Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. ASPIRIN PAREL DER PEEL De eerste proef met het stelsel der collectieve veilig heid faalde. Buitenland. Binnenland. Provinciaal Nieuws Zaterdag 25 April 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 17 Onze Karnemelk en Karnemelkspap een heerlijk en voortref felijk voedsel voor jong en oud. Coöp. Zuivelfabriek „VENRAY" PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS1 tot 8 regels 60 ct. per regel 7Vz ct. Bij contract groote reductie. Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct. Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent. een frissche drank, een gevraagde lekkernij, een zeer voedzaam product, overal verkrijgbaar. Toch is er reden tot hoop en vertrouwen. Abessinië vormde geen dankbaar object van bescherming. De ondervindingen van onze ambulance. De Volkenbondsraad heeft van de week kennis genomen van de mislukking der vredespoging der vredespoging van de Commissie van Dertien en is toen... zonder verdere besluiten te nemen uit eengegaan. De bestaande sancties blijven gehandhaafd, maar tot nieuwe heeft de Raad niet durven besluiten. Men kan zeggen, dat de Volkenbond z'n best beeft gedaan omwille van Abessinië, maar dat zulks niet heeft kunnen verhinderen, dat het land thans tóch onder de voeten wordt ge- loopen door de Italiaansche legers. Er is over de mislukking dezer proef met het stelsel der collec tieve veiligheid veel geweeklaag en groot misbaar. Thans zou het naar het oordeel van velen, ge daan zijn met den Volkenbond... Is er gegronde reden, zoo zou den we willen vragen, voor zulke ontmoedigende conclusie En: had de Volkenbond méér kunnen doen, dan hij gedaan heeft? Wie den wereldvrede wil ver zekeren, kiest zich een ontzaglijk groot en belangrijk doel. Zou hij zijn streven als mislukt moeten beschouwen, als de eerste stap, welke werd gezet, nog niet aanstonds tot de zege leidde Kom tochWij menschen, we hebben allemaal onze idealen en we streven individueel allen om bepaalde dingen te bereiken. Hebben we ooit verkregen wat we zochten, zonder dat we tegen stand en teleurstelling moesten overwinnen Het zou niet meer en niet minder dan een wonder dan een wonder zijn geweest, wanneer het stelsel der collectieve veilig heid, zooals dat in Genève was opgebouwd, reeds aanstonds vol maakt in zijn werking was ge bleken. Is het Volkenbondsoordeel in deze zaak en zijn de sancties, welke tegen Italië werden toege past, zonder eenige uitwerking gebleven Volstrekt niet. Het land van den Duce is door deze sacties economisch zóó zwaar getroffen, dat de regeering te Rome nooit haar handen in het Abessinische wespennest zou hebben gestoken, als ze den prijs voor deze onderneming vooraf zou hebben gekend. Ze zou on getwijfeld ook nog gaarne zijn teruggetreden, als ze daartoe uit prestige-overwegingen had kun nen besluiten. Het voordeel van de tegen Italië gevoerde Volkenbondsactie is, dat regeeringen, die nog eens door aanvalsplannen bezield mochten worden, thans weten welke ontzaglijke bezwaren haar door den internationalen vredes wil in den weg kunnen worden gelegd. Met dat alles, zoo zal men kunnen opmerken, is Abessinië niet gered. Inderdaad. Maar zou Abessinië te redden zijn geweest met nieuwe scherpe sancties? Deze laatsten zouden geheel Em ropa in een wanhopigen oorlog tegen elkaar hebben gedreven en zulken prijs mag ons de zelfstan digheid van het zwarte keizerrijk niet waard zijn. Laten we ons nuchter stellen en houden tegenover realiteiten. De overweldiging van Abessinië door Italië is en blijft principieel te veroordeelen,- maar een groot meelij om die overweldiging met het Abessinische volk, is o.i. misplaatst. Het overgroote deel der inwoners van het zwarte keizerrijk leefde in een afhanke lijke staat, welke ongetwijfeld erger was dan het juk der Ita lianen kan zijn of worden. Uit de verhalen van leden der Nederlandsche ambulance heeft men kunnen leeren, dat