Visitl kaar. Fa.vd* Jaarwisseling Die NACHT-HOEST zal ophouden! akker's Abdijsiroop Tafelen Buitenland. Provinciaal Nieuw> Gemengde Berichten. Adverl Vanaf f eoono.mUfi&S Ütjri e.en oplossing. Is dit niet het geval dan rest ons niets anders dan het valuta-experi ment. Het is pompen of verdrinken in 1870, toen Duitschland van den dubbelen standaard tot het goud overging, traineerden wij net zoo als nu. Toen werden de gemoederen eveneens opgezweept door het mone taire vraagstuk het vraagstuk der belangen-tegenstellingen tot we in 1875 van monetair stelsel ver anderden. Daarna is de economische rust teruggekeerd en Europa kon geleidelijk den weg opwaarts vervol gen, die met enkele ups and downs zijn einde in 1914 vond. Wanneer in 1936 ook door ons het monetaire experiment zou wor den gevolgd of daartoe door het doorslaan der zekering gedwongen dan zouden wij ook ditmaal vijf jaar van verbitterden monetairen strijd achter den rug hebben. Het verlaten van den gouden standaard kan alleen plaats vinden na een nieuwe regeeringscrisis. Het naderend einde van 1935 dreigt ook het einde van het huidige Kabinet te worden, daar op ander gebied de tegenstellingen zich aan het toespit sen zijn. Zal 1936 een volledigen omzwaai van de Nederlandsche practische economie te zien geven Indien dit zoo mocht zijn, dan kan 1936 buiten gewoon wisselende economische aspecten ten beste geveD. Als 'n simpel nieuwtje, verloren tusschen allerlei wereldgebeurtenis sen, stond onder 't opschrift „Per sonalia" 't volgend berichtje in de kranten: „Ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van „Oud Jaar" in gaand perl Januari." Meer niet Een paar dagen later kon men in koeiïge letters 't volgende lezen Oproeping van sollicitanten voor de vacature „Nieuw Jaar". Zij, die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, worden verzocht 31 December tusschen 10—12 uur nm. te verschijnen ten kantore van „Overgang" en „Criticus". Avond. 31 Dec. 8 uur. In de ruime ontvangzaal van 't kantoor „Over gang en Criticus" wachten diverse sollicitanten 't uur der beslissing af. Glad geschoren gezichten dwarrelen bleekjes door de zaal en lezen als treinreizigers in de wachtkamer reclameplaten. Andere zitten voeten trappelend op hun stoel heen en weer te draaien. Nog steeds komen nieuwe bezoekers bij, die bij 't zien van hun collega's in spé 'n lang ge zicht trekken. Ieder weegt z'n kan sen in gedachten of hardop. „Je kunt 't er licht bij nemen, meent 'n nijl- paard-achtig uitziend heer, die wgd- beens vooroverhangend op z'n wandelstok leunt. Dat zijn zoo van die baantjes, die brengen geld in 't laadje, waar je niets voor hoeft te doen en hij schudt z'n vierkant hoofd, dat 'n een eer biedwaardige, glimmende kaalheid laat zien. Voor zich zelf dacht hij er bij: „Jullie hebben toch geenkans. In 'n hoek zit 'n dame van onder haar hoedrand de gevaarlijkste con currenten op te sporen. Ze kijkt on geduldig op haar horloge. „Toch heeft ze wel veel kans" troost ze zich zelf. Vrouwelijk personeel is goedkoop. Zenuwachtig wrijft ze over haar wang en sticht groote verwoesting in 't laagje blanketsel. Ze ziet haar kans met groote verontrusting dalen. Naast haar zit 'n dame, die kwistig omgaat met reukwater. Ze kucht gemaakt. Ze kan die rooklucht niet verdragen en infor meert belangstellend of haar soort- genoote haar lot deelt. Haar beves tiging wordt met eenige druppels van 't kostbaar vocht beloond. Of zij ook dacht kans te hebben Het vernielde blanketsel-gezichtje knikt overtuigend en beweert, dat zij zeer goed „bij" is. De oude tante was juist goed gaan zitten om te bewijzen, dat zij nog „bijer" was, toen haar aandacht werd getrokken door een jongen man, die binnen kwam. Hij zag er sjofeltjes uit. Z'n verschoten hoed, waaraan de tand des tijds of moge lijke andere tanden geknaagd hadden verliet even het hoofd, by wgze van groet. Twee oogen gluurden over de juk beenderen en zochten 'n plaatsje. Hg zat en zei niets. 