TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Krakelingen FEUILLETON. Mesalliance Op zoek naar oorlog. Etn nieuwe pijnstiller in een nieuwen vorm MOCSHTJÊS Onze omroep viert feest. Zaterdag 5 October (935 Zes en vijftigste Jaargang No 40 van JAN DE BAKKER. UIT DE KARL MARXSTRAAT. We meenen goed te doen met hier een advertentie over te ne men gratis natuurlijk welke we aantroffen in „de Zaaniander": „Wie helpt Oosterbaan, Karl Marxstraat 32, Zaandijk, aan een in nog goeden staat zijnde kachel Een ingezonden-stukken-schrij ver zou er aan hebben toege voegd: Bij voorbaat dankend voor de moeite... enz. Deze mijnheer Oosterbaan ech ter betracht de „nieuwe zakelijk heid" en bedenkende blijkbaar dat hij in tegenstelling met den ingezonden-stukken-schrijver zijn copie per regel moet betalen aan den uitgever, laat hij alle on- noodige franje weg. Als we verbreiding geven aan den wenscli van den heer Oos terbaan, dan doen we dat na tuurlijk in de eerste plaats om de mogelijkheid te vergrooten, dat die wensch in vervulling gaat. De lezer, die nog 'n afdanker heeft staan, kan thans weten waar hij het instrument kwijt kan, als het tenminste heer Oosterbaan neemt zoo maar niet alles aan nog „in goeden staat" is. We kennen kameraad Ooster baan niet persoonlijk, maar er is niet veel fantasie voor noodig om hem de functie van werke- looze toe te kennen, die als zoodanig vooral in de Zaan een behoorlijke rechtspositie heeft en deswege geen „dank u" behoeft te zeggen voor iets on volwaardigs, dat men hem even tueel zou durven presenteeren. Gesteld dat een werklooze über haupt tot eenige dankbetuiging voor hetgeen de maatschappij hem van haar overdaad afstaat, verplicht kan worden geacht. Kameraad Oosterbaan woont in de Karl Marxstraat te Zaan dijk en al ben je nou nog nooit in die gemeente geweest, dan proef je uit den naam de wel verzorgde, door de gemeenschap gebouwde, arbeidersbuurt, waar de geest zweeft van den grooten rooden ideoloog, die in zoovele arbeiders het bewustzijn van klasse en persoonlijkheid wekte, de valsche ouderwetsche schaam te onderdrukkende, welke de menschen vroeger 't maatschap pelijk tekort in verborgen en stil leed deed lijden. In den ergsten nood pas werd toen eenschroom vallig beroep gedaan op een charitatieve instelling ol op een filantropische persoonlijkheid, op dat zonder opzien en ruchtbaar heid uitkomst zou worden ver kregen. Ja, toen waren de arbeiders zich hun persoonlijkheid en hun rechten in de maatschappij nog niet bewust. Dat is nou anders. Oosterbaan, vermoedelijk geen (Een ongeli)k Huwelijk) Roman door Cor de Blij. Zalig 'n heele dag op 'n jol... bruinbranden in de zonzoo naast elkaar aan 't dek.,, Nou en dit is een studentenjool. Weet je wat n jool is Zijn we an 't fuiven, pro- motiediner en zoo. Leuke kiek hé Ongemerkt had hij zijn hand op haar schouder gelegd, dichter tegen haar aangedrongen... Marie keek in bewondering naar de foto's. Wat leuk, wat een chique lui.... toch maar heerlijk als je geld hebt... Hou je van lezen, Marie Ik heb hier genoeg voor je. Wil je lachen Moet je dit lezen van Hans Martin „Malle Gevallen", wordt verfilmd... gaat ook over studenten. Misschien is 't eigenlijk niet goed voor je. Waarom niet Enfin, lees 't maar zeg ook aan Trijn dat je 't op mijn kamer zag liggen, nou kind, ik ga wat wandelen... dag Rietje... Dag mijnheer. Wees nou niet flauw, zeg dag Jan. Hij legde beide handen op haar schouders, keek haar diep in de blauwe oogen, die lachten, onbe wust schitterden. Je zin zal je hebben... Dag... Jan,.,. werk en wel uitkeering van rijk van gewerd, is uitgeschreven te en gemeente, klopt zich fier op Aken op 25 Juni 1935 en hem de borst en roept uit in de te Heerlen op den 26 d.a.v. advertentierubriek van de krantdoor den Duitschen consul uit- ik, Oosterbaan, wonende in de gereikt. Karl Marxstraat, kom nog een j Als iemand, die óók Duitscher kachel tekort. De