TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Ontstellende cijfers FEUILLETON. Het godsdienstig leven in Sovjet- Rusland. Land- en Tuinbouw. Zaterdag 24 April 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 17 Een kwestie van... te zijn of niet te zijn. Er hebben eenigen tijd geleden cijfers gestaan in tijdschriften en kranten over geboorte-achteruit- gang in Limburg. Zonder nu te willen of te kunnen beoordeelen, of al de gevoerde polimieken juist waren, staat dit toch voor. iedereen duidelijk vast: dat, over het geheel genomen, het ge boortecijfer in Limburg een zorg wekkende dalende lijn vertoont. Een laag geboortecijfer in een bepaalde plaats, misschien ook nog wel een streek, zou .oor zaken kunnen hebben, welke heel goed verklaarbaar zijn en nog geen schending van de zedelijkheid behoeven te bedui den maar wanneer dit ont zettende verschijnsel zoo alge meen blijkt te zijn, moet er ook een algemeene oorzaak aan ten gronde liggen. En die is dan van dien aard dat er niet meer of niet minder dan de g ro n d s 1 a g e n van 't godsdienstige en maatschappe lijke leven mee zijn gemoeid. Een misvatting omtrent de al lereerste plichten van een levens staat: waarom zijn we gehuwd; omtrent de natuurwet; omtrent de Kerk en omtrent de heele maatschappij en samenleving. Een kwaad, zoo groot, dat het op den duur alles aantast, niet alleen de verhouding der gehuwden tegenover elkaar; niet alleen de opvoeding der kinderen, die er dan nog zijn; niet alleen het gezinsleven, maar de physieke en zedelijke kracht van de maat schappij, ja de groeien de bloei van Gods' Kerk hier op aarde en van het Hemelrijk hiernamaals zijn er mee gemoeid. Gehuwden, die echt door die zonde zijn aangevreten en jaren lang er verstokt in blijven, voelen ook niet niet veel voor andere hoogere dingen: 't is juist, of alle ideale zin en energie voor het hoogere verspild is.... Wanneer men de natuurge weld aan doet, valt onverbidde lijk ook de bovennatuur ineen, welke immers op de natuur steunt. Er is dan ook geen enkele actie zoo noodzakelijk, zoo ac tueel, zoo dringend, zoo onmis baar, als de actie voor het echte christelijke, godsdienstige, huwe lijks- en gezinsleven, welke actie organisatorisch (we hebben im mers haast overal organisaties voor) gevoerd wordt door den R.K. Bond van groote gezinnen. En die actie niet alleen onder de toekomstige vaders en moeders zooals de jeugdver- eenigingen met het oog daarop óók een bestaansrecht en be- staansnoodzakelijkheid hebben maar ook onder de tegen woordige vaders en moeders. Want de jeugdvereenigingen Van een muildier en 'n mineraalwaterbron. door STEVEN STEVENS. Bij het hooren van deze woorden kreeg de burgemeester een aange naam. kriemelig gevoel. Een eere- teeken, nog wel die hooge onder scheiding van Isabella la Católica, was iets zoo ongedroomds, dat zijn beetje verstand er bijna bij stilstond, 't Had hem op dat oogenblik niet kunnen schelen als hij geteerd en met veeren bestrooid op een kameel door de straten van Valencia had moeten rijden. Aan 't station gelukte het den Ingenieur tenslotte de als klissen aan hem hangende muzikanten met hun nasleep kwijt te raken, nadat hij den burgemeester had ingefluisterd hen eenig geld te geven, om op zijn ge zondheid te drinken. Te Almansa aangekomen, werd de regeeringsingenieur in de eenigste fonda of herberg van het dorp inge kwartierd de waard had de op dracht gekregen h< t den hoogen gast aan niets te laten ontbreken. Nog dienzelfden avond had Lopez, de pseudo-ingenieur, een heimelijk onderhoud met zijn oom Tadeo, die zich zeer voldaan toonde over het voorloopige rapport van zijn neef ontrent den indruk, die deze bij den dealde teweeg gebracht had, en zich jjtt weinig