'n Fat voelde onwillekeurig of z'n stropdas ook recht zat. De dames keken elkaar begrijpend aan en ze lachten kleineerend. 't Nijlpaard streek over z'n strak gespannen vestje en schudde z'n haarloozen schedel. Toen sloeg de klok tien uur Een belletje rinkelde en 't zou beginnen... De kolossus of-te-wel nijlpaard, zeker van z'n zaak, was de eerste. Hij komt op als 'n kreunende trek- harmonica en waagde den sprong naar binnen. 'n Menschelijk wezen, hoekig-breed, norsch en hard, zich van z'n waar digheid bewust, zit breeduit in 'n armstoel achter een groene tafel. In zijn breederi mond wipt 'n sigaar van links naar rechts. Profiteerend Nauwelijks hebt Ge U ter ruste begeven, of die kwellende nachthoes! begint weer I Neem daarvoor nu de vanouds beproefde Akker's Abdijsiroop, welke dooreen nieuwe toevoeging van Apotheker Dumont thans nóg sneller en nog krachtiger werkt. Begin vandaag nog en vannacht reeds zult Ge rustig kunnen slapen door de bekende het beproefde hoest-geneesmiddel I Verhoogde werking door eenige nieuwe toevoegingen. Verléagde prijzen: f 0.75, f 1.25, f 2.- per flacon. Overal verkrijgbaar. van 't opgaahlik! Overgang. Naast hem, als een zwarte iyn, zit Criti cus. Zijn gezicht is als een klomp hersenen, waarin twee doordringen de oogen achter brilleglazen. „Oud Jaar" zit in een hoek minu ten te tellen. Hij ziet er somber, uitgewrongen geel uit. Z'n oogen I kijken dof en moe. Als z'n opvolgers I binnen komen, schrikt hij even op, maar blijft venijnig hopen een jaar uitstel. 't Nijlpaard overziet den toestand en staat zenuwachtig spelend met z'n horlogeketting, die van den linker- naar den rechter-buikka^t strak gespannen zit, recht voor „Overgang". Hij rilt even. U solliciteert de sigaar van Overheid is even verspr<?ngen. Kolossus knikt en haalt een bun del getuigschriften en aanbevelingen te voorschijn. Criticus wijst af werend. Beroep 't Nijlpaard gaat aan 't opsommen, welke ambten hij alle maal bekleed en noemt cijfers. Ongeschikt, zegt Criticus. Eén man één ambt. Vertrek! Kolossus gaat, verslagen. Anderen gaan binnen, één voor één, komen terug, zonder succes. De oude tante is aan de beurt. Ze snuift nog eens diep, stapt hoopvol binnen en buigt nog dieper. Over gang is veel kleiner geworden en kijkt nog net boven de tafel uit. In 't peukje sigaar zit nog wat leven. U solliciteert vraagt Overgang. Mevrouw Snuif buigt weer. Gehuwd De zakdoek schudt van ja. Zorgt dan voor je huishouding! bgt Criticus haar toe* U kunt gaan! Als 't Blanketdametje binnen is en tot de ontdekking komt, dat vrouwen onder geen voorwaarde in aanmerking komen, valt ze flauw en wordt door volgende „afgewezene" weggedragen. Oud Jaar kijkt hoopvol naar de klok. Nog vijf minuten: als er geen goede opvolger is, zal men gedwon gen zijn de zaak op den ouden voet voort te zetten en zal hg 'n jaar kunnen profiteeren. Overgang is zeer klein geworden maar Criticus blijft even scherp toezien. De sjovele komt binnen. U solliciteert vraagt Overgang nauw hoorbaar. Ja! antwoordt de sjovele vrijuit en met z'n hoed in de hand staat hij recht voor Criticus, die z'n versleten plunje bekijkt, maar niets zegt. Beroep Eens had ik een betrekking, maar door een ondoelmatig handelen van eenigen, door verkeerde bezuiniging raakte ik op straat. Men verweet 't aan de crisis. Ik ken 't leven en heb me er door geworsteld tot nog toe. Ik heb moed en doorzettings vermogen.... De oogen van den sjofelen straal den vuur, toen hij dat zei en keken doordringend naar den verdwijnen den Overgang. Criticus wees, dat 't genoeg was. Oud Jaar huiverde. Toen sloeg de klok twaalf De „plaats waar Overgang zat was leeg. Kom naast me zitten, sprak Cri ticus. Jij bent Nieuw Jaar- We zullen eerst afscheid nemen van Oud Jaar. Schuldbewust