TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Een en ander
over Abessynië.
FEUILLETON.
Mesalliance
GESPRONGEN
HANDEN en LIPPEN
KLOOSTERBALSEM
Zaterdag 30 November 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 48
li.
DE HUT.
Nog onder den indruk van de
fantastische weelde van 't paleis,
komen we langs stoffige wegen
aan de plaats waar de inland
sche bevolking woont.
Tusschen de regeeringsgebou-
wen, hotels, villa's van Euro
peanen, had je een indruk in 'n
stad te zijn, vreemd keek je op,
planken huizen in 'n hoofstad
aan te treffen, maar als je de
woningen der inlanders ziet,
dan kom je weer tot 't besef,
dat je toch werkelijk in 'n onbe
schaafd land bent.
Hier leeft de inlander zijn on
bezorgd leventje en bekommert
zich niet om den dag van mor
gen. Boven hem is de zon, de
levensbron, onder hem de aarde
en daartusschen de lucht. Dat is
gemeenschappelijk bezit.
Er is stroo en hout in over
vloed, dus 'n woning 1 Dat is 'n
persoonlijk bezit. En er is ook
warmte en regen, die vruchtbaar
heid brengt, waarvoor zou hij
zich druk maken
't Gaat hem goed of slecht,
hij neemt de dingen zooals ze
zijn.
De vrouwen verrichten 't zware
werk. De mannen brengen den
•dag door met praten of liggen
lui in de blakende zon.
Kinderen, die wekenlang geen
water gevoeld hebben, drentelen
in voddige kleeren vuil rond. 't
Zal voor 'n zorgzaam Abessy-
nisch huisvader geen gemakke
lijke taak zijn, toezicht te houden
op z'n kroost, dat nu en dan
schuil gaat achter 'n dichte stof
wolk.
De hutten met dikke stroo-
wanden hebben een ronden vorm
en lijken precies op een groote
bijenkorf! Door de eenigste lage
opening, die dienst doet als
raam en deur, kom je in een
ruim vertrek.
Vergeleken met buiten is 't er
vrij koel. Even moeten je oogen
wennen aan 't halfdonker en de
„meubels", eerst vaag, worden
scherper omlijnd. De vloer is
van vastgestampte aarde. In een
hoek blaast 'n oude vrouw in
een steenen haard het vuur aan.
Ze gaat voor den maaltijd
zorgen, 't Hoopje veeren zou de
spijskaart kunnen vervangen.
Een theekist midden in 't ver
trek doet dienst als tafel. Wie
zich die weejde niet kan ver
oorloven, eet van den grond,
waarop 'n stuk papier wordt
uitgestrooid. Een andere kist
doet dienst als linnen-, kleer- en
keukenkast.
't Eenvoudige keukengerei be
staat uit 'n waterkan, 'n zeepbus
en eenige conservebusjes.
Zoowel in figuurlijke als let
terlijken zin hangt hier de krib
hoog. Aan 'n paar _balken hangt
een met touwen vastgebonden
slaapmat te bengelen. Een geiten-
(Een ongelijk Huwelijk)
Roman door Cor de Blij.
Mijne kinderen, zoo schreef hij
aan zijn ouders, zijn in een andere
omgeving opgegroeid zij waren
op kostschool zij hadden hun
vriendinnen in anderen stand en
wisten voor kort niet. dat hun vader
in landelijke omgeving is opgegroeid.
In dit geheel andere millieu dus,
ontmoette Kitty, den jongen van
Beers. Hoe kon zij weten, dat hij
een zoon was van uw pachtheer....
en zoo is deze onverkwikkelijke ge
schiedenis in de wereld gekomen.
Ik stond voor een fait-accompli,
schreef hij verder, voor een voldon
gen feit. De meisjes van tegenwoor
dig zijn zelfstandig, zeer zeker in
een groote stad. Ik ben steeds te
druk met mijn zaken en ben helaas,
de laatste die deelgenoot ben van
hun hartsgeheimen. De jongeman
van Beers zal zeker niet bevroeden,
dat de vader van Kitty aan U ver
want is, zijn vader de burgemeester
sprak ik reeds eenige malen en was
er geen sprake van dat hij mijn
naam met Veldhoven in verband
bracht. Zoo is het dan beter' dat
zulks niet bekend wordt. Dit is onze
overtuiging en zult U het geluk van
mijn kleine meid niet in den weg
willen staan. Het schrijven van deze
of schapenvel. Vlak ernaast zit
plaatsen voor kippen is geen
zeldzaamheid.
