TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Een en ander over Abessynië. FEUILLETON. Mesalliance GESPRONGEN HANDEN en LIPPEN KLOOSTERBALSEM Zaterdag 30 November 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 48 li. DE HUT. Nog onder den indruk van de fantastische weelde van 't paleis, komen we langs stoffige wegen aan de plaats waar de inland sche bevolking woont. Tusschen de regeeringsgebou- wen, hotels, villa's van Euro peanen, had je een indruk in 'n stad te zijn, vreemd keek je op, planken huizen in 'n hoofstad aan te treffen, maar als je de woningen der inlanders ziet, dan kom je weer tot 't besef, dat je toch werkelijk in 'n onbe schaafd land bent. Hier leeft de inlander zijn on bezorgd leventje en bekommert zich niet om den dag van mor gen. Boven hem is de zon, de levensbron, onder hem de aarde en daartusschen de lucht. Dat is gemeenschappelijk bezit. Er is stroo en hout in over vloed, dus 'n woning 1 Dat is 'n persoonlijk bezit. En er is ook warmte en regen, die vruchtbaar heid brengt, waarvoor zou hij zich druk maken 't Gaat hem goed of slecht, hij neemt de dingen zooals ze zijn. De vrouwen verrichten 't zware werk. De mannen brengen den •dag door met praten of liggen lui in de blakende zon. Kinderen, die wekenlang geen water gevoeld hebben, drentelen in voddige kleeren vuil rond. 't Zal voor 'n zorgzaam Abessy- nisch huisvader geen gemakke lijke taak zijn, toezicht te houden op z'n kroost, dat nu en dan schuil gaat achter 'n dichte stof wolk. De hutten met dikke stroo- wanden hebben een ronden vorm en lijken precies op een groote bijenkorf! Door de eenigste lage opening, die dienst doet als raam en deur, kom je in een ruim vertrek. Vergeleken met buiten is 't er vrij koel. Even moeten je oogen wennen aan 't halfdonker en de „meubels", eerst vaag, worden scherper omlijnd. De vloer is van vastgestampte aarde. In een hoek blaast 'n oude vrouw in een steenen haard het vuur aan. Ze gaat voor den maaltijd zorgen, 't Hoopje veeren zou de spijskaart kunnen vervangen. Een theekist midden in 't ver trek doet dienst als tafel. Wie zich die weejde niet kan ver oorloven, eet van den grond, waarop 'n stuk papier wordt uitgestrooid. Een andere kist doet dienst als linnen-, kleer- en keukenkast. 't Eenvoudige keukengerei be staat uit 'n waterkan, 'n zeepbus en eenige conservebusjes. Zoowel in figuurlijke als let terlijken zin hangt hier de krib hoog. Aan 'n paar _balken hangt een met touwen vastgebonden slaapmat te bengelen. Een geiten- (Een ongelijk Huwelijk) Roman door Cor de Blij. Mijne kinderen, zoo schreef hij aan zijn ouders, zijn in een andere omgeving opgegroeid zij waren op kostschool zij hadden hun vriendinnen in anderen stand en wisten voor kort niet. dat hun vader in landelijke omgeving is opgegroeid. In dit geheel andere millieu dus, ontmoette Kitty, den jongen van Beers. Hoe kon zij weten, dat hij een zoon was van uw pachtheer.... en zoo is deze onverkwikkelijke ge schiedenis in de wereld gekomen. Ik stond voor een fait-accompli, schreef hij verder, voor een voldon gen feit. De meisjes van tegenwoor dig zijn zelfstandig, zeer zeker in een groote stad. Ik ben steeds te druk met mijn zaken en ben helaas, de laatste die deelgenoot ben van hun hartsgeheimen. De jongeman van Beers zal zeker niet bevroeden, dat de vader van Kitty aan U ver want is, zijn vader de burgemeester sprak ik reeds eenige malen en was er geen sprake van dat hij mijn naam met Veldhoven in