Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
ASPIRIN
PAREL
DER PEEL
De eerste proef
met het stelsel der
collectieve veilig
heid faalde.
Buitenland.
Binnenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 25 April 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 17
Onze Karnemelk
en Karnemelkspap
een heerlijk en voortref
felijk voedsel voor jong
en oud.
Coöp. Zuivelfabriek
„VENRAY"
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS1 tot 8 regels 60 ct.
per regel 7Vz ct. Bij contract groote reductie.
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct.
Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent.
een frissche drank,
een gevraagde
lekkernij,
een zeer voedzaam
product,
overal verkrijgbaar.
Toch is er reden tot hoop
en vertrouwen. Abessinië
vormde geen dankbaar
object van bescherming.
De ondervindingen van
onze ambulance.
De Volkenbondsraad heeft van
de week kennis genomen van de
mislukking der vredespoging der
vredespoging van de Commissie
van Dertien en is toen... zonder
verdere besluiten te nemen uit
eengegaan. De bestaande sancties
blijven gehandhaafd, maar tot
nieuwe heeft de Raad niet durven
besluiten. Men kan zeggen, dat
de Volkenbond z'n best beeft
gedaan omwille van Abessinië,
maar dat zulks niet heeft kunnen
verhinderen, dat het land thans
tóch onder de voeten wordt ge-
loopen door de Italiaansche
legers.
Er is over de mislukking dezer
proef met het stelsel der collec
tieve veiligheid veel geweeklaag
en groot misbaar. Thans zou het
naar het oordeel van velen, ge
daan zijn met den Volkenbond...
Is er gegronde reden, zoo zou
den we willen vragen, voor zulke
ontmoedigende conclusie En:
had de Volkenbond méér kunnen
doen, dan hij gedaan heeft?
Wie den wereldvrede wil ver
zekeren, kiest zich een ontzaglijk
groot en belangrijk doel.
Zou hij zijn streven als mislukt
moeten beschouwen, als de eerste
stap, welke werd gezet, nog niet
aanstonds tot de zege leidde
Kom tochWij menschen, we
hebben allemaal onze idealen en
we streven individueel allen om
bepaalde dingen te bereiken.
Hebben we ooit verkregen wat
we zochten, zonder dat we tegen
stand en teleurstelling moesten
overwinnen
Het zou niet meer en niet
minder dan een wonder dan een
wonder zijn geweest, wanneer
het stelsel der collectieve veilig
heid, zooals dat in Genève was
opgebouwd, reeds aanstonds vol
maakt in zijn werking was ge
bleken.
Is het Volkenbondsoordeel in
deze zaak en zijn de sancties,
welke tegen Italië werden toege
past, zonder eenige uitwerking
gebleven Volstrekt niet. Het
land van den Duce is door deze
sacties economisch zóó zwaar
getroffen, dat de regeering te
Rome nooit haar handen in het
Abessinische wespennest zou
hebben gestoken, als ze den prijs
voor deze onderneming vooraf
zou hebben gekend. Ze zou on
getwijfeld ook nog gaarne zijn
teruggetreden, als ze daartoe uit
prestige-overwegingen had kun
nen besluiten.
Het voordeel van de tegen
Italië gevoerde Volkenbondsactie
is, dat regeeringen, die nog eens
door aanvalsplannen bezield
mochten worden, thans weten
welke ontzaglijke bezwaren haar
door den internationalen vredes
wil in den weg kunnen worden
gelegd.
Met dat alles, zoo zal men
kunnen opmerken, is Abessinië
niet gered. Inderdaad. Maar zou
Abessinië te redden zijn geweest
met nieuwe scherpe sancties?
Deze laatsten zouden geheel Em
ropa in een wanhopigen oorlog
tegen elkaar hebben gedreven en
zulken prijs mag ons de zelfstan
digheid van het zwarte keizerrijk
niet waard zijn.
Laten we ons nuchter stellen
en houden tegenover realiteiten.