De inlander bouwt z'n hut niet
alleen voor vrouw en kinderen.
Hij heeft nog veeEen geit ligt
op haar gemak te herkauwen en
wacht in kalme doodsverachting
den dag af, waarop de eigenaar
bij gebrek aan levensmiddelen
een einde maakt aan haar rustig
bestaan.
De inlander voedt zich over
't algemeen met ruw vleesch
van kippen, schapen en geiten.
Z'n godsdienst verbiedt hem ech
ter varkensvleesch te eten.
RASSEN-KWESTIE.
Dat er in dit groote rijk met
z'n dunne bevolking geen eenheid
is, heeft als voornaamste oorzaak
dat 't volk zoo veelsoortig is.
Verschil in rassen, verschil in
godsdienst.
Wanneer je door de straten
van de hoofdstad wandelt en je
bekijkt de deels met Westersche
zakelijke gejaagdheid, deels de
met rustig waardige, niets te
verletten hebbende Oostersche
kalmte, ronddwarrelende men-
schenmassa, dan denk ik onwil
lekeurig aan 'n vaderlandsche
boerenkippen-toom van vroeger,
die zich toe schijnt te leggen op
veelsoortigheid.
Als witte kippen van buurmans
hok overgevlogen, loopen de
blanken er tusschen. Ze kakelen
en loopen 't hardst als er iets
te verdienen is en pikken de
anderen brutaal weg.
De blanken worden dan ook
door de inlandsche bevolking
als indringers beschouwd en
wantrouwend nagekeken.
In de 'hoofdstad is 't leven
voor hem uit te houden. Daar
wonen ze in 'n aparte wijk en
hebben steun aan elkaar. Maar
voor de anderen, die aangetrok
ken door de fabelachtige ver
halen over goud en schatten,
die in 't geheimzinnige en on
bekende binnenland te vinden
zouden zijn en daar hun geluk
beproeven, is 't iets anders.
Hebben ze 't geluk bij een
vreedzamen slam terecht te ko
men, die hen duldt, dan nog
rest hun de keuze-' aanpassen en
inboorling worden met hen óf
'n langzamen maar zekeren on
dergang. Voor velen 't laatste.
De meesten hebben met zoo'n
groot aanpassingsvermogen. Er
is bij hen geen grooter doel,
zooals we dat bijv. bij de mis
sionarissen aantreffen, dat hun
de kracht geeft zich geheel weg
te cijferen.
Ze kunnen de eenzaamheid
niet af en verwachten meer van
het leven dan de natuur hun
schenkt en voelen zich als ge
vangenen.
Beter gaat dit de Grieken en
Armeniërs af, die onder de in
landsche bevolking een bestaan
zoeken en vinden,
Ze asen 't land af of zetten
zich vast als parasieten. Zuigen
't volk uit en maken 'overal 'n
zaakje van en hebben 'n geweten
als een fietsband 1
regelen valt mij zwaarder, dan U
zult geloovenmaar, U kennend,
Frans en Marie niet uitgezonderd,
vertrouw ik, dat U ons wilt begrij
pen Aldus resumeerend: wanneer U
hoort van de verloving, doet U,
alsof Kitty U onbekend is... tenslotte
zijn er zooveel Vechoevens.
Met hartelijke groeten aan U allen
hopend dat door mijn hulp ook
betere tijden" voor U zullen- aan
breken
Uw zeer toegenegen zóón
G1JSBRECHT.
Biggelend dropen de tranen langs
den bevenden baard... De tandelooze
mond trilde.., de moede oogen tuur
den.
Strak, saamgeknepen lippen, om-
hoogblikkend de moeder. Eindelijk
klonk het:
Je eigen vleesch en bloed
Dan een droge snik
't Is niet mooi, wat zeg je me
nou... nee, het is niet mooi!....
Vaders hand zocht over tafel die
zijner vrouw....
