Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Buitenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 17 April 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 16 Onze Karnemelk en Karnemelkspap een heerlijk en voortref felijk voedsel voor jong en oud. Coöp. Zuivelfabriek „VENRAY" PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS1 tot 8 regels 60 ct. per regel 7Va ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 c{- Telefoon 51 Giro 150652 Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 een1- PAREL DER PEEL een frissche drank, een gevraagde lekkernij, een zeer voedzaam product, overal verkrijgbaar. Wie het kleine niet eert. Een ieder die de titel van dit artikel leest, zal voor zichzelf wel het spreekwoord aangevuld hebben. En inderdaad het spreek woord wie het kleine niet eert, is het groote niet weerd, is een volkomen juiste gedachte. Het is van toepassing op alle dagelijk- sche zaken. Een artikeltje in de New-Yorker, een in New-York verschijnend weekblad, bracht ons op de ge dachte, het spreekwoord eens wat nader te bekijken. In de New-Yorker dan vertelde een zekeren heer Miller dat hij ge durende eenigen tijd opdracht had, na te gaan welke bezuini gingen er nog konden worden aangebracht in een groot Ameri- kaansch Warenhuis. De directie had hem van te voren eenige tips gegeven Miller echter wilde zijn eigen inzicht laten werken en in stede van te beginnen bij de groote financieele aangelegenheden van het waren huis, zette hij zich aan de kleine, Hij controleerde gedurende eenige weken alle paktafels en kantoren met het doel, te berekenen welke bezuinigingen daar nog aan te wenden waren. Toen hij daarmede eenigen tijd bezig was, deelde hij zijn bevindingen aan de direc tie mede. Deze lachie de man hartelijk uit wantzijnberekeningen gingen over.... pakpapier, paper clips, touw, drukwerk en het loon dat besteed werd aan de bezorging der gekochte goederen. Miller was n.l.totde conclusie gekomen dat hierop aanmerkelijk bezuinigd kon worden, niet ten koste van de goede naam van het warenhuis, maar uitsluitend op grond van het feit, dat er op genoemde afdeelingen met groote nonchalance te werk werd gegaan. Toen hij dan ook met cijfers kwam, sloeg de meening der directie spoedig om en gaf deze van haar bewondering voor Mil ler's inzicht blijk. Wat was het geval Miller was tof de conclusie gekomen dat door nonchalance en verspilling van het personeel der paktafels aan pakpapier, paperclips en touw voor een totaal bedrag van 2.338 dollar jaarlijks werd verspild, op de kantoren werd aan drukwerk ver knoeid (verkeerd invullen, foutief gebruik, enz.) voor een bedrag van 5.421 dollar. Het meest was echter de directie van het waren huis verrast toen zij hoorde welk bedrag er jaarlijks op de afdeeling „bezorgen" kon worden bezui nigd. Doordat de verkoopers en verkoopsters te weinig de klanten wezen op de onbillijkheid van het laten bezorgen van kleine pakjes, werd op deze post alleen reeds aan arbeidsloon een bedrag van 9.473 dollar per jaar te veel uitgegeven. Afgezien dan nog van de kosten die daardoor extra gemaakt werden ten opzichte van benzine, slijtage, rijdend materiaal etc. Mr. Miller constateerde verder dat het personeel lang niet altijd voorzichtig met den inventaris van het gebouw omsprong. Aan onnoodige reparaties en vernieu wingen werd hierdoor jaarlijks 5700 dollar te veel uitgegeven. De zaak was dus na eenige weken reeds een bedrag van 22.932 dollar op het spoor ge komen, welk bedrag absoluut niet had behoeven uitgegeven te worden en welke