EDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare Vergadering van den Raad der gemeente Venray, In het rijk van den Negus. Zaterdag 31 Augustus 1935 Zes en vijftigste Jaargang No 35 gehouden op 1 Augustus 1935 des nam. half 5. VOORZITTERde heer O. L. P. VAN DE LOO, burgemeester. SECRETARiS de heer A. F. M. VAN HAAREN. Afwezig de heeren STOOT en MILLEN, waarvan de laatste met kennisgeving. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en zegt, dat de heer Millen kennis heeft gegeven de vergadering niet te kunnen brj- wonen. Zooals den heeren bekend, heeft de heer Millen een auto-ongeval gehad. Zijn toestand is echter gunstig. Spreker hoopt, dat de heer Millen spoedig al geheel hersteld zal zijn en geen nadeelige gevolgen van het hem overkomen ongeval zal hebben. De Raad betuigt hiermede zijn instemming. Dan is aan de orde onderzoek der geloofsbrieven der nieuw gekozen leden van den Gemeenteraad. Voor het onderzoek worden door den VOORZITTER aangewezen de heeren Geurts, Houben en van Boven, met bijstand van den Secretaris. Dez« heeren verlaten de vergadering ten einde een onderzoek in te stellen. De VOORZITTER schorst tijdens dit onderzoek de vergadering. Na heropening der vergadering wordt door de commissie bg monde van den heer Geurts rapport uitgebracht, waarin wordt medegedeeld, dat alle stukken in orde zijn bevonden en de commissie adviseert de benoemde leden toe te laten. Met algemeene stemmen wordt besloten de volgende personen als lid van den Raad der gemeente Venray toe te laten1. M. H. Arts, 2. J. H. van Boven, 3. P. J. H. van Dijck. 4. M. Goumans, 5. L. J. van Haren, 6. G. H. Houben, 7. H. J. A. Janssen, 8. A. G. Millen, 9. J. H. Nelissen, 10. H. B. Odenhoven, 11. P. J. H. G. Poels, 12. P. M H. Pubben, 13. G. H. Reintjes, 14. P. J. Steeghs, 15, J. C. H. Vermeulen, Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 5 getrokken is, zoodat bij stemmingen in deze vergadering no. 5 der presentielijst, i.e. de heer Arts, het eerst zijn stem moet uitbrengen. Hierna worden de notulen der vorige vergadering ongewijzigd vastge steld. De VOORZITTER leest daarna voor het proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger over het 2de kwartaal 1935, waaruit blijkt, dat op 21 Juni 1935 het totaal der inkomsten bedroeg f 602086.94, het totaal der uitgaven f 520045.58, zoodat op 21 Juni in kas was f82041.36. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Dan is aan de ordevaststelling der rekening van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur dienst 1934 en vaststelling der begrooting van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur dienst 1936. De VOORZITTER leest het rapport der commissie van onderzoek van bedoelde rekening en begrooting voor, en zegt, dat de rekening sluit met een totaal aan ontvangsten van f 16.206.32y? en een totaal aan uitgaven van f 16.192.71, zoodat er een batig saldo is van f 13.61 y,de begrooting sluit met een bedrag in ontvangsten en uitgaven van f 9500.—. Wordt algemeen goedgevonden de begrooting en rekening ongewijzigd goed te keuren. Nog leest de VOORZITTER voor het rapport der commissie van onderzoek der rekening over 1934 en de balans per 31 December 1934 van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek. Spreker zegt, dat deze rekening 13 Juni 1935 aan den Raad is over gelegd, daarna 14 dagen ter Secretarie voor eenieder ter lezing heeft gelegen en tegen betaling der kosten verkrijgbaar is gesteld. Waar aldus is voldaan aan de wettelijk voorgeschreven formaliteiten, kan de Raad overgaan tot voorloopige vaststelling. Het bedrag der baten en lasten van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek per 31 December 1934, wordt vervolgens voorloopig vastgesteld in activa en in passiva op f 81.955.32, met inbegrip van een winstsaldo van f 169.30, dat op nieuwe rekening 1936 zal worden overgebracht. Hierna is aan de orde: Benoeming van een lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van het lid, den heer J. van den Boom. Hiervoor worden