maatschappij is, burgemeester kan zijn van levere mij dezen. Mits in goeden een Nederlandsche gemeente, lid staat. Voor de kolen zal ik zelf kan worden van de Provinciale wel zorgen. Dat is te zeggenik Staten en misschien zelfs van de heb straks „recht" op kolen- bonnen. Zóó gaat het toe in de Kar] Marxstraat. Tot hoelang nog? Meent u niet, lieve lezer, dat we Oosterbaan uit de Karl Marx straat zijn kachel niet gunnen en dat ons gemoed zoo verhard zou zijn, dat we dien arrebeier straks in den barren winter zouden willen laten „krepeeren", zooals dat in Karl Marx-jargon heet. Zulke gedachte is verre van ons. We meenden alleen, dat, zelfs voor iemand, die in een Karl Marxstraat woont, het bezit van een kachel een kwestie van per soonlijke zorg en voorzorg dient te wezen en als deze om de een of andere reden heeft moeten falen, dat er dan discreter ma nieren zijn om in het tekort te voorzien dan per openlijken op roep daartoe in de krant. Ging het hier om een per soonlijk gemis aan tact en in zicht bij den heer Oosterbaan, dan zouden we deze regelen geenszins hebben geschreven, maar het gaat om het symptoon van een gekweekten en thans meer en meer verbreiden geest. EEN DUITSCHER ALS NEDERL. BURGEMEESTER. Zooals men weet wcrdt door de Eerste Kamer onderzocht, of Graaf d'Ansembourg, die door den Leider der N.S.B. werd aan gewezen om in de Eerste Kamer zitting te nemen, de vereischte Nederlandsche nationaliteit heeft of niet. Op zichzelf is de nood zakelijkheid van een dergelijk onderzoek al een veeg teeken voor de werkelijke gevoelens van een „nationalistischen" volks vertegenwoordiger, die als Nederlander geboren in elk geval slechts uit vrijen wil, n.l. door een nationaliteits-aanvrage in Duitschland en dienstname in een vreemd leger, zijn Neder landerschap kan hebben verlo ren. We willen overigens op de strijdvraag van het Nederlander schap van den Graaf d'Ansem bourg niet ingaan, doch vast stellen, dat deze, zoo hij dan al Nederlander is, toch in elk geval naar eigen begeeren ook het Duitsche rijksburgerschap heeft verworven. Deze Duitscher is eenige jaren achtereen burgemeester van de Limburgsche gemeente Amsten- rade geweest en de graaf was óók nog Duitscher, toen hij van den zomer als lid van de Prov. Staten in Limburg werd gekozen Pas onlangs heeft hij aan de Duitsche regeering ontheffing van zijn Duitsch rijksburgerschap ver zocht en de Entlassungsurkunde, welke hem naar aanleiding daar- Schat... hij snelde de kamer uit. HOOFDSTUK VI. Arie Swievers had met misnoegen gehoord, dat Marie in betrekking was gegaan, 't Was een rare, die Arie. Zij, die hem niet kenden slechts enkelen kenden hem werke lijk, dachten dat Arie bot en suffig was. Zooals hij daar 's avonds zat, op de bank voor moeders huisje, lijzig trekkend aan de harmonica, geen glimlach, ernstig voorover gebukt, trekkend de liedekens eruit, melo- diën, welke niemand kende, doch uit zijn zie! kwamen, totdat 't weer verstomde, Arie zitten bleef in ge peinsde houding,.. Bot.. Stroef... Dan kwamen ze weer, soms na diepen zucht, de bassen wel har monisch volgend de melodie, doch jeen vroolijk dansende muziek, geen oruischende spattende, geen zange rige, neen niets van dat al, 't drong klaaglijk, onwezenlijk. Zoo was Arie... Zelf onwezenlijk bang voor een gluur te openen van zijn hart, gesloten. Hij had het in het dorp gehoord, al twee weken had ie Marie niet gesproken, ontloopen was ze hem. Tevoren hadden ze vaak samen gegaan, nooit was er 'n liefdewoord over z'n lippen gekomen, had hij haar hand gedrukt, haar getracht te kussen, zooals andere jongens in 't dorp de meisjes. Daar had niemand wat mee te maken, niemand niet. Want wat was hij Doodgewone klompenmaker. Moeder moest hij onderhouden, va der was in 't gevang gestorven. Eerste Kamer, dan zijn we toch waarlijk „des buurmans gekken." Wat heeft men te wachten van zulken ambtsdrager, als hij b.v, in oorlogstijd geheime