stond Oud Jaar voor Criticus met neergeslagen oogen, zijn vonnis af te wachten. Zijn door gezakte knieën rilden... Toen sprak Criticus Oud Jaar: Je hebt ons bedrogen, Je hebt ons maar wat voorgelogen. Je bent niet nieuw geweest Je bent even achter de schermen gegaan, Je trokt daar vlug 'n ander pakje aan Maar in je huisde 'n zelfde geest. Je hebt ons veel beloofd, Je hebt ons meer ontroofd. Je hebt geen woord gehouden. Maar we zijn je gelukkig kwijt, En geloof me, 't is hoog tijd. Niemand zal er om rouwen! De wereld is in nood, Jij bracht haar geen brood, Niet geestelijk en niet stoffelijk. Jij bracht slechts haat en nijd, Rampen, ellende, strijd. Je gedroeg je zeer onhoffelijk. Jij hebt je taak volbracht, Je hebt ons wel bedacht Met al je treurigheden. Neem dan als 'n straf Mee naar je graf De krans van je verleden. Kom binnen Nieuwe Jaar Onze wenschen liggen klaar, Te veel om op te noemen. We zijn niet veel gewend, Met een beetje reeds content Maar we willen niets verbloemen. Wat eenmaal is gebeurd Daarover niet getreurd Ge krijgt 'n blanco vel, Maar niet talmen en meteen Beginnen met punt één Verander deze hel! Geef steun, waar hij wezen moet Zie toe en verdeel hem goed. Denk ook aan den boer den pachter, Zorg voor handel en industrie, En vergeet de school ook nie, Anders raakt ons volk ten achter! Over den gulden is genoeg gepraat Velen wachten op de daad! Anderen houden hem liever gaaf. Eerst uitkijken en bezinnen, Maar dan aanpakken en beginnen, Wacht U voor nutteloos gedraaf Nieuwjaar, op U is onze hoop gesteld, We hebben 't reeds voorop gemeld Uw taak is wel zeer zwaar, Maar samenwerking maakt ons sterk Samenwerking verlicht uw werk, We vertrouwen in 't Nieuwe Jaar! H. EEN OUD NOORD-BRABANTSCH VOLKSGEBRUIK. INBINDEN van Illustraties, Jonge Wacht, Roomsche Jeugd en andere Boekwerken, extra voordeelig. Firma van den Nunckhof Dina van Dalen zou gaan trouwen. De pastoor had het Zondags in de „leste mis" voor de laatste keer af gelezen: „Dina van Dalen en Jan Sengers, derde roep". Bekende hu welijksbeletselen enz. enz. Na de mis werd 't door 't kerk volk nog eens besproken, er werd eens gelachen en geschertst en... 't werd goedgevonden... Huwelijksbelet selen waren er geen en 28 jaar, ze had d'ren ouwer. 't Had er lang opgesteld, 't jong volk uit de gebuurt, dat 't eens aan 'n bruiloft zou komen. Er werd ge peeld. 't Mansvolk haalde gruun bij mekaar, de durskes vlochten slingers en maakten bloemen van rood en wit papier. Alles lag klaar. Toen kwam onverwacht, op 't laatste oogenblik, de tijding, 't zou niet doorgaan... Dina durfde er niet aan 't Praatje waalde rond door de stallen, door de huizen, door 't dorp, door de velden. Iedereen vist 't, iedereen sprak er over. 't Was echt waar, de mis was al afgezegd. Dat was een tegenvaller. Dus geen bruiloft- Een paar weken later. De lenteavond zweeft over 't dorp. De pasgemolken koeien staan hun droomkoppen in 't slootwater te spiegelen. De boerenzoons zijn nu afgewerkt en komen onder de dikke lindeboom, die midden in 't dorp staat, te saam om hun belangen te bespreken, lederen avond komen ze hier, de buurters en zitten gehurkt of staan leunend tegen den geduldigen stam van de zwijgzame, luisterende linde. Een late werker komt met de schop op z'n rug aangesjokt. Hij staat stil en leunt op z'n schop. Afgewerkt Toon vragen ze. 