TWEEDE BI.AD VAN PEEL EN MAAS
Het Noviciaat St. Paschalis Baylon
te Oostrum-Venray,
FEUILLETON.
Geluksdroom
Voorloopig geen
vrees voor oorlog.
Aardappelen
bewaren.
GESPRONGEN
HANDEN en LIPPEN
KLOOSTERBALSEN
De Minderbroeders
tijdens de roode
terreur.
Zaterdag 9 Januari 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 2
van de Hollandsche Provincie der
BROEDERS VAN LIEFDE.
De Eerw. Broeder Ursius geeft
in de „Servatiusbode" eenig
nieuws over den bouw van het
Noviciaat a.d. Wanssumsche weg
te Oostrum, welk artikel we met
zijne toestemming hier in zijn
geheel afdrukken.
De 16e October in een woelige
najaarsstorm, werd de Meiboom
op de nok van de voorgevel ge
plant en sedertdien is de vol
ledige afdekking van de bouw
met pannen geschied behalve
van de kapel, terwijl men daar
reeds de ijzeren gebinten van
't dak aan 't afwerken is. Deze
omvangrijke opdracht, die voor
het grootste gedeelte voltooid is
en van meer dan gewone be
tekenis kan worden genoemd, is
door architect Jos. Bekkers te
Haarlem uitgevoerd.
Dat deze arbeid en belangrijke
opdracht hem veel vreugde
schonk, is duidelijk. Toch is het
geenzins te ontkennen dat er
tegelijkertijd ook veel zorg en
vermoeinissen mee verbonden
zijn. Dat met de vele beslomme
ringen, welke voorbereiding en
uitvoering van 't bouwwerk voor
den architect brengen, om aan
practische eisen van bestemming
en gebruik te voldoen, het groot
ste gedeelte van zijn arbeidsver
mogen, tijd en rust gemoeid zijn,
om een volledig architectenwerk
tot stand te kunnen brengen, zal
iedereen inzien. Steunende op
het volledig bouwprogramma,
kon de architect 't karakter van
't plan en de wijze van 't ont
wikkelen bepalen en het werk
hierdoor de vereiste uitdrukking
geven.
Bij het verstrekken van de op
dracht is de eis gesteld, een op
gewekte, blijde, stemmige sfeer
te scheppen en dat aan 't ge
bouw alle luxe moest worden
vermeden, doch de duurzaamheid
sterk in 't oog moest worden
gehouden en 't onderhoud tot
een minimum diende te worden
beperkt. Vandaar dat alles wat
naar versiering zweemt is weg
gelaten, de daken ononderbroken
en overstekend zijn gehouden,
sprongen in muurwerk en 't
sierlijk hoge van een gebouw
vermeden zijn, en het gebouw
uit baksteen is opgetrokken.
Alleen in de voorgevel met hoofd
ingang is heel sober natuursteen
toegepast'n Kruis in de top,
't Wapen van de Broeders van
Liefde en een beeld van den
Heiligen Paschalis Baylon.
Al is de bouw nog niet ge
heel voltooid en al valt er nog
heel wat aan te vullen, toch
mogen we tevreden zijn met de
algemene indrukde Architect is
jn de hoofd-idee van de opgave
een klooster te bouwen
prachtig geslaagd.
Voor de bewoners is de doel
matigheid van 'n gebouw als
regel van het grootste belang.
Daarom heeft de Architect zich
ook bijzonder goed weten in te
leven in de werkelijke en hier
aparte levenswijze en behoeften
van de toekomstige bewoners,
om alles zoveel mogelijk aan de
eisen van practisch gebruik en
duurzaamheid te voldoen, en hij
heeft, daarbij het practische niet
terzijde geschoven ter wille van
aanwezige of vermeende aesteti-
sche redenen. Daar óók met alle
lof over zijn tot stand gebracht
werk wordt gesproken, kan hij
overtuigd zijn, dat z'n opdracht
volledig is vervuld.
Ook mogen we niet vergeten
een woord van lof te geven aan
den zorgzamen, bekwamen Op
zichter den Heer van Veen, die
't dagelijks toezicht over het
werk, ook tot voldoening van al
het werkvolk, op voortreffelijke
wijze houdt en die om z'n
minuticuse, keurig verzorgde
tekeningen en berekeningen de
vleiende naam van „Millimeter-
Koning" terecht verdiend.