groote streken van het land worden be volkt door volstrekt onbeschaaf- den, door wilden en roovers. De duizendjarige heerschappij van den Leeuw van Juda en den koning der koningen heeft er blijkbaar niet toe kunnen leiden dat aan zijn tien millioen onder danen een klein beetje sociaal welvaren en menschengeluk werd bijgebracht. Als deze Leeuw van Juda nog eens duizend jaren had geregeerd, zouden de Abes sinische stammen vermoedelijk nog niet veel anders en beters hebben gedaan dan elkaar be vechten en begappen. Alle koloniale politiek is met onrecht tegenover de inheeinsche bevolking begonnen, maar meest al is zij die bevolking ten zegen geworden. Door vreemde over weldiging is ze tot zooveel ont wikkeling en zulk sociaal welva ren gekomen, dat ze meer en meer rijp wordt voor het her winnen van de zelfstandigheid, welke ze eens verloor, maar thans beter zal kunnen benutten. Het is een belang van het Abessinische volk, dat zijn land tot exploitatie wordt gebracht, maar dat zou onder den Leeuw van Juda nooit zijn geschied. Nogmaals: dat alles praat den veroveringszin van Italië niet goed. juist door den Volkenbond zou Abessinië misschien eens op vreedzame wijze tot de ontwik keling zijn kunnen komen, waar Italië het thans toe forceert. Indien het Rome van Mussolini haar beschavingstaak in het ver overde gebied ernstig opneemt, dan ontlast ze den jongen Vol kenbond van een zeer zwaar werk want hoe moeilijk men zich onder de wilde stammen van dit Amerikaansche land ten nutte kan maken, ook dat leerden de onder vindingen van onze Nederland sche ambulance. Grimbeert de Das schetste dat op treffende wijze in de Msb. „Dr. van Schelven, zei hij, is gewond en uitgeput teruggekeerd uit Abessinië en hij moet tegen over een journalist verklaren „Wij hebben wel iets bereikt, doch naar verhouding van het geld, de moeite en inspanning, is dit toch eigenlijk bitter weinig. Dr. van Schelven is een be scheiden man. Hij spreekt niet over de menschenlevens, die voor dit geringe resultaat op het spel werden gezet, terwijl hij toch zelf thuiskwam met een door schoten long. Hij stelt de vruch ten van de opofferingen onzer landgenooten zoo gunstig moge lijk voor en zegt, dat er zeer veel informatief werk is gedaan Een edelmoedige bevlieging verslond groote sommen geids en schatten van persoonlijk idea lisme, waarbij het practisch nut gering is gebleken. Het moge voor ons, Nederlanders, een les zijn. Want dezer dagen was in de bladen nog een tweede dokter aan het woord: de Alkmaarder Dr. Thyssen, een gewezen plan ters-arts, die nu elk jaar voor eenige maanden naar Indië gaat om in de binnenlanden van Atjeh de vele ooglijders onder de in- Iandsche bevolking te helpen. Het is verbazingwekkend wat hij er met geringe middelen in korten tijd presteert. Hij maakt vele blinden ziende en weet bij taltoozen de kwalen te stuiten in het anders noodlot tige verloop. Er zijn in Indië maar 24 oog artsen; als Nederland er in ver houding evenveel had, zouden er hier niet meer dan 4 zijn. De 1200 artsen in Indië missen de noodige oogheelkundige kennis om de eenvoudige en doeltref fende operaties te doen, zooals onze huisartsen vroeger deden, toen er nog geen oogspecialisten waren. Wat een werk is er dus nog te doen in onze eigen koloniën Met de Abessiniërs hebben wij tenslotte als volk niets te maken, maar de Atjehers hebben wij in een strijd van jaren bloedig on derworpen aan het Nederlandsche gezag. Wij dragen derhalve tegenover dit volk een groote zedelijke verantwoordelijkheid. Md. DE ONLUSTEN IN PALESTINA. De onlusten in Palestina, die vol gens officieele mededeelingen tot dusver aan twaalf Joden en vier Arabieren het leven hebben gekost, terwijl drie-en-zestig Joden en veertig Arabieren werden gewond, laaien op verschillende plaatsen, vooral in Jaffa en Tel Aviv, steeds weer op ea leiden tot gewelddadigheden, moord aanslagen en brandstichting. Aan de scherpe maatregelen, die door de