uiteen zettingen van de regeering krijgt te aanhooren of met de uitvoe ring van geheime instructies wordt belast? VERZACHTENDE OMSTANDIGHEID. In het rapport—Beumer is vastgesteld, dat de baconfabri- kanten alléén reeds in het eerste jaar van het geloopen hebbend slachtcontract boven hun normale winst een„te veel" aan verdienste hebben getoucheerd van f837.000, verhoogd met de „veel te hooge afschrijvingen", te samen begroot op ruim 1 millioen. Het „Handelsblad" taxeert het totale „te veel" sedert het begin der Varkenswet en tesamen met bijkomstige extra-winsten op „eenige millioenen." Dat alles is door de bacon- fabrikanten „extra" genoten, zonder dat ze eenig risico hadden te dragen en zonder dat ze bij ontstentenis vanoverheidsbemoei- ing kans op zulk een winst zouden hebben gehad, integen deel 1 Door die millioenen onrecht matige woekerwinst is ii\ het Landbouwcrisisfonds waaruit arme, ploeterende werkers ge holpen moeten worden een tekort ontstaan en dit tekort moet thans worden aangevuld... door de baconfabrikanten neen, docr de Nederlandsche consumenten in den vorm van hoogere brood- en boterprijzen en door de boeren in den vorm van hoogere veevoederprijzen. Want de regeering heeft op vragen van het Kamerlid Van der Sluis geantwoord, dat de baconfabrikanten niet gerechtelijk tot terugbetaling van het te veel genotene kunnen worden gedwon gen. Contract is contract. Het „Handelsblad" had dit antwoord van de regeering ver wacht, want inderdaad, zoo zegt haar redactie, „contract is con tract". Maar, zoo oppert ze, nu de baconheeren het toch zelf moeten erkennen, dat ze woekerwinsten hebben opgestreken (laten we het ter eere van de Hbld.-redac- tie vaststellen, dat ze het alles in veel gekuischter termen uit drukt) en het onschuldige con sumenten en arme boeren zijn, die de ontstane tekorten moeten aanzuiveren, zouden de bacon- millionnairs nu niet eigener be weging, bij wijze van „gewetens- geld" de overdreven winsten in de publieke kas willen restituee- ren? Vroeger, ja heel vroeger, was hij anders geweest, tot op den dag dat jongens het hem sarrend verklapten. Jouw vader... is 'n boef, die zit in de kast. -Gelogen, had ie ze teruggebitst. Vader is ziek, zit in een gesticht. Thuis had hij het zijn moeder voorgeworpen: Is 't waar, zit vader in 't ge vang De aanval kwam te onverwachts overrompelend, de door 't harde leven getrapte vrouw, had ze haar geheim, dat ze als een brooze vaas verborgen, beschut had, bloot ge geven... In scherven gevallen, verdoezeld tranen, welke ze gedacht had verschreid te hebben, toen haar man die geen misdadiger was, doch in dolle drift 'n eeuwig tergenden jacht opziener had doodgeschoten... in boeien werd weggevoerd. Ar e was toen een jongske ge weest... oogappel van den smach- tenden man ergens voor de samen leving verborgen... Stervend in z'n laatste woning: de cel Vanaf dien dag was Arie gesloten, vergrendeld zijn innerlijk voor de spottende wereld. De wereld was een winkel met maskers.,, bijtende, grijnzende, schijn heilige.,. de laatste het meestZelfs de dood rukte het mom niet af. Hoe zouden de menschen er uit zien. ontdaan van die bescherming. Haat afgunst hartstocht waren de driekleur... schijnheiligheid de wimpel. Slechts Marietje Verhoeven was zn trouwe kameraadje gebleven. Later, veel later had Arie 't eerst beseft, hoe zij zijn leven vermooid Wat een gedachte Gewetensgeld onderstelt.... 