voorgedragen de heeren J. van den Boom, aftredend, en Fr. Aerts.a als tweede candidaat. Tot stemopnemers worden door den Voorzitter aangewezen de heeren Odenhoven en Nelissen. Na de stemming blijkt, dat 13 stemmen zijn uitgebracht op J. van den Boom, zoodat de heer van den Boom met algemeene stemmen is herbenoemd als lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur. 1 Dan wordt aangeboden het verslag der Gemeentelijke Arbeidsbeurs tevens Districts-Arbeidsbeurs over 1934. Wordt algemeen goedgevonden dit verslag voor de leden ter Secreta rie ter inzage te leggen. Het voorstel van B. en W. tot verdere verlaging van enkele pachten wordt vervolgens, na voorlezing der voorgestelde bedragen, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Na toelichting door den Voorzitter wordt hierna algemeen goedge vonden, behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten, aan G. H. Wismans, landbouwer te Venray—Ysselsteyn, te verkoopen een perceel ontginningsgrond, gelegen te Ysselsteyn, groot circa 10.80 H.A., tegen den prijs van f 200.per H. A., zulks onder de gewone voorwaar den welke in deze gemeente gelden, voor wat betreft het onderhoud van' wegen en waterlossingen in de Peel en onder voorwaarde, dat de kooper verplicht is, uiterlijk voor 1 April 1940 eene boerderij op het te koopen perceel te stichten ter goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, terwijl, wanneer op 1 April 1940 deze boerderij niet is ge sticht, voor elk jaar vertraging eene vergoeding aan de gemeente van f 5per H.A. per jaar moet worden betaald, met dien verstande, dat uiterlijk tien jaren na het passeeren der akte, de boerderij in ieder ge val moet zijn gesticht, op straffe eener alsdan onmiddellijk opeischbare boete van f 1000. Wethouder PUBBEN zegt nog, dat de bedoeling van kooper is, eerst den grond behoorlijk te ontginnen en dan, vermoedelijk in 1939, met den bouw der boerderij te beginnen. De kooper heeft thans een boerderij in pacht, welker termijn nog 3 jaren loopt. Hierna leest de Voorzitter voor het ingekomen verzoek der afdeeling Bergen van den Ned. R.K. Politiebond „St. Michael", inzake telefoon aansluiting, met dag- en nachtverbinding. Spreker zegt zich op het standpunt te stellen, dat, waar de telefoon hier dag en nacht is geopend, de marechaussee-kazerne van telefoon aansluiting is voorzien en dus dag en nacht bereikbaar is, terwijl de agenten van politie allen in de kom wonen en zij te allen tgde onmid dellijk kunnen worden gewaarschuwd door de marechaussee hetgeen ook zoo noodig in de praktijk geschiedt een extra telefoonaansluiting voor de gemeentepolitie vooralsnog niet noodig is te achten. De Raad is het hiermede volkomen eens. Dan is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot het opnieuw onders hands verpachten der boerderij Zwart Water te Venray-Merselo aan N. van Tilburg, voor een termijn van 6 jaren, ingaande 1 November 1936. De VOORZITTER zegt, dat de pacht eerst met 31 October 1936 pindie-t maar de pachter tijdig wenscht te weten, of hij het volgend ee^18'ing'> doch is iaar kan blijven wonen, wijl hij anders thans reeds naar een andere heer VAN HAREN kan toch het onbillijke van een verschil van 2 boerderij zou moeten gaan uitkijken. Momenteel bedraagt de pachtprijs klassen Piet direct aanvoelen. De kleine boeren vallen thans reeds onge- f 982.-, doch deze is de laatste paar jaren met 5 pCt. verminderd. ww— - - ding van den heer V. Fonck, vertegenwoordigende de ouders van leer lingen van bijzondere scholen, die niet herkiesbaar is, en twee leden uit de overige meerderjarige inwoners, wegens vervallen van hun lidmaat schap der leden vertegenwoordigende de openbare onderwijzers en de ouders van leerlingen van openbare scholen, in verband met de ophef, fing der laatste O.L. School te Venray-Heide. De VOORZITTER zegt, dat in de vacature Fonck wordt aanbevolen J. van Meijel, Venray-Heijde, terwijl als leden uit de overige inwoners der gemeente Pastoor Strijkers te Leunen en Th. Wintels te Venray worden aanbevolen. Spreker