amuseerde over het ver- betrekken maar een klein per centage van de (opgroeiende, rijpende) jeugd eener plaats; bovendien: waar zullen we de leden voor de jeugdvereenigingen op den duur vandaan halen, wanneer de geboorteachteruit gang die dalende lijn blijft vol gen. Want eenmaal naar beneden, gaat het onheilspellend verder: dat zien we in Frankrijk, Duitsch- land, Oostenrijk en zelfs in Italië waar ondanks alle maatregelen van de regeeringen, het tegen natuurlijke, in zich volstrekt booze en slechte kwaad, aldoor maar voortwoekert en erger wordt. Ziehier een oordeel over Frank rijk van een Franschman „Land van leege wiegen, verslagen kampioenen, afge keurde recruten, verkochte dag bladpers, verdorven weekbla den, van kroegen op alle hoeken, van halfnaaktheid in casino's en op de stranden Men moet wel zien, dat er allereerst een levenscrisis is. Want het leven zelf stroomt weg in de losbandigheid van de mode en de gemakkelijk heid van het genot. Als men de zorg voor het Fransche gezin en om het Fransche levenssap te redden, hardnekkigblijft verwaarloozen, dan zal men daarmee alle andere zorgen nutteloos maken. Er bestaat in onze dagen de dwaasheid van den oorlog en de dwaasheid van' de sla vernij. Maar er is ook de krankzinnigheid van den alge- meenen zelfmoord" (Vie Intel!. 10 Sept.'36) Een levenscrisis 1 En die levenscrisis is er omdat er een gezinscrisis is en de gezinscrisis is er omdat er een godsdienstcrisis is. En dan, wat die schrijver ook zegt, „het leven stroomt weg in de losbandigheid van de mode en het genot". Wanneer we n u over geheel Limburg, totaal genomen, den geboorteachteruitgang constatee- ren, dan mogen we vragen: welke huwelijken of juister, gehuwden, zijn dat Hoe lang getrouwd Zijn dat misschien geen man nen en vrouwen, die in hun verkeeringsjaren het moderne amusemenlsleven hebben meege maakt en nu zoo maar niet in eens ernstige, degelijke, huiselij ke, plichtsgetrouwe, zware ver antwoordelijkheid voelende vaders en moeders kunnen worden. Ook onder dat opzicht moet men de moderne amusements problemen bezien. Wat zullen ons alle acties en congressen en massale bijeen komsten baten, wanneer het mo derne amusementsleven dat alles zal blijven overwoekeren en ondergraven; wanneer, met name een onbenullige carnavalviering in algemeenheid gaat toenemen en in intensiteit al weken vooruit hoofden, harten en beurzen op haal van den optocht en de goed- geloovigheid van don Slnforoso ten opzichte der in 't vooruitzicht ge stelde ridderorde. Den volgenden morgen ondernam de ingenieur met den burgemeester een voorloopigen rondgang over de terreinen, waar de waterlossingen en bevloeingen verbeterd moesten worden. In de nabijheid van het dorp kwamen zij door uitgestrekte boom gaarden, waar de oranjekleurige appelsienen fel afstaken tegen het donkergroen gebladerte der boomen Terwijl de burgemeester overal uitlegging gaf omtrent den water toestand, leende de ingenieur een opmerkzaam oor en zei aanhoudend: Juist, burgemeester, perfekt burgemeester, zeer goed gezien, bur gemeester, 'k zal het opnemen In mijn rapport, burgemeester, enz. Allengskens geraakten zij al klim mend in bet gebergte, waar niets meer groeide. Hier zou het water moeten opgevangen worden. Eerst kwamen ze aan een moerassig terrein, dat tusschen de rotsen lag. Dit stuk grond is mijn eigen dom, zei don Sinforoso, maar het heeft me nog nooit een reaal (ongev, 10 Holl. cents) opgebracht. Het water kan hier niet wegvloeien en 't moeras wordt hoe langer hoe grooter en dieper. Daaraan zullen wij paal en perk weten te stellen zei de inge nieur, binnen een jaar zal dit een vruchtdragende bodem zijn. Terwijl hij langs den modderpoel wandelde en nu en dan met zijn wandelstok