo is 't, zei mijnheer Del- motte en ook de anderen stemden hiermee in. T"> 1 1J1 meer interesant't ging bijna aan houdend tegen elkander op. Maakte de eene partij een paar punten, ter stond volgde de tegenspeler dat voorbeeld. Er werd bijna geen bal meer gemist. De linnenkoopman had z'n maat, Victor Drabben, geducht de les ge lezen Da' je me niet meer flatst, heur Da' zeg 'k je. of 'k zal je aan je kammtsool kommen; jij bent hier niet bij jou op de touwslagerij, wij motten hier niet achteruitgaan. Tenslotte werd de partij toch ge- woonen door den ondermeester en diens maat Huub den Bekker. Terstond begon men echter weer een nieuw spel, want de verliezenden moesten „revéns" hebben. Bertus van Kessel en Dolf van .Dijk, die op de bank ach Ier den kommies zaten, en in hunne kwajon- gensachtige onbestendigheid niet j evenals de andere toeschouwers hun volle aandacht aan het interessante spel schonken, hadden den tabakzak j van Wanmakers in 't vizier gekregen, I' die deze steeds overal liet rond slingeren. Zeg, Dolf. nou zullen we nog is een lekker pijpje voor Wan gaan j tot jaar het organisatorische karak ter in de trekpaardenfokkerg stijgt, j Hand over hand treden nieuwe fokkers als lid tot de vereeniging toe (ruim 6000) en het laat zich aanzien, dat dit zal blijven voort duren, alleen omdat het goede fok materiaal gezocht moet worden onder het geregistreerde of wel stam boekmateriaal. Dit is en blijft prijs waardig. In de tweede plaats beoogt de Vereeniging (welke tusschen haakjes over 2 jaar haar zilveren bestaans- jubileum hoopt te vieren) een be vordering van den afzet. Elke gele genheid wordt aangegrepen met het buitenland in contact te komen; op buitenlandsche tentoonstellingen ge ëxposeerd wanneer dit mogelijk was en perspectief opende en voorts wor den nationale tentoonstellingen ge houden om aan vertegenwoordigers van buitenlandsche regeeringen, stamboeken en fokkers den stand van onze fokkerij te laten zien. Overtuigd van de groote beteekenis hiervan was het reeds de bedoeling om de twee jaren een dergelijke groote tentoonstelling te houden en de twaalfde, welke dit jaar weer in de schitterende veemarktgebouwen van de Brabantsche hoofdstad zal gehouden worden zal ook om andere reden een bijzonder karakter krijgen. Van overwegend belang moet worden geacht, dat in de komende dagen in ons land gehouden zullen worden het groot Internationaal Landbouwcon- gres voor Landbouwjournalisten en de Internationale conferentie voor de unificatie der Rundveestamboeken. Daardoor zullen landbouwspecialitei- ten van de geheele wereld in ons land bijeenkomen en het Trekpaar denstamboek heeft de gelegenheid niet voorbij willen laten gaan aan dezen allen te demonstreeren een der belangrijkste deelen van onze nationale veeteelt: het Nederlandsche trekpaard. De congressisten zullen in Den Bosch een belangwekkende demonstratie van trekpaarden kun nen bijwonen en tevens zullen zij op 23 Juni op de film in oogenschouw kunnen nemen de prestatie van deze edele viervoeters. Maar niet enkel buitenlanders moeten er in Den Bosch komen, ook de Nederlandsche fokkers moeten bij duizenden aanwezig zijn om van hun enthousiasme voor het Nederlandsche trekpaard, van hun medeleven in de fokkerij te laten blijken. De belangrijkheid van deze ten toonstelling moge namelijk ook blij ken uit het groote aanial inzendin gen. Niet minder dan 420 inschrij vingen verdeeld over 25 categorieën zijn opgegeven. Ongeveer 120 hengs- en 300 merriën zullen onderling met elkaar in het strijdperk tredec. Daar voor zgn de keuringen over twee dagen verdeeld. Den eersten dag worden behalve de 2-jarigen alle hengsten en merriën gekeurd, terwijl den tweeden dag de hengsten met afstammelingen en de kampioen schappen aan het oordeel der jury worden onderworpen. De spanning zal vooral den laatsten dag haar hoogtepunt bereiken en het grootste evenement in den namiddag van dien dag, d.i. de demonstatie van alle be kroonde paarden, zal op deze twaalfde nationale tentoonstelling tot een on vergetelijk schouwspel worden. Daarom allen, die een stuk van hun hart verpand hebben aan ons trek paard, dat op de wereldmarkt zoo schitterend den strijd weet vol te houden tegen den motor en dat blijkens de toenemende vraag in binnen- en buitenland, zoo in land bouw, industrie als voor defensie doeleinden, een zeer gewaardeerde en rationeele bron van trekkracht is gebleven, naar Den Bosch toe, naar de groote nationale tentoonstelling van het Nederlandsche Trekpaard dwijnen in koiten tijd geheel door Spriltoi. Bij alle Drogisten. klaar maken, 'k Haal wat hoefhoorn n den paardenstal en jij 'k Zal binnen in de kamer van de Pioen wat peper uit het stelletje moeren. Mooi zooMaar Diks laten merken Nog geen vijf minuten later kwam Bertus uit den stal terug met een verbazend onnoozel gezicht en een toegeknepen hemd. ci:«, ia ncrKoon r\rtlc 7.iin kame raad Dolf weer op het tooneel, eveneens met een toegeknepen hand, echter met geen onnoozel gezicht, maar met een paar oogen waaruit de schalk keek. Wat heb jij, Bertus? vroeg Dolf. 