'n 'geweten. Niét al wat leeft, heeft 'n geweten, 'n Aasgier b.v. heeft in zijn binnenste geen plaats voor zoo iets. En een varken schijnt óók geen geweten te hebben. En we hebben wel eens gehoord, dat 'n mensch sterk wordt beïnvloed door z'n om geving. De mensch derhalve, die er een beroep van heeft gemaakt om zijn leven lang gewetenlooze varkens af te slachten, die kan op den duur zelf.... Laten we liever geen conclusie trekken. We wilden slechts wijzen op een verzachtende omstandigheid voor de baconfabrikanten bij de beoordeeling van het niet-stellen van een daad, welke men wel licht redelijkerwijze van menschen zou verwachten. Want voor ons staat het vast, dat de wenk van het „Handels blad" niet zal worden opge volgd. Voor wat de houding van de regeering in deze zaak betreft, zouden we nog op het volgende willen wijzen. Het gebeurt ook in het particuliere leven wel eens, dat de wet ons geen recht toe laat in een zaak van gelijk. Dan belooft de gelijkhebber den ongelijkhebber soms, dat hij hem wel „op een andere manier" zal krijgen. Inderdaad komt daartoe dan nog wel eens de kans. Ons dunkt, dat de regeering in een tijd, waarin de industrie zoozeer van de overheid afhan kelijk is, gelegenheid genoeg krijgt om de baconfabrikanten „op een andere manier" tot het nakomen van zedelijke verplich tingen te dwingen. Maar misschien zijn zulke practische oplossingen alleen geschikt voor het dagelijksche leven en te eenvoudig voor een regeering. Het garnizoen Venlo heeft aan de legeroefeningen meegedaan. Sinds twee weken is de Frederik-Hendrik- kazerne het „home, sweet home' voor de lichtingen 1929 en '31 (in totaal 2000 man) van het Tweede en zeventiende Regiment der Ve Infan teriebrigade. Door deze regimenten zijn in de laatste dagen der vorige week oefe ningen gehouden, waarbij een Blauwe en een Roode partij elkaar geduren de twee maal 24 uur met meer of minder heftigheid bestookten. Een verslaggever van de Zuidw. noteert zijne ervaringen als volgt Wij hadden déveine, dat we juist den laatsten gevechtsdag hadden uitgezocht om het puik van onze weermacht in volle charge te gaan bewonderen. Ons werd verteld dat de legers op dezen laatsten dag in de stellingen WanssumVenray en BroekhuizenHorst tegen elkaar zouden opereeren. We namen dus welgemoed de stoomfiets tusschen de beenen en klosten naar Venray van daaruit zou het kanonnen- gebulder ons zeker den weg wel verder wijzen... Maar in Venray wist men van had als een herfstige bloem in som beren ne veltijd. En nu ontliep zij hem... z'n har monica had het uitgeweend... dan dwaalde hij door de velden, stond bij de heg om „Duivecate" waar zij achter een der vensters nu hem ver gat... De vuisten gebald... de lippen droog geperst. Daar ging ze... 't tuinpad af 't hek kn'erde. Hij volgde lummelend, dan met groote passen. Gnavend Marie. Hé, foei, je laat me schrikken, wat doe jij hier, Arie. 'k Wachtte op jou D"r uit was het. Woorden, welke hij terug dringen wilde, berst ten uit z'n verkropt gemoed. Zoo anders had hij het haar eenmaal willen zeggen... Zijn geheele ziel wachtte toch op haar. Op mij? 'k Kan best alleen gaan Arie en 'k ga alleen ook. Dat zal je niet. Nou ben ik bij je. Lang genogt heb je-roe ont loopen. Je bent mal, Arie, waarom zou ik je ontloopen, dan huiverend voor zijn vreemden blik met een golf van meegevoel... Arie, doe niet zoo, ik i even naar huis, loop dan mee. Je hoeft niet zoo bang te kij ken, meid. Zeg me alleen: waarom ontloop je me..., dan haar bruusk naar zich toetrekkend: Marie je weet immers waarom ik houd van je je bent van mijn van mijn alleenig. Laat me los -Ga weg Schei uit Arie. Juist rukte ze zich los, dan werden ze in een helder wit licht getooverd... de auto van Jan van Beers herkend de demon achter 't stuur... Ah, 't kind niets. Legeroefeningen Die moesten 1 daar ergens in de buurt van Blerick zijn. Maar achter Horst wist een j eerzaam landman ons te vertellen, dat de soldaten per sé nog niet naar Blerick warenhij wist 't categoriek, want hun eigen pèèrden hadden den geschutswagen getrokken En wij terug naar Horst, vanwaar ze ons naar Broekhuizen verwezen en in Broekhuizen stuurden ze ons naar Castenray en de Castenrayers zeiden weer dat we naar Swolgen moesten... En zoo hebben we snuivend naar kruitdamp en spiedend naar wapen feiten al de geel-geleemde binnen wegen van 't Noord-Limburgsche land afgestrooptvan Swolgen naar Tienray, van Tienray naar