De overweldiging van Abessinië
door Italië is en blijft principieel
te veroordeelen,- maar een groot
meelij om die overweldiging met
het Abessinische volk, is o.i.
misplaatst. Het overgroote deel
der inwoners van het zwarte
keizerrijk leefde in een afhanke
lijke staat, welke ongetwijfeld
erger was dan het juk der Ita
lianen kan zijn of worden.
Uit de verhalen van leden der
Nederlandsche ambulance heeft
men kunnen leeren, dat groote
streken van het land worden be
volkt door volstrekt onbeschaaf-
den, door wilden en roovers.
De duizendjarige heerschappij
van den Leeuw van Juda en den
koning der koningen heeft er
blijkbaar niet toe kunnen leiden
dat aan zijn tien millioen onder
danen een klein beetje sociaal
welvaren en menschengeluk werd
bijgebracht. Als deze Leeuw van
Juda nog eens duizend jaren
had geregeerd, zouden de Abes
sinische stammen vermoedelijk
nog niet veel anders en beters
hebben gedaan dan elkaar be
vechten en begappen.
Alle koloniale politiek is met
onrecht tegenover de inheeinsche
bevolking begonnen, maar meest
al is zij die bevolking ten zegen
geworden. Door vreemde over
weldiging is ze tot zooveel ont
wikkeling en zulk sociaal welva
ren gekomen, dat ze meer en
meer rijp wordt voor het her
winnen van de zelfstandigheid,
welke ze eens verloor, maar
thans beter zal kunnen benutten.
Het is een belang van het
Abessinische volk, dat zijn land
tot exploitatie wordt gebracht,
maar dat zou onder den Leeuw
van Juda nooit zijn geschied.
Nogmaals: dat alles praat den
veroveringszin van Italië niet
goed. juist door den Volkenbond
zou Abessinië misschien eens op
vreedzame wijze tot de ontwik
keling zijn kunnen komen, waar
Italië het thans toe forceert.
Indien het Rome van Mussolini
haar beschavingstaak in het ver
overde gebied ernstig opneemt,
dan ontlast ze den jongen Vol
kenbond van een zeer zwaar werk
want hoe moeilijk men zich
onder de wilde stammen van dit
Amerikaansche land ten nutte kan
maken, ook dat leerden de onder
vindingen van onze Nederland
sche ambulance.
Grimbeert de Das schetste dat
op treffende wijze in de Msb.
„Dr. van Schelven, zei hij, is
gewond en uitgeput teruggekeerd
uit Abessinië en hij moet tegen
over een journalist verklaren
„Wij hebben wel iets bereikt,
doch naar verhouding van het
geld, de moeite en inspanning,
is dit toch eigenlijk bitter weinig.
Dr. van Schelven is een be
scheiden man. Hij spreekt niet
over de menschenlevens, die voor
dit geringe resultaat op het spel
werden gezet, terwijl hij toch
zelf thuiskwam met een door
schoten long. Hij stelt de vruch
ten van de opofferingen onzer
landgenooten zoo gunstig moge
lijk voor en zegt, dat er zeer
veel informatief werk is gedaan
Een edelmoedige bevlieging
verslond groote sommen geids
en schatten van persoonlijk idea
lisme, waarbij het practisch nut
gering is gebleken. Het moge voor
ons, Nederlanders, een les zijn.
Want dezer dagen was in de
bladen nog een tweede dokter
aan het woord: de Alkmaarder
Dr. Thyssen, een gewezen plan
ters-arts, die nu elk jaar voor
eenige maanden naar Indië gaat
om in de binnenlanden van Atjeh
de vele ooglijders onder de in-
Iandsche bevolking te helpen.
Het is verbazingwekkend wat hij
er met geringe middelen in korten
tijd presteert.
Hij maakt vele blinden ziende
en weet bij taltoozen de kwalen
te stuiten in het anders noodlot
tige verloop.
Er zijn in Indië maar 24 oog
artsen; als Nederland er in ver
houding evenveel had, zouden er
hier niet meer dan 4 zijn.
De 1200 artsen in Indië missen
de noodige oogheelkundige kennis
om de eenvoudige en doeltref
fende operaties te doen, zooals
onze huisartsen vroeger deden,
toen er nog geen oogspecialisten
waren.
