TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Apostolisch Vica
riaat van Celebes.
FEUILLETON.
Mattesen Ties
de Kiesjeskèl
Electriciteit.
Zaterdag 23 Maart 1935
Zes en vijftigste Jaargang No 12
Verbod laten liggen iepenliout,
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis
dat het ingevolge de Boschwet ver
boden is van 1 April tot 1 October
iepenhout te laten ÜggeD, opgestapeld
te houden of te vervoeren.
Het verbod geldt Diet voor geheel
ontschorst hout, hout met een door
snede kleiner dan 7 c.M., hout dat
onder water ligt en hout, waarvan
de schors in haar geheel met llm-
mermanscarbolineum is bestreken,
Venray, 15 Maart 1935.
De Burgemeester en Wethouders van
Venray,
O. VAN DE LOO
De Secretaris,
VAN HAAREN
Trekhondenwet.
Herkeuring van alle trekhonden
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter algemeene kennis,
dat door hen eeae herkeuring van
alle trekhonden wordt bevolen, welke
zal gehouden worden op 27 en 28
Maart a.s. en wel: Woensdag 27
Maart a.s.
des voormiddags 9 uur te Oostrum,
beginpunt weg Castenray;
des voormiddags 10 uur te Oirlo,
pomp bij J. H. Nelissen;
des voormiddags 11 uur te Cas
tenray, kermisterrein;
des namiddags 3 uur te Leunen
nabij het transformatoihuisje.
Donderdag 28 Maart a.s.
des voormiddags 9 uur Dorp, Hen-
seniusplein;
des voormiddags 10 uur Nachti-
gaal, Deurnscheweg;
des namiddags 2 uur te Merselo,
kermisterrein.
Honden en karren, welke nog niet
gekeurd zijn, kunnen eveneens op
bovengenoemde datums ter keuring
worden aangeboden.
Venray 28 Februari 1935
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
O. VAN DE LOO
De Secretaris,
VAN HAAREN
ui.
In 1664 was de laatste Missionaris
uit Manado verwijderd.... en zoo
jaren later in 1853 betrad weer voor
het eerst een katholiek priester den
Minahassischen bodem, 't Was pas
toor C. de Hessele, afkomstig uit
Maastricht. Tien duizend katholieken
waren er in Minahasa en de eilanden
in 1674 en nu vond de pastoor er
nog 120 a 150, meestal menschen
uit de Philippijnen. „Ofschoon door
afval veel verminderd, is in de Mina
hasa het getal der Katholieken vrij
talrijk" schrijft hij.
Pastoor de Hessele verbleef een
drie weken te Manado en ging naar
Gorontalo waar hij een 25 Katho
lieken aantrof. Hij kon niet langer
blijven maar de aandacht was op
nieuw gevestigd op het eertijds zoo
bloeiende Missieveld van Noord
Celebes. Maar daarmee was ook
voor 't oogenblik alles afgeloopen
de Protestanten bezetten de Minahasa
en voor den Roomschen priester was
er nog geen schijn van kans voor
dit mooie gebied. In de plannen der
Voorzienigheid was 't echter bepaald
dat de magere jaren voor die arme
menschen voorbij waren en er nu
betere tijden gingen aanbreken.
Oorspronkelijk verhaal van de
Noord-Limbiirgsclie grenzen
door BERNARD VIELER.
26
De onderwijzer was er zich ook
goed van bewust, dat hij fel zou
moeten strijden, om den pleeg
vader er toe te brengen de hand
der rijke erfgename aan een
armzaligen, kalen hulponderwijzer
aan een dorpsschool te schenken.