Heel bijzonder mogen we ver
melden de Heer Braam, de Aan
nemer van het bouwwerk, die
tot aller grote voldoening en
tevredenheid het werk voleindigt
met zorgzame ondernemingsgeest,
ook de vele moeilijkheden en
tegenslagen, waarmede men bij
zulke grotere bouwwerken te
kampen heeft, onfeilbaar wist te
overwinnen.
Moge hier ook een bijzonder
„Ere Saluut" gelden voor den
Heer Ariens, den stoeren, voor
beeldig ijverigen Uitvoerder, aan
wien 't getuigenis door 't werk
volk zelf wordt gegeven „Nooit
hebben we zo prettig gewerkt
als op deze bouw 1"
Nog volgen de werkzaamheden
zo lis stukadoren, wand en vloer
tegels, schilderwerk, de verschil
lende installaties, enz. enz.
Moge dit verder afwerken een
gunstig verloop hebben en beant
woorden aan deze grondslag
van eenvoud, degelijkheid en
netheid
Laten wij O. L. Heer bidden
dat alles moge strekken tot een
degelijke goede opleiding en
vorming van de leden van onze
nieuwe Hollandse Provincie tot
meerdere Eer en Glorie van God
Dit Noviciaat is voorlopig be
rekend op 50 slaapgelegenheden
(kamertjes) voor Novicen. Er is
ook al gedacht aan 'n mogelijke
uitbreiding van slaapkamertjes,
zodat de ruimte van de verschil,
lende plaatsen, wagr de Novicen
gemeenschappelijk vergaderen
nooit te klein zal zijn,
In 't begin van 1935 werd den
Architect het bouwprogramma
ter hand gesteld en 11 Novem
ber 1935 kon de aanbesteding
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
34.
Daar ben ik blij om, fluisterde
ze, en terwijl ze deze woorden sprak,
keek ze hem niet aan, doch haar
blikken dwaalden over de in de zon
badende vlakten.
En Rossland bevond zich aan
boord van de „Nome" en ontdekte
u. en bij liet dit aan Graham weten,
zei hij, terwijl hij zijn uiterste best
deed niet dichter naar haar toe te
gaan.
Ze knikte.
la, en daarom zocht ik ook
hulp bij u, en toen u me niet helpen
wilde, sprong ik in zee, want ik
wilde hebben, dat zij zouden denken,
dat ik dood was.
En Rossland werd gewond.
Ja. Dat was heel vreemd. Ik
hoorde dit in Cordova. Mannen als
Rossland komen dikwijls op een heel
onverwachte manier aan hun einde.
Hij liep naar d. deur, die zij ge
sloten had. en opende die, terwijl hij
zijn blikken het gaan over de gol
vende heuvelruggen, waarachter de
witte toppen der bergen zich ver
toonden. Een oogenblik later kwam
ze naast hem staan.
Ik begrijp het, zei ze, fluisterend,
plaats hebben.
De 2e Jan. '36 had de uitzet
van de bouw plaats en werd de
hand aan 't werk geslagen. Voor
't afwerken van 't gebouw zijn
in het contract 350 werkdagen
gevraagd, daar wordt nog aan
toegevoegd, de Zondagen, halve
Zaterdagen, Kerkelijke en Natio
nale Feestdagen, vorst- en regen
dagen.
Met deze enkele gegevens
denk hierbij nog aan al de onge
makken van een ver afgelegen,
onbewoond terrein zonder water
leiding, zonder licht zoo kan
men wel naderbij bepalen, wan
neer het gebouw zou moeten
afgeleverd worden. Alles wijster
op, wanneer er geen bijzondere
tegenslag komt, dat we heel wat
voor die tijd het gebouw kunnen
betrekken.
Het terrein, waarop 't Novi
ciaat gebouwd is, ligt aan de
grote weg Venray-Wanssum, 20
minuten van het station, 40 mi
nuten van St. Servatius en is
plus minus 25 H.A. groot. Het
is een dorre zandgrond, deels
voor akkerbouw en voor een
groot deel met dennenbossen
beplant. Deze woestenij, een
echte wildernis, is onder de
energieke en geestdriftige leiding
van Br. Plechelmus en zijn staf
van medewerkers in een prachtig
paradijs herschapen.