In jaren waren zij niet zoo één
geweest
Jan Verhoeven ging met bezwaard
hart naar zijn ouders huis. Hoe het
hun te vertellen van Marie, toch
moest het. Zelf, hoewei voorvoelend
een tragedie, stond hij voor een
raadsel.
Hij trad binnen, trof de oude
menschen, de handen ineen gestren
geld. beeld van droefheid.de open
brief op tafel,..
Lees maar zelf, Jan, was alles
wat moeder zei.
Maar haar stem klonk anders, het
smartgevoel had ook haar in de ziel
De eischen, die zij aan het
leven stellen, zijn gering. Overal
zijn ze tevreden mee als ze maar
verdienen kunnen.
De kern der bevolking wordl
gevormd door de 2.500.000 Am-
hara's.
't Is 'n trotsche, intelligente
en oorlogszuchtige stam, die er
groot op gaat, z'n afstamming
terug te kunnen voeren tot ko
ning Salemon.
Na 'n strijd van duizend jaar
zijn ze er tenslotte in geslaagd
de overige stammen aan zich te
onderwerpen.
Ze bekleeden de voornaamste
posten in 't rijk en treden op
als ambtenaren, die zich van hun
waardigheid ten volle bewust
zijn en met 'n zekere minachting
neerzien op allen, die niet tot
hun stam behooren en die zij
beschouwen als hun vazallen.
Hun taal ,,'t Amharisch" is de
staatstaak In deze taal ook
spreekt de Keizer, die ook wat
Fransch kent, de gezanten toe.
Een tolk zorgt dan voor de
vertaling.
De Amhara's zijn klein van
postuur. Ze hebben zwart krul
lend haar, dat aan negers doet
denken Maar probeer 't niet
ze voor een neger te honden.
Ze willen geen negers zijn en
verrachten deze.
Onder 't zachte koffiebruin van
hun huid ligt 'n matte blanke
teint. Hun oogen stralen zwart.
Hun ziel ligt in hun oogen, een
diepe beschouwende fanatieke
Oostersche ziel.
De Amhara's zijn Koptische
Christenen, terwijl de overige
stammen Mahomedanen en hei
denen zijn.
In de hoofdstad komt dit ras
't zuiverst voor en vormt het
voornaamste deel der bevolking.
In 't binnenland zijn ze vermengd
met Galla's. De 4.000.000 Gal-
la's vormen de grootste stam.
't Is een lang hoekig mager
volk, met 'n trotsche houding
Ze vinden een bestaan in den
landbouw en wonen om de ste
den of in de vruchtbare berg
streken.
Hun gelaatskleur is donkerder.
Nauw verwant met de Amha
ra's zijn de Tigri's. Een heel
bijzonder soort volk zijn de Gr.-
ragi's, door 't heele land ver
spreid.
Terwijl de Abisiniër over het
algemeen niet houdt van werken
en liever zijn dag doorbrengt
in zalig niets doen, zijn deze
gewoon te werken, 't Zijn de
slaven.
We moeten hier niet denken
aan onmenschelijke behandeling,
die gewoonlijk bij 't begrip van
slaaf" domineert.
Deze stam voelt zich goed in
zijn slavernij en wil niet vrij zijn
omdat hij niet weet wat met vrij
heid aan te vangen.
Toen Abessynië dan ook tot
den Volkerenbond toetrad en
moest beloven de slavernij af te
leggen, had de keizer bij de
uitvoering van z'n besluit niet
alleen met den bezitter maar ook
gegrepen... vernederd... op zij gezet.
En Jan las... legde den brief neer,
verkroppend zijn verontwaardiging;
hier pasten geen woorden... daarbij
was hij tc vervuld met den toestand
van Marie. Mocht hij nu zijn be
droefde ouders er mee lastig vallen?
Neen...
Moeder, Marie is onwel ge
worden; omdat Mevrouw van Beers
op reis is en Trijn ook al niet te
sterk, vonden Lena en ik het maar
beter, dat ze een paar dagen bij ons
kwam... U hoéft zich niet ongerust
te maken, hoor Nou, dan ga ik
maar. Nacht vader... moeder.... en
dan even aan de deur aarzelend...
Trek het je maar niet te veel
aan 1
HOOFDSTUK XI.