Zo guddet meej ok, zei Giel
van Dommelen, alliedig liegen ze
me an miene kop te zanikke, dat
ik op die Hofmansdochter aaf zal
gaon, mer ik laot ze liever an
ennen andere over. Dat vrommes
ziet er allied krek uut as of ze
en kupke eek opgeslokt hit en as
ze eur mondwerk ope mikt, isset
net of ge en Turreks kerkhof kiekt
mit hier en daor enne hallef urn*
gevalle grafsteen allemaol van
die wurmstèkige, vieze en scheive
tand
En wat er uut eure mond
kumpt, mengde zich nu Angenees
in 't gesprek, is niks dan gif en
ga!, went 't is de grotste klets-
moel en kwaodsprèekster van 't
ganse durrep 1
Angenees kon het eenigszins
weten, want 't was haar ter oore
gekomen, dat Kaat Hoffmans zich
©rover uitgelaten had, dat zij
In 1868 werd door den Gouver
neur Generaal goedgunstig beschikt
op het verzoek van Mgr. Vrancken,
Apostolisch Vicaris van Batavia,
om een dienstreis te mogen maken
naar de Minahasa. Immers, reeds
meermalen was het voorgekomen, dat
jongelui uit de residentie Manado, in
militairen dienst getredeD, tijdens hun
verblijf op Java tot den Katholieken
godsdienst waren overgegaan, zoo
b.v. werden in SemaraDg in 1861,
40 soldaten uit de Minahasa katho
liek gedoopt. Nadat zij echter, na
volbrachten diensttijd, waren terug
gekeerd in hun land, zagen zij zich
daa verder van alle geestelijke hulp
verstoken, 't Was daarom dan ook,
dat in 1868, een zekere Daniel
Mandags, gepensioneerd militair te
Langoan, een verzoekschrift zond
aan Mgr. Lijnen, aan Mgr. Vrancken,
met de dringende bede een pastoor
naar de Minahasa te zenden om de
kinderen te doopen en verder dienst
werken te verrichten. Ongeveer
terzelfder tijd kwam eenzelfde bericht
en eenzelfde veizoek binnen vaa den
militairen commandant van Ambon.
Pater de Vries, S.J. werd aange
wezen voor deze reis, die twee
maanden zou duren Monseigneur gaf
aan pater de Vries dit drievoudig
doel aan
a. de in de Minahasa wonende
Katholieken in de gelegenheid stellen,
hunne godsdienstplichten te vervullen,
b. het aantal Katholieken in die
streken zoo nauwkeurig mogelijk
nagaan,
c. na alles in oogenschouw ge
nomen en rijpelijk voor den Heer
overwogen te hebben zijn oordeel
mede te deelen, welke plaats het
geschiktst scheen voor een vaste
missiestatie.
Pater de Vries vertrok en kwam
in de Minahasa aan en was natuur
lijk heelemaal niet welkom bij de
voorgangers der Protestantsche ge
meenten. Hij deed echter ongehinderd
zijn werk, diende 254 doopsels toe,
o.a. ook aan kinderen van protes
tanten, welke de zendelingen gewei
gerd hadden te doopen. „Het was
eene gewoonte geworden, die door
allen geëerbiedigd werd, dat kinderen,
wier ouders in ODgehuwden staat
bleven voortleven, of kinderen van
ouders die nalatig bleven in het ter
schole zenden hunner oudere kinderen,
of ook wel de onderlinge bijeen
komsten (waar psalmen gezongen
worden en een onderricht wordt
gegeven) verwaarloosden, niet gedoopt
werden. Toch nam dit getal af, tot
dat in 1868, al wat nog ongedoopt
was, oud en jong, door dén Döop
in de Gemeente werd opgenomen.
1868 was het jaar dat de Roomsche
priester de Vries door zijne propa
ganda onder de Evangelische Chris-
Lenen, de Christelijke Minahasa be
roerde" aldu3 H. Roeker, predikaDt
te Tondano. Nu brak de storm
losallerlei beschuldigingen werden
tegen pastoor de Vies ingebracht bij
den Gouverneur Generaal P. Mijer.
Mgr. Vrancken vroeg te mogen
vernemen wat er gebeurd was, doch
werd zeer ongenadig omvangen. De
Gouverneur Generaal antwoordde
„Het spijt mij voor U, Hoogeer
waarde en voor de andere R.K.
Geestelijken, die gedurende uw,
22-jarig bestuur nooit een schijn van
botsing gegeven hebben, terwijl nu
op zulk een domme en redelooze
wijze door dien heer de Vries de
orde en de goede harmonie komt
gestoord te worden."
Dominee J. Th. Schuurman liet
een ander geluid hooren en hij ver
klaarde dat wanneer de tegenwoor
digheid en het werken van den
Angenees achter den rug van
haar moeder stiekum aan 't vrijen
was met Giel van Dommelen.
Was daar dan iets van aan
Giel van Dommelen knipte haar
een oogje, want die twee waren
't onder elkander eens, alhoewel
Giel ook nog wel zou moeten
kampen, voordat Angenees de zijne
werd.
Moeder Schragen had andere
plannen met haar dochter, die als
eenig kind een aardigen duit mee
kreeg en ook nog te wachten had
van twee ongehuwde tantes.