benoemt vervolgens tot stemopnemers de heeren Odenhoven en Nelissen. Na de stemming blijkt, dat zijn uitgebracht; 13 stemmen op J. van Meijel, 13 op M. P. J. Strijkers en 13 op Th. G. Wintels, zoodat ge noemde heeren met algemeene stemmen zijn benoemd. Hierna wordt behandeld het request van den R.K. Middenstand, inzake personeele belasting voor houders van koffiehuizen, restaurants en an. dere inrichtingen tot het gebruik van spijzen en dranken tegen betaling. De VOORZITTER zegt, dat dit verzoek reeds het vorig jaar is inge komen, doch toen als zijnde te laat ingekomen na 1 September niet is behandeld. De Raad heeft toen echter verzocht dit verzoek het volgend jaar tijdig terug te brengen om hem in de gelegenheid te stel len zich dienaangaande uit te spreken. Na voorlezing van het request, zegt de VOORZITTER, dat als het verzoek dus vermindering wordt toegestaan, een derving van in komsten plaats heeft en deze inkomsten op andere wijze moeten ge vonden worden, d. i. door verhooging der opcenten op de Personeele Belasting. Volgens opgave van den Insp. der Directe Belastingen zou gelijkstel- I ling van koffiehuizen enz. met perceelen of gedeelten van perceelen, I vallende onder artikel 11 3 eerste lid, letter a een vermindering van f 1500.terwijl gelijkstelling met perceelen, vallende onder art. 11 2, letter a een vermindering van f 3000.tengevolge zal hebben. B. en W. geven toe, dat de Wet op de Personeele Belasting voor deze bedrijven een last beteekent, maar van den anderen kant mag niet uit het oog verloren worden, dat als de hoofdsom zooveel lager wordt, ook de opcenten minder opbrengen. Er zijn inderdaad een aantal gemeenten, die tot deze verlaging besloten hebben, maar daar tegenover staan zeer vele gemeenten, die, hoe ongaarne ook overigens, het niet gedaan heb ben, wijl daardoor te veel onmisbare inkomsten verloren zouden gaan, terwijl tenslotte de Regeering den laatsten tijd bij meerdere gemeenten, die het gedaan hebben, bezwaar heeft gemaakt, B. en W. zijn dan ook huiverig den Raad een voorstel te doen. De heer VERMEULEN vindt het onbillijk, dat de houders dier in richtingen, die toch reeds van hun inkomen belasting moeten betalen, ook nog personeele belasting daarvoor moeten missen, dus feitelijk dub bel worden belast. Hg voelt er daarom wel voor ze gelijk te stellen met winkels. De VOORZITTER antwoordt, dat ze dan 2 derde aftrek zouden krij gen en hem geen enkele gemeente bekend is, waar dit is geschied. Verlaging is wel aangenaam voor de betreffende personen, doch deze verlaging moet weer door de gemeenschap worden opgebracht; daaraan mogen de heeren wel eens denken. De heer VERMEULEN had een voorstel van B. en W. tot vermin dering verwacht, b.v. met 1 derde. Neen, zegt de VOORZITTER, in deze zoo onzekere tijden en terwijl het nog steeds moeilijker zal worden de begrooting sluitend te krijgen, hebben B. en W. gemeend, dit niet te kunnen verantwoorden, ook tegen over de andere belastingbetalers, die, zooals gezegd, dan het verlies moeten aanvullen door meer opcenten te betalen. De heer VAN BOVEN vindt het een onbillijke belasting en al beseft ook hij volkomen, dat de tijdsomstandigheden een voorzichtige finan ciëering der gemeente noodig maken, toch zijn van den anderen kant deze menschen zwaar door de crisis getroffen en daarom stelt hij voor de belasting met 1 derde te verminderen. De heer VAN HAREN wil gaarne het voorstel van Boven steunen, iedereen krijgt tegenwoordig steun, behalve de bedrijven, die niets krij gen, terwijl ze slecht, heel slecht gaan. Als de Voorzitter zegt in an. dere tijden graag met een voorstel tot verlaging te komen, is spreker het daarmede niet eens. Juist als het slecht gaat, moet men de lasten verminderen en als het goed gaat de menschen wat meer laten be talen. De VOORZITTER antwoordt dat men Venray niet met groote plaat sen moet gaan vergelijken. Hier zijn de café's slechts bij uitzondering hoofdbedrijf en in hoofdzaak steeds nevenbedrijf. Wat de tijden betreft, heeft Spreker juist, bedoeld, dat het