De voorgevel ligt op 145 M.
van de weg. Dit is voldoende
om van het snelverkeer geen
last meer te hebben. Het terrein
aan de overzijde is weide en
eigendom van St. Servatius,
zodat bebouwing tegenover het
Noviciaat uitgesloten is en aan
deze zijde zo ook de volle vrij
heid verzekerd is.
HERSTEL VAN HET VRIJE
RUILVERKEER NOODZAKELIJK.
MINISTER COLIJN OP ZUN
STOKPAARDJE
In een onderhoud, hetwelk de
correspondent van de „Agence
economique et financière" met dr.
Colijn gehad heeft, werd door den
minister-president gelegenheid ge
geven kennis te nemen van zijne
zienswijze omtrent eenige belang
rijke problemen, die bij de jaar
wisseling de aandacht trekken.
Ten aanzien van den internatio
nalen politieken toestand kwam de
minister tot de slotsom, dat het
hem alles bij elkaar genomen voor
komt, dat men voorshands voor het
uitbreken van een Europeeschen of
wereld-oorlog niet beducht hoeft te
zijn. In verband met het probleem
der Duitsche koloniale verlangens
merkte dr. Colijn op dat Duitsohland
streeft naar koloniaal b,ezit omdat
het dan een (ileel zijner grondstoffen
in eigen valuta betrekken kan en
zich, daarvoor geen vreemde devie
zen ho.eft te verschaffen.
Men begrijpt echter, zqq ging hij
voort, dat 'ook dat probleem niet
zon bestaan indien de monetaire en
handelspolitieke verhoudingen gezond
waren zooals dit 't geval was voor
den wereldoorlog. Zoodoende komt
men ook bij dit probleem weer terug
tot de stelling, dat de groote wrjj-
vingsvlakken in de wereld slechts
zullen verdwijnen bij een gezond
terwijl ze zachtjes zijn arm beroerde.
U denkt er over na, of er geen uit
weg te vinden is en u ziet er maar
één. Ik zal weer terug moeten keeren
terug naar die menschen, die ik
haat en mijn vrijheid op de ge
wone manier zien te herkrijgen. En
ik zelf ik weet er ook niets anders
op. Door een ingeving van het
oogenblik ben ik hierheen gekomen
en teleurgesteld moet ik weer terug-
keeren, want ik ben nu weer tot
kalmte gekomen Het spijt me, maar
ik ben er toch bang voor, en ik zou
liever willensterven.
En ik begon hij. Toen hield
hij zich plotseling in, terwijl hij naar
de heuvels en bergen in de verte
wees. Daar zijn de kudden, zei hij.
Ik moet daarheen gaan Misschien
zal ik een week of langer wegblijven.
Wilt u me beloven bij mijn terug
komst nog hier te zijn
Ja, als u dat wilt.
Ja, dat zou ik willen.
Ze stond zóó dicht bij hem. dat
dat zijn lippen haar haar hadden
kunnen aanraken.
En als u terugkomt, zal ik
heen moeten gaan. Dat is de eenige
oplossing.
Dat denk ik ook.
Het zal moeilijk zijn. Misschien
ben ik toch wel laf. Maar om dit
alles te moeten doen..alleen....
U zult niet alleen zijn, ant
woordde hij op rustigen toon, terwijl
zijn blikken nog steeds gericht waren
op de bergen in de verte. Als u
gaat, dan zal ik met u meegaan.
Voor een kort oogenblik kwam
het hem voor, alsof haar adem
monetair stelsel gepaard aan een
gezonde handelsbeweging.
Het onderwerp monetaire moeilijk
heden leidde vanzelf tot een be
schouwing in vogelvlucht van wat
er zich te dien aanzien en tevens in
economisch opzicht momenteel in
Duitschland voordoet. Er zij slechts
vermeld, dat minister Colijn als zijn
overtuiging uitsprak, dat de zorgen
der voormannen in het Reich thans
wel heel groot moeten zijn en dat
er dan ook heel wat staatsmans-
beleid noodig zal wezen om zonder
gevaarlijke experimenten de econo
mische en finantieele moeilijkheden,
die men thans doormaakt te over
winnen.