er eens in polsde, waar na hij 't een en ander in een notitie boekje schzeef, kwam de concejal of hol gaat brengen. Want 't gaat toch niet aan om omwille van een op zich geno men ook nog geheel problema tische geldveidoenerij, om wille van zulk een materialistisch in gestelde actie de moreele pro blemen, (die verder reiken dan de carnavalsdagen zelf en ook daar tegenover te gaan staan met een defaitistische mentaliteit. We zouden wel eens willen zien: wanneer alle goede ele menten, die met zorgelijken blik die groeiende uitspattingsbewe gingen moeten bezien, samen werkten (even zoo hard als de organisatoren van het moderne, moderne genotsleven) of we dan nog zouden moeten zeggen: „er is toch niets aan te doen". Veel, ontzettend veel wordt in een korte spanne tijds afgebro ken of totaal geruïneerd, wat door andere, tegenovergestelde, godsdienstige of andere acties, moeizaam of langzaam is opge bouwd 1 Wanneer men de oogen sluit en dichtknijpt voor deze acties en die kunnen maar onge hinderd blijven toenemen, (en het zal dan blijven toenemen dan zal ook hier het leven weg vloeien in de gemakkelijkheid van het genot.... En de levenscrisis wordt ook gezinscrisis en de gezinscrisis ook godsdienstcrisis en het eene en het andere op het andere en het wordt een wanhopige cir kelgang van het kwaad, wier vloek het is, dat het eene kwaad het andere blijft voortbrengen. De naakte, koude, harde, dui delijke cijfers van geboorteach teruitgang in ons dierbaar Lim- burgwijzen er onverbiddellijk op dat men geen ongeluksprofeet behoeft te zijn, om dat op den duur te zien aankomen. Achter die cijfers gloeit de koorts van een ontaardend volk. ZAAIER. ALS IN DE EERSTE EEUWEN VAN HET CHRISTENDOM. Aan een ontroerend schrijven dat de „Figaro" van een vriend in Rus land mocht ontvangen, ontleenen wij het volgende: Alle eerbiedwaardige monumenten, kerken en kloosters zijn verwoest, veranderd in theaters of anti-gods dienstige musea. In de afgelegen voorsteden vindt men nog enkele kleinere kerkjes. Doch des Zaterdags avonds en aan den vooravond van groote feestdagen moet de eenzame priester vaak tot driemaal toe het Lof of de Vespers celebreeren om het groot aantal geloovigen in de gelegenheid te stellen hierbij tegen woordig te kunnen zijn. Om ongeveer 3 uur 's morgens wordt de eerste H. Mis opgedragen, gevolgd door nog een tweede en een derde H. Mis. Er wordt met groote vurigheid gebeden. De liturgische gezangen en gods dienstige liederen worden zoowel gezongen door kunstenaars, profes soren, doctoren, studenten als door boeren en kinderen. Tijdens de H. wethouder don Tadeo van den tegenovecgestelden kant aangewan deld. De burgemeester kon niet anders doen, dan hem aan den ingenieur voor te stellen, waarbij deze den wethouder een en ander meedeelde omtrent zijn plannen voor de water lossing en de verbetering van het terrein waarop zij stonden. Ik wou, dat u die plek grond, die hiernaast ligt en mij toebehoort, ook zoudt kunnen verlossen van het overtollige water, zei don Tadeo, maar dat zal wel niet gaan, want daar ontspringt juist de bron, die al dit onheil aanricht. Daarmee nam hij afscheid en ging op het dorp toe, terwijl de beide anderen verder wandelden. Ze kwamen op de plek, waarover don Tadeo gesproken had. Daar ontwaarde de ingenieur een breeden watersprong, die met geweld uit de rotsen spoot. De ingenieur trad er terstond naar toemet den neus in de lucht snuf felend, sprak hij Een krachtige, heldere bron t Zou me niet verwonderen, zoo dit rotswater mineraalhoudend ware. Dit zeggend hield hij de hand in den waterstraal en slurpte er een flinke teug van. Waarachtig, 't is mineraal water ik meende reeds voorheen een zwavelphosforzuren schijn in het afvloeiende