't Wordt tijd, zegt Toon. Hij trekt aan z'n pijp en spierst eens. Heddet al gehurd, we zullen toch 'n bruiloft krijgen. - Wie trouwt er, vragen ze allen tegelijk - Dina van Dalen en Driek Man- ders. Kom. kom Toon, geen gekheid Om de verdomme geen gekheid, zin Toon, hij heeft 't zelf tegen mij gezegd, als hij 't liegt, lieg ik 't, dè zeg ik oe - Zo 'nen auwe gek, wa prakki- zeert ie toch Die Dien, die DienDat hadden ze niet verwacht. Geld doet wonderen zei Toon en hij kuierde naar huis. Driek Manders was 'n boer van 68 jaar, met veel geld. Ze moesten Ze moesten hem niet erg in't dorp. Altijd was hij op z'n eigen geweest, had hard gewerkt en gepot. Hij had met z'n zuster de boerderij gedaan, maar nou die gestorven was zat hij alleen, met de grote last. Wat moest ie beginnen Dina was bij hem komen werken. Dina was 'n flinke meid, die 't boe renwerk kende. Elke dag 'n gulden geven, dat was hard geld vond Driek. Zoo'n pin was ie We zullen samen trouwen, dan ben de rijk, had hij tegen Dina ge zegd. Dina lachte er 'ns om, maar zei niet, neen. Dina berekende d'r kan sen. Lang zou Driek niet meer leven, dan was ze rijk't Geld won Die avond gekte de jongelui onder de linde er over en wisten van alles te vertellen. 't Praatje ging over 't dorp als 'n onweersbui. t Gebeurde, dat Dina van Dalen en Driek Manders op 'n Zondag in Mei de eerste roep kregen en dat er in de kerk afkeurend werd gemom peld, dat ze de tweede roep kregen en er weer afkeurend werd gemom peld en dat ze de derde roep kregen en er voor de derde keer afkeurend werd gemompeld. En 't gebeurde ook op 'n nog veel schoonere dag in Mei, dat Dina en Driek in alle vroegte als man en vrouw in de huwelijksboot stapten. Er was niet gepeeld, want Driek hielt geen feest„de tijd was te slecht!" Zo'n verrekte pin! Er ge beurde nog meer... 't Was 's avonds druk onder de linde. Wat 'n stel, wat 'n stelVan alles maakte tegenwoordig mee 't Bier was goed grinnikte 'n ander. We zullen zelf maar feest hou den, meende er een en hij stak 'n groote sigaar aan. Dat kon 't niet velen, 't jonkvolk. Wie nog vijf cent in z'n vestje had, schoot bij de barbier binnen om even later met 'n vette sigaar te ver schijnen. Er werd gepaftDe feest stemming kwam er in Mannen we moeten 't bruids paar gaan feliciteerenWe gaan ze 'n serenade brengen, klonk 't, dat hoort er bij Toen kwam 't groote woord, waar allen op gewacht hadden „We gaan tafelen Vijf minuten later was de optocht klaar. Opgeschoten lummels bliezen op lampenglazen, rammelden met kettingen en sloegen op schelle dek sels. Anderen kwamen met bloemen en groen aanslepen. Gekleurde doe ken werden aan stokken gebonden. Lampions, die de moeders ooit als 'n aandenken uit Kevelaer hadden meegebracht, werden er nu aan ge waagd. Voorwaarts ging de stoet, de dorp straat door. 't Toeterde en schetterde, 't lawaaide De ouderen schudden bedenkelijk hun koppen't liep ver keerd; maar er was niets aan te doen 't Vee in de stallen werd onrustig In de wei begonnen de koeien 'n keel op te zetten. De troep bleef staan voor de deur van de boerderij waar 't nieuwe paar woonde. Er werd gespeeld. Men riep om 't paar, maar 't kwam niet buiten, 'n Paar klommen op 't dak en braken de schoorsteen af, die met veel lawaai instortte. Binnen bleef alles stiL Ruiten rinkelden. Er werd 'n kar voor 't huis gerold. Een boer kroop er op, blies op z'n lampeglas en verzocht stilte. Er werd gespeecht. Geacht bruidspaar. Op deze schoone avond kan ik niet nalaten, uit naam van m'n dorps- genooten, die gij zoo vriendelijk hebt uitgenoodigd, 'n kort woord tot ute richten. Gij begrijpt, dat 't voor mij 'n waar genoegen is.... De burgemeesterklonk 't plot seling. 't Werd stil. Ernstig, zich van z'n waardigheid bewust, kwam de burgemeester met den veldwachter aanloopen. Zwijgend klom hg op de kar, keek over 't volk en sprak Mannen ik begrijp dit grapje, maar 't is nu genoeg. Ieder gaat naar z'n huis en kan morgen voor rekening van 't bruidspaar in café de Zwaan, twee potten bier gaan drinken. Ik hoop, dat er aan m'n oproep gevolg gegeven wordt, anders zullen er onaangename maatregelen getrof fen worden. Ik heb gezegd Leve den burgemeester! klonk 't in koor, leve bruid en bruidegom In optocht trokken ze af. Ze waren voldaan. THEO VIRL. Na de vredes-,,vergissing", In binden of krachtig optreden Beestenwerk, dat oorlog