Wat in het algemeen de interna
tionale monetaire situatie aangaat
gaf dr. Colijn te verstaan, dat deze
tengevolge van verschillende factoren
nog geenszins een stabiel karakter
vertoont. Een oplossing van de mone
taire problemen is ten slotte alleen
op deugdelijke wijze te bereiken als
eindelijk het gezond verstand in de
wereld zal gaan zegevieren en men
zal overgaan tot herstel van een
vrijer ruilverkeer.
De minister moest echter tevens
constateeren, dat helaas de wereld
hiervoor nog niet rgp schijnt te zijn.
Met betrekking op den economisch
finantieelen toestand in Nederland
merkte dr. Colijn op, dat de moeite,
die het kost om den gulden niet te
doen stijgen, nog eens duidelijk be
wust, dat op zich zelf beschouwd
hier te lande depreciatie niet noodig
was, doch moest daartoe onder de
bekende omstandigheden wel over
gaan, aangezien men nu eenmaal
niet in zijn eentje bridge kan spelen.
Ontegenzeggelijk valt er ook in
Nederland een opleving waar te
nemen, echter geheel en al los van
de depreciatie, want ook daarvoor
kon men dit verschijnsel reeds con
stateeren, wat o.m. mede uit de
werkloosheidscijfers bleek. Die op
leving is natuurlijk verblijdend, maar
zij mag toch geen aanleiding geven
om nu maar opeens te meenen dat
wij er zijn.
Zoo dient ment er zich ook reken
schap van te geven, dat zij ten deele
samenhangt met een zich elders
voordoende credietinflatie.
Voorzichtig financieel beleid, aldus
de conclusie van den minister
president, blijft dus vereischt.
zetel. Dan blijft er toch nog iets
van over. Want, ja, zie, van al die
naamkaartjes blijft er toch niets
over.... en een voor een vlogen ze de
kachel in. En de ouwe filosoof lachte
eens hartelijk....
En terug neergezeten in denzelfden
clubzetel, de beenen overeen, het
hoofd geleund op zijn rechterhand,
werd hij nu heel ernstig en hij medi
teerde als volgt
NieuwjaarNieuwjaarWat is er
eigenlijk nieuw nu vandaag buiten
mijn kalender en mijn memento
Al het overige vind ik integendeel
een jaar verouderdmjjn boeken,
mijn kleeren, mijn vrienden, mijn
kinderen, mijn memorie en heel mijn
persoontje.
En hoelang zal het nieuw zijn, het
jaar Ik heb er zoo al zeventig
nieuw gezien.... en met al die nieuwe
jaien ben ik stilaan oud geworden.
Nieuw en nieuw is oud.
We kunnen maar van nieuw
spreken in zooverre het vorige ver
oudert. Een nieuw jaar getuigt van
een oud jaar dat voorbij is. Meer
niet. Het eene is echt, en het andere
is nog maar enkel een mogelijkheid.
Van al dezen die nu nieuwjaar
wenschten hoeveel zullen er nog
overblijven 't volgend jaar. Chi lo sa?
En zie eens hoe arm de menschen
zijn: ze hebben niets anders aan te
bieden als wat wenschen.... En een
wensch.... is dikwijls zoo ver van de
werkelijkheid.... We staan immers
allemaal voor 't onbekende en 't
onzekere. Mysterie der onzekerheid,...
God alleen is zeker.... en Hij alleen
kent geen nieuwe jaren.... Hij is de
eeuwige, de onveranderlijke. Wat niet
vernieuwt, maar blijft wat het is
heeft nog de meeste waarde. Het
draagt reeds onsterfelijkheid in
zich.
En de ouwe filosoof keek met
strakke oogen naar de eeuwigheid-
zonder vernieuwing van jaarperioden.
En hij sloeg zijn bijbeltje open en
las over de novitas vitae waarover
S. Paulus schrijft, de vernieuwing
van het inwendig leven en over de
nova creatura, de nieuwe menschen,
die Christus' leer en Christus' gena
de van ons willen maken-
En van den heelen avond wou hij
geen enkel bezoek ontvangen.... Hij
had immers het bezoek ontvangen
van den Geest... die alle mensche-
lijken geest te boven gaat.
(De Waarheid)
De filosoof en zijn
Nieuwjaarskaartjes.
In 'n clubzetel, de beenen overeen,
't hoofd geleund op z\jn rechterhand
zit de ouwe filosoof te mijmeren....