Wanssum en van Wanssum naar Oirlo. Tenslotte zijn we weer in Horst- Schadrjk beland. Maar in de Horster uitspanning ,,De Oude Lindt' waar het blijkens een aanplakbiljet „streng verboden was te dansen of te hossen" daar heeft men ons eindelijk op het goede pad gebracht we moesten in de buurt van Sevenum zijn Met bekwamen spoed zijn we op den hakkepoffer gestapt en waar achtig vooraan op den weg naar Sevenum, daar hadden we het eerste contact met onze weermacht. We boften, want het was meteen la nerf de la guerre die we daar ont moetten twee keukenwagens waar achter de welgedane gezichten van twee menagemeesters fietsten. Waar kunnen we den oorlog vinden In Abessinië, was het antwoord. We hebben toen den menagemees ter geïnterpelleerd, die ons wist te vertellen, dat er hier en daar over tien tot vijftien kilometers verspreid nog wel trosjes soldaten lagen van tien tot twaalf man, maar anders geen nieuws. Is de slag dan al geslagen Ik geloof 't wel. Wij gaan ten minste naar Frederik Hendrik terug geloof maar dat de troep dan gauw genoeg komtde keuken wagens laten ze nooit alleen- Tot welke groep hooren jullie eigenlijk, Rood of Blauw Daar zou ik even voor op m'n veldbriefje moeten kijken... Hard gevochten Weet ik niet; ik hoefde alleen maar te zorgen, dat er geen „rats" te kort was Wij hebben de keukenwagens ver laten om nogmaals het binnenland te snorren, waar de „trosjes" soldaten verborgen waren. We vonden een cavallerist van het Derde, die ons wist te vertellen, dat de „oorlog" elk oogenblik gedaan kon zijner waren geen ongelukken gebeurd alleen was er één van z'n knol getuimeld en verschillenden hadden zich leelijk rauw gezeten. Wat verderop stond een groepje artilleristen geschaard rond een 6 centimeterskanon, waarvan de be dienaars ons met den strijdkreet „Haile Selassie" ontvingen. Vlak daarop klonk heel in de verte de laatste mitrailleurroffel en daar mee was blijkbaar de oorlog ten einde- In Blerick vernamen we, dat de groote groep langzaamaan op huis- aan gevochten was en dat de mees ten al om goed een uur binnen waren... Van de vijftig krijgslieden die we in totaal gezien hebben was er geen zoo hoog van rang, dat hij ons diets kon maken wie er nu eigenlijk den oorlog gewonnen had. Rood ofwel Blauw— Vinding van Apoth«k«r lament die geneeskrachtige stoffen op zoo danige wijze samenvoegde, dat daar uit ontstond een uiterst veelzijdig werkend middel, dal snel pijnen stilt, koorts verdrijft en onschadelijk is. Bovendien zijn het géén harde tablet ten, aoch fijn en daardoor dadelijk oplossend poeder dat omgeven is door een smaakloos omhulsel van ouwel. Ge proGfl niets! Geen maagpijnen! 1.10 feilen onder water houden 2. den achter op de tong leggen 3. doorslikken met "n teug weter 52 cent per buisje van 12 stuks! AKKERTJES" werken zeer snel bij: Pï". Spisr- pijn, Zenuwpijn, Vrouwen- pijn, Rheumatische pijnen, gevatte kou, Griep, enz. 13 October viert de Katholieke Radio Omroep zijn tienjarig bestaan. De moeizame jaren, de jaren van strijd heeft afspraakjes... De auto scheerde langs. De jonge mijnher. En wat dan nog "t Moet nu maar wezen Marie. Wil je 'k Weet het niet Arie, laat me gaan, ik zie je later wel. Pijlsnel vlood ze.... in de armen loopend van den surveilleerenden veldwachter, haar broeder Jan. Wat is dat meid Waar mot dat heen daar stond Arie. Arie Swievers... Wat beteekent dat, Marie Och niks, Jan... zeg maar niks aan vader en moeder, ik ga maar terug, g'navond. Op een ren naar de keuken, nie mand was ze tegengekomen, 'n Blik in 't spiegeltje neen zoo kon ze niet naar binnen. Ze wilde naar haar kamertje... denken... Dat nu juist de jonge mijnheer haar zoo had moeten zien. Wat zou die wel van haar denken. Neen Arie wilde ze niet] Nou wist ze 't... ze wilde gaan slapen.,. i Half uur had ze daar gestaan, gekalmeerd tikte ze aan de kamer van de familie. Mevrouw mag iknaar bed gaan, ik heb zoo'n hoofdpijn. Zeker