heet! Italiaansche verliezen. De min of meer dramatische wen ding, die er in de houding van En geland en Frankrijk ten opzichte van Abessynië gekomen was, welke zich uitte in een een vredesvoorstel, dat een bijna volkomen loslaten van het aangevallen land inhield, blijkt ernstige gevolgen te hebben. Begraven onder scherpe afkeuring van Abessynië en den Volkenbond is het vredesvoorstel van het tooneel verdwenen, terwijl feitelijk niemand een poging heeft gedaan om het te redden. He directe gevolgen van deze mis lukte vredespoging zijn o.m. geweest een danig verzwakte positie van Laval, die met leege handen en een geweldig moreele nederlaag uit Ge- nève terugkeerde en het aftreden van den Engelschen minister van buitenlandsche zaken Hoare. De Engelsche regeering heeft haar positie gered, door Hoare als zonde bok de politieke woestijn in te stu ren en door ruiterlijk te bekennen, dat de regeering op dit punt een fout heeft gemaakt. En al kan men waardeering heb ben voor de wijze, waarop Baldwin hierbg het boetekleed heeft aange trokken, toch zou de vraag gesteld kunnen worden, of een regeering van Engeland, die in zulk een be langrijke kwestie, op zulk een span nend moment in de internationale politiek op zulk een stumperige wijze handelt, nog wel voldoende prestige bezit, om in deze bewogen tijden de leiding te nemen in de in ternationale politiek. Het Engelsche parlement, reeds bewogen door de droeve figuur van het eene slachtoffer, heeft Baldwin na zijn ruiterlijke verklaring van zijn vergissing, die ook hij betreurde een votum van vertrouwen gegeven. De Engelsche mentaliteit, om alles wat Engelsch is, zoo hoog mogelijk te houden, vooral tegenover het buitenland, zal hier wel een belang rijke rol hebben gespeeld. De vraag blgft echter, of de re geering den slag te boven komt. Na het gebeurde zal van een ver trouwelijke samenwerking tusschen Engeland en Frankrijk in de naaste toekomst wel geen sprake meer zijn. Deze jongste mislukking van de vredespolitiek van Laval is weinig minder dan catastrofaal en vooral de trotsche Engelschen zullen het de Franschen niet gemakkelijk ver geven, dat zij de onmiddellijke oor zaak zijn geweest, dat Engeland deze droeve figuur heeft gespeeld. Intusschen zijn we met deze mi nister-crisissen, wat het conflict in Abessynië betreft, niets verder ge komen. Het voorstel tot oplossing is voor goed van de baan. Maar wat nu Er zijn maar twee mogelijkheden voor den Volkenbond n.l. drastisch op te treden tegen Italië en op die wijze het conflict spoedig te doen beëindigen, opdat aan de onrust en spanning in Europa, zoo spoedig mogelgk een einde komt. Of wan neer men geen kans ziet, Musso lini met machtsmiddelen te doen buigen met hem vriendelijk te gaan praten en concessies te doen. Dit laatste wil menniet: het voor stel Laval—Hoare, dat deze richting insloeg, is met algemeene stemmen verworpen. Mogen we de Engelsche ministers gelooven, dan wil Genève ook het eerste niet en schrikt het terug voor militaire sancties. Behalve Engeland was er niemand, volgens Hoare en Baldwin, die het durfde te laten aankomen op desnoods militaire maatregelen tegen Italië. Genève zal echter een keus moe ten doen. De zaak laten zooals ze nu loopt, is een voortdurend spelen met het oorlogsvuur en ook een ondermijnen van het Volkenbonds- prestige. Dat Engeland thans weer 't oude standpunt gaat innemen van een dwingen van Italië, blijkt wel uit zgn formeeren bg de Volkenbonds staten, of zij hun aandeel willen nemen in de militaire maatregelen, welke eventueel tegen Italië noodig kunnen zgn. En inmiddels besloot de groote fascistische raad te Rome, eensge zind, met onbuigzame vastberaden, heid den strijd in Abessynië voort te zetten. Voor de beschaving en de hooge eischen der veiligheid heet het inde betreffende resolutie i BEESTENWERK, DAT OORLOG HEET! Een Duitsch strgder