uitgaven wer den veroorzaakt door groote nonchalance en verkwisting. Het eigenaardige van de heele kwestie is echter, dat het hier bijna uitsluitend kleine zaken betrof, welke de groote bezuini gingen mogelijk maakten. Hierin zit dan ook een wijze les voor een iedereen Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat een huisvrouw van haar man opdracht krijgt wat meer te be zuinigen en hoe vaak gebeurt het dan ook niet, dat men deze maatregelen gaat nemen op een geheel verkeerde wijze. Men zegt de krant op, men bezuinigt op eten, kleeding enz. Hiermede echter doet men meest al het kwaad te niet, doch de bezuinigingen hadden ook op ander terrein genomen kunnen worden, zonder bepaalde groepen ernstig te benadeeien Men vergat de kleinere dingen te controleeren (overdanig water gebruik, te veel rooken etc.) Men dient niet te rekenen met dagen. Als men het jaar als norm neemt en er wordt bijv. per week f 1uitgegeven aan dingen, die even gemakkelijk gemist konden worden, dan scheelt dat f 52. Heeft men dan nog enkele din gen opgespaard, welke het oog als onbelangrijk beschouwde dan kan men verbaasd staan over de resultaten Ook de middenstand kan haar les hieruit trekken. In het zakenleven kan minstens zooveel bezuinigd worden, zonder daarmede een nadeelige invloed uit te oefenen op klanten, lever anciers enz. Herinnering aan twee ontzettende scheepsrampen. Het Godsgericht aan de Titanic Het menschengericht aan de Lusitania. De mensch kan er zich. op beroe men, dat hij de schuld heeft de eenige schuld aan een der groot ste rampen, welke het scheepvaart verkeer ooit heeft opgeleverd, d.i. aan het vergaan van de Lusitania. Op 7 Mei 1915 voer dit trotsche zeekast el met 1900 passagiers rustig over de wijde, stille watervlakte van den Oceaan, toen een Duitsch duik bootcommandant het bevel gaf, een torpedo op den varenden reus af te schieten. Een paar ontploffingen, ge kraak, geschrei, doodsangst en.... 1260 mannen, vrouwen en kinderen vonden den dood in de golvenmet een vloek op de lippen om wat de onbekende medemensch hun aandeed, gingen ze ten onder. Lafhartig ver moord. Geofferd aan menschenwaan. Volstrekt noodeloos. Geen enkele grootheid is uit dezen ondergang geboren. Er was slechts verachting voor de moordenaars, weedom om de slachtoffers. Noch in den opzet, noch in het gevolg lag iets omsloten van ware heroïek. Deze groote scheepsramp staat geboekt op het conto der mensch- heidde herinnering er aan wekt slechts huiver en afschuw. Er gaat haast geen maand voorbij of hier ergens ter wereld gaat een schip en gaan mét het schip, men- schenlevens, te loor. Voor zoover die ongelukken zijn te wijten aan de krachten der natuur zijn ze te beschouwen als gericht door Gods hand, d.i. naar de Voor zienigheid van Hem, die de natuur haar geweld laat ter loutering van hen, die Hij naar Zijn beeld schiep. Aan de natuurlgke rampen ter zee is niet alleen de jammer en ellende verbonden, welke het onder gaan van de Lusitana kenmerkte. De hoogste nood, waarin de natuur driften den mensch kunnen bren gen, versmelt diens gemoed ook veelal tot was in Gods hand. De nood brengt de ziel vaak dich ter tot den Vader, dan voorspoed het ooit vermag te doen. De nood, ons gevoelen van onver mogen tegenover de krachten der schepping, wekt deugden, welke sluimerend in ons dreigden ten on der te gaan. Hoeveel menschelijke helden zijn er aldus niet gekweekt aan onze kusten. Hoevele schipbreukelingen zijn er niet met volle overgave aan den Wil Gods gescheiden uit het leven, dat hen voorheen nimmer de gelegenheid