Wat een werk is er dus nog
te doen in onze eigen koloniën
Met de Abessiniërs hebben wij
tenslotte als volk niets te maken,
maar de Atjehers hebben wij in
een strijd van jaren bloedig on
derworpen aan het Nederlandsche
gezag. Wij dragen derhalve
tegenover dit volk een groote
zedelijke verantwoordelijkheid.
Md.
DE ONLUSTEN IN PALESTINA.
De onlusten in Palestina, die vol
gens officieele mededeelingen tot
dusver aan twaalf Joden en vier
Arabieren het leven hebben gekost,
terwijl drie-en-zestig Joden en veertig
Arabieren werden gewond, laaien op
verschillende plaatsen, vooral in Jaffa
en Tel Aviv, steeds weer op ea
leiden tot gewelddadigheden, moord
aanslagen en brandstichting.
Aan de scherpe maatregelen, die
door de autoriteiten genomen zijn,
is het evenwel te danken, dat het
althans bij de begrafenis van de
slachtoffers der jongste onlusten in
Tel Aviv en Italië niet tot nieuwe
vechtpartijen is gekomen.
Daarentegen werden de laatste
dagen gekenmerkt, door een groot
aarital branden, die door de Arabie
ren in Joodsche winkels werden
gesticht. Men kan van een waren
Joodsch-Arabische brandstichters-
oorlog spreken, daar de Joden gelijk
soortige maatregelen nemen ten
opzichte van Arabische zaken.
De vertegenwoordigers der binnen-
landsche en buitenlandsche pers te
Jeruzalem werden door de regeering
vermaand, in hun berichtgeving over
de onlusten een zoo groot mogelijke
terughoudendheid te betrachten, ten
einde de stemming onder de bevol
king nog niet meer te verhitten.
De Joodsche en Arabische pers
werd nog bijzonder op het hart ge
drukt, geen valsche voorstelling van
de gebeurtenissen te geven, onbe
vestigde berichten niet te publiceeren
en geen ophitsende artikelen de
wereld in te sturen.
Dat aan de anti-Joodsche actie
veel meer dan een plaatselijke be-
teekenis moet worden toegekend,
blijkt wel hieruit, dat op een te
Jeruzalem gehouden Arabische
demonstratie besloten werd, aan de
Arabieren in Syrië een oproep te
richten, om hun solidariteit met hun
broeders in Palestina tot uiting te
brengen door groote betoogingen en
op deze wijze hun dank te betoonen
voor den steun, dien de Arabier-en
van Palestina hun bij de jongste
onlusten in Syrië hebben gegeven.
In verband met de voortdurende
spanning heeft de hooge commissaris
besloten, den staat van beleg te
handhaven.
Troepen handhaven de orde in
volkrijke streken en de treinen rijden
onder bewaking van militairen. Alle
winkels zijn gesloten.
De oorzaak van de ongeregeld
heden schijnt gelegen te zijn in den
moord, op den Jood Israel Hazzah
op den weg van Tulkaram door
roovers gepleegd. Deze moord wekte
groote ontevredenheid en demon
straties.
LAATSTE WANHOPIGE STRIJD
OM HET BEHOUD VAN ADDIS
ABEBA.
Buitenlandsche waarnemers en
miiitaire deskundigen verklaren, dat
men de afweermaatregelen, welke
momenteel in de hoofdstad worden
getroffen, inderdaad ernstig moet
nemen en dat de negus voornemens
is, met alle hem ten dienste staande
krachten een laatsten, vertwijfelden
strijd in de residentie te voeren,
In tegenstelling tot andersluidende
berichten, zal de regeering voorloo
pig in de hoofdstad gevestigd blijven
en haar zetel niet naar een andere
plaats verleggen. Zij is zelfs voor
nemens, net zoo lang in de hoofdstad
te vertoeven, totdat ze door de Ita
lianen zal worden verdreven.