'k Heb wat hoorn van den paardenhoef gesnejen en dat fijn ge maakt en ook wat paardenhaar uit den staart kort gehakt Da's goeje! 'k Heb een hand vol peper gegapt en wat drooge stopverf uit het venstertje in den gang geklauwd. Is 't ook fijn genoeg Want anders zou ie 't voelen. Nee, hoor, fijn as peper. Stiekem, zonder dat iemand het zag, werd de tabaksbuil van de bank gekaapt en opengerold. 't Was een ouderwetsche, maar heel handige oprolbuil van zeehondenvel. De in houd cfer beide handen werd in den nog bijna geheel met tabak ge vulden buil gestort. Bertus zorgde er voor dat het een goed mixtum compositum werd. 'k heb het fijntjes door elkaar ge mengd, grijnslachte Bertus. Pas op Nou zul je straks wat te ruiken krijgen. Geeft hem de ruimte, dat 5» Lichtstraal bij KINKHQEST Ieder, wiens kinderen aan Kinkhoest lijden, moet gebruik maken van Akker's Abdijsiroop, op bijzondere wijze bereid met die bestanddeelen. die rechtstreeks op een Kinkhoest- aanval inwerken. Abdijsiroop werkt grondig, want ze bevrijdt de adem halingsorganen van slijm en andere ziekte-verwekkende stoffen. Akker's Abdijsiroop verruimt de ademhaling, neemt benauwdheden weg, heelt de aangedane en ontstoken plekken. Geef dus in vol vertrouwen aan Uw kleine en groote kinderen bij: Hoest- Orlep-Bronchil/sA sthma [VéïhciögHéwé^Q ïScentl \/Q,iaandp prijzen Door een NIEUWE toevoeging werkt NU Abdijsiroop 2 x.zoo snel als voorheen I Het drama van den grooten St. Bernard. Wie onzer werd in zgn kinderjaren niet meegevoerd naar een wonder land van blinkende sneeuw en fon kelend gs, wanneer hg luisterde naar de verhalen van de heldhaftige mon niken uit het hospitum op den St. Bernard, wier honden door orkanen en sneeuwstormen de in het gebergte verloren reizigers gingen redden. Een noodlottige gebeurtenis heeft dit heerlgke sprookje echter op wreede wijze verstoord. Men kent de droeve geschiedenis. Een Zwitsersch dokter begaf zich op Dinsdag na Pinksteren met zijn drie dochtertjes naar het beroemde klooster. De jongste ging vooruit aan de hand van haar vader; toen plotseling een van de anders zoo zachtaardige en intelligente hon den op het meisje toesprong, haar over den grond sleurde, haar beet.... en toen de monniken ontsteld te hulp snelden was het kind reeds zoo ver scheurd, dat de dood weldra intrad. Uit de beschouwingen, die de Zwitsersche bladen nog geregeld aan die tragisch gebeuren wijden, blijkt, dat in het hospitium op den Grooten St. Bernard een ware consternatie heerscht. In de eerste plaats is het natuur lijk de wreede dood van een onschul dig kind, die de monnniken in het diepst van hun ziel heeft geschokt, doch niet minder zijn zij in ontzet ting gebracht door het feil, dat deze dood veroorzaakt werd door een van hen, die de eeuwen door hun beste en trouwste vrienden waren. Al heel spoedig na het bekend worden van het tragische voorval is door een aantal bladen het bericht verspreid, dat de heele meute gede genereerd was en de zuiverheid van het ras had verloren. Van verschil lende zgden werd zelfs het plan ge opperd, om alle honden maar te laten afmaken. De „Echo de Paris" heeft naar aan leiding hiervan de gezaghebbende meening gevraagd van den directeur van de „Revue de l'Eleveur", den heer Paul Mégilin, een van de grootste kynologen van Frankrgk. Ik geloof niet, zeide Mégnin, dat de meute door degeneratie is aan getast. De afschuwelijke wildheid van den hond, die het meisje ver moordde, lijkt mij een alleenstaand geval. Ik geloof hier aan een vlaag van plotselinge hondsdolheid, iets zeg ik je. In de tweede beugelpsrtij had de meester het niet kunnen houden tegen Ties, die zijn avond had. De laatste bad feitelijk alle punten alleen gemaakt; zijn maat, Victor Drabben, had maar „ter opluistering" meege speeld, dat wil zeggen, dat hij de winkans voor zijn eigen partij nog met zes punten naar beneden ge- A.r\,f had rloo*- dr'omaal, een hal te missen en zijn eigen bal naar meet te laten rollen. Die tegenpunten had Ties allemaal moeten inhalen en 't was dan ook met recht dat hij zei Onze Lieve Heer bewaar me voor mijn maat; tegen die andere kerels zal ik zelf wel beugelen Onderwijl hadden de heeren op de eerste bank, die naast den kom mies Wanmakers zaten, al een paar maal de neus opgehaald. Opeens barstte de ontvanger 't uit Nou weet ik waar 't hier zoo in stinkt. Dat doe jij met je ge- meene tabak, Wanmakers I Mensch, hoe kunt ge zoo'n bocht rooken Ik dacht eerst, dat de Pruis hier naast, de borstelmaker, weer afval van varkenshaar aan 't verbranden wasmaar die pijp stinkt nog erger; t is net alsof je bij een smid in een hoefstal bent, waar ze eenpaard beslaan. Ja, ontvanger, zei Bertus van Kessel met een onschuldig gezicht, zoo ruikt het precies. Ik vind, dat 't net zoo stinkt as toen Giel de verver de vorige week bij ons thuis de verf van de blinden brandde. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5