Marie. Heb je daar veel last van? Slaap maar goed uit, dan ben je morgen weer frisch. Jan van Beers had achter de cou rant spottend gekeken zonde, dat zoo'n kind met een boerenvlerk zou vrijen de deur sloot zich. - Pretentie, mompelde Mevrouw, enfin 't is in haar eigen tijd Een half uur later stond Jan, licht bevend in 't donker boven aan de zoldertrap, 't Verraderlijk gekraak angstvallig vermijdend. Hoorde hij zijn voorbij en de Katholieken van Nederland zijn in 't rustig bezit van een eigen omroep, een omroep wel ke ons andere landen benijden. Is het wonder, dat degenen, die aan den opbouw van deze emancipa tie van Nederland medewerken, die weten bij dagelijksche ervaring wat er voor de goede zaak moet gestre den worden, die ook weten hoeveel ds uit dien strijd geboren werd en nog belooft voort te komen. Is 't wonder, dat zij dat 2de lustrum niet hebben willen laten voorbijgaan zon der aan alle Katholieken var^Neder- land de gelegenheid te geven een prachtige daad van dankbaarheid jegens God en de leiders van die be weging te stellen. Inderdaad van dankbaarheid jegens GodHet werk van onze omroep wordt maar al te weinig gezien in 't licht van 't ge loof maar te zeer beschouwd als amusementsfactor. En dat is onze Radio-opzet allerminst. Quod auditis, praedicate super tecta. Wat gij ge hoord hebt de waarheden van ons H. Geloof verkondigt ze van de daken. We moeten O.L.H. danken, dat Hij ons dat middel, die onschatbare gave heeft gegeven om te kunnen mede werken tot verbreiding van ons H. Geloof over de wereld. Dat heeft 't bestuur der Stichting zoo juist aangevoeld, als 't de jubi leum-actie inzet met op 6 October in alle parochiekerken van Nederland een H. Mis van dankbaarheid te laten lezen tot intentie van den Kath. Radio-Omroep. Die gelegenheid zullen wij Katho lieken van Nederland, wij Katholieken van 't Zuiden "vooral, niet voorbij laten gaan zonder aan de leiders van de Beweging een blijk te geven van onze sympathie wij zullen hen mede in de gelegenheid stellen de gedachte van het jubileum-comité te ver wezenlijken en den „jubileumstudio" mede helpen opbouwen. 6 October 's morgens vereenigen we ons gebed met dat van den offeraar, die de belangen van onzen omroep aan Hem, die door dien om roep nu meer dan ooit kan verkon digd worden, zal aanbevelen. 6 October 's middags wordt heel Kath. Nederland, groot en klein, arm en rijk, eenvoudigen en geleerden allen, ook onze pensionaten, kloosters, ziekenhuizen, gestichten enz. niet uitgezonderd in de gelegenheid gesteld hun bijdrage hoe klein zij ook moge zgn, te storten in het jubileum-zakje. huilen Voorzichtig, sluip-luisterend omknelde hij de deurkruk,draaide en gaf mee... Ssst Marie, wat is er kind Huil je Vertel 't mij maar... Wat doe je hier? Ga weg... Ga weg.,. De maan schoot achter de wolken, in schaamte zich verdoezelend.... Droef de klok sloeg 12 in de hall. 't Was alom nacht 't Mot- terde buiten tranen... Dof was Arie Swievers doorge- loopen, nagetuurd door den veld wachter zijn zuster Arie, zoon van dien gevangenisboef. Wat most dat Hij herinnerde zich die geheele geschiedenis; de verslagene was wel een gekaat mensch geweest, maar 't bleef een moord. Wat moest ie doen Vader, moeder. Neen, dat niet direct. Eerst moest hij met Marie spreken. Direct den volgen den dag. HOOFDSTUK VII, Goeden morgen Burgemeester. A, goedenmorgen Verhoeven. Zoo. zoo, frisch vanmorge. Geen moordenaars, misdadigers, dieven of stroopers in je nieuwe standplaats ontdekt. Ha, ha, maar apropos. Verhoeven, je moet 's avonds eens patrouilleeren Bij „Duivecate". Die jongen van Swievers, je zult je hem wel herinneren, woont daar ginds op de hei met z'n moeder, heb ik al een paar avonden bij mijn villa getroffen. Niet, dat er iets onguns tigs omtrent dat jongmensch bekend is, maar 't is zoo'n stille, nou ja, dan ken je de geschiedenis van z'n vader. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5