En bij de ouders van Giel was
hel met het fortuin maar zoo la
la gesteld. De vader, die nooit
anders dan Tuulepetuutje genoemd
werd, schreef bij den notaris op
het kantoor en beunhaasde zoo'n
beetje als agent voor een begrafe
nisfonds en een brandassurantie,
maar wat hij daarmee verdiende,
verpruufde hij dubbel en dwars.
De moeder, een brave hard
werkende vrouw, had een vrij
goed beklanten dorpswinke), zoo'n
soori bazaar.
Ze was de grootste concurrente
van Tante Stans, de zuster van
Hansen Doerel, die het echter als
koopvrouw tegen haar moest af
leggen.
Maar Tante Stans had behalve
voor zichzelf en haar nichtje voor
niemand te zorgen als voor haar
broer, terwijl vrouw van Domme
len acht Tuulepetuutjes te onder
houden had.
't Is waar Giel verdiende de
kost voor zichzelf en gaf het
grootste gedeelte van zijn salaris
tehuis af. Hij was »schriever op
de sikketatie'i feitelijk deed hij
pastoor zooveel ontevredenheid had
gewekt, daaruit af te leiden was, dat
de toestand der Missie daar ellendig
moest zijn en dat alles, wat daar
gebeurd was bij de reis van den
pastoor, niet zoozeer aaa hem als
wel aan de Zendelingen was toe te
schrijven, die hunne plichten niet
hadden waargenomen.
Aan Mgr. werd medegedeeld, dat
de zaak in behandeling was bij den
Directeur van Eeredienst en dat men
Mgr. zoo noodig later wel zou in
lichten. Heel die opgeblazen zaak
liep echter op een sisser af en pastoor
de Vries werd van alles vrijge
sproken
Ofschoon er van protestantsche
zijde alles in het werk gesteld werd
om de dienstreizen te beletten, slaagde
men in dezen opzet niet. In 1873
volgde een 2e dienstreis en geduren
de negen jaar deed Pastoor van
Meurs, S.J. de toegestane reis. Hij
organiseerde de Missie, stelde Inland-
sche onderwijzers en hulpleeraats
aan en diende op 9 dienstreizen
2875 doopsels toe, zoowel aan vol
wassen heidenen a!s aan Protestanten
en kinderen. Had men de bevolking
vrijgelaten dan waren er duizenden
meer Katholiek geworden.
Iedereen ziet in dat het een on
houdbare toestand waszooveel
Katholieken middea in een totaal
andersdenkende omgeving, verstoken
van alle hulp en van alle leiding
immers wat voor leiding kon er toch
uitgaan van die eokele dagen per
jaar, die de pastoor op die eenzame
posten kon doorbrengen, 't Mocht
een dienstreis zijn van 2 maanden
reken daaraf een dag of 20 voor de
reis heen en terug en die 40 overige
dagen moesten dan besteed worden
om de Minahassa te doorkruisen.
En dat was gauwer gezegd dan ge
daan. Nu beteekent dat niet veel,
maar toen alles gedaan moest worden
te paard, te voet of per roda-veer
(een groote osseakar op veereo) toen
giDg dat niet gemakkelijk. Zeker de
menschen waren gedoopt, wilden
goede Katholieken worden, maar aan
het onderricht had veel ontbroken
en degelijk onderlegd was men over
't algemeen niet. Kon ook niet I
Denk U dergelijke toestanden maar
eens hier in Venraypas uit het
Protestantisme overgekomen Katho
lieken, en dan geen goed onderlegde
leiders en gedurende 3 a 4 dagen in
't jaar alleen de pastoor bij zich.
Het spreekt dan ook van zelf dat
de Vicaris van Batavia alles in het
werk stelde om meerdere dienstreizen
te mogen maken en eindelijk in 1882
kwam het besl&it, dat" jaarlijks twee
dienstreizen op 's Landskosten moch
ten worden gemaakt. Dit beteekende
in alle geval vooruitgang. Maar ook
dit muisje had een staartje. In boven
genoemd besluit werd tevens bepaald
dat de Roomsch Katholieke geeste
lijken geen pogingen mochten aan
wenden om verdere bekeeringen te
maken, want dat zou aanleiding
geven tot ongeregeldheden.