Op zijn tafeltje ligt een stapel naam
kaartjes met nieuwjaarswenschen....
„....Hoeveel zouden er echt en ge
meend zijn M. kon niet anders. N.
dierf niet anders. O. mocht niet
anders van zijn vrouw. P. wou niet
anders (hg verwacht een zwaar
nieuwjaarfooitje en retour.) Q. meent
niets van 't geen hij zegt. R. meent
juist het tegenovergestelde van 't
geen hij wenschthij wenscht me
nog vele jaren en in den grond van
zijn hart zou hij liefst dees jaar nog
naar m'n begrafenis komen. S. is al
lang vergeten aan wie hij geschreven
heefthij had honderd dezelfde for
mules te schrijven aan verschillende.
T. stuurde een verkeerd kaartjein
zgn haast had hij het in een ver
keerden omslag gestoken. U. plakte
te weinig postzegels op zijn kaartje.
V, vergat té teekenen, zoo naamloos
vond hij zelf zijn wenschen. Z. was
zoo ontroerd dat zijn letters beefden
gelijk hij zelf. Die nam het nu veel
te ernstig op, om het juiste woord
te vinden.
En de oude filosoof peinsde voort
Lieve hemelwat een drukteen
wat een comedie
....En ik schrijf geen enkel kaartje
terug dit jaar.... daarHet geld dat
ik uitspaar geef ik met nieuwjaar
aan een armen mensch, en met den
tijd dien ik win, lees ik, jandorie,
liever een rozenhoedje hier in mijnen
stokte, toen hoorde hij plotseling het
geluid van een onderdrukten snik,
terwijl zij zich van hem afwendde en
op den drempel van de deur van
Nawadlook's kamer ging staan.
Eensklaps zag hij in haar oogen
dien gloed, dien hij er in gezien had,
toen hij in zijn droom en hand in
hand met haar over de steppen had
gedwaald, in die dagen van zijn
ontzettend groot verdriet, toen hij
haar dood had gewaand.
Ik ben blij dat ik juist in Ellen
McCormick's hut was dien dag, dat
u daar kwam, zei ze nu. En ik dank
God, dat Hij mij den moed gegeven
heeft tot u te komen. Ik ben nu voor
niets meer bang... omdat—, omdat
ik je liefheb, Alan.
En toen de deur van Nawadlook's
kamer achter haar dichtviel, ging hij
half wankelend het zonnelicht tege
moet, terwijl zijn hart met feil? slagen
bonsde en het hem voorkwam, alsof
de geheele wereld voor enkele oogen-
blikken stilstond.,..
XX.
Terwijl alles om hem heen in
zonneschijn scheen te baden, en de
bergen en de heuvelruggen als droom -
kasteelen uit den nevel oprezen, begaf
Alan Holt zich met Tautuk en Amuk
j Toolik op weg.
I Stampede, Keok en Nawadlook
deden hen tot aan de afsluithekken
uitgeleide, Stampede scheen het lang
niet onaangenaam te vinden als be-
j waker der bezittingen achtergelaten
te worden. In zijn binnenste had
zich langzamerhand een gewichtig
besluit gevormd, en hij voelde zich
diep onder den indruk, dat hij zoo
dicht stond voor een van de belang
rijkste gebeurtenissen, die er ooit in
zijn leven hadden plaats gevonden.
Toen Alan een paar minuten later
omkeek, zag hij, dat Keok en Nawad
look alleen stondenStampede was
verdwenen.
De rand van de kloof, waaruit
Mary Standish met wilde bloemen te
voorschijn was gekomen, vormde
weldra een scheidsmuur tusschen
Alan en Sokwenna's hutvóór hem
strekte de rechte weg naar de bergen
zich uit, welken hij volgde met
Tautuk en Amuk Toolik, vergezeld
van een karavaan van zeven bepakte
rendieren, die het noodige voor de
herders meedroegen.
Alan had nauwelijks een woord
tot de heide mannen gesproken. Hij
wist, dat de innerlijke kracht, die
hem naar de bergen dreef, niet alleen
de ingeving van een oogenblik was,
maar ook als iets noodzakelijks be
schouwd moest worden. Bijna dron
ken van ge'uk moest hij zich bij
iedere stap dien hij deed, geweld
aandoen om niet op zijn schreden
terug te keeren Hij had een intens
verlangen zich geheel aan zijn zwakte
over te geven, en te vergeten, dat
Mary Standish getrouwd was.