scheen te hebben ge boden om zich zgn roeping bewust te worden. We denken aan den ondergang van de Titanic, het zusterschip van de Lusitania. We denken daaraan, nu het dezer dagen 25 jaar geleden was, dat dit duidelijke Godsgericht plaats greep. Aan dit ODgeluk had geen mensch in den directen zin des woords eenige schuld. Integendeel had de mensch alles gedaan om een ramp te voorkomen; hij meende zelfs zóó veel te hebben gedaan, dat een ramp als mogelijkheid volledig was uit geschakeld. In de dagen van de Titanic leefde er een geslacht, vol trots en zelfbe wustzijn. Alle wonderen, alle voor uitgang der negentiende eeuw waren kinderspel, vergeleken bij wat de twintigste brengen zou. Metropolen verrezen uit den grond. Men sprak van het schier ongeloof lijke, dat Marconi wrochtte. Reeds kon een schip, midden op den Oce aan, met de kust in telegrafische verbinding blijven. De aviatiek nam zijn opgang. In deze periode werd de Titanic gebouwd, het groot3te ter toenma lige wereld. Alle nieuwste vindingen werden daarbij toegepast en trots bestempelden de bouwers dit kas teel als onverwoestbaar, onzinkbaar onvergankelijk, kortom: als de Ti tanic. En op zijn eerste reis ontmoette dit scbip een anderen kolos op zijn weg, een machtig, uit de Poolzee afgeschoven stuk ijs, door de natuur „gebouwd", zonder toepassing van eenige technische vinding, voorzien van niets dan van zich zelf: mach- tig-massief. En de Titanic ging onder aan deze ontmoeting; 1500 menschen kwamen om in de golven. De wereld heeft zich nooit zoo ontzet betoond. Gods wil In ieder geval: Gods toelating. En wat zouden we ons vermeten te oordeelen Had de mensch zijn les, deze lou tering niet van noode De schok van de Titanic op de ijsberg, stootte de menschheid terug tot het besef der werkelijkheid, tot het bewustzijn van zijn eigen nie tigheid in het Algemeen Bestel. Het vertrouwen in eigen vermogen ont ving een zware deuk. iederjvist het ineens weer, dat het eigen pogen streven en arbeiden gepaard moest gaan met het gebed om den zegen, dien we altijd ter dekking van on vermogen en eigen tekortkoming zullen benoodigd hebben. Vijftienhonderd menschen gingen aan dit Godsgericht ten onder, maar niet als het vergaan der Lusitania nutteloos. De wereld kreeg een les, die ze verstond. En de slachtoffers ontvin gen de gelegenheid om te sterven in een conditie, zooals eenieder van zijn eigen overgang slechts durft verhopen. Alle deugd, die in den mensch sluimerde, kwam bij den ondergang van de Titanic, met kracht en in volle schoonheid naar boven. Dat leeren ons de eenstemmige verhalen van de 655 geredden. Eenieder schijnt in dien ontzet- tehden nacht gedaan te hebben wat zijn eer, zijn geweten en zijn waar digheid hem voorschreven. Niemand heeft aan zichzelf, een ieder schijnt aan allen gedacht te hebben. Daar was geen „sauve qui peut". Wan neer men sterven moest, dan wilde men eervol sterven. 't Scheepsorkest bleef spelen, aldus de zwakkeren en angstigen bemoe digend in het uur van doodsgevaar. De officieren stonden bij de sloepen, om ervoor te waken, dat vrouwen en kinderen het eerst van boord gingen. Passagiers hielpen mede bij het uit oefenen der control. Menige echtge noot nam afscheid van de vrouw, die binnen enkele uren zijn weduwe, van de kinderen die weldra halve wezen zouden zijn. En terwijl men zich inscheepte in de sloepen, klonk op alle deelen van het zinkende schip het steeds her haalde maar op rustigen en zakelij- keu toon gegeven bevel: „Women and children, first" Éérst vrouwen en kinderen De grgsgebaarde kapt. Smith, de