water opgemerkt te heb ben. U moet namelijk weten, senor alcalde, dat ik bijzondere studies ge maakt heb van de verschillende in ons land voorkomende mineraal- waterbronnen en dus een zekere routine op dit gebied verkregen heb. Voorzoover ik het beoordeelen kan. Handelingen heerscht er in de kerk een volmaakte orde en een absolute stilte.... De priester geeft gelegen heid om te biechten, hij geeft gods dienstonderricht aan de geloovigen en leert hun de gebeden. Wanneer men de H. Mis wil bijwonen, moet men minstens twee uur tevoren aan wezig zijn. Alle voorwerpen van waarde, zooals kerksieraden, de klokken, de liturgische gewaden zijn uit het kerkgebouw geroofd. De priesters dragen bij het celebreeren der H. Mis een linnen kazuifel en in plaats van een kelk wordt een glas gebruikt. Kortom, het gods dienstig leven in sovjet-Rusland toont zeer veel overeenkomst met dat der eerste Christenen, die even eens in het verborgene de H. Gehei men moesten vieren. Niet ver van de kerk hebben de priesters een klein zolderkamertje gehuurdde meesten zgn echte kluizenaars geworden. De geloovigen hebben grooten eerbied en bewondering voor hun priesters. De oude popen hebben vaak den moed om zelfs by het sovjet-bestuur een pleidooi te houden voor de belangen der Kerk en van de geloovigen. Zij dragen nog hun lange haren en priesterlijk gewaad, Op Paschen en andere hooge feest dagen zijn de kerkan versierd met groen en bloemen. De anti-godsdienstige betoogingen en de openlijke godslasteringen zijn sterk verminderd. In den Paasch- nacht hebben de sovjets getracht om een godsdienstige processie te belettener ontstond verzet onder het volk, zoo zelfs dat de hulp der militairen moest worden ingeroepen. Doch inplaats dat de soldaten het volk uiteenjoegen, wierpen zij hun geweren op den grond, terwgl zij zich bij de processie aansloten en godsdienstige liederen zongen. De omstanders weenden van vreug de en aandoening, omdat zij begrepen, dat God aan de soldaten de waarheid had getoond. Er worden zeer veel kinderen gedoopt in de leeftijdsklasse van 10 15 jaar. Soms wordt aan 50 tot 60 personen tegelijk het H. Doopsel toegediend. Ongeveer 90 procent der bevolking is in haar hart nog ge- loovig. Zelfs hooggeplaatste sovjet ambtenaren gaan naar de naburige kerken om hun godsdienstplichten te vervullen, daar ze bang zgn, dat zij in de plaats hunner inwoning herkend zouden worden. Het gebeurt vaak genoeg, dat arbeiders, die belast zijn met het verwoesten van kerken, des nachts voor de half-afgebroker muren blijven staan, terwijl ze hun gebeden verrichten.... Het volk komt stukjes steen halen van de afge broken kerken, die zij als een her innering bewaren en die als geheilig de voorwerpen zorgvuldig bewaard worden. Nu in vele dorpen de kerken reeds gesloten zgn, komen de boeren, soms over verre afstanden naar de stad om daar hun godsdienstplichten te vervullen. Daar de kloosters gesloten zijn, leven heel veel monniken ver scholen in de bosschen, waar ze onderaardsche schuilplaatsen of hut ten hebben gebouwd, welken bestaan en plaats alleen aan enkele inge wijden bekend is. Het geloof in Rusland is veel sterker dan vroeger en geen macht ter wereld is in staat om het te vernietigen.... Onkruidenbestrijding met kalk stikstof in Zomergewassen, De belangstelling voor kalkslikstof als onkruidbestrijder neemt ook in de zomergewassen telken jare meer en meer toe. De vele regens van den laatsten tijd zal in belangrijke mate de ont kieming en de groei van de meeste onkruiden in zomergewassen bevor- hernam hij, nadat hij nog eens een paar teugen gedronken had, waarbij de burgemeester hem navolgde, voor zoover ik het beoordeelen kan, is dit water rijker aan zwavelzuur-strontium dan alle andere mij bekende soorten en staat het in gehalte ver boven de beroemde merken Solarés en Mondariz ik zou zelf gelooven, dat 't het Vichy Catalan overtreft. Maar ik zou dat eerst moeten onderzoeken. Jammer dat we geen flesch bij ons hebben, dan kon ik er een portie van meenemen om er een analyse van te maken. Gelukkig dat ik mijn koffer met de retorten en instrumenten in de fonda bij me heb. 