Allemachtig. Arie, je laat me
een rolberoerte schrikken. Wat mot
jij hier Nou, je hoeft niet te fluis
teren, )k heb het rijk alleen. Burge
meester is met den trein, de ouwe
achteran. Kom maar in de keuken.
Wat is er jongen
Trijn. ik mot je spreken.... 't
Gaat over Marie
Zoo, en mot je dan bij mijn
wezen... ik heb d'r niet in mijn zak
hoor
Trijn, de ruwdoende, voelde zich
ongerust. De gebeurtenissen van den
vorigen avond hadden haar geschokt.
Zij werd geslingerd tusschen spreken
er zwijgen.
1 Maar het geheim was van Marie,
j Toch bij een karakter als 't hare,
was het te begrijpen, dat het in
j haar kookte, dat zij iets moest doen.
Zij had dien nacht gezeten aan het
bed van Marie... herleefde een leed,
met den „slaaf" te kampen.
De slavernij in z'n meest on
gunstige beteekenis komt echter
ook nog wel voor.
Om alle stammen en bijzondere
groepeeringen van menschen op
te noemen zou ons te ver voeren,
is zelfs 'n onmogelijkheid. Toch
wil ik van een nog wat zeggen
de Danahils.
't Is een van de meest onbe
schaafde stammen van Abessynië.
Roofzuchtige, bloeddorstige no
maden. In 'n groote vlakte, rotsig,
kaalgebrand door de zon, 'n
woestijn zonder oazen met tempe
raturen tot 50 gr. C. vindt dit
volk 'n bestaan in zouthandel.
Groote karavanen brengen de
witte zoutklompen naar de stad
waar ze in ruil er voor kleeding
en levensmiddelen ontvangen.
AI deze genoemde stammen,
vijandig aan elkaar, zijn één in
hun haat tegen de overheerschen-
de Amhara's, worden echter als
één groote fanatieke menschen-
kudde, als 't gaat om de onaf
hankelijkheid van hun land te
beschermen tegen vreemde in
dringers.
Ik dacht maar zoo....
Meer dan eenig ander bedrijf is
dat van boer en tuinder toch. een
levend bedrijf. Een bedrijf, dat niet
alleen doet groeien, doch zelf ook
groeit. Een bedrijf, dat daardoor tel
kens zich moet wijzigen naar nieuwere
inzichten, die vaak ontstaan aan de
hand van in het bedrijf zelf ontdek
te verschijnselen. Alzoo; het boeren-
en tuindersbedrijf is een bgzonder
bedrijf waar telkens veranderingen
en verbeteringen zijn aan te bren
gen. Dat krijgt men in al de onder-
deelen, in veehouderij, en akkerbouw;
boomkweekerij en fruitteelt; bloe-
misterg en groenteteelt.
En in die bedrgven kan men weer
van verschillend standpunt uit rede
neeren. Maar het is geraden om ook
steeds het ander standpunt in aan
merking te nemen. Anders verrekent
men zich. Als in het Overijselsch
Landbouwblad aangeraden werdt,
zooals enkele weken geleden gedaan
werd; strooi kalizout vroegtijdig en
kort waarna in het Friesch Land
bouwblad de Rijkslandbouwconsulent
Ir. Witteveen dringend betoogde;
strooi geen kalizout in het najaar en
nooit geen kalizout 20 pet. dan is
er tegenspraak met elkaar. Dit kwam
omdat de eerste schrijver alleen op
mogelijke beschadiging van de kie
mende zaden in jonge kiemplantjes
lette. De tweede raadgever lette op
mogelijk verlies door uitspoeling, want
met het chloor, dat weg moet zak
ken, gaat ook kali weg. En niet zoo
weinig.
Ir. Witteveen berekende, dat voor
ons land op 1 a 2 millioen gulden.
Daarom wilde hij zelfs een invoer
verbod van kalizout 20 pet. Wij wil
len daarover geen uitspraak doen.
Wij wgzen er alleen maar op, dat
men ook zoo kan handelen, dat men
geld verdoet, al meent men ook wijs
te doen.