verband bracht. Zoo is het dan beter' dat zulks niet bekend wordt. Dit is onze overtuiging en zult U het geluk van mijn kleine meid niet in den weg willen staan. Het schrijven van deze of schapenvel. Vlak ernaast zit plaatsen voor kippen is geen zeldzaamheid. De inlander bouwt z'n hut niet alleen voor vrouw en kinderen. Hij heeft nog veeEen geit ligt op haar gemak te herkauwen en wacht in kalme doodsverachting den dag af, waarop de eigenaar bij gebrek aan levensmiddelen een einde maakt aan haar rustig bestaan. De inlander voedt zich over 't algemeen met ruw vleesch van kippen, schapen en geiten. Z'n godsdienst verbiedt hem ech ter varkensvleesch te eten. RASSEN-KWESTIE. Dat er in dit groote rijk met z'n dunne bevolking geen eenheid is, heeft als voornaamste oorzaak dat 't volk zoo veelsoortig is. Verschil in rassen, verschil in godsdienst. Wanneer je door de straten van de hoofdstad wandelt en je bekijkt de deels met Westersche zakelijke gejaagdheid, deels de met rustig waardige, niets te verletten hebbende Oostersche kalmte, ronddwarrelende men- schenmassa, dan denk ik onwil lekeurig aan 'n vaderlandsche boerenkippen-toom van vroeger, die zich toe schijnt te leggen op veelsoortigheid. Als witte kippen van buurmans hok overgevlogen, loopen de blanken er tusschen. Ze kakelen en loopen 't hardst als er iets te verdienen is en pikken de anderen brutaal weg. De blanken worden dan ook door de inlandsche bevolking als indringers beschouwd en wantrouwend nagekeken. In de 'hoofdstad is 't leven voor hem uit te houden. Daar wonen ze in 'n aparte wijk en hebben steun aan elkaar. Maar voor de anderen, die aangetrok ken door de fabelachtige ver halen over goud en schatten, die in 't geheimzinnige en on bekende binnenland te vinden zouden zijn en daar hun geluk beproeven, is 't iets anders. Hebben ze 't geluk bij een vreedzamen slam terecht te ko men, die hen duldt, dan nog rest hun de keuze-' aanpassen en inboorling worden met hen óf 'n langzamen maar zekeren on dergang. Voor velen 't laatste. De meesten hebben met zoo'n groot aanpassingsvermogen. Er is bij hen geen grooter doel, zooals we dat bijv. bij de mis sionarissen aantreffen, dat hun de kracht geeft zich geheel weg te cijferen. Ze kunnen de eenzaamheid niet af en verwachten meer van het leven dan de natuur hun schenkt en voelen zich als ge vangenen. Beter gaat dit de Grieken en Armeniërs af, die onder de in landsche bevolking een bestaan zoeken en vinden, Ze asen 't land af of zetten zich vast als parasieten. Zuigen 't volk uit en maken 'overal 'n zaakje van en hebben 'n geweten als een fietsband 1 regelen valt mij zwaarder, dan U zult geloovenmaar, U kennend, Frans en Marie niet uitgezonderd, vertrouw ik, dat U ons wilt begrij pen Aldus resumeerend: wanneer U hoort van de verloving, doet U, alsof Kitty U onbekend is... tenslotte zijn er zooveel Vechoevens. Met hartelijke groeten aan U allen hopend dat door mijn hulp ook betere tijden" voor U zullen- aan breken Uw zeer toegenegen zóón G1JSBRECHT. Biggelend dropen de tranen langs den bevenden baard... De tandelooze mond trilde.., de moede oogen tuur den. Strak, saamgeknepen lippen, om- hoogblikkend de moeder. Eindelijk klonk het: Je eigen vleesch en bloed Dan een droge snik 't Is niet mooi, wat zeg je me nou... nee, het is niet mooi!.... Vaders hand zocht over tafel die zijner vrouw.... In jaren waren zij niet zoo één geweest Jan Verhoeven ging met bezwaard hart naar zijn ouders huis. Hoe