't Zou me niet verwonderen, mijn waarde burgemeester, dat het fortuin van uwen vriend den wethouder hoe heet de man ook weer o, ja don Tadeo Algorin, die zoojuist nog zoo moedeloos was en meewa rig over die bron het hoofd schudde, onverwachts gemaakt ware. Ik zal hem vragen mij een kruik van dit water in de fonda te zenden en als de analyse goed uitvalt, waar aan ik volstrekt niet twijfel, zal ik de eerste zijn, om hem met dit waardevol bezit geluk te wenschen. Bij deze met geestdrift geuitte woorden was de burgemeester na denkend geworden. Dus die sluwe wethouder, die hem overal in den weg zat, zou hem ook hier weer den loef afsteken. Don Tadeo was bezitter van een mineraalwaterbron, die misschien millioenen opleveren kon, want zoo had de ingenieur het uitgedrukt, terwijl hij, de burgemeester daar naast een terrein had liggen, dat een deren. Het lijkt mij daarom niet ondienstig een kort artikel te wijden aan het bestrijden van deze onkrui den. De onkruiden vermeerderen zich ontzettend snel en zeker wanneer zooals dit jaar de groeivoorwaarden gunstig zijn. Het oude spreekwoord „Wie een jaar zijn onkruiden laat staan, moet zeven jaren uit wieden gaan", is dan maar al te waar. Als een der voornaamste middelen ter bestriding moeten wy het toe passen van rijencultuur noemen, Hierdoor kan men reeds vroegtijdig schoffelen en op deze wijze worden heel wat onkruiden gedood. Ook door tijdig eggen en wieden kan men veel onkruiden opruimen. Door gebrek aan werkkrachten wordt dikwijls echter niet voldoende gewied met als gevolg een vermeerdering van het onkruid. Naast rijencultuur en schoffelen zal de boer thans voornamelijk zgn aangewezen op het gebruik van chemische middelen ter bestrijding van het onkruid. De laatste jaren kemt daarvoor voornamelijk kalkstikstof in aan merking. De practijk heeft reeds voldoende bewezen, dat kalkstikstof voor de vernietiging van onkruid met succes kan worden aangewend. Een afdoende bestrgding der on kruiden door middel van kalkstikstof houdt echter nauw verband met den tijd van aanwending. Omtrent de aanwending dient daarom het vol gende opgemerkt te worden. Op zomergraan strooie men kalk stikstof ongeveer 46 weken na het zaaien, 's morgens over een bedauwd of althans vochtig gewas, wanneer het graan ongeveer een handbreedte boven den grond staat en een hel dere dag te verwachten is. Zonnig weer na het uitstrooien, hoewel verkieselijk, bleek absoluut niet noodzakelgk, als men maar droog weer houdt gedurende enkele dagen na het uitstrooien. Het graan lgdt weinig door het bestrooien om dat dit min of meer recht opstaat geheel in tegenstelling met de on kruiden. Tijdig uitstrooien bleek een eerste vereischte te zijn ter bestrg ding van het onkruid, zooals herik, melde, dauwnetel, goudsbloem, e.a. Veelal gebeurt de aanwending van kalkstikstof in de practgk nog te laat. Voor een afdoende bestrgding van het onkruid in zomergraan is ongeveer 200300 Kg. per h.a. noodig. Regelmatig uitstrooien is een belangrijke factor. Men neme de gangen niet breeder dan ongeveer ïy, m. Bij den verbouw van bieten wende men 400600 Kg. per h.a. aan 23 weken voor het zaaien der bieten, nadat de grond reeds eenigen tijd tevoren zaaiklaar en tot een geschikt kiembed is gemaakt. Bij aardappelen gebruikt men de kalkstikstof 2—3 weken na het