slechte tijden zijn voor de openbare kas vooral en het daarom moeilijk te verantwoorden is een bepaalde categorie te gaan ontlasten, waarvan dan onvermijdelijk het gevolg is, dat alle anderen meer gaan betalen. Da heer VERMEULEN wijst er op, hoe die menschen al van alle kanten getroffen worden. En als ze dan van den anderen kant geholpen kunnen worden b.v. met een radio-muziekvergunning, krijgen ze die niet. Daarom te meer is hg er voor om de menschen nu met een verlaging tegemoet te komen. Wethouder ODENHOVEN zegt, zich als belanghebbende van stemming te moeten onthouden, maar als hg mee mocht stemmen, zou hij voor verlaging stemmen, niet omdat hij er persoonlijk noemenswaardig voor deel door heeft, doch omdat hij de collega's wil helpen, die de laatste jaren hoe langer hoe meer in het moeras zijn geraakt. In stemming gebracht wordt het voorstel van Boven, gesteund door de heeren Vermeulen en van Haren, om de café's enz. gelijk te stellen met perceelen vallende onder artikel 11 3, eerste lid, letter a der wet op de Personeele oelasting, met 10 tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde wethouder Pubben, terwijl wethouder Odenhoven en de heer Janssen zich als belanghebbenden van stemming hebben onthouden. Hierna is aan de orde Bespreking van de classificatie der Gemeente Venray voor de heffing der Personeele Belasting. De VOORZITTER releveert de besluiten van het vorig jaar dienaan gaande, die toen geen effect hebben gesorteerd omdat zij de Koninlijke goedkeuring niet konden verkrijgen. B. en W. brengen echter volgens toezegging deze zaak thans opnieuw aan de orde. Spreker zegt, dat blijkens schrijven van de belastingadministratie van het vorig jaar bij indeeling der gemeente in de 6e en 8e klasse, de opbrengst in hoofdsom zal verminderen met pl.m. f 5300. Voor indeeling der gemeente in de 7e en 8e klasse zijn geen cijfers bekend, doch kan de verminderde opbrengst veilig gesteld worden op circa f 3600.Dit zou dus weer tot onvermijdelijk gevolg hebben, verhooging van andere belasting, en dit kan alweer niets anders zijn dan verhooging der opcenten op de Personeele Belasting. Het is boven dien ook lang niet zeker, dat de Kroon een dergelijk besluit zal goed keuren, al is de stap iets kleiner dan verleden jaar. Integendeel zijn reeds vele gemeenten door de Regeering aangezocht om de classificatie te verlagen. B. en W. hebben het vorig jaar gezegd, dat ze toen het voorstel tot herclassificatie niet voldoende konden overzien. Thans is dit wel het geval, doch gezien de gevolgen, achten zij zich niet verantwoord het voorstel te doen. De heer VERMEULEN vraagt hoe B. en W. denken over 7e en 9e klasse. De VOORZITTER zegt, dat dit niet in B. en W. is besproken. Per soonlijk voelt hij daar niet veel voor, omdat dan de 9e klasse niet zou ontlast worden en zelfs meer zou gaan betalen. Wethouder ODENHOVEN is het daarmede geheel eenshet verschil van 2 klassen vindt ook hij te veel en niet billijk. Wethouder PUBBEN zegt zich met 7e en 8e klasse te kunnen ver niet voor 7e en 9e. Thans wordt voorgesteld de boerderij voor een termijn, aanvangende 1 November 1936 en eindigende met 30 April 1943, te verpachten voor een pachtprijs van f 925.— per pachtjaar. Voor het geval de pacht in 1943 niet wordt verlengd, kan de pachter in het najaar 1942 in overleg met het gemeentebestuur circa 10 H.A. met graan bezaaien, die hij dan na zijn vertrek, dus in den zomer 1943 nog kan oogsten, terwijl over de overige gronden de nieuwe pachter dan de beschikking krg'gt met Paschen 1943 of zooveel eerder in het voorjaar 1943, als dat voor de bewerking van den grond, in verband met het in exploitatie nemen der boerderij in dat jaar noodig is. Wethouder PUBBEN licht nog nader toe,^ dat men het in deze stre ken vrij algemeen beter aanpassend acht, dat de boerderijen in het voorjaar kunnen worden aangevat dan in het najaar. Voorts wil spreker er hier eens op wijzen, dat van Tilburg als een in alle opzichten voor beeldig pachter moet worden aangemerkt. Wethouder ODENHOVEN