het hun te vertellen van Marie, toch moest het. Zelf, hoewei voorvoelend een tragedie, stond hij voor een raadsel. Hij trad binnen, trof de oude menschen, de handen ineen gestren geld. beeld van droefheid.de open brief op tafel,.. Lees maar zelf, Jan, was alles wat moeder zei. Maar haar stem klonk anders, het smartgevoel had ook haar in de ziel De eischen, die zij aan het leven stellen, zijn gering. Overal zijn ze tevreden mee als ze maar verdienen kunnen. De kern der bevolking wordl gevormd door de 2.500.000 Am- hara's. 't Is 'n trotsche, intelligente en oorlogszuchtige stam, die er groot op gaat, z'n afstamming terug te kunnen voeren tot ko ning Salemon. Na 'n strijd van duizend jaar zijn ze er tenslotte in geslaagd de overige stammen aan zich te onderwerpen. Ze bekleeden de voornaamste posten in 't rijk en treden op als ambtenaren, die zich van hun waardigheid ten volle bewust zijn en met 'n zekere minachting neerzien op allen, die niet tot hun stam behooren en die zij beschouwen als hun vazallen. Hun taal ,,'t Amharisch" is de staatstaak In deze taal ook spreekt de Keizer, die ook wat Fransch kent, de gezanten toe. Een tolk zorgt dan voor de vertaling. De Amhara's zijn klein van postuur. Ze hebben zwart krul lend haar, dat aan negers doet denken Maar probeer 't niet ze voor een neger te honden. Ze willen geen negers zijn en verrachten deze. Onder 't zachte koffiebruin van hun huid ligt 'n matte blanke teint. Hun oogen stralen zwart. Hun ziel ligt in hun oogen, een diepe beschouwende fanatieke Oostersche ziel. De Amhara's zijn Koptische Christenen, terwijl de overige stammen Mahomedanen en hei denen zijn. In de hoofdstad komt dit ras 't zuiverst voor en vormt het voornaamste deel der bevolking. In 't binnenland zijn ze vermengd met Galla's. De 4.000.000 Gal- la's vormen de grootste stam. 't Is een lang hoekig mager volk, met 'n trotsche houding Ze vinden een bestaan in den landbouw en wonen om de ste den of in de vruchtbare berg streken. Hun gelaatskleur is donkerder. Nauw verwant met de Amha ra's zijn de Tigri's. Een heel bijzonder soort volk zijn de Gr.- ragi's, door 't heele land ver spreid. Terwijl de Abisiniër over het algemeen niet houdt van werken en liever zijn dag doorbrengt in zalig niets doen, zijn deze gewoon te werken, 't Zijn de slaven. We moeten hier niet denken aan onmenschelijke behandeling, die gewoonlijk bij 't begrip van slaaf" domineert. Deze stam voelt zich goed in zijn slavernij en wil niet vrij zijn omdat hij niet weet wat met vrij heid aan te vangen. Toen Abessynië dan ook tot den Volkerenbond toetrad en moest beloven de slavernij af te leggen, had de keizer bij de uitvoering van z'n besluit niet alleen met den bezitter maar ook gegrepen... vernederd... op zij gezet. En Jan las... legde den brief neer, verkroppend zijn verontwaardiging; hier pasten geen woorden... daarbij was hij tc vervuld met den toestand van Marie. Mocht hij nu zijn be droefde ouders er mee lastig vallen? Neen... Moeder, Marie is onwel ge worden; omdat Mevrouw van Beers op reis is en Trijn ook al niet te sterk, vonden Lena en ik het maar beter, dat ze een paar dagen bij ons kwam... U hoéft zich niet ongerust te maken, hoor Nou, dan ga ik maar. Nacht vader... moeder.... en dan even aan de deur aarzelend... Trek het je maar niet te veel aan 1 HOOFDSTUK XI. Allemachtig. Arie, je laat me een rolberoerte schrikken. Wat mot jij hier Nou, je hoeft niet te fluis teren, )k heb het rijk alleen. Burge meester is met den trein, de ouwe achteran. Kom maar in de keuken. Wat is er jongen Trijn. ik mot je spreken.... 