uit den grooten wereldoorlog, die de hel aan den IJzer had meegemaakt, heeft ons eens gezegdhet gruwelijke van een oorlog kan je niemand vertellen en niemand beschrijven; dat kent alleen in zijn volle diepte en ellende degene, die midden in dat beestenwerk heeft gestaan. Aan die uitspraak werden we her innerd, toen we het relaas lazen van een oorlogscorrespondent, die vertelt van de verschrikkingen en de ellende van den oorlog in Abessinië. Hg licht een tipje op van den sluier die in dat ongelukkige land gespreid is over een berg van nameloos wee en afschuwelijk en onmenschelijk lijden. Wij worden met afschuw vervuld voor eiken oorlog, wanneer we een kgkje krijgen in dit voorportaal van de hel. Men leze slechts Talloos zijn de lijdensgeschiedenis sen die in Dessie worden verteld en steeds weer zgn het de zwakken en hulpeloozen, die het meest in het gedrang komen. Dat is in alle oor logen zoo, vooral echter in Afrika, want niet alleen de mannen, ook de vrouwen en kinderen trekken hier mee ten oorlog. Niemand mag thuis blijven. Nu is echter het allerdroevigste, dat het legercommando te velde aller minst voor het lichamelijk welzijn van de soldaten zorgt, zooals dit in Europeesche legers het geval is. Een militaire intendance bestaat er niet, voor proviandeering wordt dus niet gezorgd, met het gevolg, dat er herhaaldelijk om de nog voor handen zijnde levensmiddelen fel ge vochten wordt en de zwakken trekken daarbij natuurlijk aan het kortste eindje. Oude lieden en kinderen blijven half uitgeput langs den weg liggen, niemand helpt hen en velen sterven. Anderen kruipen op handen en voeten, met uitputting vèn hun laat ste krachten naar Dessie en bedelen daar om medelijden en erbarmen. Zieken laat men eenvoudigweg liggen, zoodat zij van iedereen ver laten sterven. Wellicht hebben zij thuis nog familieleden, die zich om hun lot zouden bekommeren, doch deze zgn verre, heel verre en hebben eenvoudigweg geen vermoeden van het onuitsprekelijk lijden van deze arme schepsels, die onder een gloeiende zon, omzwermd door mil- lioenen vliegen, hun laatsten adem uitblazen. Tot overmaat van ramp ramp is in 't leger nog een pokkenepidemie uitgebroken, die tal van slachtoffers eischt. Het behoeft niet te verwonde ren, dat deze epidemie zich razend snel onder de in armzalige tenten ondergebrachte soldaten verbreidt. Er bestaat nog wel zoo iets als een Abessinisch Roode Kruis, maar in het Noorden functionneert dit nergens. De gewonden blijven eenvoudigweg liggen, om te sterven of weder te herstellen, zooals God het wil. Velen hunner hebben over den onder normale omstandigheden in tien dagen af te leggen weg van het front naar Dessie, strompelend en hinkend, twintig dagen gedaan en zijn hier tenslotte aangekomen, waan zinnig van de pijn, halfdood van ont beringen, met hopeloos geïnfecteerde wonden. Afschuwelijk en beestachtig, zijn we geneigd uit te roepen! Maar zelfs het redelooze beest doen we onrecht wanneer we zgn naam koppelen aan dit schandelijk gedoe. En dat bedroevend tafereel van ontaarding en wreedheid wordt op gehangen door den redelgken mensch, geschapen naar Gods beeld en ge lijkenis. En de huichelachtigheid wordt zoover gedreven, dat zulk een af- schuwelgk spel gespeeld wordt onder het mom van het brengen van „beschaving" aan een onontwikkeld volk VENRAY, 28 Dec. 1935 Gisteren Vrgdag hield de Ge meenteraad van Venray een open bare vergadering, welke zoo noodig vandaag zal worden voortgezet. Aanvang 3 uur. Aan de orde is 1. Notulen. 2. Kasopname ten kantore van den gemeente-ontvanger over het 4e kwartaal. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van het Reglement van Orde voor den Raad der Gemeente. 