zegt, dat, nu de pachter blgft, ook aan zijn door den heer van Boven kenbaar gemaakten wensch voor een nieuw kippenhok wordt voldaan. Wordt algemeen goedgevonden te beslissen overeenkomstig het voor stel van B. en W. Nog wordt algemeen goedgevonden de boerderij de Hazenhut opnieuw ondershands te verpachten aan den huidigen pachter J. Jacobs, voor een termijn, aanvangende met 1 November 1935 en eindigende met 30 April 1939, voor een pachtprijs van f 210.per pachtjaar. Wethouder PUBBEN zegt, dat ook bij deze boerderij een kippenhok zal worden gezet, mits de pachter hierbijbehulpzaam is. Dan is aan de ordeBenoeming van een lid van de Plaatselijke Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs, wegens periodieke aftre- veer allen buiten de Personeele Belasting en bij indeeling der Kom in de 7e klasse zouden ook de meeste vakmenschen, die zich 'n net huisje gezet hebben, er buiten vallen. Niettemin kan hij zich ook vereenigen met 7e en 8e klasse. In stemming gebracht wordt het voorstel Vermeulen, gesteund door de heeren Janssen, van Boven en van Haren, tot indeeling der gemeente voor de heffing der Personeele Belasting in de 7e en 8e klasse, met algemeene stemmen aangenomen. Dan zegt de VOORZITTER, dat nog is ingekomen een verzoek van J. Vermeulen e.a. raadsleden, tot intrekking der verordening tot ver vanging van belastingbedragen, voorkomende in de wet op de Personeele Belasting 1896, door andere belastingbedragen voor de gemeente Venray. Na voorlezing- van het veïzoek zegt de Voorzitter dat vele gemeenten deze bedragen hebben verhoogd, zelfs gemeenten, die geen hand- en spandiensten heffen. Hier is de regeling dus nog billijker, en vooral is deze verhooging zeer billijk tegenover de vrachtauto's, die voerdiensten moeten doen. Nemen wij nu eens aan, dat beide zoo juist genomen besluiten worden goedgekeurd en ook dit voorstel nog wordt aangenomen, dan moet daarvoor toch zeker reeds het aantal opcenten op de Personeele Be lasting verhoogd worden met 50 a 60. En als nu de verordening nog onbillijk was, dan was het iets anders, maar nu is dit niet het geval. Spreker zegt, dat hg voor intrekking hiervan dus niets voelt en deze zelfs zeer onbillijk vindt tegenover hen, die voer- en spandienst moeten verrichten. De heer VERMEULEN zegt, te meer voor dit voorstel te voelen, omdat de wegenbelasting in October met 30 k 40 pet. is verhoogd en de auto's toch al genoeg getroffen worden. Zoo goed als alle auto's worden gehouden voor het bedrijf en dus drukt deze meerdere heffing weer op de bedrijven. Bovendien krijgen wij nu toch ook meer uit het wegenfonds en de gemeente behoeft toch ook niet driemaal te profi- teeren. De VOORZITTER antwoordt, dat wij rechtstreeks geen uitkeering uit het wegenfonds krijgen. Wij krijgen alleen een uitkeering van de Provincie ten behoeve van den weg VenrayWanssum. Spreker kan enkel zeggen, dat deze belasting voor Venray alleszins billijk is. De heer VERMEULEN zegt, dat de meeste auto's gebruik maken van de groote wegen en slechts weinig rijden over de buitenwegen. Daarbij zullen de opcenten op de Personeele Belasting ook weer verhoogd moeten worden en aldus worden hierdoor de auto's weer dubbel zwaar getroffen. De VOORZITTER blijft er bg, dat het absoluut intrekken der ver ordening niet juist is. Of de bedragen in de toekomst wellicht verlaagd moeten worden, is dan te bezien en als dit noodig is zullen B. en W. wel vanzelf met een voorstel tot verlaging komen. Nu dit echter niet als noodig wordt aangevoeld, acht Spreker het onbillijk de bedragen te verlagen, vooral Spreker herhaalt het nogmaals tegenover degenen, die span- en voerdiensten moeten verrichten. De heer ARTS stelt dan voor de verhooging te halveeren en te brengen op 25 pet. De heer VAN BOVEN zegt, het geheel eens te zgn met den heer Vermeulen. De meeste auto's zijn voor de bedrijven onmisbaar en deze laatste zijn toch reeds genoeg door de crisis getroffen. De heer HOUBEN meent, dat wij het beginsel vast moeten houden. Hij is dan ook niet voor intrekking, maar