De Bisschop van Batavia maakte
bezwaar tegen deze bepaling en ze
werd dan ook gewijzigd, aldusde
roomsch katholieke geestelijke mag
propaganda maken onder de heide
nen en Mahomedanen, maar moest
zich onthouden andere Inlandsche
christenen (vrouwen of kinderen) voor
het R. K. Geloof te winnen. Ofschoon
deze bepaling een concessie was,
toch was Mgr. niet tevreden, maar
voorloopig legde men zich hierbij
neer.
Pastoor van Meurs vertrok vast
besloten zich aan dit bepaalde te
houden. Te Manado aangekomen
bracht hij een bezoek aan den
al het werk voor den secretaris,
die oud en versleten was, maar
niet bedanken kon, omdat hij
anders geen inkomsten had.
Een jaar geleden had Giel, die
een helder hoofd had, zijn examen
gedaan en, als de oude secretaris
eens uitstapte, zou hij diens post
met zekerheid krijgen.
Frens Arts, de derde jonge man
van het gezelschap, was een goeje
lobbes, maar te bedeesd om op
z'n eigen houtje iels te onder
nemen,
Hij had het erg staan op Netje
Baltussen, het schalksche meisje
met de mooie blauwé »eugskes"
en de ondeugende blonde krulle-
kes, die onder de poffermuts uit
kwamen.
Zij zal aan zijne zijde en hij
keek aanhoudend naar haar, ten
minste als hij meende, dat de
anderen het niet merkten.
Gedurende al den tijd, dat hij
daar in 't gezelschap vertoefde,
maar hij zat heimelijk te genieten
Zijn doopnaam was Laurentius
wat verbasterd was in Vrens.
Mer Vrens, zei Angenees
Schragen plotseling tegen hem,
toen het gesprek even stilstond,
geej zit dor zo bleuj te kieken,
zeg ok is en zuut woordje, miene
jong.
Ziede geej dan mer stroop,
Vrens, plaagde Anneke Pasmans,
hem nu, stroop is ok zuut of
halde geej van andere zuutigheid
Nee, begon nu Giel van Dom
melen, gillie vrowlie mot Vrens
nie plaoge 1 Ik weet wat heej
zegge wooj, heej wooj zegge: Ik
geiv 'n ruridje appelelartjes, isset
nie» Vrens.
Resident, die hem zeer officieel ont
ving en Z. Hoogedelgestrenge deed
duidelijk uitkomen, dat hij zich zeer
streng aan de bepalingen zou houden
„zonder aanzien des persoons".
Pastoor van Meurs begon zijn
tournée door de Minahassa en nu
gebeurde op een der bezochte dorpen
het volgende een Protestant kwam
bij den pastoor, verklaarde in tegen
woordigheid van getuigen, schriftelijk,
dat hij, geheel uit eigen beweging
Katholiek wilde worden, 't Was een
moeilijke positie, doch pastoor van
Meurs redeneerde aldus aangezien
deze man vrijwillig komt en de
pastoor geen pogingen gedaan heeft
om dien man tot dezen stap te be
wegen, is er geen sprake van propa
ganda en is dit dus niet verboden
En hij doopte dezen man en.... nog
14 anderen. Pastoor van Meurs
steunde ook op de opinie zijner
confraters op Java. „Op Java oor
deelde men dat een Protestant wel
gedoopt kon worden als men zich
maar onthield van popingen tot be
keering dus een Protestant, die
onderwezen was, kon. na schriftelijk
voor 2 getuigen verklaard te hebben
dat hij Katholiek wilde worden, het
H. Doopsel ontvangen" aldus
pater v. Meurs. Maar de Resident
van Manado dacht er anders over.
Het voorgevallene was natuurlijk
terstond bij den Resident aange
bracht de pastoor werd onmiddellijk
uit het binnenland teruggeroepen eo
moest zijn dienstreis staken. De
pastoor protesteerde, maar 't protest
haalde niets uitde pastoor mocht
in de stad Manado blijven, onder de
Inlanders werken maar niet doopen.
Allerlei geruchten lieden nu de ronde
in de Minahassa de pastoor zat in
de gevangenis... de pastoor was
weggejaagd, enz. enz. en eenieder
begrijpt dat het zure dagen waren
voor de kleine kudde, wier herder
op zulk een wijze was weggesleept.
Er kwamen dan ook brieven van
protest bij den Resident en rekesten
onderteekend door 500 Katholieken
werden verzonden naar den Gouver
neur Generaal en de Apostolisch
Vicaris van Batavia.