poten. Een hoeveelheid van 300400 Kg. kalkstikstof is voldoende. In beide gevallen kan de kalkstikstof veel kiemend onkruidzaad dooden, zoodat de bieten en aardappels veelminder last hebben van de onkruiden. Proeven van den laatsten tijd hebben voldoende aangetoond, dat zelfs in erwten het onkruid met succes kan worden bestreden. Daar voor gebruikt men ongeveer 250 kg. per h.a. en strooie dit over een vochtig gewas, wanneer de erwten pl.m. 5 cM. boven den grond staaD. Het is evenwel mogelyk, dat ook kleinere hoeveelheden voldoende zijn. Welke resultaten bij de bestrgding van onkruid met kalkstikstof kunnen worden verkregen, bewyzen proef velden en practgk van dit jaar en voorgaande jaren voldoende. Wij raden derhalve een ieder, die last heeft van onkruid, sterk aan eens een proef te nemen met kalkstik stof. Bijen. Nog steeds wordt het nut der bijen voor de bestuiving van het fruit nog onvoldoende beseft. modderpoel was. Een klein duiveltje, dat in zijn hoofd zat, draaide even aan eeD schroefje in zijn hersenstoen flitste er een stralende gedachte door zijn hoofd hij kreeg een „idee lumineuse" zooals de Franschen zeggen. U zoudt mij een plezier doen, senor ingeniero, wanneer u over die zaak voorloopig niet met don Tadeo zoudt willen spreken Hij is wel de bezitter der bron, maar ik lig er met mijn veel grooter terrein naast en heb daarom eveneens belang bij deze ontdekking. 'k Begrijp u, senor alcalde, zei de andere en knipte hem een oogje, u is een vooruitziend mensch en ik begrijp waar u op afstuurt. Indien u dat terrein met die bron in eigendom kondt verkrijgen, zoudt u met niemand behoeven te deelen en u zoudt tevens uw eigen grond duur aan den man kunnen brengen voor het bouwen van een groot kurhaus, badhuizen, hotels, een casino z. Ik zal u wel in verbinding bren gen met eenige kapitalisten, die een naamlooze vennootschap oprichten tot het stichten van een badplaats en de exploitatie van een mineraal- waterbron en deze terreinen voor ongekende prijzen van u koopen of tegen hooge jaarlijksche renten in pacht zullen nemen Laten we afspreken, dat u mij nog dezen middag een paar kruiken van dit water in mijn logement stuurt, dan zal ik het terstond analyseeren en 'k beloof u, dat ik voorloopig met niemand anders over deze ont dekking zal spreken. Dienzelfden avond kwam de bur gemeester kwansuis een bezoek We zijn in ieder geval aan het winnen. De groote meerderheid der fruittelers weet nu toch wel, dat zonder byen heel weinig fruit te halen. De heer van der Kroft geeft altyd vier voorwaarden, die noodza kelgk zgn voor een goeden oogst van fruit 1. bemesting, 2. besproeiing. 3. snoeien, 4. bijen. Nu is er al heel wat over geschre ven, hoeveel bijenvolken noodig zijn voor een goede bestuiving van de boomgaarden. De samenstelling van den boomgaard speelt hier een groote rol. Valt den bloeitijd nog al uit el kaar, dan kan natuurlijk met minder volken worden volstaan, dan wanneer alles tegelijk bloeit. Maar behalve van de soorten is dit ook afhankelijk van het weer. Zooals dit jaar een voorbeeld daarvan geeft. Kersen, per ziken en pruimen worden 'door het gure weer zooveel in de bloei ge remd, dat ze bijna samenvallen met de peren en de vroege appelen. We mogen dus het getal bgenvolken, dat er per bunder noodig is zeker niet te laag stellen. Algemeen wordt te genwoordig dan ook genomen vijf bgenvolken voor elke bunder boom gaard van fruit, dat tegelijk bloeit. Voor een gemengden boomgaard, die niet tegelijk bloeit kan met minder volken worden volstaan. Natuurlijk is dit bedoeld voor een boomgaard, die flink ontwikkeld is, want voor jonge aanplant heeft men absoluut niet dat aantal volken noodig. Nu blijkt echter, dat velen de be hoefte aan bijen