autoriteiten genomen zijn, is het evenwel te danken, dat het althans bij de begrafenis van de slachtoffers der jongste onlusten in Tel Aviv en Italië niet tot nieuwe vechtpartijen is gekomen. Daarentegen werden de laatste dagen gekenmerkt, door een groot aarital branden, die door de Arabie ren in Joodsche winkels werden gesticht. Men kan van een waren Joodsch-Arabische brandstichters- oorlog spreken, daar de Joden gelijk soortige maatregelen nemen ten opzichte van Arabische zaken. De vertegenwoordigers der binnen- landsche en buitenlandsche pers te Jeruzalem werden door de regeering vermaand, in hun berichtgeving over de onlusten een zoo groot mogelijke terughoudendheid te betrachten, ten einde de stemming onder de bevol king nog niet meer te verhitten. De Joodsche en Arabische pers werd nog bijzonder op het hart ge drukt, geen valsche voorstelling van de gebeurtenissen te geven, onbe vestigde berichten niet te publiceeren en geen ophitsende artikelen de wereld in te sturen. Dat aan de anti-Joodsche actie veel meer dan een plaatselijke be- teekenis moet worden toegekend, blijkt wel hieruit, dat op een te Jeruzalem gehouden Arabische demonstratie besloten werd, aan de Arabieren in Syrië een oproep te richten, om hun solidariteit met hun broeders in Palestina tot uiting te brengen door groote betoogingen en op deze wijze hun dank te betoonen voor den steun, dien de Arabier-en van Palestina hun bij de jongste onlusten in Syrië hebben gegeven. In verband met de voortdurende spanning heeft de hooge commissaris besloten, den staat van beleg te handhaven. Troepen handhaven de orde in volkrijke streken en de treinen rijden onder bewaking van militairen. Alle winkels zijn gesloten. De oorzaak van de ongeregeld heden schijnt gelegen te zijn in den moord, op den Jood Israel Hazzah op den weg van Tulkaram door roovers gepleegd. Deze moord wekte groote ontevredenheid en demon straties. LAATSTE WANHOPIGE STRIJD OM HET BEHOUD VAN ADDIS ABEBA. Buitenlandsche waarnemers en miiitaire deskundigen verklaren, dat men de afweermaatregelen, welke momenteel in de hoofdstad worden getroffen, inderdaad ernstig moet nemen en dat de negus voornemens is, met alle hem ten dienste staande krachten een laatsten, vertwijfelden strijd in de residentie te voeren, In tegenstelling tot andersluidende berichten, zal de regeering voorloo pig in de hoofdstad gevestigd blijven en haar zetel niet naar een andere plaats verleggen. Zij is zelfs voor nemens, net zoo lang in de hoofdstad te vertoeven, totdat ze door de Ita lianen zal worden verdreven. De Abessyniërs verwachten, dat het hun door middel van een blok keering van den Italiaanschen op. marsch op een daarvoor gunstig punt van den weg DessieAddis Abeba, zal gelukken, den aanval op de hoofdstad te vertragen. Zij zouden alles in het werk willen stellen, den Italianen te verhinderen, voor het begin der regenperiode de residentie binnen te rukken. Volgens berichten van het Noord front zetten de Italianen er evenwel alles op, om Addes Abeba nog voor het invallen van de groote regens te bezetten. Uit Ankober, dat in een bergkam is gelegen en van waaruit men een uitstekend overzicht heeft op de Italiaansche opmarschlinie wordt o.a bericht, dat Italiaansche wegarbei- ders dag en nacht met koortsach- tigen ijver bezig zgn met het aan leggen en versterken van wegen, om het transport van zwaar geschut mogelijk te maken. Des nachts wordt gewerkt onder het helle schijnsel van sterke schijn werpers. HEVIGE GEVECHTEN. Bij Warra Hailoe, dat op 250 K.M. ten Noord-Oosten van Addis Abeba is gelegen, zijn hevige gevechteD geleverd. Men meldt, dat de Abes syniërs van de stad uit een vertwij felden opmarsch zijn begonnen tegen de Italiaansche linies en dat het hun zou zijn gelukt, den Italianen zware verliezen toe te brengen. De aankomst van den Abessy- nischen kroonprins in de residentie heeft bereids een zichtbaren invloed ten goede uitgeoefend op de stem