De Abessyniërs verwachten, dat
het hun door middel van een blok
keering van den Italiaanschen op.
marsch op een daarvoor gunstig
punt van den weg DessieAddis
Abeba, zal gelukken, den aanval op
de hoofdstad te vertragen.
Zij zouden alles in het werk willen
stellen, den Italianen te verhinderen,
voor het begin der regenperiode de
residentie binnen te rukken.
Volgens berichten van het Noord
front zetten de Italianen er evenwel
alles op, om Addes Abeba nog voor
het invallen van de groote regens
te bezetten.
Uit Ankober, dat in een bergkam
is gelegen en van waaruit men een
uitstekend overzicht heeft op de
Italiaansche opmarschlinie wordt o.a
bericht, dat Italiaansche wegarbei-
ders dag en nacht met koortsach-
tigen ijver bezig zgn met het aan
leggen en versterken van wegen,
om het transport van zwaar geschut
mogelijk te maken.
Des nachts wordt gewerkt onder
het helle schijnsel van sterke schijn
werpers.
HEVIGE GEVECHTEN.
Bij Warra Hailoe, dat op 250 K.M.
ten Noord-Oosten van Addis Abeba
is gelegen, zijn hevige gevechteD
geleverd. Men meldt, dat de Abes
syniërs van de stad uit een vertwij
felden opmarsch zijn begonnen tegen
de Italiaansche linies en dat het
hun zou zijn gelukt, den Italianen
zware verliezen toe te brengen.
De aankomst van den Abessy-
nischen kroonprins in de residentie
heeft bereids een zichtbaren invloed
ten goede uitgeoefend op de stem
ming in de stad. De bevolking is
weder zichzelf geworden en ook het
vertrouwen is teruggekeerd.
Het gerucht, dat de kroonprins
bezig is, een nieuw leger te werven,
aan het hoofd waarvan hij tegen de
Italianen wil optrekken, heeft ver
oorzaakt, dat van alle zijden groote
scharen vrijwilligers naar Addis
Abeba stroomen, om zich bij dit
leger in te doen lijven.
DE WERKZAAMHEDEN
VAN ABESSYNISCHE
ZIJDE.
Men is thans van Abessynische
zijde begonnen de wegen, welke naar
de hoofdstad leiden, op te blazen.
Honderden Abessynische arbeiders
zijn druk aan het werk, den Tarma-
buhr-pas, welke Dessie met Addis
Abeba verbind, in de lucht te doen
springen.
Italiaansche bombardementsvlieg
tuigen doen weliswaar hun uiterste
best, om de vernietiging der wegen
te verhinderen, doch zij kunnen zeer
weinig uitrichten, wijl de Abessyni-
ers zeer voorzichtig te werk gaan en
bovendien nog het voordeel hebben
van een lichten nevel, die voortdurend
over de bergachtige streken ligt.
Zoodra de nevel wegtrekt, verber
gen zij zich zoo snel mogelijk in
rotsholen. Als de Abessyniërs een
maal goed en wel in hun schuil
plaatsen zijn aangekomen, dreunen
de Italiaansche bommenwerpers door
de lucht, die dan meestal onverrich
ter zake naar hun bases terug kunnen
keeren.
Onmiddellijk nadat twee vracht
auto's van de Nederlandsche Roode
Kruis-ambulance den pas waren door
gegaan, had de eerste explosie plaats.
Dientengevolge zou de pas zoodanig
zijn vernietigd, dat thans reeds de
verbinding tusschen Dessie en Addis
Abeba volkomen is verwoest.
Tegelijkertijd heeft men den straat
weg ook op andere plaatsen doen
springen.
Daarenboven heeft men nog een
aantal bergriviertjes buiten hun
oevers laten treden, zoodat de weg
voor een groot deel is overstroomd
en in een onbegaanbaren modder
poel is veranderd.
Parallel met deze werkzaamheden
arbeidt men aan de versterking van
den pas. Men heeft reeds berggeschut
in stelling gebracht.
De Abessyniërs hopen, dat deze
afweermaatregelen in den pas voor
de Italianen een onoverkoombare
hinderpaal zullen vormen.