4. Voorloopige vaststelling der gemeentg-rekening dienst 1934 met rapport der Commissie ad hoe. 5. Behandeling en vaststelling der Gemeente-begrooting dienst 1936 en der begrooting van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling eener verordening op de heffing van op centen op de personeele belasting, waarbij met ingang van het belas tingjaar 1936 ten behoeve der ge meente 85 opcenten zullen worden geheven. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan aanpachters van gemeentegronden die voor 1930 hebben gepacht met uitzondering van pachters van ontginningsgronden wederom voor het pachtjaar 1935 1936 eene verlaging toe te staan van 10 pCt. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot hen wederom te machtigen zooals gebruike ijk tot den verkoop van hakhout, turf, turf- slijk, oude materialen en opnieuw verpachting van de vervallen pach ten gedurende het jaar 1936. 9. Behandeling van de aanvrage der' Vereeniging Ons Belang te Cas- tenray om de noodige gelden beschik baar te stellen voor de stichtirg eener bijzondere neutrale school te Castenray. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaar stel len der noodige gelden aan het schoolbestuur der bijzondere lagere school te Oostrum ingevolge art. 72 der L.O. wet 1920 tot de aanschaffing van banken en schoolmeubelen ïn verband met de toeneming van het aantal leerlingen en de aanstelling eener vierde leerkracht tot een maximum bedrag vin f 320.65. 11. Voorstel van burgemeester en wethouders tot belegging van een bedrag van f 3000, afkomstig uit den verkoop van gronden. 12. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het geven van een naam aan den weg kadastraal be kend onder Nr. 124, loopende vanaf den Merseloscheweg (Jan de Bruin) tot aan de Hoenderstraat (Joh. Ver meulen) en deze te noemen den „Bergweg" overeenkomende met de plaatselijke aanduiding „aan den Berg." 13. Behandeling der aanvrage van Simon Lemmens om de tot dusverre door hem gepachte boerderij groot 11.67 H.A. gelegen langs den weg VenrayDeurne voor f 625 per H.A. i te koopen. I 14* Behandeling ingekomen reclame van Mej. Wed. Janssen, Venray, Stationsweg, tegen haar aanslag in de rioolbelasting. 15. Vaststelling van het eerste suppletoir cohierder Rioolbelasting. 16. Ingekomen stukken. BENOEMING. Tot onderwijzeres aan het St. Jozefgesticht alhier is met ingang van 1 Januari benoemd Mej. Fincken, onderwijzeres aan de Lagere Meisjes school te Roosteren. Met ingang van 1 Januari zou Mej. Fincken te Roosteren op wachtgeld gesteld worden. INSTALLATIE PASTOOR STRIJKERS. Te Venlo had Zondag op plechtige wijze de installatie plaats van den Zeereerw. Heer Strijkers, Pastoor der H. Hart-parochie. Aan den ingang der parochie werd de nieuwe pastoor afgehaald door een feestelijke stoet van katholieke en godsdienstige vereenigingen. Pastoor Strijkers werd hier het welkom toegeroepen door burgemees- j ter Berger, terwijl een groep welpen J hem den herderstaf aanbood. De stoet begaf zich dan door de feestelijk bevlagde straten naar de- kerk. Aan den ingang van het kerkgebouw werden Pastoor Strijkers onder een toepasselijke speech de sleutels over handigd door den oudsten kapelaan den weleerw. heer Helgers. Vervolgens werd een plechtig Lof opgedragen, waaronder de nieuwe functionaris een hartelijke toespraak hield. Een drukbezochte receptie op de pastorie sloot de feestelijkheid der installatie. BETALING VAN BELASTING. Bg een aantal belastingschuldigen schijnt nog steeds de meening te bestaan, dat zij hun aanslagen in de directe belastingen kunnen voldoen in twee termijnen, te weten ongeveer de helft enkele maanden na het ontvangen van het aauslagbiljet, en het restant tegen het tijdstip, waar op de laatste termijn vervalt. Deze meening is echter geenszins in overeenstemming te brengen met de bedoeling van den wetgever, die rich een betaling in maandelijksche termijnen, aanvangende in de maand volgende op die, welke in de dag- teekening van het aanslagbiljet is vermeld, heeft voorgeste'd, daar