gezagvoerder van het grootste schip, dat thans reddeloos verloren was, inspireerde allen door zijn voorbeeld. Hij deed alles wat in zgn macht was om zooveel mogelijk passagiers in veiligheid te brengen. Hij sprak allen moed in. Offervaardigheid was geen offer meer, 't was een eer. De laatste reddingsboot stak in zee. Honderden mepschen stonden samen gepakt op de thans sterk-hellende dekken van de „Titanic". Zij maak ten zich gereed te sterven onder be vel van kapt. Smith. Plotseling schreed deze naar de verschansing, en sprong van het zin kende schip. Hij had een kind gezien, dat op het punt was te verdrinken. Hij nam het op en zwom ermee naar de laatste reddingsboot. Men smeekte hem aan boord te komen, maar bij zwom terug en nam zijn post in op de „Titanic", waarvan nog slechts een gedeelte boven water uitstak. De scheepskabel speelde niet meer. Er heerschte doodsche stilte op zee. En toen hoorden diegenen, die weg voeren in de booten, plotseling de sleepende tonen eener hymne. En meer en meer stemmen versterkten de muziek en over den nachtelijken Oceaan golfde het als een gebed van hen, die tot sterven bereid waren: Naerer, my God, to Thee. Even tho' it be a Cross that raises me. Still all my song will be, Naerer, my God, to Thee. Naerer to Thee. 't Gezang werd zwakker, want 't schip zonk nu snel, en velen die eerst gezongen hadden, hadden hun graf in de golven reeds gevonden. Ook geen muziek was meer te hoo- ren, want de muzikanten waren ver dronken. Weer was het doodstil. Maar opnieuw werd de stilte ver broken. „Be Britishklonk het door de nacht. 't Was de stem van Kapt. Smith. „Be Britishklonk het nogmaals. En weer werd het doodstil. „Be British!" klonk het ten derde male. En dit was het einde. In alle Engelsche kerken ter we reld, tot in de kleinste uithoeken der Koloniën, werd op den volgenden Zondag de hymme der Titanen ge zongen: „Nearer, my God, to Thee". Alom ter wereld herhaalde men de nobele leus der ridderlijkheid: Women first". En in de harten van wat Engelsch was, trilden de laatste woorden van Kapt. Smith na: „Be Britisch Na 25 jaar zgn we nóg gesticht door het Godsgericht aan de Titanic. Zelfs deze oude herinnering, is in staat om deugd en adel te wekken in onzen geest. Zóo richt God,om te louteren. Maar de herinnering aan de Lusi. tania is en zal zal blijven: eene van afschuw en ontzetting. Ze wekt on deugd van bitterheid en haat. Ze wekt het verlangen naar wraak en- vergelding; zooals wrj deze voor recht vaardig houden. We wetten de wape nen op het oogenblik, we vermoorden elkaar nutteloos en wreed op de slag velden. We richten tot elkanders on dergang. Zal de menschengeest zóózeer ver worden, dat we weer een grootsch Godsgericht ter onzer redding be hoeven De Negus over het drama in Abessynië. In een interview heeft de voorma lige heerscher van Abessynië, Haile Selassie, merkwaardige dingen ge- igd. De ex-keizer leeft stil en eenzaam in het Engelsche dorpje Bath. Hij toeft daar als het jongste slachtof fer in de lange rij van hen, die ten prooi vielen aan de expansiezucht der Europeanen. De journalist, die een onderhoud met deze tragische figuur had, zegt er o.m. het volgende van: Dat is toch niet het hoofd van een oorlogszuchtig volk. Zijn stem is zoo harmonieus, als geschapen om verzen te zeggen. Hij zucht: „Mijn volk zou zich op een heel andere wgze hebben kunnen ver dedigen als het thans gedaan heeft. Maar wij waren er niet op voorbe reid. Dat is mijn schuld. Ik geloofde niet aan een oorlog... En langzaam vervolgt hij dan, met een stem waarin iets