Naar de meening van deskundigen
is het nauwelijks mogelijk te achten
dat de Italianen de Abessynische
hoofdstad voor midden Mei zullen
kunnen bereiken.
komen bij ons
klimaat ge
regeld voor;
hajOjoui stiuoU tuejZpt
het product van vertrouwen.
HET OVERLIJDEN VAN DEN
KAMERVOORZITTER.
Wanneer aan het graf van een
doode schoone woorden worden geuit,
dan worden de grafredenaars vaak
meer bewogen door de waarde van
het spreekwoord„Nil nisi bene de
mortuis" dan van de werkelijke ver
diensten van hem of haar, die heen
ging uit het leven. „Niets dan goeds
over de dooden" is het lijkkleed dei-
christelijke liefde. Helaas echter
wordt het spreekwoord ook vaak
verkeerd toegepast en verstaat men
het als een aanwijzing om vooral
nog van niets goeds te getuigen,
voor iemand dood is.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck, de
overleden voorzitter van de Tweede
Kamer en drie maal minister-presi
dent geweest in een recent verleden,
heeft van alle zijden groote waar
deering voor zijn persoonlijkheid
mogen oogsten, toen de dood hem
aan ons land had onttrokken en
daarbij is evenzeer van alle kanten
getuigd, dat de lof niet als een tra-
ditioneele posthume hulde was bedoeld
maar als een erkenning van werke
lijke belangrijke hoedanigheden en
gestelde daden. Het deed ruiterlijk
aan, dat sommige dagbladredacties
daarbij de verontschuldiging uit
spraken voor den overledene bij zijn
leven aangedaan ongelijk.
Inderdaad is dat ruiterlijk, maar
evenzeer is het toch jammer, dat
men de gelegenheid heeft verzuimd
om het bedoelde onrecht nog tijdens
het leven van Jhr. Ruys te herstellen.
De overledene heeft jaren lang
aan heel veel critiek blootgestaan
en dat op zich zelf is niet erg,
het is het deel van eiken staatsman
en Ruys kon critiek verdragen. Ook
Colijn b.v. spaart men in dat opzicht
niet, maar zijn tegenstanders geven
gewoonlijk toe, dat hg, ondanks wat
dan ook toch een groot man is. Het
geen we ten volle beamen.
Ruys echter heeft aan een eer-
roovende critiek bloot gestaan. Hij
is lui geheeten, een man, die alles
onverschillig over zich heen liet
gaan, gevoelloos, een mensch zonder
bestuurlijke kwaliteiten. En nu er
kennen zijn critici, dat ze zich vroeger
hebben vergist en dat ze de natuur
van Ruys hebben misverstaan.
DE V. D. EN DE NATIONALE
VERDEDIGING.
Van de pauze in het parlementaire
werk -r- dat deze week intusschen
weer werd hervat door de Eerste
Kamer hebben de Vrgz. Demo
craten gebruik gemaakt om in een
speciaal congres hun standpunt van
eenzijdige ontwapening te herzien.
En daar zijn ze in geslaagd. Ze
hebben zich aangepast aan den geest
van den tijd en aan de leidende ge
dachte der nationale regeering,
waarvan de Vrgz. Democraten Oud
en Slingenberg, zoo geen steunpilaren
dan toch schoone ornamenten zijn.
't Is tegenwoordig niet alleen de
tactiek, welke verandert met den
tijd, maar het zijn blijkbaar ook de
beginselen. Enfin, de Volkenbonds
gedachte helpt op gelukkige wijze
den ommezwaai maskeeren, welke
Vr. Democx-aten thans hebben vol
voerd en voor welke de socialisten
nog aan het oefenen zijn.
Beter ten halve gekeerd dan ten
heele gedwaald. Wie nationale ver
dediging niet principieel verwerpt,
doch ze alleen wenscht te aanvaarden
als de omstandigheden deze noodig
schijnen te maken, die schopt de boel
slechts in de war, want hij beloopt
het risico, dat hem geen tijd wordt
gelaten om de verdediging voor te
bereiden of te voltooien.