heel ver onder schatten. De heer van der Kroft geeft daar in „Dei Nieuwe Veldbode" een mooi voorbeeld van. Hg gaat uit van de eisch, dat er per hectare volwassen boomgaard vijf bgenvolken noodig zgn. Dan berekent hg, dat er in Eysden, Sint Gertruid en Gronsveld 7280 bgenvolken noodig zgn, en er staan er maar 280. Een tekort dus van 7000 volken. Zoo gaat hg van streek tot streek in geheel Zuid-Limburg en komt daar tot het reusachtige tekort van 45000 volken. Als men dan bij een aanbieding van bgenvolken aan Limburgers hoortwij hebben geen gebrek aan volken, op de bijenmarkt in Maas tricht komen er zeker meer dan vierhonderd, dan moet men toch een klein beetje lachen, als men de ge tallen leest, die de heer van de Kroft geeft. Maar laat ons niet voor andermans deuren vegen, maar voor eigen deur. In het Oosten van Noord-Brabant is de laatste jaren de fruitteelt heel sterk toegenomen, zoodat de dorpen met honderd en meer boenders boomgaard heel talrgk zijn. En nu vraag ikhoeveel van die dorpen hebben meer dan vijfhonderd volken. Als wij in Oost-Brabant aan het getal van vgf bgenvolken per hectare boomgaard moeten komen, dan zul len alle imkers voorloopig nog gerust hun bijen allemaal aan mogen hou den, maar dan zullen ook.de fruit telers door zelf byen gaaa te houden of door bijenvolken te huren het hunne moeten bijdragen. Aan al die liefdesbetuigingen aan de bijen heb ben we niets, als toch steeds de imker er geld bij moet leggen, of hoogstens er aan uit kan. Al wat de regeering doet is ten eerste accijnsvrije suiker verstrekken, waarvoor het laatste jaar ook weer een heele berg papier vuilgemaakt moest worden en ten tweede een klein invoerrecht op honing. Hoe kunnen wij nu de bijeenteelt steunen of bevorderen. In de eerste plaats door honing te gebruiken, maar dan ook inlandsche honing. Nog altijd is de buitenlandsche honing veel goed- kooper, al is hij dan ook veel minder zuiver. Het tweede middel om te helpen is, het zaaien of planten van honinggevende gewassen en boomen. Het steunen, door een geldelijke vergoeding te geven als huur voor de bgenvolken in den bloeitijd. Op de vierde, maar voornaamste plaats, door zelf imker te wordem Het is mooi, interressant en werpt wel niet veel geldelgk voordeel af, dat direct te constateeren is, maar aan meer- brengen bij den ingenieur in de fonda. Hij brandde van nieuwsgierig heid om den uitslag van het schei kundig onderzoek te kennen De ingenieur nam hem mee naar zijn kamer, waar bi; terstond de deur van binnen afsloot en geheimzinnig fluisterend begon te spreken. Zoojuist heb ik mijne analyse beëindigd, waarbij hij op een aantal groote en kleine retorten, glasbuisjes en flesschen met gekleurd vocht wees, welke op de tafel stonden. De uitslag heeft mijn verwach tingen bij verre overtroffen. Die wethouder bezit in die bron een schat, die hem millioen opbrengen kanmaar de stommere weet het niet. Het is thans aan U, als voor uitstrevend en ondernemend man, van deze ontdekking de vruchten voor U alleen te plukken Voor mij zelve wensch of verlang ik niet de minste vegoeding ik leg de vruch ten van mijn routine en ontdekkings ijver gaarne op het altaar der vader landsliefde. Alleen meen ik voor het door mij verrichtte scheikundige onderzoek aanspraak te mogen maken op een vergoeding van vijfhonderd pesetas, welke ik gaarne vóór mijn vertrek van hier ontvangen zou. Voor mijne tusschenkomst bij bet verleenen der ridderorde, kunt U zich later wel erkentelijk betoonen. De burgemeester was in de wolken bij het vernemen van deze buiten gewoon gunstige tijding en beloofde nog den volgenden dag de ter sprake gebrachte vijfhonderd pesetas te zullen meebrengen. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5