droome- rigs ligtDa iederen zin volgt er een groot stilzwijgen. Wij waren er heelemaal niet ge rust op, dat het buitenland zoo'n oogje had op ons land.... en daarom was het voor ons een groote vreugde, toen wij in 1923 werden toegelaten tot den Volkenbond. Vij waren ge red.... Bij ons heeft het woord „bond" een heilige beteekenis. „De campagne van de „League of Nations UDion" in Engeland en het verschijnen van de Engelsche vloot in de Middellandsche Zee hebben u natuurlijk nog moed gegeven." Dan licht hij even het hoofd om hoog ja, dat herinnert hg zich nog. Er ligt voor een oogenblik een glans over zijn gelaat „Toen ik een telegram ontving, waarin mededeeling werd gedaan, dat Engelsche kruisers in Gibraltar waren aangekomen dacht ik bij mezelf ik heb toch gelijk gehad dat ik vertrouwen bleef koesteren. Maar...." „Indien ik het geweten had, zou ik met Mussolini een accoord heb ben gesloten. En ik zou aan mijn volk die vreeselgke beproevingen hebben bespaard, die nog niet ten einde zijn." De correspondent schrijft dan Ik zie in den geest, hoe de keizer van Abessynië in zijn hoofdstad het volkenbondshandvest leest, vol be wondering voor de Westersche vol ken, die hun gedrag alleen beheerscht willen zien door de meest verheven beginselen.... om korten tijd later tot de bevinding te komen, dat de regeeriDgshoofden evenals vroeger, haast onafwendbaar geïnspireerd worden door hun eigen nationale belangen, waarvoor zij de verant woordelijkheid dragen. Ik stel hem nog een vraag „Zoudt u het plan Laval-Hoare aanvaard hebben „Als de volkenbond me gezegd zou hebben het te aanvaarden, zou ik het onmiddellijk gedaan hebben." Een oogenblik lijkt het me toe, dat een waas van woorden optrekt en dat ik twee menschen tegenover elkaar zieden consul Mussolini met zgn zucht om aan hetRomein- sche Rgk expansie te geven, en den koDing der koningen met zgn kalme waardigheid. Zg staan tegenover elkaar en ze hebben een oplossing gevonden. De vrede bleef gehandhaafd. Maar dan hoor ik niets dan gepraat in de ruimte, juridische formules, gdele beloften. De klacht van den negus achter volgt mehet is een pijnlijk iets, waarin 'n groote spijt en een stil verwijt liggen „En wie zal nu een einde maken aan het Igden van mijn volk Het rommelt in Rusland. De knoet heerscht in Rusland, ondanks alle frasen, dat het prole tariaat er de macht in handen zou hebben. Alles heeft blindelings te gehoor zamen aan dictator Stalin, typeerend genoemd de roode tsaar. Critiek is niet toegestaan en tegen elke oppo sitie of wat als zoodanig bestempeld wordt, treedt men meedoogenloos op en deswege zijn reeds honderd duizenden zonder vorm van proces terechtgesteld. Deze wreede terreur kan echter niet verhinderen, dat er op gezette tijden hevige spanningen in het volk ontstaan, die een uitweg vinden in opstanden, aanslagen en sabotage. Wij maakten daarvan reeds vaker melding en thans komt weer een zeer ernstig geval van sabotage aan het licht, dat den naam van revolutie mag dragen. Een bericht uit Riga van de zijde der regeering zegt er o.m. bet volgende van De bevolking van Uzsekistan heeft zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige daden van sabotage, welker gevolgen nog niet zgn te overzien. A'le spoorwegen in dezen staat zijn geblokkeerd door 38 treinen, die onbeheerd op de rails zijn blijven staan, nadat zg door de bewoners der naburige dorpen waren leegge plunderd. Bijzonder hevige onlusten hebben zich voorgedaan in de stad Taskent, waar de gepoe op de menigte het vuur moest openen. In dezelfde stad zijn ernstige