Pastoor van Meurs keerde terug
naar Batavia en zette daar het voor
gevallene uiteen. Monseigaeur zelf
besprak dit alles met Gouverneur
Generaal 's Jacob en toen kwam het
fameuze „Briefjesbesluit" (G. Besl. 14
Juni 1883) bepalend: Ieder Inlandsch
Christen in de residentie Manado,
Ambon, Ternate, die uit eigen be
weging tot een ander kerkgenootschap
wil overgaan, moet dit mondeling,
in tegenwoordigheid van getuigen,
verklaren aan den geestelijke van hel
kerkgenoot (dat hij wenscht te ver
laten) en de geestelijke moet hiervan
aanstonds en kosteloos een bewijs
van uitschrijven. Zonder dit bewijs
mocht niemand in een ander kerk
genootschap worden opgenomen.
Iedereen ziet in hoe dit besluit
oorzaak moest worden van veel on
aangenaamheden. Zoo moest b.v. de
zendeling te Tomohon op één dag
60 (zestig) van die bewijzen afgeven.
In 1886 onder G. G. van Rees werd
dit besluit ingetrokken.
(Wordt vervolgd).
Er zijn zeker gevaren bij het ge
bruik electriciteit verbonden. Wie
echter de noodige voorzichtigheid
betracht, hoeft zich daarover totaal
niet ongerust te maken.
Een bij kan stekenmen leest zelfs,
dat een bijenzwerm mensch en dier
Jao, zei deze, da's meej goed,
da's me egaal, bestelde geej ze
mer Giell
Giel riep het Fraulein uit den
winkel daarnaast,
Mer zun appelelartjes alleen
wel zuut genoeg zien, Vrens. Ik
zuej as ik ien ow plaats was, der
nog en zuut woordje beej doen en
der soekkelaod beej bestéllen I
Nou, meej ok awwer goed,
zei Vrens.
Fraulein, riep de ondermees
ter. die zijn Duitsch op de proppen
moest brengen sechs Portionen
Schokolade und sechs Aepfel-
lörtchen 1 Triomfantelijk keek hij
in de ronde, alsof hij zeggen
wilde: »doet bet me maar nal
Terwijl de lekkernijen gehaald
werden, gingen juist eenige leden
van de Meerhoutsche harmonie
met hun instrumenten onder den
arm voorbij, waardoor weer aan
leiding tot het hervatten van het
onderbroken gesprek gegeven
werd.
Hansen Doerel liep voorop tus-
schen Grat Jocheras en Tienus
Vermeulen de »urgenist-harre-
meniedirekteur" had de »buus"
opgezet de Meerhoutsche be
naming voor een kachelbuus en
ook voor een hoogen hoed.
't Was heelemaal geen »gibus"
van 't laatste model zoo recht
op en neer zoo heelemaal
zonder eenige buiging in den
vorm. De rand was erg smal en
heel plat, evenals de plaatring
van een fornuis en ^uit dien rand
steeg de eigenlijke buis of hoed
in loodrechte lijnen omhoog, maar
niet zoo'n klein beetje, neen, erg
hoog en dat gaf aan dat hoofd»
kan dooden. Een hond kan bijten,
een paard kan slaan.
Welke imker, welke hondeigenaar,
welke paardenknecht, die de noodige
voorzichtigheid betracht, denkt aan
gevaar. Zoo is 't ook met de elec-
tdsche stroom.
Men dient dit altijd in 't oog te
houden: Bij de electrische stroom
komt een draad van de stoomdraad,
de andere is door de nuldraad met
de aarde verbonden.
Als men in elke hand een draad
zou vatten, gaat de volle stroom
door ons lichaam en kan hij doodelijk
zijn. Ook is dit het geval, als men
een der draden aanraakt, en geleidend
met de aarde verbonden is.
Wie dit goed in 't oog houdt, zal
het volgende best kunnen begrijpen
Stopcontacten moeten, als zij niet
gebruikt worden, met een kapje be
schermd worden. Kinderen kunnen
door de vingertjes in de openingen
te steken contact maken en onder
stroom komen te staan.
Hetzelfde gebeurt, als men twee
draden, in elke hand één, in het
stopcontact steekt, of met de eene
hand een draad in het stopcontact
steekt en men zelf geleidend met de
aarde verbonden is.
In het laatste geval is er minder
gevaar, als men schoenen met gummi
zolen draagt, of op een droge vloer
staat, of als men droge houten klom
pen draagt.