ming in de stad. De bevolking is weder zichzelf geworden en ook het vertrouwen is teruggekeerd. Het gerucht, dat de kroonprins bezig is, een nieuw leger te werven, aan het hoofd waarvan hij tegen de Italianen wil optrekken, heeft ver oorzaakt, dat van alle zijden groote scharen vrijwilligers naar Addis Abeba stroomen, om zich bij dit leger in te doen lijven. DE WERKZAAMHEDEN VAN ABESSYNISCHE ZIJDE. Men is thans van Abessynische zijde begonnen de wegen, welke naar de hoofdstad leiden, op te blazen. Honderden Abessynische arbeiders zijn druk aan het werk, den Tarma- buhr-pas, welke Dessie met Addis Abeba verbind, in de lucht te doen springen. Italiaansche bombardementsvlieg tuigen doen weliswaar hun uiterste best, om de vernietiging der wegen te verhinderen, doch zij kunnen zeer weinig uitrichten, wijl de Abessyni- ers zeer voorzichtig te werk gaan en bovendien nog het voordeel hebben van een lichten nevel, die voortdurend over de bergachtige streken ligt. Zoodra de nevel wegtrekt, verber gen zij zich zoo snel mogelijk in rotsholen. Als de Abessyniërs een maal goed en wel in hun schuil plaatsen zijn aangekomen, dreunen de Italiaansche bommenwerpers door de lucht, die dan meestal onverrich ter zake naar hun bases terug kunnen keeren. Onmiddellijk nadat twee vracht auto's van de Nederlandsche Roode Kruis-ambulance den pas waren door gegaan, had de eerste explosie plaats. Dientengevolge zou de pas zoodanig zijn vernietigd, dat thans reeds de verbinding tusschen Dessie en Addis Abeba volkomen is verwoest. Tegelijkertijd heeft men den straat weg ook op andere plaatsen doen springen. Daarenboven heeft men nog een aantal bergriviertjes buiten hun oevers laten treden, zoodat de weg voor een groot deel is overstroomd en in een onbegaanbaren modder poel is veranderd. Parallel met deze werkzaamheden arbeidt men aan de versterking van den pas. Men heeft reeds berggeschut in stelling gebracht. De Abessyniërs hopen, dat deze afweermaatregelen in den pas voor de Italianen een onoverkoombare hinderpaal zullen vormen. Naar de meening van deskundigen is het nauwelijks mogelijk te achten dat de Italianen de Abessynische hoofdstad voor midden Mei zullen kunnen bereiken. komen bij ons klimaat ge regeld voor; hajOjoui stiuoU tuejZpt het product van vertrouwen. HET OVERLIJDEN VAN DEN KAMERVOORZITTER. Wanneer aan het graf van een doode schoone woorden worden geuit, dan worden de grafredenaars vaak meer bewogen door de waarde van het spreekwoord„Nil nisi bene de mortuis" dan van de werkelijke ver diensten van hem of haar, die heen ging uit het leven. „Niets dan goeds over de dooden" is het lijkkleed dei- christelijke liefde. Helaas echter wordt het spreekwoord ook vaak verkeerd toegepast en verstaat men het als een aanwijzing om vooral nog van niets goeds te getuigen, voor iemand dood is. Jhr. Ruys de Beerenbrouck, de overleden voorzitter van de Tweede Kamer en drie maal minister-presi dent geweest in een recent verleden, heeft van alle zijden groote waar deering voor zijn persoonlijkheid mogen oogsten, toen de dood hem aan ons land had onttrokken en daarbij is evenzeer van alle kanten getuigd, dat de lof niet als een tra- ditioneele posthume hulde was bedoeld maar als een erkenning van werke lijke belangrijke hoedanigheden en gestelde daden. Het deed ruiterlijk aan, dat sommige dagbladredacties daarbij de verontschuldiging uit spraken voor den overledene bij zijn leven aangedaan ongelijk. Inderdaad is dat ruiterlijk, maar evenzeer is het toch jammer, dat men de gelegenheid heeft verzuimd om het bedoelde onrecht nog tijdens het leven van Jhr. Ruys te herstellen. De overledene heeft jaren lang aan heel veel critiek blootgestaan en dat op zich zelf is niet erg, het is het deel van eiken staatsman en Ruys kon critiek verdragen. Ook Colijn b.v. spaart men in dat opzicht niet, maar zijn tegenstanders geven gewoonlijk toe, dat hg, ondanks wat dan ook toch een groot man is. Het geen