daden van sabotage gepleegd. Vol gens de officieele statistiek werd het transporlplan daar voor slechts 35 procent verwezenlijkt, terwijl de helft van het rollend materiaal buiten gebruik was gesteld door de anti communisten. Radiogrammen uit het verre Oos ten der sovjet-unie melden, dat te Chabarowsk een uitgebreid complot tegen de regeeriug is ontdekt. De autoriteiten ontdekten een tot in details uitgewerkt plan, volgens hetwelk aanvallen zouden worden gedaan op alle levensmiddelendepots in het Oosten der sovjet-unie. De radio met 200 millioen luisteraars. De getallen, die de directeur van Radio Vaticana, Pater Soccorsi, onlangs in een lezing naar voren bracht, geven ons eenig idee van de onschatbare propaganda-waarde van de radio. In Europa zgn 466 zendstations, in Amerika 700, terwgl er in totaal on-eveer 50 millioen toestellen zgn, waarvoor men ongeveer 200 millioen luisteraars kan rekenen. De zendstations nemen nog voort durend in aantal en in sterkte toe. Men kan aannemen dat het aantal toestellen ieder jaar met minstens zes millioen toeneemt. Het huidige Rusland maakt van de radio vooral gebruik als propaganda-middeler zijn daar 5200 radio-centrales en 700 000 ontvangtoestellenoveral zijn luidsprekers, in de straten, in de fabrieken en in de kantoren. In 62 verschillende talen zenden Russi sche stations hun programma de wereld in. We kunnen bij het beschouwen van deze geweldige getallen gerust con- cludeeren, dat het goede in de pro paganda door de radio verre in de minderheid is tegenover het kwade, het goddelooze of het zoogenaamde „neutrale". Dit bewustzgn moge eiken katho liek tot de overtuiging brengen, dat hij zijn eigen omroep behoort te steunen, zooveel hij kan. Dat is even noodzakelijk als handhaving en ver steviging van onze Katholieke school, de Katholieke jeugdorganisatie en de Katholieke Pers. De bewapeningswedloop. Sinds de pogingen der Ontwape- nings-conferentie zijn mislukt, is er ten gevolge van onderling wantrou wen een geweldige wedstrijd in bewapening ontstaan tusschen de groote mogendheden en zelfs de kleine moeten tegen hun wil daaraan ook al meedoen. Men kan brjna geen blad ter hand nemen, of het bevat bewapenings- berichten. Zoo heeft Engeland thans weer een enorm vliegtuig-moederschip te water gelaten. Het is het langste schip, dat ooit te Birkenhead van stapel liep. De lengte bedraagt 240 meter, de wa terverplaatsing 22.000 ton. Het schip kan 70 vliegtuigen vervoeren. De kosten van den bouw bedra gen drie millioen pond sterling. Trocpcnparade op Hitler's verjaardag. Op 20 April, den 48sten verjaardag van rijkskanselier Hitier. zullen in het geheele land volksfeesten worden gehouden, die vooral in het teeken van de banden tusschen staat, partij en weermacht zullen staan. In den Tiergarten te Berlijn zal Hitier een groote troepenparade bijwonen. VENRAY, 17 April 1937. Drankwet. Burgemeester ent Wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat op 8 April 1937 bg hen is ingekomen een verzoekschrift van Jan Michiel Hubertus LiDskens, tim merman, wonende te Venray, Oirlo E 30, om een volledige vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein voor de rechterbeneden- voorkamer van een perceel gelegen te Oirlo. Binnen twee weken na de dagtee- kening dezer bekendmaking kan ieder tegen het verleenen van deze ver gunning schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders in brengen. Venray, 15 April 1937 Burgemeester en Wethouders voornd. G. H. HOUBEN l.b. De Secretaris, VAN HAAREN. Verkiezing voor de leden der Tweede Kamer