Bijna had hij zich door zijn egoïsme
en hartstocht laten meesleepen, toen
zij daar, op den drempel van de deur
van Nawadlook's kamer stond en
hem gezegd had. dat ze hem lief
had. Een ijzeren hand had hem naar
buiten gedreven en het was dezelfde
ijzeren hand, die hem dwong zijn
Het vorige jaar maakten we 't
droevige geval mee, dat reeds voor
den winter veel boeren hun aardap
pelen uit de kuil moesten halen,
want de aardappelkuilen vielen in,
omdat ze zoo ellendig veel rotten.
Zoo zagen we naast de oude half
verrotte kuil een nieuwe verrijzen,
maar van zooveel kleiner formaat.
Waar lag dat toch aan
Elke plant, elk zaad, maar ook
elke aardappel haalt adem zoolang
ze leeft, of kan kiemen.
B\j het ademhalen geven de men
schen en dieren water af. Adem
maar eens op een koude ruit. Zoo
geven de aardappels ook water af
bij de ademhaling. Zgn de aardap
pelen nog niet rijp, als we ze uit
doen, dan halen ze nog 't sterkste
ademze worden zelfs groen, als ze
in het zonlicht komen liggen, de
smaak bederft dan geheel.
Als we zulke aardappelen aan een
hoop schudden, dan leveren die een
groote massa water bij de adem
haling. Zijn ze wel rijp geweest, dan
is de hoeveelheid water die ze leve
ren natuurlijk minder.
Behalve water, levert een plant
bij de ademhaling warmte. Een
kachel, die hard trekt of snel adem
haalt, levert veel warmte, trekt ze
minder hard, dan levert ze minder
warmte. De duizenden aardappels
aan een hoop, zijn even zooveel
kleine kacheltjes, die bij hun adem-
ELK JAAR OPNIEUW HAD ZIJ
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
heeR zij die nu neoll meer!
\'m'tWas een gruwelijke last en het leed
1 zeer. Het bloed stond er al
tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op. het beet geweldig, maar tel-
tkens kwamen de kloven terug. Gewone
fiuid-crêmes hielpen mij evenmin. Maar
nu heb ik geen last meer ervan. Nu
wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster'.
y balsem er op. Dat doet géén zeer en
de huid is en blijft prachtig glad èn
gezond, ook at kom ik met mijn han-
F den vaak In het water. Het was ee/p
■■A a J-
0KKPD'C ORIGINEEL TtR INZAQC
„Geen goud zoo goed" 8
Onovertroffen bljbrand-en snljwonden
Ook ongeëvenaard als wrUfmiddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en 1.04
BON voor inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij. L. I. Akker, R'dam
haling warmte leveren. Met hun
duizenden leveren zij dus veel warmte.
In zoo'n aardappelhoop wordt dus
warmte en vocht geleverd. We dek
ken ze eerst af met stroo, en dan
flink grond er over. Het zaakje is
klaar. Het water en de warmte kun
nen bijna niet meer uit den hoop
en de rottingsbacteriën hebben
precies waar ze behoefte aan heb
ben vocht en warmte. Zie hier de
verklaring van de vele ingezakte
aardappelkuilen van het vorige jaar.
Hoe kunnen we dat nu voorkomen?
Op de eerste plaats rijpe aard
appels inkuilen, die al lang genoeg
uitgedaan zijn om de snelle adem
haling wat tot rust te hebben laten
komen, Op de tweede plaats de
aardappels licht dekken, vooral de
laag grond dun genoeg nemen. De
warmte en het vocht hebben de kan3
om te ontsnappen, dus de tempera
tuur wordt in den hoop niet te hoog
en de vochtigheid evenmin, dus de
rottingsbacteriën hebben minder
kans om met hun werk te beginneu.
En als het gaat vriezen Dan
maken we de grondlaag zoo dik en
dekken desnoods met rauwigheid nog
meer af, zoodat de vorst niet in den
hoop kan komen. Als de aardappels
een paar dagen op het veld blijven
liggen worden ze wel eens met 't
loof afgedekt. Bijna altijd ls loof
aangetast door de aardappelziekte.