Maar iedere handeling moet weer
op zich zelf beschouwd worden. Met
slakkenmeel bgv. zal men geen ver
lies van kapitaal bewerken, door
vroeg of door veel uitstrooien. In
tegendeel men verrijkt daarmede de
bodem. En maakt, dat deze heel
wat eultuurstooten kan verdragen.
Zoowel door het fosforzuur als door
de kalk die men daarmee geeft.
Prof Wagner zei het reeds lang
geleden, dat met fosforzuur de grond
bemest wordt, zooals met stikstof
de planten. Men moet met alles re
kenen. Slakkenmeel is een meststof
dat haar niet vreemd was...
Ook Trijn had haar levensbeproe
ving gehad. Vroeger, als meisje, was
ze knap geweest. Reeds jong moest
ze onder de menschen, kwam als
kindermeisje bij een Amsterdamsche
familie. Daar was een broer van haar
Mijnheer aan huis, een jongeman,
die vlam vatte voor het aardige
meisje, doch werd later weggewerkt
door de familie naar Indie.
De roman van Trijn was teneinde,
slechts nalatend bij haar een cynis
me, een haat tegen mannen, van de
hoogere standen in 't bijzonder.
Daarom was Trijn direct vol sym
pathie vóór Marie, want ze voorzag
de teleurstelling. Maar... dat het zoo
diep zou zittenhad ze niet ge
dacht.
Voor een uurtje was Jan Ver
hoeven nog bij haar geweest, de
waarheid omzweefde haar lippen,
doch... ze had de woorden terugge
drongen. Het was niet haar geheim.
En nu Arie. De trouwe Arie, die ze
van het kind af kende, wiens moe
der zij vaak een troost was ge
weest
Ik heb kleinen Jan van den
veldwachter gesproken, Trijn, en die
zei me, dat z'n tante zoo raar deed,
ze zat maar te zingenTrijn... zeg
het me, ik mot het weten, was is d'r
aan de hand...
Jongen, hoe zou ik dat weten.
Ga je nog met Marie
Ze wist wel beter, maar ze wilde
rekken
Nee Trijn, ze mot mij niet.
Zijn armen steunden op de keu
kentafel... zijn hoofd zakte omlaag...
Dan zich bruusk opheffend
Trijn... was d'r wat met haar
en Jan van Beers
die het bodemkapitaal vergroot, ook
voor volgende jaren. Kali is ook noo-
dig doch hierbij moet men letten op
kans van kapitaalverlies en alles
doen om dit te voorkomen. Het
agrarisch bedrijf is toch een bedrijf
van moeilijkheden.
Uit het Mexicaansche
martelaren-boek.
De dood van Pater Pro.
Reeds lang was pater Pro ver
trouwd geraakt met de gedachte, dat
men hem zou arresteeren en ver-
oordeelen. De vganden van de Kerk
konden het -niet verkroppen, dat
midden in de hoofdstad een priester
leefde, die ondanks al hun maat
regelen en wetten onbekommerd
door werkte, retraiten gaf, biecht
hoorde en „verboden" godsdienst
oefeningen hield. De kerken had
men kunnen sluiten, maar het was
niet gemakkelijk, dezen priester die
bovendien nog tot de gehate Jesuïten
behoorde tot werkeloosheid te dwin
gen, zoo men- hem in vrgheid en in
leven liet.
Reeds lang was een bevel tot
arrestatie gegeven, ook de duizenden
geheime politie-agenten en spionnen
waren aan het werk, om hem naar
aanleiding van een „onwettelijke"
handeling te arresteeren. Maar tot
dusver was het hem altijd gelukt aan
hun spiedende oogen te ontkomen.
Men had echter een „wettelijk"
voorwendsel noodig, om eindelijk
voor de wereldpers het reeds lang
besloten doodvonnis te rechtvaardigen
Eindelijk gebeurde er iets, waar
mede men zich rechtvaardigen kon.
Op de auto van den ex-president
Obregon werd een aanslag gepleegd.
De dader kreeg een doodelijke hoofd
wonde en stierf zonder nog tot het
bewustzijn te zgn gekomeh. Nu
moest er vlug een verklaring van
den dader gefingeerd worden, waarin
Pater Pro en eenige bijzonder gehate
leiders van de Katholieke Actie als
medeschuldigen aan den aanslag
aangewezen werden. Het lot van
Pater Pro was thans bezegeld.