TWEEDE ANTI-L A W A AI-
CONGRES.
Het lijkt ons een aanwijzing, dat
we ten onzent nog maar weinig ge
legenheid hebben om ons met waar
lijk ernstige zaken b.v. de econo
mische opleving betreffende bezig
te houden, nu men tijd en lust vond
om in Delft het tweede anti-lawaai-
congres te organiseeren. Kwam er
maar wat meer leven in de brouwerij.
Klonken er maar roffels van hamer
slagen en gilden ze maar, de sirenes
van onze fabrieken. We zouden het
lawaai wel verdragen, dat ons sprak
van arbeid, brcod en welvaartWe
versuffen in het niets-doen en daarom
hindert ons het incidenteelerumoer!
GEEN ECONOMISCHE
PERSPECTIEVEN.
In België verkondigt Van Zeeland,
dat de regeering de crisis heeft over
wonnen, in Engeland boekt de regee
ring overschotten op de rekening
en vermindert de nationale schuld
aanmerkelgk. Zweden lijkt een
dorado. En wij blijven maar zakken
in den crisisput. Het schijnt, dat we
wat werk hebben opgedaan in
Mexico, den aanleg van een spoor
weg betreffende. Het zijn echter niet
onze arbeiders, die dat werk zullen
uitvoeren, ten hcogste vijftien
ingenieurs zullen er aan den slag
kunnen komen.
In Beverwgk werd een groote
sigarenfabriek gesloten en toch is
de sigarenindustrie nog een onzer
beste bedrijven.
Aan het 900 man sterke personeel
van de glasfabriek te Leerdam is
ontslag aangezegd en als hier door
medewerking van de regeering een
nieuwe ramp alsnog is af te werpen,
dan kan het alleen op een ongezon-
i de wijze geschieden, door directe
financieele overheidshulp n.l. aan
een particulier bedrijf. De regeering
er huiverig voor en we kunnen
ons dat begrijpen. Waar leidt het
toe het is al meermalen voorgeko
men, dat industrieelen een boodschap
naar Den Haag zondenhelpen, óf
we moeten zóóveel arbeiders op straat
zetten. Het is afdwingen van steun,
met oprechte bedoelingen of....
onoprechte. Maar meer en meer gaat
het maatschappelijke leven loopen
op onderhoud door de overheidhet
land wordt topzwaar door zijn
schulden, we storten straks ineen
op het oogenblik, dat de rest van de
wereld juist weer overeind is ge
komen.
VENRAY, 25 April 1936.
IN MEMORIAM
H. J. C. TIMMERMANN.
J.l. Woensdag werd alhier het
stoffelgk overschot van den Heer H.
C. J. Timmermann, inleven Gemeente-
Architect en Directeur der Gemeente
werken, ten grave gedragen.
Enorm was de belangstelling, die
spontaan overal getoond werd.
Meerdere kransen bedekten de
lijkbaar, die gedragen werd door het
personeel der Gemeentewerken. Van
het Bureau Gemeentewerken woei de
rouwomfloerste vlag halfstok. De
kransen droegen op de linten hun
herkomst, alsde Buren, de Brand
weer aan hun Opper, de Gemeente
werken aan hun Chef, Polyhymnia
aan hun Beschermheer.
Het was duidelijk te zien, dat de
sympathie, welke de Heer Timmer
mann genoot, algemeen was en heer
lijk was de toon, die men beluisteren
kon in de gesprekken der arbeiders,
die ronduit verklaarden in den Heer
Timmermann niet hun Directeur
maar hun Beschermer verloren te
hebben.
De Heer Timmermann is ongeveer
20 jaar als Gemeente-Architect en
Directeur der Gemeentewerken werk
zaam geweest, in welke periode in
Venray van hem zeer veel gevergd
werd. Denkt slechts aan den scholen
bouw, de aanlegen verbetering van
wegen en voetpaden, de zooveel om
vattende stichting van het Peeldorp
Ysselsteyn, de Peelontginning, de
aanleg van parken en plantsoenen,
de rioleering, kortom te veel, veel
te veel om hier nog maar beknopt,
op te sommen, waarbij nog moet
opgemerkt worden, dat er in dien
ambtstijd in Venray meer gebouwd
is, dan in welken voorafgaanden tijd
ook, waarbij hij over al die bouw
plannen het College van B. en W.
van advies dienen moest.