Denk er wel aan vocht en steen
geleiden de electriciteit gemakkelijk.
Het parool luidt: raak nooit een
draad aan, die onder stroom staat.
Voor den een kan dit misschien
weinig gevaar, voor een mensch met
een zwak hart kan het doodelijk zijn.
Schakel altijd de stroom uit, als
een lamp moet worden in- of uitge-
schroefd. Houdt voo? alle voorzich
tigheid nooit de hand aan de koperen
huls.
Raak in geen gevat een draad van
bet net aan, die is los geraakt. Door
de electrische siroom worden de
spieren samengetrokken en kan men
niet loslaten. Wil men zoo iemand
bevrijden, doe het dan met gummi
handschoenen en tracht de stroom
zoo gauw mogelijk af te sluiten.
Men moet geen kapotte zekeriog
gaan „overbruggen" met een draad.
Dan is het geen zekeriog meer en
kan bij kortsluiting brand ontstaan.
Raak bij bij insteken van een srop-
contact nooit de pennen van de
stekker aan.
Leidingen, die langs houten balken
of wanden loopen, moet door buizen
geleid worden. IJzeren balken en
palen kunnen bij verslijt der isolatie
onder stroom komen staan.
Als op electrische toestellen stroom
komt, is iets niet in orde en moet
een vakman de leiding nazien.
Snoeren, waarvan de isolatie stuk
is, moeten door nieuwe vervangen
worden.
Een electrisch strijkijzer, dat men
tijdje onbeheerd laat staan, moet
uitgeschakeld worden. Het is gebeurd,
dat het door de tafel brandde en op
de grond terecht kwam.
Een electrische melkkoker mag
men niet droog laten koken.
Het is gevaarlijk voor kinderen,
met een vlieger in de buurt van het
stratennet te komen. De stroom kan
bij aanraking van de draad door het
touw via de „vliegenier" naar de
aarde vloeien.
Vogels kunnen zonder gevaar op
de electrische draden blijven zitten,
omdat er geen, verbinding met de
aarde is.
Trap nooit op snoergeleidingen en
deksel juist dat ongewone cachet.
Als b.v. een echte Parijsche heer
dal ding op zijn hoofd gedragen
had, zou men het misschien voor
de allerlaatste cri de hyper-
nouvealé gehouden hebben.
Met het beoordeelen van hooge
hoeden moet men altijd een beetje
voorzichtig zijn en eenige reserve
in acht nemen.
Het haar, dat aan den hoed van
Hansen Doerel verwerkt was,
toonde zich wel een weinig over
vloedig borstelig met een
neiging om tegen den draad in te
rijzen, maar daar wist Jansen
Doerel wel raad voor dan spuw
de hij er maar eens een paar n.aal
flink op en veegde er dan met de
mouw van den jas over terstond
was het dan weer gladglimmend,
voor zoolang als 't duurde.
Achier dit drietal volgde Gilles
Verriet met Luuk van Tuijn en
Berlu8 Nille8en, die het erg druk
hadden en telkens lachend om
keken naar Keub Doenselaers
den Bult die met zijn grappen
en potsen de andere leden van hel
gezelschap amuseerde.
Nu eens slapie hij parmantig
voor hen uit, waarbij hij met de
stok van de groote trom de ma
noeuvres van een tamboer-majoor
nabootste, dan weer keerde hij
zich om zijn volgelingen, alsof hij
een orkesldirecleur was en hen
afwisselend pianissimo en forte
liet spelen.
Daarbij had hij een klein ma
telot-stroohoedje scheef op het
groote hoofd geplakt en trok hij
de allerzotste gezichten met zijn
bakkes, iets wat heelemaal niet
noodig was, want hij had van
zorg, dat er geen knik in komt. De
isolatie kan daardoor stuk gaan en
kortsluiting kan het gevolg zijn.
Het is sterk at te raken, zelf een
leiding aan te leggen, bijvoorbeeld in
stallen. Gaat de isolatie stuk, dan
kunnen de ijzerdeelen onder stroom
komen en de dood van het vee ver
oorzaken. Dieren zijn veel gevoeliger
voor de electrische stroom dan de
mensch.
Gevaar voor electrische storingen
worden tot een minimum beperkt,
als bet materiaal voldoet aan de
eischen, die de Stroomverkoop-maat-
schappij eraan stelt.