Hij zelf en zijn gezellen hadden
niet het minste vermoeden, toen zij
bg verrassing gearresteerd werden.
Pater Pro en zijn broer namen
afscheid van hun ouders, bg wie zij
juist vertoefden. De Pater zegende
hen en zei:
„Tot weerziens in den hemel
Hij wist, wat er met hem gebeuren
zou, al vermoedde hij ook niet, wat
voor motief men voor zijn doodvonnis
zou vinden.
Pas in de gevangenis kwam Pater
Pro te weten, waarom men hem en
zijn lotgenooten gearresteerd had.
Hij zou medeplichtig zijn aan een
poging tot moordDat was misdadig..
ongelooflijk
Tegenover vertegenwoordigers der
pers die onder toezicht van de politie
toegelaten werden, verklaarde hij
„Ik verklaar met nadruk, dat ik
absoluut niets te maken had met
den aanslag. Ik ben heel gerust en
hoop, dat gedurende het onderzoek
mijn onschuld aan het licht zal
komen."
Maar tot Pater Pro's dood was
besloten. De medeplichtigheid aan
den aanslag moest slechts een voor
wendsel zijn. Hij hoopte nog op
rechtvaardigheid. Maar die bestond
voor een Katholiek priester in Mexico
niet.
Een oorlogs-rechtszitting, zonder
getuigen, zonder verdediger, zonder
bewijzen.... velde het doodvonnis.
Op 23 Nov. 1927 's morgens deelde
men hem kort en bondig mede, dat
zij nog den zelfden voormiddag ge-
fussilleerd zouden worden. Het von
nis werd overhaast voltrokken, om
het protest der rechters, dat te
verwachten was, te voorkomen en
deze eenvoudig voor voldongen feiten
te stellen.
Generaal Cruz en eenige andere
Hij stootte de woorden d'ruit.
wist zelf niet hoe ze gesproken
waren. Maar ze nu de wereld in
geslingerd. Zijn maanden verkropte
jalouzie was ontploft.
Arie... hoe weet je dat dan
zich herstellendWel neen, Arie...
Haar vertrokken gezicht verraadde
de waarheid
Zeg me maar niks meer, Trijn.
De ploert.... de boef
Even bleef hij zitten, geen spier
vertrok in zijn gezicht.
G'navond Trijn, ik ga maar....
Tevergeefs trachtte zij hem terug
te houden... Hij stormde naar buiten.
Uren dwaalde hij door de hei, die
nu als een verlaten doodenakker
troosteloos eenzaam was...
De ploert, de schoft..., door
loopend was hem een rossig waas
voor de oogen gekomen.
Het brandde in hem het raasde
en kookte, het bonkte... Schoft... als
mokerslagen werd 't hem gebeukt:
Schoft.,, schoft.
Eindelijk viel hij voorover, wild
grepen zijn handen in de aarde, zijn
benevelde hersenen uiten zich in een
jammerkreet
Marie...
De wind joeg voort., voer mee
dat woord... naar haar... maar ze
zou het niet hooren...
De maan zond enkele zilveren
glanzen... zooals de maan over dui
zenden jaren weer zal begroeten veel
lief... veel leed... vreugde en wan
hoop,.. Zij is de stille getuige, van
daar haar mysterieus licht... in stille
donkere nachten.
Den volgenden dag op de klom
penmakerij zeiden de jongens tegen
elkander
Wat is d'r met Arie... Zoo
regeeringshoofden arriveerden om
het schouwspel te zien. Filmappa
raten waren besteld. Alles zou op de
film vastgelegd worden, om later de
bevolking schrik te kunnen inboeze
men. En door deze Bolsjewistische
taktiek is men in het bezit gekomen
van die voor ons zoo waardevolle
afbeeldingen der terechtstelling, die
thans over de heele wereld verspreid
zgn en de protestbeweging tegen de
politiek tegen de Kerk in Mexico
zulke groote diensten bewezen hebben.
Door de straten van Mexico loopt
het geruchtPater Pro wordt van
daag nog terechtgesteld. Duizenden
en duizenden stroomen naar het
hoofdbureau van politie, van waar
men het kleine schavot naar de
plaats der terechtstelling gebracht
heeft. Twee escadrons bereden politie
zijn naar de plaats der terechtstel
ling gedirigeerd. Gendarmerie en
politie op motorfietsen dringen de
toestroomende volksmassa van het
politiebureau in de zijstraten terug.