In den begrafenisstoet zagen we
het College van Burgemeester en
Wethouders met den geheelen Ge
meenteraad, de Gemeentesecretaris
met Secretarie-personeel, het Bestuur
van het St. Antoniuspatronaat, waar
aan de ontslapene lesgaf, de leden
van den Aannemersbond, het Gem.
Koor „Polyhymnia", de Brandweer,
meerdere Zeereerw. Priesters, waar
onder Pater Guardiaan der Fran
ciscanen en den Rector van het
Studenten-Gymnasium alhier, meer
dere notabelen en tal van vrienden
en kennissen van den overledene.
De plechtige Mis van Requiem
werd opgedragen door den H. E.
Heer Deken Berden met de kapelaans
Theunissen en Linssen aan het
hoofdaltaar, terwijl aan de zijaltaren
door de Weleerw. Paters Smits,
zwagers van den overledene, stille
H. Missen werden opgedragen.
Het groote kerkgebouw, dat in
diepen rouw gehuld was, was tot in
de uiterste hoeken gevuld, die onge
twijfeld een hartelijk gebed gestort
hebben, opdat Hrj ruste in vrede.
VOLKSCONCERTEN in 1936.
De Burgemeester van Venray brengt
ter algemeene kennis, dat de in 1936
te houden Volksconcerten zijn vast
gesteld als volgt
I. Zondag 17 Mei, 7 uur namiddag
Venray's Harmonie Henseniuspl.
2. Zondag 24 Mei, 7 uur namiddag
Fanfare Ons Genoegen, Oirlo,
Henseniusplein.
3. Zondag 7 Juni, 6 uur nam. Fan
fare St. Oda, Merselo te Merselo
4. Zondag 21 Juni, 8 uur namiddag
Venray's Harmonie, Henseniuspl.
5. Zondag 5 Juli, 8 uur namiddag,
Fanfare St. Catharina, Leunen,
Henseniusplein.
6. Zondag 12 Juli, 8 uur namiddag,
Harmonie Sub Matris Tutela,
Oostrum te Castenray.
7. Zondag 19 Juli, 8 uur namiddag,
Venray's Harmonie, Henseniuspl.
8. Zondag 26 Juli, 6 uur namiddag,
Fanfare St. Oda, Merselo, Hen
seniusplein.
9. Zaterdag 15 Aug., 8 uur nam.,
Venray's Harmonie, Gr. Markt.
10. Zondag 23 Aug,, 6 uur namid.
Fannfare Ons Genoegen, Oirlo,
te Oirlo.
11. Maandag 31 Aug., S uur nam,
Venray's Harmonie, Gr. Markt.
12. Zondag 6 Sept. 8 uur nam. Fan
fare St. Catharina, Leunen, Gr.
Markt.
13. Dinsdag 15 Sept. 5 uur nam.
Harmonie Sub Matris Tutela,
Oostrum te Oostrum.
14. Dinsdag 20 Sept., 8 uur nam.,
Venray's Harmonie, Gr. Markt.
Venray, 21 April 1936.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.
VUILNISBELT.
De Burgemeester van Venray
brengt ter algemeene kennis, dat
als plaats waar vuil, asch of afval
mag worden gestort van gemeente
wege is aangewezen een OMRAS
TERD GEDEELTE VAN PERCEEL
SECTIE C 2440, gelegen nabij den
MAASHEESCHE WEG.
Alléén binnen het omrasterd ge
deelte mag derhalve puin enz. wor
den gestort.
Het storten van puin elders in de
gemeente is TEN STRENGSTE
VERBODEN en zal bg overtreding
van dit verbod procesverbaal worden
opgemaakt.
Venray, 22 April 1936.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN DE LOO.