't Gaat over Marie Zoo, en mot je dan bij mijn wezen... ik heb d'r niet in mijn zak hoor Trijn, de ruwdoende, voelde zich ongerust. De gebeurtenissen van den vorigen avond hadden haar geschokt. Zij werd geslingerd tusschen spreken er zwijgen. 1 Maar het geheim was van Marie, j Toch bij een karakter als 't hare, was het te begrijpen, dat het in j haar kookte, dat zij iets moest doen. Zij had dien nacht gezeten aan het bed van Marie... herleefde een leed, met den „slaaf" te kampen. De slavernij in z'n meest on gunstige beteekenis komt echter ook nog wel voor. Om alle stammen en bijzondere groepeeringen van menschen op te noemen zou ons te ver voeren, is zelfs 'n onmogelijkheid. Toch wil ik van een nog wat zeggen de Danahils. 't Is een van de meest onbe schaafde stammen van Abessynië. Roofzuchtige, bloeddorstige no maden. In 'n groote vlakte, rotsig, kaalgebrand door de zon, 'n woestijn zonder oazen met tempe raturen tot 50 gr. C. vindt dit volk 'n bestaan in zouthandel. Groote karavanen brengen de witte zoutklompen naar de stad waar ze in ruil er voor kleeding en levensmiddelen ontvangen. AI deze genoemde stammen, vijandig aan elkaar, zijn één in hun haat tegen de overheerschen- de Amhara's, worden echter als één groote fanatieke menschen- kudde, als 't gaat om de onaf hankelijkheid van hun land te beschermen tegen vreemde in dringers. Ik dacht maar zoo.... Meer dan eenig ander bedrijf is dat van boer en tuinder toch. een levend bedrijf. Een bedrijf, dat niet alleen doet groeien, doch zelf ook groeit. Een bedrijf, dat daardoor tel kens zich moet wijzigen naar nieuwere inzichten, die vaak ontstaan aan de hand van in het bedrijf zelf ontdek te verschijnselen. Alzoo; het boeren- en tuindersbedrijf is een bgzonder bedrijf waar telkens veranderingen en verbeteringen zijn aan te bren gen. Dat krijgt men in al de onder- deelen, in veehouderij, en akkerbouw; boomkweekerij en fruitteelt; bloe- misterg en groenteteelt. En in die bedrgven kan men weer van verschillend standpunt uit rede neeren. Maar het is geraden om ook steeds het ander standpunt in aan merking te nemen. Anders verrekent men zich. Als in het Overijselsch Landbouwblad aangeraden werdt, zooals enkele weken geleden gedaan werd; strooi kalizout vroegtijdig en kort waarna in het Friesch Land bouwblad de Rijkslandbouwconsulent Ir. Witteveen dringend betoogde; strooi geen kalizout in het najaar en nooit geen kalizout 20 pet. dan is er tegenspraak met elkaar. Dit kwam omdat de eerste schrijver alleen op mogelijke beschadiging van de kie mende zaden in jonge kiemplantjes lette. De tweede raadgever lette op mogelijk verlies door uitspoeling, want met het chloor, dat weg moet zak ken, gaat ook kali weg. En niet zoo weinig. Ir. Witteveen berekende, dat voor ons land op 1 a 2 millioen gulden. Daarom wilde hij zelfs een invoer verbod van kalizout 20 pet. Wij wil len daarover geen uitspraak doen. Wij wgzen er alleen maar op, dat men ook zoo kan handelen, dat men geld verdoet, al meent men ook wijs te doen. Maar iedere handeling moet weer op zich zelf beschouwd worden. Met slakkenmeel bgv. zal men geen ver lies van kapitaal bewerken, door vroeg of door veel uitstrooien. In tegendeel men verrijkt daarmede de bodem. En maakt, dat deze heel wat eultuurstooten kan verdragen. Zoowel door het fosforzuur als door de kalk die men daarmee