Ondertusschen zit Pater Pro inde
gevangenis en hoort stil de biecht
van zijn lotgenooten. Een politie
agent komt.
Zwijgend en vast drukt Pater Pro
zijn gezellen en zijn broer de hand.
Hij is gereed. De beambte maakt
zijn excuus, dat hij hem ter dood
moet voeren. Pater Pro heeft slechts
één antwoord:
Ik vergeef u niet alleen, piaar
ik ben u zelfs zeer dankbaar.
Buiten wachten twee rijen sol
daten, geweer aan den voet. Tegen
over het schavot staat generaal
Cruz en rookt een sigaret.
Vast en zeker, zonder te wankelen
gaat Pater Pro naar voren over het
plein voor de groote schietschijf en
keert zich met een korte beweging
om.
Een officier treedt naar voren en
vraagt
Hebt u nog een wensch
Laat me nog even bidden
De vraag wordt toegestaan.
Pater Pro keert zich weer om en
haalt zijn geloftekruis te voorschijn
het kruis dat hij ontving op den
dag, dat hij in de Orde trad en het
kleed ontving, dat hij nu in zijn
vaderland, in zijn stervensuur niet
dragen mag... het kruis, dat hem
zijn leven lang vergezelde, dat
op zgn bidstoel lag... dat hij in zijn
hand hield... toen hij na de zware
maagoperatie in zijn pijnen bg O.L.
Heer hulp zocht... dat hem op zijn
apostolische reizen in Mexico immer
vergezeld had.
ELK JAAR OPNIEUW HAD ZIJ
Dank zij den KL00STER8ALSEM
heelt zij die nu nooit meerl
I
m't Was een gruwelijke last en het leed
I geweldig zeer. Het bloed stond er al-
J tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op, he' beet geweldig, maar tel-
kens kwamen de kloven terug. Gewone
j jhuid-crêmes hielpen mij evenmin. Maar
nu heb ik geen last meer ervan. Nu
wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster
balsem er op. Dat doet géén zeer en
de huid is en blijft prachtig glad èn
gezond, ook al kom ik met mijn han
den vaak in het water. Het was een
uitkomst." B de j le
AKKFD'C 'ORIGINEEL TFR INZAQI
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snfjwonden
Ook ongeëvenaard als wrgfmlddel bjj
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (1 '/2 ct.) aan
MONSTE R Handelmij. L. I. Akker, R'dam
gek heit ie nog nooit gedaan.
Cynisch, dan weer duivelsch was
zijn grijnzende lach... waarvan alleen
hij de beteekenis wist.
Ja dokter, zoo zit ze al dagen.
Wat moeten we toch beginnen
Lena heeft al van alles geprobeerd
om haar eens aan het praten te
krijgen,..
Het is een duister, droevig ge
val, Verhoeven. Als je geen oorza
ken weet, uitsluitend moet afgaan op
veronderstellingen, die ook al vaag
zijn, dan sta je als medicus, voor
raadselen. Ik ken jullie al zoovele
jaren, je ouders hadden altijd mijn
volle sympathie... ja, het is 'n droe
vig geval. Het lijkt mij het beste,
een specialist te consulteeren... Ik
ken een zeer kundig man op dat
gebied, dr. de Voogd uit Deventer.
Neem jij de verantwoording op je.
Verhoeven, of lijkt het je beter,
eerst je ouders te raadplegen.
Nee dokter, doe dat maar niet.
Als het eenigszins kan, laat ik hun
er liever buiten...
Hij zag weer hun bedroefde ge
zichten voor zich dien avond..
Goed. Jij bent haar broer,
vooruit dan maar, ik zal telefoneeren
en vragen of hij komt. De kosten...
ja, dat is het beroerde met derge
lijke dingen
Neem ik op me. dokter. U
heeft gelijk, dat had ik direct al
moeten zeggen.
Zoo kwam dan den volgenden
dag de specialist. Hij onderzocht de
patiente, vroeg en vroeg....
Wordt vervolgd.