De draden moeten een doorsnede
hebben van minstens 2 millimeter,
uit koper bestaan en met gummi
geïsoleerd zijn.
Schakelaar, stopcontacten en lamp-
houders moeten beschermd zijn door
een huls van onbrandbaar isolatie
materiaal. In vochtige ruimten moeten
ze zoodanig omhuld zijn, dat geen
vocht kan binnendringen.
In vochtige ruimten, zooals stallen,
kelders, bad-inrlchtingen. wasscherljen
moeten de kabels apart beschermd
zijn tegen vocht. Als beschermend
materiaal gebruikt men rubber, lood,
papier, bandijzer en jute.
Alle deelen moeten goed schoon
gehouden worden. Bij het schoon
maken van apparaten moet eerst de
stroom afgesloten worden en gezorgd
worden, dat hij niet door een ander
kan worden ingeschakeld. Het veiligst
is. de zekering zoolang los te schroe
ven en bij zich te steken.
Schroeven van motoren moeten
steeds vast aangedraaid zijn. De
aardleidingen moeten vast aan het
toestel verbonden zijn en met de
waterleiding of een buis of plaat, die
in een waterput of het grondwater
reikt, in verbinding staan.
Bij de aanleg van een installatie
neemt men steeds een vertrouwd
installateur, die door de Stroom-
verkoop-maatschappij is erkend. Als
de installatie eenige jaren oud is, is
het raadzaam, ze door een bekwaam
vakman te laten nazien en zijn aan
wijzingen stipt op te volgen.
Men moet zich Diet laten verleiden,
zelf aan leidingen en toestellen te
gaan prutsen, maar zich streng houden
aan de voorschriften. Dan bestaat
er bij het gebruik van electrische
toestellen zeker niet meer, eerder nog
minder gevaar dan bij het gebruik
van andere toestellen.
N. K. J. H. DELHOOFEN.
Ingekomea eo vertrokken
personen
van 8 tot 15 Maart.
VERTROKKEN:
J. Camps, dienstbode, naar Boxmeer
Markt 5;
W. Jilesen. dienstknecht, n. Beugen;
A. Hendrikx, verpleegster, naar
Venlo, Rummerstraat 37;
H. v. Barneveld en vrouw. Assis
tent Dir. Belastingen, naar Vierlings
beek;
J. van de Lijck, naaister, naar
Maashees B 17;
M. Poszpischek, verpleegster, naar
Antwerpen;
A. van Hoof, dienstbode, naar
Venlo, Leutherweg 6
N. Nielen, Pater, naar Maastricht,
Tongerschestraat 28;
J. Gerz, Pater, n. Wijeben, Alverna;
J. Jans Beken, dienstbode, naar
Overloon A 219;
E. Diks, dienstbode, naar Blerick,
Kloosterstraat 31;
A. Voesten, z.b., naar St. Truyden;
H. Hendriks, dienstbode, naar
's Hage, Prins Mauritslaan 68
natuur een snoet als een leeuw
uit een mallemolen.
Ziet um is, zei Giel daar
binnen achter de gordijntjes, zudde
nie zegge, dat dieje kei ze nie
goeht beej-en hit.. Mer, heej is
anders zo gek nog nie want
heej wet goeht waor Abraham de
mosterd hilt, laot unj mer
loehpen ik heb de veurige
wèek mil um gesmousjast en toen
hit ie drie kier van meej gewonne.
Hub van den Kappusboer is
er ck weer beej, viel Netje Bal
lussen hem nu in de rede, heej
ziet er nog pips uut, mer da's ok
gen wohnder, want heej hit zo
lang ien bed motte ligge. Ziedum
daor nie, Anneke Heej lupt nevve
Koehn van der Velden en Marten
van Lom.
Anneke Pasmans had den jongen
Kappusboer al lang gezien en »ze
had het land" aan hem eerstens
omdat ze onwillekeurig een kleur
gekregen had, toen zijn naam ge
noemd werd en tweedens omdat
ze den kerel onuitstaanbaar vond.
En daar bestond een grondige
reden voor, want sedert de twee
of drie weken dat de jongeman,
dien wij reeds in dien voor hem
zoo noodlottigen nacht hebben
leeren kennen, de voeten weer
builen de deur kon zetten, was hij
reeds een paar maal op den Flam-
mertschen Hof geweest, waar hij
botweg aan haar ouders gevraagd
had of hij met haar mocht trouwen.
Wordt vervolgde