der Staten Generaal. De Burgemeester van Venray brengt ter openbare kennis, dat Dinsdag 20 April a.s. zal plaats heb ben de candidaatstelling voor de verkiezing der leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Op dien dag kunnen bij den Voor zitter van het Hoofdstembureau ter secretarie van de gemeente Maas tricht van des voormiddags negen uur tot des namiddags vier uur lijsten van candidaten worden inge leverd. Vanaf heden tot en met 20 April a.s. zijn ter Secretarie van elke ge meente, kosteloos verkrijgbaar for mulieren voor candidatenljjsten en voor de schriftelijke verklaring van iederen op een lijst voorkomende candidaat, dat hij bewilligt in zijne candidaatstelling op deze lijst. Venray 16 April 1937. De Burgemeester voornoemd, G. H. HOUBEN 1. b. Keuring dienstplicht. Bij de gehouden keuring voor de dienstplichtige lichting 1938 werden 22 personen „geschikt" verklaard en 23 „voorgoed ongeschikt". Been gebroken. Het 12-jarig jongetje van J., Oos- trumsche weg, had het ongeluk met zijn rijwiel te vallen, waarb\j het een been brak. Dr. Bloemen verleende de eerste geneeskundige hulp, waarna de jongen naar het St. Elisabeths- ziekenhuis alhier werd overgebracht. Zilveren kloosterfeest. In Huize St. Servatius alhier her dachten Dinsdag de eerw. Broeders Endulis eD Remarus den dag waarop zg voor 25 jaren hun intrede in het klooster deden. Des morgens werd door den Z. E. Pater Gardiaan O.F.M. in de ge- stichtskerk een plechtige H. Mis tot dankzegging opgedragen. Na afloop der kerkelijke plechtigheden mochten de jubilarissen vele felicitaties in ontvangst nemen, terwgl ook de Fanfare van het gesticht een serenade kwam brengen. In de namiddag had een plechtig Lof plaats, terwijl daarna in intiemeren kring feest gevierd werd. Aan de firma Tillemans alhier is opgedragen, den aanleg der Centr. Verwarming in het nieuw te bouwen klooster met pension en kerk te Sittard voor rekening der Zusters van het Kostbaar Bloed. Aan dezelfde firma is mede opge dragen, den aanleg der Centrale Verwarming in de Landbouwschool St. Martinus alhier. Esperanto. Naar we uit goede bron vernemen is men ook hier ter plaatse overge gaan tot oprichting eener Esperanto- club. Dat in zeer veel plaatsen van ons land reeds zulke clubs tot stand kwamen is wel een bewijs dat er veel interesse bestaat voor deze zoo gemakkelgk te leeren wereldtaal. Personen welke nog tot boven genoemde club wenschen toe te treden kunnen zich opgeven tot uiterlijk 29 April bg een der onder staande bestuursleden. De eerstvolgende vergadering zal gehouden worden in hotel „de Zwaan", op 29 April 's avonds te acht uur. Coenders, H.d.S. Veulen, Voorz. P. Cleophas, Patersstr., Penn. R. Tillemans, Eindstraat, Secr. Beugelbond Venray. Zondag j.l. speelde deze nog jeug digen bond haar eerste zomerwed strijden. Venray ontving D.O.S. uit Yssel- steyn. D.O.S. die dezen winter den wisselbeker heeft gewonnen, zet de zomerwedstrijden weer flink in, zg won van Venray met 51. De baan Janssen was in goede staat. Jammer, dat zg nog niet aan de eischen van den bond voldeed. Dit is zeer zeker een voordeel voor D.O.S. geweest. Leunen kreeg „Ons Genot" van de Heide op bezoek en wist deze met 51 te verslaan. Op beide plaatsen bleek weer hoe zwaar de verantwoor ding is van de leiders. OOSTRUM. Op het Zondag vier April te Montfort gehouden solisten concours werden door de heeren H. Poels een eerste prgs gehaald met 80 punten en den heer J. Verheijen een derde prys met 64 punten in de tweede afdeeling. De heer Joh. Ver-

Peel en Maas | 1937 | | pagina 1