zg anders leidt tot renteverlies voor den Staat. Naar wij van officieele zijde ver nemen, heeft de minister van finan ciën thans aan de ontvangers der directe belastingen nieuwe voor schriften verstrekt omtrent de tijd stippen waarop tot vervolging moet worden overgegaan, zulks ten einde tot een regelmatiger betaling dier middelen door de belastingschuldigen te geraken. DOOR DE GLADHEID. Op den Eusebiusbuitensingel, nabij de Parkstraat te Arnhem is de 60-jarige mej. M. A. Sch. komen te vallen. Zij bleef bewusteloos liggen en werd een winkel in de nabijheid oinnengedragen. Daar kon een ont boden geneesheer slechts den dood constateeren. Het stoffelijk overschot is naar het gemeente-ziekenhuis overgebracht. VROUW TUSSCHEN TRAM WAGEN EN MUUR BEKNELD. Maandagmorgen te half elf is in het centrum van Eindhoven de laat ste wagen van een goederentram, gaande in de richting van de grens, op den gevaarlijken hoek Willem straat-Kleine Berg, ontspoord. De wagen sprong uit de rails en slingerde over den weg, daar de machinist de ontsporing niet opge merkt had en doorreed. Dóór het slingeren kwam de wagen op bovengenoemden hoek tegen het winkelpand der firma Bakel-Berings terecht, waarvan de gevel ernstig beschadigd werd. Ongelukkigerwijze bevond zich juist op dit punt de 32-jarige mej. S. H. uit Woensel, die door den wagen tegen den muur werd ge drukt. Zeer ernstig gekwetst werd zg ter plaatse in een winkel binnen gedragen en later naar het R.K. gasthuis vervoerd, waar zij kort daarna overleed. NIEUW HANDELSVERDRAG MET DUITSCHLAND. Aan het departement van buiten landsche zaken te Berlijn is Maan dag een verdrag onderteekend waarin het Duitsch-Nederlandsche goederen verkeer voor het jaar 1936 wordt geregeld. Voor het betrekken van landbouw producten uit Nederland, in het bij zonder van boter, kaas en eieren is een regeling getroffen, waarbij voor 1936 een grootere invoer in Duitsch land van deze artikelen is mogelijk gemaakt dan die van 1935. De in het bedoelde verdrag getrof fen regeling invoer van» Nederland komt daarop^ van den iQ^ Duitschland vJ durende het jJ, sing aan de ve>4 landsche markt door verschili(f verderen steun Aldus het Nel niqué. Het Duitfl lingen bedoeld 1 als volgt weer: De overeenkf van goederen,-u Nederland is g/ Duitschland toei veer dezeifde naar Nederland I DOOR KOLE?| Zaterdagavond rade het ech'- de Nieuwst1!" gevonden. een erge roet™ zoek is geblekel Vrijdag was gl men blijkbaard dat voor de scl de slaapkamerl was geplakt, door kolendam binnengedrongen! zekerheid kan v dat beiden die] stikt. De man, de I Duitsche natioj op de mijn 23 jaar oud. 2 drie maanden Het ongeluk 1 mej. Dols, in wil paar op kamers/ ongerust maak] levensteeken va«| AUTO BOlj Maand»» schen weg ongeluk gebeur! Breda reed eel hangwagen, ditX uitwijken voor I door de gladhei! seling dwars ó\i staan. Op hetze! de uit de richti! auto, waarin gi! uit Aalst met ep deren en een chf Leiden, ter viel feest. Alle inzittenl meer ernstig gef ren, waarvan van 210 jaar verbonden te Tilburg wordeti overige drie eri ren werden nsj ziekenhuis te waar bij aaükJ kinderen bleek t tweede ovep> ziekenauto1, overgebrat- De vadfr verwond wéts, ziekenhuis verv«| hoewel niet worden opgenonl overspannen tod INSCHRLT -I DIEN:! De BurgemeeJ innert de in 191J personen aan zich in de m inschrijving aan te geven. Voor de inscl zitting worder I dag 6 Januari if 9 tot 12 uu Hij, die nie."i komen voor dienst wegens winnerschap, o: I een geestelijk al de aangifte m< doen. Zakboekjes diend hebben, n| gebracht. Voor nadere >1 men zich ter sel Venray, 16 Dej De Burgem'.j C| Marlcil VENLO. Op eeniging van M voer 1.650.000 ei Kipeieren van Kleine eieren Eendeieren v& ROERMOND, vereeniging va aanvoer 2.100.0C Kipeieren Kleine eieren Eendeieren v?| Wacht i Wij hebbei fl sorteerin: en

Peel en Maas | 1935 | | pagina 6