zal, om de auto's wat te ontlasten, het voorstel Arts steunen. Wethouder PUBBEN zegt, zich te kunnen voorstellen, dat de auto houders graag minder betalen, maar is het er niet mee eens, dat men zegt, dat de auto's de wegen niet vernielen. Juist de auto's malen den kiezel fijn, en op de kiezelwegen is het dan ook niet uit te houden van het stof, zoodat er zelfs over gedacht moet worden alle wegen van een gesloten wegdek te voorzien, al is dit voorloopig niet te betalen. De heer VAN HAREN wijst er op, dat de luxe auto's hoofdzakelijk op de hoofdwegen blijven. Het zijn dan ook voornamelijk de vrachtauto's, die de wegen stukrijden. De heer VERMEULEN zegt zijn voorstel tot algeheele intrekking te handhaven, terwijl wethouder ODENHOVEN zegt het voorstel Arts te steunen. In stemming gebracht, wordt het voorstel Vermeulen met 9 tegen 4 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren van Boven, Vermeulen, van Haren en Janssen. Het voorstel Arts wordt hierna met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren van Boven, Vermeulen, van Haren, Geurts en van Dijck. Hierna leest de VOORZITTER voor de ingekomen dankbetuiging voor verleende subsidie en garantie van het Bestuur der Tweede Noord- Limburgsche Land- en Tuinbouwtentoonstelling. De heer VAN BOVEN vraagt of het schrijven van den Minister be treffende opheffing Nationaal Crisiscomité reeds in het college van B. en W. is besproken. Neen, zegt de VOORZITTER, want het gevoelen van B. enW. wordt niet gevraagd, doch enkel dat van den Burgemeester. De heer VAN BOVEN vraagt of de Raad dan de zienswijze in deze van den Burgemeester mag weten. De VOORZITTER zegt daartegen voor dit geval geen bezwaar te hebben. Als het steuncomité A wordt opgeheven, verwachten wij dat B blijft bestaan en ook voor den arbeid tot dan toe door het A-comité verricht nog een regeling zal worden getroffen. Persoonlijk heeft Spre ker nog medegedeeld, prijs te stellen op behoud van het A-comité, erbij voegend, dat ook het plaatselijk Crisiscomité gaarne aan de uitvoering hiervan zou blijven medewerken. Verder heeft Spreker medegedeeld, dat ook de Gemeenteraad wellicht bereid zal worden gevonden ook voor dit doel nog een subsidie uit de gemeentekas te verleenen. De heer VERMEULEN komt terug op de radiomuziek in café's. Spreker had gemeend, dat, nu in de verordening op de openbare ver makelijkheden de mogelijkheid tot doorloopende vergunning is geopend, de Burgemeester ook dergelijke toestemmingen zou geven, want als de Burgemeester zijn tot heden ingenomen standpunt handhaaft, zal Spre ker te zijner tijd voorstellen de Politieverordening te wijzigen. Dat is uw recht, zegt de VOORZITTER, maar zoolang ik de verant woordelijkheid draag, wil ik in dezen tijd ook niet medewerken, dat maar overal dagelijks muziek kan gemaakt worden. Verreweg het grootste aantal aanvragers stelt bovendien zelfs slechts prijs op het ma ken van muziek op Zon- en Feestdagen, mede ook, wijl het hun anders aan de hand van de huidige verordening te duur wordt. De heer ARTS zou toch ook willen, dat aanvragers op hun verzoek vergunning kregen ze kunnen dan tenminste, als ze er het geld voor over hebben, dagelijks de radio in hun café doen hooren en daar is toch ook niets tegen. De heer VAN BOVEN zou ook den Voorzitter in overweging willen geven zijn standpunt te herzien, anders zal hij, als de heer Vermeulen met een voorstel komt, dit steunen. De VOORZITTER acht zich thans verplicht een woord van afscheid te richten tot de beide nestors van onzen Raad, die niet terugkeeren in het nieuwe college, en wel de heer Geurts, de nestor in dienstjaren en de heer Stoot, de nestor in levensjaren. De heer Geurts is met een kleine onderbreking meer dan 25 jaren een .trouw bezoeker van onze verga deringen geweest. Uit zijn aandeel in de besprekingen bleek steeds, hoe veel liefde hij voor de gemeente voelde. De heer Stoot is sedert 1919 lid en werd steeds herkozen, ook ditmaal. Uiteindelijk heeft de heer Stoot gemeend de benoeming thans niet te moeten aannemen,naar