geeft. Prof Wagner zei het reeds lang geleden, dat met fosforzuur de grond bemest wordt, zooals met stikstof de planten. Men moet met alles re kenen. Slakkenmeel is een meststof dat haar niet vreemd was... Ook Trijn had haar levensbeproe ving gehad. Vroeger, als meisje, was ze knap geweest. Reeds jong moest ze onder de menschen, kwam als kindermeisje bij een Amsterdamsche familie. Daar was een broer van haar Mijnheer aan huis, een jongeman, die vlam vatte voor het aardige meisje, doch werd later weggewerkt door de familie naar Indie. De roman van Trijn was teneinde, slechts nalatend bij haar een cynis me, een haat tegen mannen, van de hoogere standen in 't bijzonder. Daarom was Trijn direct vol sym pathie vóór Marie, want ze voorzag de teleurstelling. Maar... dat het zoo diep zou zittenhad ze niet ge dacht. Voor een uurtje was Jan Ver hoeven nog bij haar geweest, de waarheid omzweefde haar lippen, doch... ze had de woorden terugge drongen. Het was niet haar geheim. En nu Arie. De trouwe Arie, die ze van het kind af kende, wiens moe der zij vaak een troost was ge weest Ik heb kleinen Jan van den veldwachter gesproken, Trijn, en die zei me, dat z'n tante zoo raar deed, ze zat maar te zingenTrijn... zeg het me, ik mot het weten, was is d'r aan de hand... Jongen, hoe zou ik dat weten. Ga je nog met Marie Ze wist wel beter, maar ze wilde rekken Nee Trijn, ze mot mij niet. Zijn armen steunden op de keu kentafel... zijn hoofd zakte omlaag... Dan zich bruusk opheffend Trijn... was d'r wat met haar en Jan van Beers die het bodemkapitaal vergroot, ook voor volgende jaren. Kali is ook noo- dig doch hierbij moet men letten op kans van kapitaalverlies en alles doen om dit te voorkomen. Het agrarisch bedrijf is toch een bedrijf van moeilijkheden. Uit het Mexicaansche martelaren-boek. De dood van Pater Pro. Reeds lang was pater Pro ver trouwd geraakt met de gedachte, dat men hem zou arresteeren en ver- oordeelen. De vganden van de Kerk konden het -niet verkroppen, dat midden in de hoofdstad een priester leefde, die ondanks al hun maat regelen en wetten onbekommerd door werkte, retraiten gaf, biecht hoorde en „verboden" godsdienst oefeningen hield. De kerken had men kunnen sluiten, maar het was niet gemakkelijk, dezen priester die bovendien nog tot de gehate Jesuïten behoorde tot werkeloosheid te dwin gen, zoo men- hem in vrgheid en in leven liet. Reeds lang was een bevel tot arrestatie gegeven, ook de duizenden geheime politie-agenten en spionnen waren aan het werk, om hem naar aanleiding van een „onwettelijke" handeling te arresteeren. Maar tot dusver was het hem altijd gelukt aan hun spiedende oogen te ontkomen. Men had echter een „wettelijk" voorwendsel noodig, om eindelijk voor de wereldpers het reeds lang besloten doodvonnis te rechtvaardigen Eindelijk gebeurde er iets, waar mede men zich rechtvaardigen kon. Op de auto van den ex-president Obregon werd een aanslag gepleegd. De dader kreeg een doodelijke hoofd wonde en stierf zonder nog tot het bewustzijn te zgn gekomeh. Nu moest er vlug een verklaring van den dader gefingeerd worden, waarin Pater Pro en eenige bijzonder gehate leiders van de Katholieke Actie als medeschuldigen aan den aanslag aangewezen werden. Het lot van Pater Pro was thans bezegeld. Hij zelf en zijn gezellen hadden niet het minste vermoeden, toen zij bg verrassing gearresteerd werden. Pater Pro en zijn broer namen afscheid van hun ouders, bg wie zij juist vertoefden. De