Bg regen komt die ziekte ook aan
de aardappels en dit bevordert ook
al sterk het rotten, als deze ziek
geworden aardappels later in den
kuil komen.
De zeereerwaarde Pater Gabriel
Haider te Hall in Tirol zo lezen
wij in een Tirools Derde-Orde-tijd-
schrift die lange jaren in het
missiecollege Tarata (Bolivië) heeft
vertoeft en zodoende goed Spaans
kent, had aan het Franciscaner-
klooster te Sevilla inlichtingen ge
vraagd, hoe het met onze mede
broeders in deze zware oorlogsdagen
stond.
Met Allerheiligen ontving hg een
tamelgk uitvoerig antwoord, dat op
19 October geschreven was. Het
schrijven luidt aldus
Klooster van Onze Lieve Vrouw
van Loreto, Sevilla.
Pater Gardiaan heeft juist uw
ge'aat naar de bergen te richten,
niettegenstaande nog voortdurend die
woorden in zijn ooren klonken, die
een geheele wereld van zaligheid
voor hem hadden uitgemaakt.
Hij wist, dat wat dien morgen
gebeurd was, niet slechts een belang
rijk en ingrijpend voorval in een
menschenleven was, maar dat het
voor hem een oneindig grootere
beteekenis zou hebben. Zelfs het
meisje zou dit niet kunnen begrijpen.
Hij bad behoefte aan eenzaamheid
om krachten te verzamelen en weer
tot zijn gewone kalmte terug te
keeren, ten einde het moeilijke vraag
stuk, dat hem wachtte, op te lossen,
waardoor de stoïcijnsche rust, die
langzamerhand in de bergen over
hem gekomen was, tijdelijk verstoord
was geworden.
Het overweldigende van zijn geluk
maakte hem bijna krankzinnig. Alles,
wat hij gedroomd bad in den tijd,
dat hij haar dood waande» was
bewaarheid geworden, het was hem,
alsof hij de oude idylle tusschen zijn
vader en zijn moeder weer herleven
zag. in de liefde, die hij daar in
Nawadlook's hut gevonden had. En
hij was bang om weer terug te keeren.
Terwijl hij aan het hoofd van de
karavaan voortging, begon hij te
lachen, een gelukkigen, toomloozen
lach, en tegelijkertijd kwamen er bij
die uitbarsting woorden op zijn lip
pen, woorden alleen voor hemzelf
bestemd, die hem zeiden, dat Mary
Standish hem toebehoorde, en dat
1 hij, zoolang hij leefde, voor haar
strijden zou, om haar te kunnen
behouden. Toch ging hij verder, de
bergen tegemoet, en hij liep zoo vlug,
dat Tautuk en Amuk Toolik met de
rendieren geleidelijk meer van h;m
verwijderd geraakten, zoodat bij
oogenblikken heele stukken steppen
tusschen hen in lagen.
Met opzet bleef bij, in gedachten
verdiept, dien afstand tusschen hen
bewaren en ten slotte was hij trotsch
op de overwinning, die hij op zich
zelf behaald had en de rechtvaardige
wijze, waarop hij Mary Standish
behandeld had. Zelfs in deze oogen
blikken kon hij baar niet beschouwen
als Mary Graham. Maar niettegen
staande dit, was zij toch Graham's
vrouw.
En als hij op dat oogenblik van
haar zalige bekentenis, toen ze daar
in Nawadlook's deur stond, zich had
laten gaan en wanneer hij misbruik
had gemaakt van het vertrouwen,
dat in haar woorden lag opgesloten,
zou hij afgedaald zijn tot hetzelfde
peil als John Graham. Als hij eraan
dacht, hoe weinig hef gescheeld had,
dat hij toegegeven aan zijn krank
zinnig verlangen haar terug te roepen
en haar ^eer in zijn armen te druk
ken, zooals hij dat gedaan had in de
katoenbosschen, steeg het warme
bloed hem naar het hoofd.
Iets machtigers dan zijn zucht tot
zelfverdediging, had hem naar de
open deur van de hut gedreven. Het
was Mary Standish zelf, haar
moed, het groote vertrouwen en de
liefde, die in haar oogen schitterde
en haar achting voor hem als man.
Ze was niet bang geweest, om hen»
te zeggen, wat er in haar omging,
omdat ze vooruit had geweten hoe