Spreker veronderstelt, omdat hij zijn leeftijd te hoog vond en hij plaats heeft willen maken voor een jongere kracht op de lijst, waarvan hij de lijstvoerder was. Ook de heer Stoot nam met groote deskundigheid op velerlei gebied en met veel liefde voor de gemeente aan de beraad slagingen deel. Beide heeren waren het niet altijd eens met den Voorzitter of het College van B. en W., maar zij bleven als raadsleden steeds volkomen parlementair en correct. Hij dankt hen dan ook voor het vele dat zij als leden van den Gemeenteraad hebben gedaan. Spreker begrijpt, dat het hun aan het hart zal gaan als zij hier later niet meer zitten. Hij hoopt echter, dat de heer Geurts nog vele jaren den vooruitgang der gemeente moge zien en wat den heer Stoot betreft, dat deze zijn liefde voor Venray moge behouden en verder een gelukkigen levensavond in zgn gezin in goede gezondheid en, als steeds, helder van geest moge doorbrengen. Spreker hoopt, dat het hun beiden goed ga, en is ervan overtuigd, dat zij steeds in aangename herinnering bg den Raad zullen blijven. Algemeene instemming van den geheelen Raad. De heer GEURTS dankt voor de welwillende woorden, door den Voor zitter tot hem gericht. Spreker hoopt, dat het de gemeente ook verder moge gaan, en speciaal voor Castenray, dat zijn opvolger moge bereiken, wat hij als raadslid niet meer heeft kunnen volbrengen. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver langende, sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. Een zengende hitte en geen water. Iedereen in Europa is ervan over tuigd, dat Italië een zwaren tijd in Abessynië tegemoet gaat, maar nie mand heeft eigenlijk een juist begrip van de ontzettende moeilijkheden, welke den Italiaan daar te wachten staan, welk een ontzaglijke ontbe ringen hg voor lief zal moeten ne men, wil hij in het zwarte rijk met succes oorlog gaan voeren. Daaromtrent geeft een journalist, die met kennis van zaken het land in de laatste dagen bereisd heeft, een realistische schildering. Uit diens beschrijving kan een ieder wel opmaken, dat het avon tuur, dat Italië durft te gaan on dernemen, een vreeselijk avontuur gaat worden. Het komt er voor de Italianen thans niet op de eerste plaats om, dat zij in Abessynië over voldoende wapenen en munitie en vliegtuigen zullen beschikken. Hvn grootste nood zal zijn om aan voldoend water te komen. lederen tweeden dag komt in de haven van Aden een schip aan, dat de Italiaansche vlag voert. Het is een „waterschip" en brengt water, gewoon drinkwater over naar So- maliland, naar Mogadiscia. De Italiaansche troepen daar lijden grooten dorst. Dagelijks ontvangen de soldaten drie liter water om te drinken, maar ook om zich en hun lijfgoed te wasschen. Het is al heel weinig als men bedenkt, dat Abessynië en Somali- land zeer heete landen zijn. Het wa ter wordt in groote onderaardsche tanks in Somaliland aan de grenzen van Abessynië opgeslagen. In Lugh en in Badere kan men van die groote tanks zien. Dag en nacht worden ze door de militairen scherp bewaakt. Er zgn slechts een paar weinig water gevende rivieren. Voor de helft leveren deze rivieren het benoodigde water. De rest moet in Aden gekocht worden. Een dezer dagen verscheen weer een Italiaansch waterschip in de haven van Aden. De valbrug werd neergelaten en offic eren gingen van boord om het benoodigde water aan te koopen. Engelsche beambten komen naderbij. Geen water te krijgen. Wat Geen water Neen, de Engel- schen beweren, dat de bx-onnen in Aden te weinig water geven om daarvan nog te kunnen verkoopen. Aanstonds wordt deze jobstijding naar Rome geseind. De indruk daar is geweldig. Geen water meer uit Aden beteekent, dat men thans water moet aanvoeren heelemaal uit Mes- sia, het dichtst bijzijnde punt, waar water rijkelijk voorhanden is. Van Messina naar Mogadiscia is 5000 K.M. vei*.... Aanstonds worden echter maatregelen getroffen en de eerste waterschepen verlaten Messina reeds. Doch gelijktijdig gaat een bevel naar Somaliland, dat het water-

Peel en Maas | 1935 | | pagina 5