Pater zegende hen en zei: „Tot weerziens in den hemel Hij wist, wat er met hem gebeuren zou, al vermoedde hij ook niet, wat voor motief men voor zijn doodvonnis zou vinden. Pas in de gevangenis kwam Pater Pro te weten, waarom men hem en zijn lotgenooten gearresteerd had. Hij zou medeplichtig zijn aan een poging tot moordDat was misdadig.. ongelooflijk Tegenover vertegenwoordigers der pers die onder toezicht van de politie toegelaten werden, verklaarde hij „Ik verklaar met nadruk, dat ik absoluut niets te maken had met den aanslag. Ik ben heel gerust en hoop, dat gedurende het onderzoek mijn onschuld aan het licht zal komen." Maar tot Pater Pro's dood was besloten. De medeplichtigheid aan den aanslag moest slechts een voor wendsel zijn. Hij hoopte nog op rechtvaardigheid. Maar die bestond voor een Katholiek priester in Mexico niet. Een oorlogs-rechtszitting, zonder getuigen, zonder verdediger, zonder bewijzen.... velde het doodvonnis. Op 23 Nov. 1927 's morgens deelde men hem kort en bondig mede, dat zij nog den zelfden voormiddag ge- fussilleerd zouden worden. Het von nis werd overhaast voltrokken, om het protest der rechters, dat te verwachten was, te voorkomen en deze eenvoudig voor voldongen feiten te stellen. Generaal Cruz en eenige andere Hij stootte de woorden d'ruit. wist zelf niet hoe ze gesproken waren. Maar ze nu de wereld in geslingerd. Zijn maanden verkropte jalouzie was ontploft. Arie... hoe weet je dat dan zich herstellendWel neen, Arie... Haar vertrokken gezicht verraadde de waarheid Zeg me maar niks meer, Trijn. De ploert.... de boef Even bleef hij zitten, geen spier vertrok in zijn gezicht. G'navond Trijn, ik ga maar.... Tevergeefs trachtte zij hem terug te houden... Hij stormde naar buiten. Uren dwaalde hij door de hei, die nu als een verlaten doodenakker troosteloos eenzaam was... De ploert, de schoft..., door loopend was hem een rossig waas voor de oogen gekomen. Het brandde in hem het raasde en kookte, het bonkte... Schoft... als mokerslagen werd 't hem gebeukt: Schoft.,, schoft. Eindelijk viel hij voorover, wild grepen zijn handen in de aarde, zijn benevelde hersenen uiten zich in een jammerkreet Marie... De wind joeg voort., voer mee dat woord... naar haar... maar ze zou het niet hooren... De maan zond enkele zilveren glanzen... zooals de maan over dui zenden jaren weer zal begroeten veel lief... veel leed... vreugde en wan hoop,.. Zij is de stille getuige, van daar haar mysterieus licht... in stille donkere nachten. Den volgenden dag op de klom penmakerij zeiden de jongens tegen elkander Wat is d'r met Arie... Zoo regeeringshoofden arriveerden om het schouwspel te zien. Filmappa raten waren besteld. Alles zou op de film vastgelegd worden, om later de bevolking schrik te kunnen inboeze men. En door deze Bolsjewistische taktiek is men in het bezit gekomen van die voor ons zoo waardevolle afbeeldingen der terechtstelling, die thans over de heele wereld verspreid zgn en de protestbeweging tegen de politiek tegen de Kerk in Mexico zulke groote diensten bewezen hebben. Door de straten van Mexico loopt het geruchtPater Pro wordt van daag nog terechtgesteld. Duizenden en duizenden stroomen naar het hoofdbureau van politie, van waar men het kleine schavot naar de plaats der terechtstelling gebracht heeft. Twee escadrons bereden politie zijn naar de plaats der terechtstel ling gedirigeerd. Gendarmerie en politie op motorfietsen dringen de toestroomende volksmassa van het