we ten volle beamen. Ruys echter heeft aan een eer- roovende critiek bloot gestaan. Hij is lui geheeten, een man, die alles onverschillig over zich heen liet gaan, gevoelloos, een mensch zonder bestuurlijke kwaliteiten. En nu er kennen zijn critici, dat ze zich vroeger hebben vergist en dat ze de natuur van Ruys hebben misverstaan. DE V. D. EN DE NATIONALE VERDEDIGING. Van de pauze in het parlementaire werk -r- dat deze week intusschen weer werd hervat door de Eerste Kamer hebben de Vrgz. Demo craten gebruik gemaakt om in een speciaal congres hun standpunt van eenzijdige ontwapening te herzien. En daar zijn ze in geslaagd. Ze hebben zich aangepast aan den geest van den tijd en aan de leidende ge dachte der nationale regeering, waarvan de Vrgz. Democraten Oud en Slingenberg, zoo geen steunpilaren dan toch schoone ornamenten zijn. 't Is tegenwoordig niet alleen de tactiek, welke verandert met den tijd, maar het zijn blijkbaar ook de beginselen. Enfin, de Volkenbonds gedachte helpt op gelukkige wijze den ommezwaai maskeeren, welke Vr. Democx-aten thans hebben vol voerd en voor welke de socialisten nog aan het oefenen zijn. Beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald. Wie nationale ver dediging niet principieel verwerpt, doch ze alleen wenscht te aanvaarden als de omstandigheden deze noodig schijnen te maken, die schopt de boel slechts in de war, want hij beloopt het risico, dat hem geen tijd wordt gelaten om de verdediging voor te bereiden of te voltooien. TWEEDE ANTI-L A W A AI- CONGRES. Het lijkt ons een aanwijzing, dat we ten onzent nog maar weinig ge legenheid hebben om ons met waar lijk ernstige zaken b.v. de econo mische opleving betreffende bezig te houden, nu men tijd en lust vond om in Delft het tweede anti-lawaai- congres te organiseeren. Kwam er maar wat meer leven in de brouwerij. Klonken er maar roffels van hamer slagen en gilden ze maar, de sirenes van onze fabrieken. We zouden het lawaai wel verdragen, dat ons sprak van arbeid, brcod en welvaartWe versuffen in het niets-doen en daarom hindert ons het incidenteelerumoer! GEEN ECONOMISCHE PERSPECTIEVEN. In België verkondigt Van Zeeland, dat de regeering de crisis heeft over wonnen, in Engeland boekt de regee ring overschotten op de rekening en vermindert de nationale schuld aanmerkelgk. Zweden lijkt een dorado. En wij blijven maar zakken in den crisisput. Het schijnt, dat we wat werk hebben opgedaan in Mexico, den aanleg van een spoor weg betreffende. Het zijn echter niet onze arbeiders, die dat werk zullen uitvoeren, ten hcogste vijftien ingenieurs zullen er aan den slag kunnen komen. In Beverwgk werd een groote sigarenfabriek gesloten en toch is de sigarenindustrie nog een onzer beste bedrijven. Aan het 900 man sterke personeel van de glasfabriek te Leerdam is ontslag aangezegd en als hier door medewerking van de regeering een nieuwe ramp alsnog is af te werpen, dan kan het alleen op een ongezon- i de wijze geschieden, door directe financieele overheidshulp n.l. aan een particulier bedrijf. De regeering er huiverig voor en we kunnen ons dat begrijpen. Waar leidt het toe het is al meermalen voorgeko men, dat industrieelen een boodschap naar Den Haag zondenhelpen, óf we moeten zóóveel arbeiders op straat zetten. Het is afdwingen van steun, met oprechte bedoelingen of.... onoprechte. Maar meer en meer gaat het maatschappelijke leven loopen op onderhoud door de overheidhet land wordt topzwaar door zijn schulden, we storten straks ineen op het oogenblik, dat de rest van de wereld juist weer overeind is ge komen. VENRAY, 25 April 1936. IN MEMORIAM H. J. C. TIMMERMANN. J.l. Woensdag werd alhier het stoffelgk overschot van den Heer H. C. J. Timmermann, inleven Gemeente- Architect en Directeur der Gemeente werken, ten grave gedragen. Enorm was de belangstelling, die spontaan overal getoond werd. Meerdere kransen bedekten de lijkbaar, die gedragen werd door het personeel der