politiebureau in de zijstraten terug. Ondertusschen zit Pater Pro inde gevangenis en hoort stil de biecht van zijn lotgenooten. Een politie agent komt. Zwijgend en vast drukt Pater Pro zijn gezellen en zijn broer de hand. Hij is gereed. De beambte maakt zijn excuus, dat hij hem ter dood moet voeren. Pater Pro heeft slechts één antwoord: Ik vergeef u niet alleen, piaar ik ben u zelfs zeer dankbaar. Buiten wachten twee rijen sol daten, geweer aan den voet. Tegen over het schavot staat generaal Cruz en rookt een sigaret. Vast en zeker, zonder te wankelen gaat Pater Pro naar voren over het plein voor de groote schietschijf en keert zich met een korte beweging om. Een officier treedt naar voren en vraagt Hebt u nog een wensch Laat me nog even bidden De vraag wordt toegestaan. Pater Pro keert zich weer om en haalt zijn geloftekruis te voorschijn het kruis dat hij ontving op den dag, dat hij in de Orde trad en het kleed ontving, dat hij nu in zijn vaderland, in zijn stervensuur niet dragen mag... het kruis, dat hem zijn leven lang vergezelde, dat op zgn bidstoel lag... dat hij in zijn hand hield... toen hij na de zware maagoperatie in zijn pijnen bg O.L. Heer hulp zocht... dat hem op zijn apostolische reizen in Mexico immer vergezeld had. ELK JAAR OPNIEUW HAD ZIJ Dank zij den KL00STER8ALSEM heelt zij die nu nooit meerl I m't Was een gruwelijke last en het leed I geweldig zeer. Het bloed stond er al- J tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed ik er op, he' beet geweldig, maar tel- kens kwamen de kloven terug. Gewone j jhuid-crêmes hielpen mij evenmin. Maar nu heb ik geen last meer ervan. Nu wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster balsem er op. Dat doet géén zeer en de huid is en blijft prachtig glad èn gezond, ook al kom ik met mijn han den vaak in het water. Het was een uitkomst." B de j le AKKFD'C 'ORIGINEEL TFR INZAQI „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snfjwonden Ook ongeëvenaard als wrgfmlddel bjj Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04 BON voor Inzenden in open couvert, GRATIS als drukwerk (1 '/2 ct.) aan MONSTE R Handelmij. L. I. Akker, R'dam gek heit ie nog nooit gedaan. Cynisch, dan weer duivelsch was zijn grijnzende lach... waarvan alleen hij de beteekenis wist. Ja dokter, zoo zit ze al dagen. Wat moeten we toch beginnen Lena heeft al van alles geprobeerd om haar eens aan het praten te krijgen,.. Het is een duister, droevig ge val, Verhoeven. Als je geen oorza ken weet, uitsluitend moet afgaan op veronderstellingen, die ook al vaag zijn, dan sta je als medicus, voor raadselen. Ik ken jullie al zoovele jaren, je ouders hadden altijd mijn volle sympathie... ja, het is 'n droe vig geval. Het lijkt mij het beste, een specialist te consulteeren... Ik ken een zeer kundig man op dat gebied, dr. de Voogd uit Deventer. Neem jij de verantwoording op je. Verhoeven, of lijkt het je beter, eerst je ouders te raadplegen. Nee dokter, doe dat maar niet. Als het eenigszins kan, laat ik hun er liever buiten... Hij zag weer hun bedroefde ge zichten voor zich dien avond.. Goed. Jij bent haar broer, vooruit dan maar, ik zal telefoneeren en vragen of hij komt. De kosten... ja, dat is het beroerde met derge lijke dingen Neem ik op me. dokter. U heeft gelijk, dat had ik direct al moeten zeggen. Zoo kwam dan den volgenden dag de specialist. Hij onderzocht de patiente, vroeg en vroeg.... Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5