Gemeentewerken. Van het Bureau Gemeentewerken woei de rouwomfloerste vlag halfstok. De kransen droegen op de linten hun herkomst, alsde Buren, de Brand weer aan hun Opper, de Gemeente werken aan hun Chef, Polyhymnia aan hun Beschermheer. Het was duidelijk te zien, dat de sympathie, welke de Heer Timmer mann genoot, algemeen was en heer lijk was de toon, die men beluisteren kon in de gesprekken der arbeiders, die ronduit verklaarden in den Heer Timmermann niet hun Directeur maar hun Beschermer verloren te hebben. De Heer Timmermann is ongeveer 20 jaar als Gemeente-Architect en Directeur der Gemeentewerken werk zaam geweest, in welke periode in Venray van hem zeer veel gevergd werd. Denkt slechts aan den scholen bouw, de aanlegen verbetering van wegen en voetpaden, de zooveel om vattende stichting van het Peeldorp Ysselsteyn, de Peelontginning, de aanleg van parken en plantsoenen, de rioleering, kortom te veel, veel te veel om hier nog maar beknopt, op te sommen, waarbij nog moet opgemerkt worden, dat er in dien ambtstijd in Venray meer gebouwd is, dan in welken voorafgaanden tijd ook, waarbij hij over al die bouw plannen het College van B. en W. van advies dienen moest. In den begrafenisstoet zagen we het College van Burgemeester en Wethouders met den geheelen Ge meenteraad, de Gemeentesecretaris met Secretarie-personeel, het Bestuur van het St. Antoniuspatronaat, waar aan de ontslapene lesgaf, de leden van den Aannemersbond, het Gem. Koor „Polyhymnia", de Brandweer, meerdere Zeereerw. Priesters, waar onder Pater Guardiaan der Fran ciscanen en den Rector van het Studenten-Gymnasium alhier, meer dere notabelen en tal van vrienden en kennissen van den overledene. De plechtige Mis van Requiem werd opgedragen door den H. E. Heer Deken Berden met de kapelaans Theunissen en Linssen aan het hoofdaltaar, terwijl aan de zijaltaren door de Weleerw. Paters Smits, zwagers van den overledene, stille H. Missen werden opgedragen. Het groote kerkgebouw, dat in diepen rouw gehuld was, was tot in de uiterste hoeken gevuld, die onge twijfeld een hartelijk gebed gestort hebben, opdat Hrj ruste in vrede. VOLKSCONCERTEN in 1936. De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis, dat de in 1936 te houden Volksconcerten zijn vast gesteld als volgt I. Zondag 17 Mei, 7 uur namiddag Venray's Harmonie Henseniuspl. 2. Zondag 24 Mei, 7 uur namiddag Fanfare Ons Genoegen, Oirlo, Henseniusplein. 3. Zondag 7 Juni, 6 uur nam. Fan fare St. Oda, Merselo te Merselo 4. Zondag 21 Juni, 8 uur namiddag Venray's Harmonie, Henseniuspl. 5. Zondag 5 Juli, 8 uur namiddag, Fanfare St. Catharina, Leunen, Henseniusplein. 6. Zondag 12 Juli, 8 uur namiddag, Harmonie Sub Matris Tutela, Oostrum te Castenray. 7. Zondag 19 Juli, 8 uur namiddag, Venray's Harmonie, Henseniuspl. 8. Zondag 26 Juli, 6 uur namiddag, Fanfare St. Oda, Merselo, Hen seniusplein. 9. Zaterdag 15 Aug., 8 uur nam., Venray's Harmonie, Gr. Markt. 10. Zondag 23 Aug,, 6 uur namid. Fannfare Ons Genoegen, Oirlo, te Oirlo. 11. Maandag 31 Aug., S uur nam, Venray's Harmonie, Gr. Markt. 12. Zondag 6 Sept. 8 uur nam. Fan fare St. Catharina, Leunen, Gr. Markt. 13. Dinsdag 15 Sept. 5 uur nam. Harmonie Sub Matris Tutela, Oostrum te Oostrum. 14. Dinsdag 20 Sept., 8 uur nam., Venray's Harmonie, Gr. Markt. Venray, 21 April 1936. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO. VUILNISBELT. De Burgemeester van Venray brengt ter algemeene kennis, dat als plaats waar vuil, asch of afval mag worden gestort van gemeente wege is aangewezen een OMRAS TERD GEDEELTE VAN PERCEEL SECTIE C 2440, gelegen nabij den MAASHEESCHE WEG. Alléén binnen het omrasterd ge deelte mag derhalve puin enz. wor den gestort. Het storten van puin elders in de gemeente is TEN STRENGSTE VERBODEN en zal bg overtreding van dit verbod procesverbaal worden opgemaakt. Venray, 22 April 1936. De Burgemeester van Venray, O. VAN DE LOO.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 1